(p
SPAARNEBANK
De voltooiing van onze
Kathedrale Kerk „St Bavo"
Zaterdag 29 September 1923
46ste Jaargang No. 14549
Dit nummer bestaat uit 22 bladzijden, waaronder
het Geïllustreerd Zondagsblad in 8 bladzijden.
Leekepreeken.
De Haarlemsche Zouaven
6E8ENGB NIEUWS,
Nieuwe decoraties in Sacra-
mentskapel en Hoogkoor.
CONTROLEERT USTLOTINGEN MET
VOLLE GARANTIE TEGEN RENTE
VERLIES BIJ EVENTUEEL VERZUIM
SPAARBOEKJES MET4pCI. RENTEVERGOEDING
STADSNIEUWS.
u.
LANGS DEN WEG.
Gpheffinq Winkelsluiting.
tF bfrr i bPrr
'r,r - s. 1
De Maandagmarkt.
J. J.
Opticiens
WEBER ZOON
Fabrikante.
10 Haarlem
H. Missie.
Vrije artsenkeus ook voor armlas
tige patiënten.
Gemeentezaken.
tJe abonnementsprijs bedraagt voor
Haarlem en Agentschappen:
Per week 0.25
Per Kwartaal 3.25
Franco per post per kwartaal bij
vooruitbetaling 3.58
Bureaux: Nassaulaan 49
Haarlem.
Telefoonnummers. 1426, 2741 en
1748.
Postrekening No. 5970.
NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT
Advertentiën 35 cents per regel
Bij contract belangrijke korting.
Atfvertentiën tusscben den tekr-1
als ingezonden mededeeling. op de
le Pagina 75 ct., op andere redac
tiepagina's 60 ct. per egel. Vraag-'
en aanbod-advertentiën 14 regels
60 cent per plaatsing; elke regel
meer 15 cent, bij vooruitbetaling
XI.
LEED.
Geen woord, waarbij heel onze natuur
Sóó :n opstand komt, geen klank, welke zoo
veel weerstand in heel ons wezen wakker
roept als dc aankondiging van leed en
smart. Aan niets herkennen wij zoo goed, dat
wij Adam's kinderen zijn, zonen en dochters
van den Koning der schepping, aan wien
eenmaal een paradijs vol van schoonheid en
volmaakt geluk was gegeven, maar die zijn
en onze heerlijkheid door eigen schuld ver
loor, als aan onzen afkeer van droefheid. Zon
nekinderen zijn wij van nature, gelukzoekers
in den waren zin. Vreugde is ons element als
lv:water voor de visschen en de lucht
voor de vogels; en de dwaze schepselen,
die, als in een roman van Couperus bij el
kander gaan zitten weenen uit pleizier om
tranen te storten, erkennen wij niet als
leden van ons geslacht. Wij, menschen van
vleesch en bloed, zijn geboren voor geluk;
dat voelen wij telkens, wanneer rouwsluiers
enze levenszon verduisteren, wanneer het
leed zijn schaduw werpt op onzen weg. En
toch, welk een onmisbare factor is datzelfde
leed voor den mensch geworden; tot welk
een volmaaktheid kan de smart ons opvoe
ren, wanneer wij ze op juiste waarde weten
te schatten. Leed echter, dat onwillig en met
wrevel gedragen wordt als een ward juk,
beeft een tegengestelde uitwerking: het
sloopt de lichaamskracht, graaft voren en
rimpelt ia voorhoofd en gelaat, kromt den
rug en doet de oogen wegzakken in de
kassen; en wat nog erger is: het'verbittert
den geest en vergiftigt de ziel; de tong slaat
aan 't morren en al dc gesprekken van
zulk een onvilligen lijder zijn doordrenkt
met sarcasme; zelfs zijn zeldzame scherts is
galgenhumor.
De mensch, die van nature voor vreugde
is geschapen, maar in smarten gebaard cn
schreiend ter wereld komt, hij ontgaat zijn
lot niet, dat vol lijden en' zorgen is. Daarom
moet hij leeren lijden, zooals hij zoovVel an
dere eigenschappen zich moet eigen maken.
Een mensch, die niet geleerd heeft te lijden
is een ongelukkig schepselen een geslacht,
idaj^in weelde en zorgloosheid is groot ge-
v ten is voorbestemd om aan de geschie
denis de meest donkere bladzijden toe te
voegen.
Hoe worden de Zondagskinderen vaak be
nijd, wier jeugd louter zonneschijn is. Hun
eg wordt glad geëffend, opdat zij hun voet
i et stooten, opdat zij niet struikelen en pijn
zouden gevoelen. Steeds zijn bereidwillige
kruiden gereed om voorkomende moeilijk-
li den uit den weg te ruimen. Wat droef of
s irnber is wordt uit hun omgeving geweerd.
