(p SPAARNEBANK De voltooiing van onze Kathedrale Kerk „St Bavo" Zaterdag 29 September 1923 46ste Jaargang No. 14549 Dit nummer bestaat uit 22 bladzijden, waaronder het Geïllustreerd Zondagsblad in 8 bladzijden. Leekepreeken. De Haarlemsche Zouaven 6E8ENGB NIEUWS, Nieuwe decoraties in Sacra- mentskapel en Hoogkoor. CONTROLEERT USTLOTINGEN MET VOLLE GARANTIE TEGEN RENTE VERLIES BIJ EVENTUEEL VERZUIM SPAARBOEKJES MET4pCI. RENTEVERGOEDING STADSNIEUWS. u. LANGS DEN WEG. Gpheffinq Winkelsluiting. tF bfrr i bPrr 'r,r - s. 1 De Maandagmarkt. J. J. Opticiens WEBER ZOON Fabrikante. 10 Haarlem H. Missie. Vrije artsenkeus ook voor armlas tige patiënten. Gemeentezaken. tJe abonnementsprijs bedraagt voor Haarlem en Agentschappen: Per week 0.25 Per Kwartaal 3.25 Franco per post per kwartaal bij vooruitbetaling 3.58 Bureaux: Nassaulaan 49 Haarlem. Telefoonnummers. 1426, 2741 en 1748. Postrekening No. 5970. NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT Advertentiën 35 cents per regel Bij contract belangrijke korting. Atfvertentiën tusscben den tekr-1 als ingezonden mededeeling. op de le Pagina 75 ct., op andere redac tiepagina's 60 ct. per egel. Vraag-' en aanbod-advertentiën 14 regels 60 cent per plaatsing; elke regel meer 15 cent, bij vooruitbetaling XI. LEED. Geen woord, waarbij heel onze natuur Sóó :n opstand komt, geen klank, welke zoo veel weerstand in heel ons wezen wakker roept als dc aankondiging van leed en smart. Aan niets herkennen wij zoo goed, dat wij Adam's kinderen zijn, zonen en dochters van den Koning der schepping, aan wien eenmaal een paradijs vol van schoonheid en volmaakt geluk was gegeven, maar die zijn en onze heerlijkheid door eigen schuld ver loor, als aan onzen afkeer van droefheid. Zon nekinderen zijn wij van nature, gelukzoekers in den waren zin. Vreugde is ons element als lv:water voor de visschen en de lucht voor de vogels; en de dwaze schepselen, die, als in een roman van Couperus bij el kander gaan zitten weenen uit pleizier om tranen te storten, erkennen wij niet als leden van ons geslacht. Wij, menschen van vleesch en bloed, zijn geboren voor geluk; dat voelen wij telkens, wanneer rouwsluiers enze levenszon verduisteren, wanneer het leed zijn schaduw werpt op onzen weg. En toch, welk een onmisbare factor is datzelfde leed voor den mensch geworden; tot welk een volmaaktheid kan de smart ons opvoe ren, wanneer wij ze op juiste waarde weten te schatten. Leed echter, dat onwillig en met wrevel gedragen wordt als een ward juk, beeft een tegengestelde uitwerking: het sloopt de lichaamskracht, graaft voren en rimpelt ia voorhoofd en gelaat, kromt den rug en doet de oogen wegzakken in de kassen; en wat nog erger is: het'verbittert den geest en vergiftigt de ziel; de tong slaat aan 't morren en al dc gesprekken van zulk een onvilligen lijder zijn doordrenkt met sarcasme; zelfs zijn zeldzame scherts is galgenhumor. De mensch, die van nature voor vreugde is geschapen, maar in smarten gebaard cn schreiend ter wereld komt, hij ontgaat zijn lot niet, dat vol lijden en' zorgen is. Daarom moet hij leeren lijden, zooals hij zoovVel an dere eigenschappen zich moet eigen maken. Een mensch, die niet geleerd heeft te lijden is een ongelukkig schepselen een geslacht, idaj^in weelde en zorgloosheid is groot ge- v ten is voorbestemd om aan de geschie denis de meest donkere bladzijden toe te voegen. Hoe worden de Zondagskinderen vaak be nijd, wier jeugd louter zonneschijn is. Hun eg wordt glad geëffend, opdat zij hun voet i et stooten, opdat zij niet struikelen en pijn zouden gevoelen. Steeds zijn bereidwillige kruiden gereed om voorkomende moeilijk- li den uit den weg te ruimen. Wat droef of s irnber is wordt uit hun omgeving geweerd. Met de bitterheden en tegenheden des levens mogen zij niet in aanraking komen; 't zou hun lach doen wegsterven en hun opge wektheid verduisteren. Arme troetelkinde ren! Wie heeft ze in zijn leven niet meege maakt, wanneer zij hulpbehoevend stonden voor dc harde werkelijkheid, steun zoekend overal en dien vindend een tijd lang uit me delijden om de aantrekkelijkheid, die van hun lach, hun lieftalligheid, hun kinderlijk heid uitging. Maar wee hen, wanneer het besef hunner hulpeloosheid tot hen door dringt; wanneer het leven slaat met zijn on vermijdelijke hardheden en zij in zich zelf geen tegenwicht vinden tegenover de zor gen en