Brieven uit Frankrijk. BUITENLAND BINNENLAND Tweede Blad 3 October 1923 Gedelgde schuld. ih Parijs, 26 September 1923. Mr. P. v. S. De Britsche Rijksconferentie; belangrijke redevoeringen. Een ont hulling van de Daily Telegraph over de ontmoeting van Baldwin en Poincaré. De toestand in het bezette gebied is nog critiek. De ge zondheidstoestand van prinses Giovanna van Italië. Onder de Telegrammen: Regeeringscrisis in Berlijn; de Rijksdagszit ting voor onbepaalden tijd uitgesteld; de rijksminister van economische zaken, Von Raumer, afgetreden. Een rede van Smuts op de Britsche Rijksconferentie over preferentieele rechten. Weer een aardbeving in Japan. Felle verkiezingsstrijd in Oklahoma; de gouverneur, bestrij der van de Ku Klux Klan, lijdt de nederlaag. Giü. BU1TENL. BERECHTEN. DE SALARISSEN DER RIJKS AMBTENAREN. BIHNEiLAHBSeH HIEÖWS. FEUILLETON I. De ijvefige man was namelijk gewoon, 's avonds, wanneer hij van zijn bureau kwam, Gaarne, antwoordde de vluchteling de HET DURE LEVEN. Wel heel vroeg is dit jaar de herfst inge reden. Regenbuien, maanden lang uitgeble ven, trachten thans hun schade in te halen n de bladeren vallen, zonder den tijd te hebben gehad hun zomergewaad voor het goudkleurige herfstkleed te verwisselen. En- kele mooie dagen mogen wellicht nog in het ivooruitzicht zijn, meer dan een toegiftje be- 'loven zij niet. En als over enkele weken de wintertijd zijn entree wederom doet, dan is het afscheid van den zomer volkomen. Ieder jaar opnieuw, zit er iets weemoedigs 'in dat wisselen der seizoenen, in dat tege moet gaan van den winter, die eerst zijn eigen bekoring ons bijbrengt als de over gangstijd is doorgemaakt, als wij er midden in zitten. Die weemoed is niet alleen gebaseerd op ,schoonheidsoverwegingen, op het hervatten der werkzaamheden na blijde vacantiedagen op herinneringen aan dankbaar doorleefde uren in Gods vrije natuur, zij vindt ook haai grond in zuiver materieele redenen. Het du re leven vooral doet velen met schrik een winter tegemoet gaan, die hooge eischen zal stellen aan het financieel beleid der huis vrouw, hoogere eischen dan de zomer met zich brengt. Wij denken allereerst aan de brandstof, noodig om de van den zolder ge haalde kachels te stoken en te maken tot het middelpunt van die echt-wintersche ge zelligheid. Wie niet eenigszins vooruit heeft ge zorgd, zal het ondervinden, dat de kolen- prijzen hier althans met schrikbarende spron gen zijn omhoog gegaan en nog lang niet hun hoogtepunt hebben bereikt. Wat voor Frankrijk geldt, is voor Nederland vrij ze ker eveneens van toepassing. Geven wij en kele voorbeelden ter illustratie. De Engel- sche Anthraciet is van 340 frs. het vorig jaar, tot 410 frs. per 1000 kilo gestegen. De eierkolen van 163 frs. tot 244 de gewone steenkool van 238 tot 292 de cokes van 15.75 tot 10.50 en het brandhout heeft prij zen bereikt, zuiver uit den weeromstuit, tot !nu toe hier ongekend. Wij willen er ons dit maal niet in verdiepen of de Roerbezetting 'op deze prijzen van invloed is of wellicht speculatieve belangen een woordje meespre ken, wij constateeren slechts het verschijn sel. Wie nog geen brandstof heeft ingeslagen, geef ik den goeden raad zich te haasten, j Maar niet alleen de brandstoffen, ook de levensmiddelen kondigen zich met ver hoogde prijzen aan. Een al te droge zomer heeft den tuinbouw groote schade bezorgd. De teelt is bedroevend en de anders in dit seizoen wel voorziene stalletjes der markt venters vertoonen 'n poveren aanblik. Melk en boterprijzen, hier steeds veel hooger dan in Holland, bedragen 1 fr. per liter en onge veer 8 frs. per pond, terwijl een dozijn ver- sche eieren met 7.50 frs. moet betaald. Zelfs indien wij rekening houden met de Nederlandsche wisselkoers zijn deze prijzen ontzaggelijk hoog. Voor den Franschman met een middelmatig inkomen kondigt zich inderdaad de winter niet zonder zorg aan. Frankrijk was het land waar men uiterst bil lijk en goed kon leven, is na den oorlog ge worden tot een van de duurste landen. Het brood, hoofdbestanddeel van de volksvoe ding, is, zal men mij tegenwerpen, in de laatste weken in prijs gedaald. Ongetwijfeld; maar vooreerst in weinige beduidende mate en vervolgens bestaat de redelijke vrees, dat binnenkort de broodprijzen wederom de hoogte zullen ingaan. Rechts is de marktprijs van het meel gestegen in het vooruitzicht van een wel bevredigende maar niet vol doende oogst, om uit eigen voorraden de broodvoorziening te verzorgen. Het buiten land zal te hulp moeten komen, de franc daardoor eenigszins deprimeeren en den le- vensstanddaard eveneens beinvloeden. Kan het anders of men zoekt naarstig om de dure levensmiddelen door meer billij ke te vervangen Het is zeker daaraan niet op de laatste plaats toe te schrijven, dat de vischweek te Boulogne in zeer breeden kring de aandacht heeft getrokken en men van de visch verwacht, wat het kostbare vleesch niet kan geven. - Reeds onmidellijk na den oorlog heeft men het vischverbruik willen aanwakkeren. Het feit, dat meer dan 80.000 visschers de Fransche kusten bewonen, moest voldoende