buitenland Tweede Blad 5 September 1923 De intocht in de Hoofdstad. Uit de Pers. KLATERGOUD. Het Grieksch-Italiaansch geschil; de zaak voor den Volkenbond; offi- cieuse meeningen in Italië over het conflict - Duitsche en Engeische persstemmen over de rede van Stresemann - De ramp in Japan; een half millioen dooden. Een aanslag op den Japanschen premier. Onder de Telegrammen: Het antwoord van Griekenland aan den Ge zantenraad. Mussolini zet zijn houding in den ministerraad uiteen; Icïerpe critiek op de Engeische pers; Italië treedt uit deh Volkenbond, wanneer deze zich in het conflict met Griekenland mengt. het grieksch-italiaansche CONFLICT. DE RAMP IN JAPAN. GEM. SU9TENL BERICHTEN. F EUILLETON BENEDEN PEIL. Onder bovenstaand opschrift schrijft het „Huisgezin": „De heer Treub, oud-professor, oud- Kamerlid en oud-minister, heeft in de N. R. Ct. „Een persoonlijk woord over de Ko ningin" geschreven. Een woord, waarin de hoogleeraar zijn eigen belangrijke persoonlijkheid op hinder lijk-opdringerige wijze naar voren schuift. De heer Tfeubs heeft de koningin iets van het werkelijke leven laten zien. De heer Treub had bij zekere gelegenheid de eer, door Hare Majesteit in een particu liere audiëntie te worden ontvangen, waarbij ze hem vertelde enz. De heer Treub kreeg eens ibij een andere audiëntie den wind van voren en het duurde bij die audiëntie vrij lang eer de koningin hem weer vriendelijk aankeek. De heer Treub verhaalde, hoe hij in het begin van den oorlogstijd dikwijls uit haar mond hoorde, als er een of ander scheef liep in het leven der natie: „Mijnheer Treub, er moet toch wat aan gedaan worden". Miinheer Treub moest, dunkt ons, deze dingen niet aan de groote klok hangen. Komt hierbij duidelijk zijn ijdelheid aan den dag, aan heel iets anders bezondigt hij zich tegenover de koningin: aan een grove onbetamelijkheid. Hij onthult aan het Nederlandsche volk, dat de koningin in hooge mate verlegen is. Is zij het inderdaad, of is dit enkel een indruk van den hoogleeraar? Bij zijn herhaalde verzekeringen van het feit voert hij slechts één geval aan. Eenige dagen na de Inwijding der Han- delshoogeschool te Rotterdam vertelde de koningin hem in een particuliere audiëntie, „hoe benauwend zij het had gevonden, door een haag van geleerde heeren (een der ge leerde heeren was Treub zelfI) te moeten doorgaan en hoe blij zij was, toen ze op de voor haar bestemde plaats was gezeten." Kan de hooggeleerde heer Treub, dit hoo- rende, niet hei slachtoffer zijn geweest van eigen onnoozelheid? Is het niet denkbaar, dat de koningin dit schertsend heeft bedoeld en dat ze een loopje heeft willen nemen met de stijve deftigheid der getabberden? Hoe dit zij, van den heer Treub is het in hooge mate ongepast uit een particulier gesprek een mededeeling en, zooals hij ze opvat, zulk een mededeeling te doen. En men staat er verbaasd over, dat een hooggeleerde, oud-minister, oud-dit en -dat, zulks blijkbaar niet voelt. Men behoeft de koningin niet te vergoden, men kan haar zelfs beschouwen als een ge woon mensch, en het toch onbehoorlijk vin den, een gebrek van de koningin aldus uit te bazuinen. Heeft de heer Treub er geen oogenfolik over nagedacht, hoe de koningin te moede moet zijn, als ze van zijn persoonlijk woord mocht kennis nemen? Als iedereen die in het vervolg de ko ningin nadert, zich onwillekeurig de vraag stelt: is zij nu werkelijk zoo verlegen? Wat de heer Treub gemeend heeft te mogen schrijven kenschetst hem als een ijdeltuit en als een man zonder vormen en zonder beschaving en het zal de ergernis wekken van ieder weldenkende. Zóó over een vrouw, over de eerste vrouw van het land te schrijven, het ia beneden peil." NIEUW ONRECHT. Onder bovenstaand opschrift sohijft prerf. J. de Louter in het „U. D.". „Italië volgt Frankrijk's voorbeeld, Musso lini toont zich een ijverig leerling van Poin- caré. Ziedaar de verbijsterende tijding, welke het zieke lichaam van Europa door een nieuwen schok doet trillen. Het Balkan-sohiereiland, eeuwenoude ba kermat van moord en onheil, trekt wieder aller aandacht naar Zuid-Oost Europa: zoo als in 1914 naar Serajewo in Bosnië, ttbans naar Epirus, met het jongste lid van den Volkenbond, het onherbergzaam Albanië, als verbindingsschakel. Een nieuw ultimatum, door een machtigen aan een zwakken staat dreigend toegezon den, een nieuwe verontschuldiging met verregaande tegemoetkoming, gevolgd door eene hooghartige afwijzing met dreigend gebaar. Een nieuwe gewelddaad met aan randing der territoriale onschendbaarheid, een der meest fundamenteele rechten van souverteine staten in vollen vredel Elders: rumor in casa met voorloop»lge rang schikking van voor- en tegenstanders, drei gende wolken en felle bliksemflitsen! Waarop moet dit uitloopen? Wij weten het niet en wagen ons niet aan voorspellingen. Doch wèl weten wij, dat de leidslieden der wereld niet wijzer, de hartstochten dier menigte niet kalmer zijn