Met de bitterheden en tegenheden des levens
mogen zij niet in aanraking komen; 't zou
hun lach doen wegsterven en hun opge
wektheid verduisteren. Arme troetelkinde
ren! Wie heeft ze in zijn leven niet meege
maakt, wanneer zij hulpbehoevend stonden
voor dc harde werkelijkheid, steun zoekend
overal en dien vindend een tijd lang uit me
delijden om de aantrekkelijkheid, die van
hun lach, hun lieftalligheid, hun kinderlijk
heid uitging. Maar wee hen, wanneer het
besef hunner hulpeloosheid tot hen door
dringt; wanneer het leven slaat met zijn on
vermijdelijke hardheden en zij in zich zelf
geen tegenwicht vinden tegenover de zor
gen en moeilijkheden. Zij vloeken de verzor
gers, die hen in louter vreugde lieten ge
dijen en hun geen staf en steun meegaven in
de worsteling om het bestaan, geen ziels
kracht om het hoofd recht te houden, geen
lach om de lippen, wanneer het hart bloedt
en de zielewonden schrijnen. Dan benijden
zij de sterke rihturen, die geleerd hebben te
hiden, wier wieg met zorgen omringd was en
wier weg langs doornen en over oneffenhe
den ging. Die zijn gestaald voor den levens
strijd en in staat groote smart edelmoedig te
verdragen. Wie geleerd heeft te lijden, kan
door het leed worden tot den gelukkigsten
mensch. Groote droefheid kan hem overval-
vallen en 't kan duister worden rondom hem,
zóó, dat zijn leven hem ijdcl lijkt. Maar hij
weet niet beproefd te worden boven zijn
kracht en hij staalt zijn reeds geoefende
zielsvermogens in het nieuwe lijden. Zijn blik
wordt niet verduisterd door zijn tranen en
zijn geest niet verbitterd door het eigen
leed, dat altijd zooveel grooter lijkt dan dat
van anderen. Dan zal het meestal gebeuren,
dat de nevels van zijn droefheid optrekken
cn hij Gods wijze leiding ziet in de slagen,
die hem troffen. Zijn ziel zal gelouterd zijn
in de smart; zijn blik verhelderd; zijn mee
gevoel voor anderen zal zijn verdiept; zijn
troostwoorden zullen balsem kunnen bren
gen aan lijdende mcdemcnschen, omdat zij
zuiver zullen meetrillen met dc snaren hun
ner ziel; omdat zijn woorden de wijsheid van
eigen ervaring zullen meedragen. En wat
geldt voor den enkelen mensch, is ook waar
"voor heel een volk. Hoevele naties zien wij
niet in onzen tijd worstelen om hun bestaan,
vechten tegen honger en de diepste ellende;
hoevele zien wij er ook ten ondergaan. Thans
strijdt weer aan onze OoMergrenzen een
millioenenvolk een strijd op leven en dood.
Wij kijken belangstellend toe hoe de vuur
proef wordt doorstaan. Laten wij uit dat
groote menschenlijden ons voordeel trekken
en ons oefenen in kleiner leed, om sterk te
staan, mochten grooter rampen over ons
komen, gedachtig het woord, dat Friedricti
Wilhelm op zijn sterfbed tot zijn dochter
^prak; Lerne leiden ohne klagen!
HOMO SAPIENS.
EEN BIJZONDERE VOGEL."*™""
Zaterdag werd door een jager op het
Itrand te Workum (Friesland) een bijzondere
vogel geschoten. Het dier was blijkbaar in
aanraking geweest met de teerolievclden
in de Noordzee.
Opgezonden naar het Rijksmuseum van
Natuurlijke Historie te Leiden ter determi
neering, werd heden bericht ontvangen, dat
het een interessante aanwinst was. Het was
een jong exemplaar van de Vorkstaart-
meeuw (Xema sabinei), die tot nog toe
.slechts tweemaal met zekerheiden ons land
is waargenomen.
EEN BEZORGDE BURGEMEESTER.
Volgens de Belgische bladen zond de bur
gemeester van Termuntcn (Gr.) een tele
gram naar de „Aéro-Club" te Brussel over
de landing van den Spaanschen ballon „Es-
phério". In dit telegram rept de bezorgde
burgervader geen woord over den gezond
heidstoestand der twee bestuurders, maar
'hij vraagt wie de gebroken potten zal be
talen, die door dc luchtvaarders bij het
Idalen zijn gemaakt»
EEN BEZOEK BIJ DEN SCHILDER.
Het fraaie standaardwerk van de Zeer-
eerw. hecren Th. M. P. Bekkers en C. N. J.
Meysing, getiteld „De Kathedraal van Haar
lem," uitgegeven ter gelegenheid van het
zilveren jubelfeest onzer kathedrale kerk,
eindigt een fraaie beschrijving van het kost
bare bouwwerk aan de Leidsche Vaart al
dus:
„Zouden wij niet mogen vertrouwen,
dat de afbouw der kathedraal zal worden
doorgezet en de voltooiing van haar versie
ring zal worden bereikt?
„In den bouw dezer kathedraal hebben wij
reeds op de eerste bladzijde dezer beschrij
ving een symbool gezien van het herleefde
geloofsleven, dat onder ons is uitgegroeid
in een rijken bloei, die God zij dank
steeds doorgaat. Moge die voortgaande bloei
zijn uitdrukking vinden in dit symbool, en de
vruchtbare groei van Haarlem's kerk zich af
spiegel :n in de voltooide kathedraal."