zijn dit land met vischvoorraden te over- stroomen. Het tegendeel is het geval. De Fransche visscher vraagt 2 maal minder dan een Duitscher, 3 maal minder dan een Engelschman en blijft ook verre ten achter bij den Nederlandschen visscher. Dit is zeer zeker niet gelegen in zijn min dere bekwaamheid of uithoudingsvermogen. De hem ten dienste staande vischtuigen zijn verouderd en het Fransche vischwezen heeft geen gelijke tred gehouden met dat in het buitenland. Op een aantal van ruim 23 000 visschersbooten, zijn er nauwelijks 500 stoom arwlers. En deze laatste zijn de eenige, die een ruime vischvangst verzekeren, het visschen in diepe zeeën mogelijk maken. Hierin verbetering te brengen is een der be' langrijkste punten geweest op het zeer ge slaagde congres te Boulogne. Het is niet voldoende dat de voedingswaarde van visch gesteld wordt boven die van vleesch dat de gezondheid door vischgebruik wordt gediend dat de prijzen lager kunnen zijn dan die van vleesch, het is vooral noodig dat de aanvoer rijkelijk is en het vervoer over het geheele land goed georganiseerd. Beide laten tot nu toe nog veel te wenschen over. De statistiek wijst uit, dat ongeveer drie kwart van de Fransche bevolking niet in de gelegenheid is zich geregeld van visch te voorzien. Tenge volge hiervan, zal het zelfs bij een betere re geling heel wat moeite vereischen den Franschman aan gebruik van visch te doen gewennen, hem met de bestaande gewoon ten te doen breken. Als men weet welke bedroevende uitkomst de invoer van bevro ren vleesch heeft opgeleverd, dan valt het te betwijfelen of een geregeld vischverbruik spoedig burgerrecht zal verkrijgen. Wat men bij ons van een boer zegt, geldt heel sterk voor den Franschman, wat hij niet kent, dat lust hij niet. Te Boulogne was men evenwel hierom trent optimistisch gestemd, te meer waar 't dure leven, graag of niet, velen er toe zou overhalen. Eet men niet bij gebrek aan brood, korstjes van pasteien. Een punt lijkt mij, ook voor Holland, nog belangrijk aan te stippen, uit de wenschen op dit congres naar voren gebracht. En wel de noodzakelijkheid de stoomtrawlers kolen te verschaffen tegen zeer gereduceerde prij zen van Rijkswege. Het is vooral de brand stof die gevaar oplevert de vischprijzen om hoog te voeren en het trawlerbedrijf niet te ontwikkelen. Men sprak van een 50 pCt. reductie. Het op groote schaal inrichten van visch- bakkerijen, gelijk men deze in Engeland kent, zou er tevens wel toe kunnen bijdra gen het vischverbruik te populariseeren. Eerst als de visch overvloedig ter markt aanwezig is en niet alleen theoretisch maar ook practisch goedkooper is dan vleesch, zal het volk in dezen tijd van duur leven er wel aan gewennen. „De visch wordt duur betaald," in den geest door Heijermans eens geschreven, zal steeds waarheid blijven, in werkelijken zin is dit onnoodig in een land, waar het aantal visschers uitermate groot is, de visch aan wezig, alleen de middelen de vangst te ver beteren en het vervoer, om herziening vra gen. Het moge niet te vergeefs zijn dat hier op bij de Regeering in Boulogne is aange drongen. De goede vischvoorziening kan een belang rijk lichtpunt zijn in de duisternis van het dure leven, waarvan ik slechts heel in het kort enkele verschijnselen heb kunnen toonen. De politieke wereldverhoudingen zijn er niet naar, om spoedig een terugkeer van 't normale vóóroorlogsleven te verwachten Zelfs een vriendschappelijke ontmoeting van Baldwin en Poincaré zal daarin voorloopig geen verandering brengen. Hiertoe is heel wat meer noodig. DE BRITSCHE RIJKSCONFERENTIE. De redevoeringen -bij dc opening op de Rijksconferentie uitgesproken, worden nu volledig in de bladen weergegeven. De ant woorden van de vertegenwoordigers van de overzeesche gewesten kenmerkten zich door hartelijkheid. Bijzondere waarde wordt ge hecht aan de rede van Cosgrave, den voor naamste afgevaardigde van den Ierschen Vrijstaat, die zijn plaats in den rijksraad heeft ingenomen als zelfregeerend Engelsch gewest. Cosgrave zeidc: „Wij zijn op deze conferentie bijeengekomen in goed vertrou wen en met den oprechten wensch om voor zoover in ons vermogen is mede te helpen aan de oplossing van vraagstukken, die ter tafel zullen worden gebracht en te goeder trouw en met goeden wil zullen wij ons ge- leelle van de taak volbrengen, die gij van uw kant met trouw en eere in het verleden hebt vervuld met het bewustzijn, dat het alleen door deze groota eigenschappen mo gelijk is voor ons het gewenschte doel te bereiken. Het is voor mij werkelijk een ge noegen hier te zijn en getuige te zijn van zulk een hartelijke ontvangst. Wij zijn ons ibewust van onze verantwoordelijkheid en wij zijn bereid om de lasten over te nemen en mede te helpen dragen welke gemeen schappelijke lasten zijn, Generaal Smuts, premier van Zuid-Afrika, merkte op, dat Baldwin een donker beeld had gegeven van den toestand van Europa maar, zeide hij, ons gemeenebest is er ook nog, het heeft vele stormen doorstaan en het heeft in de wereldgeschiedenis vele groote voorbeelden gegeven en de tegen woordige