BUITENLAND
Tweede Blad
30 Aaagias ft?s 1923
KLATERGOUD.
Engelsche en Fransche persstemmen over de Belgische nota. De
verkiezingen in Ierland; negen van de elf aftredende ministers gekozen.
Moord op de Itaiiaansche missie in Albanië.
Onder de Telegrammen: De deskundigen van het Engelsche departe
ment van financiën hebben de Fransche en de Belgische nota's onder
zocht en zijn tot de slotsom gekomen, dat beide in geen enkel opzicht be
antwoorden aan de te Londen gekoesterde verwachting, dat de regee
ringen van Frankrijk en België toegankelijk zonden zijn voor de Engel
sche argumenten en voorstellen. Een dreigende nota van Italië aan
Griekenland. Het Duitsche indexcijfer is hoven het millioen gestegen.
De Valera met groote meerderheid gëkozen.
G£M. BUiïENL. BERSSHTEN.
RECHTSZAKEN.
LANDBOUW m VISSSHiRIJ.
FEUILLETON.
XXIX.
Een van de bekende gezegden, wel'ke aan
den stichter van den Islamitischen gods
dienst worden toegeschreven, is „Als de
berg niet tot Mahomed komt, dan komt Ma
homed tot den berg." Wat practisch er wel
op neer zal gekomen zijn, dat deze profeet
altijd zelf zal op stap moeten zijn gegaan.
Bergen zijn in den regel weinig tegemoetko
mend.
Stel u eens voor, trouwens, dat zoo een
heele berg zich in beweging ging zetten. De
schrik zou er in komen.
Inderdaad.
En nu hebben we hier toch de sensatie
om een berg te zien „wandelen".
De lezer moet zich dat echter niet te ver
schrikkelijk voorstellen. Het verschijnsel van
„wandelende bergen" is minder zeldzaam dan
men zou denken. Met name in Zwitserland
krijgt men er ook nog al eens mede te ma
ken.
Hier op Java komt het verschijnsel meer
malen voor. De oorzaak daarvan lig^ in de
gesteldheid van Java's bodem. Rotsgebergten
treft men hier haast niet aan krijt-forma-
ties op enkele plaatsen, en daar zijn ze dade
lijk zichtbaar. Het bergland van Java ken
merkt zich bijna overal behalve door zijn
dichte begroeiing door zijn afgeronde
glooiingen en hellingen. De grond is bijna
overal te week, te kleiachtig om scherpe
pieken of loodrechte wanden te vormen.
Meerendeels bestaat de bodem uit verwee-
rings-producten van vulkanische gesteenten
met geringe vastheid.
Zoo is een der groote moeilijkheden, welke
een goede oplossing voor het wegenvraag-
stuk in de groote steden in den weg staan,
het ontbreken van een harde bazaltsoort. De
steenslag, welke nu gebruikt moet worden,
is van te geringe hardheid om een eenigs-
zinsgduurzame weg-verharding te kunnen
leveren.
In den regentijd is het aantal aardver
schuivingen legio. Vooral de spoorwegen on
dervinden daar grooten last van.
Nu ligt de kwestie bij „wandelende ber
gen" nog anders dan bij deze aardschuivin-
gen, welke zich meer tot de oppervlakte be
perken. Gewoonlijk moet men zich het ge
val aldus voorstellen
Het bergmassief bestaat uit verschillende
lagen van gesteenten, welke meestal niet
horizontaal liggen, doch geplooid of in schui
nen stand. Wanneer nu de bovenlagen ge
makkelijk water doorlaten en rusten op een
schuin-afloopende laag, welke ondoordring
baar is voor water, bijv. klei, dan verzamelt
zich daarop het water, en ontstaat er op die
scheidingslijn een rutschbaan, waarlangs
het geheele bovengedeelte neiging vertoont
tot afglijden.
Men kan zich elders moeilijk een voor
stelling maken van de geweldige gevaarten,
welke op die wijze in beweging komen te ge
raken.
De beweging geschiedt gewoonlijk zeer
langzaam, in een korten waarnemingstij d is
er weinig van te bespeuren, doch ze gaat
daarom niet minder zeker.
Reeds eenigen tijd geleden hoorde ik van
een dergelijke afschuiving, welke een weg in
eenige jaren tijds een tiental meters verplaat
ste. Het lijkt niet veel, doch de verplaat
sing is voldoende geweest om de brug, welke
daar ter plaatse den weg over de rivier leidt,
geheel te vernielen en een nieuwe opbouw,
ook in de naaste omgeving, onmogelijk te
maken, daar deze toch geen stand zou hou
den. Men moet zich maar eens den gewel
digen druk voorstellen welke zoo'n wande
lende berg uitoefent op alle bouwwerken,
die hem in 't wandelen hinderen.
Zoo iets dergelijks doet zich nu voor op
het baangedeelte, waar de staatsspoorlijn
Batavia-Bandoeng het gebergte binnen
dringt. Daar is door een der bergruggen een
insnijding gemaakt. Naar de aldus ontstane
kloof is het hoogere gedeelte van den berg
nu bezig af te glijden.
Met groote belangstelling heb ik dezen
wandelenden berg waargenomen, toen ik
eenige weken geleden voor enkele dagen naar
Bandoeng moest. Duidelijk kan men het
deel van bet aard-massief zien, dat bezig is
zich van den berg los te scheuren boven bij
den top is het afglijdingsvlak duidelijk zicht
baar, beneden bij den spoorbaan ziet men
de oorzaak van die massale bewegelijkheid
op verschillende plaatsen van den bergwand
komt het water in welletjes te voorschijn.
Het trein-verkeer tusschen Batavia onder
vindt er ernstige stagnatie door.
Eiken dag komt de berg eenige duimen
nader schuiven. Dat lijkt alweer niet veel,
doch gerekend over eenige honderden me
ters spoorlengte wordt daar per etmaal een
kolossale hoeveelheid grond op de baan ge
schoven.
