BUITENLAND Tweede Blad 30 Aaagias ft?s 1923 KLATERGOUD. Engelsche en Fransche persstemmen over de Belgische nota. De verkiezingen in Ierland; negen van de elf aftredende ministers gekozen. Moord op de Itaiiaansche missie in Albanië. Onder de Telegrammen: De deskundigen van het Engelsche departe ment van financiën hebben de Fransche en de Belgische nota's onder zocht en zijn tot de slotsom gekomen, dat beide in geen enkel opzicht be antwoorden aan de te Londen gekoesterde verwachting, dat de regee ringen van Frankrijk en België toegankelijk zonden zijn voor de Engel sche argumenten en voorstellen. Een dreigende nota van Italië aan Griekenland. Het Duitsche indexcijfer is hoven het millioen gestegen. De Valera met groote meerderheid gëkozen. G£M. BUiïENL. BERSSHTEN. RECHTSZAKEN. LANDBOUW m VISSSHiRIJ. FEUILLETON. XXIX. Een van de bekende gezegden, wel'ke aan den stichter van den Islamitischen gods dienst worden toegeschreven, is „Als de berg niet tot Mahomed komt, dan komt Ma homed tot den berg." Wat practisch er wel op neer zal gekomen zijn, dat deze profeet altijd zelf zal op stap moeten zijn gegaan. Bergen zijn in den regel weinig tegemoetko mend. Stel u eens voor, trouwens, dat zoo een heele berg zich in beweging ging zetten. De schrik zou er in komen. Inderdaad. En nu hebben we hier toch de sensatie om een berg te zien „wandelen". De lezer moet zich dat echter niet te ver schrikkelijk voorstellen. Het verschijnsel van „wandelende bergen" is minder zeldzaam dan men zou denken. Met name in Zwitserland krijgt men er ook nog al eens mede te ma ken. Hier op Java komt het verschijnsel meer malen voor. De oorzaak daarvan lig^ in de gesteldheid van Java's bodem. Rotsgebergten treft men hier haast niet aan krijt-forma- ties op enkele plaatsen, en daar zijn ze dade lijk zichtbaar. Het bergland van Java ken merkt zich bijna overal behalve door zijn dichte begroeiing door zijn afgeronde glooiingen en hellingen. De grond is bijna overal te week, te kleiachtig om scherpe pieken of loodrechte wanden te vormen. Meerendeels bestaat de bodem uit verwee- rings-producten van vulkanische gesteenten met geringe vastheid. Zoo is een der groote moeilijkheden, welke een goede oplossing voor het wegenvraag- stuk in de groote steden in den weg staan, het ontbreken van een harde bazaltsoort. De steenslag, welke nu gebruikt moet worden, is van te geringe hardheid om een eenigs- zinsgduurzame weg-verharding te kunnen leveren. In den regentijd is het aantal aardver schuivingen legio. Vooral de spoorwegen on dervinden daar grooten last van. Nu ligt de kwestie bij „wandelende ber gen" nog anders dan bij deze aardschuivin- gen, welke zich meer tot de oppervlakte be perken. Gewoonlijk moet men zich het ge val aldus voorstellen Het bergmassief bestaat uit verschillende lagen van gesteenten, welke meestal niet horizontaal liggen, doch geplooid of in schui nen stand. Wanneer nu de bovenlagen ge makkelijk water doorlaten en rusten op een schuin-afloopende laag, welke ondoordring baar is voor water, bijv. klei, dan verzamelt zich daarop het water, en ontstaat er op die scheidingslijn een rutschbaan, waarlangs het geheele bovengedeelte neiging vertoont tot afglijden. Men kan zich elders moeilijk een voor stelling maken van de geweldige gevaarten, welke op die wijze in beweging komen te ge raken. De beweging geschiedt gewoonlijk zeer langzaam, in een korten waarnemingstij d is er weinig van te bespeuren, doch ze gaat daarom niet minder zeker. Reeds eenigen tijd geleden hoorde ik van een dergelijke afschuiving, welke een weg in eenige jaren tijds een tiental meters verplaat ste. Het lijkt niet veel, doch de verplaat sing is voldoende geweest om de brug, welke daar ter plaatse den weg over de rivier leidt, geheel te vernielen en een nieuwe opbouw, ook in de naaste omgeving, onmogelijk te maken, daar deze toch geen stand zou hou den. Men moet zich maar eens den gewel digen druk voorstellen welke zoo'n wande lende berg uitoefent op alle bouwwerken, die hem in 't wandelen hinderen. Zoo iets dergelijks doet zich nu voor op het baangedeelte, waar de staatsspoorlijn Batavia-Bandoeng het gebergte binnen dringt. Daar is door een der bergruggen een insnijding gemaakt. Naar de aldus ontstane kloof is het hoogere gedeelte van den berg nu bezig af te glijden. Met groote belangstelling heb ik dezen wandelenden berg waargenomen, toen ik eenige weken geleden voor enkele dagen naar Bandoeng moest. Duidelijk kan men het deel van bet aard-massief zien, dat bezig is zich van den berg los te scheuren boven bij den top is het afglijdingsvlak duidelijk zicht baar, beneden bij den spoorbaan ziet men de oorzaak van die massale bewegelijkheid op verschillende plaatsen van den bergwand komt het water in welletjes te voorschijn. Het trein-verkeer tusschen Batavia onder vindt er ernstige stagnatie door. Eiken dag komt de berg eenige duimen nader schuiven. Dat lijkt alweer niet