buitenland
Tweede Blad
5 September 1923
De intocht in de Hoofdstad.
Uit de Pers.
KLATERGOUD.
Het Grieksch-Italiaansch geschil; de zaak voor den Volkenbond; offi-
cieuse meeningen in Italië over het conflict - Duitsche en Engeische
persstemmen over de rede van Stresemann - De ramp in Japan; een
half millioen dooden. Een aanslag op den Japanschen premier.
Onder de Telegrammen: Het antwoord van Griekenland aan den Ge
zantenraad. Mussolini zet zijn houding in den ministerraad uiteen;
Icïerpe critiek op de Engeische pers; Italië treedt uit deh Volkenbond,
wanneer deze zich in het conflict met Griekenland mengt.
het grieksch-italiaansche
CONFLICT.
DE RAMP IN JAPAN.
GEM. SU9TENL BERICHTEN.
F EUILLETON
BENEDEN PEIL.
Onder bovenstaand opschrift schrijft het
„Huisgezin":
„De heer Treub, oud-professor, oud-
Kamerlid en oud-minister, heeft in de N.
R. Ct. „Een persoonlijk woord over de Ko
ningin" geschreven.
Een woord, waarin de hoogleeraar zijn
eigen belangrijke persoonlijkheid op hinder
lijk-opdringerige wijze naar voren schuift.
De heer Tfeubs heeft de koningin iets van
het werkelijke leven laten zien.
De heer Treub had bij zekere gelegenheid
de eer, door Hare Majesteit in een particu
liere audiëntie te worden ontvangen, waarbij
ze hem vertelde enz.
De heer Treub kreeg eens ibij een andere
audiëntie den wind van voren en het duurde
bij die audiëntie vrij lang eer de koningin
hem weer vriendelijk aankeek.
De heer Treub verhaalde, hoe hij in het
begin van den oorlogstijd dikwijls uit haar
mond hoorde, als er een of ander scheef
liep in het leven der natie: „Mijnheer Treub,
er moet toch wat aan gedaan worden".
Miinheer Treub moest, dunkt ons, deze
dingen niet aan de groote klok hangen.
Komt hierbij duidelijk zijn ijdelheid aan
den dag, aan heel iets anders bezondigt hij
zich tegenover de koningin: aan een grove
onbetamelijkheid.
Hij onthult aan het Nederlandsche volk,
dat de koningin in hooge mate verlegen is.
Is zij het inderdaad, of is dit enkel een
indruk van den hoogleeraar?
Bij zijn herhaalde verzekeringen van het
feit voert hij slechts één geval aan.
Eenige dagen na de Inwijding der Han-
delshoogeschool te Rotterdam vertelde de
koningin hem in een particuliere audiëntie,
„hoe benauwend zij het had gevonden, door
een haag van geleerde heeren (een der ge
leerde heeren was Treub zelfI) te moeten
doorgaan en hoe blij zij was, toen ze op de
voor haar bestemde plaats was gezeten."
Kan de hooggeleerde heer Treub, dit hoo-
rende, niet hei slachtoffer zijn geweest van
eigen onnoozelheid?
Is het niet denkbaar, dat de koningin dit
schertsend heeft bedoeld en dat ze een
loopje heeft willen nemen met de stijve
deftigheid der getabberden?
Hoe dit zij, van den heer Treub is het
in hooge mate ongepast uit een particulier
gesprek een mededeeling en, zooals hij ze
opvat, zulk een mededeeling te doen.
En men staat er verbaasd over, dat een
hooggeleerde, oud-minister, oud-dit en -dat,
zulks blijkbaar niet voelt.
Men behoeft de koningin niet te vergoden,
men kan haar zelfs beschouwen als een ge
woon mensch, en het toch onbehoorlijk vin
den, een gebrek van de koningin aldus uit te
bazuinen.
Heeft de heer Treub er geen oogenfolik
over nagedacht, hoe de koningin te moede
moet zijn, als ze van zijn persoonlijk woord
mocht kennis nemen?
Als iedereen die in het vervolg de ko
ningin nadert, zich onwillekeurig de vraag
stelt: is zij nu werkelijk zoo verlegen?
Wat de heer Treub gemeend heeft te
mogen schrijven kenschetst hem als een
ijdeltuit en als een man zonder vormen en
zonder beschaving en het zal de ergernis
wekken van ieder weldenkende.
Zóó over een vrouw, over de eerste vrouw
van het land te schrijven, het ia beneden
peil."
NIEUW ONRECHT.
Onder bovenstaand opschrift sohijft prerf.
J. de Louter in het „U. D.".
„Italië volgt Frankrijk's voorbeeld, Musso
lini toont zich een ijverig leerling van Poin-
caré. Ziedaar de verbijsterende tijding,
welke het zieke lichaam van Europa door
een nieuwen schok doet trillen.
Het Balkan-sohiereiland, eeuwenoude ba
kermat van moord en onheil, trekt wieder
aller aandacht naar Zuid-Oost Europa: zoo
als in 1914 naar Serajewo in Bosnië, ttbans
naar Epirus, met het jongste lid van den
Volkenbond, het onherbergzaam Albanië,
als verbindingsschakel.
Een nieuw ultimatum, door een machtigen
aan een zwakken staat dreigend toegezon
den, een nieuwe verontschuldiging met
verregaande tegemoetkoming, gevolgd door
eene hooghartige afwijzing met dreigend
gebaar. Een nieuwe gewelddaad met aan
randing der territoriale onschendbaarheid,
een der meest fundamenteele rechten van
souverteine staten in vollen vredel Elders:
rumor in casa met voorloop»lge rang
schikking van voor- en tegenstanders, drei
gende wolken en felle bliksemflitsen!
Waarop moet dit uitloopen?
