Indische Brieven. BUITENLAND Tweede Blad 27 September - 1923 DE STAATSGREEP IN SPANJE. Door de maan aan het licht gebracht. De proclamatie der Duitsche regeering. De stemming in Engeland over de staking van het lijdelijk verzet; Fransche persstemmen. De stemming in Beieren; een oproep van den Onafhankelijkheidsbond. Italië en Duitschland. De werkloosheid in Engeland. Onder de Telegrammen: De beslissing van den Gezantenraad; Grieken land moet aan Italië 50 millioen lires uitkeeren. Afkondiging van de uit zonderingspositie in Beieren; Von Kahr dictator. Een belangrijke mede- deeling over het onderhoud tusschen Baldwin en Poincaré. De Engel- sche Kabinetsraad. Middsn: Markies de Alhucemas, president der afgezette regeering; links: Alba, de ex-minister van buitenl. zaken, die naar België uitweek; rechts: de dictator generaal Primo de Rivera, voormalig kapitein-generaal van Catalonië, die den opstand leidde. DE WERKLOOSHEID IN ENGELAND. DE REIS VAN LLOYD GEORGE. GEM. BUITENL BERICHTEN. RECHTSZAKEN. FEUILLETON XXXI. In Indië kan je van alles ondervinden. Wanneer je vrouw een ouden zomerhoed, ontdaan van strikken en bloemen, in de vuilnisbak heeft geworpen, dan zie je eenige dlgen later deze op het hoofd van een of anderen inlandschen venter, die hem als geschikte beschutting tegen de felle zonne stralen nog maanden en maanden dragen gaat. Je kan het zien geschieden, wanneer je als docent voor de klasse staat, dat een Inlandsch leerling, die voor het bord je ex plicatie aanhoort, onderwijl het stuk krijt, dat hij vallen liet, met zijn teenen van den grond raapt. Dit laatste is heusch een historisch voor val, gezien in een Vier technische scholen in Midden-Java. Indische menschen weten trouwens, dat een Inlander met zijn lenige teenen een dubbeltje op kan rapen. In ons nieuwe huis zijn we komen te wo nen, tusschen twee buren, die beide apen houden of hielden. Buurman rechts had het dier is nu weg een klein grijs aapje, van het soort zooals men ze in Europa ook wel ziet, op plaatjes met Italiaansche orgeldraaiers. Het diertje behoorde aan een ketting te liggen, en sleepte inderdaad altijd met een ijzeren ketting achter zich aan, welke het blijkbaar telkens weer van de paal wist los te maken. Dat het in ons huis op verschillende plaat sen lekt, hebben we aan dit aapje te danken; bij zijn klimevoluties over de daken rukte zijn ketting hier en daar de dakpannen van hun plaats. Ook is het beest oorzaak geweest van de werkeloosheid van de electrische-schei- inrichting, welke ik bij het betrekken van de woning overnam. Het dier bezat bijzondere handigheid in het losdraaien van de porse leinen knopjes, welke de draadleiding droe gen en de galvanische elementen, die naast de achtergalerij op een plank stonden, had het met bijna zaakkundige vaardigheid bui ten werking weten te steller- Het dier is zooals ik reeds zeide door zijn baas weg gedaan. Gelukkig. Buurman van rechts echter, een arts, heeft nog «reeds recht op den naam, welke het publiek hem geeft de dokter met de apen. Deze heeft twee „orang-oetans" tot huis dieren opgefokt. In de week des middags, of 's Zondags in den morgen, komt de dokter met zijn pleegdieren den voortuin in. De grootste van de twee loopt dan met hem medegewan- deld, waggelend op zijn achterpooten, ter wijl hij met een der voorhanden zijn baas bij den slip van de lange, witte doktersjas houdt. De kleinste wordt door den dokter op den arm gedragen. Aldus worden ze naar een boomstronk geleid, speciaal voor hen in den grond gezet, en blijven daar, geheel los en vrij, zich zelf en de voorbijgangers ver makend. Wanneer ze dan een paar oude melkblikken en een bak met water tot speel goed krijgen, dan duurt het niet lang of voor het huis staat het vol met Inlanders, die gehurkt op den berm van den weg tijden lang blijven kijken. Inlanders hebben of nemen nu eenmaal veel vrijen tijd. Onze belangstelling voor de beesten is reeds lang geluwd. Ik kijk er liefst niet meer naar. Wte m de Amsterdamsche Artis of een andere diergaarde is geweest, weet dat de «orang-oetan" niet tot het levendige soort apen behoort, voor welker hokken een groep je kijklustigen zich altijd amuseeren kan. In Artis heb ik de orang-oetan niet anders ge-, zien dan liggende op zijn rug en