toestand in Europa eischt meer dan ooit bij eenige vroegere gelegenheid zijnerzijds een groote vereenigde poging. Ik vertrouw, zcide hij, dat het werkelijk zijn gewicht in de schaal zal willen werpen en een groot aandeel op zich nemen voor dc oplossing van vraagstukken, die de geheele wereld raken. Ons gemeenebest is zeer groot en machtig. Het Britsche rijk kan een kracht ontplooien zooals vermoedeijk heden ten dage geen ander lichaam in de wereld vermag, om de wereld weder op te heffen en ik ben verlangend, voor zoover het kan worden gedaan met goeden wil en stand vastigheid, dat welke invloeden er ook in het Britsche rijk mogen zijn, deze groote machine met haar hoogste spanning wordt gebruikt teneinde ^behulpzaam te zijn bij dc regeling van den Europecschen toestand. Er is voor ons geen aanleiding een blad voor den mond te nemen. Eeuwen door heeft dit land bij elke kritieke gelegenheid in de ge schiedenis van Europa gesproken met gezag en andere volken hebben steeds tenslotte naar die stem moeten luisteren. Mijn wensch is dat bij een eenige gelegenheid als deze wij wederom doen wat vroeger gedaan is en dat wij onze stem laten hooren en waar naar geluisterd zal worden met betrekking tot de aangelegenheden van de geheele wereld. Hij drukte zijn oprechte instemming uit met de Engelsche politiek tot het betalen van de Amerikaansche schuld en merkte op dat sommige volkeren hun schulden tegen woordig tamelijk luchthartig schijnen op -te nemen, maar het Britsche rijk is zijn over eenkomsten steeds nagekomen. Deze schuld vormt echter een Ondragelijken last voor Engeland, zoolang de handel niet hersteld is. Het was daarom een eerste plicht het herstel van den Europecschen vrede en d wereldhandel te verzekeren. Met betrekking tot de uitbreiding van den handel tusschen de rijksdeelen zeide hij dat Volgens zijn meening zonder eenige revolutionflaire af wijking van de totdusverrc door Engeland gehuldigde liscale politiek zeer veel kan worden gedaan om den onderlingen handel aan te kweeken en hij hoopte, dat de con ferentie een groote vooruitgang in die rich ting zou hebben te boeken. DE BRITSCHE OECONOMISCHE RIJKSCONFERENTIE. De eerste bijeenkomst van de oeconomi- schc conferentie, die gelijktijdig met de Rijksconferentie wordt gehouden, heeft gis teren plaats gehad. Lloyd Graeme, voorzit ter van het ministerie van handel, presi deerde en verscheidene eerste-ministers en andere staatslieden van de dominions wa ren aanwezig. Een groot aantal vraagstuk ken zullen worden besproken, waaronder die van de landverhuizing en vele andere, betrekking hebbende op den handel van het rijk. FRANKRIJK EN DUITSCHLAND. In Duitschlands toestand is ten opzichte van Frankrijk geen wijziging gekomen. De stap door Malzahn bij het Fransche gezant schap te Berlijn gedaan, ter verzekering, dat de regeering alle besuiten, die in dg Roer tot verzet aanspoorden, heeft inge trokken, maakt niet veel indruk, daar, ge lijk Poincaré Maandag nog te Bar-le-Duc opmerkte, eenige regelingen dienaangaande van kracht bleven. Voordat Duitschland ook deze ongedaan maakt, kan Frankrijk geen besprekingen aanknoopen. Intusschen houdt men vooral het oog op het bezette gebied. Het aantal dooden ten gevolge van de schietpartij te Dusseldorf wordt op 17 opgegeven. Telegrammen van daar lichten nader toe. dat ze door de Duit- schers nauwkeurig was voorbereid en ze het separatisme in de hand werkt. Links waar schuwt de Fransche regeering tegen de ver antwoordelijkheid, die ze aldus op zich laadt. De Humanité verneemt uit Berlijn, dat de Franschen treinen voor dc betoogers be schikbaar stelden en neemt de Duitsche le zing over dat de laatsten de opstootjes uit lokten door te beginnen te schieten. Van de werkhervatting in de Roer is blijk baar nog weinig merkbaar, althans bij dc ar beiders. De beambten daarentegen- schijnen wel daartoe geneigd. Het Journal verneemt uit Mainz, dat de hdoge geallieerde commis sie te Koblentz spoedig de vertegenwoordi gers van den Rijnhandel zal samenroepen om een oplossing van de occonomische proble men, die zich zullen voordoen, te overwe gen. Thans wordt de voorraad leeftocht in het Rijnland opgenomen. Duurte, schaarschte in de levensmiddelen, werkloosheid en geld gebrek zullen een kritieke periode in het leven roepen. Orders zijn gegeven om in Frankrijk belangrijke voorraden eetwaar op te stapelen. Zoo noodig zou het Rijnland In 24 uur kunnen geravitailleerd worden. Frankrijk en België zullen zich niet tegen het weder in, dienst nemen van bepaalde Duitsche ambtenaren verzetten; ze moeten echter van Rijnschen oorsprong zijn. Ook de spoormannen zullen individueel, naar ge lang van de behoeften weer aangesteld wor den. De leiding zal bij de Franschen en de Belgen blijven. Dit beheer moet weldra tot de andere .geallieerden uitgebreid worden. EEN ONTHULLING VAN DE DAILY TELEGRAPH. Baldwin's rede tot opening van de rijks conferentie werd vooral met spanning tege moet gezien, doordat men nadere verkla ringen Over zijn onderhoud met Poincaré verwachtte. Die verwachtingen zijn niet ver vuld. Baldwin's