BUITENLAND
BINNENLAND
Tweede Blad
£1 September £923
Hoe dan?
KLATERGOUD.
S. B. M. K.
De Britsche politiek in het Engelsch-Italiaansche geschil. De rede
voeringen van Poncaré; Fransche persstemmen. De ramp in Japan;
het aantal slachtoffers is thans officieel als volgt vastgesteld: voor
Yokohama 23.000 dooden en 40.000 gewonden; in het Hakonedistrict
10.000 dooden.
Onder de Telegrammen: Een nieuwe aardbeving in Japan. De nota
der gezantenconferentie door den Raad van den Volkenbond met vol
doening ontvangen. Ierland tot den Volkenbond toegelaten. Ver
loving van den Italiaanschen kroonprins. De apostolische gedele
geerde van het Vaticaan in Japan is ongedeerd.
SEM. BUITENL. BERICHTEN.
FEUILLETON
„De Witte Das"
BINNENLANDSCN NIEUWS.
VERDEER EN POSTERIJEN.
Wij hebben in onze eerste artikelen doen
uitkomen, dat alle krachten, welke in ons
volk leven, moeten worden benut om de
Moeilijke tijden te boven te komen. Dat niet
allereerst en allermeest de Overheid tot
uitvoerend instrument moet worden aange
wezen, maar dat veeleer en veel meer de
betrokkenen zelf des noods en des ge-
wenscht met hulp en steun van de Over
heid moeten pogen het maatschappelijk
bestel op orde te brengen.
De vraag is door ons zelf gesteld en
badden wij het niet gedaan dan ware zij
door anderen naar voren gebracht „hoe
dan"?
Uiteraard gaat het niet aan in eenige cou
ranten-artikelen een volledige oplossing
voor te houden, al aangenomen, dat daar
toe iemand in staat zou zijn.
Het betrekkelijk korte bestek, waarin die
artikelen moeten worden gegoten, leent zich
daartoe niet.
Daarbij onderscheide men nog hetgeen
directelijk moet en kan gebeuren en datgene
wat zou moeten worden gedaan op langen
termijn inzake dit geweldige probleem van
dezen tijd.
Vooral bij besprekingen over de d i r e c t e
maatregelen zijn wij op het terrein vol voet
angels en klemmen.
Meerdere van mijn zeer vooruitstrevende
en goed onderlegde vrienden beklaagden
zich dat zij bij elke oprecht bedoelde poging
door anderen in den conservatieven hoek
werden gezet, soms zelfs als onwaardigen
Werden uitgekreten.
Naar onze meening mag men daarom niet
zwijgen. Het is thans niet de vraag: hoe kun
nen wij door zeer goede en wenschelijke
bepalingen het deel der arbeiders, dat thans
nog arbeid vindt, aan den gang houden? De
te stellen vraag is een andere n.l.: op welke
wijze bevorderen wij dat de arbeidersstand
als geheel voorloopig weer aan productie
ven arbeid worde geholpen?
De laatste vraag is primair, de eerste is
hoe voornaam ook secundair.
Immers hij, die de volgorde omkeert, be
voorrecht een deel ten koste van het andere
deel.
En om te bereiken dat de groote groep
gedwongen werkloos rondloopende arbeiders
aan brood worden geholpen, kunnen moei
lijk offers te zwaar zijn. Want hun reeds
te lang gedragen materieele zorgen, zijn op
den duur in geestelijken en ideëelen zin doo-
delijk.
Zij vallen per slot als prooi voor socia
listen en communisten, welke op hun ge
kromde ruggen het walgelijk spel van de
„werfoolitiek spelen".
Voor ons staan de zaken zoo: dat elke
ziel van een goedwillenden geloovigen ar
beider, welke door het niet durven aan
vaarden van t ij d e 1 ij k e noodzakelijkhe
den onzerzijds, gebracht als zij worden
tot materieele en daardoor tot geestelijke
wanhoop onze verantwoordelijkheid te
genover God ontzettend maakt.
„Eerst weer werken en dan philosofeeren"
zie daar onze leuze.
Konden de gedeputeerden zich zelf be
hoorlijk uiten en zonder suggestie denken,
zij zouden naast ons staan in het aanheffen
van dezen kreet.
Daar zal dus door overleg en opduwing
van de Overheid een methode en een weg
moeten worden gevonden, waarbij en waar
op de betrokkenen elkander zullen vinden.
De schoorsteenen van onze fabrieken
moeten weer gaan rooken, de aarde welke
straks wacht op het zaad, dat moet worden
gezaaid en waaruit de vruchten ter bewer
king zullen ontkiemen, moeten weer handen
worden geboden.
De Katholieke organisaties van werkge
vers en werknemers, in den meest ibreeden
zin des woords, vinden daar een uiterst
moeilijk, maar dankbaar terrein. Zij zullen
in velerlei opzicht het spit moeten afbijten,
en de „beroepsuitbuiters", in den zin van
de vakvereenigingstaktiek, de leiders van
het socialistischen dundoek zullen den
christelijken organisatieleider verdacht ma
ken, bekladden en belasteren.
Maar naar onze overtuiging en ondervin
ding is de Kath. beweging sterk genoeg dien
stormloop te weerstaan.
En naast de arbeidersleiders en tegelijk
met hen hebben de Kath. werkgevers een
taak van groot belang te vervullen.
Zij zullen den moed en de offervaardig
heid van de ridders van den arbeid moeten
honoreeren en waardeeren.
Zij moeten dit honoreeren, door zich eer
lijk en oprecht op de hoogte te stellen van
wat moet en mag gebeuren, en hetgeen als
resultante overblijft.