zich bezig houdende met een stukje glas, dat hij afwis selend in zijn oor of achter zijn tanden stopte, om het daarna er weer uit te peuteren, en dan nogmaals hetzelfde te doen. Ook de apen van mijn buurman zijn niet- om-aan te-zien sloom in hunne bewegingen. Is her 't leven in gevangenschap, dat hen zoo maak-' Het is mogelijk. Als het donker van den avond is gevallen, worden we nu en dan opgeschrikt door schrille kreten uit den achtertuin van den dokter. Het zij twee kreten door elkaar één hooge, schrille, als een snerpende gil, en een lage, als een schor keelgeluid. Den eersten maal, dat we dit gehuil hoorden, dachten we, dat er iemand geworgd werden mijne vrouw zou in staat zijn geweest de politie op te bellen, indien ik niet tot de gedachte gekomen was, dat het de apen van den dok ter waren. Wat beteekenen deze afschuwelijke kre ten Schreeuwen deze beesten bij het donkeren van den avond hun verlangen uit naar de oerbosschen van Borneo's binnenland Nu, enkele dagen geleden kregen we ander dieren-bezoek. Zijne lange, forsche pooten in statigen stap neerzettend, kwam op een ochtend door het poortje van den achtertuin een casuaris binnen loopen. Onze bedienden liepen te hoop, om het beest te bekijken, doch bleven op een vei- ligen afstand staan, weinig vertrouwd met dit specimen van een groote vogelsoort, welke Zijn kop op manschouderhoogte droeg. De casuaris zelf scheen zich in onzen tuin spoe dig op zijn gemak te voelen, zocht zich een koel plaatsje uit onder een boom tusschen de struiken en dook daar neer. Het was natuurlijk voor de kinderen bij hun thuis komen uit school een geweldige verrassing. De vraag werd dadelijk opge worpen, wat het beest te eten moest krijgen. We probeerden het met stukjes vleesch en visch, doch de casuaris deed niet anders dan Ze uit onze hand te halen en ze weer te laten vallen. Toen kwam er een op het idee om hem een „sawoh" voor te houden, een vrucht van de grootte van een flinken appel, doch langwerpiger van vorm en zachter van vleesch Het dier pakte de vrucht in zijn snavel en voor we wisten wat er gebeurde was de vrucht het keelgat in en den langen slokdarm door gegleden. We stonden paf. Van zelfsprekend zorgden de kinderen voor een herhaling van de vertooning. Een bal rijst, ter grootte van een vuist, verdween op dezelfde manier in zijn blijkbaar gezonde voge'maag. Ik kreeg plotseling uit mijn lang vergeten schoolboeken de herinnering terug aan al les verdragende casuaris-magen, en waar schuwde den huisjongen de lepels en vorken niet te laten liggen. Heel gemoedelijk bleef het dier ons eenige dagen gezelschap houden. Overdag stapte het den tuin door tegen den avond legde het zich in den stal te rusten. Tot op een ochtend de huisjongen van den eigenaar naar hem kwam zoeken, juist toen hij door de poort weer de straat op wilde gaan. Het is dezen jongen niet gemakkelijk af gegaan, den casuaris weer naar huis te krij gen. Het beest ontvluchtte hem steeds, en kwam dan in onzen tuin weerom. Toen hij het ten slotte een touw had omgeworpen, deed het beest hem in zijn angst door een hoogen sprong tegen den grond tuimelen en het was na heel veel moeite, dat het ge lukte de pooten gebonden te krijgen. De casuaris werd toen in een „sado" het bekende tweewielige huurrijtuigje op Ba- tavia's wegen geheschen en naar huis ge reden. Zijn eigenaar bleek te zijn een „profes- seur de danse," een van hen die mondain Batavia in vervoering brengen met een hyper-moderne „foxtrot," of zoo iets der gelijks. Wat een beesten-land, zegt u Vaderlandsche lezer, die het bovenstaande gelezen hebt, gelieve niet te generaliseeren. Ik verhaalde u deze dingen als voorbeel den van wat je in Indië overkomen kan. Doch dat je orang-oetan-houdende dok toren tot buur bekomt of een casuaris van een dansmeester te gast krijgt, gebeurt hier even zeldzaam als dat ja, wat zal ik ne men als dat je een koe op de Sche- veningsche strand-boulevard ziet kuieren. Geloof me. J. A. M. d. F. HET LIJDELIJK VERZET. De proclamatie der Duitsche regeering. De proclamatie der rijksregeering luidt: Aan het Duitsche volk! Op 11 Jan. hebben Fransche en Belgische troepen in strijd met het recht en het vre desverdrag het Roergebied bezet. Sedert dien tijd hebben het Roergebied en het Rijnland