Brieven uit Duitschland.
BU ITENLAND
KLATË R G O U~dT
Tweede Blad
29 Augustus 1923
Het Belgische antwoord op de Duitsche nota; Engelsche persstemmen.
Het Engelsche kabinet; twee nieuwe ministers.
Onder de Telegrammen: De indruk in Frankrijk.en Engeland over de
Belgische nota; voorloopig geen Britsche kabinetsraad. De stad Cam-
berg door de Franschen bezet. De moordenaar van Daskalof. De
verkiezingen in Ierland; waarschijnlijk een groote regeeringsmeerderheid.
GEM. BU1TENL. BERICHTEN.
LEGER EN VLOOT.
TOEZICHT OP HET BEHEER VAN
GELDEN EN GOEDEREN.
KUNST EN KENNIS.
FEUILLETON.
VAN WOEKER EN VAN COMMU
NISME.
De ontzettende val van de mark had de-
Zen keer niét alleen enorme prijsstijging di
rect tengevolge, maar er volgde gedurende
enkele dagen ook een nijpende levensmid-
delennood, die alleen maar verklaarbaar is
door den speculatie-geest in den handel waar
door de voorraden werden achtergehouden.
De draconische maatregelen, die de regee
ring aankondigde, hebben toch onmiddellijk
een einde aan dien nood gemaakt.
Nadat de aanvoer een drietal dagen zóó
gering was, dat vele winkels moesten sluiten
en in de markthallen distributie van aardap
pelen, uien enz. nog niet één aardappel, één
ui enz. per hoofd zou hebben opgeleverd, was
de derde dag na het intreden van dit gebrek-
aan-alles, de toevoer weer normaal. Van so
ciaal voelen is bij dit volk geen sprake. Niet
oij den koopman, niet bij den agrariër en
evenmin bij die engelen der sociaal-democra
ten de arbeiders. De een heeft den ander
niets te verwijten, allen zijn woekeraars van
de ergste soort. Allen buiten den toestand uit
en varen er wel bij. En leven allesbehalve
nooddruftig onder omstandigheden, waar
over zij zelf en de arbeiders het luidst, steen
in been klagen. Het gewoeker in den handel
is reeds naar waarde gebrandmerkt en dage
lijks kan men met voldoening lezen van woe
keraars uit handelskringen, die zwaar beboet
en enkele maanden achter slot en grendel wor
den gezet.
Maar hoe bont maken het de arbeiders met
nun loonpolitiek Een drukkersgezel verdient
thans wekelijks 36 millioen mark. Ik noem
hier 'n drukkersgezel, omdat ik juist lees, dat
zijn loon voor deze en de volgende week op
dit bedrag is vastgesteld en we hiernaar de
loonen van de fabrieks- en gemeente-arbei
ders, die hooger zijn, gevoegelijk kunnen
vaststellen op gemiddeld 40 millioen mark
per week.
Bestaat het gezin van zoo'n arbeider uit ze
ven personen, dan kan hij voor 4 millioen da
gelijks, zich en de zijnen meer dan het nood
zakelijke verschaffen, behoeft vleesch, boter
en melk niet te ontberen. Kinderen boven 15
jaar brengen bovendien wekelijks ook nog en
kele millioenen thuis. Hij leeft dus goed,
rookt zijn sigaartje en is met vrouwlief een
vaste klant van de bioscoop in zijn buurt. Te
klagen heeft hij dus niet, hij kan behoorlijk
en zelfs aangenaam leven. Hij werkt of trekt
de lijn tweemaal vier uur lang met een onder
breking voor twee uren rust. Hij voelt zich
veilig door ac macht zijner organisatie en kan
illeen maar worden opgeschrikt voor een
sprong omhoog van den dollar. Dan steekt hij
een sigaar aan en gaat met zijn lotgenooten
ter vergadering. Daar werkt hij dan even hard
mee aan de stijging der prijzen als de woeke
raars uit het andere kamp.
Hoe bovenmatig zijn eischen zijn bewijzen
de talrijke bedrijven, die door zijn loonpoli
tiek moesten worden stilgelegd. De Gross-
Berliner-Strassenbahn is mede een slachtof
fer van deze loonpolitiek. De gemeente is niet
meer in staat, het bedrijf te exploiteeren en
zal trachten het zaakje aan een particuliere
maatschappij over te doen.
In het roode Saksen, waar de sociaal-demo-
"ratische regeering bestaat bij de gratie der
communisten, hebben de arbeiders, die er
onder dezelfde verhoudingen leven als ik hier
beschreef, het nog bonter gemaakt dan in
Pruisen. Hier weet de politie door haar krach
tig optreden uitspattingen te voorkomen, de
Saksische regeering daarentegen knijpt een
cogje toe, tracht vóór alles den gunst van het
communistische janhagel te behouden. On
lusten met moord en doodslag waren dan ook
alleen in Saksen mogelijk, in Dresden, Leip
zig,Frankfurt a. Main, terwijl in ae fabrieks-
centra de arbeiders fabrieksdirecteuren, die
onmogelijk aan hun eischen konden voldoen
in hun optochten urenlang meesleurden, en
lafhartig mishandelden. De directeur eener
groote fabriek had de vlucht genomen, alles
achterlatend aan den Raad der arbeiders, die
maar moest zien, hoe hij aan al die loon-
eischen kon voldoen, hij zag er geen kans toe.
Het is alles het werk eener betrekkelijk
kleine bende communisten, ophitsers, die in
tijden van beroering zoo licht succes hebben
en gretige helpers vinden in een lichtschuw,
misdadig gespuis, wien rooven en moorden
een lust is.
En toen de dollar weer op eens zoo'n ge
weldigen sprong omhoog nam en onmiddelijk
daarop de levensmiddelen-nood intrad, toen
meenden de communisten het uur gekomen
en ze zegden de onmiddellijke instelling aan
eener raden-regeering. In snorkende tale werd
kond gedaan, dat het proletariaat de macht,
de absolute macht zou grijpen. Duitschland
een filiaal van Moscou Men zou oprukken
naar Berlijn maar eerst in Potsdam het bol
werk der reactie neerslaan.
