Van Wet en Wetgeving.
BUITENLAND
Kerkel. Kunst - VAN OVEN,. Den Haag - Vaandels, Insignes, Vlaggen, Medailles
jf)erde Blad
8 September 1923
Van Alles en van Overal.
Medische Praatjes.
KLATERGOUD.
ui.
Het Grieksch-Italiaansche conflict voor den Volkenbondsraad. De Raad
heeft zich met den Gezantenraad in nader contact gesteld. De toestand
op Korfoe. Nadere berichten over Japan; het aantal dooden zou vol
gens officieele schatting 200.000 bedragen. Harvey treedt af als gezant
te Londen.
Onder de Telegrammen: Optimistische stemming in den Gezantenraad
en in Londen; men meent, dat een beslissende stap tot regeling van het
conflict is gezet. Plotseling herstel van de mark. Conferentie van de
Duitsche regeering en vertegenwoordigers van het bezette gebied. De
verkiezingen in Rusland.
FEUILLETON
9.
De jubileumfeesten te Amsterdam.
Het waterfeest op het IJ van de Koninklij
ke Zeil- en Roeivereemging is een natte ge
schiedenis geworden. Dat is voor een water
feest nu wel niet zoo heel bijzonder, dat het
nat is, maar nat en nat zijn twee. En nattig
heid die van boven kontt, kan men op een
waterfeest evengoed missen als bij een voet
balwedstrijd.
En het regende, het regende
Toen ik daar op het water, met vele col
lega's weggedoken in de kajuit van het pers
bootje, lag te wachten op de aankomst van
de Koninklijke familie die op de groote
Zaandam I" langs de gepavoiseerde jachten
andere booten zou varen, regende het.
Toen ik een kwartier gewacht bad, regen-
'e het
Toen ik een half uur gewacht had, regende
het
Toen ik drie kwartier
Om kort te gaan, toen de Koningin met
de haren eindelijk aankwam, regende het nog
en niet zoo zuinig.
Maar toch waren de vorstelijke personen
in open rijtuigen naar de De Ruyterkade ge
komen, toch liepen ze zonder paraplu over
den langen steiger naar de groote boot.
Daar klommen ze naar boven en zaten
ioen beschut onder 't beschermende tentdak.
En toen keek de Koningin rond over het
water en ze zag, wat ik al een uur lang ge
zien had: Een wijd grauw watervlak, waarop
een lange rij schepen en scheepjes, versierd
met duizend kleurige vlaggetjes, die probeer
den vreugde te brengen in dit sombere grijs,
maar die het moesten afleggen tegen den
vagen nevel, die ook de kleuren vergrauwde,
lot ze ineen smolten tot één vlek triestig
heid. En over dat alles een looden lucht,
zwaar drukkend en het al nog meer ver
somberend.
En het regende...
De boot met de Koninklijke Gasten aan
boord voer af en wij volgden haar, even
stuurboord houdend. Naast ons, aan bak
boord van het schip met den Koninklijken
standaard in top dus, scheerden onze vier
beroemde zes-meter-klasse jachten over 'iet
water en achter ons aan kwamen de groote
booten met genoodigden en nog een paar
kleinere vaartuigjes.
Bom!
Daar donderde het eerste der een-en-
twintig saluutschoten van de „Tromp".
Bom!
Daar volgde de „Heemskerck" met het
tweede.
Bom bom bom....
En telkens scheurde een vuurstraal het
sombere grauw, dat alles omhulde.
Maar dan werden de eerste gepavoiseerde
jachten bereikt en een luid gejubel steeg
kristalhèlder uit het grijs omhoog en eens
klaps zag ik het grauwe niet meer, zag ik
de kleuren der duizenden vlaggetjes vroo-
lijk lachen.
De jubel van de menschenziel verwon
de trieste stemming der natuur.
En het regende.
Maar wie van die ontelbaar velen, die
daar opgepakt zaten op de 451 versierde
vaartuigen, die daar zich reiden langs den
wal en stonden op de daken van huizen en
fabrieken, voelden nu den regen nog? Wie,
die nog aan iets sombers dacht?
Zoo ging de stoet langzaam verder, steeds
tusschen een dubbele rij, met honderden,
kleine vlaggetjes versierde en met een lan
gen oranje wimpel bekroonde, vaartuigen
door, tot aan de Houthaven, steeds omjuicht
door de geestdrift der menigte, voortdurend
omgolfd door de klanken van het Wilhelmus
of het gejoel der matrozen aan boord en in
het want van de „Tromp" en de „Heems
kerck".
En het regende.
Op den terugtocht werd dicht langs de
Joh an de Wit gevaren, de groote
mailboot, die zwaar naar bakboord over
helde door de menschenmassa die er op was
saamgepakt. En weer klonk de jubel luide
op, weer verblindde de stem het oog, zoodat
het sombere niet gezien, alleen het blijde
ghoord werd.
En als je dan rondkeek om ie heen en je
zag die vier reuzen vogels over het water
schéren achter elkaar de Hollands Hope,
de Viz, de Puzzle en de Golly Wog
elkaar volgend in sierlijke zwenkingen en
kranige wendingen, dan genoot je van het
mooiste wat deze tocht te zien gaf de ten
toonspreiding van Hollandsohe zeemans
kunst.
Verder werd gevaren, ot weer het punt
van afvaart was bereikt en de vorstelijke
personen weer plaats namen om zich te
begeven naar le Jubileum-tentoonstelling in
het Koloniaal Instituut.
En het regende!
ARTHUR TERVOOREN.
WOONWAGENS EN WOONSCHEPEN.