Ook zij dienen aan te voelen, dat wij
leven in een anderen tijd met andere rech
ten en plichten.
Voor ons is het vrijwel uitgemaakt; bij
een toenadering als door ons bedoeld, is
het een kwestie van organisatie en overleg
en wij zetten onze machines wederom in
gang.
Wanneer deze dan straks draaien en snor
ren en de voortbrenging vermeerderen, dan
moeten de beste en bekwaamste voorman
nen bijeen komen om te bespreken het
groote probleem, dat ons immer als een
dreigende onweerswolk boven het hoofd
hangt. Daarover in het slotartikel.
HET GRIEKSCH-
ITALIAANSCH CONFLICT.
De stemming in Engeland.
Het accepteeren dooT Griekenland en Ita
lië van de nota van den gezantenraad wekt
te Londen algemeene voldoening, hoewel
men nog niet geheel gerust is over de Itali-
aansche verklaring aangaande de ontruiming
van Korfoe, daar de vrees bestaat dat die
ontruiming niet zal plaats hebben voor de
uitspraak van het internationale hof, die
eenige maanden kan uitblijven. Hier en daar
wordt ook de mogelijkheid geopperd dat de
concentratie van de Italiaansche kraóhten
op Korfoe vooral met het oog op Belgrado
geschiedt.
Men houdt namelijk rekening met de kans,
dat Italië plan heeft, Fiume te annexeeren.
Voor het overige breekt men zich het hoofd
over de vraag of de Volkenbond bij het
Italiaansch-Grieksch geschil weder een veer
gelaten dan wel een soort van overwinning
behaald heeft. Nog altijd staat de houding
van Curzon en Cecil aan felle aanvallen
bloot. Onder andere heeft Garvin op deze
ministers zijn zwaarste geschut gericht. In
ieder geval merkt men op, dat het commu
niqué van den Raad van den Volkenbond
grooten invloed gehad heeft. Een vergelij
king van het Italiaansche ultimatum, het
Grieksche antwoord en de nota der gezanten
doet duidelijk zien dat de laatsten op dé
meest aanvechtbare punten in 't Italiaansche
ultimatum het advies van den Raad van den
Volkenbond gev'olgd hebben.
Ondertusschen is een andere vraag of de
Britsche regeering de belangen van Enge
land gediend heeft, hetgeen voor vele En-
gelschen natuurlijk het eenige criterium is.
Men kan gemakkelijk toegeven dat stilzitten
voor den Volkenbond zelfmoord beteekend
had, aan den anderen kant beseft men dat
er tusschen Italië en Engeland een verwij
dering dreigt te ontstaan of ontstaan is,
die haar invloed op de Europeesche situ
atie in een voor Engeland ongunstigen zin
zal doen gevoelen.
Verschillende bladen constateeren met
genoegen, dat Engeland dus zijn eigenbelang
achtergesteld heeft bij het belang van den
Volkenbond, die, zonder Engeland's steun
en dien der kleinere onzijdigen voor goed
gediscrediteerd geworden ware. Veel ande
re schrijvers echter, die in levenskracht van
een werkelijken Volkenbond niet gelooven,
beschouwen Curzon's en Cecil's politiek als
een der gevaarlijkste blunders, die Engeland
in de laatste jaren gemaakt heeft. Aan Poin-
caré schrijven zij in dezen de overwinning
toe, waardoor Engeland's prestige in de
Europeesche politiek opnieuw verzwakt is.
Het geschil moge dan misschien bijgelegd
worden, over Italië's houding is niet voldoen
de de staf gebroken. Noch de bezetting en
beschieting van Korfoe, noch het défi aan
den Volkenbond worden daardoor gecorri
geerd. Sommigen vragen zich derhalve af of
de Volkenbond zelf de zaak hierbij laten kan
en of hij niet verplicht is Italië's optreden
principiëel te behandelen. Veel enthousias
me kan ik in deze richting niet waarnemen,
seint de Londensche correspondent in de
N. R. Crt.
De kennelijke invloed van het advies van
den Volkenbondsraad en de verwijzing van
de schadeloosstellings-kwestie naar het inter,
nationale hof van den Volkenbond achten
de meesten reeds een voldoende erkenning
van de beteekenis van den bond, zonder
welken, volgens verschillende beoordeelaars,
Griekenland misschien onmiddellijk naar de
wapenen gegrepen had en een oorlog moei
lijk te voorkomen geweest ware.
Er zijn zeer deugdelijke redenen om te
verklaren dat men te Londen en ook te Pa
rijs verwacht, dat Italië zijn besluit tot on
middellijke ontruiming van Korfoe zal uit
voeren.
De Fransche pers, in het bijzonder de Ma-
tin en de Echo de Paris, geeft Griekenland
den raad op loyale wijze uitvoering te ge
ven aan de nota van den Gezantenraad.
TURKIJE EN GRIEKENLAND.
Een nota van het ministerie van buiten-
landsche zaken protesteert tegen de bezet
ting van het eilandje Sjoemroek in den mond
der Maritza door Grieksche troepen.
DE GRIEKSCHE DIPLOMATIEKE DIENST.
De Grieksche gezant te Madrid keert bin
nenkort naar Griekenland terug. Hij deelde
mede, dat zijn regeering het voornemen heeft
den diplomatieken dienst in te krimpen.
BALDWIN EN CECIL.
Lord Robert Cecil heeft gisteren met Bald
uin te Aix les Bains een conferentie genoci
den, waarin het Italiaansch-Grieksche con
flict en het te Genève aangekondigde debat
over de bevoegdheid van den Volkenbond
ter sprake zijn gekomen.
