Indische Brieven.
BUITENLAND
Tweede Blad
27 September - 1923
DE STAATSGREEP IN SPANJE.
Door de maan aan het
licht gebracht.
De proclamatie der Duitsche regeering. De stemming in Engeland
over de staking van het lijdelijk verzet; Fransche persstemmen. De
stemming in Beieren; een oproep van den Onafhankelijkheidsbond.
Italië en Duitschland. De werkloosheid in Engeland.
Onder de Telegrammen: De beslissing van den Gezantenraad; Grieken
land moet aan Italië 50 millioen lires uitkeeren. Afkondiging van de uit
zonderingspositie in Beieren; Von Kahr dictator. Een belangrijke mede-
deeling over het onderhoud tusschen Baldwin en Poincaré. De Engel-
sche Kabinetsraad.
Middsn: Markies de Alhucemas, president der afgezette regeering; links: Alba, de ex-minister van
buitenl. zaken, die naar België uitweek; rechts: de dictator generaal Primo de Rivera, voormalig
kapitein-generaal van Catalonië, die den opstand leidde.
DE WERKLOOSHEID IN ENGELAND.
DE REIS VAN LLOYD GEORGE.
GEM. BUITENL BERICHTEN.
RECHTSZAKEN.
FEUILLETON
XXXI.
In Indië kan je van alles ondervinden.
Wanneer je vrouw een ouden zomerhoed,
ontdaan van strikken en bloemen, in de
vuilnisbak heeft geworpen, dan zie je eenige
dlgen later deze op het hoofd van een of
anderen inlandschen venter, die hem als
geschikte beschutting tegen de felle zonne
stralen nog maanden en maanden dragen
gaat.
Je kan het zien geschieden, wanneer je als
docent voor de klasse staat, dat een
Inlandsch leerling, die voor het bord je ex
plicatie aanhoort, onderwijl het stuk krijt,
dat hij vallen liet, met zijn teenen van den
grond raapt.
Dit laatste is heusch een historisch voor
val, gezien in een Vier technische scholen in
Midden-Java. Indische menschen weten
trouwens, dat een Inlander met zijn lenige
teenen een dubbeltje op kan rapen.
In ons nieuwe huis zijn we komen te wo
nen, tusschen twee buren, die beide apen
houden of hielden.
Buurman rechts had het dier is nu
weg een klein grijs aapje, van het soort
zooals men ze in Europa ook wel ziet, op
plaatjes met Italiaansche orgeldraaiers.
Het diertje behoorde aan een ketting te
liggen, en sleepte inderdaad altijd met een
ijzeren ketting achter zich aan, welke het
blijkbaar telkens weer van de paal wist los
te maken.
Dat het in ons huis op verschillende plaat
sen lekt, hebben we aan dit aapje te danken;
bij zijn klimevoluties over de daken rukte zijn
ketting hier en daar de dakpannen van hun
plaats. Ook is het beest oorzaak geweest van
de werkeloosheid van de electrische-schei-
inrichting, welke ik bij het betrekken van de
woning overnam. Het dier bezat bijzondere
handigheid in het losdraaien van de porse
leinen knopjes, welke de draadleiding droe
gen en de galvanische elementen, die naast
de achtergalerij op een plank stonden, had
het met bijna zaakkundige vaardigheid bui
ten werking weten te steller-
Het dier is zooals ik reeds zeide door
zijn baas weg gedaan. Gelukkig.
Buurman van rechts echter, een arts, heeft
nog «reeds recht op den naam, welke het
publiek hem geeft de dokter met de apen.
Deze heeft twee „orang-oetans" tot huis
dieren opgefokt.
In de week des middags, of 's Zondags
in den morgen, komt de dokter met zijn
pleegdieren den voortuin in. De grootste
van de twee loopt dan met hem medegewan-
deld, waggelend op zijn achterpooten, ter
wijl hij met een der voorhanden zijn baas
bij den slip van de lange, witte doktersjas
houdt. De kleinste wordt door den dokter op
den arm gedragen. Aldus worden ze naar
een boomstronk geleid, speciaal voor hen in
den grond gezet, en blijven daar, geheel los
en vrij, zich zelf en de voorbijgangers ver
makend. Wanneer ze dan een paar oude
melkblikken en een bak met water tot speel
goed krijgen, dan duurt het niet lang of voor
het huis staat het vol met Inlanders, die
gehurkt op den berm van den weg tijden
lang blijven kijken. Inlanders hebben of
nemen nu eenmaal veel vrijen tijd.
Onze belangstelling voor de beesten is
reeds lang geluwd. Ik kijk er liefst niet meer
naar.
Wte m de Amsterdamsche Artis of een
andere diergaarde is geweest, weet dat de
«orang-oetan" niet tot het levendige soort
apen behoort, voor welker hokken een groep
je kijklustigen zich altijd amuseeren kan. In
Artis heb ik de orang-oetan niet anders ge-,
zien dan liggende op zijn rug en zich bezig
houdende met een stukje glas, dat hij afwis
selend in zijn oor of achter zijn tanden stopte,
om het daarna er weer uit te peuteren, en
dan nogmaals hetzelfde te doen.
