Brieven uit Duitschland. BU ITENLAND KLATË R G O U~dT Tweede Blad 29 Augustus 1923 Het Belgische antwoord op de Duitsche nota; Engelsche persstemmen. Het Engelsche kabinet; twee nieuwe ministers. Onder de Telegrammen: De indruk in Frankrijk.en Engeland over de Belgische nota; voorloopig geen Britsche kabinetsraad. De stad Cam- berg door de Franschen bezet. De moordenaar van Daskalof. De verkiezingen in Ierland; waarschijnlijk een groote regeeringsmeerderheid. GEM. BU1TENL. BERICHTEN. LEGER EN VLOOT. TOEZICHT OP HET BEHEER VAN GELDEN EN GOEDEREN. KUNST EN KENNIS. FEUILLETON. VAN WOEKER EN VAN COMMU NISME. De ontzettende val van de mark had de- Zen keer niét alleen enorme prijsstijging di rect tengevolge, maar er volgde gedurende enkele dagen ook een nijpende levensmid- delennood, die alleen maar verklaarbaar is door den speculatie-geest in den handel waar door de voorraden werden achtergehouden. De draconische maatregelen, die de regee ring aankondigde, hebben toch onmiddellijk een einde aan dien nood gemaakt. Nadat de aanvoer een drietal dagen zóó gering was, dat vele winkels moesten sluiten en in de markthallen distributie van aardap pelen, uien enz. nog niet één aardappel, één ui enz. per hoofd zou hebben opgeleverd, was de derde dag na het intreden van dit gebrek- aan-alles, de toevoer weer normaal. Van so ciaal voelen is bij dit volk geen sprake. Niet oij den koopman, niet bij den agrariër en evenmin bij die engelen der sociaal-democra ten de arbeiders. De een heeft den ander niets te verwijten, allen zijn woekeraars van de ergste soort. Allen buiten den toestand uit en varen er wel bij. En leven allesbehalve nooddruftig onder omstandigheden, waar over zij zelf en de arbeiders het luidst, steen in been klagen. Het gewoeker in den handel is reeds naar waarde gebrandmerkt en dage lijks kan men met voldoening lezen van woe keraars uit handelskringen, die zwaar beboet en enkele maanden achter slot en grendel wor den gezet. Maar hoe bont maken het de arbeiders met nun loonpolitiek Een drukkersgezel verdient thans wekelijks 36 millioen mark. Ik noem hier 'n drukkersgezel, omdat ik juist lees, dat zijn loon voor deze en de volgende week op dit bedrag is vastgesteld en we hiernaar de loonen van de fabrieks- en gemeente-arbei ders, die hooger zijn, gevoegelijk kunnen vaststellen op gemiddeld 40 millioen mark per week. Bestaat het gezin van zoo'n arbeider uit ze ven personen, dan kan hij voor 4 millioen da gelijks, zich en de zijnen meer dan het nood zakelijke verschaffen, behoeft vleesch, boter en melk niet te ontberen. Kinderen boven 15 jaar brengen bovendien wekelijks ook nog en kele millioenen thuis. Hij leeft dus goed, rookt zijn sigaartje en is met vrouwlief een vaste klant van de bioscoop in zijn buurt. Te klagen heeft hij dus niet, hij kan behoorlijk en zelfs aangenaam leven. Hij werkt of trekt de lijn tweemaal vier uur lang met een onder breking voor twee uren rust. Hij voelt zich veilig door ac macht zijner organisatie en kan illeen maar worden opgeschrikt voor een sprong omhoog van den dollar. Dan steekt hij een sigaar aan en gaat met zijn lotgenooten ter vergadering. Daar werkt hij dan even hard mee aan de stijging der prijzen als de woeke raars uit het andere kamp. Hoe bovenmatig zijn eischen zijn bewijzen de talrijke bedrijven, die door zijn loonpoli tiek moesten worden stilgelegd. De Gross- Berliner-Strassenbahn is mede een slachtof fer van deze loonpolitiek. De gemeente is niet meer in staat, het bedrijf te exploiteeren en zal trachten het zaakje aan een particuliere maatschappij over te doen. In het roode Saksen, waar de sociaal-demo- "ratische regeering bestaat bij de gratie der communisten, hebben de arbeiders, die er onder dezelfde verhoudingen leven als ik hier beschreef, het nog bonter gemaakt dan in Pruisen. Hier weet de politie door haar krach tig optreden uitspattingen te voorkomen, de Saksische regeering daarentegen knijpt een cogje toe, tracht vóór alles den gunst van het communistische janhagel te behouden. On lusten met moord en doodslag waren dan ook alleen in Saksen mogelijk, in Dresden, Leip zig,Frankfurt a. Main, terwijl in ae fabrieks- centra de arbeiders fabrieksdirecteuren, die onmogelijk aan hun eischen konden voldoen in hun optochten urenlang meesleurden, en lafhartig mishandelden. De directeur eener groote fabriek had de vlucht genomen, alles achterlatend aan den Raad der arbeiders, die maar moest zien, hoe hij aan al die loon- eischen kon voldoen, hij zag er geen kans toe. Het is alles het werk eener betrekkelijk kleine bende communisten, ophitsers, die in tijden van beroering zoo licht succes hebben en gretige helpers vinden in een lichtschuw, misdadig gespuis, wien rooven en moorden een lust is. En toen de dollar weer op eens zoo'n ge weldigen sprong omhoog nam en onmiddelijk daarop de levensmiddelen-nood intrad, toen meenden de communisten het uur gekomen en ze zegden de onmiddellijke instelling aan eener raden-regeering. In snorkende tale werd kond gedaan, dat het proletariaat de macht, de absolute macht