geworden sedert de wereldoorlog zijn vreeselijke lessen heeft verkondigd; dat de Volkenbond de internationale verhoudingen niet heeft gezuiverd en veredeld, dat hij even weinig zijne eigen leden als niet- leden tegen plotselinge aanvallen behoedt en zijn aanzien en invloed alleen tegen weerloozen wieet te handhaven; dat zijn aanhangers beschaamd, zijne tegenstanders, helaas, versterkt en vermeerderd worden; en dat de illusie van een wereldvolkenbond tot handhaving van den vrede evenals de talrijke voorafgaande in een bodemloos ver leden dreigt te verzinken, Dit verhoede God! Aan de teleurstellende reeks verschijn selen van den jongsten tijd op theoretisch en practisch gebied van het eerste was ik nog onlangs getuige in de vergaderingen van het Institut de Droit international te Brussel, die zwakheid eener, geringschatting anderzijds aanduiden, sluit zich onverwachts de bezetting en beschieting van Corfu in vollen vrede m. a. w. de eigenmachtige aanranding van hetgeen voor een Staat het zelfde is als voor den mensch zijn lidhaam door een anderen Staat, medelid en zelfs medestichter van den Volkenbond, die zich beleedigd of benadeeld acht: een daad van eigen richting derhalve in den meest typi- schen vorm met volkomen verwaarloozing van alle vreedzame middelen tot beslechting door tusschenkomst van derden, door arbi trage of rechtspraak, overeenkomstig Ae besluiten der Vredesconfcrentiën of de be palingen van bet grondverdrag van den Volkenbond. Ziedaar de vrucht van de politiek van Frankrijk sedert 1919, welke zich beroemt uitsluitend in dienst te staan van Recht en Gerechtigheid! Men wane niet, dat de Balkan verre ligt en ons niet aangaat. Straks wordt een aan leiding gezocht en gevonden om door andere adepten van Poincaré het lot van Corfu toe te passen op Limburg of Zeeuwsch- Vlaanderen." De Volkenbond en het geschil. Verscheidene Engeische bladen meenden gisteren, dat het Grieksch-Italiaansch con flict er wat beter voor staat. Dit is gegrond op een bericht van den correspondent van de Daily News, dat de Times bevestigt, vol gens hetwelk de Fransche regeering het be sluit heeft genomen, het standpunt van de Engeische gedelegeerden te steunen dat de kwestie behandeld moet worden door den Volkenbond en niet door den gezantenraad te Parijs. De totstandkoming van solidariteit tusschen Engeland en Frankrijk over dit kar dinale beginsel kan het keerpunt in het ge- heele geschil blijken. Het bericht is nog niet officieel bevestigd, maar de juistheid ervan zou geen verrassing wekken, daar men hier de verplichtingen der onderteekenende mo gendheden volmaakt ondubbelzinnig acht en de episode van Korfoe er tastbaar een is van die waarmee de Volkenbond geroepen is zich te bemoeien. Men verwachtte dat dc zaak gisteren weer voor den Raad van den Volkenbond zou ko- men. Het bericht dat Italië het internationale hof in den Haag over de bevoegdheid van den Bond zou willen laten beslissen wordt althans als een klpine vooruitgang be schouwd. Volgens de correspondent van de Daily News te Genève, zijn de gedelegeerden van alle staten bij den Volkenbond ervoor, aan te dringen op een onvervaard en vastberaden optreden tot handhaving van de verplichtin gen, die bij het covenant zijn aangegaan. De correspondent zegt, dat „de Kleine En tente" op dat punt vast op haar stuk staat gelijk ook de Skandinavische staten en het Zuid-Amerikaansche blok. Men erkent hier het belang van de zaak voor de kleinere mo gendheden. De Birmingham Pos^ betoogt dat ook de onafhankelijkheid van zeer vele kleine na ties berust op de reeks van vredestractatcn, waarin het covenant van den Bond is opge nomen! Deze tractaten zouden geschokt worden indien door dit geval alles op losse schroeven kwam te staan. Wat den gezantenraad betreft, is men te Londen van meening dat deze het onderzoek naar de omstandigheden van het vermoorden van de Italiaansche militaire missie kan voortzetten, indien hij daartoe besluit. Maar het geschil tusschen leden van den volken bond dat te beschouwen is als een hetwelk tot een breuk kan leiden, valt buifen de bevoegdheid van den gezantenraad. Italië en ed gezantenraad. Naar aanleiding van de bereidwil ligheid van Italië om zich inzake het Italiaansch-Grieksche geschil aan een uit spraak van den Gezantenraad te onderwer pen, herinnert de Petit Parisien eraan, dat vroeger reeds twee geschillen langs dezen weg zijn opgelost, n.l. dat betreffende Wilna en een geschil betreffende de grens tusschen Zuid-Slavië en Albanië. De Volkenbond zelf verwees de kwestie naar den Gezantenraad De Amerikaansche zaakgelastigde te Rome heeft aan de Italiaansche regeering een nota overhandigd, onderteekend door de zaakge lastigden van Frankrijk, Japan, Engeland en de Vereenigde Staten, waarbij de gevoelens van leedwezen van de vertegenwoordigers dier landen in den gezantenraad uitgedrukt worden. Italiaansche opvattingen. Wat de vraag betreft, in hoeverre de