Zou ik als ooggetuige een revolutie mogen
beschrijven of althans een geweldige poging
daartoe „Ik ga morgen naar Potsdam" zei
ik vastberaden, en kalm tot een paar kennis
sen. Zij raadden in allen ernst aan, me in het
pantser te steken of tenminste in een paar
wollen dekens. Iemand in het gezelschap zei-
de, graag mee te zullen gaan. Maar hij was
een gehuwd man en zijn vrouw bezwoer hem
bij de liefde voor haar en kleine Joopie, zich
niet in het gevaar te begeven. En hij zwichtte.
De sombere ernst van het oogenblik werd
nog verhoogd doordat het licht plotseling
uitging in de kamer, in den corridor, op straat
en overal. De thee, die bij het licht van twee
kaarsen zou genoten worden, kon niet gere
serveerd worden, omdat het water niet aan
den kook kon worden gebracht geen gas.
Is het te verwonderen, dat in dit anders zoo
vroolijk gezelschap het gesprek een allersom
berste wending aannam Dien dag, een Za
terdag. waren de meeste winkels gesloten ge
bleven en ter markt was zoo goed als niets
aangevoerd, zoodat men het buiten een be
hoorlijk middagmaal had moeten stellen en
hetzelfde vooruitzicht voor den Zondag had.
En dan die vreeselijke communisten, die, zoo
als het gerucht ging, van alle kanten kwamen
oprukken. Eén lichtpunt was er voor mij ik
zou als ooggetuige kunnen schrijven over re
volutie, over straatgevechten, knallende scho
ten en veel gedonder Zondagmorgen om 11
uur gingen we met den voorstad-trein naar
Potsdam. Ik had twee bekenden mee kunnen
krijgen, die het er ook op waagden. De trein,
die anders op Zondag overvol is, was nu bijna
leeg en met niet meer dan een tiental passa
giers stegen we in Potsdam uit. De stad was
als uitgestorven. Buitenlandsche bladen meld
den dat de politie een goede bondgenoot
had in het weer, want dat het regende maar
dit was toch niet zoo. De zon scheen wel niet
en het was wel wa't winderig, maar daardoor
juist was 't een pracht-weertje voor een revo
lutie. Auto-treinen van drie en meer wagens
doorkruisten de stad. Drommen Schupo's te
paard en aan de hoeken van elke straat sterke
wachtposten.
En de communisten Er waren er, zelfs
een heele hoop We kwamen ze tegen na af
loop hunner vergadering. Maar ze waren heel
mak, heelemaal niet communistisch.
Neen, als je communisten in actie wilt zien,
dan mag daar geen Schupo zijn, dan moeten
ze met benden van honderd tegen één kun
nen optreden, zij moeten zich het hart kun
nen ophalen aan een of twee weerloozen, een
of twee kapitalisten.
Hier hadden zij geen kans. Het gespuis had
zich vergist. Niet alleen, dat zij een geweldige
politiemacht tegenover zich zagen, de over-
groote meerderheid der arbeiders wilde niets
meer met hen te doen hebben. Ze zagen in
dat van wanorde geen liéil te verwachten is
en bovendien, och, ze hebben het waarlijk
nog zoo slecht niet. Het is alleen de midden
stand die ontzettend lijdt. H.L.
HET ANTWOORD VAN BELGIË OP DE
BRITSCHE NOTA.
Aan het antwoord van de Belgische re
geering op de nota van de Britsche regee
ring van 11 dezer, is het volgende .ontleend:
De Belgische regeering brengt vooreerst
in herinnering, dat Engeland in 1914 aan de
rijde van België deel aan den oorlog heeft
genomen; zij herinnert aan de opofferingen
door Groot-Brittannië gedurende den oorlog
gebracht en de banden van vriendschap en
vertrouwen, die daaruit tusschen beide lan
den zijn voortgevloeid. Geleid door deze
herinneringen heeft de Belgische regeering
in haar antwoord aan de Britsche regeering
van 30 Juli haar best gedaan verzoening
lot stand te brengen. Zij betreurt het, dat
haar pogingen niet gewaardeerd zijn en niet
voldoende geschenen hebben om een duide
lijk antwoord te rechtvaardigen. De Belgi
sche regeering geeft er zich rekenschap van,
dat sommige punten in de Britsche nota in
het bijzonder dat betreffende de Belgische
prioriteit, in België een pijnlijken indruk
heeft gewekt. Zij geeft de voorkeur er aan
Voort te gaan naar practische oplossingen
te zoeken, waarmede alle bondgenooten
kunnen instemmen.
Het Belgische antwoord is vervolgens in
twee gedeelten verdeeld:
A. Opmerkingen van de Belgische regce-
ring naar aanleiding van den inhoud van de
Britsche nota. Zij betreffen zes punten.
Ie. De Belgische regeering heeft in haar
nota van 30 Juli gezegd, dat, zoo haar over
wegingen gunstig werden ontvangen, zij
meende, dat er omtrent den tekst van een
gemeenschapelijk antwoord overeenstem
ming bereikt zou kunnen worden. De para
graaf van de Britsche nota, waarin gezegd
wordt, dat de Belgische regeering niet de
minste toespeling heeft gemaakt op den
tekst van het Britsche ontwerp van ant
woord aan Duitschland, berust dus op een
misverstand.
2e. Al heeft de Belgische regeering voor
slagen gedaan, die tot grondslag van ge-
dachtenwisseling tusschen de bondgenooten
konden dienen om een oplossing van het
vraagstuk der vergoeding te vinden, zij
heeft die nimmer beschouwd als onver
anderbaar en haar kan dus niet het tot haar
gerichte verwijt treffen, dat zij elk compro
mis ongeschikt heeft willen maken aan een
voorafgaand aanvaarden van den zin van
haar eischen.