onder de zwaarste verdrukking te lijden gehad. Meer dan 180.000 Duitschers, mannen, vrouwen, grijsaards en kinderen zijn uit huis en hoi verdreven. Voor vier millioen Duitschers bestaat het begrip „persoonlijke vrijheid" niet meer. Tallooze gewelddaden zijn met de bezetting gepaard gegaan en meer dan honderd volksgenooten hebben daarbij het leven gelaten. Honderden smach ten nog .in gevangenissen. Tegen het onrecht van dezen inval heeft zich het rechtsbewustzijn en de vrijheids drang der bevolking verheven. De arbeiders weigerden onder vreemde bajonetten te wer- ken. Voor deze, het Duitsche rijk in moei lijke uren bewezen trouw en standvastigheid komt hun de dank van het geheele volk toe. De rijksregeering had zich verbonden om naar haar beste krachten voor de lijdende bevolking te zorgen. Daarvoor zijn de mid delen des rijks in stijgende mate aangespro ken. In de afgeloopen week bereikten de bedragen voor steun aan Rijn en Roer de som van 3000 billioen mark en in de loo- pende week zal de steun waarschijnlijk het dubbele kosten. De productie van het Rijn land en het Roergebied is opgehouden, het economische leven is er geheel ontwricht, zoodat het gevaar dreigt dat bij handhaving van de huidige gedragslijn het herstel van een waarde-houdende valuta en van het eco nomische leven en bijgevolg de waarborging van het bestaan van ons volk onmogelijk zal worden. Dit gevaar moet in het belang van Duitsch- land's toekomst en in dat van Rijn en Roer worden afgewend. Om het leven van ons volk en het rijk te behouden, staan wij thans voor de bittere noodzakelijkheid den strijd te staken, hoewel wij weten dat wij daarmee van de bewoners van het B. G. een nog grooter moreel offer verlangen dan tot dus ver. Hun strijd was heldhaftig, hun zelfbeheer- sching voorbeeldig. Wij zullen nooit verge ten wat zij prijsgaven die liever hun vader land verlieten dan het ontrouw te worden. Te zorgen dat de gevangenen worden vrij gelaten en de verbannenen terug mogen kee- ren blijft de naaste plicht der rijksregeering. Duitschland heeft zich bereid verklaard de zwaarste materieele offers voor de vrijheid der Duitsche volksgenooten en het Duitsche land op zich te nemen. De vrijheid is voor ons echter geen object voor onderhandelin gen of voor een ruilhandel. De rijkspresident en de rijksregeering ver zekeren hierbij plechtig aan het Duitscne volk en aan de wereld, dat zij zich niet zul len laten vinden voor eenig vergelijk, dat ook slechts een duimbreed Duitsch gebied van het rijk zou losscheuren. Het ligt in de hand van de bezettende mo gendheden en van hun bondgenooten, of zij door erkenning van deze opvatting Duitsch land den vrede willen hergeven, of door weigering van dezen vrede alle ellende wil len ontketenen, die daaruit zou moeten voortvloeien. Wij doen een beroep op het Duitsche volk om in de aanstaande tijden van harde zielsbeproeving en stoffelijken nood eendrachtig te blijven. Slechts dan kun nen wij het vaderland ir. leven houden en de vrijheid herwinnen die ons onver vreemdbaar recht is." De proclamatie is geteekend door den rijkspresident en de leden van de rijksre geering. De „Times" zegt: Het Roer-vraagstuk is nu gedeeltelijk van de baan en wij vertrou wen, dat de Fransche regeering met de minst mogelijke vertraging zich zal wijden aan een opbouwende behandeling van het herstelvraagstuk. Deze zijde van de zaak heeft, zooals wij weten, steeds de bijzon dere belangstelling genoten van de Belgi sche regeering, die een overdacht schema heeft gepubliceerd voor het belasten van de Duitsche industrie. Ook Italië heeft defi nitieve voorstellen over de zaak naar voren gebracht en de Engelsche regeering ver langt altijd nog niets beter dan samen met de geallieerden de actueele taak te aan vaarden om de vergoedingen uit het her stel te verkrijgen. De moeilijkheden op den weg van het herstel zijn niet weggenomen Joor hit suc ces van de Fransch-Belgische maatregelen. Zij hebben echter de geallieerde samenwer king gemakkelijker gemaakt en de samen komst van Baldwin met Poincarc moet spoedig worden gevolgd door een bijeen komst van alle leiders der geallieerden. Het is van het grootste belang, dat zij een spoedig besluit nemen inzake >.en definitief plan voor de regeling van het vraagstuk