Van Wet en Wetgeving. BUITENLAND Kerkel. Kunst - VAN OVEN,. Den Haag - Vaandels, Insignes, Vlaggen, Medailles jf)erde Blad 8 September 1923 Van Alles en van Overal. Medische Praatjes. KLATERGOUD. ui. Het Grieksch-Italiaansche conflict voor den Volkenbondsraad. De Raad heeft zich met den Gezantenraad in nader contact gesteld. De toestand op Korfoe. Nadere berichten over Japan; het aantal dooden zou vol gens officieele schatting 200.000 bedragen. Harvey treedt af als gezant te Londen. Onder de Telegrammen: Optimistische stemming in den Gezantenraad en in Londen; men meent, dat een beslissende stap tot regeling van het conflict is gezet. Plotseling herstel van de mark. Conferentie van de Duitsche regeering en vertegenwoordigers van het bezette gebied. De verkiezingen in Rusland. FEUILLETON 9. De jubileumfeesten te Amsterdam. Het waterfeest op het IJ van de Koninklij ke Zeil- en Roeivereemging is een natte ge schiedenis geworden. Dat is voor een water feest nu wel niet zoo heel bijzonder, dat het nat is, maar nat en nat zijn twee. En nattig heid die van boven kontt, kan men op een waterfeest evengoed missen als bij een voet balwedstrijd. En het regende, het regende Toen ik daar op het water, met vele col lega's weggedoken in de kajuit van het pers bootje, lag te wachten op de aankomst van de Koninklijke familie die op de groote Zaandam I" langs de gepavoiseerde jachten andere booten zou varen, regende het. Toen ik een kwartier gewacht bad, regen- 'e het Toen ik een half uur gewacht had, regende het Toen ik drie kwartier Om kort te gaan, toen de Koningin met de haren eindelijk aankwam, regende het nog en niet zoo zuinig. Maar toch waren de vorstelijke personen in open rijtuigen naar de De Ruyterkade ge komen, toch liepen ze zonder paraplu over den langen steiger naar de groote boot. Daar klommen ze naar boven en zaten ioen beschut onder 't beschermende tentdak. En toen keek de Koningin rond over het water en ze zag, wat ik al een uur lang ge zien had: Een wijd grauw watervlak, waarop een lange rij schepen en scheepjes, versierd met duizend kleurige vlaggetjes, die probeer den vreugde te brengen in dit sombere grijs, maar die het moesten afleggen tegen den vagen nevel, die ook de kleuren vergrauwde, lot ze ineen smolten tot één vlek triestig heid. En over dat alles een looden lucht, zwaar drukkend en het al nog meer ver somberend. En het regende... De boot met de Koninklijke Gasten aan boord voer af en wij volgden haar, even stuurboord houdend. Naast ons, aan bak boord van het schip met den Koninklijken standaard in top dus, scheerden onze vier beroemde zes-meter-klasse jachten over 'iet water en achter ons aan kwamen de groote booten met genoodigden en nog een paar kleinere vaartuigjes. Bom! Daar donderde het eerste der een-en- twintig saluutschoten van de „Tromp". Bom! Daar volgde de „Heemskerck" met het tweede. Bom bom bom.... En telkens scheurde een vuurstraal het sombere grauw, dat alles omhulde. Maar dan werden de eerste gepavoiseerde jachten bereikt en een luid gejubel steeg kristalhèlder uit het grijs omhoog en eens klaps zag ik het grauwe niet meer, zag ik de kleuren der duizenden vlaggetjes vroo- lijk lachen. De jubel van de menschenziel verwon de trieste stemming der natuur. En het regende. Maar wie van die ontelbaar velen, die daar opgepakt zaten op de 451 versierde vaartuigen, die daar zich reiden langs den wal en stonden op de daken van huizen en fabrieken, voelden nu den regen nog? Wie, die nog aan iets sombers dacht? Zoo ging de stoet langzaam verder, steeds tusschen een dubbele rij, met honderden, kleine vlaggetjes versierde en met een lan gen oranje wimpel bekroonde, vaartuigen door, tot aan de Houthaven, steeds omjuicht door de geestdrift der menigte, voortdurend omgolfd door de klanken van het Wilhelmus of het gejoel der matrozen aan boord en in het want van de „Tromp" en de „Heems kerck". En het regende. Op den terugtocht werd dicht langs de Joh an de Wit gevaren, de groote mailboot, die zwaar naar bakboord over helde door de menschenmassa die er op was saamgepakt. En weer klonk de jubel luide op, weer verblindde de stem het oog, zoodat het sombere niet gezien, alleen het blijde ghoord werd. En als je dan rondkeek om ie heen en je zag die vier reuzen vogels over het water schéren achter elkaar de Hollands Hope, de Viz, de Puzzle en de Golly Wog elkaar volgend in sierlijke zwenkingen en kranige wendingen, dan genoot je van het mooiste wat deze tocht te zien gaf de ten toonspreiding van Hollandsohe zeemans kunst. Verder werd gevaren, ot weer het punt van afvaart was bereikt en de vorstelijke personen weer plaats namen om zich te begeven naar le Jubileum-tentoonstelling in het Koloniaal Instituut. En het regende! ARTHUR TERVOOREN. WOONWAGENS EN WOONSCHEPEN. Niet langer zal dan zoo zegt de Me morie van Toelichting der