3e. Toen zij besloot de Roer te bezetten,
heeft de Belgische regeering niets anders
gedaan dan een maatregel toepassen, die
door de bondgenooten eenstemmig over
wogen is onder gelijke omstandigheden, n.l.
in het protocol van Spa var. 16 JtfS 1920
betreffende de leveringen van steenkool als
vergoeding. De gepastheid van de bezetting
van de Roer is besproken tijdens de ge
dachtenwisseling tusschen de bondgenooten
en niet de wettigheid van de bezetting. Wat
verklaard wordt door den tekst en de for
muleering van artikel 18 van aanhangsel 2
van deel 13 van het vredesverdrag.
De Belgische regeering geeft de voorkeur
er aan de discussie over de wettigheid van
de Roer-bezetting niet voort te zetten, daar
andere en belangrijke vraagstukken van
groot belang de aandacht der bondgenooten
inroepen.
4e. De Belgische regeering brengt de
maatregelen betreffende eenvoudig econo
misch toezicht en onzichtbare bezetting in
herinering, die er aanvankelijk in de Roer
zijn toegepast en voegt daarbij, dat zoo het
karakter van de onderneming is gewijzigd
moeten worden, dit het gevolg is geweest
van het door de Duitsche regeering georga
niseerde verzet, waarvan de bedoeling was
de door Frankrijk en België overeenkomstig
het vredesverdrag getroffen maatregelen te
laten mislukken. Hoe het zij, de Rqerbezet-
ting behoudt in de oogen van de Belgische
regeering 'het algemeen karakter van een
voudig een onderpand nemen, De progres
sieve terugkeer tot den toestand van 10 Jan.
is voorzien voor het geval het lijdelijk ver
zet zou ophouden. Het onderpand zou dan
het onderwerp van toezicht der geallieerden
kunnen uitmaken. Bovendien is de ontrui
ming van de Roer naar gelang Duitschland
zijn verplichtingen nakomt, herhaaldelijk
aangekondigd. België kan dus geen genoegen
nemen met het aan België toegeschreven
voornemen om voorgoed in het Roerdal te
blijven, maar het kan evenmin goedvinden,
dat Duitschland niet bereid is om den voor
slag der Britsche regecring in overweging
te nemen betreffende het in werking stellen
van zekere productieve panden onder con
trole der bondgenooten, omdat de Belgi
sche regeering geen enkele nauwkeurige
aanduiding heeft ontvangen betreffende den
aard en de mogelijke opbrengst van die
andere panden, en bij gebrek aan overeen
stemming tusschen alle bondgenooten om
trent dit punt, ziet de Belgische regeering
zich gedwongen den eenigen waarborg, dien
zij genomen heeft, te behouden-
Se. Wat de Engelsche opmerkingen no
pens het Belgische voorkeurrecht betreft,
zou men geneigd zijn te besluiten, dat naar
de meening van de Engelsche regeering Bel
gië reeds te gunstig behandeld is en dat
het blijk zou geven van onheuschheid door
zich als eischende partij op te werpen. Niets
zou de Belgische regeering meer kunnen
treffen dan een dergelijke uitleg van de be
doelingen van de Engelsche regeering. Zoo
deze opmerkingen inderdaad haar gevoelens
uitdrukten, zouden deze inderdaad berusten
op een miskenning van de omstandigheden,
waarvoor dit voorkeurrecht verleend is.
De Belgiscjie regeering wenscht met een
kracht, welke in geen enkel opzicht een
juiste waardeering uitsluit voor de vriend
schappelijke gevoelens haar steeds door de
Engelsche regeering getoond, er aan te her
inneren, dat het beperkte voorkeurrecht,
dat aan België toegestaan is, niet meer is dan
de toepassing op een volgens haar
hoogst onvolledige wijze van de verplichtin
gen, jegens haar aangedaan gedurende den.
oorlog en welke gerechtvaardigd zijn door
België's buitengewonen toestand. Niettemin
heeft België in een geest van tegemoetko
ming wat de uitoefening van zijn voorkeur
recht betreft, toegestemd in belangrijke toe
gevingen, welke aantoonen, dat België sinds
drie jaar voortdurend in nieuwe regelingen
van dit recht heeft toegestemd, ten nadeele
van zijn onmiddellijke belangen, ten vpor-
deele van die zijner bondgenooten, ten einde
de entente te handhaven,
6. De Engelsche nota legt er den nadruk
op, dat, naarmate Duitschland minder be
taalt, het Belgische voorkeurrecht des te
voordeellger is, en zegt dat België, dat reeds
114 miljard goudmark vanwege zijn recht
van voorkeur ontvangen neeit, zoodoende
heel wat meer heeft ontvangen dan eik an
der. Het Belgische antwoor l haait uitvoerig
de cijfers aan, welke de commissie van her
stel openbaar heeft gemaakt over de
verrichtingen van Duitschland. België heelt
inderdaad ontvangen 1299 miljoen gouden
mark, terwijl Engeland 1297 miljoen, Frank
rijk 1175 miljoen en de andere landen 632
miljoen hebben ontvangen. Ten einde alle
misverstand te vermijden, merkt de Belgi
sche nota op, dat in de door Engeland en
Frankrijk ontvangen sommen het deel, dat
de bezettingskosten en de terugbetaling van
voorschotten op kolen vertegenwoordigt,
aanzienlijk grooter is, dan in de door België
ontvangen som,
B. In het tweede deel van haar antwoord
verstrekt de Belgische regeering uitleggingen
ten aanzien van haar voorstellen van 30 Juli
over de vergoeding. Zij stelt vast, dat in den
loop van de jongste gedachtewisselingen
vorderingen zijn gemaakt in de richting,
welke moet leiden tot overeenstemming
tusschen de geallieerden; ten lo,. is alge-
meene instemming verkregen ten aanzien van
het wezenlijk verband, dat er bestaat tus
schen het vergocdingsvraagstuk en dat der
onderlinge schulden, wat den ententelanden