De S. S. is nu met eenige honderden kpe-
lie's bezig de baan vrij te houden. Meer dan
dat, kan ze voorloopig niet doen. Het ge
heele stuk berg, dat in beweging is geraakt,
afgraven, is een werk waar geen beginnen
aan is.
Het ongerief, dat de reizigers van deze
storing ondervinden, is natuurlijk groot. In
dien het gunstig gaat, kan de trein heel lang
zaam voorbij rijden treft men het slechter,
dan moeten de reizigers, hun handbagage
dragend, te voet het bedreigde baangedeelte
afleggen, om in den trein te komen, welke
aan de andere zijde gereed staat.
Op het traject Batavia-Bandoeng zijn de
treinvertragingen daardoor zeer aanzienlijk
terwijl in normalen tijd de trein deze afstand
in vier en een half uur aflegt, komt ze soms
twee, drie, een enkele maal vier uur te laat
aan.
Men heeft bereids een verplaatsing van het
sneltrein-verkeer aangekondigd, om dat te
voeren over de Buitenzorg-lijn, en over
weegt om het kwaad geheel te keeren -
eene algeheele omlegging van de baan. Dit
zal dan in dit bergterrein een omlegging
over grooten afstand moeten worden, een
werk dus, dat zeer kostbaar belooft te wor
den.
En dat in deze tijden van barre bezuini
ging
Zoo ziet men, dat Mohamed nog verstan
diger was, dan hij zelf vermoeden kon het
is beter van de bergen niet te verlangen, dat
ze van hun plaats komen.
J. A. M. d. F.
DE BELGISCHE NOTA.
Engelsche persstemmen-
De buitengewoon hartelijke gevoelens je
gens Engeland, die in de Belgische nota tot
uiting komen, zijn te Londen met voldoening
geconstateerd en de bladen laten zich op
hun beurt in dit opzicht in hun commentaren
niet onbetuigd.
Niettemin wordt teleurstelling te kennen
gegeven over den inhoud van de nota, daar
men klaarblijkelijk gehoopt had, dat België
zou komen met meer besliste voorstellen tot
oplossing van den huidigen toestand.
Men is echter van meening, dat de nota
een nauwkeurige bestudeering verdient en
die zal zij dan ook ongetwijfeld ontvangen.
De Times doet uitkomen, dat ofschoon dc
Belgen en de Franschen zich gezamenlijk in
het Roergebied bevinden hun houding in
zake de Roerkwestie en het vraagstuk der
algemeene vergoedingen niet precies gelijk
is. Zelfs Waar Beglië met Frankrijk gezamen
lijk optrekt, heeft het eischen, aspiraties en
Berekeningen voor zich zelf, hetgeen niet
over het hoofd moet worden gezien en dat
van werkelijke waarde kan zijn bij het zoe
ken naar een algemeene regeling. Het is
zeker, dat vele der beweegredenen, die Bel
gië er toe brachten naar de Roer te gaan
verschilden van die welke de Fransche actie
bezielden. Er is in de huidige positie van
België een zeker element van dwang, dat
men niet moet ignoreeren. Bovendien heeft
België de nadeelen van de Roerbezetting
veel meer direct en sterker gevoeld dan zijn
buurman.
De Times neemt akte van het feit, dat de
Belgische regeering m tegenstelling met
Frankrijk den nadruk legt op de Engelsche
bereidwilligheid om in zeker opzicht de vei
ligheid van zijn bondgenooten te waarbor
gen. Voor België is dit een gcwichti-". kwes
tie terwijl het voor Frankrijk in de tegen
woordige omstandigheden niet van het aller
eerste belang is. Niettemin hebben de Bel
gen gelijk, wanneer zij met het oog op zich
zelf en uit Europeesch oogpunt aandringen
op het werkelijk verband tusschen de be
veiliging der grenzen en de aHemeenc rege
ling van het vergoedingsvraagstuk.
De Daily Telegraph zegt te gelooven, dat
de Belgische regeering even verlangend is
als de Engelsche, dat de bondgenooten tot
een regeling onderling komen, want dan zou
het gemakkelijk genoeg zijn een gemeen
schappelijk antwoord aan Duitschland te
zenden. Maar daarom valt het des te meer
te betreuren, dat zij uit zich zelf geen op
bouwend plan naar voren heeft gebracht
voor een geleidelijke ontruiming van de
Roer. hetgeen men tot voor eenige dagen
nog gedacht had, dat de nota zou aangeven.
Wij moeten derhalve aannemen, dat de
Fransche regeering, die niet op dit plan ge
steld is, haar bondgenoot overreed heeft het
niet openbaar te maken. Of het in Engeland
voldoende zou zijn geacht, zegt het blad,
weten wij niet, maar de internationale po
sitie lijdt reeds hevig door de starre wei
gering om ook maar de geringste concessie
of schikking aan te gaan, hetgeen de voor
naamste basis vormt voor Frankrijk's hou
ding. Ten opzichte van de Roer is de Belgi
sche nota slechts een echo van de Fransche
en geeft geen gelegenheid tot opmerkingen
nu zij ontdaan is van ceh opbouwend plan
zooals gehoopt werd. Met betrekking tot
het Belgische denkbeeld van een conferen
tie tusschen de ministers, merkt, de Daily
Telegraph op, dal hoe vertrouwelijk en
vriendschappelijk deze besprekingen ook
zouden zijn, zij ons toch geen stap verder
kunnen brengen, wanneer geen neiging aan
den dag wordt gelegd o.m te willen geven
en nemen, meer dan tot dusver getoond is
in de officieele Fransche en Belgische doku-
menten, die voor openbaarheid bestemd wa
ren.