wet van 26 Juli 1918 S. 492, houdende regeling betreffende woonwagens en woonschepen in strijd met de eischen eener goede volkshuisvesting worden geduld, dat wrakken van woonwa gens en woonschepen worden bewoond ten nadeele van gezondheid en zedelijkheid der bewoners. Niet langer zullen de kiemen van besmettelijke ziekte van gemeente tot ge meente worden overgedragen. Het aantal (*uders, die een vaste woonplaats missen zal verminderen en daardoor zullen minder kin deren aan de goede werking der leerplicht wet worden onttrokken. Niet langer ten slotte zal worden geduld, dat een deel der bevol king een leven leidt, waarbij de vereischte bestaansmiddelen uitsluitend worden ver kregen door bedelen en wellicht andere strafbare feiten ten nadeele van hen zelf en het opgroeiend geslacht, dat niet in de gelegen heid wordt gesteld zich zedelijk en geestelijk te verheffen, ten nadeele ook van de rustige plattelandsbevolking, die wordt afgeschrikt door deze bewoners van verplaatsbare wonin gen, die zich al te gemakkelijk aan de na sporingen der gemeentepolitie weten te ont trekken. Als men het bovenstaande leest, stelt men zich van de uitwerking der voornoemde wet van 26 Juli 1918 heel wat voor. En toch is het resultaat dier wet bitter bedroevend. En de rustige plattelandsbevolking, wier belan gen blijkens bovenstaande Memorie van Toelichting ook der Regeering ter harte gin gen, ondervindt nog steeds den overlast van de zwervende bevolking, die haar leven tus schen de wielen verslijt. Ja, wij gelooven, dat de overlast thans nog grooter is dan voor heen, omdat nu de handen der gemeentebe sturen, die vóór de invoering der wet nog wel eens doortastend konden optreden, ge bonden zijn. Dat de resultaten der wet op woonwagens en woonschepen zoo gering zijn, is het gevolg van tweeërlei oorzaak. Op de eerste plaats van de zeer soepele overgangsbepalingen der wet in welke overgangsbepalingen ten op zichte der nomadenbevolking, die op woon schepen en speciaal in de woonwagens huist, wel wat al te veel égards worden in acht ge nomen, en in de tweede plaats van den Euro- peeschen oorlog, die met zijn nasleep van wo ningnood het uiterst-moeilijk maakte om- voor de bevolking der woonwagens en woon schepen, hoe onhygiënisch en vervallen die ook mochten zijn, een passende, zij bet dan ook schamele woning te vinden. Laat ons het systeem der wet intusschen eens nader beschouwen. De wet gaat uit van het denkbeeld, dat niemand een woonschip of een woonwagen mag bewonen zonder speciale vergunning. Die vergunning wordt verleend door den Commissaris der Koningin der betrokken provincie, voor hen die zich hier te lande een woonplaats hebben verkozen en voor vreem delingen door den Commissaris der Konin gin in de provincie Utrecht. Aan hen, die per woonwagen of woonschip het land over de grens binnentrekken, kan door 't douane kantoor een vergunning worden gegeven. De vergunning, door den Commissaris der Koningin gegeven, geldt gedurende een tijd vak van drie jaren de vergunning van een douanekantoor wordt voor niet langer dan 14 dagen verstrekt, in dien tijd Jieeft de belanghebbende gelegenheid zich tot den Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht te wenden. De Commissaris der Koningin verplicht de verdunning te weigeren le. indien de inrichting van den woon wagen of het woonschip niet voldoet aan be paalde eischen. De eischen, waaraan moet worden voldaan zijn vastgesteld bij alge- meenen maatregel van bestuur 2e. indien het redelijk vermoeden bestaat, dat de aanvrager bij het gebruik van den woonwagen of het woonschip zich niet zal houden aan de voorschriften, die daarom trent bij algemeenen maatregel van bestuur zijn gegeven 3e. indien de aanvrager niet aannemelijk maakt, dat de bewoners van den woonwagen of het woonschip voldoende middelen van bestaan hebben of dat in hun onderhoud op voldoende wijze wordt voorzien. De Commissaris der Koningin is boven dien bevoegd de vergunning te weigeren le. wanneer nog geen drie jaren zijn ver- loopen sinds dejaarrvrager of een der per sonen die het woonschip of den woonwagen, waarvoor de aanvrage geschiedt, zullen be wonen is veroordeeld ter zake van openbare dronkenschap, baldadigheid, burengerucht, bedelarij of landlooperij 2e. wanneer nog geen drie jaren zijn ver- loopen sinds eene vroeger verleende vergun ning voor denzelfden woonwagen of het zelfde woonschip is ingetrokken. 