Ook de apen van mijn buurman zijn niet-
om-aan te-zien sloom in hunne bewegingen.
Is her 't leven in gevangenschap, dat hen
zoo maak-'
Het is mogelijk.
Als het donker van den avond is gevallen,
worden we nu en dan opgeschrikt door
schrille kreten uit den achtertuin van den
dokter. Het zij twee kreten door elkaar één
hooge, schrille, als een snerpende gil, en een
lage, als een schor keelgeluid. Den eersten
maal, dat we dit gehuil hoorden, dachten we,
dat er iemand geworgd werden mijne
vrouw zou in staat zijn geweest de politie
op te bellen, indien ik niet tot de gedachte
gekomen was, dat het de apen van den dok
ter waren.
Wat beteekenen deze afschuwelijke kre
ten
Schreeuwen deze beesten bij het donkeren
van den avond hun verlangen uit naar de
oerbosschen van Borneo's binnenland
Nu, enkele dagen geleden kregen we ander
dieren-bezoek.
Zijne lange, forsche pooten in statigen stap
neerzettend, kwam op een ochtend door het
poortje van den achtertuin een casuaris
binnen loopen.
Onze bedienden liepen te hoop, om het
beest te bekijken, doch bleven op een vei-
ligen afstand staan, weinig vertrouwd met dit
specimen van een groote vogelsoort, welke
Zijn kop op manschouderhoogte droeg. De
casuaris zelf scheen zich in onzen tuin spoe
dig op zijn gemak te voelen, zocht zich een
koel plaatsje uit onder een boom tusschen de
struiken en dook daar neer.
Het was natuurlijk voor de kinderen bij
hun thuis komen uit school een geweldige
verrassing. De vraag werd dadelijk opge
worpen, wat het beest te eten moest krijgen.
We probeerden het met stukjes vleesch en
visch, doch de casuaris deed niet anders dan
Ze uit onze hand te halen en ze weer te laten
vallen. Toen kwam er een op het idee om
hem een „sawoh" voor te houden, een vrucht
van de grootte van een flinken appel, doch
langwerpiger van vorm en zachter van vleesch
Het dier pakte de vrucht in zijn snavel en
voor we wisten wat er gebeurde was de
vrucht het keelgat in en den langen slokdarm
door gegleden.
We stonden paf.
Van zelfsprekend zorgden de kinderen
voor een herhaling van de vertooning. Een
bal rijst, ter grootte van een vuist, verdween
op dezelfde manier in zijn blijkbaar gezonde
voge'maag.
Ik kreeg plotseling uit mijn lang vergeten
schoolboeken de herinnering terug aan al
les verdragende casuaris-magen, en waar
schuwde den huisjongen de lepels en vorken
niet te laten liggen.
Heel gemoedelijk bleef het dier ons eenige
dagen gezelschap houden. Overdag stapte
het den tuin door tegen den avond legde het
zich in den stal te rusten.
Tot op een ochtend de huisjongen van den
eigenaar naar hem kwam zoeken, juist toen
hij door de poort weer de straat op wilde
gaan.
Het is dezen jongen niet gemakkelijk af
gegaan, den casuaris weer naar huis te krij
gen. Het beest ontvluchtte hem steeds, en
kwam dan in onzen tuin weerom. Toen hij
het ten slotte een touw had omgeworpen,
deed het beest hem in zijn angst door een
hoogen sprong tegen den grond tuimelen
en het was na heel veel moeite, dat het ge
lukte de pooten gebonden te krijgen. De
casuaris werd toen in een „sado" het
bekende tweewielige huurrijtuigje op Ba-
tavia's wegen geheschen en naar huis ge
reden.
Zijn eigenaar bleek te zijn een „profes-
seur de danse," een van hen die mondain
Batavia in vervoering brengen met een
hyper-moderne „foxtrot," of zoo iets der
gelijks.
Wat een beesten-land, zegt u
Vaderlandsche lezer, die het bovenstaande
gelezen hebt, gelieve niet te generaliseeren.
Ik verhaalde u deze dingen als voorbeel
den van wat je in Indië overkomen kan.
Doch dat je orang-oetan-houdende dok
toren tot buur bekomt of een casuaris van
een dansmeester te gast krijgt, gebeurt hier
even zeldzaam als dat ja, wat zal ik ne
men als dat je een koe op de Sche-
veningsche strand-boulevard ziet kuieren.
Geloof me.
J. A. M. d. F.
HET LIJDELIJK VERZET.
De proclamatie der Duitsche regeering.
De proclamatie der rijksregeering luidt:
Aan het Duitsche volk!