De liberale bladen zijn het met deze ziens
wijze volkomen eens. Zoo zegt de Manches
ter Guardian, dat Baldwin geen mogelijk
heid tot het bereiken van overeenstemming
voorbij wenscht te laten gaan maar hij kan
evenmin toelaten achter dwaallichten aan
te jagen. Zijn bedoeling met de Engelsche no
ta was om zoo snel en volledig mogelijk het
doel van de Fransch-Engelsche politiek te
zien bekend gemaakt. Die wensch is vervuld.
Hij weet nu precies en even precies als
Poincaré zich kan verklaren, welk doel de
bondgenooten nastreven. Indien hij in de
Fransche en Belgische nota's niet genoeg
kan vinden om de hoop te rechtvaardigen,
dat verdere onderhandelingen openbaar of
in het geheim zullen leiden tot een gemeen
schappelijke politiek der bondgenooten, is
hij ten volle gerechtvaardigd te vragen op
welken grond, hetgeen niet in de nota's
wordt aangegeven, hij thans zou treden in
vriendschappelijke en geheime besprekingen.
Terwijl algemeen verklaard wordt dat er
geen gerechtvaardigde aanleiding is voor
een wijziging van de vergocdingsoercenta-
ges te Spa vastgesteld, wordt er op gewezen
dat het resultaat van het Belgische plan zou
zijn, dat het Belgische percentage zou stij
gen van 8 tot 13.9 en het Fransche Percen
tage van 52 tot 57.66, terwijl het
Engelsche percentage zou dalen van 22 tot
18.2 en het Itaiiaansche percentage van 10
tot niet meer dan 2.3 zou terugloopen, daal
de verwoestingen van Italië •'■-ootendeels
veroorzaakt zijn door Oostenrijk-Hongarije
door wier verplichtingen sindsdien vrijwel
een streep is gehaald. Op deze wijze zouden
Engeland, als altijd en voor deze gelegen
heid Italië worden uitgenoodigd het kind van
de rekening te worden en om het zwaarste
gedeelte te dragen van de opofferingen, die
van Duitschland's schuldeischers bevraagd
mochten worden.
Het staat vast, aldus wordt verklaard,
dat geen Engelsch deskundige of Engelsche
regeering zulk een voorstel in overweging
zouden kunnen nemen bewust als zij zijn
van het feit, dat de schulden van de Euro-
peesche bondgenooten aan Engeland dit land
meer kosten dan een shilling per pond aan
inkomstenbelasting.
FRANSCHE PERSSTEMMEN OVER HET
BELGISCHE ANTWüORD.
Van de Fransche bladen, die over het ant
woord van de Belgische regeering op de En
gelsche nota schrijven, merkt de Petit Pari-
sien o.m. op, dat men uit het antwoord
vooral onthouden moet de aanduiding van
een gemeenschappelijke oplossing, die voor
alle bondgenooten gelijdelijk aannemelijk
lijkt. Zij bestaat hierin, dat er besloten
wordt, met behoud van de noodige onder
panden, voor Duitschland slechts de ver
plichting te handhaven de door den oorlog
te land en ter zee veroorzaakte materieéle
schade te herstellen en de rest van de Duit
sche schuld evenals schulden der geallieer
den onderling te schrappen.
De Eclair schrijft, dat de beste lof, die
men het Belgische dokument kan toezwaaien
deze is, dat het zoowel een aanvulling als
een bevestiging van het Fransche antwoord
is.
De Figaro voelt in de bewoordingen van
het Belgische antwoord den toon eener te
leurgestelde vriendschap
UIT HET BEZETTE GEBIED.
De Fransche generaal te Boclnim heeft
het tramverkeer tusschen Bochurn en Wit
ten en Bochurn en Wattenscheid stopgezet,
zulks wegens daden van sabotage als ver
nieling van telefoonleidingen, versperring
van een weg met boomstammen en een po
ging om een cokesoven te vernielen. Aan
de Stuw in de Roer bij Blankenstein is Zon
dagnacht ven tienjarig meisje door een
schildwacht doodgeschoten.
To Weitmar hebben de Franschen om een
eigenaardig voorval een gedeeltelijk ver
keersverbod afgekondigd. Naar oud gehruik
was bij een bruiloft een touw over den
weg gespannen. Voordat de trouwkoets na
derde 'reed een Fransche auto, welks chauf
feur het touw niet zag, er tegen aan, zoodot
de auto beschadigd werd en twee soldaten
lichte kwetsuren opliepen. De Franschen
meenen nu, dat er een aanslag in het spel
DE VERKIEZINGEN IN IERLAND.
Te middernacht van Dinsdag op Woens
dag, was de uitslag van de verkiezingen in
dertig districten reeds bekend. De regee-
ringspartij had 18 zetels verworven, de Re
publikeinen kregen er drie. De overige 9
districten worden gedeeld door de onafhan-
kelijken, de boeren- en de arbeiderspartij.
Van de elf ministers zijn er negen gekozen.
Men rekent er vast op, dat ook de twee
anderen zullen worden gekozen.
De repubükeinsche leidster gravin Mar-
kiewicsz is gekozen voor Dublin (Zuid.)
DE MOORD OP DE ITALIAANSCHE MIS
SIE IN ALBANIë.
De moord op de vijf leden van de Itaii
aansche missie in Albanië heeft te Rome
een zeer grooten en sm'artelijken indruk
gemaakt op de openbare meening. De Al-
baneesche regeering heeft Mussolini haar
diepgevoelde deelneming betuigd en de pre
mier ontvangt van alle kanten bewijzen
van deelneming
De secretaris-generaal van de geallieerde
militaire commissie voor de grensafbakening
tusschen Italië en Griekenland heeft aan
den gezantenraad te Parijs het volgende te
legram gezonden: Ik heb vanndcht de lijken
Van generaal Tellini, majoor-dokter Corti,
luitenant Bonacini, chauffeur Barneti en
tolk Craveri naar Janina overgebracht.