moeilijkheden. Zij vloeken de verzor gers, die hen in louter vreugde lieten ge dijen en hun geen staf en steun meegaven in de worsteling om het bestaan, geen ziels kracht om het hoofd recht te houden, geen lach om de lippen, wanneer het hart bloedt en de zielewonden schrijnen. Dan benijden zij de sterke rihturen, die geleerd hebben te hiden, wier wieg met zorgen omringd was en wier weg langs doornen en over oneffenhe den ging. Die zijn gestaald voor den levens strijd en in staat groote smart edelmoedig te verdragen. Wie geleerd heeft te lijden, kan door het leed worden tot den gelukkigsten mensch. Groote droefheid kan hem overval- vallen en 't kan duister worden rondom hem, zóó, dat zijn leven hem ijdcl lijkt. Maar hij weet niet beproefd te worden boven zijn kracht en hij staalt zijn reeds geoefende zielsvermogens in het nieuwe lijden. Zijn blik wordt niet verduisterd door zijn tranen en zijn geest niet verbitterd door het eigen leed, dat altijd zooveel grooter lijkt dan dat van anderen. Dan zal het meestal gebeuren, dat de nevels van zijn droefheid optrekken cn hij Gods wijze leiding ziet in de slagen, die hem troffen. Zijn ziel zal gelouterd zijn in de smart; zijn blik verhelderd; zijn mee gevoel voor anderen zal zijn verdiept; zijn troostwoorden zullen balsem kunnen bren gen aan lijdende mcdemcnschen, omdat zij zuiver zullen meetrillen met dc snaren hun ner ziel; omdat zijn woorden de wijsheid van eigen ervaring zullen meedragen. En wat geldt voor den enkelen mensch, is ook waar "voor heel een volk. Hoevele naties zien wij niet in onzen tijd worstelen om hun bestaan, vechten tegen honger en de diepste ellende; hoevele zien wij er ook ten ondergaan. Thans strijdt weer aan onze OoMergrenzen een millioenenvolk een strijd op leven en dood. Wij kijken belangstellend toe hoe de vuur proef wordt doorstaan. Laten wij uit dat groote menschenlijden ons voordeel trekken en ons oefenen in kleiner leed, om sterk te staan, mochten grooter rampen over ons komen, gedachtig het woord, dat Friedricti Wilhelm op zijn sterfbed tot zijn dochter ^prak; Lerne leiden ohne klagen! HOMO SAPIENS. EEN BIJZONDERE VOGEL."*™"" Zaterdag werd door een jager op het Itrand te Workum (Friesland) een bijzondere vogel geschoten. Het dier was blijkbaar in aanraking geweest met de teerolievclden in de Noordzee. Opgezonden naar het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden ter determi neering, werd heden bericht ontvangen, dat het een interessante aanwinst was. Het was een jong exemplaar van de Vorkstaart- meeuw (Xema sabinei), die tot nog toe .slechts tweemaal met zekerheiden ons land is waargenomen. EEN BEZORGDE BURGEMEESTER. Volgens de Belgische bladen zond de bur gemeester van Termuntcn (Gr.) een tele gram naar de „Aéro-Club" te Brussel over de landing van den Spaanschen ballon „Es- phério". In dit telegram rept de bezorgde burgervader geen woord over den gezond heidstoestand der twee bestuurders, maar 'hij vraagt wie de gebroken potten zal be talen, die door dc luchtvaarders bij het Idalen zijn gemaakt» EEN BEZOEK BIJ DEN SCHILDER. Het fraaie standaardwerk van de Zeer- eerw. hecren Th. M. P. Bekkers en C. N. J. Meysing, getiteld „De Kathedraal van Haar lem," uitgegeven ter gelegenheid van het zilveren jubelfeest onzer kathedrale kerk, eindigt een fraaie beschrijving van het kost bare bouwwerk aan de Leidsche Vaart al dus: „Zouden wij niet mogen vertrouwen, dat de afbouw der kathedraal zal worden doorgezet en de voltooiing van haar versie ring zal worden bereikt? „In den bouw dezer kathedraal hebben wij reeds op de eerste bladzijde dezer beschrij ving een symbool gezien van het herleefde geloofsleven, dat onder ons is uitgegroeid in een rijken bloei, die God zij dank steeds doorgaat. Moge die voortgaande bloei zijn uitdrukking vinden in dit symbool, en de vruchtbare groei van Haarlem's kerk zich af spiegel :n in de voltooide kathedraal." Die wcnsch, wij weten het! is de wensch van alle Roomsch-Katholieken van Haarlem, van dc katholieken ook van heel 't Bisdom en daarom ook heerscht er zooveel stille vreugde in de harten van al degenen, die de laatste jaren getuigen waren van de groote vorderingen, die de voltooiing der ka thedraal-versiering maakt onder de hoede en teedere zorgen van kunstzinnige herders, die het kleinood bewaken en koesteren als een inderdaad kostbaar bezit van Haar lem's kerk. Wij