Op 11 Jan. hebben Fransche en Belgische
troepen in strijd met het recht en het vre
desverdrag het Roergebied bezet. Sedert
dien tijd hebben het Roergebied en het
Rijnland onder de zwaarste verdrukking te
lijden gehad. Meer dan 180.000 Duitschers,
mannen, vrouwen, grijsaards en kinderen zijn
uit huis en hoi verdreven. Voor vier millioen
Duitschers bestaat het begrip „persoonlijke
vrijheid" niet meer. Tallooze gewelddaden
zijn met de bezetting gepaard gegaan en
meer dan honderd volksgenooten hebben
daarbij het leven gelaten. Honderden smach
ten nog .in gevangenissen.
Tegen het onrecht van dezen inval heeft
zich het rechtsbewustzijn en de vrijheids
drang der bevolking verheven. De arbeiders
weigerden onder vreemde bajonetten te wer-
ken. Voor deze, het Duitsche rijk in moei
lijke uren bewezen trouw en standvastigheid
komt hun de dank van het geheele volk toe.
De rijksregeering had zich verbonden om
naar haar beste krachten voor de lijdende
bevolking te zorgen. Daarvoor zijn de mid
delen des rijks in stijgende mate aangespro
ken. In de afgeloopen week bereikten de
bedragen voor steun aan Rijn en Roer de
som van 3000 billioen mark en in de loo-
pende week zal de steun waarschijnlijk het
dubbele kosten. De productie van het Rijn
land en het Roergebied is opgehouden, het
economische leven is er geheel ontwricht,
zoodat het gevaar dreigt dat bij handhaving
van de huidige gedragslijn het herstel van
een waarde-houdende valuta en van het eco
nomische leven en bijgevolg de waarborging
van het bestaan van ons volk onmogelijk
zal worden.
Dit gevaar moet in het belang van Duitsch-
land's toekomst en in dat van Rijn en Roer
worden afgewend. Om het leven van ons
volk en het rijk te behouden, staan wij thans
voor de bittere noodzakelijkheid den strijd
te staken, hoewel wij weten dat wij daarmee
van de bewoners van het B. G. een nog
grooter moreel offer verlangen dan tot dus
ver.
Hun strijd was heldhaftig, hun zelfbeheer-
sching voorbeeldig. Wij zullen nooit verge
ten wat zij prijsgaven die liever hun vader
land verlieten dan het ontrouw te worden.
Te zorgen dat de gevangenen worden vrij
gelaten en de verbannenen terug mogen kee-
ren blijft de naaste plicht der rijksregeering.
Duitschland heeft zich bereid verklaard de
zwaarste materieele offers voor de vrijheid
der Duitsche volksgenooten en het Duitsche
land op zich te nemen. De vrijheid is voor
ons echter geen object voor onderhandelin
gen of voor een ruilhandel.
De rijkspresident en de rijksregeering ver
zekeren hierbij plechtig aan het Duitscne
volk en aan de wereld, dat zij zich niet zul
len laten vinden voor eenig vergelijk, dat
ook slechts een duimbreed Duitsch gebied
van het rijk zou losscheuren.
Het ligt in de hand van de bezettende mo
gendheden en van hun bondgenooten, of zij
door erkenning van deze opvatting Duitsch
land den vrede willen hergeven, of door
weigering van dezen vrede alle ellende wil
len ontketenen, die daaruit zou moeten
voortvloeien. Wij doen een beroep op het
Duitsche volk om in de aanstaande tijden
van harde zielsbeproeving en stoffelijken
nood eendrachtig te blijven. Slechts dan kun
nen wij het vaderland ir. leven houden
en de vrijheid herwinnen die ons onver
vreemdbaar recht is."
De proclamatie is geteekend door den
rijkspresident en de leden van de rijksre
geering.
De „Times" zegt: Het Roer-vraagstuk is
nu gedeeltelijk van de baan en wij vertrou
wen, dat de Fransche regeering met de
minst mogelijke vertraging zich zal wijden
aan een opbouwende behandeling van het
herstelvraagstuk. Deze zijde van de zaak
heeft, zooals wij weten, steeds de bijzon
dere belangstelling genoten van de Belgi
sche regeering, die een overdacht schema
heeft gepubliceerd voor het belasten van
de Duitsche industrie. Ook Italië heeft defi
nitieve voorstellen over de zaak naar voren
gebracht en de Engelsche regeering ver
langt altijd nog niets beter dan samen met
de geallieerden de actueele taak te aan
vaarden om de vergoedingen uit het her
stel te verkrijgen.
De moeilijkheden op den weg van het
herstel zijn niet weggenomen Joor hit suc
ces van de Fransch-Belgische maatregelen.
Zij hebben echter de geallieerde samenwer
king gemakkelijker gemaakt en de samen
komst van Baldwin met Poincarc moet
spoedig worden gevolgd door een bijeen
komst van alle leiders der geallieerden.
Het is van het grootste belang, dat zij een
spoedig besluit nemen inzake >.en definitief
plan voor de regeling van het vraagstuk
der vergoedingen.
Het eindigen van het lijdelijk verzet ;n
het Roergebied maakt hier weinig indruk,
daar men niet gelooft dat het invloed zal
hebben op de vooruitzichten tot het ver
krijgen van schadevergoeding
De meeningen over het einde van het
lijdelijk verzet zijn zeer uiteenloopcnd.