FRANSCHE PERSSTEMMEN OVER DE
REDEVOERING VAN POINCARé.
De redevoering van Poincaré is met groote
spanning tegemoet gezien, daar er naar aan
leiding van verschillende geruchten een ze
kere zenuwachtigheid was ontstaan. De com
mentaren in de Fransche pers zijn echter nog
van weinig beteekenis. De Temps schrijft dat
de loop der gebeurtenissen van Duitschlands
beslissing afhangt.
Poincaré heeft vastgesteld dat de toon
veranderd is. Het blad hoopt dat er thans
ook verandering in de daden zal komen. Het
Journal schrijft, dat onderhandelingen met
Duitschland onmogelijk zijn, zoolang er geen
einde komt aan den passieven tegenstand.
De Matin brengt de redevoering van
Poincaré, waarin deze op het afnemen van
het verzet van Duitschland wees, in ver
band met de Duitsche nota, waarin erkend
wordt, dat Duitschland niet langer bij mach
te is, het verzet te steunen, en schrijft:
De dag van gisteren zal waarschijnlijk
een historische datum worden in de geschie
denis van de regeling der schadevergoe
ding. De tekst van het besluit van de Duit
sche regeering is de erkenning door
Duitschland van Frankrijk's overwinning in
de Roer. De Duitsche regeering heeft be
grepen, zegt het Journal, dat alle hoop op
een vernieuwing van Duitschland, dat door
de krankzinnige politiek van Cuno naar den
afgrond is gevoerd, verdwenen is.
De Figaro: Frankrijk heeft het spel ge
wonnen; de tegenstander erkent zijn neder
laag. De beslissing nadert.
UIT HET BEZETTE GEBIED.
De Franschen zijn van plan midden in
September legeroefeningen te houden in de
buurt van Blankenstein en Gevelsberg. Den
bewoners van deze streken is aangezegd,
dat zij moeten zorgen vóór 15 dezer hun
veldgewassen binnen te halen.
IJSLAND EN DEN VOLKENBOND.
De zesde commissie van den Volkenbond
heeft besloten aan de vergadering van den
Bond voor te stellen den vrijen staat IJs
land tot den bond toe te laten.
PERU EN ZWEDEN.
Peru heeft een zaakgelastigde, Claudio
Velarde, naar Zweden gezonden. Dit is voor
het eerst, dat Peru te Stockholm diploma
tiek vertegenwoordigd is.
UIT HONGARIJE.
Er worden op het oogenblik onderhande
lingen gevoerd tusschen vertegenwoordigers
van het landbouwbedrijf en het ministerie
van financiën in Hongarije in verband met
de regeling van de credieten, die de land
bouwers zullen krijgen. Terwijl die onder
handelingen worden gevoerd isvan land-
bouwzijde de eisoh gesteld, dat er een stel
sel van pandbrieven zal worden ingevoerd,
dat niet moet berusten op een in tarwe uit
te drukken waarde-eenheid, doch op een wi
het algemeen bestendige geldswaarde.
Daardoor zou tegelijkertijd een basis zijn
verkregen voor een indexcijfer van de prij
zen van landbouwartikelen.
DE RAMP IN JAPAN.
Uit Tokio wordt nog gemeld:
Een groot aantal doodgevallen verd ver
oorzaakt, doordat vluchtelingen, welke op
de daken der treinrijtuigen medereden, tn
den Oesoei-tunnel te Karaisawa van de rij
tuigdaken werden stukgeslagen en gedood.
Volgens berichten uit Tokio heersoht in
de stad een voorbeeldige orde. De autori
teiten worden door de troepen krachtig ge
steund bij de handhaving der orde en de
hulpverleening aan de noodlijdende bevol
king. Er zijn echter nog 135000 menschen
zonder dak boven het hoofd. Tot nu toe
zijn met zekerheid32,564 dooden geïdentifi
ceerd. Er zijn 3 keizerlijke verordeningen
verschenen om het misbruik maken van den
tegenwoordigen toestand tegen te gaan.
De catestrofe zal vermoedelijk groote po
litieke gevolgen hebben, vooral ten opzich
te van de vloot. Japan is na de catastrofe
niet meer de zeemacht van voorheen. Zeker
is, dat een gedeelte van de vloot ernstig be
schadigd is. Twee groote schepen, de Aci en
de Mikasa, zijn door de vloedgolf verzwol
gen.
Uit Osaka wordt gemeld, dat het aantal
dooden onder de vreemdelingen aldaar
aanzienlijk grooter zou zijn geweest, indien
niet honderden de gelegenheid hadden ge
had, aan boord te gaan van de Empress of
Australia, welke juist zou vertrekken, toen
de eerste schok plaats had. Een groote mei
nigte stormde naar de haven, waarvan een
groot deel aan boord van het schip kon
gaan. De kade zakte later wat weg, terwijl
ze op eenige plaatsen geheel instortte. Een
peiling toonde aan, dat de diepte der haven
verscheidene meters meer is dan vóór de
ramp. Alle Japansche dooden zijn gecre
meerd op houtstapels in de straten, terwijl
de buitenlandscbe dooden op dezelfde wijze
zijn behandeld.