Die wcnsch, wij weten het! is de
wensch van alle Roomsch-Katholieken van
Haarlem, van dc katholieken ook van heel 't
Bisdom en daarom ook heerscht er zooveel
stille vreugde in de harten van al degenen,
die de laatste jaren getuigen waren van de
groote vorderingen, die de voltooiing der ka
thedraal-versiering maakt onder de hoede
en teedere zorgen van kunstzinnige herders,
die het kleinood bewaken en koesteren als
een inderdaad kostbaar bezit van Haar
lem's kerk. Wij noemen van de jongste ver
fraaiingen: den tuinaanleg aan de Zuidzijde
der kathedraal, de centrale verwarming, de
klokken in de torens van het Zuider-tran-
sept, de kanunnikenbanken, het H. Hart-Al-
taar, het koorhek enz.
Het jubileum der kathedraal zal nu
zoo hoopten 't de schrijvers van „De kathe
draal van Haarlem" en zoo zal het toch ook
gebeuren, nietwaar Roomsche Haarlemmers?,
het jubileum der kathedraal zal nu de
Sacramentskapel en het Hoogkoor verrijken
met een versiering in goudmozaïck.
Het ligt n.l. in het plan de rijkgeornamen-
teerde triforiumgalerij in het hoogkoor,
welke de koornis versiert en in heel de kerk
zichtbaar is, te versieren met een afbeelding
van de Acht Zaligheden.
In de hoogvelden worden afgebeeld in goud
mozaïek de zeven werken van barmhartig
heid. Op iedere linkerhelft telkens een der
lichamelijke werken, op elk rechterboog-
vcld een der geestelijke werken van barm
hartigheid. Daarboven, tusschen de boogtop-
pen en het begin der triforium-galerij zullen
in een letterrand de beden komen van de
eerste drie regels van het „Veni Sancte Spi
ritus", cn van dc vier-regelige eerste strophe
van het „Veni Creator Spiritus." En de ach
tervakken van de triforium-galerij zullen als
versiering krijgen de acht zaligheden. Elk
der zeven vakken bestaat uit drie velden; in
het linksche veld zal uitgebeeld worden het
bijzondere werk, dat Christus met zijn zalig-
preking aanprees, in het rechtervak de daar
bij gevoegde belooning, in het middenvak de
figuur van een heilige, die in dat werk bij
zonder uitblinkt. En die zeven figuren te za-
men zullen dan tevens verzinnebeelden de
achtste zaligheid, welke een samenvatting
is der andere zeven; „Zalig zij, die vervolging
lijden voor de gerechtigheid, want hun be
hoort het rijk der hemelen."
Van dit prachtige werk worden nu de ont
werpen gemaakt met groote zorg en liefde.
Meer is hier nog niet van mede te deelen.
Ook de kapel van het H. Sacrament zal
worden verfraaid.
De vijf vakken onder het gele baksteenen
gewelf, ter hoogte van het tabernakel, wa
ren tot dusver versierd met geschilderde
symbolen van het H. Sacrament. De schilde
ringen zullen nu vervangen Worden door En
gel-figuren en symbolen van het H. Sacra
ment, die in goud-mozaïek zullen worden
uitgevoerd door den kunstenaar L. Th. C.
Lourijsen.
Wie in den laatsten tijd toefde in de de
vote Sacramentskapel onzer kathedraal, is
daar stellig getroffen geworden door de
twee serene engelenfiguren, die aanbiddend
ópzweven ter weerszijden van het taberna
kel in spetterenden, schaterenden goudgüns.
Het is alsof hemeldeuren geopend zijn en
rijen lofzingende Engelen te midden van
wierook zullen uittreden om neer te knielen
rondom uen troqm van den Menschgewor-
den God.
Twee plekken hemelglans, die vakken
vorstelijk goud en biJvenaardschen vrede en
vreugde, zich uitend in houding en goed ge
troffen gelaatsuitdrukking, waarin de zalige
tevredenheid van hemelgeesten te lezen
staat. Knap van teejeenin gzijn de figuren, goed
en juist van opvatting de heele compositie.
Ook de keuze van het materiaal, goud
mozaïek, is zeer gelukkig. Slechts het ko
ninklijke goud mocht hier ter opluistering
van het H. Sacrament worden gebruikt. Meg
stelle zich de schittering voor, als straks de
vijf vakken in eenzclfden glans vaï; goud en
zachte kleuren zullen spreken van hemel
vreugde.
Wij hebben een bezoek gebracht aan den
kunstenaar L. Th. C. Lourijsen, aan wien dc
opdracht is verleend voor de versieringen in
de Sacramentskapel en het Hoogkoor zorg le
dragen.
Zijn uitverkiezing tot deze taak is een e<V
cp zich zelf, want het is bekend dat onze
kunstzinnige bisschop van Haarlem met zorg
waakt over zijn kathedraal en zelf de kun
stenaars kiest, die het giorievolle bedehuis
mogen helpen versieren. Zoo zal dan hopelijk
de naam Lourijsen v<#bonden worden aan
de kathedraal „St. Bavo" met die van kun
stenaars als den architect Jos Cuypers, den
edelsmid Brom, den schilder Tooróp en den
beeldhouwer Maas. Dat leek ons een vol
doende motief iels over den heer Lourijsen
en zijn werk te vertellen.
Wij vonden hem in 't ruim, prachtig verlicht
atelier van zijn woonhuis aan het Oranje-
plein in het Bosch- en Vaartkwartier en
leerden hem kennen als een aangenaam cau
seur, een beminnelijk man enAen innig kun
stenaar, die leeft door en voor zijn kunst.