De „Daily Mail" spreekt van een capitu
latie, welke indrukwekend getuigt van
Poincaré's inzicht en moed.
Het Petit Journal wijst op de voorbeeld-
looze blindheid van het Duitsche volk, dat
zich aldus heeft kunnen laten misleiden door
de aanstokers van het lijdelijk verzet. Frank
rijk, zegt het blad, zou niets liever gelooven
dan dat Duitschland bereid wasee n politiek
van goeden wil te gaan voeren. Maar het zal
dit niet gelooven zonder bewijs.
Reeds is meegedeeld, dat men in rechtsche
kringen te Parijs aandringt op het sluiten
van een ekonomischen en industrieelen wa
penstilstand in het Roergebied en het Rijn
land als voorloopige regeling der betrekkin
gen met Duitschland.
De Parijsche correspondent van de Daily
Mail geeft nu de volgende voorwaarden, die
voor een dergelijken wapenstilstand van
Franschen kant zouden worden gesteld,
1. Aan Roer en Rijn wordt de vrede her
steld door middel van een verordening der
rijksregeering. Alle bevelen en aanmaningen
tot lijdelijk verzet worden ingetrokken.
2. De Duitsche gemeentebesturen herkrij
gen hun bevoegdheden, die zij uitoefenen in
samenwerking en onder toezicht van de
Franschen.
3. Het Duitsche spoorwegpersoneel her
vat den arbeid onder de huidige Fransch-
Belgische regie.
4. De Duitsche mijnen hervatten de ko-
lenlevering voor de schadevergoeding.
5. De Duitsche mijnen die kolen uitvoe
ren betalen de kolenbelasting van 40 pet.
aan de commissie van herstel.
6e. De Duitsche nijverheid betaalt de uit-
voerbelasting van 26 pet. aan de commissie
van herstel.
7. Frankrijk verbindt zich de bezetting
van de Roer te matigen, naarmate deze maat-
DE STEMMING IN ENGELAND.
De te Londen gekoesterde hoop, dat de
nieuwe oriënteering van de Duitsche poli
tiek tot stand zal komen zonder binn-en-
landsche onlusten, wordt in het algemeen
gesteund door de berichten, die te Londen
uit verschillende deelen van Duitschland
zijn ontvangen.
Het Duitsche lijdelijk verzet is in Engel
sche kringen steeds beschouwd als een
nuttelooze en vruchtelooze politiek en de
elkander opvolgende regeeringen zijn van
dit inzicht te zijnertijd in kennis gesteld.
Niettemin werden de moeilijkheden, waar
voor iedere Duitsche regeering zou komen
te staan, de het lijdelijk verzet prijs zou
geven, ten volle erkend.
Voldoening wordt algemeen te Londen
geuit, dat de tegenwoordige regeering vol
doende kordaatheid heeft getoond om de
koe bij de horens te vatten.
Men kan echter niet zeggen, dat de En
gelsche meening over de Roerbezetting door
Frankrijk een verandering heeft ondergaan.
Algemeen is men van oordeel .dat indien
het in elkander vallen van het lijdelijk ver
zet door Frankrijk als een overwinning
wordt begroet, dit in alle gevallen niet tot
de roemrijkste overwinningen behoort om
het Fransche aanzien te verhoogen. Men
hoopt, dat de geheele Roer-episode binnen
kort als een ding uit het verleden zal wor
den beschouwd, zoodat thans de weg vrij
zal komen voor de verdere en meer vrucht
dragende behandeling van het groote
vraagstuk der vergoedingen.
De „Daily Telegraph" zegt: „De gevolgen
in Duitschland zelf van het prijsgeven door
de regeering van Stresemann van een hope-
looze politiek zijn vermoedelijk ernstig ge
noeg, maar indien deze stap nog verder
ware uitgesteld zouden de gevolgen nog
ernstiger zijn geweest. Het lijdelijk verzet
heeft nooit aanmoediging van Engelsche
zijde ondervonden, omdat men steeds over
tuigd was van zijn nutteloosheid. Een nieuw
feit in de kwestie van het herstel dat hier
met ongereserveerde voldoening is vastge
steld, is de hernieuwing van de persoon
lijke betrekkingen in een geest van weder-
keerige achting en goeden wil tusschen de
hoofden van de Engelsche en Fransche
regeeringen.
Het is veel waard om eindelijk gerust te
kunen zijn, dat de betrekking tusschen de
beide regeeringen voortaan zal worden ge
leid door een geest die een groot verscnil
vormt met dien welke de verhouding van
onlangs kenmerkte en dat er deen hinder
paal voor de Engelsche regeering meer be
staat om zich aan de zijde van Frankrijk te
voegen bij de op handen zijnde onderhan
delingen met Berlijn".
De „Daily Chronicle" verklaart, dat het
einde van het verzet het toppunt van zwak
heid der Britschc politiek aangeeft en tot
gevolg heelt, dat Engeland uit Europa is
gewerkt.