De Bank van Japan zal de banken in het
gansche land helpen, De Bank van Japan
heetf onuitgegeven bankbiljetten teT waarde
van tweehonderd millioen jen en terug ont
vangen biljetten ter waarde van honderd
millioen jen voorradig. Zij is bereid deze
biljetten ter beschikking van de bankiers te
stellen, teneinde het dezen mogelijk te ma
ken, de getroffenen te hulp te komen. Op
het oogenblik betalen de bankiers te Tokio
dagelijks sommen, honderd jen niet te
boven gaande, uit. Het moratorium te To
kio moet de Hnancieele operaties te Osaka
en elders ontwrichten, weshalve de Osaka-
filiale der Bank van Japan besloten heeft
allen mogelijken steun te geven aan de
particuliere banken te Osaka, ten einde
aldus handel en bedrijf te helpen. Men ge
looft, dat deze beslissing krachtig het werk
van heropbouw en herstel in het algemeen
zail helpen. Ook wordt gemeld, dat de re
geering reeds negen-en-een-half millioen
jen heeft bestemd voor de verlichting van
den nood, terwijl ze bereid is steungeld uit
te geven tot een bedrag van 530 millioen
jen.
Het wordt meer en meer waarschijnlijk,
dat het grootste deel der slachtoffers die
omkwamen in Tokio, zijn verongelukt op
één plaats, namelijk bij het militaire klee-
dingdepot in de Honjowijk, waar er meer
dan dertig duizend heeten te zijn omge
komen. Dit bericht, waaraan tot nu toe
weinig geloof gehecht werd, ofschoon het
herhaaldelijk van betrouwbare zijde was
gemeld, vindt thans bevestiging in het ver
haal van een jongen Japanner, die wonder
baarlijk ontkwam en Osaka bereikte. Deze
vertelt, dat hij Zaterdag na den eersten
schok met duizenden anderen naar een
open plek snelde bij het militaire kleeding-
depot, dat 2K H. A, groot is en ingesloten
was door een steenen muur. Hij vond er
reeds tienduizenden verzameld daar het
een ideale plaats was om veiligheid te zoe
ken. In den namiddag bracht de hevige
Oostenwind vlammen mee, zóó verzengend,
dat zelfs in dit ruim rendez vous het hoofd
en het gezichtshaar van alle aanwezigen
wegschroeide. De paniek, welke volgde, was
onbeschrijfelijk. De menschen snelden west
waarts, ten einde de hitte te ontgaan, vie
len, struikelden en duizenden raakten on
der den voet. Deze ervaring werd terstond
daarop gevolgd door een nieuwe, waarbij
een wervelwind den verteller in een vijver
wierp. De wervelwind voerde kolossale
vlammen, stukken brandend hout, gloeiend
ijzer, enz, met die duizenden binnen de
omheining levend verschroeiden, De ver
teller werd den volgenden dag met een
dertigtal andere overlevenden door de
troepen gered. De open plaats was bedekt
met halfverbrande lijken.
Uit Osako wordt gemeld, dat de minister
van financiën in den loop van een inter
view verklaarde, dat Japan wellicht noodig
zou achten te pogen, een leening in het
buitenland te sluiten voor het algemeen
herstel.
Nog werd te New-Yoric het volgende be
richt ontvangen uit Osaka:
Het aantal Britten, dat te Tokio gedood
is bedraagt 21. Het verkeer tusschen Tokio
en Yokohama is hersteld. De reis van een
Tokiosche voorstad naar Osaka, per spoor,
duurt vier-en-twintig uur. Drie telegraaf
lijnen tusschen Tokio en Osaka zijn her
steld. Volgens mededeelingen van de Tokio
sche politie zijn een-en-zeventig percent
van Tokio's gebouwen verbrand of ver
woest, terwijl een-en-zestig percent van
Tokio's bevolking rechtstreeks door de
ramp getroffen is.
Na een week van uiterste inspanning
toonen de toestanden te Tokio een opval
lende verbetering aan. Voedsel voor de
slachtoffers is er thans voldoende aanwezig;
1deeren zijn nog sohaarsch, terwijl de huis
vesting van een millioen een groot vraag
stuk is. Men gelooft, dat er barakken in
Tokio zullen moeten gebouwd worden voor
de huisvesting van een millioen menschen.
De staat van beleg duurt nog voort.
Het aantal slachtoffers te Yokohama is offi
cieel vastgesteld en bedraagt 23.000 dooden
en 40.000 gewonden. In het Hakone-district
zijn er 10.000 dooden.
ZEEROOF IN CHINEESCHE WATEREN.
Vijftien gewapende zeeroovers, die als
passagiers reisden, maakten zich Zaterdag
avond tusschen Kanton en Hongkong mees
ter van den Chineeschen koopvaarder Hoets-
jang. De scheepsofficieren werden opgeslo
ten. De roovers maakten o.m. een som van
20.000 dollar buit. Ze losten geen enkel schot.
Twee scheepsofficieren en 9 Chineesche pas
sagiers zijn als gijzelaars meegevoerd.
De minister van binnenlandsche zaken
maakt bekend, dat de zomertijd in Engeland
in den nacht van Zaterdag op Zondag 16
September zal eindigen.
De Daily Express heeft uit Hylhe een
verhaal, volgens hetwelk er in de laatste
drie weken twee keer in de week een Fok
ker uit Duitschland te Lympne, in Engeland,
aankomt met een bezending papieren mar
ken. Er zit maar één Duitsch sprekend pas
sagier in, en deze passagier stapt dadelijk
met het geld over in een Engelsch vliegtuig
dat dat geld naar Keulen brengt. Het heet
dat dat geld bestemd is voor het Duitsche
bezette gebied en dat men het op deze wijze
overbrengt, om geen last van Fransche in
menging te hebben.
De Atlantische vloot zal begin November
te Portsmouth geschouwd worden door de
eerste-ministers van de Britsche dominions.