be zetting van Korfoe een daad zou zijn tegen de gegarandeerde neutraliteit van dit eiland, zoodat dus de garanten der overeenkomst van 1864 verplicht zouden zijn tot optreden, wordt officieus te Rome verklaard, dat de neutraliteit van het eiland door dit pandbe slag niet wordt geschonden en men wijst er verder op, dat Engeland, Frankrijk en Italië gedurende den grooten oorlog het eiland eveneens en wel voor militaire doeleinden hebben bezet, hetgeen veeleer als schending der neutraliteit zou zijn te beschouwen dan een tijdelijk beslag alleen met het doel in williging van rechtmatige eischen te verkrij- gen. De Corriere d'Italia ontvangt uit Albanië berichten, volgens welke de Grieksche kolo nel Ramikas ernstige verantwoordelijkheid voor den moord zou dragen. De móórd zou bedreven zijn op slechts 200 meter van den commandopost van het vijftiende bataljon Grieksche troepen. De Grieksche militaire post van Kakadra belette dokter Viotti en een lid van de Albaneesche missie, die on gerust waren over het uitblijven van de Ita liaansche missie, op hun schreden terug te keeren. Verder wordt gezegd, dat kolonel Botzaris majoor Costi nog levend aangetrof fen had, maar weggegaan was om manschap pen te halen voor het opsporen der moorde naars, zonder Costi mee te nemen. Toen Botzaris terugkwam, was Costi dood. Terwijl het oorspronkelijk den schijn had, alsof Italië door de andere mogendheden in zijn actie tegen Griekenland alleen zou staan, hetgeen het gevolg is van het verkeerd op vatten van het ultimatum en van de werke lijke bedoelingen van Italië bij de bezetting van Korfoe, waardeert men hier thans ten zeerste de geste der Belgische regeering wier zaakgelastigde te Athene heden zijn geloofs brieven aan de nieuwe Grieksche regeering zou aanbieden, doch dit thans op bevel uit Brussel voor onbepaalden tijd heeft uitge steld. Officieus wordt er verder van Italiaan sche zijde op gewezen dat de bezwaren, die vooral in de pers zijn gemaakt tegen de bezetting van Korfoe, omdat die in strijd beeten te zijn met het tractaat van 1864, niet opgaan. Dit tractaat is nooit door Italië geteekend, zoodat daaruit voor Rome geenerlei verplichtingen kunnen voort vloeien. Bovendien schijnt men bij het aan voeren van argumenten tegen de bezetting van Korfoe geheel te hebben vergeten, dat in de praembuul van het verdrag van Lau sanne van 10 Aug. 1920 Frankrijk en Enge land vrijwillig en volkomen afstand hebben gedaan van „alle rechten", die, voor zoo ver hun aangaat voortvloeien uit de ver dragen van Londen van 7 Mei 1832 en 14 Oct. 1863 en wat de Ionische eilanden betreft uit het verdrag van Londen van 29 Maart 1864. Het eenige land, dat zic'h dus nog zal kunnen beroepen op het laatst genoemd verdrag en als garant tegen de be zetting zou kunnen protesteeren, zou Rus land zijn. In zake het bewijsmateriaal der Italiaan sche regeering, dat de moordaanslag op de Italiaansche officieren met voorbedachten rade en niet door bandieten is geschied, wordt officieus nog medegedeeld: lo. De moordaanslag vond plaats op 300 meter afstand van den commandopost van het 5de bataljon van het 35ste regiment Grieksche infanterie. Het is dus uitgeslo ten, dat de Grieken die honderden schoten, die gelost zijn niet zouden hebben gehoord, zooals wordt beweerd. 2e. Vlak voor de auto,' waarin de vermoorde officieren zich bevonden, reed een auto. waarin zich even eens een Italiaansch officier bevond. Zoo dra deze het uitblijven van hef volgrijtuig bemerkte, wilde bij zich omdraaien om zich te vergewissen wat er aan de hand was. Dit werd hem evenwel door den Griekschen post te Oacavia belet. 3e. Dte Grieksche kolonel Botzaris had reeds op 24 Augustus generaal Tellini mef den dood. bedreigd toen deze hem ernstige aanmerkingen maakte over bet feit, dat de door die ge- interallieerde commissie aangegeven grens palen 's nachts door Grieksche soldaten waren verplaatst, Toen Tellini Botzaris beval de officieren, die deze verplaatsing bevolen hadden, te straffen, trok Botzans zijn revolver en richtte haar op Tellini, die het wapen, echter neersloeg. Denzelfden dag verzond Tellini een telegram aan het secretariaat van den Volkenbond met ver zoek Botzaris als lid der commissie te ont slaan. DE DUITSCHE PERS OVER DE REDE VAN STRESEMANN. De Vorwarts zegt van dc nede van Stresemann: Het blijft de verdienste van den kanselier dat hij die groote gedachte va-n een verzoening tusscnen Duitschland en Frankrijk te berde heeft gebracht. Als de regeering ^teunende op een flinke meer derheid in het parlement, zich met deze gedachte vertrouwd maakt, is het uur van de groote beslissing voor Europa op til. Het lot van kamende geslachten zal er van afhangen, of Frankrijk gezind is deel te nemen aan den vreedzamen opbouw van Europa. De Stuttgarter redevoering van Strese mann wordt in de Berlijnsche bladen zleer verschillend beoordeeld. Terwijl het oor deel van de regeeringsgezinde bladen gun