der vergoedingen. Het eindigen van het lijdelijk verzet ;n het Roergebied maakt hier weinig indruk, daar men niet gelooft dat het invloed zal hebben op de vooruitzichten tot het ver krijgen van schadevergoeding De meeningen over het einde van het lijdelijk verzet zijn zeer uiteenloopcnd. De „Daily Mail" spreekt van een capitu latie, welke indrukwekend getuigt van Poincaré's inzicht en moed. Het Petit Journal wijst op de voorbeeld- looze blindheid van het Duitsche volk, dat zich aldus heeft kunnen laten misleiden door de aanstokers van het lijdelijk verzet. Frank rijk, zegt het blad, zou niets liever gelooven dan dat Duitschland bereid wasee n politiek van goeden wil te gaan voeren. Maar het zal dit niet gelooven zonder bewijs. Reeds is meegedeeld, dat men in rechtsche kringen te Parijs aandringt op het sluiten van een ekonomischen en industrieelen wa penstilstand in het Roergebied en het Rijn land als voorloopige regeling der betrekkin gen met Duitschland. De Parijsche correspondent van de Daily Mail geeft nu de volgende voorwaarden, die voor een dergelijken wapenstilstand van Franschen kant zouden worden gesteld, 1. Aan Roer en Rijn wordt de vrede her steld door middel van een verordening der rijksregeering. Alle bevelen en aanmaningen tot lijdelijk verzet worden ingetrokken. 2. De Duitsche gemeentebesturen herkrij gen hun bevoegdheden, die zij uitoefenen in samenwerking en onder toezicht van de Franschen. 3. Het Duitsche spoorwegpersoneel her vat den arbeid onder de huidige Fransch- Belgische regie. 4. De Duitsche mijnen hervatten de ko- lenlevering voor de schadevergoeding. 5. De Duitsche mijnen die kolen uitvoe ren betalen de kolenbelasting van 40 pet. aan de commissie van herstel. 6e. De Duitsche nijverheid betaalt de uit- voerbelasting van 26 pet. aan de commissie van herstel. 7. Frankrijk verbindt zich de bezetting van de Roer te matigen, naarmate deze maat- DE STEMMING IN ENGELAND. De te Londen gekoesterde hoop, dat de nieuwe oriënteering van de Duitsche poli tiek tot stand zal komen zonder binn-en- landsche onlusten, wordt in het algemeen gesteund door de berichten, die te Londen uit verschillende deelen van Duitschland zijn ontvangen. Het Duitsche lijdelijk verzet is in Engel sche kringen steeds beschouwd als een nuttelooze en vruchtelooze politiek en de elkander opvolgende regeeringen zijn van dit inzicht te zijnertijd in kennis gesteld. Niettemin werden de moeilijkheden, waar voor iedere Duitsche regeering zou komen te staan, de het lijdelijk verzet prijs zou geven, ten volle erkend. Voldoening wordt algemeen te Londen geuit, dat de tegenwoordige regeering vol doende kordaatheid heeft getoond om de koe bij de horens te vatten. Men kan echter niet zeggen, dat de En gelsche meening over de Roerbezetting door Frankrijk een verandering heeft ondergaan. Algemeen is men van oordeel .dat indien het in elkander vallen van het lijdelijk ver zet door Frankrijk als een overwinning wordt begroet, dit in alle gevallen niet tot de roemrijkste overwinningen behoort om het Fransche aanzien te verhoogen. Men hoopt, dat de geheele Roer-episode binnen kort als een ding uit het verleden zal wor den beschouwd, zoodat thans de weg vrij zal komen voor de verdere en meer vrucht dragende behandeling van het groote vraagstuk der vergoedingen. De „Daily Telegraph" zegt: „De gevolgen in Duitschland zelf van het prijsgeven door de regeering van Stresemann van een hope- looze politiek zijn vermoedelijk ernstig ge noeg, maar indien deze stap nog verder ware uitgesteld zouden de gevolgen nog ernstiger zijn geweest. Het lijdelijk verzet heeft nooit aanmoediging van Engelsche zijde ondervonden, omdat men steeds over tuigd was van zijn nutteloosheid. Een nieuw feit in de kwestie van het herstel dat hier met ongereserveerde voldoening is vastge steld, is de hernieuwing van de persoon lijke betrekkingen in een geest van weder- keerige achting en goeden wil tusschen de hoofden van de Engelsche en Fransche regeeringen. Het is veel waard om eindelijk gerust te kunen zijn, dat de betrekking tusschen de beide regeeringen voortaan zal worden ge leid door een geest die een groot verscnil vormt met dien welke de verhouding van onlangs kenmerkte en dat er deen hinder paal voor de Engelsche