noemen van de jongste ver fraaiingen: den tuinaanleg aan de Zuidzijde der kathedraal, de centrale verwarming, de klokken in de torens van het Zuider-tran- sept, de kanunnikenbanken, het H. Hart-Al- taar, het koorhek enz. Het jubileum der kathedraal zal nu zoo hoopten 't de schrijvers van „De kathe draal van Haarlem" en zoo zal het toch ook gebeuren, nietwaar Roomsche Haarlemmers?, het jubileum der kathedraal zal nu de Sacramentskapel en het Hoogkoor verrijken met een versiering in goudmozaïck. Het ligt n.l. in het plan de rijkgeornamen- teerde triforiumgalerij in het hoogkoor, welke de koornis versiert en in heel de kerk zichtbaar is, te versieren met een afbeelding van de Acht Zaligheden. In de hoogvelden worden afgebeeld in goud mozaïek de zeven werken van barmhartig heid. Op iedere linkerhelft telkens een der lichamelijke werken, op elk rechterboog- vcld een der geestelijke werken van barm hartigheid. Daarboven, tusschen de boogtop- pen en het begin der triforium-galerij zullen in een letterrand de beden komen van de eerste drie regels van het „Veni Sancte Spi ritus", cn van dc vier-regelige eerste strophe van het „Veni Creator Spiritus." En de ach tervakken van de triforium-galerij zullen als versiering krijgen de acht zaligheden. Elk der zeven vakken bestaat uit drie velden; in het linksche veld zal uitgebeeld worden het bijzondere werk, dat Christus met zijn zalig- preking aanprees, in het rechtervak de daar bij gevoegde belooning, in het middenvak de figuur van een heilige, die in dat werk bij zonder uitblinkt. En die zeven figuren te za- men zullen dan tevens verzinnebeelden de achtste zaligheid, welke een samenvatting is der andere zeven; „Zalig zij, die vervolging lijden voor de gerechtigheid, want hun be hoort het rijk der hemelen." Van dit prachtige werk worden nu de ont werpen gemaakt met groote zorg en liefde. Meer is hier nog niet van mede te deelen. Ook de kapel van het H. Sacrament zal worden verfraaid. De vijf vakken onder het gele baksteenen gewelf, ter hoogte van het tabernakel, wa ren tot dusver versierd met geschilderde symbolen van het H. Sacrament. De schilde ringen zullen nu vervangen Worden door En gel-figuren en symbolen van het H. Sacra ment, die in goud-mozaïek zullen worden uitgevoerd door den kunstenaar L. Th. C. Lourijsen. Wie in den laatsten tijd toefde in de de vote Sacramentskapel onzer kathedraal, is daar stellig getroffen geworden door de twee serene engelenfiguren, die aanbiddend ópzweven ter weerszijden van het taberna kel in spetterenden, schaterenden goudgüns. Het is alsof hemeldeuren geopend zijn en rijen lofzingende Engelen te midden van wierook zullen uittreden om neer te knielen rondom uen troqm van den Menschgewor- den God. Twee plekken hemelglans, die vakken vorstelijk goud en biJvenaardschen vrede en vreugde, zich uitend in houding en goed ge troffen gelaatsuitdrukking, waarin de zalige tevredenheid van hemelgeesten te lezen staat. Knap van teejeenin gzijn de figuren, goed en juist van opvatting de heele compositie. Ook de keuze van het materiaal, goud mozaïek, is zeer gelukkig. Slechts het ko ninklijke goud mocht hier ter opluistering van het H. Sacrament worden gebruikt. Meg stelle zich de schittering voor, als straks de vijf vakken in eenzclfden glans vaï; goud en zachte kleuren zullen spreken van hemel vreugde. Wij hebben een bezoek gebracht aan den kunstenaar L. Th. C. Lourijsen, aan wien dc opdracht is verleend voor de versieringen in de Sacramentskapel en het Hoogkoor zorg le dragen. Zijn uitverkiezing tot deze taak is een e<V cp zich zelf, want het is bekend dat onze kunstzinnige bisschop van Haarlem met zorg waakt over zijn kathedraal en zelf de kun stenaars kiest, die het giorievolle bedehuis mogen helpen versieren. Zoo zal dan hopelijk de naam Lourijsen v<#bonden worden aan de kathedraal „St. Bavo" met die van kun stenaars als den architect Jos Cuypers, den edelsmid Brom, den schilder Tooróp en den beeldhouwer Maas. Dat leek ons een vol doende motief iels over den heer Lourijsen en zijn werk te vertellen. Wij vonden hem in 't ruim, prachtig verlicht atelier van zijn woonhuis aan het Oranje- plein in het Bosch- en Vaartkwartier en leerden hem kennen als een aangenaam cau seur, een beminnelijk man enAen innig kun stenaar, die leeft door en voor zijn kunst. Hij werd in Breda geboren in 1885 en is dus nog