mogelijk zal maken niet alleen, wat een eer
ste vereischte is, te weten welke bedragen
zij van Duitschland zullen krijgen, maar ook
welke zij zullen moeten betalen onder den
naam van oorlogsschulden; ten 2o. de prin-,
cipieele erkenning, dat zoo het verstandig
is met de draagkracht van Duitschland re
kening te houden, het ook billijk is tevens
die van de schuldeischers in het oog te hou
den en dat het daarvoor noodig is de bedra
gen te kennen, welke aan de wezenlijke be
hoeften der schuldeischers beantwoorden, ten
3e volgens deze gegevens kan dus de Duit
sche schuld zooals zij 5 Mei 1921 is vastge
steld, aanzienlijk verminderd worden, ter
wijl het onderzoek van de deskundigen, on
derworpen aan het oordeel der geallieerden,
aan kan toonen op welke wijze Duitschland
in staat zal zijn, na een overgangstijdperk
de annuïteiten te betalen,welke beantwoor
den aan de verlaagde cijfers. Volgens i de
overeenkomst van Spa en den staat van
betalingen van Londen moet België van
Duitschland ontvangen bor.s a en b voor 8
pet, van 50 miljard, bons c voor 8 pet. van
52 miljard. Zoo men besluit de bons c geheel
of gedeeltelijk te laten wegvallen tegenover
de waarde van de onderlinge schulden van
de geallieerden, zal België zijn vordering in
\bons c verliezen, terwijl het daarvoor, aan
gezien het geen schulden aan zijn bondge-»
nooten heeft, geenerlei vergoeding zal krij
gen en men het tevens zal berooven van het
voorrecht, dat het in het verdrag van Ver
sailles is toegekend, toen men het van zijn
schulden jegens de bondgenooten heeft ont
heven. Vandaar dat België het recht heeft
de handhaving van de percentages van Spa
te eischen in geval van algeheele of gedeelte
lijke schrapping van de bons c.
De Belgische regeering heeft den 30en Ju
li gezegd, dat zoo het percentage her
zien wordt, het billijk zou zijn zoo daarbij
in de eerste plaats rekening gehouden werd
met de verwoeste streken.
In antwoord op een opmerking van de
Britsche regeering stelt de Belgische nota
vast, dat zij onder de woorden „verwoeste
gebieden" het totaal van de materieele
schade verstaat, door alle "eallieerde lan
den geleden, dus ook door Groot-Brittannic
en dat zij daaraan den voorrang zou willen
toekennen boven de schade aan personen,
wat algemeen als billijk wordt erkend. Bel
gië kan niet toelaten, dat de schulden der
andere bondgenooten onderling betaald
worden met zijn eigen bons van de groep c.
Om gelijkheid 'tan behandeling vast te stel
len zou het billijk zijn, dat het aandeel van
België, slechts rekening houdend met de
schade aan de goederen/werd vastgesteld op
13 pet. Worden de C-bons geannuleerd, dan
zou België dus recht hebben op 13 pet. van
de bons A en B, d.w.z. 654 milliard en daar
het reeds anderhalf milliard ontvangen heeft,
zou het nog 5 milliard goud moeten ontvan
gen. Wanneer men bedenkt, dat de beta-
lingsstaat van Londen in het geheel aan Bel
gië 10.540 millioen toekent, dan ziet men in,
dat 40 pet. ongeveer van de directe schade,
die het geleden heeft, tot zijn last zullen blij
ven. Dat is de mate van nieuwe en groote
opoffering, waarin België heeft toegestemd
om tot een gemeenschappelijke en snelle op
lossing te komen van de betalingen. De be-
teekenis van deze opoffering blijkt nog beter
bij lezing van het bij het Belgische antwoord
gevoegde aanhangsel betreffende den finan-
cieelen toestand van het land en de fiscale
inspanning, die het zich getroost.
De Belgische regeering komt tot de con
clusie, dat de gedachtenwisseling nu lang
genoeg geduurd heeft om vriendschappelijke
en vertrouwelijke bcsprekinen mogelijk te
maken tusschen ministers der bondgenooten.
Ten opzichte van verscheidene punten is
inderdaad overeenstemming bereikt.
Tenslotte wijst de Belgische regeering op
het belang, dat België hecht aan de kwestie
van zijn vjeiligheid. Zoolang de veiligheid van
de landen, die de overweldiging ondergaan
hebben niet zal verzekerd zijn, zal er noch
rust, noch mogelijkheid van beperking van
bewapening zijn. De Belgische regeering
geeft dus opnieuw haar wensch te kennen
dit vraagstuk met de regeering te Londen te
behandelen.
ENGELSCHE PERSSTEMMEN OVER HET
BELGISCHE ANTWOORD.
De Engelsche ochtendbladen beschikten
gisteren nog slechts over geruchten uit
Brussel over den inhoud van de Belgische
nota. Deze stemden echter alle overeen
wat betreft de kwestie van de prioriteit,
die in de nota de hoofdrol speelt. In ver
band hiermede is het van belang te herinne
ren, dat dè Britsche nota ten opzichte van
dit punt aantoonde, dat België krachtens de
overeenkomst waarbij het de prioriteit heeft
bekomen voor de betalingen van 2 54 milliard
goudmark, dat is honderd millioen pond
sterling, reeds bijna 154 milliard, dat is 73
millioen pond sterling heeft ontvangen en
deze som is veel meer dan eenigc andere
mogendheid heeft gekregen. Ofschoon deze
prioriteit verleend is toen het totaal der
sommen die men van Duitschland verwachtte
veel grooter was dan men thans wdarschijn-
lijk zal krijgen, is zij niet naar verhouding
verminderd en het gevolg is geweest, dat
België van de tot dusver gedane betalingen
een aandeel heeft bekomen, dat niet in een
juiste verhouding staat tot hetgeen de overige
belanghebbenden hebben ontvangen. Verder
is België geheel van zijn oorlogsschulden aan
de geallieerden vrijgesteld, hetgeen ook nog
ca. 300 millioen pond sterling bedraagt.