stig luidt, toonen de bladen van recht® zich afwijzend, In het Berliner Tagcblatt noemt Theodor Wolff de redevoering kloek en in drukwekkend en meent, dat zij de hoop wettigt, dat de wagen eindelijk weer in het goede «poor zal komen. In de Vos®. Zlg. zegt de hoofdredacteur Bernhard, dat de redevoering nog niet te overziene gevolgen voor de internationale betrekkingen kan hebben, en dat Stilesemann zich met zijn redevoering een plaats onder de toonaan gevende staatslieden van Europa heeft ver zekerd. Daarentegen noemt de Deutsche Zeitung de rede een oratorische capitula tie, terwijl de Kreuzztg, zegt, dat de rede alle nationale kringen zeer teleurgesteld, ja, zelfs verbitterd heeft, Het blad vreest, dat de tegenwoordige rijkskanselier niet de man zal zijn om wat het Duitsche volk nog aan eer bezit, te redden. DE TIMES OVER DE REDE VAN STRESEMANN. De Tinnes zegt van de jongste rede van Stresemann, dat hij heel goed inziet dat Duitschland de keus heeft tusschen een chaos of het vestigen van het een of andere redelijke verband met de buiten wereld. Stresemann's economisch aan bod heeft zoowel een politiek als een financieel doel. Het is een poging om aan Duitschland onafhankelijkheid en werke lijke souvereiniteit over zijn eigen gebied te verschaffen door een stellige Verbinte nis tot het betalen van het herstel. Hij beseft dat Duitschland om tie kunnen leven, zich met de Entente in haar ge heel rail dienen te verstaan. Daarom biedt hij productieve panden aan uit name van de Duitsche staten, de nijverheid en oen landbouw. En daardoor ontneemt hij aan den factor van het lijdelijk verzet een groot deel van het gewicht, dat er tot' dusvierre aan toegekend is. Als Frankrijk, dat geen inlijving, maar herstel wenscht, de gelegenheid aangrijpt, kan net grootste gevaar dat Europa bedreigt afgewend worden. UIT TURKIJE. De Groote Nationale Vergadering te Angora heeft de wet afgekondigd, waarbij de "mobilisatie geëindigd verklaard wordt en de vredestoestand ingetreden is. De ontruiming van Konstantinopel door de Briltsche troepen heeft ijverig voort gang. DE VIERDE VOLKENBONDSVERGA DERING, Uit Genève wordt aan de N. R. Crt. ge- De'Volkenbondsvergadering is dit jaar met een zeer ongelukkig besluit begonnen. Bq de presidentsverkiezing is de Cubaan Del ior- riente gekozen tegenover den z-witser Motta. Indien Torriente inderdaad voorzittersgaven bezat, die hem bijzonder waardig maakten tot opvolger van Hymans, van Karnebeek en Edwars, dan zou deze benoeming niet zoo pijnlijk zijn geweest als zij nu is. Doch Torriente heeft noch het vorige jaar, als voorzitter der ontwapeningscommissie, noch bij de aanvaarding van heti voorzitter schap blijk gegeven van bijzondere gaven. Daarentegen zou Motta in alle opzichten een voortreffelijk president zijn geweest. Zijn niet-verkiezing is uitsluitend het gevolg van Franschen tegenstand. Frankrijk vergeeft Motta zijn onafhankelijke houding in de vo rige Volkenbondsvergadering niet. Toen Frankrijk onder de Europeesche delegaties geen tegen-candïdaat tegen Motta kon vin den, heeft het gespeculeerd op de Zuid- Amerikaansche ijdelheid en aldus over de Europeesche meerderheid gezegevierd met de hulp van andere werelddeelen. DE OOGST IN RUSLAND. Russische bladen van de tweede helft van Augustus bevatten een van officieele zijde gewijzigde raming van de hoeveelheid graan, die van den oogst van het loopende jaar zou kunnen worden uitgevoer^i, zonder dat de belangen der bevolking daarvan nadeel zou den ondervinden, Uit dit overzicht blijkt, dat verschillende districten in het Westen en Noord-Oosten minder dan of nauwelijks de hoeveelheid ervan zullen produceeren, die voor de bevolking zelf noodig is, terwijl in het zuiden en zuid-oosten de oogst ten hoog ste middelmatig kan worden genoemd. De opgaven van de eerste week van Augustus zijn veel te optimistisch gebleken en vol gens de economische Sjisn van 24 Augustus zal bijvoorbeeld in de Krim het tekort 50 pet der plaatselijke behoefte aan broodgraan bedragen. Het tekort van broodgraan en zaadgraan wordt op ongeveer 125.000 ton geschat. Een half millioen dooden; 300.000 hnizen verwoest. Alle berichten stemmen er in overeen, dat de brand te Tokio nog steeds voort duurt. De toestand wordt nog verergerd, doordien telkens ook de gasleidingen vlam vatten, wat voortdurend ontploffingen ver oorzaakt. Verscheidene ongure elementen hebben zich niet ontzien van de algemeene verwarring gebruik te maken om tot plun deringen over te gaan. Vooral in verband hiermede is staat van beleg afgekondigd. Het nieuws uit Japan wordt steeds ernsti ger. De brand in Tokio was veroorzaakt door het breken van de gasbuizen. De minister van marine stelt het getal dooden op 150.000 in Tokio alleen. Het totaal aantal slachtoffers zal niet on der de 200.000 zijn. De politie te Tokio schat, volgens den koe rier die te Toni oka aankwam vanwaar draad loos kon worden geseind, het aantal