regeering meer be staat om zich aan de zijde van Frankrijk te voegen bij de op handen zijnde onderhan delingen met Berlijn". De „Daily Chronicle" verklaart, dat het einde van het verzet het toppunt van zwak heid der Britschc politiek aangeeft en tot gevolg heelt, dat Engeland uit Europa is gewerkt. BEIEREN EN DE STAKING VAN HET LIJDELIJK VERZET. In een oproep zegt het bestuur van den Beierschen bond van industrieelen: De ge beurtenissen in het Roergebied hebben het Duitsche volk voor ingrijpende beslissingen geplaatst. Onder die omstandigheden acht de Beiersche nijverheid het plicht van haar trouw aan het rijk getuigenis af te leggen en het Duitsche volk op het hart te druk ken dat algemeen offervaardigheid nood zakelijk is. Volgens een bericht uit Fransche bron, heeft de separatistische Rijnlandsche Onaf hankelijkheidsbond in het bezette gebied een biljet laten aanplakken, waarin „den amb tenaren en beambten, die bereid zijn in dienst te treden van de onafhankelijke Rijn landsche republiek, die weldra zal worden gesticht," wordt aangemaand, zich bij een groep van den bond te laten inschrijven. „Anders zullen zij, bij de benoeming van ambtenaren en beambten, als Pruisen wor den aangemerkt." FRANSCHE PERSSTEMMEN OVER HET STAKEN VAN HET LIJDELIJK VERZET. Naar aanleiding van het slot van het Duit sche communiqué, waarin gezegd wordt, dat de eind-beslissingen in overeenstemming moeten zijn met de waardigheid en de eer van het Duitsche volk, merkt de Matin op, dat hiertegen niets te zeggen valt wanneer deze uitdrukking eenvoudig gebruikt wordt om de pil minder bitter te maken. Veronder stelt zij echter nog eenig gemarchandeer op 't uiterste oogenblik, dan zou de uitdrukking buitengewoon onhandig zijn, want noch Poin caré, noch Theunis zouden zelfs maar met den schijn van voorwaarden te doen willen hebben. De Figaro erkent de verdienste van Stre semann in zoover hij het heil van het land boven zijn persoonlijke veiligheid stelt. De Echo National wijst op het moreele voordeel door Fransch-Bajgische politiek be haald en spreekt de verwachting uit, dat de Fransche regeering niet zal dralen dit voor deel in een materieel voordeel om te zetten. De Echo de Paris valt ook over de woor den betreffende de eer van Duitschland. Frankrijk zegt het blad, is volstrekt niet van plan inbreuk te maken op de eer van het Duitsche volk of de eenheid van het rijk, maar Frankrijk ziet niet af van de vrijheid om die maatregelen te nemen, die noodig mogen lijken. regelen worden uitgevoerd en naarmate het overtuigd is van de eerlijkheid van Duitsch- land's bedoelingen. 8. Overdracht van de spoorwegregie aan een meer-omvattend lichaam van geallieerde en Duitsche vertegenwoordigers. 9. Het beheer van bepaalde Duitsche mij nen wordt toevertrouwd aan een geallieerde commissie, waarin ook afgevaardigden van de Duitsche arbeiders vertegenwoordigd zijn. De hier aangegeven voorloopige regeling zou geldig zijn tot Frankrijk en België met Engeland en Italië het eens zijn geworden over de nieuwe schadevergoedings-regeling. ITALIË EN DUITSCHLAND. De Italiaansche bladen volgen de ontwikke ling der gebeurtenissen in Duitschland met groote belangstelling. Van verschillende zij den dringt men er op aan, dat de Italiaan sche regeering een oog in het zeil zal hou den opdat de belangen van Italië niet bena deeld worden. Een afzonderlijke overeen komst tusschen de Duitsche en Fransche grootindustrie acht men niet gewenscht daar ook Italië zijn deel van de Duitsche produc tie moet hebben, DE RUSSISCHE TROEPENVERZAMELING IN TURKESTAN. Volgens berichten uit Pasjawar is de sterk te van de Russische troepen de afgeloopen vier maanden' in Turkestan aanzienlijk ver hoogd onder voorwendsel van het onder drukken van een revolutie in het district Bokhara en van een actie van anti-bolsje- wieke benden. De sterkte van het roode leger in Turke stan wordt thans geschat op tachtigduizend combattanten; de totale sterkte is waarschijn lijk meer dan tweehonderdduizend man. Het valt moeilijk ean te nemen, dat deze strijdmacht alleen dient voor een lokale ac tie. De Afghanen worden, evèVials de Perzen ongerust over de voornemens van de bolsje- wiki en vreezen, dat deze willen beproeven de Afghaansche regeering omver te werpen en