De uittreksels uit de nota bevatten verder
de aanwijzing, die in Londen met voldoening
is ontvangen, dat België zich nog dankbaar
den steun herinnert dien het in het verleden
van Engeland mocht ontvangen en in de nota
wordt niet getracht, zooals in de Fransche,
de Engelsche opofferingen te verkleinen. Ten
gevolge van de onlangs plaats gehad heb
bende openhartige gedachtenwisseling is het
noodig, zegt de Times, dat niet alleen alles
wat in de lijvige nota's wordt gezegd, be
hoorlijk wordt overwogen, maar dat de re
geeringen zich ook ernstig rekenschap geven
van den volgenden stap, die moet worden
gedaan. Voornamelijk door deze openhartige
gedachtenwisseling schijnt er reeds eenige
kentering in den toestand te zijn gekomen.
Het besef, dat er gevaar dreigt en het feit,
dat onomwonden is verklaard wat er op het
spel staat, heeft een ontnuchterende uitwer
king gehad en er toe bijgedragen nieuwe I
kleur en gematigdheid te brengen in de
daden van alle voornaamste Europeesche
mogendheden.
De Times beschouwt de energie, door de
Duitsche regeering betoond bij het reorga-
niseeren van de bir.nenlandsche aangelegen
heden, als een besliste winst en hoopt, dat
wanneer Duitschland het nog eenigen tijd
uithoudt, het mogelijk zal zijn door een ge
zamenlijke Europeesche krachtsinspanning
het ergste te voorkomen.
DE ONTRUIMING VAN KONSTANTI-
NOPEL.
De correspondent van de Daily Telegraph
te Konstantionpel zegt, dat tot dusverre de
toebereidselen voor de ontruiming do« de
Engelschen zonder de minste stoornis hun
gang gaan. In vier dagen zijn ongeveer 8000
man en een groote hoeveelheid uitrusting
stukken in goede orde weggezonden. Gene
raal Harington spreekt zooveel in zijn ver
mogen is elk transport bij zijn vertrek toe
en zijn populariteit onder alle rangen blijkt
door de toejuichingen, die hij in ontvangst
heeft te nemen. Er heerscht in alle kringen
een uitmuntende geest eri de Turken hebben
hun voldoening te kennen gegeven over de
prompte wijze, waarop de Engelschen het
gesloten verdrag nakomen.
AMERIKAANSCH BEZOEK AAN DE
ROER.
Acht Amerikaansche militaire gedelegeer
den, aan wier hoofd generaal Owsley staat,
en tot wie ook de militaire- en marine-
attaché van het Amerikaansche gezantschap
te Parijs behooren, hebben een bezoek ge
bracht aan Millerand op Rambouillct.
Owsley heeft den president gezegd, dat de
delegatie met groote belangstelling een be
zoek aan de Koer ging brengen, waarvoor
de Fransche regeering alle mogelijke facili
teiten verleend had.
Millerand heeft geantwoord, dat Frank
rijk, dat zijn daden in de Roer in het volle
daglicht volbrengt, niets liever wil dan dat
zijn vrienden zelf komen kijken wat er ge
beurt, en, thuisgekomen, daarvan een on
partijdig verslag uitbrengen.
UIT HET BEZETTE GEBIED.
Gisterochtend zijn de onderhandelingen
over de bijlegging van het conflict tusschen
mijneigenaars en mijnwerkers, die Maandag
avond zijn afgebroken, omdat de vertegen
woordigers van hef Zechenverband niet
verschenen, voortgezet. De mijnwerkers
blijven loonbetaling voor de dagen der uit
sluiting en 't weer te werk stellen van alle
ontslagenen eischen. Zij dreigen het conflict
tot alle mijnen, ook buiten het B. G., uit
te breiden, als er vandaag geen schikking
tot stand komt. Voor een algemeene mijn
staking zijn alle voorbereidselen getroffen;
breekt zij- uit dan zullen zelfs bedrijven als
gas en waterleiding geen kolen meer
krijgen.
Het is echter waarschijnlijk dat de partijen
het vandaag eens zullen worden.
Te Dortmund hebben de Franschen in de
drukkerij van Bögel opnieuw 50 milliard
mark aan bankbiljetten in beslag genomen
(dezer dagen was hun in dezelfde drukkerij
het dubbele van dit bedrag in handen ge
vallen).
EEN INTERVIEW MET STRESEMANN.
Een medewerker van de Daily Graphic
heeft Streseman geïnterviewd. Deze pleitte
met klem voor een drievoudig vergelijk n.l.
tusschen Frankrijk Engeland en Duitschland.
Alleen een dergelijk vergelijk zou aan
Europa de orde vrede en welvaart kunnen
hergeven.
Ook zeide Stresemann: „Laat ons allen
samenwerken voor een prompte oplossing
van de vreeselijke crisis en laat ons een
nieuw Europa optrekken".
DE RIJKSKANSELIER OVER DE DUIT
SCHE PRESTATIES.
In zijn jongste rede heeft Poincaré de
raming van 'hetgeen Duitschland reeds heeft
betaald en geleverd door het Institute of
Economics te Washington gewraakt en deze
instelling een orgaan" zonder officieel ka
rakter genoemd. In een onderhoud met den
Berlijnschen correspondent van de Kölni-
sche Zeitung, heeft de rijkskanselier uiteen
gezet dat de raad van beheer van het ver
scheidene jaren geleden gestichte en door
de •Camegie-stichting gesteunde Institute,
bestaat uit Amerikanen die op economisch
en wetenschappelijk gebied hun sporen heb
ben verdiend. De instelling heeft een memo
randum uitgegeven over 'het herstel van ge
zonde economische toestanden en over het
schadevergoedingsvraagstuk, 't welk door
den bekenden nationaal-econoom Moulton
en door Mc Guire, een financieel deskun
dige van den eersten rang, is samengesteld.