zou grijpen. Duitschland een filiaal van Moscou Men zou oprukken naar Berlijn maar eerst in Potsdam het bol werk der reactie neerslaan. Zou ik als ooggetuige een revolutie mogen beschrijven of althans een geweldige poging daartoe „Ik ga morgen naar Potsdam" zei ik vastberaden, en kalm tot een paar kennis sen. Zij raadden in allen ernst aan, me in het pantser te steken of tenminste in een paar wollen dekens. Iemand in het gezelschap zei- de, graag mee te zullen gaan. Maar hij was een gehuwd man en zijn vrouw bezwoer hem bij de liefde voor haar en kleine Joopie, zich niet in het gevaar te begeven. En hij zwichtte. De sombere ernst van het oogenblik werd nog verhoogd doordat het licht plotseling uitging in de kamer, in den corridor, op straat en overal. De thee, die bij het licht van twee kaarsen zou genoten worden, kon niet gere serveerd worden, omdat het water niet aan den kook kon worden gebracht geen gas. Is het te verwonderen, dat in dit anders zoo vroolijk gezelschap het gesprek een allersom berste wending aannam Dien dag, een Za terdag. waren de meeste winkels gesloten ge bleven en ter markt was zoo goed als niets aangevoerd, zoodat men het buiten een be hoorlijk middagmaal had moeten stellen en hetzelfde vooruitzicht voor den Zondag had. En dan die vreeselijke communisten, die, zoo als het gerucht ging, van alle kanten kwamen oprukken. Eén lichtpunt was er voor mij ik zou als ooggetuige kunnen schrijven over re volutie, over straatgevechten, knallende scho ten en veel gedonder Zondagmorgen om 11 uur gingen we met den voorstad-trein naar Potsdam. Ik had twee bekenden mee kunnen krijgen, die het er ook op waagden. De trein, die anders op Zondag overvol is, was nu bijna leeg en met niet meer dan een tiental passa giers stegen we in Potsdam uit. De stad was als uitgestorven. Buitenlandsche bladen meld den dat de politie een goede bondgenoot had in het weer, want dat het regende maar dit was toch niet zoo. De zon scheen wel niet en het was wel wa't winderig, maar daardoor juist was 't een pracht-weertje voor een revo lutie. Auto-treinen van drie en meer wagens doorkruisten de stad. Drommen Schupo's te paard en aan de hoeken van elke straat sterke wachtposten. En de communisten Er waren er, zelfs een heele hoop We kwamen ze tegen na af loop hunner vergadering. Maar ze waren heel mak, heelemaal niet communistisch. Neen, als je communisten in actie wilt zien, dan mag daar geen Schupo zijn, dan moeten ze met benden van honderd tegen één kun nen optreden, zij moeten zich het hart kun nen ophalen aan een of twee weerloozen, een of twee kapitalisten. Hier hadden zij geen kans. Het gespuis had zich vergist. Niet alleen, dat zij een geweldige politiemacht tegenover zich zagen, de over- groote meerderheid der arbeiders wilde niets meer met hen te doen hebben. Ze zagen in dat van wanorde geen liéil te verwachten is en bovendien, och, ze hebben het waarlijk nog zoo slecht niet. Het is alleen de midden stand die ontzettend lijdt. H.L. HET ANTWOORD VAN BELGIË OP DE BRITSCHE NOTA. Aan het antwoord van de Belgische re geering op de nota van de Britsche regee ring van 11 dezer, is het volgende .ontleend: De Belgische regeering brengt vooreerst in herinnering, dat Engeland in 1914 aan de rijde van België deel aan den oorlog heeft genomen; zij herinnert aan de opofferingen door Groot-Brittannië gedurende den oorlog gebracht en de banden van vriendschap en vertrouwen, die daaruit tusschen beide lan den zijn voortgevloeid. Geleid door deze herinneringen heeft de Belgische regeering in haar antwoord aan de Britsche regeering van 30 Juli haar best gedaan verzoening lot stand te brengen. Zij betreurt het, dat haar pogingen niet gewaardeerd zijn en niet voldoende geschenen hebben om een duide lijk antwoord te rechtvaardigen. De Belgi sche regeering geeft er zich rekenschap van, dat sommige punten in de Britsche nota in het bijzonder dat betreffende de Belgische prioriteit, in België een pijnlijken indruk heeft gewekt. Zij geeft de voorkeur er aan Voort te gaan naar practische oplossingen te zoeken, waarmede alle bondgenooten kunnen instemmen. Het Belgische antwoord is vervolgens in twee gedeelten verdeeld: A. Opmerkingen van de Belgische regce- ring naar aanleiding van den inhoud van de Britsche nota. Zij betreffen zes punten. Ie. De Belgische regeering heeft in haar nota van 30 Juli gezegd, dat, zoo haar over wegingen gunstig werden ontvangen, zij meende, dat er omtrent den tekst van een gemeenschapelijk antwoord overeenstem ming bereikt zou kunnen worden. De para graaf van de Britsche nota, waarin gezegd wordt, dat de Belgische regeering niet de minste toespeling heeft gemaakt op den tekst van het Britsche ontwerp van ant woord aan Duitschland, berust dus op een misverstand. 2e. Al heeft de Belgische regeering voor slagen gedaan, die tot grondslag van ge- dachtenwisseling tusschen de bondgenooten konden dienen om een oplossing van het vraagstuk der vergoeding te vinden, zij heeft die nimmer beschouwd als onver anderbaar en haar kan dus niet het tot haar gerichte verwijt treffen, dat zij elk compro mis ongeschikt heeft willen maken aan een voorafgaand aanvaarden van den zin van haar eischen. 