Wij weten het niet en wagen ons niet
aan voorspellingen. Doch wèl weten wij, dat
de leidslieden der wereld niet wijzer, de
hartstochten dier menigte niet kalmer zijn
geworden sedert de wereldoorlog zijn
vreeselijke lessen heeft verkondigd; dat de
Volkenbond de internationale verhoudingen
niet heeft gezuiverd en veredeld, dat hij
even weinig zijne eigen leden als niet-
leden tegen plotselinge aanvallen behoedt
en zijn aanzien en invloed alleen tegen
weerloozen wieet te handhaven; dat zijn
aanhangers beschaamd, zijne tegenstanders,
helaas, versterkt en vermeerderd worden;
en dat de illusie van een wereldvolkenbond
tot handhaving van den vrede evenals de
talrijke voorafgaande in een bodemloos ver
leden dreigt te verzinken, Dit verhoede God!
Aan de teleurstellende reeks verschijn
selen van den jongsten tijd op theoretisch
en practisch gebied van het eerste was
ik nog onlangs getuige in de vergaderingen
van het Institut de Droit international te
Brussel, die zwakheid eener, geringschatting
anderzijds aanduiden, sluit zich onverwachts
de bezetting en beschieting van Corfu in
vollen vrede m. a. w. de eigenmachtige
aanranding van hetgeen voor een Staat het
zelfde is als voor den mensch zijn lidhaam
door een anderen Staat, medelid en zelfs
medestichter van den Volkenbond, die zich
beleedigd of benadeeld acht: een daad van
eigen richting derhalve in den meest typi-
schen vorm met volkomen verwaarloozing
van alle vreedzame middelen tot beslechting
door tusschenkomst van derden, door arbi
trage of rechtspraak, overeenkomstig Ae
besluiten der Vredesconfcrentiën of de be
palingen van bet grondverdrag van den
Volkenbond. Ziedaar de vrucht van de
politiek van Frankrijk sedert 1919, welke
zich beroemt uitsluitend in dienst te staan
van Recht en Gerechtigheid!
Men wane niet, dat de Balkan verre ligt
en ons niet aangaat. Straks wordt een aan
leiding gezocht en gevonden om door andere
adepten van Poincaré het lot van Corfu
toe te passen op Limburg of Zeeuwsch-
Vlaanderen."
De Volkenbond en het geschil.
Verscheidene Engeische bladen meenden
gisteren, dat het Grieksch-Italiaansch con
flict er wat beter voor staat. Dit is gegrond
op een bericht van den correspondent van
de Daily News, dat de Times bevestigt, vol
gens hetwelk de Fransche regeering het be
sluit heeft genomen, het standpunt van de
Engeische gedelegeerden te steunen dat de
kwestie behandeld moet worden door den
Volkenbond en niet door den gezantenraad
te Parijs. De totstandkoming van solidariteit
tusschen Engeland en Frankrijk over dit kar
dinale beginsel kan het keerpunt in het ge-
heele geschil blijken. Het bericht is nog niet
officieel bevestigd, maar de juistheid ervan
zou geen verrassing wekken, daar men hier
de verplichtingen der onderteekenende mo
gendheden volmaakt ondubbelzinnig acht en
de episode van Korfoe er tastbaar een is van
die waarmee de Volkenbond geroepen is zich
te bemoeien.
Men verwachtte dat dc zaak gisteren weer
voor den Raad van den Volkenbond zou ko-
men.
Het bericht dat Italië het internationale
hof in den Haag over de bevoegdheid van
den Bond zou willen laten beslissen wordt
althans als een klpine vooruitgang be
schouwd.
Volgens de correspondent van de Daily
News te Genève, zijn de gedelegeerden van
alle staten bij den Volkenbond ervoor, aan
te dringen op een onvervaard en vastberaden
optreden tot handhaving van de verplichtin
gen, die bij het covenant zijn aangegaan.
De correspondent zegt, dat „de Kleine En
tente" op dat punt vast op haar stuk staat
gelijk ook de Skandinavische staten en het
Zuid-Amerikaansche blok. Men erkent hier
het belang van de zaak voor de kleinere mo
gendheden.
De Birmingham Pos^ betoogt dat ook de
onafhankelijkheid van zeer vele kleine na
ties berust op de reeks van vredestractatcn,
waarin het covenant van den Bond is opge
nomen! Deze tractaten zouden geschokt
worden indien door dit geval alles op losse
schroeven kwam te staan.
Wat den gezantenraad betreft, is men te
Londen van meening dat deze het onderzoek
naar de omstandigheden van het vermoorden
van de Italiaansche militaire missie kan
voortzetten, indien hij daartoe besluit. Maar
het geschil tusschen leden van den volken
bond dat te beschouwen is als een hetwelk
tot een breuk kan leiden, valt buifen de
bevoegdheid van den gezantenraad.
Italië en ed gezantenraad.
Naar aanleiding van de bereidwil
ligheid van Italië om zich inzake het
Italiaansch-Grieksche geschil aan een uit
spraak van den Gezantenraad te onderwer
pen, herinnert de Petit Parisien eraan, dat
vroeger reeds twee geschillen langs dezen
weg zijn opgelost, n.l. dat betreffende Wilna
en een geschil betreffende de grens tusschen
Zuid-Slavië en Albanië. De Volkenbond zelf
verwees de kwestie naar den Gezantenraad
De Amerikaansche zaakgelastigde te Rome
heeft aan de Italiaansche regeering een nota
overhandigd, onderteekend door de zaakge
lastigden van Frankrijk, Japan, Engeland en
de Vereenigde Staten, waarbij de gevoelens
van leedwezen van de vertegenwoordigers
dier landen in den gezantenraad uitgedrukt
worden.
Italiaansche opvattingen.