betrekkelijk jong, wat voor onze vaderlandsche, onze katholieke kunst een schoone belofte is. De heer Lourijsen stu deerde aan de Haagsche en Amsterdamsche Academie, nam in 1910 deel aan den eind- kamp voor den Prix de Rome (schilderkunst) en ging toen naar Parijs, waar hij één jaar studeerde. Om zijn gezichtsveld als kunstenaar nog meer te verruimen be zocht Lourijsen verder Italië, waar hij voor al de fresco's en mozaïeken der groote mees ters bewonderde. Tenslotte vestigde hij zich te Amsterdam. Een wijs besluit heeft hem toen, naar onze meening, voor de kunst bewaard. Inplaats van, zooals vele anderen, op hoop van zegen zich te vestigen en voor den verkoop te gaan werken, nam hij zich voor dit laatste nooit te doen, doch te trachten door het geven van lessen in zijn onderhoud te voorzien. Hij behield daardoor zijn onafhankelijkheid als kunstenaar en ook genoeg vrijen tijd om zich aan de kunst zelve te wijden. Langza merhand kwamen de opdrachten en kon hij de lessen laten varen. Sinds October 1922 woont hij in Heemstede. Lourijserf is in de groeiende kracht van zijn kunst en het schijnt ons toe dat hij nog lang niet tot de zenith van zijn kunnen is geko men. Een scherp stijgende lijn vertoonen de kunstuitingen, fidie wij in groot aantal moch ten bewonderen langs de wanden van zijn atelier en, mogen wij het eerlijk bekennen, dan lijken zijn Engelen-composities, die nu de Sacramentskapel versieren en de overige vakken nog zullen vullen, een zijner beste creaties. Zijn bezadigdheid behoedt hem voor die zich uitjubelt in de kunst der oude mees ters: het fresco en ook het portret zijn beste krachten wijdt. Aan opdrachten ontbieekt het den heer Lourijsen niet. Behalve de genoemde ramen in glas-in-lood zagen wij op het ateiier dc schetsen van kruiswegstaties voor de R. K. kerk in de Brandtstraat in den Haag. Twee staties ervan zijn reeds geplaatst En thans beschouwt de heer Lourijsen het werk in de kathedraal als zijn hoofdbezig heid. De liefde en toewijding, maar vooral de groote talenten van den nog jongen kun stenaar doen ons hopen dat hij onze mooie kathedraal met een kunstwerk zal verrijken, dat zijn naam tot in eeuwen tot eer zal strekken. De Sacramentskapel zou nier. zoo graag zeer spoedig gereed willen zien. Maar helaas, de financiën ontbreken. Het jubileum van de Kaihedraal heeft zoo veel hoop gewekt dat spoedig met sprongen aan dc voltooiing van de Kathedraal zou worden gearbeid. Tot nu tóe was dat niet mogelijk. Zouden wij, Roomsch-Katholieken van DIRECTIE s Mr, TH. WESTERWOUDT de uitspattingen der modernen, hoewel hij niet blind schijnt te zijn voor het mooie van echt mooi modern kunstwerk. En zoo zien wij hem als 't ware een plaats innemen tusschen de oude school en de nieuwe richting Misschien maakt dat juist zijn werk zooaantrekkelijk. Het zou ons dan ook niet verwonderen wanneer deze kunste naar in zijn rusteloos pogen ten slotte in staat zal blijken te zijn den zoekenden een weg te wijzen in de richting van een nieuwe kunstuiting. De tijd zal 't leeren. Wat vooral opvalt in al het werk van Lourijsen, zijn de knap geteekende koppen. De heer Lourijsen verklapte ons dan ook dat zijn groote voorliefde .uitgaat naar het por tretschilderen. Wij zagen daarvan eenige specimina naar ouderwetschen trant, die de moeite van bewonderen waard zijn. O.m. een prachtig geslaagd portret van den hoogeerw. heer deken Mgr. G. H. F. Stoffels Maar ook denken wij met genoegen aan dien stoeren knap geteekenden kop, strak van lijn, hoekig en kantig, maar vol expressie, voorstellende de brute kracht. Welk een voorrecht dat is bij de beoefe ning van kerkelijke kunst, mochten wij er varen bij de beschouwing van een gebrand glas met een expressieven Christus aan het kruis, in wiens oogen een wereld van lijden en liefde tot uiting komt en een even schoo ne „Mater Dolorosa," waarvan alweer het hoofd buitengewoon mooi is. De avondsche mering verlichtte nog heel even de harmo nisch naast elkander gelegde en met smaak gekozen donkere, zachte tinten, doch vol doende om hier te constateeren dat de fout van vele geschilderde ramen vermeden was, waar de duidelijkheid van voorstelling is op geofferd aan dc schittering van kleur en technieke vaardigheid. Dil fraaie raam is bestemd voor het St- Ignatius-college te Amsterdam. We zagen nog afbeeldingen van glas-in-lood-ramen, die nu prijken in do R.K. Kerk