rede bevat de gewoqe zin sneden over de onmisbaarheid van de en tente voor het totstandkomen van een Euro- peeschc regeling en herhaalde verder in andere woorden zijn opmerking uit de vo rige rede tc Northampton. Evenwel kornt de politieke opmerker van de Daily Tele graph, die den laatsten tijd meer opzien barende explicaties publiceerde, met een onthulling, lnstede van dc van zekere an dere zijde gepropageerde meening, volgens welke het Parijsche communiqué over het onderhoud met Poincaré eigenlijk niets zou betaekenen, hangt deze schrijver de meening aan dat het communiqué inderdaad een document van de hoogste politieke betec- kenis was. Nu. zegt hij, kan het feit onthul len dat die beteekenis zelfs grootet is dan oorspronkeijk geloofd werd. Het communiqué namelijk drukte des pre miers oprechte overtuiging uit, dat tegen een goede verstandhouding met Frankrijk geeiv essentieele hinderpaal bestaat en die over tuiging was mogelijk doordat niet alleen Poincaré, maar ook Millcrand hun woord verpandden, dat het doel der Roer-bezetting uitsluitend oeconomisch is en dat noch een annexatie van Duitsch territoir noch een scheuring van het Duitsche rijk in het plan ligt. Zoo zonder reserve gegeven, stelden deze verzekeringen Baldwin in staat zijn politiek overeenkomstig de formule; „Maak vrede ten einde den handel te ontwikkelen". UIT HET BEZETTE GEBIED. Dc vakvereenitfingen van spoorwegperso neel in het district Essen hebben besloten den dienst niet te hervatten, zoolang de Franschen hun voorwaarde van het afleggen van een eed aan de Fransch-Belgische regie handhaven en weigeren aiie verbannen spoorwegmannen te verdunnen terug te keeren. Dit besluit is de Fransche spoor- wegregic telegrafisch meegedeeld. Dienten gevolge zijn de onderhandelingen afgebro ken. Tc Dusseldorf is de rust weergekeerd. De vrees voor communistische relletjes is on gegrond gebleken. Hier en daar hebben se paratisten nog getracht winkels te plunde ren, doch dat is hun overal door de politic en dc Fransche patroeljes, die voor de orde waken, belet. Schouwburgen en andere plaatsen van vermaak zijn gesloten. Het sluitingsuur der café's is nog vervroegd, tot 10 uur 's avonds. Herbergen moeten al om 9 uur gesloten zijn. 't Straatverkeer is van 's avonds 10 tot 's ochtends 5 uur verboden. Uit de gevangenis Derendorf zijn Zondag 150 gevangenen, gebruik makend van de verwarring tengevolge van dc separatisti sche relletjes, uitgebroken. Onder hen wa ren eenige zware misdadigers. 125 zijn later weer gevat, 25 zijn nog zoek. Dc Fransch-Belgische douane tc Vaalser- kwartier heeft op een Nederlandsche vrouw een bedrag van 514 trillioen papiermark in beslag genomen. Het geld scheen bestemd om het lijdelijk verzet in het Roergebied te steunen. De vrouw kon over de herkomst van het geld geen aannemelijke verklaring geven. DE OVERROMPELING VAN KüSTRIN. Tc Küstrin is het ibij een poging tot ontzet van de in het tuighuis omsingelde oproer lingen tot een kort vuurgevecht gekomen, waarin de bende oproerlingen, die de ont zet-poging ondernam, dooden en gewonden liet liggen. De rijksweerbaarheid heeft tot dusver geen verliezen geleden. De oproer lingen in het tuighuis zijn geheel van de buitenwereld afgesneden. Een ontwapenings actie is gaande en de omstreken van Küstrin worden van rebellen gezuiverd. MEMEL. Volgens een verordening van den gevol machtigde van Litauen voor het gebied Me- mei zal de tegenwoordige raad van state worden ontbonden en als landsraad worden geconstitueerd. De landsraad zou het Me- melgebied vertegenwoordigen en terzijde worden gestaan door den gevolmachtigde van Litauen. Het reglement voor den lands raad moet door dezen gevolmachtigde wor den goedgekeurd. De tegenwoordige raad van state telde 32 leden, die de verschillen de groepen der bevolking vertegenwoordig den. DE FASCISTISCHE PARTIJ IN ITALIË. Volgens Romeinsche bladen, die in be trekking tot dc regeering staan, zijn de ver onderstellingen, die men in het buitenland maakt omtrent het aftreden van den secre taris-generaal der fascistische partij, onjuist. De oorzaak van het aftreden is, dat men Rocca wegens de polemiek met zelfstandig optredende leden vooral in de provincie, uit dc partij heeft gestoolen. Aangezien bijna de geheele partij hier tegen was, heeft Mus solini den secretaris-generaal gelast, de uit stooting van Rocca ongedaan te maken of anders af te treden. Deze heeft' daarop dit laatste gekozen. Het ging dus om een zaak van zuivere partijtucht, die met de buiten- landsche politiek der regeeriftg niets heeft uit te staan. KEMAL PASJA OVER „DE TURKSCHE REPUBLIEK." Een correspondent van de Neue Freie Prcsse heeft te Angora een gesprek met Kemal pasja gehad, die zeide. dat Turkije een republiek wordt met een president, een regeerings-chef en verantwoordelijke minis ters, waarbij de souvereiniteit uitsluitend eigendom van het-volk wordt. Angora wordt de hoofdstad; de na den oorlog ontworpen grondwet is nog niet voltooid. Het aanknoo pen van nauwe betrekkingen met geheel Europa is voor het nieuwe Turkije dringend