3e. indien de aanvrager niet aannemelijk maakt, dat hij het regelmatig ontvangen van onderwijs door de kinderen van den leer plichtigen leeftijd, die in den woonwagen of het woonschip wonen of nachtverblijf heb ben, naar vermogen bevordert. De verleende vergunning moet op duide lijk waarneembare wijze in den woonwagen of het woonschip zijn opgehangen. De uit te reiken vergunning draagt een letter en een nummer. Deze letter en dit nummer moten vooraan op den rechter- en op den linker buitenwand van den woonwagen of het woon schip duidelijk waarneembaar worden aan gebracht en wel in witte teekens op donker- blauwen achtergrond. Van hunne bevoegdheid tot weigering zullen de Commissarissen der Koningin in dezen tijd van woningmisère wel geen ge bruik maken, zoodat een weigering dêrver- gunning blijft beperkt tot het geval, dat de Commissaris verplicht is dit te doen. Doch ook een verplichte weigering der vergunning zal wel zelden voorkomen, en dit is in ver band met de zeer soepele overgangsbepaling der wet, waarop wij boven reeds met een en kel woord hebben gewezen. Aan deze overgangsbepaling en aan de bevoegdheid, die de gemeentebesturen ter zake van woonwagens en woonschepen be zitten, hopen wij een nadere beschouwing te wijden. DE PLOTSELINGE DOOD. Bij een bespreking van bovenstaand onder werp zou ik onvolledig zijn, als ik niet een oogenblik uw aandacht zou gevraagd hebben voor de oorzaken die wij veelal bij het kind aantreffen. Allereerst moet ik dan noemen 't kind, dat lijdende is aan aangeboren syphilis, een ge slachtsziekte, die, zooals u bekend is, heden ten dagen met de meest krachtdadige middele die maar wenschelijk zijn, wordt aangepakt. Voorts vinden wij een enkelen keer de „mors subita" bij het jeugdige kind, dat lijdende is aan een z.g.n. „bronchiolitis", d.w.z. van een ontbering van de allerfijnste luchtweg ver takkingen. De laatste en wel meest passende vorm, die ik u evenwel wil noemen en waarbij wij wat langer moeten stilstaan, is die, welke bekend is onder den naam van „status thy- rrhco-lyphaticus", een toestand, die afhan kelijk is van een te groote Hymus of zweze rik, een klier, die op jeugdigen leeftijd vrij sterk ontwikkeld pleegt te zijn, doch later langzamerhand gaat verdwijnen. De Hymus is, zooals u wellicht bekend zal zijn, gelegen vóór aan den hals en het ligt voor de hand dat men met de sterke ontwikkeling van deze klier in dergelijke gevallen 3ls oorzaak voor het optreden van den plotselingen dood ge dacht heeft dan een dicht drukken van den luchtpijp of trachten op een gegeven oogen blik, dus a.h.w. het kind zou den sfikkings- dood sterven. Hoe plausibel deze verklaring ook lijkt, toch is zij niet toerijkend gebleken in het meerendeel der gevallen en heeft men naar andere verklaringen gezocht, die beter vol deden dan bovengenoemde. Het bleek nl. dat kinderen, die een veel en veel te groot thymus hadden, tevens in 't bezit waren van een buitengewoon gevoelig zenuwstelsel, zoodat zij op prikkels, die van buiten af op hen losgelaten worden, ongun stig reageeren. Zoo is het b.v. voorgekomen dat men bij een dergelijk kind wat slijm van Hijmans en Branting, zegt Salandra dat de wereld ongetwijfeld van Italië houdt om zijn geschiedenis en zijn zon. Maar ik, zoo ver volgt hij, vertegenwoordig het Italië van den oorlog, dat het leven van 600.000 van zijn kinderen ten offer heeft gebracht, dat hecht aan zijn prestige en aan de waardigheid van zijn naam. Daarom maak ik andermaal voorbehoud. Zich richtende tot Hijmans en Branting, zegt Salandra tot hen: Gij behoort niet tot landen waar de moord een politiek middel is. Ook moet gij in dit debat niet tc maken hebben. Politis wijst dadelijk op het gezegde van Salandra, dat hij beleedigend voor zijn land acht en protesteert ertegen. Guany (Uruguay) stelt er prijs op te ver klaren dat de Italiaansche stelling van de onbevoegdheid onhoudbaar is. Isjiï trekt uit de lange beraadslagingen de slotsom. Op zijn voorstel besluit de raad met onthouding van Italië het eerste ge deelte van het voorstel van Quiriones de Leon tot aan de woorden „de Rand wenscht bovendien aan den gezantenraad' voor te leggen enz." te verzendfcn. Menverstaat er zich over, het tweede gedeelte dat betrekking heeft op dc voor stellen die aan den gezanten gedaan wor den, door den Raad zeer grondig le laten onderzoeken. Wat dc bevoegdheid betreft, zegt Isjiï, dat is een zeer ernstige juridische kwestie, die wij in een latere bijeenkomst ter hmd zullen nemen DE STAND VAN HET CONFLICT. Politis, het hoofd van de Grieksche dele gatie te Genève heeft aan den correspon dent van de Prager Presse medegedeeld, dat j hij op het oogenblik den stand van het Ita- de tonsillen afhalende, een zeer onschuldige bewerking, de mors subita te vocrschijnkwam tot groote ontsteltenis van de omgeving. In 't algemeen zijn deze. kinderen ook ,stoe- telig" hetgeen op de straat de alleronaange naamste gevolgen met zich kan medebrengen en het is dan ook deze categorie, die vaak door een ongeval om het leven komt, terwijl de automobilist, de motorrijder, de wagenbe stuurder der tram geheel en al vrij uitging. Niet uitsluitend vinden wij dezen toestand bij 't kind doch ook bij den volwassene ken nen wij den z.g.n. status thymico lympha- ticus. Het zijn niet juist