gedurende de daardoor veroorzaakte ver warring Afghanistan binnen te vallen met het thans in Turkestan verzamelde legre. UIT JAPAN, Het gebied van de ramp te Tokio Yoko hama is Dinsdagnacht door storm geteisterd. De lage gedeelten van de hoofdstad over stroomden, waardoor ernstig ongerief ver- °.?fza.?k' werd aan de vluchtelingen in hun tijdelijk onderdak, Sir Montagu Barlow, Engelsch minister van arbeid, zeide Dinsdag in een redevoe ring te Belfast, dat er drie wegen zijjr. waarop men kan trachten het vraagstuk der werkloosheid op te lossen, ten eerste door hulpverleening, door werkloosheids verzekering en, wat belangrijker is dan dc beide voorgaande middelen, door een poging, de raderen van de industrie weer aan| den gang te brengen. In Engeland had dej werkverschaffing arbeid bezorgd aan onge veer driehonderdduizend werkloozen, doch! dit moet een klein getal schijnen tegenover het aantal, dat zonder werk is. Niettemin was het een grootere inspanning dan ooit door een vorige regeering is gedaan. De regeering had veel gedaan om de industrie weer nieuw leven in te blazen door middel van de wet tot het verstrekken van han delsfaciliteiten en hij meende, dat nog groo ter gebruik kan worden gemaakt van dc faciliteiten, die deze wet verleent. De laatste opgaaf van het ministerie van arbeid toont aan, dat er in de week eindi gend den 17den September, een toeneming was van het aantal werkloozen met 4000. Het bedraagt thans een millioen tweehon derd zeven en dertig duizend. Dit is een vermindering van tweehonderd acht en vijf- tig duizend, vergeleken met de cijfers van dezelfde periode in het vorige jaar. Lloyd George gaat Zaterdag met de Aquitania naar Amerika. Bij zijn aankomst te New-York op 5 October wordt hem en de hem vergezellende personen een noen maal aangeboden. Hij (blijft een avond in de stad alvorens zich naar Montreal te be geven. De reis strekt zich uit tot het be zoeken aan Ottawa, Toronto Niagara Falls, Winnipeg in Canada en Minneapolis, Chi cago, Springgield, Saint Louis Indianapolis, Cleveland, Pittsburg en Washington in d« Vereenigde Staten. DE RAMP TE FELKIRK. I Men vreest, dat de 44 vermiste mijnwer kers bij het ongeluk te Felkirk zijn omge komen. De koning der Belgen heeft het besluit geteekend, waarbij gratie wordt verleend aan de ter dood veroordeelde Duitschers, die luitenant Graff hebben vermoord. Hun straf is in levenslangen dwangarbeid ver anderd. De rust in de Bulgaarsche streken, waar de communisten onlusten verwekt hadden, is hersteld. Alleen in de streek van Ferdiandovo bevindt zich nog een brand punt van den opstand, doch de maatregelen ter onderdrukking nemen geregeld voort gang. Verscheidene aanvoerders van de op standelingen hebben zelfmoord gepleegd of zijn door hun volgelingen vermoord. Een groot aantal oproerlingen heeft de wapens ingeleverd. Hun geweren bleken van Rus-, sisch makelij. De politie te Weenen heeft een om vangrijke paszwendel ontdekt, waarvan vooral boeren uit Slowakije het slachtoffer zijn geworden. D oplichters, een zekere Anton Frank en zijn gezellin Leopoldina Fritsch, vervaardigden valsche paspoorten, die zij zelf van een valsch Amerikaansch visum voorzagen. Bovendien leverden zij ook nagemaakte passagebiljetten voor de stoomschepen. j Het groote radiostation aan de west-' kust van Zweden te Grimeten komt in Juni van het volgend jaar gereed. De werkzaam heden zijn vertraagd tengevolge van dc staking in de ijzerindustrie, waardoor de twee groote masten niet bijtijds gereed, konden komen. Het personeel van het te Berlijn ge vestigde nieuwsagentschap Telegraphen Union eischt hooger bezoldiging en heeft, om dien eisch kracht bij te zetten, het werk gestaakt. De directie van de Rijnlandsche Ijzer fabriek, te Hochfeld, een voorstad van Duis burg, heeft het gezamenlijke personeel van de fabriek uitgesleten, omdat er oneenighe- den onder de arbeiders heerschten, die den goeden gang van het bedrijf benadeelden. Een medewerker van het Berl. Tagebl. verzekert, dat het woord milliard voor 1000 millioen pas van 1871 dagteekent. De finan- ciëele adviseurs der Duitsche regeering heb ben er bij de beraadslaging over de van Frankrijk te eischen schadevergoeding, de taal mee verrijkt en Bismarck vroeg ver baasd, wat hun voorstel, om 5 milliard te eischen, eigenlijk beteekende, Tengevolge der inflatie werkt men nu in- Duitschland al met veel grooter getallen,1 t. w. met billioenen (millioen maal millioen). Dezer dagen stond in een statistiek, dat de bankbiljettencirculatie der Rijksbank een trillioen bedroeg. Daarmee werd bedoeld:' 100Ó billioen, doch dit is onjuist, daar een trillioen een millioen maal billioen is. De me dewerker stelt daarom voor, een nieuw woord voor 1000 billioen in te voeren, naar het voorbeeld van milliard en wel billiard. Vrij naar het Duitsch. 