noodzakelijk. UIT SPANJE- Het proces tegen de moordenaars van Dato is begonnen. Van de 9 beklaagden zijn er acht aanwezig. Het directorium heeft een proclamatie tot de werkgevers gericht, waarin het zegt zich tegen eiken aanslag op dc rechten van de patroons te verzeten en dezen uitnoodigt de rechtvaardige, en billijke verlangens der ar beiders niet tegen te gaan. DE TOESTAND VAN PRINSES JOHANNA VAN ITALIË. Du complicatie waaraan prinses Giovanna (Johanna) van Itafiê lijdt, is dat zich na den ingewandstyphus, die zij doorstaan heeft, een darmbloeding heeft voorgedaan, gepaard met verschijnselen van peritonitis. De doc toren zeggen, volgens de laatste berichten, dat het leven van de 16-jarige prinses aan een draadje hangt en er zeer spoedig een keer in den toestand moet komen. Volgens een telegram uit Racconiggi aan de Stampa is er een verbetering in den toe stand van de prinses ingetreden, zoodat een operatie nog uitgesteld kan worden. DE KINDERNOOD IN FRANKRIJK. Het vijfde nationale congres betreffende de nataliteit in Frankrijk, dat te Marseille gehouden is, had naar een Fransch hlad op merkt, een petitie naar de regeering moeten zenden, verzoekende dc wet van 29 Nlvöse van het jaar XII, die nimmer ingetrokken, maar totaal vergeten is, toe te passen. De wet bepaalt, dat wanneer er in een gezin zeven kinderen zijn, een op staatskosten moet worden opgevoed. Het blad meent, dat deze wei op nuttige wijze de wel zeer ma gere Keurzen, die er voor talrijke gezinnen zijn ingesteld, zou kunen versterken. HET RECHT IN FRANKRIJK. DieÏ9tal uit „licide" is niet strafbaar. Dc kassier van een Amerikaansch reis bureau tc Parijs, een jongmensch, dat er een vriendinnetje op nahield, dat geweldig veel geld aan kon, bestal in twee jaar tijds de kas van het bureau voor 475.000 frank. De diefstal werd ontdekt en de jeugdige dief gepakt en vervolgd. De gezworenen der Seine hebben hem eenvoudig vrijgesproken. Wat Clément Vauiel van het Journal aan het peinzen heeft gebracht De advocaat van den beklaagde heeft te recht, zegt hij, nadruk erop gelegd, dat de directie van het Amerikaansche reisbureau in haar toezicht op den gang van zaken zoo zeer te kort is geschoten, dat zij medeplich tig aan het misdrijf geacht kan worden. Maar de gezworene hebben den jeugdiger, kassier ook vrijgesproken omdat zij ook zijn passie voor het dure vriendinnetje als een verontschuldiging hebben laten gelden. Vau iel ziet hierin een nieuwigheid, die de aan dacht verdient. Totdusver, zegt hij, sprak de jury alleen den minnaar vrij, die zijn mai- tresse gedood had; „zij weerstond mij, ik heb haar gedood!...." Nu hebben de ge zworenen hun ontkennend antwoord ook uitgestrekt tot den jonkman, die zegt; ik heb gestolen om aan de grillen van mijn vriendinnetje te voldoen. Maar wanneer dan de „passioneele diefstal" verontschuldigd wordt, waarom wordt dan altijd de arme duivel veroordeeld, die in een eethuis, wan neer hij zijn maag vol heeft, bekent, dat zijn beurs leeg is. Misschien is de honger een meer dringende behoefte dan de liefde. DE RUSSISCHE LUCHTVLOOT. Sedert een half jaar worden er in Rusland inzamelingen gehouden voor dc stichting van een luchtvloot. Dagelijks werden oproepen verspreid om giften te geven, doch bij de geringe waarde van het Sowjetgeld is tot nu toe niet veel ontvangen. De Moskousche bladen zijn thans een nieuwe campagne be gonnen om een grooter ibedrag bijeen tc brengen. Zoo publiceert de Prawda thans een lijst van verschillende namen waarbij telkens een aansporign wordt gegeven voor ieder met name genoemd persoon om een zeker bedrag voor dit doel te offeren. Het orgaan van de Alg. R. K. Ambt.-Ver. bevat een hoofdartikel, waarvan dc bedoe ling schijnt te zijn, dat hierin striid gevoerd wordt tegen de voorgenomen verlaging der ambtenaars-salarissen. Ten tooneele worden gevoerd ..met rin kelende bellen aan het kleed en de nar renkap op het hoofd" Parcival. vervolgens Harraden, Nietzsche, de zalige Benedictus Labre, de heilige Hubertus. Franciscus vin Assisic, Vincentius en Alphonsus. Lenin en Trctsky, dc „Maasbode de „Nederlander", „Patrimonium", de „krant der tale Kanaans en der kleine luyden", het „plechtige libe rale grootblad uit de straat van den nooit verwonnen admiraal mijner vaderstad", ver moedelijk de „Standaard" en de „N. Rott. Crt." en de „Notekraker". De heeren Ruys de Beerenbrouck, S. A. Maas. De Visser, |Smeenk, Troelstra en Colijn, plus de Room- sche Kamerfractie, genieten de eer der ver melding. Het artikel eindigt, zonder eenige over drijving: „En wanneer wij dan tóch teruggedrongen worden naar de sloppen en de stegen en de vlieringkamers, die deze samenleving in haar aandoenlijke bezorgdheid zelfs den meest vernederden nog biedt, wat zullen wij dan doen? Wanneer wij er niet in zullen slagen, om voor goed den greep te keeren. die het sjovele stukje brood weggritst van het ihord van ons kind. wat zullen wii doen? Wanneer de schoentjes klompen worden, de boter margarine, de eerste verdieping- vóór: drie-hoog-achter. de kapokmatras een stroozak, de melk stijfselwater, het