Hij werd in Breda geboren in 1885 en is
dus nog betrekkelijk jong, wat voor onze
vaderlandsche, onze katholieke kunst een
schoone belofte is. De heer Lourijsen stu
deerde aan de Haagsche en Amsterdamsche
Academie, nam in 1910 deel aan den eind-
kamp voor den Prix de Rome (schilderkunst)
en ging toen naar Parijs, waar hij één
jaar studeerde. Om zijn gezichtsveld
als kunstenaar nog meer te verruimen be
zocht Lourijsen verder Italië, waar hij voor
al de fresco's en mozaïeken der groote mees
ters bewonderde.
Tenslotte vestigde hij zich te Amsterdam.
Een wijs besluit heeft hem toen, naar onze
meening, voor de kunst bewaard. Inplaats
van, zooals vele anderen, op hoop van zegen
zich te vestigen en voor den verkoop te gaan
werken, nam hij zich voor dit laatste nooit
te doen, doch te trachten door het geven
van lessen in zijn onderhoud te voorzien. Hij
behield daardoor zijn onafhankelijkheid als
kunstenaar en ook genoeg vrijen tijd om
zich aan de kunst zelve te wijden. Langza
merhand kwamen de opdrachten en kon hij
de lessen laten varen. Sinds October 1922
woont hij in Heemstede.
Lourijserf is in de groeiende kracht van zijn
kunst en het schijnt ons toe dat hij nog lang
niet tot de zenith van zijn kunnen is geko
men. Een scherp stijgende lijn vertoonen de
kunstuitingen, fidie wij in groot aantal moch
ten bewonderen langs de wanden van zijn
atelier en, mogen wij het eerlijk bekennen,
dan lijken zijn Engelen-composities, die nu
de Sacramentskapel versieren en de overige
vakken nog zullen vullen, een zijner beste
creaties. Zijn bezadigdheid behoedt hem voor
die zich uitjubelt in de kunst der oude mees
ters: het fresco en ook het portret zijn beste
krachten wijdt.
Aan opdrachten ontbieekt het den heer
Lourijsen niet. Behalve de genoemde ramen
in glas-in-lood zagen wij op het ateiier dc
schetsen van kruiswegstaties voor de R. K.
kerk in de Brandtstraat in den Haag. Twee
staties ervan zijn reeds geplaatst
En thans beschouwt de heer Lourijsen het
werk in de kathedraal als zijn hoofdbezig
heid. De liefde en toewijding, maar vooral
de groote talenten van den nog jongen kun
stenaar doen ons hopen dat hij onze mooie
kathedraal met een kunstwerk zal verrijken,
dat zijn naam tot in eeuwen tot eer zal
strekken.
De Sacramentskapel zou nier. zoo graag
zeer spoedig gereed willen zien.
Maar helaas, de financiën ontbreken.
Het jubileum van de Kaihedraal heeft zoo
veel hoop gewekt dat spoedig met sprongen
aan dc voltooiing van de Kathedraal zou
worden gearbeid.
Tot nu tóe was dat niet mogelijk.
Zouden wij, Roomsch-Katholieken van
DIRECTIE s Mr, TH. WESTERWOUDT
de uitspattingen der modernen, hoewel hij
niet blind schijnt te zijn voor het mooie van
echt mooi modern kunstwerk.
En zoo zien wij hem als 't ware een plaats
innemen tusschen de oude school en de
nieuwe richting Misschien maakt dat juist
zijn werk zooaantrekkelijk. Het zou ons dan
ook niet verwonderen wanneer deze kunste
naar in zijn rusteloos pogen ten slotte in
staat zal blijken te zijn den zoekenden een
weg te wijzen in de richting van een nieuwe
kunstuiting. De tijd zal 't leeren.
Wat vooral opvalt in al het werk van
Lourijsen, zijn de knap geteekende koppen.
De heer Lourijsen verklapte ons dan ook dat
zijn groote voorliefde .uitgaat naar het por
tretschilderen. Wij zagen daarvan eenige
specimina naar ouderwetschen trant, die de
moeite van bewonderen waard zijn. O.m.
een prachtig geslaagd portret van den
hoogeerw. heer deken Mgr. G. H. F. Stoffels
Maar ook denken wij met genoegen aan
dien stoeren knap geteekenden kop, strak van
lijn, hoekig en kantig, maar vol expressie,
voorstellende de brute kracht.
Welk een voorrecht dat is bij de beoefe
ning van kerkelijke kunst, mochten wij er
varen bij de beschouwing van een gebrand
glas met een expressieven Christus aan het
kruis, in wiens oogen een wereld van lijden
en liefde tot uiting komt en een even schoo
ne „Mater Dolorosa," waarvan alweer het
hoofd buitengewoon mooi is. De avondsche
mering verlichtte nog heel even de harmo
nisch naast elkander gelegde en met smaak
gekozen donkere, zachte tinten, doch vol
doende om hier te constateeren dat de fout
van vele geschilderde ramen vermeden was,
waar de duidelijkheid van voorstelling is op
geofferd aan dc schittering van kleur en
technieke vaardigheid. Dil fraaie raam is
bestemd voor het St- Ignatius-college te
Amsterdam. We zagen nog afbeeldingen
van glas-in-lood-ramen, die nu prijken in do
R.K. Kerk aan de Tenierstraat te den Haag,
voorstellende „Het Laatste Avondmaal" en
de Verheerlijking van Christus als Koning
der Koningen. Men moet die kunstwerken
natuurlijk zien in hun omgeving om ten volle
er van te genieten.