3e. Toen zij besloot de Roer te bezetten, heeft de Belgische regeering niets anders gedaan dan een maatregel toepassen, die door de bondgenooten eenstemmig over wogen is onder gelijke omstandigheden, n.l. in het protocol van Spa var. 16 JtfS 1920 betreffende de leveringen van steenkool als vergoeding. De gepastheid van de bezetting van de Roer is besproken tijdens de ge dachtenwisseling tusschen de bondgenooten en niet de wettigheid van de bezetting. Wat verklaard wordt door den tekst en de for muleering van artikel 18 van aanhangsel 2 van deel 13 van het vredesverdrag. De Belgische regeering geeft de voorkeur er aan de discussie over de wettigheid van de Roer-bezetting niet voort te zetten, daar andere en belangrijke vraagstukken van groot belang de aandacht der bondgenooten inroepen. 4e. De Belgische regeering brengt de maatregelen betreffende eenvoudig econo misch toezicht en onzichtbare bezetting in herinering, die er aanvankelijk in de Roer zijn toegepast en voegt daarbij, dat zoo het karakter van de onderneming is gewijzigd moeten worden, dit het gevolg is geweest van het door de Duitsche regeering georga niseerde verzet, waarvan de bedoeling was de door Frankrijk en België overeenkomstig het vredesverdrag getroffen maatregelen te laten mislukken. Hoe het zij, de Rqerbezet- ting behoudt in de oogen van de Belgische regeering 'het algemeen karakter van een voudig een onderpand nemen, De progres sieve terugkeer tot den toestand van 10 Jan. is voorzien voor het geval het lijdelijk ver zet zou ophouden. Het onderpand zou dan het onderwerp van toezicht der geallieerden kunnen uitmaken. Bovendien is de ontrui ming van de Roer naar gelang Duitschland zijn verplichtingen nakomt, herhaaldelijk aangekondigd. België kan dus geen genoegen nemen met het aan België toegeschreven voornemen om voorgoed in het Roerdal te blijven, maar het kan evenmin goedvinden, dat Duitschland niet bereid is om den voor slag der Britsche regecring in overweging te nemen betreffende het in werking stellen van zekere productieve panden onder con trole der bondgenooten, omdat de Belgi sche regeering geen enkele nauwkeurige aanduiding heeft ontvangen betreffende den aard en de mogelijke opbrengst van die andere panden, en bij gebrek aan overeen stemming tusschen alle bondgenooten om trent dit punt, ziet de Belgische regeering zich gedwongen den eenigen waarborg, dien zij genomen heeft, te behouden- Se. Wat de Engelsche opmerkingen no pens het Belgische voorkeurrecht betreft, zou men geneigd zijn te besluiten, dat naar de meening van de Engelsche regeering Bel gië reeds te gunstig behandeld is en dat het blijk zou geven van onheuschheid door zich als eischende partij op te werpen. Niets zou de Belgische regeering meer kunnen treffen dan een dergelijke uitleg van de be doelingen van de Engelsche regeering. Zoo deze opmerkingen inderdaad haar gevoelens uitdrukten, zouden deze inderdaad berusten op een miskenning van de omstandigheden, waarvoor dit voorkeurrecht verleend is. De Belgiscjie regeering wenscht met een kracht, welke in geen enkel opzicht een juiste waardeering uitsluit voor de vriend schappelijke gevoelens haar steeds door de Engelsche regeering getoond, er aan te her inneren, dat het beperkte voorkeurrecht, dat aan België toegestaan is, niet meer is dan de toepassing op een volgens haar hoogst onvolledige wijze van de verplichtin gen, jegens haar aangedaan gedurende den. oorlog en welke gerechtvaardigd zijn door België's buitengewonen toestand. Niettemin heeft België in een geest van tegemoetko ming wat de uitoefening van zijn voorkeur recht betreft, toegestemd in belangrijke toe gevingen, welke aantoonen, dat België sinds drie jaar voortdurend in nieuwe regelingen van dit recht heeft toegestemd, ten nadeele van zijn onmiddellijke belangen, ten vpor- deele van die zijner bondgenooten, ten einde de entente te handhaven, 6. De Engelsche nota legt er den nadruk op, dat, naarmate Duitschland minder be taalt, het Belgische voorkeurrecht des te voordeellger is, en zegt dat België, dat reeds 114 miljard goudmark vanwege zijn recht van voorkeur ontvangen neeit, zoodoende heel wat meer heeft ontvangen dan eik an der. Het Belgische antwoor l haait uitvoerig de cijfers aan, welke de commissie van her stel openbaar heeft gemaakt over de verrichtingen van Duitschland. België heelt inderdaad ontvangen 1299 miljoen gouden mark, terwijl Engeland 1297 miljoen, Frank rijk 1175 miljoen en de andere landen 632 miljoen hebben ontvangen. Ten einde alle misverstand te vermijden, merkt de Belgi sche nota op, dat in de door Engeland en Frankrijk ontvangen sommen het deel, dat de bezettingskosten en de terugbetaling van voorschotten op kolen vertegenwoordigt, aanzienlijk grooter is, dan in de door België ontvangen som, B. In het tweede deel van haar antwoord verstrekt de Belgische regeering uitleggingen ten aanzien van haar voorstellen van 30 Juli over de vergoeding. Zij