linnen boord gummi, het overhemd 'n boezeroen, het spichtige stukje vlee^h spek, wat dan? Dan zullen we gaan schrijven, schrijven op alle muren, aan alle wanden, in alle bladen, tijdschriften en organen, schrijven als klinkend protest tegen de overweldiging onzer rechten, en we zullen ons daarbij be dienen van een schrift, dat om met den Duifschen dichter te spreken zelfs blind geborenen ziende zal maken. De heer Colijn en de heer Ruijs, ja, de heer Ruijs opk, zij hebben wel degelijk het ge schreven recht en wat nog meer zegt, de macht' aan hun zijde, om van het den amb tenaren te ontnemen geld voor de staatsge- meenschap een akker te bereiden, waarop straks de welvaart welig tieren gaat. Maar in ons oog zal die akker nooit an ders kunnen heeten dan die, waarvan Mat- theus zegt, dat hij genoemd wordt Hakelda- ma, dewijl hij een prijs des bloeds is." Dit waardige hoofdartikel, schrijft „Dc Tijd", namaak Multatuli in het orgaan der Katholieke Nederlandsche ambtenaren, is ondertcekend door den heer Conijn. DE CHAOS BIJ DE GIRO. Het oordeel van minister van Swaay. De Minister van Waterstaat heeft aan de redactie van „De Maandagmorgen" een on derhoud toegestaan over den Girodienst, waaraan wij het volgende ontleenen: Wat het eerste deel der giro-teleurstelling betreft, zal ik u gaarne, aldus de minister, van mijn be vinding en opvatting doen blijken. Maar nu er advies is ingewonnen bij de Nederlandsche Bank en de heeren met mr. Delprat aan het hoofd hunne taak hebben aanvaard, zal ik een deel van uwe te stellen vragen onbeant woord moeten laten, omdat mijn afspraak met de afgevaardigde van ere Nederlandsche Bank is, dat in overleg met haar in de eerste dagen communiqué's zullen worden uitgege ven, om het publiek volkomen in te lichten. De Minister zeide zich volkomen de ont stemming der gedupeerde rekeninghouders te kunnen indenken al konden soms een inge zonden stuk of een redactioneele uiting niet worden vrijgepleit van schromelijke over drijving. En toen wij informeerden naar de feitelijke oorzaak van de giro-ellende, werd ons geant woord, dat verschillende omstandigheden er toe hebben bijgedragen om dezen onge- wenschten toestand te scheppen. Maar een omstandigheid van beteekenis achtte da minister het feit, dat op het tijdstip van invoering der centralisatie docr lal van postkantoren foutief ingevulde saldi-lijsten zijn ingezonden, zoodat de basis, waarop de gecentraliseerde dienst had te werken, al heel spoedig onbetrouwbaar bleek te zijn. Zijne Excellentie toonde ons aan, hoo deze saldi-lijsten waren ingericht en hoe een verzuim op den tweeden regel b.v. tengevolge kon hebben, dat alle volgende bedragen op zoo'n pagina foutief waren. „Als ik u zeg dat deze fouten veelvuldig zijn voorgekomen, dan zult u begrijpen van welken invloed dit ge weest is op een goed en regelmatig begin". Wij waagden op te merken, dat deze om standigheid zeker een woordje heeft meege sproken, maar toch niet geheel de situatie kan verklaren, waarin wij op het oogenblik zijn gekomen. Dat ontkende de minister geen oogenblik. „Ik houd er mij volkomen van overtuigd, dat ook in de organisatie van dezen gecens traliscerden dienst fouten zijn geweest en ook fouten wier oorsprong niet in het nieuwe der zaak moeten worden gezocht. Ik heb mij de eerste dagen, vooral toen ik brieven en telegrammen ontving en de pers op wijziging en verandering aandrong, da gelijks met dit vraagstuk bezig gehouden. Maar zij, die mij van voorlichting hadden te dienen, hielden niet op te verzekeren, dat het nog slechts een kwestie van dagen was, om een regelmatigen toestand te scheppen, waaraan bij herhaling werd toegevoegd, dat men vorderde, vorderdeterwijl het te gendeel waar was". En om dit te iilustreeren vertelde dc mi nister ons, dat hij op 15 September een op dracht ten aanzien zijner persoonlijke giro rekening had verstrekt, die drie dagen daarna reeds was uitgevoerd. Toen haalden wij een voorbeeld van recc- ten datum aan, waarbij een Delftsche re keninghouder werd „verblijd" met een sal do-vermeerdering van niet minder dan vijf millioen gulden. Kunt u zich indenken zoo vroegen wij dat een ambtenaar met een gezond ver stand een biljet met zoo'n fantastisch hoog saldo doorzendt, zonder er even bij stil te staan, dat is toch te gek om los te loopen? De minister sprak deze opvatting niet te gen! Integendeel! Hij bleek terdege met alle omstandigheden op de hoogte en toen wij vroegen waarom Zijne Excellentie dan geen aanleiding had gevonden duidelijk tot het publiek te spreken, duidelijker ook, dan dit in de antwoorden aan de Kamer het geval was, werd ons verzekerd, dat deze uiteen zettingen in officieelen communique-vorm spoedig zullen verschijnen, in overleg en in samenwerking met de Nederlandsche Bank-afvaardiging, die met grooten ijver hare taak heeft aanvaard en wier belang rijke en deskundige adviezen de Minister tot richtsnoer denkt te nemen, ,voor de eventueel aan te brengen wijzigingen. „Ik herhaal," aldus Zijne Excellentie, „vanaf het eerste oogenblik, dat de centra lisatie dreigde niet aan de