Een bijzondere voorliefde heeft de heer
Lourijsen, naar hij ons vertelde, voor fresco
schilderen, een kunst, die de roem van oud-
Italië is, maar in ons land nog weinig be
oefend werd.
In het Sint-lgnatius-college te Amsterdam
heeft de schilder eenige jaren geleden een
heno voltooid, dat zeer de aandacht op zich
fresco voltooid, dal zeer de aandacht in Ne
derland in ecre hersteld een kunst, waarin
Michel Angelo, Rafael, Leonardo da Vinei
uitblonken, en die, na eeuwen van vergetel
heid, weer meer toepassing vVidt. Het zou
interessant zijn hier een beschrijving te ge
ven van de methode, die dc schilder hierbij
gevolgd heeft om het fresco gaaf en volkomen
te doen blijven als de fresco's der grijze oud
heid. Het zou ons echter te ver voeren. Ver
meld zij alleen dat Lourijsen het fresco in
het Ignatius-college geheel zelf verzorgde
van het afbikken der muren af tot en met het
penseelen der figuren in lijn en kleur. Zoo
wel compositie als kleurenspel van dit fresco
moeten zeer schoon zijn. Jammer dat de
fresco-bewerking zoo duur is.
Nog op een andere kunstuiting van dezen
verdienstelijke artist willen we de aan
dacht vestigen. In enkele kerken in Am
sterdam en den Haag kan men altaren aan
treffen ontworpen door Lourijsen en' uitge
voerd in z.g. sectiel.
De afbeeldingen, die wij er van zagen, too-
nen aan wat prachtige kleureneffecten in dit
materiaal kunnen bereikt worden. De te
Delft werkende fabriek „De Porccleyne
Fles" maakt zich op dit gebied zeer ver
dienstelijk en levert juweeltjes van scctiel-
arbeid af.
Het is een soort tegei-werk, maar in de
sectiel-techniek is de vierkante verdee
ling der tegels, welke storend werkt
in de tegeltableaux, vermeden. De vormen
waarin de stukken porselijn-aarde gesneden
worden, zijn in aansluiting met de lijnen van
het ontwerp en verhoogen op deze wijze
door het lijnenspel de voegen der decora
tieve werking van het geheel. Een vereisch-
te voor de ontwerpen, vaa in deze techniek
uit te voeren composities is, dat zij, evenals
dit voor de in glas in lood uit te voeren ont
werpen het geval is, rekening dienen te hou
den met den aard van het materiaal en dus
in groote monumentale lijnen moet gehouden
worden, met weglating van alle overtollige
détails in de lijnen of kleurschakeeringen.
Uit den aard der zaak is deze techniek zeer
kostbaar en vindt daardoor weinig toepas
sing. Toch zijn er prachtige tableaux aan de
fabriek vervaardigd. Wij zagen in deze tech
niek een fraaie Ecce Homo en wie een al
taar in dit materiaal bewonderen wil kan
dat vinden b.v. in de R. K. kerk aan de
Vondeütraat te Amsterdogi.
Uit deze korte opsomming blijkt het veel
zijdig talent van den heer Lourijsen, die met
zijn kunstenaarsziel het mozaïk, het glas-in-
lood, het sectiel leven en begeestering geeft,
Haarlem en omgeving, niet eens de handen
ineen slaan en het onzen Bisschop en onzen
Plebaan mogelijk maken ten hunner harte-
wenschen vervuld te ziett, zoodat zij op
dracht kunnen geven de in de doeken lig
gende plannen te ontwikkelen?
Wat zou dat een hecrl'jk besluit zijn van
dit jubeljaar voor de Kathedraal!
Als we eens begonnen met dc Sacraments
kapel?
Wie geeft den stoot?
Na een bezoek gebracht te hebben aan den
ouden heer Moet zijn we ook eens den pen
ningmeester, den 80-jttrigen J. d. Bunt,
Lange Anna straat 27, gaan opzoeken.
We troffen hem nog in volle gezondheid
aan, alleen de oogen waren slecht geworden,
wal hem echter niet helelle nog een brief le
schrijven, dien hij ons loonde als bewijs dat
hij nog wel iels kon.
We willen htm hier ook een paar bijzon-
dei lieden, ook éigen ondervindingen, laten op
halen.
Wij geven hel woord aan dezen zegsman:
In 1865 kwam ik, na 1 jaar als dragonder
dienst le hebben gedaan met verlof terug en
omdat ik ook graag naar Rome ging, schreef
ik een request naar den Minister nn Oorlog
om dienst te mogen nemen.
Maar in de 2de Kamer zalen Baron v. d.
Baaihoeve van Amersfoort en Kapitein Hal-
mans, die beide- liberaal w aren en gedaan
kregen, dat ieder, die als zoaaaf naar dim
Paus ging cn terugkeerde hel burgerrecht zou
verloren hebben
Nu was er een mijnheer Nuijeiis, die al wal
liij kon, deed, om voor ons verlof te krijgen.
Wc moesten liet vierde gebod onderhouden,
zeidc hij. En was dan de Paus onze vader
niet? En als bij ons riep, moesten wij dan
niet komen? Eindelijk, na drie jaar, mijnheer,
kwam mijn toestemming.