ver woeste huizen te Tokio op 300.000 en het aantal slachtoffers op 500.000. Een bericht vanmorgen te San Francisco ontvangen zegt, dat het keizerlijk paleis bewaakt wordt door een regiment infanterie, een bataljon genie en de keizerlijke garde. Uit San Francisco wordt draadloos bericht, dat er hongeronlusten te Tokio zijn uitgebro ken. De gendarmerie was verplicht den sa bel te trekken. De beroemde Ryogokoebrug stortte in toen duizenden vluchtelingen er over trokken. Het aantal dooden is groot. Uit Nagasaki wordt gemeld, dat volgens den kapitein van het stoomschip Sjiiniomaroe, hier aangekomen uit Jokohama, is die ge- heele stad in puinhoop. Geen enkel onver meld gebouw is meer te zien. De brand te Tokio verminderde Zondag middag om vijf uur, toen er zoogoed als niets brandbaars meer in de stad was overgeble ven. Ook het gebouw der Chineescne lega tie is verwoest. Alle gevangenen, o.w. de on langs gevangen genomen socialisten, werden vrijgelaten toen de gevangenis vlam vatte. Uit Nagasaki meldt een officieel bericht, dat in Tokio 350.000 huizen zijn verwoest. Uit Peking komt de tijding, dat volgens mededeeüngen van de passagiers van het stoomschip Korea Maroe slechts 40.000 men- schen in Jokohama zijn overgebleven; de anderen zijn gedood of gevlucht, In San Francisco is een draadloos bericht ontvangen, dat meer dan 700 patiënten in het universiteits-ziekenhuis te Tokio gedood zijn. 6 Amerikaansche torpedobootjagers zijn Maandag uit Dairen naar Jokohama ver trokken met doktoren en voedsel aan boord. Het eerste bericht uit Tokio, via New-York, hier ontvangen oyer de aardbeving meldt, dat Tokio en Jokohama nagenoeg verwoest zijn door de aardbeving en den brand van Zaterdag. De slachtoffers der beide steden Toopen in de duizenden. Het Amerikaansche gezantschap is er verwoest. Verwacht wordt, dat het aantal der te Tokio en Jokohama omgekomen vreemde lingen kleiner is dan het geval zou geweest zijn indien de aardibeving niet in het vacan- fieseizoen was gekomen. Thans waren de meeste toeristen en verscheidene ingezete nen naar de vacantie-oorden gegaan zooals Nikko en Karoetzawa, waar naar ver luidt de aardbeving geen groote schade aanrichtte. Aangenomen wordt voorts, dat ook het Britsche gezantschapsgebouw werd verwoest, terwijl de consulaten te Jokohama waarschijnlijk werden verwoest door de vloedgolf of het vuur. Maar er is niets bepaalds bekend, AANSLAG OP DEN JAPANSCHEN MINISTER-PRESIDENT. Naar de Times uit Tokio verneemt, loopt het gerucht dat de minister-president ver moord is. Te Peking wordt, door berichten van scheepspassagiers, bevestigd, dat graaf Ja- manoto, de nieuwe premier van Japan, het slachtoffer is geweest van een aanslag, maar de bevestiging van het gerucht dat hij zou zijn vermoord, bleef achterwege. Het heet dat de aanslag werd gepleegd, toen de minister-president de vergadering van de vlootclub bijwoonde, doch het snelle optre den van de hem vergezellende vrienden verijdelde het doel van den aanvaller. L'Oeuvre maakt een ondeugende toe speling op Mussolini en de bezetting van Korfoe. Het blad teekent twee heertjes op leeftijd, die ietwat vreesachtig met elkaar staan te praten. Het eene heertje houdt een geopende courant in de hand. Zij spreken hoogst ernstig. Het eene zegt tegen het andere: „en hij heeft gezegd, dat hij, als de Fransche kranten niet vriendelijk waren, Corsica zou bezetten." Te Salon is Zondag een gedenkteeken onthuld voor Camille Pelletan, den vroege- ren minister van marine. De Kamerleden Girard en Herriot en Senator Renoult heb ben de verdiensten van Pelletan geschetst. Er is te Parijs ingebroken in het huis van Senator André Berthelot, wiens naam venbonden is aan de Banque industrielle de Chine. Een Parijsch blad wijdt een teeke- ning aan deze inbraak, die te Parijs, na het geruchtmakend proces tegen de bank, waar van Berthelot directeur was, natuurlijk de aandacht trekt. Op de teekening ziet men twee gemaskerde boeven met Loren en groote sleutelbossen voor dc deur van Berthelot's appartement. ..Ze zullen denken, grinnikt de eene griezelige kerel, dat het een mop is van de aandeelhouders van dn B. I. C." Te Parijs is Zondagavond een moord op 'n Italiaanschen fascist gepleegd. Een ge zelschap Italianen, waaronder de hr. Lomar- di met zijn zoon, beiden te Biella in Italië woonachtig en voor korten tijd te Parijs ver toevend, had daar Zondag in een restaurant gegeten. Toen de jonge Lombardi, die be halve verscheidene Italiaansche decoraties, ook het fascistische onderscheidingsteeken droeg, 's avonds uit het restaurant kwam, werd hij op ruwe wijze aangesproken door een man," die tot een vrij groote groep menschen behoorde, welke op straat stond samengeschoold. De man maakte eerst Si!