10 „Goed," zei de makelaar na lang naden- kens, ik zal u binnen drie dagen mijn besluit mededeelen. Als ik uw voorstel mocht aan nemen, dan doe ik dit'gelijk ik reeds zeide, slechts om alle onaangenaamheden te voor komen." De calligraaf stond op. „Drie dagen be denktijd wil ik u wel geven," antwoordde hij, „doch ge moet wèl weten, dat ik na af loop'van dezen termijn mijn vordering ver dubbel." Na deze woorden verwijderde hij zich, en de makelaar haalde ruimer adem, toen hij gast in het slot hoorde vallen. „Ik moet vertrekken," fluisterde hij, „zoo spoedig mogelijk vertrekken. Wanneer ik eenmaal over de grenzen ben, mogen ze hier doen en laten wat ze willen; ik zal wel zor gen, dat ze mij niet vinden. Drie dagen. Wel, de tijd is lang genoeg voor iemand, die -,de baan vrij en zijn voornemen rijpelijk •overwogen heeft! De kapitalen staan te mij- ner beschikking, het komt er nu nog maar op aan, het huis te verkoopen en de koop som in te vorderen. Die schurk van een cal ligraaf mag nu nog in zijn vuistje lachen, hij zal weldra inzien, dat hij, om mij te vangen, een beetje vroeger moet opstaan' I In den namiddag van denzelfden dag be gaf Kluge zich naar de woning van koop man Schneider, nadat hij te voren zijn boe ken en portefeuilles in orde had gebracht. „U heeft het hu s gezien, en het zou mij hoogst aangenaam wezen als u spoedig een besluit wilde nemen," zeide hij, toen Schnei der hem had binnengelaten. „Ik heb reeds verscheidene koopers gevonden, maar ik wil u toch de voorkeur geven." „Waarom aan mij?" vroeg de koopman verwonderd; „is mijn geld soms /beter dan dat van anderen?" „Mejuffrouw uw dochter heeft mij mede gedeeld met welk doel u het huis wilde koopen; en daar ik zelf wensch, dat de wo ning van mijn ongelukkigen vriend behouden moge blijven, zou ik die het liefst aan u wil len afstaan." „Waarvoor ik u ten hoogste dankbaar 1 ben," antwoordde Helena. „Vanwaar echter die groote haast? Als mijn vader toch be looft „Met uw verlof, juffrouw ik wil de belof ten uws vaders geenszins mistrouwen, maar u weet, de man van zaken laat een kapitaal niet gaarne onbenut liggen. Het huis verte genwoordigd een kapitaal van negenduizend thaler, waarvan ik de renten verlies, zoo- I lang ik dit „Ik begrijp u," viel de koopman hem in de rede, „ge wilt het huis zoo spoedig mo gelijk verkoopen, om den interest van het kapitaal te genieten. Maar ge kunt toch niet verlangen, dat ik een beslissing neme, alvorens ik het huis door een architect heb laten onderzoeken, heb dus nog eenige da gen geduld." „Dan zou ik u willen vragen, dit morgen te laten doen." „Goed ik zal zien of er gelegenheid voor is." „U zal' hooren dat de architect mijn eisch niet te hoog vindt." „Ik hoop het." „Dan zouden we morgenmiddag de no- tarieele koopacte wel kunnen teekenen?" Verwonderd blikten Helena en haar vader den makelaar aan. „Ge zit er waarlijk met de zweep achter!" sprak Schneider. „Het sluiten van den koop heeft toch wel tijd tot overmorgen." „Zou u de koopsom terstond betalen?" „Vanwaar deze vraag? Hierover kunnen wij het wel eens worden, als ik het oordeel van den architect heb gehoord." „Het ware mij aangenaam dit reeds thans te weten." „Welnu als ik daar voordeel bij zou kun nen hebben, betaal ik u de volle som uit." „Ik zal u het huis vijfhonderd thaler goed- kooper geven." „Daar ben ik mee tevreden." „Gij zult mij dus terstond betalen?" m J a. „Ik vermoed stellig, dat u voornemens Is de stad te verlaten," zeide Helena, terwijl zij den blik vorschend op het gelaat des ma kelaars gericht hield. „Waaruit meent ti dit te mogen beslui ten?" vroeg Kluge kalm. „Uit de haast die u heeft met het huis te verkoopen en uit den wensch, de gansche koopsom aanstonds