aan de Tenierstraat te den Haag, voorstellende „Het Laatste Avondmaal" en de Verheerlijking van Christus als Koning der Koningen. Men moet die kunstwerken natuurlijk zien in hun omgeving om ten volle er van te genieten. Een bijzondere voorliefde heeft de heer Lourijsen, naar hij ons vertelde, voor fresco schilderen, een kunst, die de roem van oud- Italië is, maar in ons land nog weinig be oefend werd. In het Sint-lgnatius-college te Amsterdam heeft de schilder eenige jaren geleden een heno voltooid, dat zeer de aandacht op zich fresco voltooid, dal zeer de aandacht in Ne derland in ecre hersteld een kunst, waarin Michel Angelo, Rafael, Leonardo da Vinei uitblonken, en die, na eeuwen van vergetel heid, weer meer toepassing vVidt. Het zou interessant zijn hier een beschrijving te ge ven van de methode, die dc schilder hierbij gevolgd heeft om het fresco gaaf en volkomen te doen blijven als de fresco's der grijze oud heid. Het zou ons echter te ver voeren. Ver meld zij alleen dat Lourijsen het fresco in het Ignatius-college geheel zelf verzorgde van het afbikken der muren af tot en met het penseelen der figuren in lijn en kleur. Zoo wel compositie als kleurenspel van dit fresco moeten zeer schoon zijn. Jammer dat de fresco-bewerking zoo duur is. Nog op een andere kunstuiting van dezen verdienstelijke artist willen we de aan dacht vestigen. In enkele kerken in Am sterdam en den Haag kan men altaren aan treffen ontworpen door Lourijsen en' uitge voerd in z.g. sectiel. De afbeeldingen, die wij er van zagen, too- nen aan wat prachtige kleureneffecten in dit materiaal kunnen bereikt worden. De te Delft werkende fabriek „De Porccleyne Fles" maakt zich op dit gebied zeer ver dienstelijk en levert juweeltjes van scctiel- arbeid af. Het is een soort tegei-werk, maar in de sectiel-techniek is de vierkante verdee ling der tegels, welke storend werkt in de tegeltableaux, vermeden. De vormen waarin de stukken porselijn-aarde gesneden worden, zijn in aansluiting met de lijnen van het ontwerp en verhoogen op deze wijze door het lijnenspel de voegen der decora tieve werking van het geheel. Een vereisch- te voor de ontwerpen, vaa in deze techniek uit te voeren composities is, dat zij, evenals dit voor de in glas in lood uit te voeren ont werpen het geval is, rekening dienen te hou den met den aard van het materiaal en dus in groote monumentale lijnen moet gehouden worden, met weglating van alle overtollige détails in de lijnen of kleurschakeeringen. Uit den aard der zaak is deze techniek zeer kostbaar en vindt daardoor weinig toepas sing. Toch zijn er prachtige tableaux aan de fabriek vervaardigd. Wij zagen in deze tech niek een fraaie Ecce Homo en wie een al taar in dit materiaal bewonderen wil kan dat vinden b.v. in de R. K. kerk aan de Vondeütraat te Amsterdogi. Uit deze korte opsomming blijkt het veel zijdig talent van den heer Lourijsen, die met zijn kunstenaarsziel het mozaïk, het glas-in- lood, het sectiel leven en begeestering geeft, Haarlem en omgeving, niet eens de handen ineen slaan en het onzen Bisschop en onzen Plebaan mogelijk maken ten hunner harte- wenschen vervuld te ziett, zoodat zij op dracht kunnen geven de in de doeken lig gende plannen te ontwikkelen? Wat zou dat een hecrl'jk besluit zijn van dit jubeljaar voor de Kathedraal! Als we eens begonnen met dc Sacraments kapel? Wie geeft den stoot? Na een bezoek gebracht te hebben aan den ouden heer Moet zijn we ook eens den pen ningmeester, den 80-jttrigen J. d. Bunt, Lange Anna straat 27, gaan opzoeken. We troffen hem nog in volle gezondheid aan, alleen de oogen waren slecht geworden, wal hem echter niet helelle nog een brief le schrijven, dien hij ons loonde als bewijs dat hij nog wel iels kon. We willen htm hier ook een paar bijzon- dei lieden, ook éigen ondervindingen, laten op halen. Wij geven hel woord aan dezen zegsman: In 1865 kwam ik, na 1 jaar als dragonder dienst le hebben gedaan met verlof terug en omdat ik ook graag naar Rome ging, schreef ik een request naar den Minister nn Oorlog om dienst te mogen nemen. Maar in de 2de Kamer zalen Baron v. d. Baaihoeve van Amersfoort en Kapitein Hal- mans, die beide- liberaal w aren en gedaan kregen, dat ieder, die als zoaaaf naar dim Paus ging cn terugkeerde hel burgerrecht zou verloren hebben Nu was er een mijnheer Nuijeiis, die al wal liij kon, deed, om voor ons verlof te