veel, doch gerekend over eenige honderden me ters spoorlengte wordt daar per etmaal een kolossale hoeveelheid grond op de baan ge schoven. De S. S. is nu met eenige honderden kpe- lie's bezig de baan vrij te houden. Meer dan dat, kan ze voorloopig niet doen. Het ge heele stuk berg, dat in beweging is geraakt, afgraven, is een werk waar geen beginnen aan is. Het ongerief, dat de reizigers van deze storing ondervinden, is natuurlijk groot. In dien het gunstig gaat, kan de trein heel lang zaam voorbij rijden treft men het slechter, dan moeten de reizigers, hun handbagage dragend, te voet het bedreigde baangedeelte afleggen, om in den trein te komen, welke aan de andere zijde gereed staat. Op het traject Batavia-Bandoeng zijn de treinvertragingen daardoor zeer aanzienlijk terwijl in normalen tijd de trein deze afstand in vier en een half uur aflegt, komt ze soms twee, drie, een enkele maal vier uur te laat aan. Men heeft bereids een verplaatsing van het sneltrein-verkeer aangekondigd, om dat te voeren over de Buitenzorg-lijn, en over weegt om het kwaad geheel te keeren - eene algeheele omlegging van de baan. Dit zal dan in dit bergterrein een omlegging over grooten afstand moeten worden, een werk dus, dat zeer kostbaar belooft te wor den. En dat in deze tijden van barre bezuini ging Zoo ziet men, dat Mohamed nog verstan diger was, dan hij zelf vermoeden kon het is beter van de bergen niet te verlangen, dat ze van hun plaats komen. J. A. M. d. F. DE BELGISCHE NOTA. Engelsche persstemmen- De buitengewoon hartelijke gevoelens je gens Engeland, die in de Belgische nota tot uiting komen, zijn te Londen met voldoening geconstateerd en de bladen laten zich op hun beurt in dit opzicht in hun commentaren niet onbetuigd. Niettemin wordt teleurstelling te kennen gegeven over den inhoud van de nota, daar men klaarblijkelijk gehoopt had, dat België zou komen met meer besliste voorstellen tot oplossing van den huidigen toestand. Men is echter van meening, dat de nota een nauwkeurige bestudeering verdient en die zal zij dan ook ongetwijfeld ontvangen. De Times doet uitkomen, dat ofschoon dc Belgen en de Franschen zich gezamenlijk in het Roergebied bevinden hun houding in zake de Roerkwestie en het vraagstuk der algemeene vergoedingen niet precies gelijk is. Zelfs Waar Beglië met Frankrijk gezamen lijk optrekt, heeft het eischen, aspiraties en Berekeningen voor zich zelf, hetgeen niet over het hoofd moet worden gezien en dat van werkelijke waarde kan zijn bij het zoe ken naar een algemeene regeling. Het is zeker, dat vele der beweegredenen, die Bel gië er toe brachten naar de Roer te gaan verschilden van die welke de Fransche actie bezielden. Er is in de huidige positie van België een zeker element van dwang, dat men niet moet ignoreeren. Bovendien heeft België de nadeelen van de Roerbezetting veel meer direct en sterker gevoeld dan zijn buurman. De Times neemt akte van het feit, dat de Belgische regeering m tegenstelling met Frankrijk den nadruk legt op de Engelsche bereidwilligheid om in zeker opzicht de vei ligheid van zijn bondgenooten te waarbor gen. Voor België is dit een gcwichti-". kwes tie terwijl het voor Frankrijk in de tegen woordige omstandigheden niet van het aller eerste belang is. Niettemin hebben de Bel gen gelijk, wanneer zij met het oog op zich zelf en uit Europeesch oogpunt aandringen op het werkelijk verband tusschen de be veiliging der grenzen en de aHemeenc rege ling van het vergoedingsvraagstuk. De Daily Telegraph zegt te gelooven, dat de Belgische regeering even verlangend is als de Engelsche, dat de bondgenooten tot een regeling onderling komen, want dan zou het gemakkelijk genoeg zijn een gemeen schappelijk antwoord aan Duitschland te zenden. Maar daarom valt het des te meer te betreuren, dat zij uit zich zelf geen op bouwend plan naar voren heeft gebracht voor een geleidelijke ontruiming van de Roer. hetgeen men tot voor eenige dagen nog gedacht had, dat de nota zou aangeven. Wij moeten derhalve aannemen, dat de Fransche regeering, die niet op dit plan ge steld is, haar bondgenoot overreed heeft het niet openbaar te maken. Of het in Engeland voldoende zou zijn geacht, zegt het blad, weten wij niet, maar de internationale po sitie lijdt reeds hevig door de starre wei gering om ook maar de geringste concessie of schikking aan te gaan, hetgeen de voor naamste basis vormt voor Frankrijk's hou ding. Ten opzichte van de Roer is de Belgi sche nota slechts een echo van de Fransche en geeft geen gelegenheid tot opmerkingen nu zij ontdaan is van ceh opbouwend plan zooals gehoopt werd. Met betrekking tot het Belgische denkbeeld van een conferen tie tusschen de ministers, merkt, de Daily Telegraph op, dal hoe vertrouwelijk en vriendschappelijk deze besprekingen ook zouden zijn, zij ons toch geen stap verder kunnen brengen, wanneer geen neiging aan den dag wordt gelegd o.m te willen geven en nemen, meer dan tot dusver getoond