en volledig te ontvangen. „Ik ben inderdaad van plan in een andere stad te gaan wonen, wellicht in de residen tie," antwoordde de makelaar bedaard, „in- tusschen ben ik het omtrent de keuze met mij zeiven nog niet eens. Er kunnen nog maanden over heen gaan. Welken archi tect denkt u met de schatting te belasten, mijnheer Schneider?" „Den architect Schulz; hij is met mij be vriend." „Als ik mij niet vergis, woont hij over het huis," „Dat is zoo." „Welnu dan zal hij u wellicht zijn bevin ding kunnen meededen, zonder vooraf het huis te moeten bezichtigen." „Ik zal vandaag nog naar hem toe gaan en hem verzoeken aan uw verlangen gevolg te geven," zeide Helena, wie de honende glimlach niet ontging, die den makelaar bij het afscheid nemen om de lippen speelde. „Daar steekt wat achter," vervolgde zij, toen Kluge zich verwijderd had. „Deze groo te haast moet een bijzonder gewichtige re den hebben „Wat gaat het ons eigenlijk aan, dat hij de stad wil verlaten en daarom het huis zoo spoedig mogelijk wil verkoopen?" onder brak Schneider haar. „Ik geef toe, dat deze haast opvallend en bevreemdend is, maar iets verontrustends steekt er voor mij niet in. Hij mag gerust vertrekken, de stad ver liest aan hem niets." Helena schudde bedenkelijk hel hoofd. „Ik zal Maria Schulz gaan bezoeken en met haar vader over de bezichtiging van het huis spreken," hernam zij. „Wij moeten den koop zoolang mogelijk uitstellen en ik hoop, dat wij dit kunnen. Het voorwendsel, dat zich reeds verschillende kooplustigen heb ben aangemeld, is het eenige „Waarvan ik volstrekt niets geloof," ant woordde de koopplan. „Trouwens spijt het mij, dat ik in zekeren zin zedelijk verplicht ben het huis te koopen, ik zou gaarne wil len, dat Kluge een ander vond." Na deze op wreveligen toon uitgesproken woorden verliet hij het vertrek en kort daar op verwijderde Helena zich eveneens, om haar voornemen ten uitvoer te brengen. De avond begon reeds te vallen, toen het meisje de woning van den architect, met wiens dochter zij bevriend was, binnentrad. Marie bevond zich alleen in de huiskamer, Helena nam tegenover haar aan het venster plaats en deelde haar de reden harer komst mede. „Als het huis eenmaal ons eigendom is, zullen wij het wellicht eerstdaagst betrek ken, dan wonen we prettig dicht bij elkaar," besloot zij hare mededeelingen. „In 't ver volg zult gij u dus niet over mij te beklagen EEN AANKLACHT. De heer J. G. Kamerbeek, ambtenaar bij Gemeentewerken te 's Hage heeft tegen den' secretaris van den Ned. Schildersgezellen-' bond (afdeeling 's-Gravenhage) den heer, Y. G. Drost een aanklacht ingediend we-i gens smaadschrift. Het geval betreft een' schrijven getiteld „De knoeierijen bij Ge- meenteverfwerken" in Het Volk van 17. September j.L, waarin deze secretaris den heer Kamerbeek in diens eer en goeden] naam als ambtenaar zou hebben aangetast] hebben, ik zal je dikwijls komen bezoeken,] dan wonen we prettig dicht bij elkaar," u het verleden drukt nog te zwaar op mijn ge moed, maar ik hoop, dat er weldra een an-] dere tijd zal aanbreken en de gelukzon weer voor mij zal opgaan." Angst, verbazing en ontzetting hadden zich, zonder dat Helena zulks in levendig heid van haar gesprek bemerkt had, beurte lings op Maria's gelaat afgeteekend. „Zijt gij dan werkelijk besloten het huis te koopen?" vroeg deze op een toon, die de grootste verwondering verried, zoodat He lena verrast opkeek. „Dat begrijp ik niet; ik zou liever vandaag dan morgen onze wo ning verlaten, alleen omdat „Mijn waarde vriendin," onderbrak He lena, „wanneer men ieder huis, waarin een misdaad gepleegd is, moest mijden, zou on getwijfeld menig paleis onbewoond wezen." „Ach als het de moord alleen ware, daar' zou men zich ten slotte nog wel cverheen kunnen zetten, ofschoon het nu juist niet aangenaam is, een kamer te bewonen, waar het lijk van een vermoorde gelegen heeft." „Nu als het de moord niet is, wat kan u dan afschrikken?" vroeg Helena. „Het huis is mooi, voortreffelijk ingericht en van alle gemakken voorzien; waarom zoudt ge het dan niet willen bewonen." Marie haalde zwijgend de schouders op. „Komaan spreek eens op," verzocht Hele na, „ge zult er toch wel reden voor hebben?" „Natuurlijk." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5