de snuggersten onder onze medemenschen, die aan dit euvel lijden Ook bij hen zien wij, dat reeds de onbedui- denste in; riep den plotselingen dood ten ge volge kan hebben. Zoo kan b.v. een eenvou dige aanstipping van het neusslijmvhes den dood met zich medebrengen. Uit dit alles blijkt dus wel voldoende, dat wij niet uitkomen met een druk van den te grooten thymus op de luchtpijp en al kan deze zonder twijfel wel eens het zijne daartoe bijdragen, voldoende is deze verklaring geenszins. Op welke wijze, zoo zult ge mij dan vra gen, treedt de dood van onzen patiënt dan zoo plotseling in De meest aannemelijke verklaring, die ik u kan geven, is wel langs reflectonischen weg. Deze menschen nl. zijn in 't bezit van een buitengewoon gevoe lig zenuwstelsel en zoo zou een zeer lichte prikkel de alleronaangenaamste gevolgen kunnen hebben, n.l. een plotselingen stil stand van hart en ademhaling. Uit onze verhandelingen nu zult ge gezien hebben, dat de levensdraad op tal van ma- iiaanscb_Grieksche conflict als reer ernstig n.eren plotseling kan worden afgesneden en bcschouwt. De toestand is nog moeilijker het in een gegeven geval niet altijd even ge makkelijk is zich aanstonds een denkbeeld te vormen van de wijze, waarop dit geschied is, doch hiervoor vaak een uitgebreid onder zoek noodzakelijk is. MEDICUS. DE BIJEENKOMST VAN DEN VOLKEN BONDSRAAD. Omtrent de belangrijke zitting van den Volkensbondsraad op Donderdag f.1., wordt nog het volgende meegedeeld: In de bijeenkomst van den Raad van den Volkenbond heeft Isji (Japan) de laatste nota van de gezanten-conferentie voorgele zen en gezegd, dat de Raad daarop een ant woord moet geven. Quinones de I.eon (Spanje) deelt mede, dat verscheidene collega's met hem een ant woord hadden opgesteld. De tekst van deze verklaring luidt aldus: De Raad neemt ken nis van de hem gisteren door de gezanten- conferentie gedane mededeeling en instem mend met het beginsel van het Volkenrecht, dat de staten verantwoordelijk zijn voor de op hun gebied gepleegde politieke misdrijven en aanslagen, geeft hij zijn voornemen ie kennen om in overeenstemming met de con ferentie de wijze, waarop een onderzoek in gesteld kan worden, te bestudeeren. De Raad zou gaarne op de hoogte gesteld wor den van de conferentie, die de Gezantenraad Vrijdag zau houden. De Raad wenscht voorts de volgende over wegingen aan het oordeel van den Gezan tenraad te onderwerpen. Zij betreffen de door Italië van Griekenland geëischte vol doening wegens den op Grieksch gebied bij Janina op den voorzitter en de leden der Italiaansche missie gepleegden aanslag. le. Verontschuldigingen aan te bieden door de hoogste Grieksche autoriteiten aan een van de drie mogendheden, die in de grensafbakeningscommissie vertegenwoor digd zijn; 2e. een lijkdienst te Athene ter eere van de slachtoffers, in tegenwoordigheid van alle leden van de Grieksche regee ring; 3e. begroeting door de Grieksche vloot onder nader te bepalen voorwaarden; 4e. militaire eerebcwijzen bij de inscheping van de lijken der slachtoffers te Prevesa; 5e. benoeming door de Grieksche regee ring van een enquête-commissie, die zich ter plaatse zal begeven ten einde de om standigheden vast te stellen, die aan de mis daad zijn voorafgegaan en die haar verge zeld hebben. Aan deze commissie zullen vertegenwoordigers van de drie belangheb bende mogendheden worden toegevoegd. 6e. benoeming van vertegenwoordigers van den Volkenbond om in Griekenland toezicht te houden op het reeds door de Grieksche overheid begonnen gerechtelijke onderzoek, evenals op de veroordeeling van de schul digen; 7e. onmiddellijke storting door Grieken land bij een Zwitsersche bank van een som van 50 millioen lire, bestemd om de onmid dellijke betaling te waarborgenn van de schadevergoeding, die wordt vastgesteld; 8e. onderwerping aan het Permanente Hof van internationale justitie, dat in kort ge ding uitspraak zal doen in de kwestie van de door Griekenland te betalen schadever goeding. Salandra heeft onmiddellijk verklaard, dat zijn regeering alle voorbehoud maakt. Wat de kern van de kwestie betreft, Italië kan niet toelaten, dat de eischen aan Griekenland in een bespreking tusschen de conferentie der gezanten en den Raad behandeld wor den. De Gezantenraad, zeide hij, heeft een procedure geopend en daarvan moet nu het resultaat afgewacht worden. De wijze, waar op het onderzoek geleid kan worden, te wil len volgen, zooals nu de Raad voorstelt, be- teekent voor den Volkenbond zich bevoegd verklaren. Italië verzoekt dat er ten opzichte van de kwestie der bevoegdheid volkomen voorbehoud wordt gemaakt. Ten opzichte van het eerste gedeelte van bet voorstel van den vertegenwoordiger van Spanje zal de vertegenwoordiger van Italië verplicht zijn zich te onthouden; en wat het tweede ge deelte betreft, waarin het voorstel is neer gelegd, dat, ter