- vio Lombardi onhebbelijke opmerkingen over het fascistische insigne, haalde toep plotseling een vlijmscherp keukenmes uit zijn zak en stak het Lombardi in de borst De jongeman, die vijf-en-twintig jaar oud was, overleed na enkele oogenblikken. De moordenaar werd door een agent van poli tie gegrepen maar weer door zijn metgezel len bevrijd en ging met hen op de vlucht. De Parijsche politie stelt haar onderzoek vooral in de kringen der Italiaansche com munisten te Parijs in. Zij zoekt in het bij zonder eenige militante communisten, die. kort geleden uit Italië ziin uitgezet en vaD wie er een ook te Biella heeft gewoondU}^ Ook Frankrijk heeft, gelijk men we§l. zijn stierengevechten en dat deze niet* slechts gevaarlijk kunnen zijn voor hen, die daaraan deelnemen blijkt uit hetgeen er Zondagmiddag in de arena van Bayonne i» gebeurd. De matador Antonia Marqtfez had reeds herhaaldelijk geprobeerd den stier met den laatsten degenstoot te dooden. Het. wapen werd hem door het ten doode ge- hitste dier uit de hand geslagen, weggeslin gerd en kwam tusschen de toeschouwers terecht. Het trof een jongeman van vijf-en- twintig jaar in de borst en wel zoo onge- lukkig, dat hij na enkele oogenblikken den geest gaf. Men schrijft ons uit Amsterdam: Het is vandaag de groote dag, de dag van den intocht. Maanden achtereen is daar op het kantoor van Blaauwhocden-Vriesseveem aan de Heerengracht geconfereerd. Er zijn daar door den Voorzitter van het Centraal Bestuur van de Huldigingscommissie, den heer C. G. Vattier Kraane, plannen gemaakt, waarbij honderden en nog eens honderden personen van allerlei Vereenigmgen hem met raad en daad hebben bijgestaan. Zelfs heeft men uitgemeten den intochts- weg in de lengte, zoowel als in de breedte. Er moest immers berekend worden hoe veel menschen zich in het geheel achter den Koninklijken Stoet zouden kunnen aanslui ten, om al® aanstonds de stoet op den Dam aankomt, alle deelnemers dit groote natio nale plein te laten opmarcheeren. Met hoevele details de organisatoren wel hebben rekening te houden, valt natuurlijk niet te vermelden, maar ieder begrijpt, dat juist de kleinigheden volkomen in orde moeten zijn, om het geheel te doen slagen. Nu is men dan eindelijk uit-geconfereerd en het met veel moeite ontworpen plan van den intocht, dat naar ieders verwachting het schoonste nummer zal worden van het geheele jubileumprogram, staat thans uitge voerd te worden. De drukte langs den intochlsweg. 't Is reeds vroeg vol in de geheele stad, Langzaam aan trekt ieder de richting uit van den weg, waarlangs de intocht zal plaats hebben. Alle voorbereidingen zijn getroffen, zoowel officieel als meer huiselijk. Wanneer ook wij in die richting gaan, zien we, dat bij vele particulieren de ramen zijn weggenomen, zoodat men gemakkelij ker den stoet kan gadeslaan. De politie i druk in den weer, vooral bij het punt van aankomst, het station Willemspark, orde te brengen in de steeds aangroeiende menigte. Aan de vereenigingen, die met hun vaan dels langs den weg zullen geschaard staan, worden hun plaatsen aangewezen. Inderdaad krijgt door die vaandels de weg een nog meer feestelijk aanzien. Ongeveer één uur worut overal het rij- verkeer langs den intochtsweg stopgezet; geen auto mag er meer rijden, de tramdienst heeft niet meer plaats. De menigte blijit echter in beweging. Steeds voller wordt het Alle vensters in den omtrek worden be zet; zelfs op de daken der huizen hebben heele koloniën zich genesteld. Meer en meer komt er als het ware een vaste muur; waardoor de weg zich duidelijk gaat afteekenen. Zoo nu en dan gaat reeds een officieele auto naar het station Wil lemspark. Hoe meer het uur van aankomst nadert, hoe meer officieele personen aan het station komen. Uit de verte klinkt reeds een hartelijk gejuich. Het is de eercwacht van burgers te paard, die optrekt. Hun costuum van blauw laken met oranjestrik op den linkerschouder en de pantalon met goud galon en de steek op met witte struis- veeren, wekt algemeene bewondering. Overal worden deze ruiters hartelijk toege juicht. Het oogenblik van aankomst nadert meer en meer. De rijtuigen van den stoet, voorop de witte caleche zijn ook reeds aan gekomen. Het pleintje voor het station is nu geheel door de politie ontruimd. Aan de rechterzijde van het gebouw hebben zich een aantal leden van de feestcommissie met hun dames opgesteld. Aan de andere zijde staan de leden van de Koninklijke Liedertafel „Apollo dia straks de Koningin zullen toezingen. Bij deze vereeniging hebben zich aange sloten deputaties van alle Koninklijke lie. dertafels met hun vaandels. Op het station Willemspark, Het geheele perron van het station Wil lemspark is in een bloemenprreel herscha pen. Men heeft zelfs voor dit speciale doel aan den Zuidelijken vleugel van dit anders zoo rustige station een houten overkapping ge maakt om den aanblik van het stationnetje grootsteedsch te maken. De gangen, waar de Koninklijke stoet uit. treedt, zijn met bloemen, planten en dun doek versierd. In de wachtkamer, tweede klasse, zijn de leden van de Huldigingscómmissie, onder leiding van hun president van het Centraal Bestuur, den heer C. G. Vattier Kraane saamgekomen. Op het perron bevinden zich verschillende autoriteiten, o.w. de Burgemeester van Am sterdam, de heer W. de Vlugt, in ambtsge- waad. Op den rechtervleugel van het station staat het muziekkorps van de Amsterdam» sche politie opgesteld. Alles is gereed om de jubileerende Vorstin te ontvangen. De aankomst. 