krijgen. Wc moesten liet vierde gebod onderhouden, zeidc hij. En was dan de Paus onze vader niet? En als bij ons riep, moesten wij dan niet komen? Eindelijk, na drie jaar, mijnheer, kwam mijn toestemming. Op 3 November 1867, ik was er toon nog niet. maar ik weet alles toch precies, liet was 'op een Zondag, 's morgens zes uur, begon de «lag van Mcntun. De zouaven lagen ouder aan een berg, waar boven op de Garibaldislen geposteerd waren. Wanneer de zouaven naar boven scholen, waren ze allijd zeker wat te raken, maar de De dorstige Twaalf uur. Van het carillon op de Groole Markt beieren vroolijk d): klokketonen over de stad, gedragen op de deining van een zacht najaarswindje. Ik sta bij de tramhalte, hoek Smedestraat en Kruisstraal. Fietsers snorren in verschillende richtingen her- en derwaarts. Wandelaars, haastige voetgangers, een autobus, een groentewagen, het zoekt alles zijn weg in de groeiende drukte. Naast me blijven twee vrouwen stilstaan. Dc eene, een mantel over het wcrkschort geslagen (ze moest maar even de buurt in), met een dreumes vaa vier jaar in de gestalte van een wat groot uitgevallen rolmops aan de recht^hand, is in druk gesprek gewikkeld met haar vriendin, toevallig ontmeet op weg naar den aardappelenhandelaar. Als het gesprek heftig wordt en het betoog kracht moet worden bijgezet door het gebaar van de hand, laat ze het rolrond, stijf ingebakerd jongetje een oogenblik los. Heel gemoedelijk, alsof het de meest ge wone' zaak van dc wereld is, vleit heHrind zich op het trottoir neer, zóó dat zijn dik kopje juist boven de straatgeul komt, welke door een dienstbode, die er een paar emmers water in omgekieperd heeft, in een vlietende beek is herschapen. Het jongetje heeft dorst, hij schuift zielf nog een weinig vooruit, zóó ver, dat het oppervlak van het schrobwater onder het bereik van zijl* mondje valt. Dan zetten de roode lipjes zich in den züigstand en als hij reeds contact hééft met de lafe nis, schiet moeder toe, trekt hem met een ruk overeind cn voorkomt op die manier verder onheil. Een vlotte speech, vergezeld van de noodige klappen, is de belooning voo# dit stoute staaltje van enquilibrisme. Geheel passief laat hij zich na de af straffing door zijn moeder meetrekken, die druk bezig is, het onderbroken verhaal voort le zetten. Het carillon hectt opgehouden le spelen. Deerniswekkend klinkt het grienen van liet jongske in de drukke straat, vol verbazing aangestaard door dc voorbijgangers, die zich vergeófs verdiepen in de oorzaak van dit kinderleed. Garibaldislen, die van bovenaf schoten, kon den bijna geen mikpunt krijgen daar de zoua ven door kreupelhout en langs de boomen, die op de belling slonden, langzaam naar bo ven kropen. Te half twaalf werd door de Garibaldisten de witte vlag geheschen. Zooals ik zeide ging ik in 1868 naar Rome. Toen ik in Rome gekomen was werd ik afge richt en omdat ik al in dienst was geweest, was ik in 3 dagen klaar Daar ik nogal, zooals wij allen Hollanders, als zindelijk en netjes bekend stond, werd ik aangesteld als ordonnance en werd op de lijst geplaatst van degenen, die na volbrachten dienst naar Palestina zouden mogen gaan om hel graf van (onzen Zaligmaker le bezoeken, maar door den Fransch-Duilschcn oorlog van 1870 kwam er helaas niels van. Ik wil tl nog eens een staaltje uil mijn diensttijd vertellen. lil Monle Viescona, een stadje aan de grens van Piemonl waren wij gelegerd met 120 man en de Garibaldislen waren zóó dicht bij ons, dal wij des avonds hun wachtvuren konden zien branden. Ik was op post gesteld boven op den nfuur. Mijn consigne was, dal ik den post niet ver luien mocht, voor ik door den korporaal werd afgelost. Terwijl ik daar zoo op wacht slond, na derden de vijanden en probeerden den muur Ie bestormen. Ze braken de poort open en alles stormde naar binnen. Elk oogenblik kon ik vermoord worden loen ik in naam van Jezus, Maria en Jozef mijn geweer en ransel neerwierp en van den twaalf meier Imogen muur sprong. Eerst was ik versuft en loen voelde ik een stekende- j)ijn in mijn rechter voel en hel was me niet mogelijk op te slaan. Langen lijd bleef ik lig gen, sleeds mijn been wrijvend en biddend, dal ik maar mocht ontkomen. Eindelijk probeerde ik mij op Ie "richten en op mijn geweer steunend sprong ik vooruil. Zoo heb ik 16 uur voortgesukkeld, steeds maar door liet veld, daar de wegen door de Garibaldislen