stelt vast, dat in den loop van de jongste gedachtewisselingen vorderingen zijn gemaakt in de richting, welke moet leiden tot overeenstemming tusschen de geallieerden; ten lo,. is alge- meene instemming verkregen ten aanzien van het wezenlijk verband, dat er bestaat tus schen het vergocdingsvraagstuk en dat der onderlinge schulden, wat den ententelanden mogelijk zal maken niet alleen, wat een eer ste vereischte is, te weten welke bedragen zij van Duitschland zullen krijgen, maar ook welke zij zullen moeten betalen onder den naam van oorlogsschulden; ten 2o. de prin-, cipieele erkenning, dat zoo het verstandig is met de draagkracht van Duitschland re kening te houden, het ook billijk is tevens die van de schuldeischers in het oog te hou den en dat het daarvoor noodig is de bedra gen te kennen, welke aan de wezenlijke be hoeften der schuldeischers beantwoorden, ten 3e volgens deze gegevens kan dus de Duit sche schuld zooals zij 5 Mei 1921 is vastge steld, aanzienlijk verminderd worden, ter wijl het onderzoek van de deskundigen, on derworpen aan het oordeel der geallieerden, aan kan toonen op welke wijze Duitschland in staat zal zijn, na een overgangstijdperk de annuïteiten te betalen,welke beantwoor den aan de verlaagde cijfers. Volgens i de overeenkomst van Spa en den staat van betalingen van Londen moet België van Duitschland ontvangen bor.s a en b voor 8 pet, van 50 miljard, bons c voor 8 pet. van 52 miljard. Zoo men besluit de bons c geheel of gedeeltelijk te laten wegvallen tegenover de waarde van de onderlinge schulden van de geallieerden, zal België zijn vordering in \bons c verliezen, terwijl het daarvoor, aan gezien het geen schulden aan zijn bondge-» nooten heeft, geenerlei vergoeding zal krij gen en men het tevens zal berooven van het voorrecht, dat het in het verdrag van Ver sailles is toegekend, toen men het van zijn schulden jegens de bondgenooten heeft ont heven. Vandaar dat België het recht heeft de handhaving van de percentages van Spa te eischen in geval van algeheele of gedeelte lijke schrapping van de bons c. De Belgische regeering heeft den 30en Ju li gezegd, dat zoo het percentage her zien wordt, het billijk zou zijn zoo daarbij in de eerste plaats rekening gehouden werd met de verwoeste streken. In antwoord op een opmerking van de Britsche regeering stelt de Belgische nota vast, dat zij onder de woorden „verwoeste gebieden" het totaal van de materieele schade verstaat, door alle "eallieerde lan den geleden, dus ook door Groot-Brittannic en dat zij daaraan den voorrang zou willen toekennen boven de schade aan personen, wat algemeen als billijk wordt erkend. Bel gië kan niet toelaten, dat de schulden der andere bondgenooten onderling betaald worden met zijn eigen bons van de groep c. Om gelijkheid 'tan behandeling vast te stel len zou het billijk zijn, dat het aandeel van België, slechts rekening houdend met de schade aan de goederen/werd vastgesteld op 13 pet. Worden de C-bons geannuleerd, dan zou België dus recht hebben op 13 pet. van de bons A en B, d.w.z. 654 milliard en daar het reeds anderhalf milliard ontvangen heeft, zou het nog 5 milliard goud moeten ontvan gen. Wanneer men bedenkt, dat de beta- lingsstaat van Londen in het geheel aan Bel gië 10.540 millioen toekent, dan ziet men in, dat 40 pet. ongeveer van de directe schade, die het geleden heeft, tot zijn last zullen blij ven. Dat is de mate van nieuwe en groote opoffering, waarin België heeft toegestemd om tot een gemeenschappelijke en snelle op lossing te komen van de betalingen. De be- teekenis van deze opoffering blijkt nog beter bij lezing van het bij het Belgische antwoord gevoegde aanhangsel betreffende den finan- cieelen toestand van het land en de fiscale inspanning, die het zich getroost. De Belgische regeering komt tot de con clusie, dat de gedachtenwisseling nu lang genoeg geduurd heeft om vriendschappelijke en vertrouwelijke bcsprekinen mogelijk te maken tusschen ministers der bondgenooten. Ten opzichte van verscheidene punten is inderdaad overeenstemming bereikt. Tenslotte wijst de Belgische regeering op het belang, dat België hecht aan de kwestie van zijn vjeiligheid. Zoolang de veiligheid van de landen, die de overweldiging ondergaan hebben niet zal verzekerd zijn, zal er noch rust, noch mogelijkheid van beperking van bewapening zijn. De Belgische regeering geeft dus opnieuw haar wensch te kennen dit vraagstuk met de regeering te Londen te behandelen. ENGELSCHE PERSSTEMMEN OVER HET BELGISCHE ANTWOORD. De Engelsche ochtendbladen beschikten gisteren nog slechts over geruchten uit Brussel over den inhoud van de Belgische nota. Deze stemden echter alle overeen wat betreft de kwestie van de prioriteit, die in de nota de hoofdrol speelt. In ver band hiermede is het van belang te herinne ren, dat dè Britsche nota ten opzichte van dit punt aantoonde, dat België krachtens de overeenkomst waarbij het de prioriteit heeft bekomen voor de betalingen van 2 54 milliard goudmark, dat is honderd millioen pond sterling, reeds bijna 154 milliard, dat is 73 millioen