'tls tien minuten over tweeën. Het sein van aankomst wordt gegeven. Even is alle» stil! En als dan eenige seconden daarna de Koninklijke trein, waarop de Koninklijke Standaard wappert, het station komt bin nenrollen, zet het „Amsterdamsche Politie- Muziekgezelschap", onder leiding van zijn directeur, den heer Hub. Rijgersberg, het Wilhelmus, de oude toonzetting, in. Als de tienduizenden, die buiten op het Stationsplein de eerste tonen van de muziek hooren, ten teeken, dat de Koningiii is ge. arriveerd, klinkt een levendig hoera-geroep, dat tot op het perron doordringt. Hare Majesteit stijgt uit en wordt verwel komd door den Burgemeester, die vervol gens den Prins en Prinses Juliana hartelijk begroet. Korten tijd onderhoudt de Koninklijke Familie zich met de aanwezige autoriteiten en de Koningin betuigt Hare groote erken telijkheid jegens de Amsterdamsche politie voor het door haar gegeven eerste feeste lijk eeresaluut. Dan begeeft Hare Majesteit zich naar de met planten en bloemen versierde 2e klasse, wachtkamer, waar de leden van de Huldi gingscommissie aan de Koninklijke Familie worden voorgesteld. Daar blijft men een 10-tal minuten ver. wijlen. Op het station Willemspark. Vol belangstelling wordt gewacht dat de Koningin met Haar gevolg zal verschijnen. De deuren gaan open. Er komt plotse ling eenige beweging buiten. De dirigent van „Apollo", de heer Fred. Roeske, heft den dirigeerstok op en tusschen de planten en 37 „God in den hemel, geeft mij geduld," mompelde Flora tusschen de tanden. „Wat een ellende toch, zulke zwakke vrouwen. Ik bid u, Henrietta, wat roept gij toch al tijd om Kathel Waarlijk, niemand zal haar stelen!" Met brandend ongeduld zag zij naar het huis, maar daar was geen levend wezen te zien dat haaT kwam aflossen allen waren naar de ruïne geloopen, de reeds aangeko men gasten, de knechten en het personeel uit de keuken, zelfs de keurig geschoeide kameniers hadden zich in den modder ge waagd. Maar daar kwam hulp uit de stad de dames die aan de vertooning mee zou den doen, verschenen ademloos op het too- neel der verwarring. „Mijn God, wat is hier gebeurd?" riep freule von Giese op Flora en mevrouw Urach toeijlend. Flora haalde de schouders op. „In den to ren heeft een ontploffing plaats gehad maar meer weten wij er ook niet van. Alles jaagt en rent voorbij, niemand heeft een woord voor ons over, en ik kan niet weg, daar grootmama het hoofd heeft verloren en mij in haar angst letterlijk de kleeren van het lijf scheurt. Zij verbeeldt zich dat Mau- rits er bij omgekomen is. De jonge meisjes stonden als versteend bij dit vreeseiijk vermoeden die van jeugd en gezondheid bloeiende man, die nog wei nige uren geleden een dronk wijdde aan het „heerlijke leven," ginds in de vlammen om gekomen of in stukken vaneen gescheurd! Dat was niet uit te houden. „Onmogelijk" riep freule von Giese „Onmogelijk," herhaalde mevrouw Uraoh, met een mengeling van zuchten en ongeloo- vig lachen in haar stem; zij stond nu recht op, maar wankelde als iemand die dronken is, en wees met een onzekere beweging naar het naaste boschje. „Daar daar komen zij met hem aan. God, rechtvaardige God! Maurits, Maurits!" Onder diep stilzwijgen zag men een voor werp aandragen, door tal van nieuws gierig meeloopende menschen omringd. Te midden dier menigte liep Bruck; hij had zijn hoed verloren, zijne lange figuur stak boven allen uit. Flora vloog op hem toe, terwijl mevr. Urach in een krampachtnig snikken losbarstte. Bij 't zien van de haastig nabijkomende, fiere en schoone bruid gingen de menschen onwille keurig op zij; na een vluchtigen blik op de gestalte te hebben geslagen, die men op een rustbed had gelegd, keerde Flora zich aan stonds om en riep op geruststellenden toon; „Bedaar maar, grootmama! Het is Maurits niet „Kathe is het ik wist het wel," mom pelde Henriette, half zuchtend, half spook achtig fluisterend met hare heesche stem en wankelde naar dc plek, waar de dragers een oogenblik den last hadden neergezet. De verongelukte lag op Het ouderwetsehe rustbed uit de studeerkamer van den dok ter hare aan alle zijden afhangende klee deren dropen van hef water. Zachte kussens ondersteunden hoofd en rug. Met de geslo ten oogen en de in den schoot saaingevou- wen handen zou zij er uitgezien hebben als in een vreedzamen sluimer verzonken, had niet een met bloed bevlekt verband om het ■Wiorhoofd blijk gegeven, dat zij aan het hoofd verwond was geraakt. „Wat is er met Kathe gebeurd, Leo? Wat had zij in 's Hemels naam daar bij den toren te maken?" vroeg Flora, terwijl zij nader