Op 3 November 1867, ik was er toon nog
niet. maar ik weet alles toch precies, liet was
'op een Zondag, 's morgens zes uur, begon de
«lag van Mcntun.
De zouaven lagen ouder aan een berg, waar
boven op de Garibaldislen geposteerd waren.
Wanneer de zouaven naar boven scholen,
waren ze allijd zeker wat te raken, maar de
De dorstige
Twaalf uur. Van het carillon op de Groole
Markt beieren vroolijk d): klokketonen over
de stad, gedragen op de deining van een
zacht najaarswindje. Ik sta bij de tramhalte,
hoek Smedestraat en Kruisstraal. Fietsers
snorren in verschillende richtingen her- en
derwaarts. Wandelaars, haastige voetgangers,
een autobus, een groentewagen, het zoekt
alles zijn weg in de groeiende drukte.
Naast me blijven twee vrouwen stilstaan.
Dc eene, een mantel over het wcrkschort
geslagen (ze moest maar even de buurt in),
met een dreumes vaa vier jaar in de gestalte
van een wat groot uitgevallen rolmops aan
de recht^hand, is in druk gesprek gewikkeld
met haar vriendin, toevallig ontmeet op weg
naar den aardappelenhandelaar. Als het
gesprek heftig wordt en het betoog kracht
moet worden bijgezet door het gebaar van
de hand, laat ze het rolrond, stijf ingebakerd
jongetje een oogenblik los.
Heel gemoedelijk, alsof het de meest ge
wone' zaak van dc wereld is, vleit heHrind
zich op het trottoir neer, zóó dat zijn dik
kopje juist boven de straatgeul komt, welke
door een dienstbode, die er een paar emmers
water in omgekieperd heeft, in een vlietende
beek is herschapen. Het jongetje heeft dorst,
hij schuift zielf nog een weinig vooruit, zóó
ver, dat het oppervlak van het schrobwater
onder het bereik van zijl* mondje valt. Dan
zetten de roode lipjes zich in den züigstand
en als hij reeds contact hééft met de lafe
nis, schiet moeder toe, trekt hem met een
ruk overeind cn voorkomt op die manier
verder onheil. Een vlotte speech, vergezeld
van de noodige klappen, is de belooning
voo# dit stoute staaltje van enquilibrisme.
Geheel passief laat hij zich na de af
straffing door zijn moeder meetrekken, die
druk bezig is, het onderbroken verhaal
voort le zetten.
Het carillon hectt opgehouden le spelen.
Deerniswekkend klinkt het grienen van liet
jongske in de drukke straat, vol verbazing
aangestaard door dc voorbijgangers, die zich
vergeófs verdiepen in de oorzaak van dit
kinderleed.
Garibaldislen, die van bovenaf schoten, kon
den bijna geen mikpunt krijgen daar de zoua
ven door kreupelhout en langs de boomen,
die op de belling slonden, langzaam naar bo
ven kropen.
Te half twaalf werd door de Garibaldisten
de witte vlag geheschen.
Zooals ik zeide ging ik in 1868 naar Rome.
Toen ik in Rome gekomen was werd ik afge
richt en omdat ik al in dienst was geweest,
was ik in 3 dagen klaar
Daar ik nogal, zooals wij allen Hollanders,
als zindelijk en netjes bekend stond, werd ik
aangesteld als ordonnance en werd op de lijst
geplaatst van degenen, die na volbrachten
dienst naar Palestina zouden mogen gaan om
hel graf van (onzen Zaligmaker le bezoeken,
maar door den Fransch-Duilschcn oorlog van
1870 kwam er helaas niels van.
Ik wil tl nog eens een staaltje uil mijn
diensttijd vertellen.
lil Monle Viescona, een stadje aan de grens
van Piemonl waren wij gelegerd met 120 man
en de Garibaldislen waren zóó dicht bij ons,
dal wij des avonds hun wachtvuren konden
zien branden.
Ik was op post gesteld boven op den nfuur.
Mijn consigne was, dal ik den post niet ver
luien mocht, voor ik door den korporaal werd
afgelost.
Terwijl ik daar zoo op wacht slond, na
derden de vijanden en probeerden den muur
Ie bestormen.
Ze braken de poort open en alles stormde
naar binnen. Elk oogenblik kon ik vermoord
worden loen ik in naam van Jezus, Maria en
Jozef mijn geweer en ransel neerwierp en van
den twaalf meier Imogen muur sprong. Eerst
was ik versuft en loen voelde ik een stekende-
j)ijn in mijn rechter voel en hel was me niet
mogelijk op te slaan. Langen lijd bleef ik lig
gen, sleeds mijn been wrijvend en biddend,
dal ik maar mocht ontkomen.
Eindelijk probeerde ik mij op Ie "richten en
op mijn geweer steunend sprong ik vooruil.
Zoo heb ik 16 uur voortgesukkeld, steeds
maar door liet veld, daar de wegen door de
Garibaldislen werden bewaakt, lot ik einde
lijk in Vilerbo aankwam, waar een bezetting'
lag van 850 man.
Daar ik niel geschikt meer was voor infan
terie, werd ik ingedeeld bij dc artillerie.
Xu was ik wel dragonder geweest, maar
dal is nog lang geen artillerist.