BEIEREN EN DE STAKING VAN HET
LIJDELIJK VERZET.
In een oproep zegt het bestuur van den
Beierschen bond van industrieelen: De ge
beurtenissen in het Roergebied hebben het
Duitsche volk voor ingrijpende beslissingen
geplaatst. Onder die omstandigheden acht de
Beiersche nijverheid het plicht van haar
trouw aan het rijk getuigenis af te leggen
en het Duitsche volk op het hart te druk
ken dat algemeen offervaardigheid nood
zakelijk is.
Volgens een bericht uit Fransche bron,
heeft de separatistische Rijnlandsche Onaf
hankelijkheidsbond in het bezette gebied een
biljet laten aanplakken, waarin „den amb
tenaren en beambten, die bereid zijn in
dienst te treden van de onafhankelijke Rijn
landsche republiek, die weldra zal worden
gesticht," wordt aangemaand, zich bij een
groep van den bond te laten inschrijven.
„Anders zullen zij, bij de benoeming van
ambtenaren en beambten, als Pruisen wor
den aangemerkt."
FRANSCHE PERSSTEMMEN OVER HET
STAKEN VAN HET LIJDELIJK VERZET.
Naar aanleiding van het slot van het Duit
sche communiqué, waarin gezegd wordt, dat
de eind-beslissingen in overeenstemming
moeten zijn met de waardigheid en de eer
van het Duitsche volk, merkt de Matin op,
dat hiertegen niets te zeggen valt wanneer
deze uitdrukking eenvoudig gebruikt wordt
om de pil minder bitter te maken. Veronder
stelt zij echter nog eenig gemarchandeer op
't uiterste oogenblik, dan zou de uitdrukking
buitengewoon onhandig zijn, want noch Poin
caré, noch Theunis zouden zelfs maar met
den schijn van voorwaarden te doen willen
hebben.
De Figaro erkent de verdienste van Stre
semann in zoover hij het heil van het land
boven zijn persoonlijke veiligheid stelt.
De Echo National wijst op het moreele
voordeel door Fransch-Bajgische politiek be
haald en spreekt de verwachting uit, dat de
Fransche regeering niet zal dralen dit voor
deel in een materieel voordeel om te zetten.
De Echo de Paris valt ook over de woor
den betreffende de eer van Duitschland.
Frankrijk zegt het blad, is volstrekt niet van
plan inbreuk te maken op de eer van het
Duitsche volk of de eenheid van het rijk,
maar Frankrijk ziet niet af van de vrijheid
om die maatregelen te nemen, die noodig
mogen lijken.
regelen worden uitgevoerd en naarmate het
overtuigd is van de eerlijkheid van Duitsch-
land's bedoelingen.
8. Overdracht van de spoorwegregie aan
een meer-omvattend lichaam van geallieerde
en Duitsche vertegenwoordigers.
9. Het beheer van bepaalde Duitsche mij
nen wordt toevertrouwd aan een geallieerde
commissie, waarin ook afgevaardigden van
de Duitsche arbeiders vertegenwoordigd zijn.
De hier aangegeven voorloopige regeling
zou geldig zijn tot Frankrijk en België met
Engeland en Italië het eens zijn geworden
over de nieuwe schadevergoedings-regeling.
ITALIË EN DUITSCHLAND.
De Italiaansche bladen volgen de ontwikke
ling der gebeurtenissen in Duitschland met
groote belangstelling. Van verschillende zij
den dringt men er op aan, dat de Italiaan
sche regeering een oog in het zeil zal hou
den opdat de belangen van Italië niet bena
deeld worden. Een afzonderlijke overeen
komst tusschen de Duitsche en Fransche
grootindustrie acht men niet gewenscht daar
ook Italië zijn deel van de Duitsche produc
tie moet hebben,
DE RUSSISCHE TROEPENVERZAMELING
IN TURKESTAN.
Volgens berichten uit Pasjawar is de sterk
te van de Russische troepen de afgeloopen
vier maanden' in Turkestan aanzienlijk ver
hoogd onder voorwendsel van het onder
drukken van een revolutie in het district
Bokhara en van een actie van anti-bolsje-
wieke benden.
De sterkte van het roode leger in Turke
stan wordt thans geschat op tachtigduizend
combattanten; de totale sterkte is waarschijn
lijk meer dan tweehonderdduizend man.
Het valt moeilijk ean te nemen, dat deze
strijdmacht alleen dient voor een lokale ac
tie. De Afghanen worden, evèVials de Perzen
ongerust over de voornemens van de bolsje-
wiki en vreezen, dat deze willen beproeven
de Afghaansche regeering omver te werpen
en gedurende de daardoor veroorzaakte ver
warring Afghanistan binnen te vallen met het
thans in Turkestan verzamelde legre.
UIT JAPAN,
Het gebied van de ramp te Tokio Yoko
hama is Dinsdagnacht door storm geteisterd.