Niet langer zal dan zoo zegt de Me
morie van Toelichting der wet van 26 Juli
1918 S. 492, houdende regeling betreffende
woonwagens en woonschepen in strijd
met de eischen eener goede volkshuisvesting
worden geduld, dat wrakken van woonwa
gens en woonschepen worden bewoond ten
nadeele van gezondheid en zedelijkheid der
bewoners. Niet langer zullen de kiemen van
besmettelijke ziekte van gemeente tot ge
meente worden overgedragen. Het aantal
(*uders, die een vaste woonplaats missen zal
verminderen en daardoor zullen minder kin
deren aan de goede werking der leerplicht
wet worden onttrokken. Niet langer ten slotte
zal worden geduld, dat een deel der bevol
king een leven leidt, waarbij de vereischte
bestaansmiddelen uitsluitend worden ver
kregen door bedelen en wellicht andere
strafbare feiten ten nadeele van hen zelf en het
opgroeiend geslacht, dat niet in de gelegen
heid wordt gesteld zich zedelijk en geestelijk
te verheffen, ten nadeele ook van de rustige
plattelandsbevolking, die wordt afgeschrikt
door deze bewoners van verplaatsbare wonin
gen, die zich al te gemakkelijk aan de na
sporingen der gemeentepolitie weten te ont
trekken.
Als men het bovenstaande leest, stelt men
zich van de uitwerking der voornoemde wet
van 26 Juli 1918 heel wat voor. En toch is
het resultaat dier wet bitter bedroevend. En
de rustige plattelandsbevolking, wier belan
gen blijkens bovenstaande Memorie van
Toelichting ook der Regeering ter harte gin
gen, ondervindt nog steeds den overlast van
de zwervende bevolking, die haar leven tus
schen de wielen verslijt. Ja, wij gelooven,
dat de overlast thans nog grooter is dan voor
heen, omdat nu de handen der gemeentebe
sturen, die vóór de invoering der wet nog
wel eens doortastend konden optreden, ge
bonden zijn.
Dat de resultaten der wet op woonwagens
en woonschepen zoo gering zijn, is het gevolg
van tweeërlei oorzaak. Op de eerste plaats
van de zeer soepele overgangsbepalingen der
wet in welke overgangsbepalingen ten op
zichte der nomadenbevolking, die op woon
schepen en speciaal in de woonwagens huist,
wel wat al te veel égards worden in acht ge
nomen, en in de tweede plaats van den Euro-
peeschen oorlog, die met zijn nasleep van wo
ningnood het uiterst-moeilijk maakte om-
voor de bevolking der woonwagens en woon
schepen, hoe onhygiënisch en vervallen die
ook mochten zijn, een passende, zij bet dan
ook schamele woning te vinden.
Laat ons het systeem der wet intusschen
eens nader beschouwen.
De wet gaat uit van het denkbeeld, dat
niemand een woonschip of een woonwagen
mag bewonen zonder speciale vergunning.
Die vergunning wordt verleend door den
Commissaris der Koningin der betrokken
provincie, voor hen die zich hier te lande een
woonplaats hebben verkozen en voor vreem
delingen door den Commissaris der Konin
gin in de provincie Utrecht. Aan hen, die
per woonwagen of woonschip het land over
de grens binnentrekken, kan door 't douane
kantoor een vergunning worden gegeven.
De vergunning, door den Commissaris der
Koningin gegeven, geldt gedurende een tijd
vak van drie jaren de vergunning van een
douanekantoor wordt voor niet langer
dan 14 dagen verstrekt, in dien tijd Jieeft de
belanghebbende gelegenheid zich tot den
Commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht te wenden.
De Commissaris der Koningin verplicht
de verdunning te weigeren
le. indien de inrichting van den woon
wagen of het woonschip niet voldoet aan be
paalde eischen. De eischen, waaraan moet
worden voldaan zijn vastgesteld bij alge-
meenen maatregel van bestuur
2e. indien het redelijk vermoeden bestaat,
dat de aanvrager bij het gebruik van den
woonwagen of het woonschip zich niet zal
houden aan de voorschriften, die daarom
trent bij algemeenen maatregel van bestuur
zijn gegeven
3e. indien de aanvrager niet aannemelijk
maakt, dat de bewoners van den woonwagen
of het woonschip voldoende middelen van
bestaan hebben of dat in hun onderhoud op
voldoende wijze wordt voorzien.
De Commissaris der Koningin is boven
dien bevoegd de vergunning te weigeren
le. wanneer nog geen drie jaren zijn ver-
loopen sinds dejaarrvrager of een der per
sonen die het woonschip of den woonwagen,
waarvoor de aanvrage geschiedt, zullen be
wonen is veroordeeld ter zake van openbare
dronkenschap, baldadigheid, burengerucht,
bedelarij of landlooperij
2e. wanneer nog geen drie jaren zijn ver-
loopen sinds eene vroeger verleende vergun
ning voor denzelfden woonwagen of het
zelfde woonschip is ingetrokken.
3e. indien de aanvrager niet aannemelijk
maakt, dat hij het regelmatig ontvangen
van onderwijs door de kinderen van den leer
plichtigen leeftijd, die in den woonwagen of
het woonschip wonen of nachtverblijf heb
ben, naar vermogen bevordert.
De verleende vergunning moet op duide
lijk waarneembare wijze in den woonwagen
of het woonschip zijn opgehangen. De uit te
reiken vergunning draagt een letter en een
nummer. Deze letter en dit nummer moten
vooraan op den rechter- en op den linker
buitenwand van den woonwagen of het woon
schip duidelijk waarneembaar worden aan
gebracht en wel in witte teekens op donker-
blauwen achtergrond.