regeling het conflict aan de gezanten-conferentie kan voorgelegd wor den, Italië verklaart, dat het daartegen de meest formeele bezwaren heeft. Aan Politis wordt vervolgens gevraagd of hij iets te zeggen heeft. Politis antwoordt, dat hij op de rechtvaardigheid van den Raad vertrouwt. Hanotaux (Frankrijk) constateert met vol doening, dat het debat om een vergelijk te zoeken, wordt voortgezet. Hij geeft zijn medeleden den raad geen overhaast besluit te nemen, en eerst aan hun resp. regeerin gen den tekst voor te leggen van de voor stellen, die heden door den Volkenbonds raad zijn ontworpen. Lord Robert Cecil verklaart het eens te zijn met Hanotaux in zooverre deze wenscht, dat het incident op een spoedige en vreedzame wijze worde opgelost. Het voorstel van Spanje is, in de oogen van Hanotau, een er kenning van ontvangst aan den gezantenraad en een volkomen aannemelijk voorstel. In ieder geval behaalde het voorstel- Qüinones de Leon een bijna volkomen una nimiteit in den Volkenbondsraad. Dc Britsche regeering aanvaardt de voorstellen. Het zou van belang zijn, dat de Volkenbondsraad het procesverbaal van »ijn beraadslaging van heden aan den Gezantenraad toezond. Naar de opvatting van de Britsche regee ring bestaat er niet de mipste twijfel aan de competentie van den Volkenbond. Paul Hymans (België) hecht zijn goedkeu ring aan de voorstellen. Hij wijdt woorden van sympathie aan Italië, maar hij voegt er bij, dat plicht en geweten hem verbieden in te stemmen met de Italiaansche opvatting. De artt. 12 en 15 van het Volkenbondsver- gelijk zijn van onwraakbare duidelijkheid. Zij vormen een tastbaren waarborg voor het be staan van de kleine staten en zij zijn de basis zelf, waarop het internationaal recht rust, waaromtrent wij zoo groote verwach tingen koesteren. Branting verklaart, dat men door de voor stellen van den Raad aan te nemen, een grooten stap zal doen in de richting van een regeling van het conflict. Hij dringt erop aan dat de Raad zal volharden in zijn pogingen teneinde een onverwijlde ontruiming van het bezette gebied en herstel van de schade tc verkrijgen. Wat de kwestie van de bevoegdheid van den Volkenbond betreft, sluit Branting zich aan bij de nobele woorden van Hijmans. Getroffen door de verklaringen van geworden door de houding van Frankrijk. Politis zou Zaterdag reeds Salandra hebben medegedeeld, dat Griekenland steeds bereid was tot een rechtstreeksche overeenkomst met Italië, die geen vernedering voor Grie kenland zijn zou. Salandra heeft mededee ling gedaan van dit aanbod, zonder dat tot op dit oogenblik de conversatie is voort gezet. Dc geruchten in de buitenlandsche pers over de bezetting van andere eilanden in de nabijheid van Korfoe kunnen met de meeste beslistheid worden tegengesproken, aldus wordt uit Rome gemeld. DE ITALIAANSCHE SOCIALISTEN. Het nieuwe voorloopige comité tót orga nisatie van de (Italiaansche) socialistische partij heeft een motie aangenomen, die de houding der - regecring in het conflict met Griekenland goedkeurt. De socialisten zien in deze houding het elementaire beginsel van verdediging der rechten van Italië waartegen geen socialist ernstig bezwaar zou kunnen maken. DE KLEINE ENTENTE EN HET ITALIAANSCH-GRIEKSCHE CONFLICT. Hel Tsjecho-Slowaksche gezantschap te Parijs heeft de volgende mededeeling ge daan: De door sommige Britsche dagbladen, in het bijzonder de Times, verspreide be richten betreffende een beslissing, die de mogendheden der Kleine Entente genomen zouden hebben nopens hun houding in het Italiaansch-Grieksche conflict en betreffen de een hieromtrent aan de Fransche regee ring gedane mededeeling, zijn onjuist, gelijk reeds in de Geneefsche bladen is vastge steld. De delegaties van de Kleine Entente hebben geen enkel besluit genomen ten op zichte van het Italiaansch-Grieksche con flict. OP KORFOE. Van Korfoe wordt uit Italiaansche bron geseind, dat tengevolge van oneenigheden in het koros der plaatselijke politie, deze politie niet zal medewerken met de bezet ting. Dit is een gevolg van de houding der gendarmes ten opzichte van de Italianen. Laatstgenoemden hebben hiervan geen last, zij stellen nu zelf een homogeen politiekorps samen, waarvan men zeker zal zijn, dat het de bevelen zal opvolgen, die het ontvangt. In de bezette eilanden heeft de bevolking van Paxos en van bet eilandje Anti-Paxos een betooging gehouden om vriendschap te betuigen voor de Italiaansche troepen. De bevelhebber van de bezettingstroepen is verbaasd over de gunstige ontvangst. Hij gelooft, dat de periode van actief verzet althans het openlijke verzet, thans voorbij is. Het leven herneemt zijn gewonen gang. De bevolking mag zich weer 's nachts vrij bewegen. De controle over de levensmidde len en de verleening van steun aan de vluchtelingen uit Klein-Azië duurt echter voort. De Romeinsche bladen hebben