pond sterling heeft ontvangen en deze som is veel meer dan eenigc andere mogendheid heeft gekregen. Ofschoon deze prioriteit verleend is toen het totaal der sommen die men van Duitschland verwachtte veel grooter was dan men thans wdarschijn- lijk zal krijgen, is zij niet naar verhouding verminderd en het gevolg is geweest, dat België van de tot dusver gedane betalingen een aandeel heeft bekomen, dat niet in een juiste verhouding staat tot hetgeen de overige belanghebbenden hebben ontvangen. Verder is België geheel van zijn oorlogsschulden aan de geallieerden vrijgesteld, hetgeen ook nog ca. 300 millioen pond sterling bedraagt. De uittreksels uit de nota bevatten verder de aanwijzing, die in Londen met voldoening is ontvangen, dat België zich nog dankbaar den steun herinnert dien het in het verleden van Engeland mocht ontvangen en in de nota wordt niet getracht, zooals in de Fransche, de Engelsche opofferingen te verkleinen. Ten gevolge van de onlangs plaats gehad heb bende openhartige gedachtenwisseling is het noodig, zegt de Times, dat niet alleen alles wat in de lijvige nota's wordt gezegd, be hoorlijk wordt overwogen, maar dat de re geeringen zich ook ernstig rekenschap geven van den volgenden stap, die moet worden gedaan. Voornamelijk door deze openhartige gedachtenwisseling schijnt er reeds eenige kentering in den toestand te zijn gekomen. Het besef, dat er gevaar dreigt en het feit, dat onomwonden is verklaard wat er op het spel staat, heeft een ontnuchterende uitwer king gehad en er toe bijgedragen nieuwe I kleur en gematigdheid te brengen in de daden van alle voornaamste Europeesche mogendheden. De Times beschouwt de energie, door de Duitsche regeering betoond bij het reorga- niseeren van de bir.nenlandsche aangelegen heden, als een besliste winst en hoopt, dat wanneer Duitschland het nog eenigen tijd uithoudt, het mogelijk zal zijn door een ge zamenlijke Europeesche krachtsinspanning het ergste te voorkomen. DE ONTRUIMING VAN KONSTANTI- NOPEL. De correspondent van de Daily Telegraph te Konstantionpel zegt, dat tot dusverre de toebereidselen voor de ontruiming do« de Engelschen zonder de minste stoornis hun gang gaan. In vier dagen zijn ongeveer 8000 man en een groote hoeveelheid uitrusting stukken in goede orde weggezonden. Gene raal Harington spreekt zooveel in zijn ver mogen is elk transport bij zijn vertrek toe en zijn populariteit onder alle rangen blijkt door de toejuichingen, die hij in ontvangst heeft te nemen. Er heerscht in alle kringen een uitmuntende geest eri de Turken hebben hun voldoening te kennen gegeven over de prompte wijze, waarop de Engelschen het gesloten verdrag nakomen. AMERIKAANSCH BEZOEK AAN DE ROER. Acht Amerikaansche militaire gedelegeer den, aan wier hoofd generaal Owsley staat, en tot wie ook de militaire- en marine- attaché van het Amerikaansche gezantschap te Parijs behooren, hebben een bezoek ge bracht aan Millerand op Rambouillct. Owsley heeft den president gezegd, dat de delegatie met groote belangstelling een be zoek aan de Koer ging brengen, waarvoor de Fransche regeering alle mogelijke facili teiten verleend had. Millerand heeft geantwoord, dat Frank rijk, dat zijn daden in de Roer in het volle daglicht volbrengt, niets liever wil dan dat zijn vrienden zelf komen kijken wat er ge beurt, en, thuisgekomen, daarvan een on partijdig verslag uitbrengen. UIT HET BEZETTE GEBIED. Gisterochtend zijn de onderhandelingen over de bijlegging van het conflict tusschen mijneigenaars en mijnwerkers, die Maandag avond zijn afgebroken, omdat de vertegen woordigers van hef Zechenverband niet verschenen, voortgezet. De mijnwerkers blijven loonbetaling voor de dagen der uit sluiting en 't weer te werk stellen van alle ontslagenen eischen. Zij dreigen het conflict tot alle mijnen, ook buiten het B. G., uit te breiden, als er vandaag geen schikking tot stand komt. Voor een algemeene mijn staking zijn alle voorbereidselen getroffen; breekt zij- uit dan zullen zelfs bedrijven als gas en waterleiding geen kolen meer krijgen. Het is echter waarschijnlijk dat de partijen het vandaag eens zullen worden. Te Dortmund hebben de Franschen in de drukkerij van Bögel opnieuw 50 milliard mark aan bankbiljetten in beslag genomen (dezer dagen was hun in dezelfde drukkerij het dubbele van dit bedrag in handen ge vallen). EEN INTERVIEW MET STRESEMANN. Een medewerker van de Daily Graphic heeft Streseman geïnterviewd. Deze pleitte met klem voor een drievoudig vergelijk n.l. tusschen Frankrijk Engeland en Duitschland. Alleen een dergelijk vergelijk zou aan Europa de orde vrede en welvaart kunnen hergeven. Ook zeide Stresemann: „Laat ons allen samenwerken voor een prompte oplossing van de vreeselijke crisis en laat ons een nieuw Europa optrekken". DE RIJKSKANSELIER OVER DE DUIT SCHE PRESTATIES. In zijn jongste rede heeft Poincaré de raming van 'hetgeen Duitschland reeds heeft betaald en geleverd door het Institute of Economics te Washington gewraakt en deze instelling een orgaan" zonder officieel ka rakter genoemd. In een onderhoud met den