Een meisje dat in een hotel in het
Strand te Londen in betrekking wa.$, was
verleden week naar een ziekenhuis overge
bracht. Daar heeft men haar ziekte nu als
een geval van pokken herkend. De autoritei
ten verzekeren natuurlijk dat men met een
geïsoleerd geval te doen heeft (in zoover ze
ker als het thans geïsoleerd is geworden) en
dat alle voorzorgsmaatregelen zijn getroffen.
De Daimler-luchtlijn heeft besloten het
passagierstarief op de route Londen Her
lijn te verhoogen. Aanvankelijk was de prijs
voor een enkele reis op 6 10 sh. gesteld,
om passagiers te trekken. Dit zal nu 8
2 sh. 6 st. worden. Het tarief komt dan op
nog geen drie stuivers per mijl De dienst zal
versneld worden, daar het aandoen van Bre
men komt te vervallen. De luchtexpress, die
om half tien 's ochtends van Londen
vertrekt, zal dan alleen te Amsterdam en
Hamburg stilhouden en om kwart over zes
te Berlijn aankomen, een half uur vroeger
dan nu.
41
Flora sprong op en zag het jonge meisje
aan met een blik, zoo vol verbazing en on
geloof, als vertrouwde zij hare ooren niet.
„Of gij zet eene comediante comme il faut,
of een liefdesverklaring moet u zwart op
wit gegeven worden, zoo zij voor u iets zal
beduiden. Weet gij werkelijk niets?" Met
een onbeschaamden lach, waarbij hare fijne
tanden geheel zichtbaar werden, lei zij bei
de handen op Kathe's arm en schoof haar,
met een vinnigen doorborenden blik in de
bruine oogen, toornig van zich at. „Bah, wat
wil ik dan toch? Hebt gij u nog op dit
oogenblik niet zoo warm voor hem gemaakt,
als hadt gij uw laatsten ademtocht graag
voor hem over?"
„Och, was ik niet duidelijk genoeg? Moet
ik de zaken nog meer bij den naam noemen?
Nu dan, lief kind, ik verlang niets meer en
niets minder te weten, dan wat Bruck gis
teren en vandaag met u heeft bepraat.
„Wat hij met mij bepraat heeft," zei Ka-
the, „dat moogt gij gerust weten, woord voor
woord. Hij heeft zich de moeite gegeven en
ik maakte het hem moeilijk genoeg, om mij
te beduiden, dat er geen hoop op beterschap
bestond voor Henriette, en mij er op voor
te bereiden," bij dit woord kwamen de tra
nen haar in de oogen, „dat Henriette ons gaat
verlaten."
Zwijgend en blijkbaar met zich zelve
in de war, ging Flora naar het venster; bij
al hare zelfvergoding had zij toch misschien
een donker vermoeden, dat zü tegenover de
ze tweè menschen een erbarmelijke en ver
loren rol speelde. „Kind, hebt f'v dat dan ai
niet lang geweten? vroeg zij op half fluis
terenden toon. „Hebt gij u zelve het niet
gezegd, dat wij allen voor de aTme kruis-
draagster om spoedige verlossing uit haar
lijden moesten bidden?" Zacht naderde zij
Kathe weer. „En was dat waarlijk woord
vobr woord de eenige inhoud van uw ge
sprek?"
In Kathe's gemoed kwam een gevoel op
als van namelooze verachting. Zij dacht, dat
zij hier te doen had met de lage jaloersch-
heid niet der beminnende, maar der ijdele
vrouw, die achter den man aansluipt om geen
zijner woorden of daden onopgemerkt te la
ten voorbijgaan. „Gelooft gij dan, dat Bruck
in zulke oogenblikken, waarin hij troost en
hulp aan een arme kranke ooo*t te brengen,
nog aan andere dingen denkt?" vroeg zij
op streng verwijtenden toon. „Gelooft gij
dat vooral, waar hij aan het sterfbed staat
van haar, in wie hij zijne getrouwste vrien
din zal verliezen?''
„Ja, zij heeft hem bemind," zei Flora koel.
Een donkere blos vloog over Kathe's ge
laat en Flora genoot bij het zien der onhan
digheid, waarmee het jonge Reisje die kleur
poogde te verbergen. Wel zeker, die man
mag zich gelukwenschen met de toover-
kracht, die van hem uitgaat zonder dat hij
het weet; hij trekt de meisjesharten tot zich
als het licht de muggezwerm. De wereld zal
er om lachen, als zij hoort, dat even zoovele
dochters als de bankier Mangold had er
ook even zoovelen in de kaars gevlogen zijn
en zich de vleugels verbrand hebben.
Blijf!"
Lachende had zij gesproken, tot op het
oogenblik, dat Kathe zich weer omkeerde,
om de kamer uit te gaan nu kwam het
bevelende woord als een woeste kreet over
hare lippen. Roerloos van schrik bleef Ka
the staan, bang, dat een tweede kreet in de
ziekenkamer zou worden gehoord.
„Ook onze jongste, de schoone molenaar
ster, kras van lijf en leden en kranig van
ziel, is zoo zwak geweest," ging zij voort,
weer op spotachtigcn toon. ..Och zoudt gij,
met dat trotsche gelaat en die indrukwek
kende houding u willen voordoen alsof gij
door mij beleedigd waart? Goed! ik geef
dit toe en gij kunt uwe volkomen onschuld
bewijzen, als gij herroept wat gij mij met
zulke uitgelatene geestdrift ter eer en ver
heerlijking van Bruck hebt gezegd -—
„Nooit, ik herroep geen tittel of jota!"