De lage gedeelten van de hoofdstad over
stroomden, waardoor ernstig ongerief ver-
°.?fza.?k' werd aan de vluchtelingen in hun
tijdelijk onderdak,
Sir Montagu Barlow, Engelsch minister
van arbeid, zeide Dinsdag in een redevoe
ring te Belfast, dat er drie wegen zijjr.
waarop men kan trachten het vraagstuk
der werkloosheid op te lossen, ten eerste
door hulpverleening, door werkloosheids
verzekering en, wat belangrijker is dan dc
beide voorgaande middelen, door een poging,
de raderen van de industrie weer aan|
den gang te brengen. In Engeland had dej
werkverschaffing arbeid bezorgd aan onge
veer driehonderdduizend werkloozen, doch!
dit moet een klein getal schijnen tegenover
het aantal, dat zonder werk is. Niettemin
was het een grootere inspanning dan ooit
door een vorige regeering is gedaan. De
regeering had veel gedaan om de industrie
weer nieuw leven in te blazen door middel
van de wet tot het verstrekken van han
delsfaciliteiten en hij meende, dat nog groo
ter gebruik kan worden gemaakt van dc
faciliteiten, die deze wet verleent.
De laatste opgaaf van het ministerie van
arbeid toont aan, dat er in de week eindi
gend den 17den September, een toeneming
was van het aantal werkloozen met 4000.
Het bedraagt thans een millioen tweehon
derd zeven en dertig duizend. Dit is een
vermindering van tweehonderd acht en vijf-
tig duizend, vergeleken met de cijfers van
dezelfde periode in het vorige jaar.
Lloyd George gaat Zaterdag met de
Aquitania naar Amerika. Bij zijn aankomst
te New-York op 5 October wordt hem en
de hem vergezellende personen een noen
maal aangeboden. Hij (blijft een avond in de
stad alvorens zich naar Montreal te be
geven. De reis strekt zich uit tot het be
zoeken aan Ottawa, Toronto Niagara Falls,
Winnipeg in Canada en Minneapolis, Chi
cago, Springgield, Saint Louis Indianapolis,
Cleveland, Pittsburg en Washington in d«
Vereenigde Staten.
DE RAMP TE FELKIRK. I
Men vreest, dat de 44 vermiste mijnwer
kers bij het ongeluk te Felkirk zijn omge
komen.
De koning der Belgen heeft het besluit
geteekend, waarbij gratie wordt verleend
aan de ter dood veroordeelde Duitschers,
die luitenant Graff hebben vermoord. Hun
straf is in levenslangen dwangarbeid ver
anderd.
De rust in de Bulgaarsche streken,
waar de communisten onlusten verwekt
hadden, is hersteld. Alleen in de streek van
Ferdiandovo bevindt zich nog een brand
punt van den opstand, doch de maatregelen
ter onderdrukking nemen geregeld voort
gang. Verscheidene aanvoerders van de op
standelingen hebben zelfmoord gepleegd of
zijn door hun volgelingen vermoord. Een
groot aantal oproerlingen heeft de wapens
ingeleverd. Hun geweren bleken van Rus-,
sisch makelij.
De politie te Weenen heeft een om
vangrijke paszwendel ontdekt, waarvan
vooral boeren uit Slowakije het slachtoffer
zijn geworden. D oplichters, een zekere
Anton Frank en zijn gezellin Leopoldina
Fritsch, vervaardigden valsche paspoorten,
die zij zelf van een valsch Amerikaansch
visum voorzagen. Bovendien leverden zij
ook nagemaakte passagebiljetten voor de
stoomschepen. j
Het groote radiostation aan de west-'
kust van Zweden te Grimeten komt in Juni
van het volgend jaar gereed. De werkzaam
heden zijn vertraagd tengevolge van dc
staking in de ijzerindustrie, waardoor de
twee groote masten niet bijtijds gereed,
konden komen.
Het personeel van het te Berlijn ge
vestigde nieuwsagentschap Telegraphen
Union eischt hooger bezoldiging en heeft,
om dien eisch kracht bij te zetten, het werk
gestaakt.
De directie van de Rijnlandsche Ijzer
fabriek, te Hochfeld, een voorstad van Duis
burg, heeft het gezamenlijke personeel van
de fabriek uitgesleten, omdat er oneenighe-
den onder de arbeiders heerschten, die den
goeden gang van het bedrijf benadeelden.
Een medewerker van het Berl. Tagebl.
verzekert, dat het woord milliard voor 1000
millioen pas van 1871 dagteekent. De finan-
ciëele adviseurs der Duitsche regeering heb
ben er bij de beraadslaging over de van
Frankrijk te eischen schadevergoeding, de
taal mee verrijkt en Bismarck vroeg ver
baasd, wat hun voorstel, om 5 milliard te
eischen, eigenlijk beteekende,
Tengevolge der inflatie werkt men nu in-
Duitschland al met veel grooter getallen,1
t. w. met billioenen (millioen maal millioen).