We waren in Vilerbo. De vijand kwam
sleeds dichter bij.
Ons doel was toch Rome le behouden. We
moesten daarom Vilerbo wel prijs geven en
probeerden te ontvluchten.
Ik moest een slak geschut wegvoeren. Na
de paarden gezadeld en hel stuk vastgebon
den le hebben, ging ik op weg, maar bij een
bocht' in een slrual kantelde hel sluk. Er was
niemand om mij le helpen, want alle huizen
waren gesloten. Ten einde raad, daar ik toch
alleen het stuk niet recht kon zeilen, maakte
ik de paarden los en ging er mee vandoor.
Toen ik de troepen bereikte, was de eerste,
dien ik anlmoette, een I loliandschen luitenant,
wien ik het gebeurde vertelde en die mij ant
woordde: „Good zoo. jongen, eersl je zelf red
den!" Dan trokken wij naar Rome, dat na 5
dagen be'egeriiig door verraad werd ingeno
men. Onder al de zouaven waren de Hol
landers liet groolst in aantal en ook de dap
persten.
Zoo zou ik-nog veel meer verhalen kunnen
doen, die tl zouden doen zien, dat wij. Hol-
klinische jongens voor geen kleinlje vervaard
sva ren.
Nog als den (lag van gisteren kan ik mij
herinneren hoe we nu afloop van onzen
diensttijd langs Zwitserland en DuilschJand
in Maastricht aankwamen. Daar was een reus
achtige menigte om oils te begroeten.
Ik wil u nog een aardig voorval vertellen,
dpi we daar hadden.
Er stonden ïnarephaussè's te paard. Daar
trekt er een zijn sabel en schreeuwt „Leve de
Zwijnen" en in hetzelfde oogenblik was hij
een zandruiter.
In 'I geheel zijn er 20 uil Haarlem naar
Ilalfë gegaan. Toen wc teruggekomen waren,
hebben wij een bond gevormd.
Ik werd penningmeester cn voor ons geld
hebben wjj oen prachtig vaandel gekregen, dat
we steeds met processies meedroegen. Nu kan
het helaas niet meer meegedragen worden,
omdat wij vieren, die nog over zijn, allen
li ulpbehneven d zijn.
B. en W. vSn Haarlem maken bekend, dat
door hen aan de exposanten van de ten
toonstelling van dc afd. Haarlem en Omstre
ken der Ned. Verecniging van Huisvrouwen
in het Brongebouw, ingevolge liet bepaalde
bij artikel 14 der Verordening op de Win
kelsluiting ontheffing is verleend van de ver
bodsbepalingen dier verordening in dier voe
ge, dat de winkels op die tentoonstelling van
29 September tot en met 7 October 1923 tot
10,'1 uur n.in. mogen geopend blijven, daarin J KoiliflJiStraat
mag worden verkocht en het verkochte mag
worden medegenomen.
Er is op dit oogenblik een actie gaan<jv
van bewoners'der Gedempte Oude Gracht
tusschen Verwulft en Zijlstraat om de Maan
dagsche Markt, die daar wordt gehouden,
/erplaatst te krijgen naar een ander oord
n de stad.
Die Maandagsche Markt veroorzaak
aan vele bewoners daar ontegenzeggelijk
veel ongerief en de gronden, die voor ver-
pl^^sing worden aangevoerd, zijn dan ook
weTte onderschrijven.
De moeilijkheid echter is om een andere
geschikte' plaats te vinden, nog daargelaten
dat ook de bewoners van de nieuw uit te
verkiezen plek dezelfde bezwaren zullen
.anvoeren als de bewoners van de straat
waar de markt nu wordt gehouden.
Alle plaatsen zijn niet geschikt voor zulk
een Markt. Zoo b.v. de Dreef niet, omda<
aan een markt meer vast zit dan men zoc
denken zou oppervlakkig. B.v. moeten c.
koffiehuizen van 'n beoaald tvoe zijn, opslag
plaatsen voor de kramen en overgebleven
goederen.
Een uitmuntend terrein zou zijn de open
vlakte aan den Kinderhuissingel, maar daar
tegen pleit alweer dat dit slechts een tijde-
ijke oplossing zou zijn, omdat het
verwachten is en, met het oog op oen ^UT
gekochten grond, ook niet te hopen, da
dit terrein tot in lengte van jaren onbe
bouwd zal blijven.
Intusschen is het marktvraagstuk in Haar
lem urgent. Behalve de Maandagsche Markl
vragen nog andere markten een oplossing
Op de groentenmarkt aan den Kouden-
horn kan het soms zoo druk zijn s morgens,
dat het verkeer er eenvoudig gestremd is.
Verder is er de bloemenmarkt van "heesters
en planten, die aan de Raaks wordt ge
houden, de bloemenmarkt aan het Ver-
wult e. a.
Wanneer dat alles nu eens goed kon ge
regeld worden, dan zou het marktvraagstuk
in Haarlem een heel eind tot een oplossinf
worden gebracht.
Met al deze kwesties echter houdt ook
verband, dunkt ons, de oplossing van de
kwestie der Infanterie-kazerne. Wanneer
deze terugkomt in gebruik bij de gemeente,
'an gaan wij een eind in de 'goede richting
.aar een algeheele oplossing van de kwestie.