kwam. Uit den toon harer stem sprak meer ongeduld en ergernis dan medelijden met hare zuster. De dokter was, bij het geruststellend woord dat Flora hare grootmoeder had toe geroepen, bijna in toorn losgebarsten; nu scheen het echter of hij niet eens hoorde, dat zij sprak zoo stijf hield hij de lippen op elkander geklemd, en zoo onverschillig was de blik waarmee hij haar even aanzag, terwijl zijn oog op Henriette viel. De arme lijderes stond, naar den adem hijgende, voor hem en hare door tranen ver duisterde oogen zagen wanhopend op Kathe. „Een enkel woord maar, Leo leeft zij?" stamelde zij op smeekenden toon. „Ja, de ontzettende schok en het bloed verlies hebben haar geheel bewusteloos ge maakt, de wond is gelukkig niet gevaarlijk. Het ergste voor het oogenblik zijn die natte kleederen," antwoordde hij zacht en vrien delijk en lei broederlijk de hand om haar henen, als om haar, die daar wankelend stond, te steunen. „Vooruit nu!' riep hij kort daarna dei dragers angstig en ongeduldig toe. De menigte ging teleurgesteld uiteen; er was immers volstrekt geen gevaar, en men ging dus liever weer naar de plaats des on- heils terug Het rustbed werd over het plein voor de villa gedragen, langs mevrouw Urach, die er wezenloos het oog op sloeg en niets meer scheen te begrijpen van al wat er om haar henen gebeurde. De ontstelde meis- iej drongen zich angstig en schuw tegen el kander aan en zagen radeloos op naar den jeugdigen dokter, die zonder een woord te spreken, langzaam naast het rustbed liep. Met den linkerarm hield hij Henriette nog altijd omvat, terwijl de rechterhand op Kathe's voorhoofd rustte, als om de pijnlijke beweging zooveel mogelijk te doen maligen. De man die anders zijne aandoeningen zoo goed wist te verbergen, dien men. in den laat sten tijd niet anders had gezien dan met somberen blik en bedrukt gelaat, zag nu met onverholen teedevheid en waakzame zorg naar het blceke gezicht van Kathe, als had hij onder doodsgevaar het liefste en heiligste dat hij kende, behouden en gered. Flora ging achter de zwijgende groep aan, alleen, even als&f haar niet de minste band aan die drie menschen verbond die door een gemeenschappelijk ongeluk op eens voor aller oog in zoo nauwe en innige betrekking waren gebracht. Waar de dra gers zooeven gerust hadden, lagen plassen water: mei de bruidsjapon werd door het slijk gesleurd, zonder dat zij er aan dacht. Met een snellen greep trok zij de fraaie bloemenkrans van het blonde haar; die krans was een bittere ironie geworden te midden van bitter leed; zij plukte er aan en haalde de bloemen er uit, zonder het zelf te weten; rondom haar heen lagen de witte bloesems verstrooid en verloren. En ook zij ging voorbij hare grootmama en hare vriendinnen en zij zag ze niet aan. Haar fonkelend oog rustte op de indruk wekkende gestalte van haren bruidegom van seconde tot seconde wachtte zij, dat hij zich zou omkeeren om haar aan te zien, en zoo volgde zij schrede voor schrede over het ruime plein, over den drempel van het huis. Mevrouw Urach riep haar terug, nog maals klonk er een ontzettende kreet van de zijde der ruïne zij zag niet om; al zou achter haar ook de wereld ineenstorten met onverbiddelijke beradenheid volgde zij „haar recht." HOOFDSTUK XXV. Op den verschrikkelijken dag volgde een sombere nacht, vol ademlooze spanning en doodelijken angst. Niemand ging naar bed, alle gasvlammen in de villa waren ontsto ken; de bedienden liepen op de teenen rond of hokten fluisterend bijeen, en slechts als er voetstappen van den toren werden ge hoord, of een der buitendeuren openging, sprongen allen te voorschijn en ijlden de gang in, want de heer des huizes moest en zou nog altijd komen maar de nacht ging voorbij, het ochtendrood kleurde de kimmen en hij kwam nooit, nooit terug! Het was een heldere zonnestraal, een voorbode van een schoonen dag, die op de villa Bauragarten viel en in de gebroken glazen weerkaatste. Hij liep de feestzaal door en verlichte het fluweel van den ge vallen troonhemel voor bruid en bruide gom bestemd, hij kuste het reeds verwelkte groen der kransen en de gebroken planten, die uit de bloemenkast hierheen waren ge bracht welk een tooneel van verwoesting en wanorde! Een enkele schok had dit lichte tooverpaleis uit dc Duizend en Een Nacht in een afschuwelijke mengeling van scherven en flarden en splinters veranderd. En al die heerlijke verzen, die de bruid ter eere zou den hebben geklonken, waren achtergeble ven, en daar waar de genieën met gouden vleugelen in een wolk van rozen zouden zijn nedergedaald, daar speelde de koele och tendwind met gaas en lint en bloem. Heden misschien voor de eerste maal drong het vroege morgenlicht in deze ruimte door, er was geen blind gesloten, geen gordijn neergelaten; zelfs de prachtige slaapkamer aan de noordzijde van dc villa, met de rood zijden draperie en het prachtig ledikant met I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5