is in de officieele Fransche en Belgische doku- menten, die voor openbaarheid bestemd wa ren. De liberale bladen zijn het met deze ziens wijze volkomen eens. Zoo zegt de Manches ter Guardian, dat Baldwin geen mogelijk heid tot het bereiken van overeenstemming voorbij wenscht te laten gaan maar hij kan evenmin toelaten achter dwaallichten aan te jagen. Zijn bedoeling met de Engelsche no ta was om zoo snel en volledig mogelijk het doel van de Fransch-Engelsche politiek te zien bekend gemaakt. Die wensch is vervuld. Hij weet nu precies en even precies als Poincaré zich kan verklaren, welk doel de bondgenooten nastreven. Indien hij in de Fransche en Belgische nota's niet genoeg kan vinden om de hoop te rechtvaardigen, dat verdere onderhandelingen openbaar of in het geheim zullen leiden tot een gemeen schappelijke politiek der bondgenooten, is hij ten volle gerechtvaardigd te vragen op welken grond, hetgeen niet in de nota's wordt aangegeven, hij thans zou treden in vriendschappelijke en geheime besprekingen. Terwijl algemeen verklaard wordt dat er geen gerechtvaardigde aanleiding is voor een wijziging van de vergocdingsoercenta- ges te Spa vastgesteld, wordt er op gewezen dat het resultaat van het Belgische plan zou zijn, dat het Belgische percentage zou stij gen van 8 tot 13.9 en het Fransche Percen tage van 52 tot 57.66, terwijl het Engelsche percentage zou dalen van 22 tot 18.2 en het Itaiiaansche percentage van 10 tot niet meer dan 2.3 zou terugloopen, daal de verwoestingen van Italië •'■-ootendeels veroorzaakt zijn door Oostenrijk-Hongarije door wier verplichtingen sindsdien vrijwel een streep is gehaald. Op deze wijze zouden Engeland, als altijd en voor deze gelegen heid Italië worden uitgenoodigd het kind van de rekening te worden en om het zwaarste gedeelte te dragen van de opofferingen, die van Duitschland's schuldeischers bevraagd mochten worden. Het staat vast, aldus wordt verklaard, dat geen Engelsch deskundige of Engelsche regeering zulk een voorstel in overweging zouden kunnen nemen bewust als zij zijn van het feit, dat de schulden van de Euro- peesche bondgenooten aan Engeland dit land meer kosten dan een shilling per pond aan inkomstenbelasting. FRANSCHE PERSSTEMMEN OVER HET BELGISCHE ANTWüORD. Van de Fransche bladen, die over het ant woord van de Belgische regeering op de En gelsche nota schrijven, merkt de Petit Pari- sien o.m. op, dat men uit het antwoord vooral onthouden moet de aanduiding van een gemeenschappelijke oplossing, die voor alle bondgenooten gelijdelijk aannemelijk lijkt. Zij bestaat hierin, dat er besloten wordt, met behoud van de noodige onder panden, voor Duitschland slechts de ver plichting te handhaven de door den oorlog te land en ter zee veroorzaakte materieéle schade te herstellen en de rest van de Duit sche schuld evenals schulden der geallieer den onderling te schrappen. De Eclair schrijft, dat de beste lof, die men het Belgische dokument kan toezwaaien deze is, dat het zoowel een aanvulling als een bevestiging van het Fransche antwoord is. De Figaro voelt in de bewoordingen van het Belgische antwoord den toon eener te leurgestelde vriendschap UIT HET BEZETTE GEBIED. De Fransche generaal te Boclnim heeft het tramverkeer tusschen Bochurn en Wit ten en Bochurn en Wattenscheid stopgezet, zulks wegens daden van sabotage als ver nieling van telefoonleidingen, versperring van een weg met boomstammen en een po ging om een cokesoven te vernielen. Aan de Stuw in de Roer bij Blankenstein is Zon dagnacht ven tienjarig meisje door een schildwacht doodgeschoten. To Weitmar hebben de Franschen om een eigenaardig voorval een gedeeltelijk ver keersverbod afgekondigd. Naar oud gehruik was bij een bruiloft een touw over den weg gespannen. Voordat de trouwkoets na derde 'reed een Fransche auto, welks chauf feur het touw niet zag, er tegen aan, zoodot de auto beschadigd werd en twee soldaten lichte kwetsuren opliepen. De Franschen meenen nu, dat er een aanslag in het spel DE VERKIEZINGEN IN IERLAND. Te middernacht van Dinsdag op Woens dag, was de uitslag van de verkiezingen in dertig districten reeds bekend. De regee- ringspartij had 18 zetels verworven, de Re publikeinen kregen er drie. De overige 9 districten worden gedeeld door de onafhan- kelijken, de boeren- en de arbeiderspartij. Van de elf ministers zijn er negen gekozen. Men rekent er vast op, dat ook de twee anderen zullen worden gekozen. De repubükeinsche leidster gravin Mar- kiewicsz is gekozen voor Dublin (Zuid.) DE MOORD OP DE ITALIAANSCHE MIS SIE IN ALBANIë. De moord op de vijf leden van de Itaii aansche missie in Albanië heeft te Rome een zeer grooten en sm'artelijken indruk gemaakt op de openbare meening. De Al- baneesche regeering heeft Mussolini haar diepgevoelde deelneming betuigd en de pre mier ontvangt van alle kanten bewijzen van deelneming De secretaris-generaal van de geallieerde militaire commissie voor de grensafbakening