Berlijnschen correspondent van de Kölni- sche Zeitung, heeft de rijkskanselier uiteen gezet dat de raad van beheer van het ver scheidene jaren geleden gestichte en door de •Camegie-stichting gesteunde Institute, bestaat uit Amerikanen die op economisch en wetenschappelijk gebied hun sporen heb ben verdiend. De instelling heeft een memo randum uitgegeven over 'het herstel van ge zonde economische toestanden en over het schadevergoedingsvraagstuk, 't welk door den bekenden nationaal-econoom Moulton en door Mc Guire, een financieel deskun dige van den eersten rang, is samengesteld. In hun voorrede zeggen zij, dat de geheele wetenschappelijke staf van het Institute aan dezen arbeid heeft medegewerkt. De rijkskanselier merkte voorts op, dat hij de schatting van het Institute volstrekt niet als het laatste woord in deze aangelegen heid beschouwt. Het materiaal van de Duit sche regeering, waarover een internationale commissie van deskundigen zou kunnen be schikken, laat een nog veel nauwkeuriger becijfering toe .Tot dusver is echter bij de crediteering van Duitschland voor gedane leveringen de rijksregeering nooit geraad pleegd HET ENGELSCHE KABINET. Officieel wordt meegedeeld dat de Engel sche koning de volgende benoemingen heeft bekrachtigd: Neville Chamberlain tot kanse lier van de schatkist, Sir William Joynson Hicks, minister van de volksgezondheid. De nieuwe kanselier van de schatkist is een broeder van Austen Chamberlain, die de leider was van de vroegere coalitie-regee- ring in het Lagerhuis en dus een zoon van wijlen Joseph Chamberlain. Hij heeft groote ervaring op handelsgebied en evenals zijn vader heeft hij een vooraanstaande rol ge speeld in de gemeentezaken van Birmingham, waar hij lord mayor is geweest. Hij werd naar het parlement afgevaardigd en maakte korten tijd deel uit van het ministerie in 1916 en was in het ministerie van Bonar Law postmaster general. In Maart werd hij minister voor gezondheid en hij volgt thans Baldwin als kanselier van de schatkist op. De eerste minister heeft dit ambt nog steeds bekleed ook nadat hij het hoofd der regee ring werd. Joynson Hicks is advocaat van beroep en heeft ook groote parlementaire ervaring op gedaan. Hij was het die in 1908 Winston Churchill te Manchester versloeg. Hij maakte deel uit van het ministerie onder Bonar Law en was financieel secretaris en secretaris van de schatkist onder het tegenwoordige ministerie. EEN TORPEDO-VLIEGTUIG. Maandag hebben vertegenwoordigers van het Engelsche luchtvaart-ministerie en van buitenlandsche mogendheden een proefvlucht op den Humber bijgewoond van een torpedo vliegtuig. Het vliegtuig, dat 2000 voet hoog steeg, daalde daarna tot laag boven de rivier en lanceerde een torpedo van 2000 pond en een snelheid van 21 knoopen. De proefneming wordt een groot suces geacht. DURE KOLEN. Met ingang van gisteren zijn in Duitsch land nieuwe kolenprijzen voor den kleinhan del in werking getreden. 50 K.G. briket» kosten dan thuis bezorgd 3.120.000 mark, afgehaald 2.980.Ó00 mark. Gascokes afgehaald 7.431.000, thuis bezorgd 7.568.000 mark. Ver moedelijk zullen deze prijzen binnenkort op nieuw worden verhoogd, daar naar verluidt Vrijdag a.s. de vrachtprijzen opnieuw ver dubbeld zullen worden. DE KLEURSTOFFEN-INDUSTRIE IN ENGELAND. Professor Green nam ontslag als leider van het onderzoek naar de Britsche kleurstof fen-corporatie, naar het heet, omdat hij on tevreden is over het gebrek aan technische kennis bij den raad van commissarissen en omdat hij gelooft dat een blijvende vestiging van een kleurstoffen-industrie in Engeland onder deze omstandigheden onmogelijk is. Volgens een telegram van Belga uit Moskou heeft Wirth. de gewezen rijkskanse lier," verklaard, dat hij naar Rusland is ge komen om voeling te zoeken met het Rus-. sische bedrijfsleven. Hij was verheugd over de ontvangst hem bij Tsjitsjerin ten deel ge vallen en sprak er zijn verwondering over uit, dat de Duitsche nijverheid nog steeds schroomt van het verdrag van Rapallo, par tij te trekken. Moskou heeft op dr. Wirth over het alge meen een goeden indruk gemaakt. De bevol king is weliswaar geheel geproletariseerd, doch toont zin voor orde en tucht. Ook de tentoonstelling, die thans te Moskou wordt gehouden, heeft op hem een goeden indruk gemaakt en hij prijst vooral het artistieke architectonische karakter der tentoonstelling. Omtrent zijn plannen voor de toekomst deel de Wirth mede, dat hij na zijn terugkeer voorloopig vacantic wil nemen, aangezien hij vier jaar van ingespannen arbeid achter dea rug heeft, om dan later nieuwe reizen te ondernemen. In een der Duitsche bladen verzoekt iemand bij het overlijdensbericht van zijt schoonmoeder, om in plaats van grafkransen, geld te zenden, daar hij wegens de moeilij ke tijden de begrafeniskosten niet kan be talen. i Aan het station te Wezel heeft de po litie een mijnwerker gearresteerd, die voor nemens was, een meisje uit Emmerik naar Nederland te ontvoeren. Volgens zijn beken tenis had hij reeds 50 voor bordeelen be stemde meisjes over de grens gebracht. Hij kreeg