Wat de vraag betreft, in hoeverre de be
zetting van Korfoe een daad zou zijn tegen
de gegarandeerde neutraliteit van dit eiland,
zoodat dus de garanten der overeenkomst
van 1864 verplicht zouden zijn tot optreden,
wordt officieus te Rome verklaard, dat de
neutraliteit van het eiland door dit pandbe
slag niet wordt geschonden en men wijst er
verder op, dat Engeland, Frankrijk en Italië
gedurende den grooten oorlog het eiland
eveneens en wel voor militaire doeleinden
hebben bezet, hetgeen veeleer als schending
der neutraliteit zou zijn te beschouwen dan
een tijdelijk beslag alleen met het doel in
williging van rechtmatige eischen te verkrij-
gen.
De Corriere d'Italia ontvangt uit Albanië
berichten, volgens welke de Grieksche kolo
nel Ramikas ernstige verantwoordelijkheid
voor den moord zou dragen. De móórd zou
bedreven zijn op slechts 200 meter van den
commandopost van het vijftiende bataljon
Grieksche troepen. De Grieksche militaire
post van Kakadra belette dokter Viotti en
een lid van de Albaneesche missie, die on
gerust waren over het uitblijven van de Ita
liaansche missie, op hun schreden terug te
keeren. Verder wordt gezegd, dat kolonel
Botzaris majoor Costi nog levend aangetrof
fen had, maar weggegaan was om manschap
pen te halen voor het opsporen der moorde
naars, zonder Costi mee te nemen. Toen
Botzaris terugkwam, was Costi dood.
Terwijl het oorspronkelijk den schijn had,
alsof Italië door de andere mogendheden in
zijn actie tegen Griekenland alleen zou staan,
hetgeen het gevolg is van het verkeerd op
vatten van het ultimatum en van de werke
lijke bedoelingen van Italië bij de bezetting
van Korfoe, waardeert men hier thans ten
zeerste de geste der Belgische regeering wier
zaakgelastigde te Athene heden zijn geloofs
brieven aan de nieuwe Grieksche regeering
zou aanbieden, doch dit thans op bevel uit
Brussel voor onbepaalden tijd heeft uitge
steld.
Officieus wordt er verder van Italiaan
sche zijde op gewezen dat de bezwaren,
die vooral in de pers zijn gemaakt tegen de
bezetting van Korfoe, omdat die in strijd
beeten te zijn met het tractaat van 1864,
niet opgaan. Dit tractaat is nooit door
Italië geteekend, zoodat daaruit voor Rome
geenerlei verplichtingen kunnen voort
vloeien. Bovendien schijnt men bij het aan
voeren van argumenten tegen de bezetting
van Korfoe geheel te hebben vergeten, dat
in de praembuul van het verdrag van Lau
sanne van 10 Aug. 1920 Frankrijk en Enge
land vrijwillig en volkomen afstand hebben
gedaan van „alle rechten", die, voor zoo
ver hun aangaat voortvloeien uit de ver
dragen van Londen van 7 Mei 1832 en
14 Oct. 1863 en wat de Ionische eilanden
betreft uit het verdrag van Londen van
29 Maart 1864. Het eenige land, dat zic'h
dus nog zal kunnen beroepen op het laatst
genoemd verdrag en als garant tegen de be
zetting zou kunnen protesteeren, zou Rus
land zijn.
In zake het bewijsmateriaal der Italiaan
sche regeering, dat de moordaanslag op de
Italiaansche officieren met voorbedachten
rade en niet door bandieten is geschied,
wordt officieus nog medegedeeld:
lo. De moordaanslag vond plaats op 300
meter afstand van den commandopost van
het 5de bataljon van het 35ste regiment
Grieksche infanterie. Het is dus uitgeslo
ten, dat de Grieken die honderden schoten,
die gelost zijn niet zouden hebben gehoord,
zooals wordt beweerd. 2e. Vlak voor de
auto,' waarin de vermoorde officieren zich
bevonden, reed een auto. waarin zich even
eens een Italiaansch officier bevond. Zoo
dra deze het uitblijven van hef volgrijtuig
bemerkte, wilde bij zich omdraaien om zich
te vergewissen wat er aan de hand was. Dit
werd hem evenwel door den Griekschen
post te Oacavia belet. 3e. Dte Grieksche
kolonel Botzaris had reeds op 24 Augustus
generaal Tellini mef den dood. bedreigd
toen deze hem ernstige aanmerkingen
maakte over bet feit, dat de door die ge-
interallieerde commissie aangegeven grens
palen 's nachts door Grieksche soldaten
waren verplaatst, Toen Tellini Botzaris
beval de officieren, die deze verplaatsing
bevolen hadden, te straffen, trok Botzans
zijn revolver en richtte haar op Tellini, die
het wapen, echter neersloeg. Denzelfden
dag verzond Tellini een telegram aan het
secretariaat van den Volkenbond met ver
zoek Botzaris als lid der commissie te ont
slaan.
DE DUITSCHE PERS OVER DE REDE
VAN STRESEMANN.
De Vorwarts zegt van dc nede van
Stresemann: Het blijft de verdienste van
den kanselier dat hij die groote gedachte
va-n een verzoening tusscnen Duitschland
en Frankrijk te berde heeft gebracht. Als
de regeering ^teunende op een flinke meer
derheid in het parlement, zich met deze
gedachte vertrouwd maakt, is het uur van
de groote beslissing voor Europa op til.
Het lot van kamende geslachten zal er van
afhangen, of Frankrijk gezind is deel te
nemen aan den vreedzamen opbouw van
Europa.