tusschen Italië en Griekenland heeft aan den gezantenraad te Parijs het volgende te legram gezonden: Ik heb vanndcht de lijken Van generaal Tellini, majoor-dokter Corti, luitenant Bonacini, chauffeur Barneti en tolk Craveri naar Janina overgebracht. De aanslag is Maandag gepleegd op 9 uur afstands van Janina bij Santo Quaranta, nabij helling 470, ten oosten van de Griek- sche grenspost Kakadia, op een punt, waar de weg door een dicht woud gaat, eenige minuten nadat de Albaneesche afgevaardig de, die voorloopig, daar voorbij was ge komen. Er werd een boomstam over den weg ge legd, hetgeen dc Itaiiaansche delegatie dwong, halt te houden op enkele passen ^óór den boom. Daarbij werden zij bescho ten. Aan den naburigen Griekschcn po*! hoorde men 30 a 40 schoten. De comman dant en de dokter Corti werden in dén wagen gedoo'd, Dc overige vier passagi.rs konden nog uit den wagen komen en eenige schreden afleggen. Het lijk van generaal Tellini lag op 20 M. afstands in een greppe' langs den weg, De Grieksche kolonel Botzari, die op grooten afstand de auto met de Italianen volgde, arriveerde op de plek toen alles was afgeloopen en de aanvallers de vlucht had den genomen. Tengevolge van gebrekkige verbindingen en transportmoeilijkheden konden slechts tegen den avond de rechterlijke ambtenaren en de doktoren uit Janina de plek des on- heils bereiken. De lijken werden niet opgeëischt hetgeen er op schijnt te wijzen dat men hier te doen heeft met een politieke misdaad. Het onderzoek dat nog voortduurt, heeft nog geen resultaat opgeleverd," Ik blijf met het lagere personeel rin het secretariaat en de Itaiiaansche missie te Janina, Ik heb de Fj-ansclie en Engelsche commis sarissen die zich in het gebergte aan het noordelijk gedeelte der grens bevinden ver wittigd. De secretaris-generaal van de geallieerde grenscommissie, die het verslag van den moord aan den gezantenraad en de Itaiiaan sche regeering heeft gezonden is de Fran sche kapitein Limperani. Te Milaan hebben indrukwekkende be toogingen plaats gehad tegen den moord op de Itaiiaansche missie in Albanië. Te Flo rence en in andere groote steden hadden rouwbetoogingen plaats. UIT TURKIJE. De geallieerde generaals en de Turksche commissie hebben gisteren beraadslaagd over de ontruiming. Onder de Engelsche troepen heerscht groote roerigheid. Zeven vrachtbooten met troepen en oorlogstuig van den Aziatischen oever hebben Konstan- t'inopel reeds verlaten. Volgens een bericht uit Angora zal de Nationale Vergadering een wet afkondi gen voor de demobilisatie en de inrichting van het leger op voet van vrede. Te KonstantinopeJ hebben zich 19 en 25 Augustus telkens een op zichzelf staand ge val van pest voorgedaan. Een van de zieken is overleden. 16 Augustus zijn er vier geval len van typhus exanthematicus vastgesteld, gevolgd door twee sterfgevallen, verder zijn er twee sterfgevallen aan pokken en een nieuw geval van pokken. MAROKKO. Dinsdag hebben Spaansche vliegers de stelling der opstandelingen bij Alhucemas met bommen bestookt. Na afloop dezer iperatie keerden dc vliegers nog vroeg in den morgen' naar hun uitgangspunt terug. Twee der vliegtuigen waren echter zoodanig getrofien, dat zij slechts met moeite dc Spaansche linies konden hereiken. Een der bestuurders was zwaar, twee andere licht gewend. Dc nieuwe opperbevelhebber, die zoo juist uit Madrid is aangekomen, is onmiddel lijk begonnen met de toebereidselen voor een groot offensief, dat vermoedelijk de volgende week zal beginnen. Men vreest evenwel, dat de gespannen verhoudingen in de binnënlandscbe politiek, die telkens tot een crisis schijnen te zullen leiden, invloed op dit offensief zouden kunnen hebben. DE PRINS VAN WALES. De prins van Wales, die op 5 Sept. scheep gaat, wordt op 11 Sept. te Quebec verwacht en zal onmiddellijk doorreizen naar zijn hof stede te Pekisko, bij Kalgary, waar hij ver moedelijk van 15 Sept. tot 15 Oct. zal blij ven. Zoodoende zou hij vóór einde October te Londen terug kunnen zijn. EEN ONGELUK IN DE LUCHT. In Atlantic City is een vliegtuigongeluk gebeurd onder zeer merkwaardige omstan digheden. r. De bestuurder, kapitein Frank ritzsim- monds, had in den oorlog een been verló ren, waarvoor hij een kunstbeen in de plaats had genomen. Dat kunstbeen gebruikte hij bij het besturen van het vliegtuig. Men neemt nu aan, dat de mechaniek van het kunstbeen gehaperd heeft en dat daar door Fitzsimmonds de controle over dc be wegingen van het vliegtuig is kwijtgeraakt, hetgeen er toe leidde dat het toestel over den kop sloeg en na een val van een meter of honderd in een moeras terecht kwam. Zoowel de bestuurder als zijn monteur, Hum- mar Linduhl, kwamen door verstikking om fiet leven In Engeland begint de justitie steeds krachtiger op te tredeD tegen bestuurders van auto's, wanneer die Heden in staat van dronkenschap op of bij hun wagen worden aangetroffen. Dezei dagen zijn te Londen twee van zulke lieden ieder