Van hunne bevoegdheid tot weigering
zullen de Commissarissen der Koningin in
dezen tijd van woningmisère wel geen ge
bruik maken, zoodat een weigering dêrver-
gunning blijft beperkt tot het geval, dat de
Commissaris verplicht is dit te doen. Doch
ook een verplichte weigering der vergunning
zal wel zelden voorkomen, en dit is in ver
band met de zeer soepele overgangsbepaling
der wet, waarop wij boven reeds met een en
kel woord hebben gewezen.
Aan deze overgangsbepaling en aan de
bevoegdheid, die de gemeentebesturen ter
zake van woonwagens en woonschepen be
zitten, hopen wij een nadere beschouwing te
wijden.
DE PLOTSELINGE DOOD.
Bij een bespreking van bovenstaand onder
werp zou ik onvolledig zijn, als ik niet een
oogenblik uw aandacht zou gevraagd hebben
voor de oorzaken die wij veelal bij het kind
aantreffen.
Allereerst moet ik dan noemen 't kind, dat
lijdende is aan aangeboren syphilis, een ge
slachtsziekte, die, zooals u bekend is, heden
ten dagen met de meest krachtdadige middele
die maar wenschelijk zijn, wordt aangepakt.
Voorts vinden wij een enkelen keer de „mors
subita" bij het jeugdige kind, dat lijdende is
aan een z.g.n. „bronchiolitis", d.w.z. van een
ontbering van de allerfijnste luchtweg ver
takkingen. De laatste en wel meest passende
vorm, die ik u evenwel wil noemen en waarbij
wij wat langer moeten stilstaan, is die, welke
bekend is onder den naam van „status thy-
rrhco-lyphaticus", een toestand, die afhan
kelijk is van een te groote Hymus of zweze
rik, een klier, die op jeugdigen leeftijd vrij
sterk ontwikkeld pleegt te zijn, doch later
langzamerhand gaat verdwijnen. De Hymus
is, zooals u wellicht bekend zal zijn, gelegen
vóór aan den hals en het ligt voor de hand
dat men met de sterke ontwikkeling van deze
klier in dergelijke gevallen 3ls oorzaak voor
het optreden van den plotselingen dood ge
dacht heeft dan een dicht drukken van den
luchtpijp of trachten op een gegeven oogen
blik, dus a.h.w. het kind zou den sfikkings-
dood sterven.
Hoe plausibel deze verklaring ook lijkt,
toch is zij niet toerijkend gebleken in het
meerendeel der gevallen en heeft men naar
andere verklaringen gezocht, die beter vol
deden dan bovengenoemde.
Het bleek nl. dat kinderen, die een veel en
veel te groot thymus hadden, tevens in 't
bezit waren van een buitengewoon gevoelig
zenuwstelsel, zoodat zij op prikkels, die van
buiten af op hen losgelaten worden, ongun
stig reageeren. Zoo is het b.v. voorgekomen
dat men bij een dergelijk kind wat slijm van
Hijmans en Branting, zegt Salandra dat de
wereld ongetwijfeld van Italië houdt om zijn
geschiedenis en zijn zon. Maar ik, zoo ver
volgt hij, vertegenwoordig het Italië van den
oorlog, dat het leven van 600.000 van zijn
kinderen ten offer heeft gebracht, dat hecht
aan zijn prestige en aan de waardigheid van
zijn naam. Daarom maak ik andermaal
voorbehoud.
Zich richtende tot Hijmans en Branting,
zegt Salandra tot hen: Gij behoort niet tot
landen waar de moord een politiek middel
is. Ook moet gij in dit debat niet tc maken
hebben.
Politis wijst dadelijk op het gezegde van
Salandra, dat hij beleedigend voor zijn land
acht en protesteert ertegen.
Guany (Uruguay) stelt er prijs op te ver
klaren dat de Italiaansche stelling van de
onbevoegdheid onhoudbaar is.
Isjiï trekt uit de lange beraadslagingen
de slotsom. Op zijn voorstel besluit de raad
met onthouding van Italië het eerste ge
deelte van het voorstel van Quiriones de
Leon tot aan de woorden „de Rand wenscht
bovendien aan den gezantenraad' voor te
leggen enz." te verzendfcn.
Menverstaat er zich over, het tweede
gedeelte dat betrekking heeft op dc voor
stellen die aan den gezanten gedaan wor
den, door den Raad zeer grondig le laten
onderzoeken. Wat dc bevoegdheid betreft,
zegt Isjiï, dat is een zeer ernstige juridische
kwestie, die wij in een latere bijeenkomst
ter hmd zullen nemen
DE STAND VAN HET CONFLICT.
Politis, het hoofd van de Grieksche dele
gatie te Genève heeft aan den correspon
dent van de Prager Presse medegedeeld, dat
j hij op het oogenblik den stand van het Ita-
de tonsillen afhalende, een zeer onschuldige
bewerking, de mors subita te vocrschijnkwam
tot groote ontsteltenis van de omgeving.
In 't algemeen zijn deze. kinderen ook ,stoe-
telig" hetgeen op de straat de alleronaange
naamste gevolgen met zich kan medebrengen
en het is dan ook deze categorie, die vaak door
een ongeval om het leven komt, terwijl de
automobilist, de motorrijder, de wagenbe
stuurder der tram geheel en al vrij uitging.
Niet uitsluitend vinden wij dezen toestand
bij 't kind doch ook bij den volwassene ken
nen wij den z.g.n. status thymico lympha-
ticus. Het zijn niet juist de snuggersten onder
onze medemenschen, die aan dit euvel lijden
Ook bij hen zien wij, dat reeds de onbedui-
denste in; riep den plotselingen dood ten ge
volge kan hebben. Zoo kan b.v. een eenvou
dige aanstipping van het neusslijmvhes den
dood met zich medebrengen.