De aanslag is Maandag gepleegd op 9
uur afstands van Janina bij Santo Quaranta,
nabij helling 470, ten oosten van de Griek-
sche grenspost Kakadia, op een punt, waar
de weg door een dicht woud gaat, eenige
minuten nadat de Albaneesche afgevaardig
de, die voorloopig, daar voorbij was ge
komen.
Er werd een boomstam over den weg ge
legd, hetgeen dc Itaiiaansche delegatie
dwong, halt te houden op enkele passen
^óór den boom. Daarbij werden zij bescho
ten. Aan den naburigen Griekschcn po*!
hoorde men 30 a 40 schoten. De comman
dant en de dokter Corti werden in dén
wagen gedoo'd, Dc overige vier passagi.rs
konden nog uit den wagen komen en eenige
schreden afleggen. Het lijk van generaal
Tellini lag op 20 M. afstands in een greppe'
langs den weg,
De Grieksche kolonel Botzari, die op
grooten afstand de auto met de Italianen
volgde, arriveerde op de plek toen alles was
afgeloopen en de aanvallers de vlucht had
den genomen.
Tengevolge van gebrekkige verbindingen
en transportmoeilijkheden konden slechts
tegen den avond de rechterlijke ambtenaren
en de doktoren uit Janina de plek des on-
heils bereiken.
De lijken werden niet opgeëischt hetgeen
er op schijnt te wijzen dat men hier te doen
heeft met een politieke misdaad.
Het onderzoek dat nog voortduurt, heeft
nog geen resultaat opgeleverd,"
Ik blijf met het lagere personeel rin het
secretariaat en de Itaiiaansche missie te
Janina,
Ik heb de Fj-ansclie en Engelsche commis
sarissen die zich in het gebergte aan het
noordelijk gedeelte der grens bevinden ver
wittigd.
De secretaris-generaal van de geallieerde
grenscommissie, die het verslag van den
moord aan den gezantenraad en de Itaiiaan
sche regeering heeft gezonden is de Fran
sche kapitein Limperani.
Te Milaan hebben indrukwekkende be
toogingen plaats gehad tegen den moord op
de Itaiiaansche missie in Albanië. Te Flo
rence en in andere groote steden hadden
rouwbetoogingen plaats.
UIT TURKIJE.
De geallieerde generaals en de Turksche
commissie hebben gisteren beraadslaagd
over de ontruiming. Onder de Engelsche
troepen heerscht groote roerigheid. Zeven
vrachtbooten met troepen en oorlogstuig
van den Aziatischen oever hebben Konstan-
t'inopel reeds verlaten.
Volgens een bericht uit Angora zal de
Nationale Vergadering een wet afkondi
gen voor de demobilisatie en de inrichting
van het leger op voet van vrede.
Te KonstantinopeJ hebben zich 19 en 25
Augustus telkens een op zichzelf staand ge
val van pest voorgedaan. Een van de zieken
is overleden. 16 Augustus zijn er vier geval
len van typhus exanthematicus vastgesteld,
gevolgd door twee sterfgevallen, verder zijn
er twee sterfgevallen aan pokken en een
nieuw geval van pokken.
MAROKKO.
Dinsdag hebben Spaansche vliegers de
stelling der opstandelingen bij Alhucemas
met bommen bestookt. Na afloop dezer
iperatie keerden dc vliegers nog vroeg in
den morgen' naar hun uitgangspunt terug.
Twee der vliegtuigen waren echter zoodanig
getrofien, dat zij slechts met moeite dc
Spaansche linies konden hereiken. Een der
bestuurders was zwaar, twee andere licht
gewend.
Dc nieuwe opperbevelhebber, die zoo
juist uit Madrid is aangekomen, is onmiddel
lijk begonnen met de toebereidselen voor
een groot offensief, dat vermoedelijk de
volgende week zal beginnen. Men vreest
evenwel, dat de gespannen verhoudingen in
de binnënlandscbe politiek, die telkens tot
een crisis schijnen te zullen leiden, invloed
op dit offensief zouden kunnen hebben.
DE PRINS VAN WALES.
De prins van Wales, die op 5 Sept. scheep
gaat, wordt op 11 Sept. te Quebec verwacht
en zal onmiddellijk doorreizen naar zijn hof
stede te Pekisko, bij Kalgary, waar hij ver
moedelijk van 15 Sept. tot 15 Oct. zal blij
ven. Zoodoende zou hij vóór einde October
te Londen terug kunnen zijn.
EEN ONGELUK IN DE LUCHT.
In Atlantic City is een vliegtuigongeluk
gebeurd onder zeer merkwaardige omstan
digheden. r.
De bestuurder, kapitein Frank ritzsim-
monds, had in den oorlog een been verló
ren, waarvoor hij een kunstbeen in de plaats
had genomen. Dat kunstbeen gebruikte hij
bij het besturen van het vliegtuig.
Men neemt nu aan, dat de mechaniek van
het kunstbeen gehaperd heeft en dat daar
door Fitzsimmonds de controle over dc be
wegingen van het vliegtuig is kwijtgeraakt,
hetgeen er toe leidde dat het toestel over
den kop sloeg en na een val van een meter
of honderd in een moeras terecht kwam.
Zoowel de bestuurder als zijn monteur, Hum-
mar Linduhl, kwamen door verstikking om
fiet leven
In Engeland begint de justitie steeds
krachtiger op te tredeD tegen bestuurders
van auto's, wanneer die Heden in staat van
dronkenschap op of bij hun wagen worden
aangetroffen. Dezei dagen zijn te Londen
twee van zulke lieden ieder tot een niaand
gevangenisstraf veroordeeld. Het is ook zeer
noodig dal dergelijke heerschappen krachtig
worden aangepakt. Er zijn n.l. sinds 1 Aug.
in Engeland zes ongevallen geweest, alle met
doodelijken afloop voor een of meer per
sonen, welke ongevallen te wijten waren aan
dronkenschap van den bestuurder.