Kathe hief het.hoofd op en zag even om;
zij sloeg de hand aan de wond van haar
voorhoofd, die door de zenuwachtige aan
doening begon te prikkelen, maar dit ge
beurde werktuigelijk en als was haar le
ven uit die wond ontvloden, zij bad er niets
van gevoeld op een oogenblik, waarop al
haar denken op één punt gevestigd was. „Gij
hebt geen recht, mü op die wijs tot mij te
spreken," zei ze op vasten toon, maar toch
met een stem die van inwendige ontroering
getuigde, „ik ben volstrekt niet verplicht u
te antwoorden, Maar gij hebt van verraad
gesproken dat zijn dezelfde woorden,
waarmede ik mij zelve beschuldigde en straf
te, toen ik omtrent de neiging, die gij straf
waardig noemt, tot klaarheid kwam
„Ah! een bekentenis in optima forma!"
Een zachte glimlach speelde om den blee-
ken mond en het was, of er een helderen
glans verscheen op het gelaat, dat op dit
oogenblik zoo wit was als de baftd om het
voorhoofd.
„Ja, Flora ik beken, omdat ik mij niet be
hoef te schamen. Ik beken ook om den wil
van onzen overleden vader; ik wil den schijn
van schuld, als had ik de hand uitgestoken
naar de rechten van een mijner zusters, te
genover zijne nagedachtenis niet op mijn
geweten hebben. Tegen ons gevoel kunnen
wij niet wij zijn alleen verantwoordelijk
voor de macht, die wij aan dat gevoel in
ruimen; dat weet ik nu, na den vruchteloo-
zen strijd tegen een neiging wafrvan men
zegt dat zij met iemand is geboren en ook
altijd aanwezig was, maar sluimerend, Is
het zonde, als men vol vereering het huisal
taar van een ander beschouwt? Is het zonde,
als men verrukt opziet tot een fieren boom,
die in den tuin van een ander staat? Is het
zonde, als ik liefheb zonder te begeeren? Ik
Onder dit hoofdje schrijft de heer Th. M.
K(etelaar) het volgende in „De Vrijzinnig-
Democraat":
„Toevallig kwam mij dezer dagen het vol
gende biljet in handen:
Vriendelijke uitnoodiging tot het
bijwonen van de opening van de
Christelijke Meisjesschool in de R. J.
Schimmelpennincklaan 3840 op
Vrijdaig 7 September 1923 half 3 uur.
De hoofden:
A. S, M. HAAXMAN.
E. M, A, MEIJBOOM.
Het Bestuur:
en Dr. J. DE GROOT.
W. NAUDIN TEN CATE, -
Mr. H. C. DRESSELHUYS?
Mr. R. J. H. PATIJN.
We zien hieruit dus, dat de he eren mr.
H, C. Dresselhuys en mr. R. J. H, Palijn,
bekende mannen uit den Vrijheidsbond,
vroeger respectievelijk lid vaa den vrij
liberalen bond en van de Liberale Unie,
thans optreden als bestuurders van een
Christelijke Meisjesschool.
Wat zouden mannen als Tydeman en
Lieftinck wel van zulk een optreden ge
zegd 'hebben?
En wat zeggen de openbare onderwijzers,
waarvan nog altijd een deel den Vrijheids
bond bij verkiezingen steunt?
„De Standaard' sprak vroeger, wanneer
mr. Goeman Borgesius en andere leiders
van de Liberale Unie wat erg prat gingen
op hun christelijkheid, van het omdoen van
de witte das. Moeten wij hieraan in dit ge
val ook denken? Laat de heeren dan be
grijpen, dat ze ook hierin tegen de cliriste-
lijk-historischen toch niet op kunnen.'
DE RAMP IN JAPAN.
Reuter meldt uit Tokio, dat bij de ramp
te Yokohama de Nederlandsche consul on
middellijk gedood is.
De Staats-Almanak vermeldt onder de
consulaire ambtenaren in Japan als consul te
Yokohama, de heer W. D. Visser, belast m#t
de waarneming van het vice-consulaat.
ADVERTENTIES OP AANSLAG
BILJETTEN.
Het Tweede Kamerlid Ter Hall heeft tot
den minister van Financiën de volgende vra
gen gericht
Is het den minister bekend, dat op de
aanslagbiljetten der Rijksinkomstenbelasting
van de gemeente Amsterdam een advertentie
voorkomt van een belasting-adviesbureau
Is de minister bereid mede te deeien, op
welke wijze advertenties op aanslagbiljetten
plegen geplaatst te worden, bijzonderlijk of
zulks geschiedt met medeweten van hét de
partement van Financiën?
Indien dit laatste niet het geval is, is de
minister dan niet van oordeel, dat het aan
beveling verdient, dat geen advertentie wordt
opgenomen zonder kennisheming door het
departement, aangezien immers anders de
Zonderlinge toestand zich zou kunnen voor
doen, dat eventueel van een vanwege het de
partement als onbetrouwbaar gesignaleerd
adviesbureau of accountantskantoor op aan
slagbiljetten aanbevelingen voorkomen
HET JUBILEUM EN DE DIENST
WEIGERAARS.
Naar het „Vad." mededeelt, heeft de Ko
ningin gratie verleend aan enkele veroordeel
de dienstweigeraars. Op 1 September zijn
ze ontslagen. Er waren er bij, die nog 4 V2
maand voor den boeg hadden.
MALAISE?