Uit dit alles blijkt dus wel voldoende, dat
wij niet uitkomen met een druk van den te
grooten thymus op de luchtpijp en al kan
deze zonder twijfel wel eens het zijne daartoe
bijdragen, voldoende is deze verklaring
geenszins.
Op welke wijze, zoo zult ge mij dan vra
gen, treedt de dood van onzen patiënt dan
zoo plotseling in De meest aannemelijke
verklaring, die ik u kan geven, is wel langs
reflectonischen weg. Deze menschen nl.
zijn in 't bezit van een buitengewoon gevoe
lig zenuwstelsel en zoo zou een zeer lichte
prikkel de alleronaangenaamste gevolgen
kunnen hebben, n.l. een plotselingen stil
stand van hart en ademhaling.
Uit onze verhandelingen nu zult ge gezien
hebben, dat de levensdraad op tal van ma- iiaanscb_Grieksche conflict als reer ernstig
n.eren plotseling kan worden afgesneden en bcschouwt. De toestand is nog moeilijker
het in een gegeven geval niet altijd even ge
makkelijk is zich aanstonds een denkbeeld
te vormen van de wijze, waarop dit geschied
is, doch hiervoor vaak een uitgebreid onder
zoek noodzakelijk is.
MEDICUS.
DE BIJEENKOMST VAN DEN VOLKEN
BONDSRAAD.
Omtrent de belangrijke zitting van den
Volkensbondsraad op Donderdag f.1., wordt
nog het volgende meegedeeld:
In de bijeenkomst van den Raad van den
Volkenbond heeft Isji (Japan) de laatste
nota van de gezanten-conferentie voorgele
zen en gezegd, dat de Raad daarop een ant
woord moet geven.
Quinones de I.eon (Spanje) deelt mede,
dat verscheidene collega's met hem een ant
woord hadden opgesteld. De tekst van deze
verklaring luidt aldus: De Raad neemt ken
nis van de hem gisteren door de gezanten-
conferentie gedane mededeeling en instem
mend met het beginsel van het Volkenrecht,
dat de staten verantwoordelijk zijn voor de
op hun gebied gepleegde politieke misdrijven
en aanslagen, geeft hij zijn voornemen ie
kennen om in overeenstemming met de con
ferentie de wijze, waarop een onderzoek in
gesteld kan worden, te bestudeeren. De
Raad zou gaarne op de hoogte gesteld wor
den van de conferentie, die de Gezantenraad
Vrijdag zau houden.
De Raad wenscht voorts de volgende over
wegingen aan het oordeel van den Gezan
tenraad te onderwerpen. Zij betreffen de
door Italië van Griekenland geëischte vol
doening wegens den op Grieksch gebied bij
Janina op den voorzitter en de leden der
Italiaansche missie gepleegden aanslag.
le. Verontschuldigingen aan te bieden
door de hoogste Grieksche autoriteiten aan
een van de drie mogendheden, die in de
grensafbakeningscommissie vertegenwoor
digd zijn;
2e. een lijkdienst te Athene ter eere van
de slachtoffers, in tegenwoordigheid
van alle leden van de Grieksche regee
ring;
3e. begroeting door de Grieksche vloot
onder nader te bepalen voorwaarden;
4e. militaire eerebcwijzen bij de inscheping
van de lijken der slachtoffers te Prevesa;
5e. benoeming door de Grieksche regee
ring van een enquête-commissie, die zich
ter plaatse zal begeven ten einde de om
standigheden vast te stellen, die aan de mis
daad zijn voorafgegaan en die haar verge
zeld hebben. Aan deze commissie zullen
vertegenwoordigers van de drie belangheb
bende mogendheden worden toegevoegd.
6e. benoeming van vertegenwoordigers van
den Volkenbond om in Griekenland toezicht
te houden op het reeds door de Grieksche
overheid begonnen gerechtelijke onderzoek,
evenals op de veroordeeling van de schul
digen;
7e. onmiddellijke storting door Grieken
land bij een Zwitsersche bank van een som
van 50 millioen lire, bestemd om de onmid
dellijke betaling te waarborgenn van de
schadevergoeding, die wordt vastgesteld;
8e. onderwerping aan het Permanente Hof
van internationale justitie, dat in kort ge
ding uitspraak zal doen in de kwestie van
de door Griekenland te betalen schadever
goeding.
Salandra heeft onmiddellijk verklaard, dat
zijn regeering alle voorbehoud maakt. Wat
de kern van de kwestie betreft, Italië kan
niet toelaten, dat de eischen aan Griekenland
in een bespreking tusschen de conferentie
der gezanten en den Raad behandeld wor
den. De Gezantenraad, zeide hij, heeft een
procedure geopend en daarvan moet nu het
resultaat afgewacht worden. De wijze, waar
op het onderzoek geleid kan worden, te wil
len volgen, zooals nu de Raad voorstelt, be-
teekent voor den Volkenbond zich bevoegd
verklaren. Italië verzoekt dat er ten opzichte
van de kwestie der bevoegdheid volkomen
voorbehoud wordt gemaakt. Ten opzichte
van het eerste gedeelte van bet voorstel van
den vertegenwoordiger van Spanje zal de
vertegenwoordiger van Italië verplicht zijn
zich te onthouden; en wat het tweede ge
deelte betreft, waarin het voorstel is neer
gelegd, dat, ter regeling het conflict aan
de gezanten-conferentie kan voorgelegd wor
den, Italië verklaart, dat het daartegen de
meest formeele bezwaren heeft.