tot een niaand gevangenisstraf veroordeeld. Het is ook zeer noodig dal dergelijke heerschappen krachtig worden aangepakt. Er zijn n.l. sinds 1 Aug. in Engeland zes ongevallen geweest, alle met doodelijken afloop voor een of meer per sonen, welke ongevallen te wijten waren aan dronkenschap van den bestuurder. De staatsgouverneur van Pennsylvania, Gifford Pinchot, die als scheidsman optreedt in het conflict tusschen de mijneigenaren en de mijnwerkers in het anthracietgebied, heeft een vergadering van mijnwerkersleiders en mijneigenaars te Harrisburg toegesproken. Het betoog van ,,den bemiddelaar" liet aan duidelijkheid niets tc wenschen over: „Het staken van het kolendelven moet worden vermeden. Dat is mogelijk: en het dient tc geschidden. Er is een crisis ont staan. Wij moeten nu te elfder ure doen, wat te voren had moeten geschieden. Het anthraciet-geibruikende volk van de er. Staten verliest zijn geduld. Ik verzoek u, daar nauwkeurig rekening mee te hpuden. Dit is geen privé geschil: het publiek is partij in het geding. De rechten van het publiek zoowel als de rechten van de heide andere partijen moeten worden vertegen woordigd en erkend- Een tekort aan anthra- ciet beteckent niet enkel een verlies aan winst voor de mijneigenaren en een reus achtig verlies aan loon voor de mijnwerkers, maar een verlies aan gezondheid voor milr lioenen Amerikaansche gezinnen." In regeeringskringen te- Washington is men zeer ingenomen met den krachtigen toon, door Pinchot tegen de mijndirecties en de vakbonders aangeslagen. Men verwacht daar van wel succes. Echter zal pas later blijken wat Pinchot op de twistende groepen ver mag. Hij zou met de werkgevers en dan met de werknemers onderhandelen en in deze conferenties, die geheel vertrouwelijk zijn, zal Pinchot moeten komen met deugdelijke argumenten en adviezen. In een correspondentie uit Nancy aan de Matin wordt melding gemaakt van het op onrustbarende wijze toenemen van tra- choom onder de bevolking van Lotharingen. Men neemt aan, dat de oogledenuitslag, die nog enkele jaren geleden daar sporadisch voorkwam, door Oostersche arbeiders, die tijdens den oorlog in de metaalfabrieken in Lotharingen gewerkt hebben, is overgebracht. In het departement Meurthe en Moezel lijden nu honderden menschen en kinderen aan de ziekte. Het Duitsche ministerie voor het verkeers wezen heeft met ingang van 1 September den multiplicator voor het reizigersverkeer van 150,000 tot 600,000 verhoogd, voor het goe derenverkeer van 2,200,000 tot 2,800,000. Echter werden verschillende uitzonderings tarieven vastgesteld, zoo voor groenten als voor vruchten .Aardappelen worden zelfs vervoerd tegen 1/5 van het anders geldende tarief, zoodat het vervoer de kosten niet dekt. In verband met de waardeverminde ring van het geld, worden ook bijzondere bepalingen vastgesteld voor de betaling der vrachtprijzen. Zoo wordt de bepaling dat later kan worden betaald gewijzigd en voor zendingen, waarvan de vracht door den entvanger wordt betaald, zal een bijslag worden geheven. De Munchener Neueste Nachrichten publiceert onder den titel: „Geen toetre ding tot den Volkenbond. Een laatste waar schuwing aan het Duitsche Volk", een arti kel, dat in Beieren zeer de aandacht trekt tegen de pogingen om Duitschland tot den Volkenbond te doen toetreden. Toetreding van Duitschland zou onder de gegeven om standigheden slechts beteekenen, dat de Volkenbond in de plaats van Duitschland's souvereiniteit zou komen, zegt het blad. 't welk 't vraagstuk van zoo'n principieele be- teekenis acht, dat de rijksregeering en de partijen geen besluit dienaangaande mogen nemen zonder eerst een volksstemming te doen houden. Het blad dringt er op aan dat men in de Wilhelmstrasse een openlijke verklaring dienaangaande zal geven. De Weensche overheid heeft het hou den van stierengevechten verboden. De Sportclub had deze, tezamen met een Ita- liaansch consortium willen ondernemen. VAN DIEVEN EN DIEFJESMAAT. In den nacht van 1 op 2 Jupi sloeg een in- brekerstrio vader, zoon en Vriend zijn slag bij een rijwielhandelaar aan de Lijn- baansgrach tc Amsterdam en stal een twee tal rijwielen,-dat daar gestald was. De vriend klom- door een gebroken ruit naar binnen en maakte de huisdeur open voorden zoon. Terwijl het tweetal binnen bezig was, stond de vader op wacht. De zooji en vriend brachten de rijwielen naar een loodgieter aan den Lagen Kadijk, die ze voor hen zou trachten te verkoopen. Toen dit eenige dagen niet gelukt was, kwam de vriend met een van zijn kennissen de rijwielen terughalen. Zes brachten ze naar het Waterlooplein, waar de kennis ze te za- men voor f 40 verkocht. Van die 40 moest hij 25 aan den vriend afdragen, maar hij vond het eenvoudiger het geld zelf op te maken. Zoodoende hebben de drie dieven zelf geen cent voordeel van den diefstal ge- bad. Heden stond het trio terecht voor de Va- cantie-kamer der Amsterdamsche Recht bank. De vader en zoon