telegram men uit Korfoe, behelzende dat de gendar mes en gewone politie zijn ontbonden en dat de Engelsche instructeur van zijn func- tie is ontheven. UIT HET BEZETTE GEBIED. Generaal Degoutte heeft de landraden aan geschreven om geleibiljetten samen te stellen voor de handelaars in levensmiddelen en de lijsten daarvan bij hem in te leveren. Een handelaarster in levensmiddelen werd te Herdeckc door Fransche rechercheurs een bedrag van 375 millioen mark afgenomen, on der voorgeven dat particuliere personen ten hoogste slechts 100 millioen bij zich mogen hebben. Het douanekantoor te Remscheid is op 5 September bezet. De inspecteur van bet kantoor werd in hechtenis genomen. In den nacht van 4 op 5 September is de spoor- wegdam bij het station EssenWest door een ontploffing beschadigd. Ook bij het gebouw van het Kolensyndicaat is een hoeveelheid ontplofbare stoffen gevonden, die echter nog tijdig onschadelijk kon worden gemaakt. In verband hiermede hebben de Franschen aan de stad een boete van 37.000 francs opge legd. Te Rauxel zijn 25 mijnambtenaren in hechtenis genomen op 31 Augustus. 3 Sep tember zijn er daarvan weer 16 vrijgelaten doch op dienzelfden dag werden er weer an dere gearresteerd zoodat er zich thans 50 in de gevangenis te Rauxel bevinden. Aatt hun familie is meegedeeld, dat zij uitgezet zullen worden, indien zij weigeren onder Fransche regie te werken. Op 1 September zijn van het station Ober- Eving van de kolen voor de schadevergoe ding 6 wagons naar Nederland en 72 wagons naar Italië verzonden. Te Dortmund waren op 1 September 39 woningen van Duitsch spoor-' wegpersoneel door Fransche spoorwegamb tenaren bezet. In tegenspraak met andere ge ruchten wordt thans bevestigd, dat de spoor- i lijn Haltern-Sinscn voor 8 dagen voor het postverkeer is gesloten. Te Duisburg hebben de Belgen uit dc kas' der gemeente 64 miljard weggenomen, die voor uitbetaling van ondersteuning aan werk- loozen bestemd waren. Te Mühlheim namen de Franschen 500 miljard bankbiljetten in beslag, die op een handwagen naar het filiaal van de rijksbank werden gebracht. De bil- jetten werden op een handwagen naar d#, kazerne gebracht. DE KLEINE ENTENTE. Bratianu, de Roemeensche minister-pre-1 sident is met mevrouw Bratianu de gast ge- weest van den heer Masaryk, den president der Tsjecho-Slowaksche republiek. De Tsje chische pers wijst op de beteekenis der reeks van onofficieele ontmoetingen tussche». staatslieden der kleine Entente. DE REORGANISATIE VAN DE HONGAARSCHE FINANCIËN. Het geschil tusschen Italië en Griekenland en het gevaar voor een botsing met Zuid-Sla- vië met betreking tot Fiume heeft het vraag stuk van de reorganisatie der Hongaarsche financiën bij den Raad van den Volkenbond te Genève op den achtergrond geschoven. Weliswaar had minister Benesj, de vertegen woordiger der Kleine Entente, dezer dagen eerste onderhoud met -Taaf Bethlen, doch het schijnt, dat het vraagstuk van de opheffing van het algemeen pandrecht en de uitgifte van een door den Volkenbond gega randeerde leening voorloopig nog onafge daan zal blijven. De toestand is zeer troebel geworden en men beschouwt de vooruitzich ten voor de reorganisatie voorloopig zeer pessimistisch. DE RA-MP IN JAPAN. Alle belangrijke banken in Tokio hervatten hun zaken. De Bank van Japan is zoo goed als ongeteisterd. Alle belangrijke papieren in de kluis van de Bank te Mitsoei zijn in veiligheid. De banken van Mitsoei zijn ge spaard. Ook het gebouw van de Yokohama Specie-bank is ongedeerd. Een draadloos telegram, ontvangen van een correspondent te Tokio van 't Associated Press nieuws-agentschap 't welk Woensij dagmiddag was verzonden, stelt het aantal omgekomen buitenlanders in Yokohama op ongeveer 200. Dc namen van de slachtoffers zijn nog niet alle bekend. Twee van de rijkste families in Japan: de families Mitsoei en Mitsoeboesji, hebben elk vijf millioen yen aangeboden voor hulpver leening. Uit Osaka wordt gemeld, dat ongeoorloof de winstneming bij den handel in noodzake lijke levensbehoeften, strafbaar is gesteld met drie jaar gevangenisstraf en drie duizend yen boete. De verspreiding van geruchten, die onlusten, of schade aan leven of eigen dom zouden kunnen teweeg brengen, ic strafbaar gesteld met tien jaar gevangenis straf en dreizend yen boete. Het moratorium het verbod van onredelij ke winstneming en het verbod van versprei ding van valsche geruchten zijn afgekondigd in den vorm van Keizerlijke bevelen. Uit Nagasaki wrordt gemeld, dat de minis ter-president Yamamoto, in een openbar® mededeeling er bij het volk op aandringt zelfbeheersching te toonen. „Wij moeten" zoo verklaarde hij „zelfs in tijden van sloornis toonen, dat de Japanners in staat zijn hun geestelijk evenwicht te bewaren, te doen wat rechtvaardig is, de bevelen te ge hoorzamen en den vrede lief te hebben." Voorts dringt