Aan Politis wordt vervolgens gevraagd of
hij iets te zeggen heeft. Politis antwoordt,
dat hij op de rechtvaardigheid van den Raad
vertrouwt.
Hanotaux (Frankrijk) constateert met vol
doening, dat het debat om een vergelijk te
zoeken, wordt voortgezet. Hij geeft zijn
medeleden den raad geen overhaast besluit
te nemen, en eerst aan hun resp. regeerin
gen den tekst voor te leggen van de voor
stellen, die heden door den Volkenbonds
raad zijn ontworpen.
Lord Robert Cecil verklaart het eens te zijn
met Hanotaux in zooverre deze wenscht, dat
het incident op een spoedige en vreedzame
wijze worde opgelost. Het voorstel van
Spanje is, in de oogen van Hanotau, een er
kenning van ontvangst aan den gezantenraad
en een volkomen aannemelijk voorstel.
In ieder geval behaalde het voorstel-
Qüinones de Leon een bijna volkomen una
nimiteit in den Volkenbondsraad. Dc Britsche
regeering aanvaardt de voorstellen. Het zou
van belang zijn, dat de Volkenbondsraad het
procesverbaal van »ijn beraadslaging van
heden aan den Gezantenraad toezond.
Naar de opvatting van de Britsche regee
ring bestaat er niet de mipste twijfel aan
de competentie van den Volkenbond.
Paul Hymans (België) hecht zijn goedkeu
ring aan de voorstellen. Hij wijdt woorden
van sympathie aan Italië, maar hij voegt er
bij, dat plicht en geweten hem verbieden in
te stemmen met de Italiaansche opvatting.
De artt. 12 en 15 van het Volkenbondsver-
gelijk zijn van onwraakbare duidelijkheid. Zij
vormen een tastbaren waarborg voor het be
staan van de kleine staten en zij zijn de
basis zelf, waarop het internationaal recht
rust, waaromtrent wij zoo groote verwach
tingen koesteren.
Branting verklaart, dat men door de voor
stellen van den Raad aan te nemen, een
grooten stap zal doen in de richting van een
regeling van het conflict. Hij dringt erop aan
dat de Raad zal volharden in zijn pogingen
teneinde een onverwijlde ontruiming van het
bezette gebied en herstel van de schade tc
verkrijgen.
Wat de kwestie van de bevoegdheid van
den Volkenbond betreft, sluit Branting zich
aan bij de nobele woorden van Hijmans.
Getroffen door de verklaringen van
geworden door de houding van Frankrijk.
Politis zou Zaterdag reeds Salandra hebben
medegedeeld, dat Griekenland steeds bereid
was tot een rechtstreeksche overeenkomst
met Italië, die geen vernedering voor Grie
kenland zijn zou. Salandra heeft mededee
ling gedaan van dit aanbod, zonder dat tot
op dit oogenblik de conversatie is voort
gezet.
Dc geruchten in de buitenlandsche pers
over de bezetting van andere eilanden in
de nabijheid van Korfoe kunnen met de
meeste beslistheid worden tegengesproken,
aldus wordt uit Rome gemeld.
DE ITALIAANSCHE SOCIALISTEN.
Het nieuwe voorloopige comité tót orga
nisatie van de (Italiaansche) socialistische
partij heeft een motie aangenomen, die de
houding der - regecring in het conflict met
Griekenland goedkeurt. De socialisten zien
in deze houding het elementaire beginsel
van verdediging der rechten van Italië
waartegen geen socialist ernstig bezwaar zou
kunnen maken.
DE KLEINE ENTENTE EN HET
ITALIAANSCH-GRIEKSCHE CONFLICT.
Hel Tsjecho-Slowaksche gezantschap te
Parijs heeft de volgende mededeeling ge
daan: De door sommige Britsche dagbladen,
in het bijzonder de Times, verspreide be
richten betreffende een beslissing, die de
mogendheden der Kleine Entente genomen
zouden hebben nopens hun houding in het
Italiaansch-Grieksche conflict en betreffen
de een hieromtrent aan de Fransche regee
ring gedane mededeeling, zijn onjuist, gelijk
reeds in de Geneefsche bladen is vastge
steld. De delegaties van de Kleine Entente
hebben geen enkel besluit genomen ten op
zichte van het Italiaansch-Grieksche con
flict.
OP KORFOE.
Van Korfoe wordt uit Italiaansche bron
geseind, dat tengevolge van oneenigheden
in het koros der plaatselijke politie, deze
politie niet zal medewerken met de bezet
ting. Dit is een gevolg van de houding der
gendarmes ten opzichte van de Italianen.
Laatstgenoemden hebben hiervan geen last,
zij stellen nu zelf een homogeen politiekorps
samen, waarvan men zeker zal zijn, dat het
de bevelen zal opvolgen, die het ontvangt.
In de bezette eilanden heeft de bevolking
van Paxos en van bet eilandje Anti-Paxos
een betooging gehouden om vriendschap te
betuigen voor de Italiaansche troepen.
De bevelhebber van de bezettingstroepen
is verbaasd over de gunstige ontvangst. Hij
gelooft, dat de periode van actief verzet
althans het openlijke verzet, thans voorbij
is. Het leven herneemt zijn gewonen gang.
De bevolking mag zich weer 's nachts vrij
bewegen. De controle over de levensmidde
len en de verleening van steun aan de
vluchtelingen uit Klein-Azië duurt echter
voort.