bekenden, maar de vriend, die oorspronkelijk ook bekend had, ontkende thans. De zoon begreep niet, waarom hij de in braak eigenlijk gepleegd had. „Ik had het niet noodig te doen," verklaarde hij, „want. ik had nog geld." President: Had u nog geld? Beklaagde: „Ja, van mijn vorige diefstal len." Het bleek, dat dit 20-jarige jongrnensch reeds een drietal vonnissen achter den rug had en zich binnenkort te verantwoorden zal hebben voor een serie van vijf diefstal len. Dc Officier van Justitie, Mr. Massink, eischte tegen den vriend zes maanden en tegen vader en zoon ieder acht maanden gevangenisstraf. De verdedigers, Mrs. Huijer en Hans Ilil- lesum, pleitten clementie. Vervolgens stond wegens heling terecht de fnan. naar wien 's nachts de rijwielen gebracht waren en die ze niet had kunnen verkoopen. Niettegenstaande hij wist, wat voor iemand de zoon was. en dc rijwielep hem in het holst van den nacht -'ebracht wer den verklaarde deze beklaagde niet geweten te hebben, dat de rijwielen van diefstal af komstig waren. De eisch tegen dezen heler luidde 'zes maanden gevangenisstraf. Ten slotte had zich te verantwoorden het jongrnensch, dat dc rijwielen op het Water looplein verkocht had en de opbrengst voor zichzelf had gehouden. Ook deze beklaagde wist natuurlijk niet, dat hij gestolen waar verkocht had. Tegen hem was de eisch ook zes maanden gevangenisstraf. De verdediger, Mr. Cardozo, pleitte vrij spraak. KON. NED. MIJ. VAN LANDBOUW. De 'Jubileumtentoonstelling. De afd. Amsterdam van de Kon. Ned. Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde zal een algemeene Nederlandsche en Ned. Indische tentoonstelling houden van 14 tot 23 September in het R.A.I.-ge'bouw te Am sterdam, Naar aanleiding van deze tentoonstelling hield Dinsdag de afdeeling Amsterdam een vergadering. In zijn openingswoord wees de Voorzitter, de heer J. H. Kauffman, er op, dat deze vergadering het inluiden van het jubileum beteekende. Op 7 September zal de afdeeling Amster dam 50 jaar bestaan. Tegelijkertijd zal de Maatschappij een halve eeuw bestaan, welk feit herdacht wordt met een internationaal congres van tuinbouwers, dat op 17 Sent. wordt geopend en hoofdzakelijk in de aula van de universiteit zal worden gehouden. Op het congres zulhen 140 buitenlandsche gedelegeerden en 110 Nederlandsche tuin bouwers aanwezig zijn. De volgende landen zullen vertegenwoor digd zijn: Engeland, Frankrijk, België, Ver. Staten, Duitschland, Denemarken, Zweden, Finland, Rusland, Tsjecho-Slowakije, Hon garije, Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Zu:d- Afikaansche Unie, Canada, Engelsch-Indic, Ierland, Polen en Noorwegen Enkele dezer landen zullen regeerings- vertcgenwoordigers zenden, o. m. Engeland, Zweden, Italië en Hongarije. Ook zal aan wezig zijn de secretaris-generaal van het Departement van Landbouw te Pretoria. De tentoonstelling in het R.A.I.-gebouw wordt geopend op 14 Sept. des namiddags 2 uur. Behalve het groote gebouw zelf zui len de uitgestrekte terreinen er om heen benut worden. In het achtergedeelte van het gebouw zal de Indische afdeeling komen, die de geheele breedte van dc zaal zal beslaan. Verschil lende Horti in Nederland zulen hun palmen voor deze gelegenheid afstaan. Vooral de heeren dr. Docters van Leeu wen, directeur van 's Lands Plantentuin en de heer Ochse, leider van den tuinbouw- voorlichtingsdienst in Indië, voor zoover het Oost-Indië betreft, en de heer Drost, spe cialiteit voor West-Indië, hebben zich bij zonder verdienstelijk gemaakt in dit ver band. Ut Suriname zal West-Indisch fruit ko men. Verder zal fruit uit Zuid-Afrika wordea geëxposeerdN In 'het geheel zullen 10 bui tenlandsche inzendingen komen. De aandacht verdient in dit verband het feit, dat de tentoonstelling niet Internatio naal is uitgeschreven. Na den voorzitter werd het woord ge voerd door de voorziters der diverse com missies, die uiteenzettingen gaven van de onderdeden der tentoonstelling. Medegedeeld word nog, dat de inzenders slechts 35 tot 40 pet. van de aangevraagde ruimte kenden krijgen. Er zullen pl.m. dertig celectieve inzen dingen komer., o. m. van de boomkweekers te NaaraenBussum, de groentenkweekfrs in 't Wcstland, de Ned. Dahlia vereeri ging, enzoovoort. Verder zijn er 300 „gewone" inzendingen en zestig standen met „bij-artikelen". Op de tentoonstelling zullen kookdemon straties worden gegeven, waaraan de diverse Amsterdamsche kookscholen hare mede werking zullen verleenen. Dit zal zijn een ernstige' poging om het eigen volksproduct, tomaten b.v. meer op ruime schaal bekend te maken. Er komt verder een zeer belangrijke in zending tropische planten. Aan dè achtrzijde in den tuin zullen dc scholieren hun werk exposeeren, zooals dat vroeger door „Ons Huis" werd georgani seerd. De groentenkweekers uit Noord-Hollar.3 zullen met zeven schepen vol groenten komen, zqoals ze dagelijks aan veilingen tc Noord-Holland arriveeren. In den tuin komt o. m. de „Hortus Bota nicus" met een groote inzending genees kruiden. Van de reclame-campagne, die op touw wordt gezet, noemen we slechts den op tocht met „sjeezen", waarin het bekende gezelschap van „De Bruiloft van Kloris en Roosje" voorstelt, die door de stad zal rijden. EEN GOED HONINGJAAR. Met het honinggewin is'het al heel Won derlijk gegaan. Werd er, ten gevolge van het slechte weder tot einde Juni door de bijen niets gewonnen, gedurende de hiite- periode in de eerste helft van Juni was het gewin overweldigend. Zelfs konden de kor ven de honing nauwelijks bevatten en stel lig zouden toen reeds heel wat imkers lot drijven (het ontdoen der korven van den honing) zijn overgegaan, ware niet de ho ning speciaal op dc wit bloeiende kemps (een soort klaver) gehaald en dientengevolge van minder goede kwaliteit. Daarna is t met het gewin zeer verschillend gegaan. Zoo is de omgeving van Barneveid, wijl hier haast geen boekweit meer wordt ver bouwd, sedert dien bijna niets meer gewon nen, in verband waarmede de bijen zich vooral op de voortteling hebben toegelegd Dit heeft echter weer ten gevolge gehad, dat de groote voojraad honing van enkele weken geleden thans geheel door de bijen zelf is opgeteerd. De bijenhouders daartegen, die hun korven naar elders hebben vervoerd, waar de boekweitteelt nog wordt toegepast, Kun nen op dit oogerrblik over buitengewoon veel heerlijker tafelhoning beschikken. Voorts belooft de heidebloei dit jaar veel, zoodat de bijen ook daar, bij eenigszins gunstig weer, stellig nog heel wat honing zullen vergaren. Alles bijeeil, zal 1923 dus wellicht onder de goede bijenjaren mogen worden ge rekend. 32. Droevig en bang gingen de kleinen weg. Kathe beet zich op dc lippen cn volgde de kinderen met somberen blik, tot zij ach ter het huis verdwenen waren, „Ik ging graag mee, om de arme kleinen weer blij te maken, maar ik zal mij natuurlijk nooit weer op het terrein wagen, dat ik reeds voor goed heb verlaten," zei ze met een menge ling 'van smart en toorn. En hij hervatte op spottenden toon: „Gij zoudt mij wel een onmensch willen noemen, zooals ik zooeven voor een zwakhoofd werd uitgemaakt? Troost u maar, een kindergemoed heeft het middel om weer blij te worden altijd bij de hand. Lachen en schreien liggen er vlak naast elkander. Hoort gij wel, hoe zij daar al weer aan 't joelen en spelen zijn?" Met een vluchtigen glimlach wees hij naar de plaats, waar de kinderen heen waren ge gaan, „Ik wed, dat zij om mij en mijne boos heid lachen. Om uwentwil heb ik die uitge laten troep weggestuurd ik kon dat niet zien. Hoe kunt gij liet verdragen, dat zij u zoo aanvatten? De kinderen zijn woest en slecht opgevoed." „Omdat zij veel van mij houden! Goddank, dat zij het doen! Ja, God zij dank, dat ik daaraan nog kan gelooven!" riep zij, terwijl zij dc ineengevouwen handen tegen de bors{ drukte. „Of zoudt gij mij ook tegenover die kinderen willen laten gelooven, dat die uitgelatene liefde alleen mijn geldkist gold? Neen, die troostvolle overtuiging geef ik niet op, ik laat mij die niet ontnemen, wees daar zeker van!" Wat klonk die klacht treurig van de jeug dige lippen! Ontsteld ging hij een schrede achteruit. „Welk een zonderling denkbeeld „Och, komt het u werkelijk zoo wonder lijk voor dat ik eindelijk eens wakker ben eschud uit mijn meer dan kinderlijk goed vertrouwen, dat altijd meende dat een warm gevoel en een brave, oprechte bedoeling ook iets in de wereld mee te zeggen hadden? Niet waar, het heeft lang genoeg geduurd, eer in mijne onnoozele ziel het licht is op gegaan, oer ik tot inzicht kwam, hoe verba zend belachelijk ik mij maakte met mijne ouderwetschc gevoelens over goed en kwaad, over waarheid en leugen!" Doo- delijk bleek kromp zij huiverend ineen. „O, daar is iets vreeselijks in die plotselinge er varing, dat men eigenlijk in het geheel niet meer is wat men waande te zijn, een jong menschenkind met een warm gevoel voor het recht dat het meende te hebben eens op zijne wijs gelukkig te worden! Zwijgend wendde hij dc oogen van haar af en na een diept ademhaling, ging zij voort: „Bij onze eerste ontmoeting hebt gij mij gevraagd, hoe ik dien onverwachten rijk dom wel opnam, nu eerst op dit oogenblik ben ik in staat u op die vraag te antwoor den. Ik zie er in mijn eigen uit alsof ik in die geldzee verdronken was; wel reiken mij velen de handen toe om mij te redden, doch niet om mij, maar alleen om den goudstroom die mij omgeeft" Bruck sidderde bij het hooren dier rade- looze treurige woorden, „Mijn God, hoe komt gij aan die ontzettende gedachte?" Akelig klonk haar lach, toen zij antwoord de: „Vraagt gij dit nog? Dwingt men mij niet eiken dag, ieder uur die ontzettende gedach te als in te ademen met Gods heerlijke lucht, waarin ik leef? In Dresden bederft men mij en speelt met mij, omdat ik dc „goudvisch" ben; het kleine vonkje van ta lent, dat in mij is, roemen mijn meesters, omdat zij er zoo veel mee verdienen, en