De Stuttgarter redevoering van Strese
mann wordt in de Berlijnsche bladen zleer
verschillend beoordeeld. Terwijl het oor
deel van de regeeringsgezinde bladen gun
stig luidt, toonen de bladen van recht® zich
afwijzend, In het Berliner Tagcblatt noemt
Theodor Wolff de redevoering kloek en in
drukwekkend en meent, dat zij de hoop
wettigt, dat de wagen eindelijk weer in het
goede «poor zal komen. In de Vos®. Zlg.
zegt de hoofdredacteur Bernhard, dat de
redevoering nog niet te overziene gevolgen
voor de internationale betrekkingen kan
hebben, en dat Stilesemann zich met zijn
redevoering een plaats onder de toonaan
gevende staatslieden van Europa heeft ver
zekerd. Daarentegen noemt de Deutsche
Zeitung de rede een oratorische capitula
tie, terwijl de Kreuzztg, zegt, dat de rede
alle nationale kringen zeer teleurgesteld,
ja, zelfs verbitterd heeft, Het blad vreest,
dat de tegenwoordige rijkskanselier niet
de man zal zijn om wat het Duitsche volk
nog aan eer bezit, te redden.
DE TIMES OVER DE REDE VAN
STRESEMANN.
De Tinnes zegt van de jongste rede van
Stresemann, dat hij heel goed inziet dat
Duitschland de keus heeft tusschen een
chaos of het vestigen van het een of
andere redelijke verband met de buiten
wereld. Stresemann's economisch aan
bod heeft zoowel een politiek als een
financieel doel. Het is een poging om aan
Duitschland onafhankelijkheid en werke
lijke souvereiniteit over zijn eigen gebied
te verschaffen door een stellige Verbinte
nis tot het betalen van het herstel. Hij
beseft dat Duitschland om tie kunnen
leven, zich met de Entente in haar ge
heel rail dienen te verstaan. Daarom biedt
hij productieve panden aan uit name van
de Duitsche staten, de nijverheid en oen
landbouw. En daardoor ontneemt hij aan
den factor van het lijdelijk verzet een
groot deel van het gewicht, dat er tot'
dusvierre aan toegekend is. Als Frankrijk,
dat geen inlijving, maar herstel wenscht,
de gelegenheid aangrijpt, kan net grootste
gevaar dat Europa bedreigt afgewend
worden.
UIT TURKIJE.
De Groote Nationale Vergadering te
Angora heeft de wet afgekondigd, waarbij
de "mobilisatie geëindigd verklaard wordt en
de vredestoestand ingetreden is.
De ontruiming van Konstantinopel door
de Briltsche troepen heeft ijverig voort
gang.
DE VIERDE VOLKENBONDSVERGA
DERING,
Uit Genève wordt aan de N. R. Crt. ge-
De'Volkenbondsvergadering is dit jaar met
een zeer ongelukkig besluit begonnen. Bq de
presidentsverkiezing is de Cubaan Del ior-
riente gekozen tegenover den z-witser Motta.
Indien Torriente inderdaad voorzittersgaven
bezat, die hem bijzonder waardig maakten
tot opvolger van Hymans, van Karnebeek en
Edwars, dan zou deze benoeming niet zoo
pijnlijk zijn geweest als zij nu is.
Doch Torriente heeft noch het vorige jaar,
als voorzitter der ontwapeningscommissie,
noch bij de aanvaarding van heti voorzitter
schap blijk gegeven van bijzondere gaven.
Daarentegen zou Motta in alle opzichten een
voortreffelijk president zijn geweest. Zijn
niet-verkiezing is uitsluitend het gevolg van
Franschen tegenstand. Frankrijk vergeeft
Motta zijn onafhankelijke houding in de vo
rige Volkenbondsvergadering niet. Toen
Frankrijk onder de Europeesche delegaties
geen tegen-candïdaat tegen Motta kon vin
den, heeft het gespeculeerd op de Zuid-
Amerikaansche ijdelheid en aldus over de
Europeesche meerderheid gezegevierd met
de hulp van andere werelddeelen.
DE OOGST IN RUSLAND.
Russische bladen van de tweede helft van
Augustus bevatten een van officieele zijde
gewijzigde raming van de hoeveelheid graan,
die van den oogst van het loopende jaar zou
kunnen worden uitgevoer^i, zonder dat de
belangen der bevolking daarvan nadeel zou
den ondervinden, Uit dit overzicht blijkt,
dat verschillende districten in het Westen
en Noord-Oosten minder dan of nauwelijks
de hoeveelheid ervan zullen produceeren, die
voor de bevolking zelf noodig is, terwijl in
het zuiden en zuid-oosten de oogst ten hoog
ste middelmatig kan worden genoemd. De
opgaven van de eerste week van Augustus
zijn veel te optimistisch gebleken en vol
gens de economische Sjisn van 24 Augustus
zal bijvoorbeeld in de Krim het tekort 50
pet der plaatselijke behoefte aan broodgraan
bedragen. Het tekort van broodgraan en
zaadgraan wordt op ongeveer 125.000 ton
geschat.
Een half millioen dooden; 300.000 hnizen
verwoest.
Alle berichten stemmen er in overeen,
dat de brand te Tokio nog steeds voort
duurt. De toestand wordt nog verergerd,
doordien telkens ook de gasleidingen vlam
vatten, wat voortdurend ontploffingen ver
oorzaakt. Verscheidene ongure elementen
hebben zich niet ontzien van de algemeene
verwarring gebruik te maken om tot plun
deringen over te gaan. Vooral in verband
hiermede is staat van beleg afgekondigd.
Het nieuws uit Japan wordt steeds ernsti
ger. De brand in Tokio was veroorzaakt door
het breken van de gasbuizen.
De minister van marine stelt het getal
dooden op 150.000 in Tokio alleen.
Het totaal aantal slachtoffers zal niet on
der de 200.000 zijn.