Het vorige jaar werden de Bredasche be
lastingbetalers verheugd door de mededeeling
dat 300.000 door de gemeente zou worden
teruggegeven. Thans, ruim een jaar later,
na herhaalde oproepingen, ligt nog 'n 80.000
bij den ontvanger onafgehaald.
WIJZIGING KLEUR RENTEZEGELS.
De rentezegels van 60 cent zullen in plaats
van in de grijze voortaan in de groene kleur
worden uitgegeven.
DE TOESTAND BIJ DEN POSTCHEQUE-
EN GIRODIENST.
De Middenstandsunie, gevestigd tc
Utrecht, heeft aan den Minister van Water
staat een adres gezonden, waarin zij mede
deelt, dat zij, volgens artikel 2 harer statu
ten, zich ten doel stelt op te komen voor
de rechten en belangen van den midden-
stand;
dat deze belangen door den onhoudibaren
toestand, waarin de postchèque- en giro
dienst thans is geraakt, ten zeerste worden
geschaad en getroffen dat de middenstand,
zoowel de handeldrijvende- als de werkne-
mende, door de krachtige propaganda in de
eerste jaren van hare in werking treding
en mede door den voorheen uitstekend ge
werkt hebbenden dienst, voor een groot deel
een rekening heeft geopend en als gevolg
daarvan zijn inkomsten en uitgaven via
dezen dienst regelt;
dat door het tempo, waarin de opdrach
ten thans worden uitgevoerd, de rekening
houders niet in staat worden gesteld aan
hunne verplichtingen te voldoen en voor
zoover zij loonen oi salarissen per giro
ontvangen de voorziening der dagelljksche
levensbehoeften in de grootst mogelijke
moeilijkheden verkeert;
dat het sterk te betwijfelen valt, of aan
dezen toestand weldra een eind zal komen;
J dat de overzichtelijke wijze, waarop de
aangeslotenen in staat werden gesteld
hunne rekeningen steeds na te gaan, door
de nieuwe regeling geheel is te niet gedaan;
dat de populariteit, waarin zich deze
dienst heeft mogen verheugen, nu voor
goed dreigt te verdwijnen;
dringt er bij Uwe Excellentie ten zeerste
op aan onverwijld die maatregelen te treffen,
waardoor aan den onduldbaren toestand een
eind wordt gemaakt en de gemakken, welke
tot aansluiting geleid hebben, weder inge
voerd worden.
PERMANENT HOF VAN ARBITRAGE.
In de Maandag gehouden zitting van het
Permanente Hof van Internationale Justitie
is voorlezing gedaan van het advies van het
Hof, inzake de kwestie der Duitsche kolo
nisten in Polen, die aan zekere maatrege
len van den kant der Poolsche overheid
zijn blootgesteld, welke leidden tot de ver
drijving van de bedoelde personen uit het
land, dat zij bezitten.
Het Hof is van meening, dat deze aange
legenheid valt binnen de bevoegdheids sfeer
van den Volkenbond, zooals deze in het
met Polen gesloten Minoriteitenverdrag is
omschreven en dat de houding der Poolsche
regeering niet overeenkomstig is met hare
internationale verplichtingen.
CURSUSSEN VOOR WERKLOOZEN.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft toegestaan, dat aan de arbeiders, werk
zaam bij het kanaal Beilen—Nieuweroord,
welke aldaar in barakken zijn gehuisvest, in
de komende winteravonden cursussen wor
den gegeven over diverse onderwerpen.
Bij het geven dezer cursusen mag echter
geen propaganda worden gemaakt voor een
politieke of sociale richting.
HET BEHEER DER RIJKS
VERZEKERINGSBANK.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
der Wet op de Rijksverzekeringsbank. Tot
toelichting merkt de regeering op dat ten
gevolge van de decentralisatie der ongeval
lenverzekering de taak van het bestuur der
Rijksverzekeringsbank :n omvang is vermin
derd. Het komt haar in verband daarmede
gewenscht voor, de gelegenheid te openen
om met een geringer aantal bestuursleden te
volstaan door wijziging van het voorschrift
van artikel 4, eerste lid der Wet op de Rijks
verzekeringsbank, dat het aantal leden van
het bestuur imperatief op drie stelt. Voor
gesteld wordt daarvoor in gemeld artikel 4
te lezen „bestaat uit ten hoogste drie leden.
DE POSTCHèQUE en GIRODIENST.
Een verzoek van de K. v. K. vopr 's-Herto-
genbosch aan den Minister van Waterstaat
Door de Kamer van Koophandel en Fa-
brieken voor 's-Hertogenbosch en Omstre-
ken is Zaterdag het navolgend telegrafisch
verzoek gericht aan de Ministers van Wa
terstaat, en van Arbeid, Handel en Nijver-
heid:
„Kamer van Koophandel en Fabrieken te
's-Hertogenbosch vestigt dringend Uwe aan
dacht op chaotische verwarring, welke blijk
baar heerscht bij gecentraliseerden postchè
que- en girodienst te 's-Gravenhage en ver
zoekt Uwe Excellentie onverwijld in het be
lang van handel en nijverheid de noodige
maatregelen te treffen, om aan deze onhoud-
baren toestand een einde te maken.
HET JUBILEUM DER KONINGIN.
Naar wij vernemen, heeft de Koningin op
6 dezer bij de aanbieding van het hulde
blijk van den Bijzonderen Vrijwilligen Land
storm op verzoek van den voorzitter der
Nat. Landstormcommissie toegezegd, dat een
portret van Haar zal worden vervaardigd,
speciaal bestemd om te worden geplaatst
op de gedenkplaat, welke aan de vrijwilli
gers van den Bijzonderen Landstorm zal
worden uitgereikt ter herinnering aan het
retfeeringsjubileum en het door den Bijzon
deren Vrijwilligen Landstorm aangeboden
jubileum-album.