verwachtingen te zullen beantwoorden, hield ik mij met deze zaak bezig, en ik stelde vertrouwen in de verzekering van verantwoordelijke personen, dat de slagnatie in de afwikke ling een kwestie van korten tijd zou zijn." Wij hebben niet geaarzeld te verklaren, dpt de publieke opinie prijs zou stellen op verwijdering der voor dezen chaos (met haar voor handel en industrie zoo ernstige gevolgen) verantwoordelijke personen. „Het is verre van onwaarschijnlijk, dat dit zal gebeuren. Als straks de volledige rapporten der Nederlandsche Bankvcrte- genwoordigers in mijn bezit zijn, die mij de overtuiging schenken, dat de thans verant woordelijke functionarissen niet, of onvol doende voor hun taak berekend zijn, zal ik geen oogenblik aarzelen' wijziging te brengen in de leiding van dezen dienst. Een dergelijk plichtsverzuim zeide de Minister woordelijk zal ik niet zonde» meer laten passeeren" „Indien wij u goed begrijpen" zoo ver volgden wij „wordt er slechts gewacht op de bevinding van mr. Delprat en zijn staf?" „Inderdaad," zeide de Minister. ,zóó is het. Maar intusschen confereer ik schier dagelijks met den heer Delprat en worden maatregelen getroffen om dezen ongc- wenschlen toestand zoo §auw mogelijk le beëindigen." Zijne Excellentie verklaarde ons nog de circulaire met het verzoek om omgaande terugzending van de aan rekeninghouders gezonden vragenlijst,, waarin ter bespoedi ging van het opsporen van fouten, gevraagd wonüt om opgave van het saldo per 24 Augustus 1923, volgens de administratie van het postkantoor ter plaatse. Op deze wijze hoopt de postchèquc- en girodienst bin nen enkele dagen in het bezit te zijn van belangrijk contröle-materiaal, ter vergelijs king met zijn administratie. Als zijn stellige overtuiging geloofde d/ minister ons ten slotte te kunnen verzeke ren, dat in samenwerking met degenen, die door dc Nederlandsche Bank op verzoek der Regcering zijn afgevaardigd, om hier te adviseeren, een zeer spoedig einde van dezen ongewenschten toestand kan worden tegemoet gezien. Vanzelfsprekend liet dc minister zich niet rechtstreeks over de voor dezen chaos verantwoordelijke hoofd- en andere amb- ienaren uit. Maar wij zijn uit de ministerieelc werk kamer gegaan met de stellige overtuiging, dat deze bewindsman niet aarzelen zal het mes in de wonde te zetten en dat er straks klappen zullen vallendie raak zijn! door Baronesse De Liman, In de onmiddellijke nabijheid der centrale gevangenis te Besancon stond een huis met ééne verdieping, welks vriendelijke gevel scherp afstak bij het daartegenover gelegen zware gebouw met zijn grauwe muren, smal le venstertjes en stevige traliën. 't Huisje werd bewoond door een gezin van drie personen Charles Dujardin, grif fier bij de rechtbank, een braaf man, zoowat veertig jaar oud Amenaide, Zijne vrouw, vijf of zes jaar jonger dan heur man, en Lucie, hunne zestienjarige dochter. Dujardin had een vreedzaam karakter, stond bij iedereen goed aangeschreven, was een voorbeeldig ambtenaar en deed wat in zijn vermogen stond, om den evenmensch behulpzaam te zijn, anderen uit den noodl te helpen. Zijn gedrag was van dien aard, dat zelfs zijne vijanden en wie heeft die met? geene aanmerking erop maakten. Maar dit moeten wij bekennen zijne goedhartigheid, die bijwijlen aan zwakheid grensde, bracht hem bijwijlen wel eens op gespannen voet met zijne.gestrenge chefs.... Van mevrouw Duiardin kon haar gelukki ge echtgenoot met de hand op 't hart getuigen dat zij als huisvrouw en moeder hare plich ten onberispelijk vervulde. Zij bezat alle hoe danigheden, die een man gelukkig kunnen maken, en beschouwde de opvoeding van haar kind als een heilige en dierbare taak. De goede vrouw dankte haar weiluidenden doopnaam aan cene voorstelling in het „The atre Francais," waar heure ouders recht schapen kruideniers uit de „rue du Lom bard" te Parijs ééns in hun leven den voet hadden gezet juist toen 't treurspel „Tancre do" werd opgevoerd. Lucie was een bevallig, schrander en goed hartig meisje, de vreugde en trots harer ouders, die haar de beste school der stad lieten bezoeken en voor geen offerschroom- den, waar het de toekomst hunner lieveling gold. In den avond van 17 Februari 1847 zat de familie bijeen in de gelijkvloers gelegen huis kamer en genoot een welverdiende rust. Lu cie naaide gordijnen voor den „salon", dien men boven had ingericht, terwijl mevrouw Dujardin een ietwat grover werk verrichtte zij breide aan een wollen kous, en wat haar niet belette, tegelijkertijd in een boek te le zen. Het gerinkel der zware naalden „accom pagneerde niet bijster welluidend het lang zaam getik der ouderwetsche hangklok, wel ker groote wijzer op negen uur stond, toen Dujardin de pen neerlegde. ook thuis nog een of ander dringend werk te verrichten. Hij was er nu mede gereed, leg de zijn papieren ordelijk bijeen en begon, vol gens gewoonte, te mijmeren over de waak zaamheid der politie, „zonder welke het le ven en de eigendom eens vreedzamen bur gers ieder oogenblik gevaar zouden loopen." 