De staatsgouverneur van Pennsylvania,
Gifford Pinchot, die als scheidsman optreedt
in het conflict tusschen de mijneigenaren en
de mijnwerkers in het anthracietgebied, heeft
een vergadering van mijnwerkersleiders en
mijneigenaars te Harrisburg toegesproken.
Het betoog van ,,den bemiddelaar" liet aan
duidelijkheid niets tc wenschen over:
„Het staken van het kolendelven moet
worden vermeden. Dat is mogelijk: en het
dient tc geschidden. Er is een crisis ont
staan. Wij moeten nu te elfder ure doen,
wat te voren had moeten geschieden. Het
anthraciet-geibruikende volk van de er.
Staten verliest zijn geduld. Ik verzoek u,
daar nauwkeurig rekening mee te hpuden.
Dit is geen privé geschil: het publiek is
partij in het geding. De rechten van het
publiek zoowel als de rechten van de heide
andere partijen moeten worden vertegen
woordigd en erkend- Een tekort aan anthra-
ciet beteckent niet enkel een verlies aan
winst voor de mijneigenaren en een reus
achtig verlies aan loon voor de mijnwerkers,
maar een verlies aan gezondheid voor milr
lioenen Amerikaansche gezinnen."
In regeeringskringen te- Washington is men
zeer ingenomen met den krachtigen toon,
door Pinchot tegen de mijndirecties en de
vakbonders aangeslagen. Men verwacht daar
van wel succes. Echter zal pas later blijken
wat Pinchot op de twistende groepen ver
mag. Hij zou met de werkgevers en dan met
de werknemers onderhandelen en in deze
conferenties, die geheel vertrouwelijk zijn,
zal Pinchot moeten komen met deugdelijke
argumenten en adviezen.
In een correspondentie uit Nancy aan
de Matin wordt melding gemaakt van het
op onrustbarende wijze toenemen van tra-
choom onder de bevolking van Lotharingen.
Men neemt aan, dat de oogledenuitslag, die
nog enkele jaren geleden daar sporadisch
voorkwam, door Oostersche arbeiders, die
tijdens den oorlog in de metaalfabrieken in
Lotharingen gewerkt hebben, is overgebracht.
In het departement Meurthe en Moezel
lijden nu honderden menschen en kinderen
aan de ziekte.
Het Duitsche ministerie voor het verkeers
wezen heeft met ingang van 1 September den
multiplicator voor het reizigersverkeer van
150,000 tot 600,000 verhoogd, voor het goe
derenverkeer van 2,200,000 tot 2,800,000.
Echter werden verschillende uitzonderings
tarieven vastgesteld, zoo voor groenten als
voor vruchten .Aardappelen worden zelfs
vervoerd tegen 1/5 van het anders geldende
tarief, zoodat het vervoer de kosten niet
dekt. In verband met de waardeverminde
ring van het geld, worden ook bijzondere
bepalingen vastgesteld voor de betaling der
vrachtprijzen. Zoo wordt de bepaling dat
later kan worden betaald gewijzigd en voor
zendingen, waarvan de vracht door den
entvanger wordt betaald, zal een bijslag
worden geheven.
De Munchener Neueste Nachrichten
publiceert onder den titel: „Geen toetre
ding tot den Volkenbond. Een laatste waar
schuwing aan het Duitsche Volk", een arti
kel, dat in Beieren zeer de aandacht trekt
tegen de pogingen om Duitschland tot den
Volkenbond te doen toetreden. Toetreding
van Duitschland zou onder de gegeven om
standigheden slechts beteekenen, dat de
Volkenbond in de plaats van Duitschland's
souvereiniteit zou komen, zegt het blad. 't
welk 't vraagstuk van zoo'n principieele be-
teekenis acht, dat de rijksregeering en de
partijen geen besluit dienaangaande mogen
nemen zonder eerst een volksstemming te
doen houden. Het blad dringt er op aan dat
men in de Wilhelmstrasse een openlijke
verklaring dienaangaande zal geven.
De Weensche overheid heeft het hou
den van stierengevechten verboden. De
Sportclub had deze, tezamen met een Ita-
liaansch consortium willen ondernemen.
VAN DIEVEN EN DIEFJESMAAT.
In den nacht van 1 op 2 Jupi sloeg een in-
brekerstrio vader, zoon en Vriend zijn
slag bij een rijwielhandelaar aan de Lijn-
baansgrach tc Amsterdam en stal een twee
tal rijwielen,-dat daar gestald was.
De vriend klom- door een gebroken ruit
naar binnen en maakte de huisdeur open
voorden zoon. Terwijl het tweetal binnen
bezig was, stond de vader op wacht. De zooji
en vriend brachten de rijwielen naar een
loodgieter aan den Lagen Kadijk, die ze
voor hen zou trachten te verkoopen.
Toen dit eenige dagen niet gelukt was,
kwam de vriend met een van zijn kennissen
de rijwielen terughalen. Zes brachten ze naar
het Waterlooplein, waar de kennis ze te za-
men voor f 40 verkocht. Van die 40 moest
hij 25 aan den vriend afdragen, maar hij
vond het eenvoudiger het geld zelf op te
maken. Zoodoende hebben de drie dieven
zelf geen cent voordeel van den diefstal ge-
bad.
Heden stond het trio terecht voor de Va-
cantie-kamer der Amsterdamsche Recht
bank. De vader en zoon bekenden, maar de
vriend, die oorspronkelijk ook bekend had,
ontkende thans.
De zoon begreep niet, waarom hij de in
braak eigenlijk gepleegd had. „Ik had het
niet noodig te doen," verklaarde hij, „want.
ik had nog geld."