Dezer dagen stond in een statistiek, dat de
bankbiljettencirculatie der Rijksbank een
trillioen bedroeg. Daarmee werd bedoeld:'
100Ó billioen, doch dit is onjuist, daar een
trillioen een millioen maal billioen is. De me
dewerker stelt daarom voor, een nieuw
woord voor 1000 billioen in te voeren, naar
het voorbeeld van milliard en wel billiard.
Vrij naar het Duitsch.
10
„Goed," zei de makelaar na lang naden-
kens, ik zal u binnen drie dagen mijn besluit
mededeelen. Als ik uw voorstel mocht aan
nemen, dan doe ik dit'gelijk ik reeds zeide,
slechts om alle onaangenaamheden te voor
komen."
De calligraaf stond op. „Drie dagen be
denktijd wil ik u wel geven," antwoordde
hij, „doch ge moet wèl weten, dat ik na af
loop'van dezen termijn mijn vordering ver
dubbel."
Na deze woorden verwijderde hij zich, en
de makelaar haalde ruimer adem, toen hij
gast in het slot hoorde vallen.
„Ik moet vertrekken," fluisterde hij, „zoo
spoedig mogelijk vertrekken. Wanneer ik
eenmaal over de grenzen ben, mogen ze hier
doen en laten wat ze willen; ik zal wel zor
gen, dat ze mij niet vinden. Drie dagen.
Wel, de tijd is lang genoeg voor iemand, die
-,de baan vrij en zijn voornemen rijpelijk
•overwogen heeft! De kapitalen staan te mij-
ner beschikking, het komt er nu nog maar
op aan, het huis te verkoopen en de koop
som in te vorderen. Die schurk van een cal
ligraaf mag nu nog in zijn vuistje lachen, hij
zal weldra inzien, dat hij, om mij te vangen,
een beetje vroeger moet opstaan'
I In den namiddag van denzelfden dag be
gaf Kluge zich naar de woning van koop
man Schneider, nadat hij te voren zijn boe
ken en portefeuilles in orde had gebracht.
„U heeft het hu s gezien, en het zou mij
hoogst aangenaam wezen als u spoedig een
besluit wilde nemen," zeide hij, toen Schnei
der hem had binnengelaten. „Ik heb reeds
verscheidene koopers gevonden, maar ik wil
u toch de voorkeur geven."
„Waarom aan mij?" vroeg de koopman
verwonderd; „is mijn geld soms /beter dan
dat van anderen?"
„Mejuffrouw uw dochter heeft mij mede
gedeeld met welk doel u het huis wilde
koopen; en daar ik zelf wensch, dat de wo
ning van mijn ongelukkigen vriend behouden
moge blijven, zou ik die het liefst aan u wil
len afstaan."
„Waarvoor ik u ten hoogste dankbaar
1 ben," antwoordde Helena. „Vanwaar echter
die groote haast? Als mijn vader toch be
looft
„Met uw verlof, juffrouw ik wil de belof
ten uws vaders geenszins mistrouwen, maar
u weet, de man van zaken laat een kapitaal
niet gaarne onbenut liggen. Het huis verte
genwoordigd een kapitaal van negenduizend
thaler, waarvan ik de renten verlies, zoo-
I lang ik dit
„Ik begrijp u," viel de koopman hem in
de rede, „ge wilt het huis zoo spoedig mo
gelijk verkoopen, om den interest van het
kapitaal te genieten. Maar ge kunt toch
niet verlangen, dat ik een beslissing neme,
alvorens ik het huis door een architect heb
laten onderzoeken, heb dus nog eenige da
gen geduld."
„Dan zou ik u willen vragen, dit morgen te
laten doen."
„Goed ik zal zien of er gelegenheid voor
is."
„U zal' hooren dat de architect mijn eisch
niet te hoog vindt."
„Ik hoop het."
„Dan zouden we morgenmiddag de no-
tarieele koopacte wel kunnen teekenen?"
Verwonderd blikten Helena en haar vader
den makelaar aan.
„Ge zit er waarlijk met de zweep achter!"
sprak Schneider. „Het sluiten van den koop
heeft toch wel tijd tot overmorgen."
„Zou u de koopsom terstond betalen?"
„Vanwaar deze vraag? Hierover kunnen
wij het wel eens worden, als ik het oordeel
van den architect heb gehoord."
„Het ware mij aangenaam dit reeds thans
te weten."
„Welnu als ik daar voordeel bij zou kun
nen hebben, betaal ik u de volle som uit."
„Ik zal u het huis vijfhonderd thaler goed-
kooper geven."
„Daar ben ik mee tevreden."
„Gij zult mij dus terstond betalen?"
m J a.
„Ik vermoed stellig, dat u voornemens Is
de stad te verlaten," zeide Helena, terwijl
zij den blik vorschend op het gelaat des ma
kelaars gericht hield.
„Waaruit meent ti dit te mogen beslui
ten?" vroeg Kluge kalm.
„Uit de haast die u heeft met het huis te
verkoopen en uit den wensch, de gansche
koopsom aanstonds en volledig te ontvangen.