In hun voorrede zeggen zij, dat de geheele
wetenschappelijke staf van het Institute aan
dezen arbeid heeft medegewerkt.
De rijkskanselier merkte voorts op, dat hij
de schatting van het Institute volstrekt niet
als het laatste woord in deze aangelegen
heid beschouwt. Het materiaal van de Duit
sche regeering, waarover een internationale
commissie van deskundigen zou kunnen be
schikken, laat een nog veel nauwkeuriger
becijfering toe .Tot dusver is echter bij de
crediteering van Duitschland voor gedane
leveringen de rijksregeering nooit geraad
pleegd
HET ENGELSCHE KABINET.
Officieel wordt meegedeeld dat de Engel
sche koning de volgende benoemingen heeft
bekrachtigd: Neville Chamberlain tot kanse
lier van de schatkist, Sir William Joynson
Hicks, minister van de volksgezondheid.
De nieuwe kanselier van de schatkist is
een broeder van Austen Chamberlain, die de
leider was van de vroegere coalitie-regee-
ring in het Lagerhuis en dus een zoon van
wijlen Joseph Chamberlain. Hij heeft groote
ervaring op handelsgebied en evenals zijn
vader heeft hij een vooraanstaande rol ge
speeld in de gemeentezaken van Birmingham,
waar hij lord mayor is geweest. Hij werd
naar het parlement afgevaardigd en maakte
korten tijd deel uit van het ministerie in
1916 en was in het ministerie van Bonar
Law postmaster general. In Maart werd hij
minister voor gezondheid en hij volgt thans
Baldwin als kanselier van de schatkist op.
De eerste minister heeft dit ambt nog steeds
bekleed ook nadat hij het hoofd der regee
ring werd.
Joynson Hicks is advocaat van beroep en
heeft ook groote parlementaire ervaring op
gedaan. Hij was het die in 1908 Winston
Churchill te Manchester versloeg. Hij maakte
deel uit van het ministerie onder Bonar Law
en was financieel secretaris en secretaris
van de schatkist onder het tegenwoordige
ministerie.
EEN TORPEDO-VLIEGTUIG.
Maandag hebben vertegenwoordigers van
het Engelsche luchtvaart-ministerie en van
buitenlandsche mogendheden een proefvlucht
op den Humber bijgewoond van een torpedo
vliegtuig. Het vliegtuig, dat 2000 voet hoog
steeg, daalde daarna tot laag boven de
rivier en lanceerde een torpedo van 2000
pond en een snelheid van 21 knoopen. De
proefneming wordt een groot suces geacht.
DURE KOLEN.
Met ingang van gisteren zijn in Duitsch
land nieuwe kolenprijzen voor den kleinhan
del in werking getreden. 50 K.G. briket»
kosten dan thuis bezorgd 3.120.000 mark,
afgehaald 2.980.Ó00 mark. Gascokes afgehaald
7.431.000, thuis bezorgd 7.568.000 mark. Ver
moedelijk zullen deze prijzen binnenkort op
nieuw worden verhoogd, daar naar verluidt
Vrijdag a.s. de vrachtprijzen opnieuw ver
dubbeld zullen worden.
DE KLEURSTOFFEN-INDUSTRIE IN
ENGELAND.
Professor Green nam ontslag als leider van
het onderzoek naar de Britsche kleurstof
fen-corporatie, naar het heet, omdat hij on
tevreden is over het gebrek aan technische
kennis bij den raad van commissarissen en
omdat hij gelooft dat een blijvende vestiging
van een kleurstoffen-industrie in Engeland
onder deze omstandigheden onmogelijk is.
Volgens een telegram van Belga uit
Moskou heeft Wirth. de gewezen rijkskanse
lier," verklaard, dat hij naar Rusland is ge
komen om voeling te zoeken met het Rus-.
sische bedrijfsleven. Hij was verheugd over
de ontvangst hem bij Tsjitsjerin ten deel ge
vallen en sprak er zijn verwondering over
uit, dat de Duitsche nijverheid nog steeds
schroomt van het verdrag van Rapallo, par
tij te trekken.
Moskou heeft op dr. Wirth over het alge
meen een goeden indruk gemaakt. De bevol
king is weliswaar geheel geproletariseerd,
doch toont zin voor orde en tucht. Ook de
tentoonstelling, die thans te Moskou wordt
gehouden, heeft op hem een goeden indruk
gemaakt en hij prijst vooral het artistieke
architectonische karakter der tentoonstelling.
Omtrent zijn plannen voor de toekomst deel
de Wirth mede, dat hij na zijn terugkeer
voorloopig vacantic wil nemen, aangezien hij
vier jaar van ingespannen arbeid achter dea
rug heeft, om dan later nieuwe reizen te
ondernemen.
In een der Duitsche bladen verzoekt
iemand bij het overlijdensbericht van zijt
schoonmoeder, om in plaats van grafkransen,
geld te zenden, daar hij wegens de moeilij
ke tijden de begrafeniskosten niet kan be
talen. i
Aan het station te Wezel heeft de po
litie een mijnwerker gearresteerd, die voor
nemens was, een meisje uit Emmerik naar
Nederland te ontvoeren. Volgens zijn beken
tenis had hij reeds 50 voor bordeelen be
stemde meisjes over de grens gebracht. Hij
kreeg voor elk meisje 1 a 2 millioen mark.
De ouders van een kind van 354 jaar ta
Los Angeles, baby Peggy, hebben voor een
duur van vijf jaar het wicht verhuurd als
film-actrice. Peggy (of de oudersl) verdiene»
daarmee 5.000.000 dollar.