werden bewaakt, lot ik einde lijk in Vilerbo aankwam, waar een bezetting' lag van 850 man. Daar ik niel geschikt meer was voor infan terie, werd ik ingedeeld bij dc artillerie. Xu was ik wel dragonder geweest, maar dal is nog lang geen artillerist. We waren in Vilerbo. De vijand kwam sleeds dichter bij. Ons doel was toch Rome le behouden. We moesten daarom Vilerbo wel prijs geven en probeerden te ontvluchten. Ik moest een slak geschut wegvoeren. Na de paarden gezadeld en hel stuk vastgebon den le hebben, ging ik op weg, maar bij een bocht' in een slrual kantelde hel sluk. Er was niemand om mij le helpen, want alle huizen waren gesloten. Ten einde raad, daar ik toch alleen het stuk niet recht kon zeilen, maakte ik de paarden los en ging er mee vandoor. Toen ik de troepen bereikte, was de eerste, dien ik anlmoette, een I loliandschen luitenant, wien ik het gebeurde vertelde en die mij ant woordde: „Good zoo. jongen, eersl je zelf red den!" Dan trokken wij naar Rome, dat na 5 dagen be'egeriiig door verraad werd ingeno men. Onder al de zouaven waren de Hol landers liet groolst in aantal en ook de dap persten. Zoo zou ik-nog veel meer verhalen kunnen doen, die tl zouden doen zien, dat wij. Hol- klinische jongens voor geen kleinlje vervaard sva ren. Nog als den (lag van gisteren kan ik mij herinneren hoe we nu afloop van onzen diensttijd langs Zwitserland en DuilschJand in Maastricht aankwamen. Daar was een reus achtige menigte om oils te begroeten. Ik wil u nog een aardig voorval vertellen, dpi we daar hadden. Er stonden ïnarephaussè's te paard. Daar trekt er een zijn sabel en schreeuwt „Leve de Zwijnen" en in hetzelfde oogenblik was hij een zandruiter. In 'I geheel zijn er 20 uil Haarlem naar Ilalfë gegaan. Toen wc teruggekomen waren, hebben wij een bond gevormd. Ik werd penningmeester cn voor ons geld hebben wjj oen prachtig vaandel gekregen, dat we steeds met processies meedroegen. Nu kan het helaas niet meer meegedragen worden, omdat wij vieren, die nog over zijn, allen li ulpbehneven d zijn. B. en W. vSn Haarlem maken bekend, dat door hen aan de exposanten van de ten toonstelling van dc afd. Haarlem en Omstre ken der Ned. Verecniging van Huisvrouwen in het Brongebouw, ingevolge liet bepaalde bij artikel 14 der Verordening op de Win kelsluiting ontheffing is verleend van de ver bodsbepalingen dier verordening in dier voe ge, dat de winkels op die tentoonstelling van 29 September tot en met 7 October 1923 tot 10,'1 uur n.in. mogen geopend blijven, daarin J KoiliflJiStraat mag worden verkocht en het verkochte mag worden medegenomen. Er is op dit oogenblik een actie gaan<jv van bewoners'der Gedempte Oude Gracht tusschen Verwulft en Zijlstraat om de Maan dagsche Markt, die daar wordt gehouden, /erplaatst te krijgen naar een ander oord n de stad. Die Maandagsche Markt veroorzaak aan vele bewoners daar ontegenzeggelijk veel ongerief en de gronden, die voor ver- pl^^sing worden aangevoerd, zijn dan ook weTte onderschrijven. De moeilijkheid echter is om een andere geschikte' plaats te vinden, nog daargelaten dat ook de bewoners van de nieuw uit te verkiezen plek dezelfde bezwaren zullen .anvoeren als de bewoners van de straat waar de markt nu wordt gehouden. Alle plaatsen zijn niet geschikt voor zulk een Markt. Zoo b.v. de Dreef niet, omda< aan een markt meer vast zit dan men zoc denken zou oppervlakkig. B.v. moeten c. koffiehuizen van 'n beoaald tvoe zijn, opslag plaatsen voor de kramen en overgebleven goederen. Een uitmuntend terrein zou zijn de open vlakte aan den Kinderhuissingel, maar daar tegen pleit alweer dat dit slechts een tijde- ijke oplossing zou zijn, omdat het verwachten is en, met het oog op oen ^UT gekochten grond, ook niet te hopen, da dit terrein tot in lengte van jaren onbe bouwd zal blijven. Intusschen is het marktvraagstuk in Haar lem urgent. Behalve de Maandagsche Markl vragen nog andere markten een oplossing Op de groentenmarkt aan den Kouden- horn kan het soms zoo druk zijn s morgens, dat het verkeer er eenvoudig gestremd is. Verder is er de bloemenmarkt van "heesters en planten, die aan de Raaks wordt ge houden, de bloemenmarkt aan het Ver- wult e. a. Wanneer dat alles nu eens goed kon ge regeld worden, dan zou het marktvraagstuk in Haarlem een heel eind tot een oplossinf worden gebracht. Met al deze kwesties echter houdt ook verband, dunkt ons, de