Maandagmiddag ten half drie heeft H. M.
de Koningin het Hooge College van Staat:
den Raad van State; den Hoogen Raad en
de Algemeene Rekenkamer in de gelegen
heid gesteld H, M. geluk te wenschen met
haar 25-jarig regeeringsjubileum.
De leden dezer colleges waren tn ambts
gewaad gekleed, dat, wat betreft den Hoo
gen Raad, bestond in de met randen van
hermelijn omzoomde toga's en baretten.
Ten 3 ure ving de eerste der cours van
gelukwenschen aan welke te s-Gravenhage
van Maandag af tot en met Zaterdag 14
dezer zullen plaats hehben voor Civiele
autoriteiten. Rijks, Gemeente en kerkelijke
commissies uit 's-Gravenhage en verschil
lende provincies.
Een dankwoord van H. M.
Nadat de Koningin Zaterdag j.l. voor haar
vertrek aan den hoofdcommissaris van po
litie, den heer A. J. Marcusse, haar waar
deering had te kennen gegeven voor de uit
nemende maatregelen van orde voor de
feestdagen, door hem getroffen en om de
zeer verdienstelijke wijze, waarop °oor "e
politie-ambtenaren, onverschillig van welken
rang,, de orde werd gehandhaafd, heeft H.
M. in het daarop volgend onderhoud met
den burgemeester Haar warme darde uitge-
sproken voor de meer dan hartelijke ont
vangst, welke de burgerij van Amsterdam
Haar heeft bereid. De Koningin verklaarde
zich diep getroffen door de tallooze bewij
zen van aanhankelijkheid en liefde, welke
Haar in de afgeloopen dagen van de zijde
der Amsterdamsche bevolking waren ten
deel gevallen en die een blijvenden indruk
op H. M. zullen maken.
Met nadruk verzocht de Koningin den
burgemeester Haar tolk bij de burgerij te
zijn, teneinde deze gevoelens van erkente
lijkheid over te brengen.
In den loop van dien avond zond H. M.
wil niets van u, ik zal den weg, dien gij met
Bruck bewandelt, nooit of nimmer kruisen.
Gij zult nooit weer van mij hooren, u ook
mijn nooit meer herinneren; wat schade kan
het toebrengen aan uw huiselijk geluk wan
neer ik hem bemin zoolang ik adem haal,
maar trouw aan hem houd als aan iemand
die gestorven is?"
Een beleedigende glimlach viel haar in dc
rede. „Pas op, kind, op het oogenblik ver
valt uw geestdrift nog in verzenmakerij-"
„Neen, Flora dat laat ik aan u over al
moet ik ook erkennen dat in veranderd ben
en niet meer zoo gelijkmatig als vroeger
mijn pad bewandel, sinds ik die neiging in
mijn binnenste heb gevoeld." Zij ging dieper
de kamer in, den standaard voorbij, waar
het bruidskleed aan hing. Zonder het te we
ten, raakte zij aan den slechts los er over
geslagen sleep en ruischend viel de satijnen
stof op den grond.
Verlegen bukte Kathe, maar Flora schoof
de japon verachtelijk met den voet op zij.
„Laat die boel maar liggen!" zei ze sqnerp.
„Maar zfe, zelfs de levenlooze stof komt in
opstand tegen de schuldige."
„En spreekt gij u zelve geheel vrij van
schuld, Flora?" vroeg Kathe, terwijl de drift
waarmee zij ademhaalde liet zien, dat zij ook
bruischend bloed in de aderen had en een
gevoel voor wat recht en billijk was, dat
zich niet liet beleedigen en zich niet geroe
pen achtte om des lieven vredes wil voor
de willekeur der jaloerschheid het hoofd te
buigen. „Wat was het, dat het eerst in mij
^opkwam? Medelijden, onuitsprekelijk, smar
telijk medelijden met den edelen man, dien
gij hebt mishandeld in aller tegenwoordigheid
en van wien gij u tot eiken prijs hebt willen
losmaken. Indien dat geen zware schuld
was, waarom hebt gij dan om vergeving ge
smeekt. Ik heb u gezien in de houding eener
boeteling. Toen gij den ring in de beek
wierpt
„God in den hemel, Kathe, kom toch niet
altijd weer met die visioenen voor den dag,
die zich eens aan uw verdwaalde oogen heb
ben vertoond," riep Flora, terwijl zij de han
den tegen de ooren drukte. Toen hield zij
het meisje den vinger met den ring onder
de oogen en haai bovenlip boo* zich scherp
over de fijne tanden naar binnen. „Daar
daar zit hij immers. En ik kan u verzekeren
dat hij echt is, de letters die er in gegra
veerd zijn, laten niets te wenschen over....
Om echter aan dc zaak een einde te maken
zeg ik u eenvoudig, dat dit ding met mijn
leven niets meer te maken heeft, en dat het
nog eenvoudig een draad kan zijn, waarmee
men een marionet naar welgevallen laat be
wegen. Tusschen mij en Bruck is het uit
Kathe sprong ontsteld op. „Dat hebt gij
vroeger immers al vruchteloos verlangd," sta
melde zij ademloos.
„Ja, toen had het erbarmelijk wicht nog
eenige kracht in de ziel, nu is hij een laf
spel der winden geworden."
„Flora geeft hij u uwe vrijheid weer?"
„Mijn hemel, als gij dan die vroolijke bood.
schap nog eens wilt hooren ja ja!"