Nadrukkelijk wordt in herinnering ge
bracht van commandeerende officieren en
chefs van inrichtingen, dat gelden en goe
deren, die voor een bepaald doel worden be
schikbaar gesteld ook uitsluitend voor dat
doel mogen worden benut, en dat met even-
tueele overschotten behoort te worden ge
handeld als in de reglementen is voorgeschre-
ven. i
De autoriteiten die belast zijn met con
trole en het uitoefenen van toezicht, dienen
aan het opvolgen van het dienaangaande
voorgeschrevene hunne bijzondere aandacht
te wijden.
ARBEIDSBEMIDDELING.
Aan commandanten van korpsen en hoof
den van inrichtingen wordt verzocht, om,
bij het uitreiken van ontslagbrieven aan over-'
compleet personeel, den betrokkenen schrif
telijk te adviseeren zich te-doen inschrijven j
bij het orgaan der openbare arbeidsbemid-
deling in hunne woonplaats en indien in;
die woonplaats geen arbeidsbeurs is geves
tigdaan evengenoemd orgaan te verzoe
ken van de inschrijving melding te maken aan
de betrokken districts-arbeidsbeurs.
H. M. DE KONINGIN EN DE MANOEU
VRES.
IN aar wij vernemen, heelt rï. M. a«
Koninigin het plan, de militaire manoeuvres,
die tegen midden September in den omtrek'
van Bameveld worden gehouden, bij te wtw
ASTRONOMISCH VERSCHIJNSEL.
Een zeer ongewoon verschijnsel zal plaats
hebben bij de totale zoneclips op 10 Sep-
tember aanstaande.
Tijdens de eclips zullen vier lichamen van
ons zonnestelsel practisch in rechte lijn ach-i
ter elkaar staan aarde, maan, zon en Venus,
een astronomisch feit, dat deze eeuw nief
meer zal voorkomen. (Msb).
31.
Die hoek was daar echter een akelige
plek zij begreep niet, hoe de rijke man die
tonnen nacht en daggonder zijn voeten dulden
kon.
Haar blik zweefde langs de oude muren,
een enkele vonk van de lamp in den kelder
*n het oude, schijnbaar voor de eeuwigheid
bestemde gebouw vloog uiteen, en alles wat
menschenhanden aan schatten en rijkdom
men bijeen hadden gebracht, het stoof in
ontelbare deeltjes door de lucht. Ook de
ijzeren wanden sprongen, en de papieren,
waar de vloek des volks aan hing, werden naar
alle winden verstrooid.
Het jonge meisje gruwde voor het denk
beeld, dat in haar ziel verrees, het denkbeeld
der verlossing van het Ik uit den gouden boei,
waar alle geldzuchtigen om streden. Ontsteld
door het tooneel van de verwoesting, dat zij
zich had voorgetooverd, had zij haar oogen
bedekt nu sloeg zij den blik naar boven in
de vrije blauwe lucht, waar hoog boven dep
toren Henriette's duiven vlogen ginds voor
het raam in een schijnbaar scheef neerhan
gend stuk muur, dat op zijn rug nog een over
blijfsel der prachtige kolonnade droeg, hing
de kooi met den meerl van den ou den knecht
die daar woonde. Rozemarijn en muurbloe
men vertoonden zich op den rand, hopranken
vielen met haar liefelij k groen langs den muur
naar beneden, de vogel zong met alle kracht
tusschen het gekir der duiven door, en langs
de helling van den heuvel kwamen schuw
en voorzichtig de reeën en zagen met goedige
oogen over het water heen, naar het groote,
slanke menschenkind, dat zooeven zoo akelig,
zoo wanhopend had gedroomd.
De reeën en de duiven kenden het jonge
meisje, dat altijd brood of haverkorrels mee
bracht, zeer goed maar heden had zij niets
dan een stommen afscheidsgroet met de wui
vende hand, al schaarden ook de duiven zich
dicht bij haar op den grond en al naderden
zij haar met de grootste vrijmoedigheid, als
konden zij niet gelooven dat zij niets kregen.
Kathe ging verder op langs de beek en wel
dra vermengde zich gejuich van kinderen
met het ruischen van het water. De kleine
leerlingen van tante speelden nog in den tuin,
en al was zij ook nog zoo neerslachtig en
zelfs bedroefd zonder dat zij echter den
oorsprong en den aard harer smart ten volle
'begreep dit kindergeluid stemde haar ziel
v/eer tot vreugde. Neen, die kleiner! met
de onschuldige oogen en de opgeruimde har
ten zagen in haar de schatrijke dame niet
zij wisten niets van de ijzeren geldkist, zij
namen brood en vruchten dankbaar aan,
zonder te vragen, wie het had betaald. In
de ziel dier kinderen leefde zij als tante Kathe,
om wier liefdeblijken men streed en twistte,
die men verlangend tegemoet liep en in wier
oog men vol vertrouwen de bekentenis fluis
terde van eenig kwaad dat er gedaan, of de
klacht over eenig onrecht dat er geleden was.
Daar had men haar lief, hartelijk lief om
haar zelve.
Zij verdubbelde haar schreden hoe dich
ter zij het huis naderde des te inniger kreeg
zij een gevoel als kwam zij van een dwaalweg
terug. De meid kwam juist tusschen de twee
populieren door bij de brug, met een mand
aan den arm, om eenige benoodigdheden uit
de stad te halen dat was ook een trouwe ziel,
die niet om het geld aan haar meesteres hing.
Zij behoorde zoo recht thuis in die vertrouwe
lijke woning bij de beek.