De Romeinsche bladen hebben telegram
men uit Korfoe, behelzende dat de gendar
mes en gewone politie zijn ontbonden en
dat de Engelsche instructeur van zijn func-
tie is ontheven.
UIT HET BEZETTE GEBIED.
Generaal Degoutte heeft de landraden aan
geschreven om geleibiljetten samen te stellen
voor de handelaars in levensmiddelen en de
lijsten daarvan bij hem in te leveren. Een
handelaarster in levensmiddelen werd te
Herdeckc door Fransche rechercheurs een
bedrag van 375 millioen mark afgenomen, on
der voorgeven dat particuliere personen ten
hoogste slechts 100 millioen bij zich mogen
hebben. Het douanekantoor te Remscheid is
op 5 September bezet. De inspecteur van
bet kantoor werd in hechtenis genomen. In
den nacht van 4 op 5 September is de spoor-
wegdam bij het station EssenWest door een
ontploffing beschadigd. Ook bij het gebouw
van het Kolensyndicaat is een hoeveelheid
ontplofbare stoffen gevonden, die echter nog
tijdig onschadelijk kon worden gemaakt. In
verband hiermede hebben de Franschen aan
de stad een boete van 37.000 francs opge
legd. Te Rauxel zijn 25 mijnambtenaren in
hechtenis genomen op 31 Augustus. 3 Sep
tember zijn er daarvan weer 16 vrijgelaten
doch op dienzelfden dag werden er weer an
dere gearresteerd zoodat er zich thans 50
in de gevangenis te Rauxel bevinden. Aatt
hun familie is meegedeeld, dat zij uitgezet
zullen worden, indien zij weigeren onder
Fransche regie te werken.
Op 1 September zijn van het station Ober-
Eving van de kolen voor de schadevergoe
ding 6 wagons naar Nederland en 72 wagons
naar Italië verzonden. Te Dortmund waren op
1 September 39 woningen van Duitsch spoor-'
wegpersoneel door Fransche spoorwegamb
tenaren bezet. In tegenspraak met andere ge
ruchten wordt thans bevestigd, dat de spoor- i
lijn Haltern-Sinscn voor 8 dagen voor het
postverkeer is gesloten.
Te Duisburg hebben de Belgen uit dc kas'
der gemeente 64 miljard weggenomen, die
voor uitbetaling van ondersteuning aan werk-
loozen bestemd waren. Te Mühlheim namen
de Franschen 500 miljard bankbiljetten in
beslag, die op een handwagen naar het filiaal
van de rijksbank werden gebracht. De bil-
jetten werden op een handwagen naar d#,
kazerne gebracht.
DE KLEINE ENTENTE.
Bratianu, de Roemeensche minister-pre-1
sident is met mevrouw Bratianu de gast ge-
weest van den heer Masaryk, den president
der Tsjecho-Slowaksche republiek. De Tsje
chische pers wijst op de beteekenis der reeks
van onofficieele ontmoetingen tussche».
staatslieden der kleine Entente.
DE REORGANISATIE VAN DE
HONGAARSCHE FINANCIËN.
Het geschil tusschen Italië en Griekenland
en het gevaar voor een botsing met Zuid-Sla-
vië met betreking tot Fiume heeft het vraag
stuk van de reorganisatie der Hongaarsche
financiën bij den Raad van den Volkenbond
te Genève op den achtergrond geschoven.
Weliswaar had minister Benesj, de vertegen
woordiger der Kleine Entente, dezer dagen
eerste onderhoud met -Taaf Bethlen,
doch het schijnt, dat het vraagstuk van de
opheffing van het algemeen pandrecht en de
uitgifte van een door den Volkenbond gega
randeerde leening voorloopig nog onafge
daan zal blijven. De toestand is zeer troebel
geworden en men beschouwt de vooruitzich
ten voor de reorganisatie voorloopig zeer
pessimistisch.
DE RA-MP IN JAPAN.
Alle belangrijke banken in Tokio hervatten
hun zaken. De Bank van Japan is zoo goed
als ongeteisterd. Alle belangrijke papieren
in de kluis van de Bank te Mitsoei zijn in
veiligheid. De banken van Mitsoei zijn ge
spaard. Ook het gebouw van de Yokohama
Specie-bank is ongedeerd.
Een draadloos telegram, ontvangen van
een correspondent te Tokio van 't Associated
Press nieuws-agentschap 't welk Woensij
dagmiddag was verzonden, stelt het aantal
omgekomen buitenlanders in Yokohama op
ongeveer 200. Dc namen van de slachtoffers
zijn nog niet alle bekend.
Twee van de rijkste families in Japan: de
families Mitsoei en Mitsoeboesji, hebben elk
vijf millioen yen aangeboden voor hulpver
leening.
Uit Osaka wordt gemeld, dat ongeoorloof
de winstneming bij den handel in noodzake
lijke levensbehoeften, strafbaar is gesteld
met drie jaar gevangenisstraf en drie duizend
yen boete. De verspreiding van geruchten,
die onlusten, of schade aan leven of eigen
dom zouden kunnen teweeg brengen, ic
strafbaar gesteld met tien jaar gevangenis
straf en dreizend yen boete.
Het moratorium het verbod van onredelij
ke winstneming en het verbod van versprei
ding van valsche geruchten zijn afgekondigd
in den vorm van Keizerlijke bevelen.
Uit Nagasaki wrordt gemeld, dat de minis
ter-president Yamamoto, in een openbar®
mededeeling er bij het volk op aandringt
zelfbeheersching te toonen. „Wij moeten"
zoo verklaarde hij „zelfs in tijden van
sloornis toonen, dat de Japanners in staat
zijn hun geestelijk evenwicht te bewaren, te
doen wat rechtvaardig is, de bevelen te ge
hoorzamen en den vrede lief te hebben."