oplossing van de kwestie der Infanterie-kazerne. Wanneer deze terugkomt in gebruik bij de gemeente, 'an gaan wij een eind in de 'goede richting .aar een algeheele oplossing van de kwestie. Maar de actie dér Oude Grachters moge en aanleiding zijn het heele marktvraagstuk onder de oogen te zien. Een vriendelijke lezer maakt ons naar leiding van den inhoud van het ..Damiaatje van gisteravond, er op attent, dat wel dege lijk verleden jaar zeer veel moeite is gedaar o.m. door den heer v. Gasteren om de Six- tijnsche kapel ook hier in Haarlem te krij gen, doch het antwoord op zijn verzoek was, dat de Haarlemmers maar naar Amsterdam moesten komen. Dit vond wel eenigszins zijn grond dunkt ons in het feit, dat toen de Sixtijnsche kapel op haar wereldreis was en de tijd, welke voor Nederland beschikbaar was gesteld beperkt was. Nu echter dc Six tijnsche kapel wegens de enthousiaste ont vangst van verleden jaar het bezoek aan Ne derland heeft willen herhalen ware het te hopen, dat ook bij de uitbreiding van heJ programma Haarlem niet zou worden ver geten. Barometerstand 775. Vooruit OPGAVE VAN: Van 13 tot en met 23 October a. s. zal in 5 der kerken alhier een H. Missie wor den gehouden. Naar wij vernemen, zullen in de verschil lende kerken de volgende Eerw. Paters de predikaties houden. St. Bavo. Eerw. Paters v. Keulen, .Jone- bloedt, v. Dam en Loos, allen S. ss. R. St. Jozef (vermoedelijk). Eerw. Paters Smit, Krone, v. Baerle en Busch. allen C. S3 R. O. L. Vrouw v. d. Atlerh. Rozenkrans. Eerw. Paters Philippine, Janson en Mulders, allen C. ss. R. H. Antonius v. Padua. Eerw. Paters Ph. Sweep, ^uidgeest, Jelgersma en Snoeks, allen O.'T. M. H. Hart v. Jezus. Eerww. Paters Thunis- sen en Slreefzand, allen O. F. M. Op voorstel van Burgemeester en» Wet houders heeft de gemeenteraad van Haar lemmermeer in dc maand Januari 1923 een geheel nieuwe verordening vastgesteld lot regeling van de geneeskundige armenzorg en tot herziening van de instructie vnor dc gc- meente-geneesheeren en gemeente-vroed vrouwen. In deze regeling is geprobeerd het be ginsel der vrije artsenkeuze ook voor Haar lemmermeer in toepassing te brengen. Hiertegen waren bezwaren ingebracht door het bestuur van de Huisartsenorgani- salie te Utrecht, welk in openbare vergadering door Gedeputeerde Staten zijn behandeld geworden. De Huisartsenvereeniging had zich niet deen vertegenwoordigen, terwijl de burge meester mr. A. Slob aanwezig was om het standpunt van den gemeenteraad nader te verdedigen. Daarbij kwamen ook enkele bezwaren ter sprake, welke door den inspecteur der Volksgezondheid "dr. Aldershoff uit Utrecht waren verteld, doch die niet van zoodanig gewicht bleken te zijn, dat een getedkeuring daarom zou moeten uitblijven. Wanneer deze besluiten worden goedge keurd zal dit de eerste gemeente zijn in Noord-Holland, waar de vriie artsenkeus ook voor armen wordt ingevoerd. B. en W. stellen stellen voor hen te toachtl gen om nieten eigendom te aanvaarden een gedeelte grond, groot pl:m. 58 A... gelegen aan den Kloppersingel, hetwelk is bestemd voor openbaren weg. B. en W. stellen voor hen te machti gen om niet in eigendom te aanvaarden eer, gedeelte grond, groot pl.m. 82 c. A., ge legen aan den Kloppersingel, welke grond ingevolge het plan van uitbreiding, vastge steld bij Raadsbesluit van 27 Aug. 1919, is bestemd voor openbaren weg. B. en W. stellen voor met ingang var 1 September 1923 tot leden van de Com- missie van Beheer voor den Stadsschouw burg te benoemen de heeren M. Mercm J. (M. C. Hoog, en J. Joosten. Dit in ver- band met het periodiek aftreden der tegen, wóordige leden. Personalia. B. en W. stellen voor tot benoeming van tijdelijk onderwijzend per soneel aan de vervolgcursussen No. 1 en 2 alhier voor het tijdvak, gerekend van 1 Sept. 1923 tot 1 Sept. 1924, te benoemen: A. aan den Vervolgcursus No. 1: a. tot tijdelijk onderwijzer, de heeren: M. A, van Heuven, J. D. Boes en D. Peere- booni; en b. tot tijdelijk onderwijzeres, de dames: M. H. Veldheer, C. J. Jenny Weverman, E. Elffers en E. W. P. Troll—Van Schaik. B. aan den Vervolgcursus No. 2: a. tot tijdelijk onderwijzer, de heeren: W. W. Weide, J. Schoevers en J. Panman, en b. tot tijdelijk onderwijzeres, de dames» wed. H. L. E. UitermarkHulshoff, J. van Gelder, J. E. E. Bekker en E. W. P. Troll Van Scnaik.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 1