't Was buiten zeer donker en koud. Hevi ge wind joeg de met regen gemengde sneeuw tegen de gesloten vensterluiken, en stiet huilend tegen de hooge muren der ge vangenis. Maar des te gezelliger was 't in de goed verwarmde kamer, waar de engel des vredes zijne wieken scheen te ontplooien, ter wijl buiten de ontketende elementen hun woest en grillig spel dreven. De lamp met de groene kap wierp heur zacht en aangenaam licht op de voorwerpen, die op de ronde tafel, waar aan de familie gezeten was, lagen of stonden, en liet het overige van de kamer in een phan- tastisch half-duister. Ik beklaag de arme menschen, die nu buiten moeten zijn, sprak mevrouw Dujardin, terwijl zij opkeek van haar boek, na een die pen zucht geslaakt te hebben. En Wee degenen, die bij zulk weder rondzwalken op zee!.... Zeker krijgen wij de eerste dagen weer een aantal „ongelukken" te lezen. Ja, zei de griffier, wij mogen God wel dankbaar zijn, dat wij hier zoo veilig en warm bijeen zitten. Op dat oogenblik rukte de wind met veel geweld en gedruisch een der vensterluiken open, zoodat de heer des huizes, zijne vrouw en dochter verschrikt opkeken. Hoe onaangenaam zeide Dujardin, ter wijl hi' opstond. Maar het luik kan in geen geval ,pcn blijven. Houd uw gemak, vader riep Lucie. Ik zal 't wel gaan sluiten. Zij liep naar 't venster maar bleef plotseling staan en slaakte een schrillen kreet. Lucie, kind, wat is er riepen vader en moeder tegelijk. Op hetzelfde oogenblik vlogen de beide vleugels van 't venster open en hoorde men 't gekletter van brekende ruiten. Temidden van de kamer stond een donkere gestalte een man, die met een stouten sprong „op min der gebruikelijke wijze" de woning was bin nengedrongen. Ook Dujardin en zijne vrouw gilden het uit van schrik., zij stonden als aan den grond genageld en waren niet in staat, een lidmaat te roeren, terwijl Lucie op de knieën zeeg en zich het gelaat met beiae handen bedekte. De indringer haastte zich van die wezen loosheid der familie gebruik te maken. Hij sloot de luiken, keerde vervolgens terug naar 't midden der kamer en hief dreigend een ponjaard op. Hecht gij eenige waarde aan uw leven, sprak hij met gedempte stem, maar op beve lenden toon, maak dan niet het minste geluid, dat mij zou kunnen verraden Roept niet, blijft staan waar gij staat, en gij hebt niets te vreezen. Als ge mij geeft wat ik eisch, zal ik u niet lang ophouden. Deze woorden stelden Dujardin eeniger- mate gerust, en hij waagde het, althans zijne handen te bewegen. Eén blik op den ongenoo- den gast was voldoende om hem te overtui gen, dat hij met een ontsnapten gevangene te doen had immers de man droeg het gewaad, door de reglementen voorgeschreven 't Was in de kamer niet licht genoeg om zijne trekken te onderscheiden, doch zijne gestalte was die eens forsch gebouwden mans in de volle kracht der jaren, 't Scheen, dat hij zich aan de brekende ruiten gekwetst had want zijn gezicht was met bloed besmeurd. Ik ben ontsnapt, hernam de onbekende, en 'f mij gelukt, uw woning binnen te dringen Het grootste gevaar is dus voor mij achter den rug. Nu moet ik zoo gauw mogelijk de stad verlaten. Het geld, daartoe benoodfgd zult ge mij geven. Help mij uit de nood, of ik ben tot alles in staatZie dezen dolk, en bedenk, dat ik te allen prijze mijne herwon nen vrijheid zal verdedigen. Wederom hief hij 't moordwapen op, dat bij 't rose en spookachtig schijnsel van 't haardvuur reeds met bloed geverfd scheen, Dc indruk,door datjdreigend gevaar op Du jardin gemaakt, was te heviger omdat nie mand dan de arme griffier en zijne vrouw en dochter het huis bewoonden, zoodat zij van niemand hulp verwachten konden. Gijgij zijt.ontsnapt uit de ge vangenis, stamelde Dujardin met bevende stem, en gij eischt, dat ik, griffier bij de recht bank, u de middelen verschaffe om uw» vlucht voort te zetten Ik eisch niet wat onmogelijk is, luiddt het antwoord des vluchtelings zijne sten klonk nu minder hard. Toon u menschlie- vend 1 Heb medelijden met een ongelukkige, van wien gij niets te vreezen hebt. Doch wacht u, mij door nutteloozen tegenstand te prikkelen dwing mij niet, geweid te gebrui ken. Het zoude u, geloof mij, bitter kunnen berouwen. Als ge mij door wanhoop tot een vreeselijk uiterste bracht, zoudt gij 't uzelven te wijten hebben. Nu het mij eenmaal gelukt is, te ontkomen, heb ik niet den minsten lust, achter die muren terug te keeren Meer-en-méér verbaasd, uit den mond van een misdadiger zulke beschaafde uitdruk kingen te hooren, vroeg Dujardin zich af, wat hij doen zou. Zijne echtgenoote, die nu van den eersten schrik bekomen was, kwam hem ter hulp bij 't nemen van een besluit. Geef hem geld, smeekte zij, Iaat hem de vlucht nemen 't Is in ieder geval een onge lukkige en wie weet, of hij geen medelijder verdient Dujardin zou nochtans de bee zijner vrouw niet zoo spoedig verhoord hebben, had hij niel begrepen, dat bij zulk een sterken bovendien gewapenden man tegenstand niet kon baten. Goed, sprak hij, gij zult hebben wat gij eischt. Ik buk voor de overmacht. Maar beloof mij ons onmiddellijk te zullen verlaten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5