President: Had u nog geld?
Beklaagde: „Ja, van mijn vorige diefstal
len."
Het bleek, dat dit 20-jarige jongrnensch
reeds een drietal vonnissen achter den rug
had en zich binnenkort te verantwoorden
zal hebben voor een serie van vijf diefstal
len.
Dc Officier van Justitie, Mr. Massink,
eischte tegen den vriend zes maanden en
tegen vader en zoon ieder acht maanden
gevangenisstraf.
De verdedigers, Mrs. Huijer en Hans Ilil-
lesum, pleitten clementie.
Vervolgens stond wegens heling terecht
de fnan. naar wien 's nachts de rijwielen
gebracht waren en die ze niet had kunnen
verkoopen. Niettegenstaande hij wist, wat
voor iemand de zoon was. en dc rijwielep
hem in het holst van den nacht -'ebracht wer
den verklaarde deze beklaagde niet geweten
te hebben, dat de rijwielen van diefstal af
komstig waren.
De eisch tegen dezen heler luidde 'zes
maanden gevangenisstraf.
Ten slotte had zich te verantwoorden het
jongrnensch, dat dc rijwielen op het Water
looplein verkocht had en de opbrengst voor
zichzelf had gehouden.
Ook deze beklaagde wist natuurlijk niet,
dat hij gestolen waar verkocht had.
Tegen hem was de eisch ook zes maanden
gevangenisstraf.
De verdediger, Mr. Cardozo, pleitte vrij
spraak.
KON. NED. MIJ. VAN LANDBOUW.
De 'Jubileumtentoonstelling.
De afd. Amsterdam van de Kon. Ned.
Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde
zal een algemeene Nederlandsche en Ned.
Indische tentoonstelling houden van 14 tot
23 September in het R.A.I.-ge'bouw te Am
sterdam,
Naar aanleiding van deze tentoonstelling
hield Dinsdag de afdeeling Amsterdam een
vergadering.
In zijn openingswoord wees de Voorzitter,
de heer J. H. Kauffman, er op, dat deze
vergadering het inluiden van het jubileum
beteekende.
Op 7 September zal de afdeeling Amster
dam 50 jaar bestaan. Tegelijkertijd zal de
Maatschappij een halve eeuw bestaan, welk
feit herdacht wordt met een internationaal
congres van tuinbouwers, dat op 17 Sent.
wordt geopend en hoofdzakelijk in de aula
van de universiteit zal worden gehouden.
Op het congres zulhen 140 buitenlandsche
gedelegeerden en 110 Nederlandsche tuin
bouwers aanwezig zijn.
De volgende landen zullen vertegenwoor
digd zijn: Engeland, Frankrijk, België, Ver.
Staten, Duitschland, Denemarken, Zweden,
Finland, Rusland, Tsjecho-Slowakije, Hon
garije, Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Zu:d-
Afikaansche Unie, Canada, Engelsch-Indic,
Ierland, Polen en Noorwegen
Enkele dezer landen zullen regeerings-
vertcgenwoordigers zenden, o. m. Engeland,
Zweden, Italië en Hongarije. Ook zal aan
wezig zijn de secretaris-generaal van het
Departement van Landbouw te Pretoria.
De tentoonstelling in het R.A.I.-gebouw
wordt geopend op 14 Sept. des namiddags
2 uur. Behalve het groote gebouw zelf zui
len de uitgestrekte terreinen er om heen
benut worden.
In het achtergedeelte van het gebouw zal
de Indische afdeeling komen, die de geheele
breedte van dc zaal zal beslaan. Verschil
lende Horti in Nederland zulen hun palmen
voor deze gelegenheid afstaan.
Vooral de heeren dr. Docters van Leeu
wen, directeur van 's Lands Plantentuin en
de heer Ochse, leider van den tuinbouw-
voorlichtingsdienst in Indië, voor zoover het
Oost-Indië betreft, en de heer Drost, spe
cialiteit voor West-Indië, hebben zich bij
zonder verdienstelijk gemaakt in dit ver
band.
Ut Suriname zal West-Indisch fruit ko
men. Verder zal fruit uit Zuid-Afrika wordea
geëxposeerdN In 'het geheel zullen 10 bui
tenlandsche inzendingen komen.
De aandacht verdient in dit verband het
feit, dat de tentoonstelling niet Internatio
naal is uitgeschreven.
Na den voorzitter werd het woord ge
voerd door de voorziters der diverse com
missies, die uiteenzettingen gaven van de
onderdeden der tentoonstelling.
Medegedeeld word nog, dat de inzenders
slechts 35 tot 40 pet. van de aangevraagde
ruimte kenden krijgen.
Er zullen pl.m. dertig celectieve inzen
dingen komer., o. m. van de boomkweekers
te NaaraenBussum, de groentenkweekfrs
in 't Wcstland, de Ned. Dahlia vereeri ging,
enzoovoort.
Verder zijn er 300 „gewone" inzendingen
en zestig standen met „bij-artikelen".
Op de tentoonstelling zullen kookdemon
straties worden gegeven, waaraan de diverse
Amsterdamsche kookscholen hare mede
werking zullen verleenen. Dit zal zijn een
ernstige' poging om het eigen volksproduct,
tomaten b.v. meer op ruime schaal bekend
te maken.
Er komt verder een zeer belangrijke in
zending tropische planten.
Aan dè achtrzijde in den tuin zullen dc
scholieren hun werk exposeeren, zooals dat
vroeger door „Ons Huis" werd georgani
seerd.
De groentenkweekers uit Noord-Hollar.3
zullen met zeven schepen vol groenten
komen, zqoals ze dagelijks aan veilingen tc
Noord-Holland arriveeren.
In den tuin komt o. m. de „Hortus Bota
nicus" met een groote inzending genees
kruiden.