Yamamoto aan op bescher ming van de vreedzame Koreanen, zelfs in dien het juist zou zijn, dat sommige Italiaan sche elementen onrust hebben verwekt. De Minister-president legt er den nadruk op, dat dergelijke wraakpogingen nadeeiig zijn voor de geestelijke eenheid en de ge lijkstelling tusschen Koreanen en Japan ners. Generaal Foekoeda, de bevelhebber van bet in staat van beleg verklaarde gebied, heeft de verklaring afgelegd, dat ook de uiterste socialisten moeten beschenmid wor den bij een ramp als deze aardbeving, daal zij immers landigenooten zijn. De correspondent van een blad in Ho* nol oeioe, dse uit okio Scndai heeft be reikt, meldt dat de gebouwen in Tokio bij den eersten schok waren ingestort. De branden die volgden zijn naar beweerd wordt voor een deel gesticht door Ko reanen, die fakkels in de ingestorte huizen wierpen. Spoedig daarop was Tokio gehuld in een verslindend vuur. Vele menscher die naar buiten stormden verbrandden ia het onbeschrijfelijke gedrang en spoedig be dekten de lijken van duizenden de straten^ Een te Osaka ontvangen draadloos tele gram van de correspondent der Associated Press te Tokio, gedateerd van Woensdag, maakt gewag van den ondraaglijken stank der lijken in de kanalen van Yokohama welke gevuld zijn met slachtoffers die doe het vuur het water waren ingedreven. De Amerikanen en Britten te Yokohama brengen de lijken der buitenlanders bije» om ze een graf in zee te geven. In verband met de ramp worden naai uit Nagasaki gemeld wordt tal van voor- „Verlangen naar Kathe?' riep zij met hoo nenden lach. „Mocht toch papa nu eens zien. welk een juist instinkt zijn eerstgeborene Óezielde, toen zij weigerde de dochter van den molenaar mama te noemen, toen zij aan ien jongste den rug toedraaide, omdat zij reeds twee echte zusters had en geen stief- zustertje begeerde. Het is geen valsch be ginsel geweest dat u tot heden toe bij uwe handelingen bestuurde. Hoe vele leugens van dien aard gaan er onder de menschen rond, en die ze verstandig weten vol te hou den, worden tot in de eeuwigheid toe voor ie beste, eervolste menschen gehouden „Ik heb mij zeiven de gelofte gedaan het verleden bij deze beslissing niet aan te roe ren," viel hij haar in de rede, terwijl hij voor haar bleef staan, bleek en bevend, maar vast besloten aan de zaak een einde te maken, ,,en toch dwingt gij mij terug te komen op het gesprek, dat wij, na den aanslag in het bosch, gehouden hebben. Ik heb mij toen door u in mijn gezicht laten zeggen, dat haat of liever «erachting jegens mij u bezielde, om dat hér noodlot mij scheen te verhinderen *oo beroemd te worden als öij dit van uwen aanstaanden man verlangde. Den volgenden dag heb ik het voorbeeldelooze feit beleefd, dat die haat, door middel van mijne benoe ming tot hofraad, weer in de innigste toege negenheid was veranderd, en met kwalijk verborgen verachting heb ik mijn juk voort gesleept, omdat ik meende op die wijs „een best en eervol man" te blijven. Ik zou dien leugen ook hebben volgehouden tot het laatste toe, als slechts wij beiden er belang bij hadden gehad en aan mij alleen de last van een bedorven leven was opgelegd. Ik zou de drie menschenharten, die in deze Zaak gemoeid zijn, voor den grootschen scheids rechter: de zedelijkheid, wenschen te plaat sen; het eene, dat zich alleen tot „ja" aan het altaar vernedert, omdat het er een ver beterde en zeer gewenschte positie in ziet, en die beide anderen, die plotseling hunne heilige roeping gevoelen, elkander met war me, innige liefde aan te hangen, die geheel en al bij elkander behooren, hoe zij ook naar verschillende zijden heen werden gedron gen Een halfgesmoorde kreet viel hem in de rede. „Heèft dat huichelachtig schepsel het werkelijk gewaagd haar oog op te heffen tot den verloofde van haar zuster? Heeft zij u hare misdadige liefde bekend?" Een oogenblik zag hij haar aan met van toorn gloeiende oogen. „Al deinst gij ook voor de grofste beleediging niet terug, gij kunt aan Kathe's vlekkeloos karakter geen schade toebrengen," zei hij driftig „Sinds dat afscheid heb ik geen woord meer van hare lippen gehoord, ook dezen nacht niet, toen 'zij, na lang bewusteloos te zijn geweest, de oogen eindelijk weer opende. Zij is gisteren teruggekeerd, maar ik wist het niet. Ik was, voor de drukte der bruidspartij, waar bij elk ziekbed over gesproken werd, in mijn eenza men tuin en daar zag ik haar plotseling bij de brug staan, de verbannene, die het niet waagde een voet op de brug te zetten, wijl mijn harde woorden haar hadden ver dreven." Hij verstomde en een donkere gloed overtoog zijn gelaat, nu en nooit zou hij voor deze ooilsn uitspreken, hoe de onverwachte aanblik van het meisje hem de zalige over tuiging had gegeven, dat zij die daar tegen den boom stond en weende, hem beminde. „Na den verschrikkelijken slag ging ik haar zoeken in het