Voorts dringt Yamamoto aan op bescher
ming van de vreedzame Koreanen, zelfs in
dien het juist zou zijn, dat sommige Italiaan
sche elementen onrust hebben verwekt.
De Minister-president legt er den nadruk
op, dat dergelijke wraakpogingen nadeeiig
zijn voor de geestelijke eenheid en de ge
lijkstelling tusschen Koreanen en Japan
ners.
Generaal Foekoeda, de bevelhebber van
bet in staat van beleg verklaarde gebied,
heeft de verklaring afgelegd, dat ook de
uiterste socialisten moeten beschenmid wor
den bij een ramp als deze aardbeving, daal
zij immers landigenooten zijn.
De correspondent van een blad in Ho*
nol oeioe, dse uit okio Scndai heeft be
reikt, meldt dat de gebouwen in Tokio bij
den eersten schok waren ingestort. De
branden die volgden zijn naar beweerd
wordt voor een deel gesticht door Ko
reanen, die fakkels in de ingestorte huizen
wierpen. Spoedig daarop was Tokio gehuld
in een verslindend vuur. Vele menscher
die naar buiten stormden verbrandden ia
het onbeschrijfelijke gedrang en spoedig be
dekten de lijken van duizenden de straten^
Een te Osaka ontvangen draadloos tele
gram van de correspondent der Associated
Press te Tokio, gedateerd van Woensdag,
maakt gewag van den ondraaglijken stank
der lijken in de kanalen van Yokohama
welke gevuld zijn met slachtoffers die doe
het vuur het water waren ingedreven.
De Amerikanen en Britten te Yokohama
brengen de lijken der buitenlanders bije»
om ze een graf in zee te geven.
In verband met de ramp worden naai
uit Nagasaki gemeld wordt tal van voor-
„Verlangen naar Kathe?' riep zij met hoo
nenden lach. „Mocht toch papa nu eens zien.
welk een juist instinkt zijn eerstgeborene
Óezielde, toen zij weigerde de dochter van
den molenaar mama te noemen, toen zij aan
ien jongste den rug toedraaide, omdat zij
reeds twee echte zusters had en geen stief-
zustertje begeerde. Het is geen valsch be
ginsel geweest dat u tot heden toe bij uwe
handelingen bestuurde. Hoe vele leugens
van dien aard gaan er onder de menschen
rond, en die ze verstandig weten vol te hou
den, worden tot in de eeuwigheid toe voor
ie beste, eervolste menschen gehouden
„Ik heb mij zeiven de gelofte gedaan het
verleden bij deze beslissing niet aan te roe
ren," viel hij haar in de rede, terwijl hij voor
haar bleef staan, bleek en bevend, maar vast
besloten aan de zaak een einde te maken,
,,en toch dwingt gij mij terug te komen op het
gesprek, dat wij, na den aanslag in het bosch,
gehouden hebben. Ik heb mij toen door u
in mijn gezicht laten zeggen, dat haat of
liever «erachting jegens mij u bezielde, om
dat hér noodlot mij scheen te verhinderen
*oo beroemd te worden als öij dit van uwen
aanstaanden man verlangde. Den volgenden
dag heb ik het voorbeeldelooze feit beleefd,
dat die haat, door middel van mijne benoe
ming tot hofraad, weer in de innigste toege
negenheid was veranderd, en met kwalijk
verborgen verachting heb ik mijn juk voort
gesleept, omdat ik meende op die wijs „een
best en eervol man" te blijven. Ik zou dien
leugen ook hebben volgehouden tot het
laatste toe, als slechts wij beiden er belang
bij hadden gehad en aan mij alleen de last
van een bedorven leven was opgelegd. Ik zou
de drie menschenharten, die in deze Zaak
gemoeid zijn, voor den grootschen scheids
rechter: de zedelijkheid, wenschen te plaat
sen; het eene, dat zich alleen tot „ja" aan
het altaar vernedert, omdat het er een ver
beterde en zeer gewenschte positie in ziet,
en die beide anderen, die plotseling hunne
heilige roeping gevoelen, elkander met war
me, innige liefde aan te hangen, die geheel
en al bij elkander behooren, hoe zij ook naar
verschillende zijden heen werden gedron
gen
Een halfgesmoorde kreet viel hem in de
rede. „Heèft dat huichelachtig schepsel het
werkelijk gewaagd haar oog op te heffen
tot den verloofde van haar zuster? Heeft zij
u hare misdadige liefde bekend?"
Een oogenblik zag hij haar aan met van
toorn gloeiende oogen. „Al deinst gij ook
voor de grofste beleediging niet terug, gij
kunt aan Kathe's vlekkeloos karakter geen
schade toebrengen," zei hij driftig „Sinds dat
afscheid heb ik geen woord meer van hare
lippen gehoord, ook dezen nacht niet, toen
'zij, na lang bewusteloos te zijn geweest, de
oogen eindelijk weer opende. Zij is gisteren
teruggekeerd, maar ik wist het niet. Ik was,
voor de drukte der bruidspartij, waar bij elk
ziekbed over gesproken werd, in mijn eenza
men tuin en daar zag ik haar plotseling
bij de brug staan, de verbannene, die het
niet waagde een voet op de brug te zetten,
wijl mijn harde woorden haar hadden ver
dreven." Hij verstomde en een donkere gloed
overtoog zijn gelaat, nu en nooit zou hij voor
deze ooilsn uitspreken, hoe de onverwachte
aanblik van het meisje hem de zalige over
tuiging had gegeven, dat zij die daar tegen
den boom stond en weende, hem beminde.