voor elk meisje 1 a 2 millioen mark. De ouders van een kind van 354 jaar ta Los Angeles, baby Peggy, hebben voor een duur van vijf jaar het wicht verhuurd als film-actrice. Peggy (of de oudersl) verdiene» daarmee 5.000.000 dollar. Nadrukkelijk wordt in herinnering ge bracht van commandeerende officieren en chefs van inrichtingen, dat gelden en goe deren, die voor een bepaald doel worden be schikbaar gesteld ook uitsluitend voor dat doel mogen worden benut, en dat met even- tueele overschotten behoort te worden ge handeld als in de reglementen is voorgeschre- ven. i De autoriteiten die belast zijn met con trole en het uitoefenen van toezicht, dienen aan het opvolgen van het dienaangaande voorgeschrevene hunne bijzondere aandacht te wijden. ARBEIDSBEMIDDELING. Aan commandanten van korpsen en hoof den van inrichtingen wordt verzocht, om, bij het uitreiken van ontslagbrieven aan over-' compleet personeel, den betrokkenen schrif telijk te adviseeren zich te-doen inschrijven j bij het orgaan der openbare arbeidsbemid- deling in hunne woonplaats en indien in; die woonplaats geen arbeidsbeurs is geves tigdaan evengenoemd orgaan te verzoe ken van de inschrijving melding te maken aan de betrokken districts-arbeidsbeurs. H. M. DE KONINGIN EN DE MANOEU VRES. IN aar wij vernemen, heelt rï. M. a« Koninigin het plan, de militaire manoeuvres, die tegen midden September in den omtrek' van Bameveld worden gehouden, bij te wtw ASTRONOMISCH VERSCHIJNSEL. Een zeer ongewoon verschijnsel zal plaats hebben bij de totale zoneclips op 10 Sep- tember aanstaande. Tijdens de eclips zullen vier lichamen van ons zonnestelsel practisch in rechte lijn ach-i ter elkaar staan aarde, maan, zon en Venus, een astronomisch feit, dat deze eeuw nief meer zal voorkomen. (Msb). 31. Die hoek was daar echter een akelige plek zij begreep niet, hoe de rijke man die tonnen nacht en daggonder zijn voeten dulden kon. Haar blik zweefde langs de oude muren, een enkele vonk van de lamp in den kelder *n het oude, schijnbaar voor de eeuwigheid bestemde gebouw vloog uiteen, en alles wat menschenhanden aan schatten en rijkdom men bijeen hadden gebracht, het stoof in ontelbare deeltjes door de lucht. Ook de ijzeren wanden sprongen, en de papieren, waar de vloek des volks aan hing, werden naar alle winden verstrooid. Het jonge meisje gruwde voor het denk beeld, dat in haar ziel verrees, het denkbeeld der verlossing van het Ik uit den gouden boei, waar alle geldzuchtigen om streden. Ontsteld door het tooneel van de verwoesting, dat zij zich had voorgetooverd, had zij haar oogen bedekt nu sloeg zij den blik naar boven in de vrije blauwe lucht, waar hoog boven dep toren Henriette's duiven vlogen ginds voor het raam in een schijnbaar scheef neerhan gend stuk muur, dat op zijn rug nog een over blijfsel der prachtige kolonnade droeg, hing de kooi met den meerl van den ou den knecht die daar woonde. Rozemarijn en muurbloe men vertoonden zich op den rand, hopranken vielen met haar liefelij k groen langs den muur naar beneden, de vogel zong met alle kracht tusschen het gekir der duiven door, en langs de helling van den heuvel kwamen schuw en voorzichtig de reeën en zagen met goedige oogen over het water heen, naar het groote, slanke menschenkind, dat zooeven zoo akelig, zoo wanhopend had gedroomd. De reeën en de duiven kenden het jonge meisje, dat altijd brood of haverkorrels mee bracht, zeer goed maar heden had zij niets dan een stommen afscheidsgroet met de wui vende hand, al schaarden ook de duiven zich dicht bij haar op den grond en al naderden zij haar met de grootste vrijmoedigheid, als konden zij niet gelooven dat zij niets kregen. Kathe ging verder op langs de beek en wel dra vermengde zich gejuich van kinderen met het ruischen van het water. De kleine leerlingen van tante speelden nog in den tuin, en al was zij ook nog zoo neerslachtig en zelfs bedroefd zonder dat zij echter den oorsprong en den aard harer smart ten volle 'begreep dit kindergeluid stemde haar ziel v/eer tot vreugde. Neen, die kleiner! met de onschuldige oogen en de opgeruimde har ten zagen in haar de schatrijke dame niet zij wisten niets van de ijzeren geldkist, zij namen brood en vruchten dankbaar aan, zonder te vragen, wie het had betaald. In de ziel dier kinderen leefde zij als tante Kathe, om wier liefdeblijken men streed en twistte, die men verlangend tegemoet liep en in wier oog men vol vertrouwen de bekentenis fluis terde van eenig kwaad dat er gedaan, of de klacht over eenig onrecht dat er geleden was. Daar had men haar lief, hartelijk lief om haar zelve. Zij verdubbelde haar schreden hoe dich ter zij het huis naderde des te inniger kreeg zij een gevoel als kwam zij van een dwaalweg terug. De meid kwam juist tusschen de twee populieren door bij de brug, met een mand aan den arm, om eenige benoodigdheden uit de stad te halen dat was ook een trouwe ziel, die niet om het geld aan haar meesteres hing. Zij behoorde zoo recht thuis in die vertrouwe lijke woning bij de beek. Toen Kathe over de brug ging, zag zij niets van de kinderen, die