park," vervolgde hij met ge dwongen kalmte, „en toen ik haar oprichtte van den grond heb ik mij zeiven gezegd, dat de door daarom alleen nog dit flauw ade mend leven had gespaard, opdat ik nog geluk kig worden zou. Krachtig heb ik mij losge rukt van alle banden van zoogenaamd eer gevoel, ik heb mij boven al het gebabbel der wereld verheven en afstand gedaan van den naam van „eervol" huichelaar." Onder die laatste schildering was Flora's houding veranderd; zij had alles verspeeld het was uit, en zij ware zeker niet de koel berekenende vrouw geweest met den scherpen en vasten blik, als zij niet in dezen stand van zaken had begrepen wat haar te doen stond. De trotsche houding werd, on der het oog van Bruck, verwisseld voor de zachte lenigheid der kat. Met een enkelen ruk trok zij het verschoven ochtendmutsje over de lokkeif, knoopte de kanten banden onder de kin vast, zag met een echt duivel achtig lachje naar hem op en zei. terwijl zij de gcheele rij harer witte tanden liet zien: „Hoe, zonder het mij te vragen, dokter! Nu het zij zoo! Met hel oog op uwe naïeve be kentenis vraag ik mij zeiven, niet zonder rui mer adem te halen: „Wat ware er van u geworden aan de zijde van zulk een dwee- per?" Daarom is het goed, zeer goed voor ons beiden, dat het zoo geloopen is. Ik geef u uw woord terug, evenwel slechts in dien. zin als men een vogel laat vliegen aan een touw, waarvan men'het eene eind vast om den vinger wikkelt," en lachend tikte zij met den vinger op den verlovingsring. „Vrij naar de eerste de beste jonge dame in de residentie al was het maar een van die vurige benijdsters die ik er bij tientallen onder heb en ik zal haar den ring over geven; maar aan Kathe niet, nu en nooit! Verstaat gij? En al trokt gij met haar over zee, of al zocht gij het afgelegenste dorpje op om daar te trouwen: op het juiste oogen blik zal ik er zijn en het huwelijk verhinde ren." „Goddank, dat dit buiten uwe macht is," zei hij doodelijk bleek. „Dunkt u dat? Laat mij er maar voor zór gen dat gij nooit naar den wensch van uw hart gelukkig wordt, trouweloos, erbarme lijk mensch, die een prachtige roos vertreedt om een paardenbloem te plukken! Ik zeg u, dat gij van mij zult hooren." Met een spottenden lach ging zij naar hare slaapkamer en sloot de deur achter zich toe; tegelijkertijd tikte een bediende aan de deur om den dokter te roepen, wijl „freu le Henriette" zoo doodsbenauwd geworden HOOFDSTUK XXVI. In de residentie had in jaren tijds geene gebeurtenis tot zooveel gissingen aanleiding gegeven, niets een zoo hevige spanning bij alle menschen verwekt als de verschrikke lijke ontploffing in den toren, waar zoowel de handelsraad als Frans de molenaar het slachtoffer van waren geworden. Twee dagen waren er sinds voorbijgegaan, en in die tweemaal vier en twintig uren veranderde het medelijkend klagen over het lot van den zoo jammerlijk aan zijn eind ge komen rijken koopman in een dof, verschrik kelijk gerucht, dat vooral den koopmans- en arbeidersstand zeer verontrustte in hun boek stond immers de naam van den millio- 1 nair nog voor vele duizenden opgcteckend. De heer von Romer had al de nieuwe gebou- j wen en verfraaiingen op de villa Baumgar- ten laten aannemen, en op den ongeluksdag Was nog sleêhts een klein deel van de ver- schuldigde sommen betaald. En nu ging het j woord, dat de ingenieur zonder cenige terug- i houding bij den ingestorten toren had gezegd en waar alle deskundigen mee instemden, van mond tot mond, en de tot hiertoe geruste leveranciers en arbeiders vroegen onwille keurig hoe en waarom het dynamiet in den wijnkelder van den handelsraad juist was aangebracht onder de ruimte, waar al zijne papieren en documenten verborgen waren. Het antwoord op die vraag liet zich niet lang wachten. Vertrouwelijke brieven uit Berlijn verhaalden van ontzettende verlie* zen, die de handelsraad, wiens plotselinge» dood daar nog niet bekend was, bij de laat» ste elkander met verschrikkelijke snelheid opvolgende slagen had geleden. Wel had hij op eene wijze ais maar zelden een speculant dit verstond, er den slag van gehad zijn on dernemingen zoo geheim mogelijk te houden, en zelfs de boukhouder van de spinnerij, dien Hij na den verkoop der fabriek als zijn secretaris in dienst had genomen, had van al zijn beursspeculatiën niets geweten. De rijke man had verder de kostelijke gave be zeten, de donkere keerzijde der dingen ach ter een altijd flikkerende wolk van goudstof zorgvuldig tc verbergen. En zoo zou het hem waarschijnlijk gelukt zijn, niettegenstaande de verliezen die hij geleden had, altijd te worden beklaagd als slachtoffer zijner bij zondere liefhebberij om het historische bus kruit in den kelder te bewaren, als hij zich niet had vergist in de dosis van het ontplof-' fingsraateriaal dit was de „opening iff

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 9