„Na den verschrikkelijken slag ging ik haar
zoeken in het park," vervolgde hij met ge
dwongen kalmte, „en toen ik haar oprichtte
van den grond heb ik mij zeiven gezegd, dat
de door daarom alleen nog dit flauw ade
mend leven had gespaard, opdat ik nog geluk
kig worden zou. Krachtig heb ik mij losge
rukt van alle banden van zoogenaamd eer
gevoel, ik heb mij boven al het gebabbel
der wereld verheven en afstand gedaan van
den naam van „eervol" huichelaar."
Onder die laatste schildering was Flora's
houding veranderd; zij had alles verspeeld
het was uit, en zij ware zeker niet de
koel berekenende vrouw geweest met den
scherpen en vasten blik, als zij niet in dezen
stand van zaken had begrepen wat haar te
doen stond. De trotsche houding werd, on
der het oog van Bruck, verwisseld voor de
zachte lenigheid der kat. Met een enkelen
ruk trok zij het verschoven ochtendmutsje
over de lokkeif, knoopte de kanten banden
onder de kin vast, zag met een echt duivel
achtig lachje naar hem op en zei. terwijl zij
de gcheele rij harer witte tanden liet zien:
„Hoe, zonder het mij te vragen, dokter! Nu
het zij zoo! Met hel oog op uwe naïeve be
kentenis vraag ik mij zeiven, niet zonder rui
mer adem te halen: „Wat ware er van u
geworden aan de zijde van zulk een dwee-
per?" Daarom is het goed, zeer goed voor
ons beiden, dat het zoo geloopen is. Ik geef
u uw woord terug, evenwel slechts in dien.
zin als men een vogel laat vliegen aan een
touw, waarvan men'het eene eind vast
om den vinger wikkelt," en lachend tikte zij
met den vinger op den verlovingsring. „Vrij
naar de eerste de beste jonge dame in de
residentie al was het maar een van die
vurige benijdsters die ik er bij tientallen
onder heb en ik zal haar den ring over
geven; maar aan Kathe niet, nu en nooit!
Verstaat gij? En al trokt gij met haar over
zee, of al zocht gij het afgelegenste dorpje
op om daar te trouwen: op het juiste oogen
blik zal ik er zijn en het huwelijk verhinde
ren."
„Goddank, dat dit buiten uwe macht is,"
zei hij doodelijk bleek.
„Dunkt u dat? Laat mij er maar voor zór
gen dat gij nooit naar den wensch van uw
hart gelukkig wordt, trouweloos, erbarme
lijk mensch, die een prachtige roos vertreedt
om een paardenbloem te plukken! Ik zeg u,
dat gij van mij zult hooren."
Met een spottenden lach ging zij naar
hare slaapkamer en sloot de deur achter zich
toe; tegelijkertijd tikte een bediende aan
de deur om den dokter te roepen, wijl „freu
le Henriette" zoo doodsbenauwd geworden
HOOFDSTUK XXVI.
In de residentie had in jaren tijds geene
gebeurtenis tot zooveel gissingen aanleiding
gegeven, niets een zoo hevige spanning bij
alle menschen verwekt als de verschrikke
lijke ontploffing in den toren, waar zoowel
de handelsraad als Frans de molenaar het
slachtoffer van waren geworden.
Twee dagen waren er sinds voorbijgegaan,
en in die tweemaal vier en twintig uren
veranderde het medelijkend klagen over het
lot van den zoo jammerlijk aan zijn eind ge
komen rijken koopman in een dof, verschrik
kelijk gerucht, dat vooral den koopmans- en
arbeidersstand zeer verontrustte in hun
boek stond immers de naam van den millio- 1
nair nog voor vele duizenden opgcteckend.
De heer von Romer had al de nieuwe gebou- j
wen en verfraaiingen op de villa Baumgar-
ten laten aannemen, en op den ongeluksdag
Was nog sleêhts een klein deel van de ver-
schuldigde sommen betaald. En nu ging het j
woord, dat de ingenieur zonder cenige terug- i
houding bij den ingestorten toren had gezegd
en waar alle deskundigen mee instemden,
van mond tot mond, en de tot hiertoe geruste
leveranciers en arbeiders vroegen onwille
keurig hoe en waarom het dynamiet in den
wijnkelder van den handelsraad juist was
aangebracht onder de ruimte, waar al zijne
papieren en documenten verborgen waren.
Het antwoord op die vraag liet zich niet
lang wachten. Vertrouwelijke brieven uit
Berlijn verhaalden van ontzettende verlie*
zen, die de handelsraad, wiens plotselinge»
dood daar nog niet bekend was, bij de laat»
ste elkander met verschrikkelijke snelheid
opvolgende slagen had geleden. Wel had hij
op eene wijze ais maar zelden een speculant
dit verstond, er den slag van gehad zijn on
dernemingen zoo geheim mogelijk te houden,
en zelfs de boukhouder van de spinnerij,
dien Hij na den verkoop der fabriek als zijn
secretaris in dienst had genomen, had van
al zijn beursspeculatiën niets geweten. De
rijke man had verder de kostelijke gave be
zeten, de donkere keerzijde der dingen ach
ter een altijd flikkerende wolk van goudstof
zorgvuldig tc verbergen. En zoo zou het hem
waarschijnlijk gelukt zijn, niettegenstaande
de verliezen die hij geleden had, altijd te
worden beklaagd als slachtoffer zijner bij
zondere liefhebberij om het historische bus
kruit in den kelder te bewaren, als hij zich
niet had vergist in de dosis van het ontplof-'
fingsraateriaal dit was de „opening iff