Maar de actie dér Oude Grachters moge
en aanleiding zijn het heele marktvraagstuk
onder de oogen te zien.
Een vriendelijke lezer maakt ons naar
leiding van den inhoud van het ..Damiaatje
van gisteravond, er op attent, dat wel dege
lijk verleden jaar zeer veel moeite is gedaar
o.m. door den heer v. Gasteren om de Six-
tijnsche kapel ook hier in Haarlem te krij
gen, doch het antwoord op zijn verzoek was,
dat de Haarlemmers maar naar Amsterdam
moesten komen. Dit vond wel eenigszins zijn
grond dunkt ons in het feit, dat toen de
Sixtijnsche kapel op haar wereldreis was en
de tijd, welke voor Nederland beschikbaar
was gesteld beperkt was. Nu echter dc Six
tijnsche kapel wegens de enthousiaste ont
vangst van verleden jaar het bezoek aan Ne
derland heeft willen herhalen ware het te
hopen, dat ook bij de uitbreiding van heJ
programma Haarlem niet zou worden ver
geten.
Barometerstand 775.
Vooruit
OPGAVE VAN:
Van 13 tot en met 23 October a. s. zal
in 5 der kerken alhier een H. Missie wor
den gehouden.
Naar wij vernemen, zullen in de verschil
lende kerken de volgende Eerw. Paters de
predikaties houden.
St. Bavo. Eerw. Paters v. Keulen, .Jone-
bloedt, v. Dam en Loos, allen S. ss. R.
St. Jozef (vermoedelijk). Eerw. Paters
Smit, Krone, v. Baerle en Busch. allen C.
S3 R.
O. L. Vrouw v. d. Atlerh. Rozenkrans.
Eerw. Paters Philippine, Janson en Mulders,
allen C. ss. R.
H. Antonius v. Padua. Eerw. Paters Ph.
Sweep, ^uidgeest, Jelgersma en Snoeks,
allen O.'T. M.
H. Hart v. Jezus. Eerww. Paters Thunis-
sen en Slreefzand, allen O. F. M.
Op voorstel van Burgemeester en» Wet
houders heeft de gemeenteraad van Haar
lemmermeer in dc maand Januari 1923 een
geheel nieuwe verordening vastgesteld lot
regeling van de geneeskundige armenzorg en
tot herziening van de instructie vnor dc gc-
meente-geneesheeren en gemeente-vroed
vrouwen.
In deze regeling is geprobeerd het be
ginsel der vrije artsenkeuze ook voor Haar
lemmermeer in toepassing te brengen.
Hiertegen waren bezwaren ingebracht
door het bestuur van de Huisartsenorgani-
salie te Utrecht, welk in openbare
vergadering door Gedeputeerde Staten zijn
behandeld geworden.
De Huisartsenvereeniging had zich niet
deen vertegenwoordigen, terwijl de burge
meester mr. A. Slob aanwezig was om het
standpunt van den gemeenteraad nader te
verdedigen.
Daarbij kwamen ook enkele bezwaren ter
sprake, welke door den inspecteur der
Volksgezondheid "dr. Aldershoff uit Utrecht
waren verteld, doch die niet van zoodanig
gewicht bleken te zijn, dat een getedkeuring
daarom zou moeten uitblijven.
Wanneer deze besluiten worden goedge
keurd zal dit de eerste gemeente zijn in
Noord-Holland, waar de vriie artsenkeus
ook voor armen wordt ingevoerd.
B. en W. stellen stellen voor hen te toachtl
gen om nieten eigendom te aanvaarden een
gedeelte grond, groot pl:m. 58 A... gelegen
aan den Kloppersingel, hetwelk is bestemd
voor openbaren weg.
B. en W. stellen voor hen te machti
gen om niet in eigendom te aanvaarden
eer, gedeelte grond, groot pl.m. 82 c. A., ge
legen aan den Kloppersingel, welke grond
ingevolge het plan van uitbreiding, vastge
steld bij Raadsbesluit van 27 Aug. 1919, is
bestemd voor openbaren weg.
B. en W. stellen voor met ingang var
1 September 1923 tot leden van de Com-
missie van Beheer voor den Stadsschouw
burg te benoemen de heeren M. Mercm
J. (M. C. Hoog, en J. Joosten. Dit in ver-
band met het periodiek aftreden der tegen,
wóordige leden.
Personalia. B. en W. stellen voor tot
benoeming van tijdelijk onderwijzend per
soneel aan de vervolgcursussen No. 1 en 2
alhier voor het tijdvak, gerekend van 1 Sept.
1923 tot 1 Sept. 1924, te benoemen:
A. aan den Vervolgcursus No. 1:
a. tot tijdelijk onderwijzer, de heeren:
M. A, van Heuven, J. D. Boes en D. Peere-
booni; en
b. tot tijdelijk onderwijzeres, de dames:
M. H. Veldheer, C. J. Jenny Weverman, E.
Elffers en E. W. P. Troll—Van Schaik.
B. aan den Vervolgcursus No. 2:
a. tot tijdelijk onderwijzer, de heeren:
W. W. Weide, J. Schoevers en J. Panman,
en b. tot tijdelijk onderwijzeres, de dames»
wed. H. L. E. UitermarkHulshoff, J. van
Gelder, J. E. E. Bekker en E. W. P. Troll
Van Scnaik.