de voogd slaat het oog op zijn pupil, wijl hij het best van allen prijs bepalen kan." Onder het spreken had haar blik doelloos rondgedwaald nu zag zij den dokter aan, die een beweging maakte even alsof hem een electrische schok had getroffen. „Is dat al een feit?" stamelde hij, en streek de hand langs het voorhoofd alsof hij op eens een duizeling kreeg, „En het doet u zeker leed, u te moeten voorstellen dut Maurits ook zoo denkt?" liet hij er, na een oogenblik zwijgen, schier angstig op volgen. Getroffen luisterde zij naar de toon dier stem, die zoo zonderling mat en droevig klonk. „Het doet mij veel meer leed dat iedereen het recht meent te hebben in die aangelegenheid mee te spreken, antwoord de zij, en hare schoone gestalte in de volle lengte oprichtende, stond zij daar als het bééld van fieren trots tegenover vreemde j aanmatiging Met bitteren lach schudde zij het hoofd. „Wat moet zulk een arme goud visch zich krachtig verdedigen, als hij geen speelbal verkiest te worden in de hand van den een of anderen egoïst En ik verkies dat niet, ik wil dat niet bepaald niet! Wees voorzichtig dokter! Gij behoort ook tot hen, die van oordeel zijn, dat een jong meisje, zonder vader of moeder, zich overal heen moet laten wenden en sturen, terwijl liet voordeel of het welbehagen van anderen over haar komen en gaan naar willekeur. Hier jaagt gij mij weg, en daar zoudt gij mij een keten om den voet willen slaan, opdat ik bleef. Ik zou wel eens wil len weten, wat u daar het recht toe geeft, of neen" hare lippen bewogen zich, ais bedwong zij met geweld hare tranen „Ik zou met Henriëtle willen vragen: wat heb ik u toch gedaan?" Dit woord op klagenden toon uitgespro ken, bestierf op hare lippen de dokter bad haar bij de band gevat en zijne koude vingers omklemden die als met ijzeren band. „Geen woord meer, Kathe!" riep hij haar toe met een drift, dat zij er van ontstelde. ,Ik weet gelukkig dat er in uw hart geen spoor aanwezig is van zucht tot laf kome diespel, anders zou ik gaan denken dat door u de meest verfijnde foltering was uitge dacht, oin mij ecri zorgvuldig bewaard ge heim af te persen," hij liet hare hand los; „maar ook ik verkies dat niet, ik wil dat niet bepaald niet!" Hij kruiste de armen over de borst en vetwijderde zich eenige schreden, als had hij plan in huis te gaan, maar plotseling keerde hij zich weer naar het meisje dat als een stcenen beeld was achtergebleven, „Ik zou toch wel graa' eens willen weten in hoever ik u een keten om den voet heb willen slaan, ondat gij blijven zoudt, zei hij bedaard, terwijl hij vlak voor haar stond. Kathe bloosde; een oogenblik aarzelde zij met maagdelijken schroom, toen echter ant woordde zij kalm en vast: „gij verlangt dat ik als vrouw de villa Kanmgarten bewo nen zal „Ik -r ik?" Hij drukte de gebalde vuisten tegen de borst en barstte weer uit in dien hoonenden lach, die haar straks bij zijn ge sprek met de tante had doen ontstellen. „En waarop grondt gij die beschuldiging? Waar om zou ik wenschen dat gij als huisvrouw de villa zoudt bewonen?" vroeg hij, zijn Hef tige aandoening met moeite bedwingend. „Omdat gij, zooals Flora zegt, Henriëtte niet aan haar lot wenscht over te laten.' antwoordde zij met die volkomen oprecht heid, die van geen ontwijken of bedekken hooren wil. „Gij vindt, dat ik mijne zwakke zuster met liefde verpleeg, en, om haar het verblijf in het huis van Maurits, het voor malig ouderlijk huis, te verzekeren, moet ik de liefde en toewijding nog hooger opvoeren door de vrouw van den handclsraad te -.or den." „En gelooft <!üt dat ik de leider vart zulx een familie-intrigue ben. Gelooft gij dit waar lijk? Hebt gij dan vergeten, dat ik mij van het begin af tegen die opofferende verple ging, tegen een langer verblijf in Romers huis heb verzet?" „Sinds dien dag is er veel veranderd, antwoordde zij haastig en bitter. Gij zult in September voor goed heengaan. Het is u dan volkomen onverschillig, wie huishoudt in de villa, en een onwelgevallige persoon, die daar woont, is u niet langer tot last." „Kathe! riep hij uit. „Dokter!" Zij boog het hoog geheven hoofd niet neder voor zijn vlammenden blik. „Het denkbeeld van zoodanige schik king ligt eigenlijk voor de hand en het kon alleen een zoo weinig vermoedend of traag begrijpend wezen als mij overkomen, zoo lang voor dit alles blind te zijn, liet zij er kalm op volgen. Daar lag iets meester- achtigs in haar stem en houding, als was zij op eens jaren vol kennis en ervaring rijker geworden. Er kwam dan immers geen vreemd element in den familiekring, de geheele huiselijke inrichting kon blijven zooals zij was, en allerlei gewoonten en ge makken, die men in de villa cn den toren had ingevoerd, bleven op denzclfden voet voort duren. Zelfs mijn ijzeren kist kon in Maurits schatkamor blijven staan. Dat was immers zoo praktisch mogelijk „En lacht u dit zoo toe, dat gij geen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5