„Ik ben inderdaad van plan in een andere
stad te gaan wonen, wellicht in de residen
tie," antwoordde de makelaar bedaard, „in-
tusschen ben ik het omtrent de keuze met
mij zeiven nog niet eens. Er kunnen nog
maanden over heen gaan. Welken archi
tect denkt u met de schatting te belasten,
mijnheer Schneider?"
„Den architect Schulz; hij is met mij be
vriend."
„Als ik mij niet vergis, woont hij over
het huis,"
„Dat is zoo."
„Welnu dan zal hij u wellicht zijn bevin
ding kunnen meededen, zonder vooraf het
huis te moeten bezichtigen."
„Ik zal vandaag nog naar hem toe gaan
en hem verzoeken aan uw verlangen gevolg
te geven," zeide Helena, wie de honende
glimlach niet ontging, die den makelaar bij
het afscheid nemen om de lippen speelde.
„Daar steekt wat achter," vervolgde zij,
toen Kluge zich verwijderd had. „Deze groo
te haast moet een bijzonder gewichtige re
den hebben
„Wat gaat het ons eigenlijk aan, dat hij
de stad wil verlaten en daarom het huis zoo
spoedig mogelijk wil verkoopen?" onder
brak Schneider haar. „Ik geef toe, dat deze
haast opvallend en bevreemdend is, maar
iets verontrustends steekt er voor mij niet
in. Hij mag gerust vertrekken, de stad ver
liest aan hem niets."
Helena schudde bedenkelijk hel hoofd.
„Ik zal Maria Schulz gaan bezoeken en met
haar vader over de bezichtiging van het
huis spreken," hernam zij. „Wij moeten den
koop zoolang mogelijk uitstellen en ik hoop,
dat wij dit kunnen. Het voorwendsel, dat
zich reeds verschillende kooplustigen heb
ben aangemeld, is het eenige
„Waarvan ik volstrekt niets geloof," ant
woordde de koopplan. „Trouwens spijt het
mij, dat ik in zekeren zin zedelijk verplicht
ben het huis te koopen, ik zou gaarne wil
len, dat Kluge een ander vond."
Na deze op wreveligen toon uitgesproken
woorden verliet hij het vertrek en kort daar
op verwijderde Helena zich eveneens, om
haar voornemen ten uitvoer te brengen. De
avond begon reeds te vallen, toen het meisje
de woning van den architect, met wiens
dochter zij bevriend was, binnentrad. Marie
bevond zich alleen in de huiskamer, Helena
nam tegenover haar aan het venster plaats
en deelde haar de reden harer komst mede.
„Als het huis eenmaal ons eigendom is,
zullen wij het wellicht eerstdaagst betrek
ken, dan wonen we prettig dicht bij elkaar,"
besloot zij hare mededeelingen. „In 't ver
volg zult gij u dus niet over mij te beklagen
EEN AANKLACHT.
De heer J. G. Kamerbeek, ambtenaar bij
Gemeentewerken te 's Hage heeft tegen den'
secretaris van den Ned. Schildersgezellen-'
bond (afdeeling 's-Gravenhage) den heer,
Y. G. Drost een aanklacht ingediend we-i
gens smaadschrift. Het geval betreft een'
schrijven getiteld „De knoeierijen bij Ge-
meenteverfwerken" in Het Volk van 17.
September j.L, waarin deze secretaris den
heer Kamerbeek in diens eer en goeden]
naam als ambtenaar zou hebben aangetast]
hebben, ik zal je dikwijls komen bezoeken,]
dan wonen we prettig dicht bij elkaar," u
het verleden drukt nog te zwaar op mijn ge
moed, maar ik hoop, dat er weldra een an-]
dere tijd zal aanbreken en de gelukzon weer
voor mij zal opgaan."
Angst, verbazing en ontzetting hadden
zich, zonder dat Helena zulks in levendig
heid van haar gesprek bemerkt had, beurte
lings op Maria's gelaat afgeteekend.
„Zijt gij dan werkelijk besloten het huis
te koopen?" vroeg deze op een toon, die de
grootste verwondering verried, zoodat He
lena verrast opkeek. „Dat begrijp ik niet;
ik zou liever vandaag dan morgen onze wo
ning verlaten, alleen omdat
„Mijn waarde vriendin," onderbrak He
lena, „wanneer men ieder huis, waarin een
misdaad gepleegd is, moest mijden, zou on
getwijfeld menig paleis onbewoond wezen."
„Ach als het de moord alleen ware, daar'
zou men zich ten slotte nog wel cverheen
kunnen zetten, ofschoon het nu juist niet
aangenaam is, een kamer te bewonen, waar
het lijk van een vermoorde gelegen heeft."
„Nu als het de moord niet is, wat kan u
dan afschrikken?" vroeg Helena. „Het huis
is mooi, voortreffelijk ingericht en van alle
gemakken voorzien; waarom zoudt ge het
dan niet willen bewonen."
Marie haalde zwijgend de schouders op.
„Komaan spreek eens op," verzocht Hele
na, „ge zult er toch wel reden voor hebben?"
„Natuurlijk."
(Wordt vervolgd.)