De politie te Tokio schat, volgens den koe
rier die te Toni oka aankwam vanwaar draad
loos kon worden geseind, het aantal ver
woeste huizen te Tokio op 300.000 en het
aantal slachtoffers op 500.000. Een bericht
vanmorgen te San Francisco ontvangen zegt,
dat het keizerlijk paleis bewaakt wordt door
een regiment infanterie, een bataljon genie
en de keizerlijke garde.
Uit San Francisco wordt draadloos bericht,
dat er hongeronlusten te Tokio zijn uitgebro
ken. De gendarmerie was verplicht den sa
bel te trekken. De beroemde Ryogokoebrug
stortte in toen duizenden vluchtelingen er
over trokken. Het aantal dooden is groot.
Uit Nagasaki wordt gemeld, dat volgens den
kapitein van het stoomschip Sjiiniomaroe,
hier aangekomen uit Jokohama, is die ge-
heele stad in puinhoop. Geen enkel onver
meld gebouw is meer te zien.
De brand te Tokio verminderde Zondag
middag om vijf uur, toen er zoogoed als niets
brandbaars meer in de stad was overgeble
ven. Ook het gebouw der Chineescne lega
tie is verwoest. Alle gevangenen, o.w. de on
langs gevangen genomen socialisten, werden
vrijgelaten toen de gevangenis vlam vatte.
Uit Nagasaki meldt een officieel bericht, dat
in Tokio 350.000 huizen zijn verwoest.
Uit Peking komt de tijding, dat volgens
mededeeüngen van de passagiers van het
stoomschip Korea Maroe slechts 40.000 men-
schen in Jokohama zijn overgebleven; de
anderen zijn gedood of gevlucht,
In San Francisco is een draadloos bericht
ontvangen, dat meer dan 700 patiënten in
het universiteits-ziekenhuis te Tokio gedood
zijn. 6 Amerikaansche torpedobootjagers zijn
Maandag uit Dairen naar Jokohama ver
trokken met doktoren en voedsel aan boord.
Het eerste bericht uit Tokio, via New-York,
hier ontvangen oyer de aardbeving meldt,
dat Tokio en Jokohama nagenoeg verwoest
zijn door de aardbeving en den brand van
Zaterdag. De slachtoffers der beide steden
Toopen in de duizenden. Het Amerikaansche
gezantschap is er verwoest.
Verwacht wordt, dat het aantal der te
Tokio en Jokohama omgekomen vreemde
lingen kleiner is dan het geval zou geweest
zijn indien de aardibeving niet in het vacan-
fieseizoen was gekomen. Thans waren de
meeste toeristen en verscheidene ingezete
nen naar de vacantie-oorden gegaan zooals
Nikko en Karoetzawa, waar naar ver
luidt de aardbeving geen groote schade
aanrichtte. Aangenomen wordt voorts, dat
ook het Britsche gezantschapsgebouw werd
verwoest, terwijl de consulaten te Jokohama
waarschijnlijk werden verwoest door de
vloedgolf of het vuur. Maar er is niets
bepaalds bekend,
AANSLAG OP DEN JAPANSCHEN
MINISTER-PRESIDENT.
Naar de Times uit Tokio verneemt, loopt
het gerucht dat de minister-president ver
moord is.
Te Peking wordt, door berichten van
scheepspassagiers, bevestigd, dat graaf Ja-
manoto, de nieuwe premier van Japan, het
slachtoffer is geweest van een aanslag, maar
de bevestiging van het gerucht dat hij zou
zijn vermoord, bleef achterwege. Het heet
dat de aanslag werd gepleegd, toen de
minister-president de vergadering van de
vlootclub bijwoonde, doch het snelle optre
den van de hem vergezellende vrienden
verijdelde het doel van den aanvaller.
L'Oeuvre maakt een ondeugende toe
speling op Mussolini en de bezetting van
Korfoe. Het blad teekent twee heertjes op
leeftijd, die ietwat vreesachtig met elkaar
staan te praten. Het eene heertje houdt een
geopende courant in de hand. Zij spreken
hoogst ernstig. Het eene zegt tegen het
andere: „en hij heeft gezegd, dat hij, als de
Fransche kranten niet vriendelijk waren,
Corsica zou bezetten."
Te Salon is Zondag een gedenkteeken
onthuld voor Camille Pelletan, den vroege-
ren minister van marine. De Kamerleden
Girard en Herriot en Senator Renoult heb
ben de verdiensten van Pelletan geschetst.
Er is te Parijs ingebroken in het huis
van Senator André Berthelot, wiens naam
venbonden is aan de Banque industrielle de
Chine. Een Parijsch blad wijdt een teeke-
ning aan deze inbraak, die te Parijs, na het
geruchtmakend proces tegen de bank, waar
van Berthelot directeur was, natuurlijk de
aandacht trekt. Op de teekening ziet men
twee gemaskerde boeven met Loren en
groote sleutelbossen voor dc deur van
Berthelot's appartement. ..Ze zullen denken,
grinnikt de eene griezelige kerel, dat het
een mop is van de aandeelhouders van dn
B. I. C."
Te Parijs is Zondagavond een moord
op 'n Italiaanschen fascist gepleegd. Een ge
zelschap Italianen, waaronder de hr. Lomar-
di met zijn zoon, beiden te Biella in Italië
woonachtig en voor korten tijd te Parijs ver
toevend, had daar Zondag in een restaurant
gegeten. Toen de jonge Lombardi, die be
halve verscheidene Italiaansche decoraties,
ook het fascistische onderscheidingsteeken
droeg, 's avonds uit het restaurant kwam,
werd hij op ruwe wijze aangesproken door
een man," die tot een vrij groote groep
menschen behoorde, welke op straat stond
samengeschoold. De man maakte eerst Si!-
vio Lombardi onhebbelijke opmerkingen
over het fascistische insigne, haalde toep
plotseling een vlijmscherp keukenmes uit
zijn zak en stak het Lombardi in de borst
De jongeman, die vijf-en-twintig jaar oud
was, overleed na enkele oogenblikken. De
moordenaar werd door een agent van poli
tie gegrepen maar weer door zijn metgezel
len bevrijd en ging met hen op de vlucht.