Toen Kathe over de brug ging, zag zij niets
van de kinderen, die achter het huis aan 't
spelen waren. De haan maakte zeker daarom
te meer leven en beweging op het voorplein,
hij sloeg met de vleugels en kraaide alsof de
geheele omtrek het hooren moest, de kippen
zagen schuins naar het meisje, dat anders
gedurig voedsel strooide en de hond kwis
pelde stil groetend met den staart. Hij was
goede vrienden met Kathe geworden, blafte
niet meer tegen haar en had zich zelfs zoo
geschikt, dat de gele kip ongehinderd langs
zijn hok kon gaan.
De huisdeur stond open, de meid was uit
dus was tante in huis. Kathe ging juist de
trap op, toen zij de stem van den dokter
hoorde. Zij bleef als vastgenageld staan.
„Neen, tante, dat leven verveelt mij. Ik
heb last van de zenuwen," zei hij. „Als ik
voor een korten tijd hierheen vlucht, dan wil
ik uitrusten, ik heb rust noodig, dringend
noodig," Was dit werkelijk de anders zoo
bedaarde man, terwijl nu zooveel gejaagdheid
en drift in den toon zijner stem gelegen waren.
„Het is een offer, dat ik van u verlang, tante,
dat weet ik, maar toch vraag ik u vriendelijk
voor den korten tijd, dien ik hier nog zal
doorbrengen, die lesuren er aan te geven. Ik
wil graag een kamer huren in de stad en eer
onderwijzeres aanstellen, dan hebben uw
leerlingen er geen al te groote schade bij."
„Maar Leo, ge hebt immers maar te wen-
schen," viel tante hem ontsteld in de rede.
„Hoe kon ik weten, dat u dit leven plotse
ling zoo hinderlijk was geworden Ge zult
er niets meer van hooren -laat mij daarvoor
Zorgen. Het spijt mij maar om.. Kathe.."
„Altijd dat meisje," viel de dokter uit met
een stem, als verloor hij, bij het noemen van
dien naam, het laatste spoor van geduld en
Zelfbeheersching. „Aan mij schijnt gij in het
geheel niet te denken
„Maar ik bid u, Leo, wat scheelt u toch
Ik begin haast te gelooven, dat gij jaloersch
zijt op de liefde van uw oude tante," riep de
oude dame verbaasd en ongeloovig lachende
Hij zweeg het jonge meisje buiten hoorde
dat hij naar de deur ging.
„Mijn arme Kathe 1 Het laat zich niet
denken, dat haar kalm en stil, weldadig wer
ken iemand ter wereld hinderlijk kan zijn,"
zei de tante, hem achterna gaande. „Ik heb
nooit een meisje ontmoet, dat kinderlijke
onschuld en vrouwenwaarde, gezond verstand
en innigheid van gemoed zoo schoon met
elkander vereenigde. Daardoor trekt zij mij
aan met onweerstaanbare kracht, en mij komt
het voor dat mijn Leo ook zoo onrechtvaardig
niet mag zijn, om naast zijn vergode bruid aan
geen ander vrouwelijk wezen recht te laten
wedervaren."
Kathe kromp ineen van schrik. Bruck
begon zoo hard, zoo akelig te lachen, dat zij
niet wist wat zij hoorde onwillekeurig wilde
zij vluchten, neen, zij bleef. Die spotachtige
lach gold haar weten moest zij hoe de dok
ter de goede meening der tante, die haar een
blos op de wangen joeg, zou weerleggen.
„Gij zijt anders een vrouw, tante, die de
dingen helder inziet en goed begrijpt, maar
hier laat uw schrandere blik u jammerlijk
n den steek," zei hij, plotseling ophoudende
met het onuitstaanbaar gelach. „Natuurlijk
zal ik uw denkbeelden niet bestrijden wie
slaat zich zeiven graag in het gezicht? Eén
ding moet ik u slechts verzoeken laat ons
samenwonen weer worden wat het altijd
was. Zoolang ik hier nog ben, wil ik met u
alleen zijn. Vroeger waart gij tevreden zonder
het gezelschap van jonge dames graag had ik
dat gij u die weinige maanden de vorige een
zaamheid wildet getroosten. Ik wil hier nie
mand in- en uit zien gaan."
„Dus ook Kathe niet
Een sterk geknars van het zand op de stee-
nen in de gang deed het jonge meisje vermoe
den, dat Bruck ongeduldig met den voet
stampte. „Tante, moet ik dan gedwongen
worden riep hij zoo bitter, dat zijn stem
nauwelijks herkenbaar was.
„God beware mij alles zal zijn gelijk gij
verkiest, Leo," viel de oude dame hem ont
steld, maar treurig in de rede. „Ik zal mijn
best doen, die verbanning zoo zacht mogelijk
te laten gebeuren, opdat zij niet al te veel
leed veroorzake maar, hemel, Leo, wat
zijt gij opgewonden, uw hand gloeit of gij
koorts had. Gij zijt ziek, gij offert u op voor.
uwe patiënten. Hier, in ons stille huis wil
ik u rust bezorgen. Mag ik een glas limonade;
voor u klaar maken?"
Met bedaarde stem bedankte hij en keer
de zich om. Kathe hoorde, dat tante naar
de keuken ging. Onmiddellijk daarop kwanï'
de dokter aan de voordeur.
HOOFDSTUK XXI.
Daar, dicht bij de post van de deur leunder
zij tegen den muur, met bleek gelaat en op
elkander geknepen lippen staarde zij naar
de lucht zij wilde hem niet zien.
Hij ontstelde bij dien aanblik en bleef een;
oogenblik sprakeloos staan voor hert jonge
meisje, dat zich niet verroerde, maar als een
wassen beeld voor hem stond.
„Kathe!" riep hij zacht, angstig, alsf
iemand die vreest een slaapwandelaar inl
zijn droom te doen ontwaken.
Zij richtte zich in hare volle lengte op
en ging langzaam de trap af. „Wat wilt gij,
dokter?" vroeg zij, beneden op het gras
staande terwijl zij even het hoofd naar hem
toe wendde. Ook die beweging zou de ge
dachte aan een beeld niet verdreven hebbenfj