Van de reclame-campagne, die op touw
wordt gezet, noemen we slechts den op
tocht met „sjeezen", waarin het bekende
gezelschap van „De Bruiloft van Kloris en
Roosje" voorstelt, die door de stad zal
rijden.
EEN GOED HONINGJAAR.
Met het honinggewin is'het al heel Won
derlijk gegaan. Werd er, ten gevolge van
het slechte weder tot einde Juni door de
bijen niets gewonnen, gedurende de hiite-
periode in de eerste helft van Juni was het
gewin overweldigend. Zelfs konden de kor
ven de honing nauwelijks bevatten en stel
lig zouden toen reeds heel wat imkers lot
drijven (het ontdoen der korven van den
honing) zijn overgegaan, ware niet de ho
ning speciaal op dc wit bloeiende kemps
(een soort klaver) gehaald en dientengevolge
van minder goede kwaliteit. Daarna is t
met het gewin zeer verschillend gegaan. Zoo
is de omgeving van Barneveid, wijl hier
haast geen boekweit meer wordt ver
bouwd, sedert dien bijna niets meer gewon
nen, in verband waarmede de bijen zich
vooral op de voortteling hebben toegelegd
Dit heeft echter weer ten gevolge gehad,
dat de groote voojraad honing van enkele
weken geleden thans geheel door de bijen
zelf is opgeteerd.
De bijenhouders daartegen, die hun
korven naar elders hebben vervoerd, waar
de boekweitteelt nog wordt toegepast, Kun
nen op dit oogerrblik over buitengewoon
veel heerlijker tafelhoning beschikken.
Voorts belooft de heidebloei dit jaar veel,
zoodat de bijen ook daar, bij eenigszins
gunstig weer, stellig nog heel wat honing
zullen vergaren.
Alles bijeeil, zal 1923 dus wellicht onder
de goede bijenjaren mogen worden ge
rekend.
32.
Droevig en bang gingen de kleinen weg.
Kathe beet zich op dc lippen cn volgde
de kinderen met somberen blik, tot zij ach
ter het huis verdwenen waren, „Ik ging
graag mee, om de arme kleinen weer blij
te maken, maar ik zal mij natuurlijk nooit
weer op het terrein wagen, dat ik reeds voor
goed heb verlaten," zei ze met een menge
ling 'van smart en toorn. En hij hervatte op
spottenden toon: „Gij zoudt mij wel een
onmensch willen noemen, zooals ik zooeven
voor een zwakhoofd werd uitgemaakt?
Troost u maar, een kindergemoed heeft het
middel om weer blij te worden altijd bij
de hand. Lachen en schreien liggen er vlak
naast elkander. Hoort gij wel, hoe zij daar
al weer aan 't joelen en spelen zijn?" Met
een vluchtigen glimlach wees hij naar de
plaats, waar de kinderen heen waren ge
gaan, „Ik wed, dat zij om mij en mijne boos
heid lachen. Om uwentwil heb ik die uitge
laten troep weggestuurd ik kon dat niet
zien. Hoe kunt gij liet verdragen, dat zij u
zoo aanvatten? De kinderen zijn woest en
slecht opgevoed."
„Omdat zij veel van mij houden! Goddank,
dat zij het doen! Ja, God zij dank, dat ik
daaraan nog kan gelooven!" riep zij, terwijl
zij dc ineengevouwen handen tegen de bors{
drukte. „Of zoudt gij mij ook tegenover die
kinderen willen laten gelooven, dat die
uitgelatene liefde alleen mijn geldkist gold?
Neen, die troostvolle overtuiging geef ik
niet op, ik laat mij die niet ontnemen, wees
daar zeker van!"
Wat klonk die klacht treurig van de jeug
dige lippen!
Ontsteld ging hij een schrede achteruit.
„Welk een zonderling denkbeeld
„Och, komt het u werkelijk zoo wonder
lijk voor dat ik eindelijk eens wakker ben
eschud uit mijn meer dan kinderlijk goed
vertrouwen, dat altijd meende dat een warm
gevoel en een brave, oprechte bedoeling ook
iets in de wereld mee te zeggen hadden?
Niet waar, het heeft lang genoeg geduurd,
eer in mijne onnoozele ziel het licht is op
gegaan, oer ik tot inzicht kwam, hoe verba
zend belachelijk ik mij maakte met mijne
ouderwetschc gevoelens over goed en
kwaad, over waarheid en leugen!" Doo-
delijk bleek kromp zij huiverend ineen. „O,
daar is iets vreeselijks in die plotselinge er
varing, dat men eigenlijk in het geheel niet
meer is wat men waande te zijn, een jong
menschenkind met een warm gevoel voor
het recht dat het meende te hebben eens
op zijne wijs gelukkig te worden!
Zwijgend wendde hij dc oogen van haar
af en na een diept ademhaling, ging zij
voort: „Bij onze eerste ontmoeting hebt gij
mij gevraagd, hoe ik dien onverwachten rijk
dom wel opnam, nu eerst op dit oogenblik
ben ik in staat u op die vraag te antwoor
den. Ik zie er in mijn eigen uit alsof ik in
die geldzee verdronken was; wel reiken mij
velen de handen toe om mij te redden, doch
niet om mij, maar alleen om den goudstroom
die mij omgeeft"
Bruck sidderde bij het hooren dier rade-
looze treurige woorden, „Mijn God, hoe
komt gij aan die ontzettende gedachte?"
Akelig klonk haar lach, toen zij antwoord
de: „Vraagt gij dit nog? Dwingt men mij niet
eiken dag, ieder uur die ontzettende gedach
te als in te ademen met Gods heerlijke
lucht, waarin ik leef? In Dresden bederft
men mij en speelt met mij, omdat ik dc
„goudvisch" ben; het kleine vonkje van ta
lent, dat in mij is, roemen mijn meesters,
omdat zij er zoo veel mee verdienen, en
de voogd slaat het oog op zijn pupil, wijl
hij het best van allen prijs bepalen kan."