De Parijsche politie stelt haar onderzoek
vooral in de kringen der Italiaansche com
munisten te Parijs in. Zij zoekt in het bij
zonder eenige militante communisten, die.
kort geleden uit Italië ziin uitgezet en vaD
wie er een ook te Biella heeft gewoondU}^
Ook Frankrijk heeft, gelijk men we§l.
zijn stierengevechten en dat deze niet*
slechts gevaarlijk kunnen zijn voor hen, die
daaraan deelnemen blijkt uit hetgeen er
Zondagmiddag in de arena van Bayonne i»
gebeurd. De matador Antonia Marqtfez had
reeds herhaaldelijk geprobeerd den stier
met den laatsten degenstoot te dooden. Het.
wapen werd hem door het ten doode ge-
hitste dier uit de hand geslagen, weggeslin
gerd en kwam tusschen de toeschouwers
terecht. Het trof een jongeman van vijf-en-
twintig jaar in de borst en wel zoo onge-
lukkig, dat hij na enkele oogenblikken den
geest gaf.
Men schrijft ons uit Amsterdam:
Het is vandaag de groote dag, de dag van
den intocht. Maanden achtereen is daar op
het kantoor van Blaauwhocden-Vriesseveem
aan de Heerengracht geconfereerd. Er zijn
daar door den Voorzitter van het Centraal
Bestuur van de Huldigingscommissie, den
heer C. G. Vattier Kraane, plannen gemaakt,
waarbij honderden en nog eens honderden
personen van allerlei Vereenigmgen hem
met raad en daad hebben bijgestaan.
Zelfs heeft men uitgemeten den intochts-
weg in de lengte, zoowel als in de breedte.
Er moest immers berekend worden hoe
veel menschen zich in het geheel achter den
Koninklijken Stoet zouden kunnen aanslui
ten, om al® aanstonds de stoet op den Dam
aankomt, alle deelnemers dit groote natio
nale plein te laten opmarcheeren.
Met hoevele details de organisatoren wel
hebben rekening te houden, valt natuurlijk
niet te vermelden, maar ieder begrijpt, dat
juist de kleinigheden volkomen in orde
moeten zijn, om het geheel te doen slagen.
Nu is men dan eindelijk uit-geconfereerd
en het met veel moeite ontworpen plan van
den intocht, dat naar ieders verwachting
het schoonste nummer zal worden van het
geheele jubileumprogram, staat thans uitge
voerd te worden.
De drukte langs den intochlsweg.
't Is reeds vroeg vol in de geheele stad,
Langzaam aan trekt ieder de richting uit
van den weg, waarlangs de intocht zal plaats
hebben. Alle voorbereidingen zijn getroffen,
zoowel officieel als meer huiselijk.
Wanneer ook wij in die richting gaan,
zien we, dat bij vele particulieren de ramen
zijn weggenomen, zoodat men gemakkelij
ker den stoet kan gadeslaan. De politie i
druk in den weer, vooral bij het punt van
aankomst, het station Willemspark, orde te
brengen in de steeds aangroeiende menigte.
Aan de vereenigingen, die met hun vaan
dels langs den weg zullen geschaard staan,
worden hun plaatsen aangewezen. Inderdaad
krijgt door die vaandels de weg een nog
meer feestelijk aanzien.
Ongeveer één uur worut overal het rij-
verkeer langs den intochtsweg stopgezet;
geen auto mag er meer rijden, de tramdienst
heeft niet meer plaats. De menigte blijit
echter in beweging. Steeds voller wordt het
Alle vensters in den omtrek worden be
zet; zelfs op de daken der huizen hebben
heele koloniën zich genesteld.
Meer en meer komt er als het ware een
vaste muur; waardoor de weg zich duidelijk
gaat afteekenen. Zoo nu en dan gaat reeds
een officieele auto naar het station Wil
lemspark. Hoe meer het uur van aankomst
nadert, hoe meer officieele personen aan
het station komen. Uit de verte klinkt reeds
een hartelijk gejuich. Het is de eercwacht
van burgers te paard, die optrekt. Hun
costuum van blauw laken met oranjestrik
op den linkerschouder en de pantalon met
goud galon en de steek op met witte struis-
veeren, wekt algemeene bewondering.
Overal worden deze ruiters hartelijk toege
juicht. Het oogenblik van aankomst nadert
meer en meer. De rijtuigen van den stoet,
voorop de witte caleche zijn ook reeds aan
gekomen. Het pleintje voor het station is
nu geheel door de politie ontruimd. Aan
de rechterzijde van het gebouw hebben
zich een aantal leden van de feestcommissie
met hun dames opgesteld.
Aan de andere zijde staan de leden van
de Koninklijke Liedertafel „Apollo dia
straks de Koningin zullen toezingen.
Bij deze vereeniging hebben zich aange
sloten deputaties van alle Koninklijke lie.
dertafels met hun vaandels.
Op het station Willemspark,
Het geheele perron van het station Wil
lemspark is in een bloemenprreel herscha
pen.
Men heeft zelfs voor dit speciale doel aan
den Zuidelijken vleugel van dit anders zoo
rustige station een houten overkapping ge
maakt om den aanblik van het stationnetje
grootsteedsch te maken.
De gangen, waar de Koninklijke stoet uit.
treedt, zijn met bloemen, planten en dun
doek versierd.