achter het huis aan 't spelen waren. De haan maakte zeker daarom te meer leven en beweging op het voorplein, hij sloeg met de vleugels en kraaide alsof de geheele omtrek het hooren moest, de kippen zagen schuins naar het meisje, dat anders gedurig voedsel strooide en de hond kwis pelde stil groetend met den staart. Hij was goede vrienden met Kathe geworden, blafte niet meer tegen haar en had zich zelfs zoo geschikt, dat de gele kip ongehinderd langs zijn hok kon gaan. De huisdeur stond open, de meid was uit dus was tante in huis. Kathe ging juist de trap op, toen zij de stem van den dokter hoorde. Zij bleef als vastgenageld staan. „Neen, tante, dat leven verveelt mij. Ik heb last van de zenuwen," zei hij. „Als ik voor een korten tijd hierheen vlucht, dan wil ik uitrusten, ik heb rust noodig, dringend noodig," Was dit werkelijk de anders zoo bedaarde man, terwijl nu zooveel gejaagdheid en drift in den toon zijner stem gelegen waren. „Het is een offer, dat ik van u verlang, tante, dat weet ik, maar toch vraag ik u vriendelijk voor den korten tijd, dien ik hier nog zal doorbrengen, die lesuren er aan te geven. Ik wil graag een kamer huren in de stad en eer onderwijzeres aanstellen, dan hebben uw leerlingen er geen al te groote schade bij." „Maar Leo, ge hebt immers maar te wen- schen," viel tante hem ontsteld in de rede. „Hoe kon ik weten, dat u dit leven plotse ling zoo hinderlijk was geworden Ge zult er niets meer van hooren -laat mij daarvoor Zorgen. Het spijt mij maar om.. Kathe.." „Altijd dat meisje," viel de dokter uit met een stem, als verloor hij, bij het noemen van dien naam, het laatste spoor van geduld en Zelfbeheersching. „Aan mij schijnt gij in het geheel niet te denken „Maar ik bid u, Leo, wat scheelt u toch Ik begin haast te gelooven, dat gij jaloersch zijt op de liefde van uw oude tante," riep de oude dame verbaasd en ongeloovig lachende Hij zweeg het jonge meisje buiten hoorde dat hij naar de deur ging. „Mijn arme Kathe 1 Het laat zich niet denken, dat haar kalm en stil, weldadig wer ken iemand ter wereld hinderlijk kan zijn," zei de tante, hem achterna gaande. „Ik heb nooit een meisje ontmoet, dat kinderlijke onschuld en vrouwenwaarde, gezond verstand en innigheid van gemoed zoo schoon met elkander vereenigde. Daardoor trekt zij mij aan met onweerstaanbare kracht, en mij komt het voor dat mijn Leo ook zoo onrechtvaardig niet mag zijn, om naast zijn vergode bruid aan geen ander vrouwelijk wezen recht te laten wedervaren." Kathe kromp ineen van schrik. Bruck begon zoo hard, zoo akelig te lachen, dat zij niet wist wat zij hoorde onwillekeurig wilde zij vluchten, neen, zij bleef. Die spotachtige lach gold haar weten moest zij hoe de dok ter de goede meening der tante, die haar een blos op de wangen joeg, zou weerleggen. „Gij zijt anders een vrouw, tante, die de dingen helder inziet en goed begrijpt, maar hier laat uw schrandere blik u jammerlijk n den steek," zei hij, plotseling ophoudende met het onuitstaanbaar gelach. „Natuurlijk zal ik uw denkbeelden niet bestrijden wie slaat zich zeiven graag in het gezicht? Eén ding moet ik u slechts verzoeken laat ons samenwonen weer worden wat het altijd was. Zoolang ik hier nog ben, wil ik met u alleen zijn. Vroeger waart gij tevreden zonder het gezelschap van jonge dames graag had ik dat gij u die weinige maanden de vorige een zaamheid wildet getroosten. Ik wil hier nie mand in- en uit zien gaan." „Dus ook Kathe niet Een sterk geknars van het zand op de stee- nen in de gang deed het jonge meisje vermoe den, dat Bruck ongeduldig met den voet stampte. „Tante, moet ik dan gedwongen worden riep hij zoo bitter, dat zijn stem nauwelijks herkenbaar was. „God beware mij alles zal zijn gelijk gij verkiest, Leo," viel de oude dame hem ont steld, maar treurig in de rede. „Ik zal mijn best doen, die verbanning zoo zacht mogelijk te laten gebeuren, opdat zij niet al te veel leed veroorzake maar, hemel, Leo, wat zijt gij opgewonden, uw hand gloeit of gij koorts had. Gij zijt ziek, gij offert u op voor. uwe patiënten. Hier, in ons stille huis wil ik u rust bezorgen. Mag ik een glas limonade; voor u klaar maken?" Met bedaarde stem bedankte hij en keer de zich om. Kathe hoorde, dat tante naar de keuken ging. Onmiddellijk daarop kwanï' de dokter aan de voordeur. HOOFDSTUK XXI. Daar, dicht bij de post van de deur leunder zij tegen den muur, met bleek gelaat en op elkander geknepen lippen staarde zij naar de lucht zij wilde hem niet zien. Hij ontstelde bij dien aanblik en bleef een; oogenblik sprakeloos staan voor hert jonge meisje, dat zich niet verroerde, maar als een wassen beeld voor hem stond. „Kathe!" riep hij zacht, angstig, alsf iemand die vreest een slaapwandelaar inl zijn droom te doen ontwaken. Zij richtte zich in hare volle lengte op en ging langzaam de trap af. „Wat wilt gij, dokter?" vroeg zij, beneden op het gras staande terwijl zij even het hoofd naar hem toe wendde. Ook die beweging zou de ge dachte aan een beeld niet verdreven hebbenfj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5