Onder het spreken had haar blik doelloos
rondgedwaald nu zag zij den dokter aan,
die een beweging maakte even alsof hem
een electrische schok had getroffen.
„Is dat al een feit?" stamelde hij, en
streek de hand langs het voorhoofd alsof
hij op eens een duizeling kreeg, „En het
doet u zeker leed, u te moeten voorstellen
dut Maurits ook zoo denkt?" liet hij er, na
een oogenblik zwijgen, schier angstig op
volgen.
Getroffen luisterde zij naar de toon dier
stem, die zoo zonderling mat en droevig
klonk. „Het doet mij veel meer leed dat
iedereen het recht meent te hebben in die
aangelegenheid mee te spreken, antwoord
de zij, en hare schoone gestalte in de volle
lengte oprichtende, stond zij daar als het
bééld van fieren trots tegenover vreemde j
aanmatiging Met bitteren lach schudde zij
het hoofd. „Wat moet zulk een arme goud
visch zich krachtig verdedigen, als hij geen
speelbal verkiest te worden in de hand van
den een of anderen egoïst En ik verkies dat
niet, ik wil dat niet bepaald niet! Wees
voorzichtig dokter! Gij behoort ook tot hen,
die van oordeel zijn, dat een jong meisje,
zonder vader of moeder, zich overal heen
moet laten wenden en sturen, terwijl liet
voordeel of het welbehagen van anderen
over haar komen en gaan naar willekeur.
Hier jaagt gij mij weg, en daar
zoudt gij mij een keten om den voet willen
slaan, opdat ik bleef. Ik zou wel eens wil
len weten, wat u daar het recht toe geeft,
of neen" hare lippen bewogen zich, ais
bedwong zij met geweld hare tranen „Ik
zou met Henriëtle willen vragen: wat heb
ik u toch gedaan?"
Dit woord op klagenden toon uitgespro
ken, bestierf op hare lippen de dokter
bad haar bij de band gevat en zijne koude
vingers omklemden die als met ijzeren band.
„Geen woord meer, Kathe!" riep hij haar
toe met een drift, dat zij er van ontstelde.
,Ik weet gelukkig dat er in uw hart geen
spoor aanwezig is van zucht tot laf kome
diespel, anders zou ik gaan denken dat door
u de meest verfijnde foltering was uitge
dacht, oin mij ecri zorgvuldig bewaard ge
heim af te persen," hij liet hare hand los;
„maar ook ik verkies dat niet, ik wil dat
niet bepaald niet!"
Hij kruiste de armen over de borst en
vetwijderde zich eenige schreden, als had
hij plan in huis te gaan, maar plotseling
keerde hij zich weer naar het meisje dat als
een stcenen beeld was achtergebleven, „Ik
zou toch wel graa' eens willen weten in
hoever ik u een keten om den voet heb
willen slaan, ondat gij blijven zoudt, zei hij
bedaard, terwijl hij vlak voor haar stond.
Kathe bloosde; een oogenblik aarzelde zij
met maagdelijken schroom, toen echter ant
woordde zij kalm en vast: „gij verlangt dat
ik als vrouw de villa Kanmgarten bewo
nen zal
„Ik -r ik?" Hij drukte de gebalde vuisten
tegen de borst en barstte weer uit in dien
hoonenden lach, die haar straks bij zijn ge
sprek met de tante had doen ontstellen. „En
waarop grondt gij die beschuldiging? Waar
om zou ik wenschen dat gij als huisvrouw de
villa zoudt bewonen?" vroeg hij, zijn Hef
tige aandoening met moeite bedwingend.
„Omdat gij, zooals Flora zegt, Henriëtte
niet aan haar lot wenscht over te laten.'
antwoordde zij met die volkomen oprecht
heid, die van geen ontwijken of bedekken
hooren wil. „Gij vindt, dat ik mijne zwakke
zuster met liefde verpleeg, en, om haar het
verblijf in het huis van Maurits, het voor
malig ouderlijk huis, te verzekeren, moet ik
de liefde en toewijding nog hooger opvoeren
door de vrouw van den handclsraad te -.or
den."
„En gelooft <!üt dat ik de leider vart zulx
een familie-intrigue ben. Gelooft gij dit waar
lijk? Hebt gij dan vergeten, dat ik mij van
het begin af tegen die opofferende verple
ging, tegen een langer verblijf in Romers
huis heb verzet?"
„Sinds dien dag is er veel veranderd,
antwoordde zij haastig en bitter. Gij zult in
September voor goed heengaan. Het is u
dan volkomen onverschillig, wie huishoudt
in de villa, en een onwelgevallige persoon,
die daar woont, is u niet langer tot last."
„Kathe! riep hij uit.
„Dokter!" Zij boog het hoog geheven
hoofd niet neder voor zijn vlammenden
blik. „Het denkbeeld van zoodanige schik
king ligt eigenlijk voor de hand en het kon
alleen een zoo weinig vermoedend of traag
begrijpend wezen als mij overkomen, zoo
lang voor dit alles blind te zijn, liet zij
er kalm op volgen. Daar lag iets meester-
achtigs in haar stem en houding, als was
zij op eens jaren vol kennis en ervaring
rijker geworden. Er kwam dan immers
geen vreemd element in den familiekring,
de geheele huiselijke inrichting kon blijven
zooals zij was, en allerlei gewoonten en ge
makken, die men in de villa cn den toren had
ingevoerd, bleven op denzclfden voet voort
duren. Zelfs mijn ijzeren kist kon in Maurits
schatkamor blijven staan. Dat was immers
zoo praktisch mogelijk
„En lacht u dit zoo toe, dat gij geen