In de wachtkamer, tweede klasse, zijn de
leden van de Huldigingscómmissie, onder
leiding van hun president van het Centraal
Bestuur, den heer C. G. Vattier Kraane
saamgekomen.
Op het perron bevinden zich verschillende
autoriteiten, o.w. de Burgemeester van Am
sterdam, de heer W. de Vlugt, in ambtsge-
waad.
Op den rechtervleugel van het station
staat het muziekkorps van de Amsterdam»
sche politie opgesteld.
Alles is gereed om de jubileerende
Vorstin te ontvangen.
De aankomst.
'tls tien minuten over tweeën. Het sein
van aankomst wordt gegeven. Even is alle»
stil! En als dan eenige seconden daarna
de Koninklijke trein, waarop de Koninklijke
Standaard wappert, het station komt bin
nenrollen, zet het „Amsterdamsche Politie-
Muziekgezelschap", onder leiding van zijn
directeur, den heer Hub. Rijgersberg, het
Wilhelmus, de oude toonzetting, in.
Als de tienduizenden, die buiten op het
Stationsplein de eerste tonen van de muziek
hooren, ten teeken, dat de Koningiii is ge.
arriveerd, klinkt een levendig hoera-geroep,
dat tot op het perron doordringt.
Hare Majesteit stijgt uit en wordt verwel
komd door den Burgemeester, die vervol
gens den Prins en Prinses Juliana hartelijk
begroet.
Korten tijd onderhoudt de Koninklijke
Familie zich met de aanwezige autoriteiten
en de Koningin betuigt Hare groote erken
telijkheid jegens de Amsterdamsche politie
voor het door haar gegeven eerste feeste
lijk eeresaluut.
Dan begeeft Hare Majesteit zich naar de
met planten en bloemen versierde 2e klasse,
wachtkamer, waar de leden van de Huldi
gingscommissie aan de Koninklijke Familie
worden voorgesteld.
Daar blijft men een 10-tal minuten ver.
wijlen.
Op het station Willemspark.
Vol belangstelling wordt gewacht dat de
Koningin met Haar gevolg zal verschijnen.
De deuren gaan open. Er komt plotse
ling eenige beweging buiten. De dirigent van
„Apollo", de heer Fred. Roeske, heft den
dirigeerstok op en tusschen de planten en
37
„God in den hemel, geeft mij geduld,"
mompelde Flora tusschen de tanden. „Wat
een ellende toch, zulke zwakke vrouwen.
Ik bid u, Henrietta, wat roept gij toch al
tijd om Kathel Waarlijk, niemand zal haar
stelen!"
Met brandend ongeduld zag zij naar het
huis, maar daar was geen levend wezen te
zien dat haaT kwam aflossen allen waren
naar de ruïne geloopen, de reeds aangeko
men gasten, de knechten en het personeel
uit de keuken, zelfs de keurig geschoeide
kameniers hadden zich in den modder ge
waagd. Maar daar kwam hulp uit de stad
de dames die aan de vertooning mee zou
den doen, verschenen ademloos op het too-
neel der verwarring.
„Mijn God, wat is hier gebeurd?" riep
freule von Giese op Flora en mevrouw
Urach toeijlend.
Flora haalde de schouders op. „In den to
ren heeft een ontploffing plaats gehad
maar meer weten wij er ook niet van. Alles
jaagt en rent voorbij, niemand heeft een
woord voor ons over, en ik kan niet weg,
daar grootmama het hoofd heeft verloren en
mij in haar angst letterlijk de kleeren van
het lijf scheurt. Zij verbeeldt zich dat Mau-
rits er bij omgekomen is.
De jonge meisjes stonden als versteend
bij dit vreeseiijk vermoeden die van jeugd
en gezondheid bloeiende man, die nog wei
nige uren geleden een dronk wijdde aan het
„heerlijke leven," ginds in de vlammen om
gekomen of in stukken vaneen gescheurd!
Dat was niet uit te houden. „Onmogelijk"
riep freule von Giese
„Onmogelijk," herhaalde mevrouw Uraoh,
met een mengeling van zuchten en ongeloo-
vig lachen in haar stem; zij stond nu recht
op, maar wankelde als iemand die dronken
is, en wees met een onzekere beweging naar
het naaste boschje.
„Daar daar komen zij met hem aan.
God, rechtvaardige God! Maurits, Maurits!"
Onder diep stilzwijgen zag men een voor
werp aandragen, door tal van nieuws
gierig meeloopende menschen omringd. Te
midden dier menigte liep Bruck; hij had zijn
hoed verloren, zijne lange figuur stak boven
allen uit.
Flora vloog op hem toe, terwijl mevr. Urach
in een krampachtnig snikken losbarstte. Bij 't
zien van de haastig nabijkomende, fiere en
schoone bruid gingen de menschen onwille
keurig op zij; na een vluchtigen blik op de
gestalte te hebben geslagen, die men op een
rustbed had gelegd, keerde Flora zich aan
stonds om en riep op geruststellenden toon;
„Bedaar maar, grootmama! Het is Maurits
niet
„Kathe is het ik wist het wel," mom
pelde Henriette, half zuchtend, half spook
achtig fluisterend met hare heesche stem en
wankelde naar dc plek, waar de dragers een
oogenblik den last hadden neergezet.
De verongelukte lag op Het ouderwetsehe
rustbed uit de studeerkamer van den dok
ter hare aan alle zijden afhangende klee
deren dropen van hef water. Zachte kussens
ondersteunden hoofd en rug. Met de geslo
ten oogen en de in den schoot saaingevou-
wen handen zou zij er uitgezien hebben als
in een vreedzamen sluimer verzonken, had
niet een met bloed bevlekt verband om het
■Wiorhoofd blijk gegeven, dat zij aan het
hoofd verwond was geraakt.
„Wat is er met Kathe gebeurd, Leo? Wat
had zij in 's Hemels naam daar bij den toren
te maken?" vroeg Flora, terwijl zij nader
kwam. Uit den toon harer stem sprak meer
ongeduld en ergernis dan medelijden met
hare zuster.
De dokter was, bij het geruststellend
woord dat Flora hare grootmoeder had toe
geroepen, bijna in toorn losgebarsten; nu
scheen het echter of hij niet eens hoorde,
dat zij sprak zoo stijf hield hij de lippen
op elkander geklemd, en zoo onverschillig
was de blik waarmee hij haar even aanzag,
terwijl zijn oog op Henriette viel.
De arme lijderes stond, naar den adem
hijgende, voor hem en hare door tranen ver
duisterde oogen zagen wanhopend op Kathe.
„Een enkel woord maar, Leo leeft zij?"
stamelde zij op smeekenden toon.
„Ja, de ontzettende schok en het bloed
verlies hebben haar geheel bewusteloos ge
maakt, de wond is gelukkig niet gevaarlijk.
Het ergste voor het oogenblik zijn die natte
kleederen," antwoordde hij zacht en vrien
delijk en lei broederlijk de hand om haar
henen, als om haar, die daar wankelend
stond, te steunen. „Vooruit nu!' riep hij kort
daarna dei dragers angstig en ongeduldig
toe.
De menigte ging teleurgesteld uiteen; er
was immers volstrekt geen gevaar, en men
ging dus liever weer naar de plaats des on-
heils terug Het rustbed werd over het plein
voor de villa gedragen, langs mevrouw
Urach, die er wezenloos het oog op sloeg en
niets meer scheen te begrijpen van al wat er
om haar henen gebeurde. De ontstelde meis-
iej drongen zich angstig en schuw tegen el
kander aan en zagen radeloos op naar den
jeugdigen dokter, die zonder een woord te
spreken, langzaam naast het rustbed liep.
Met den linkerarm hield hij Henriette nog
altijd omvat, terwijl de rechterhand op
Kathe's voorhoofd rustte, als om de pijnlijke
beweging zooveel mogelijk te doen maligen.
De man die anders zijne aandoeningen zoo
goed wist te verbergen, dien men. in den laat
sten tijd niet anders had gezien dan met
somberen blik en bedrukt gelaat, zag nu
met onverholen teedevheid en waakzame
zorg naar het blceke gezicht van Kathe, als
had hij onder doodsgevaar het liefste en
heiligste dat hij kende, behouden en gered.
Flora ging achter de zwijgende groep
aan, alleen, even als&f haar niet de minste
band aan die drie menschen verbond
die door een gemeenschappelijk ongeluk op
eens voor aller oog in zoo nauwe en innige
betrekking waren gebracht. Waar de dra
gers zooeven gerust hadden, lagen plassen
water: mei de bruidsjapon werd door het
slijk gesleurd, zonder dat zij er aan dacht.
Met een snellen greep trok zij de fraaie
bloemenkrans van het blonde haar; die krans
was een bittere ironie geworden te midden
van bitter leed; zij plukte er aan en haalde
de bloemen er uit, zonder het zelf te weten;
rondom haar heen lagen de witte bloesems
verstrooid en verloren.
En ook zij ging voorbij hare grootmama
en hare vriendinnen en zij zag ze niet aan.
Haar fonkelend oog rustte op de indruk
wekkende gestalte van haren bruidegom
van seconde tot seconde wachtte zij, dat hij
zich zou omkeeren om haar aan te zien, en
zoo volgde zij schrede voor schrede over
het ruime plein, over den drempel van het
huis. Mevrouw Urach riep haar terug, nog
maals klonk er een ontzettende kreet van
de zijde der ruïne zij zag niet om; al zou
achter haar ook de wereld ineenstorten
met onverbiddelijke beradenheid volgde zij
„haar recht."
HOOFDSTUK XXV.
Op den verschrikkelijken dag volgde een
sombere nacht, vol ademlooze spanning en
doodelijken angst. Niemand ging naar bed,
alle gasvlammen in de villa waren ontsto
ken; de bedienden liepen op de teenen rond
of hokten fluisterend bijeen, en slechts als
er voetstappen van den toren werden ge
hoord, of een der buitendeuren openging,
sprongen allen te voorschijn en ijlden de
gang in, want de heer des huizes moest en
zou nog altijd komen maar de nacht ging
voorbij, het ochtendrood kleurde de kimmen
en hij kwam nooit, nooit terug!
Het was een heldere zonnestraal, een
voorbode van een schoonen dag, die op de
villa Bauragarten viel en in de gebroken
glazen weerkaatste. Hij liep de feestzaal
door en verlichte het fluweel van den ge
vallen troonhemel voor bruid en bruide
gom bestemd, hij kuste het reeds verwelkte
groen der kransen en de gebroken planten,
die uit de bloemenkast hierheen waren ge
bracht welk een tooneel van verwoesting
en wanorde! Een enkele schok had dit lichte
tooverpaleis uit dc Duizend en Een Nacht in
een afschuwelijke mengeling van scherven en
flarden en splinters veranderd. En al die
heerlijke verzen, die de bruid ter eere zou
den hebben geklonken, waren achtergeble
ven, en daar waar de genieën met gouden
vleugelen in een wolk van rozen zouden zijn
nedergedaald, daar speelde de koele och
tendwind met gaas en lint en bloem.
Heden misschien voor de eerste maal drong
het vroege morgenlicht in deze ruimte door,
er was geen blind gesloten, geen gordijn
neergelaten; zelfs de prachtige slaapkamer
aan de noordzijde van dc villa, met de rood
zijden draperie en het prachtig ledikant met
I