Brieven uit Frankrijk.
BUITENLAND
BINNENLAND
Tweede Blad
3 October 1923
Gedelgde schuld.
ih
Parijs, 26 September 1923.
Mr. P. v. S.
De Britsche Rijksconferentie; belangrijke redevoeringen. Een ont
hulling van de Daily Telegraph over de ontmoeting van Baldwin en
Poincaré. De toestand in het bezette gebied is nog critiek. De ge
zondheidstoestand van prinses Giovanna van Italië.
Onder de Telegrammen: Regeeringscrisis in Berlijn; de Rijksdagszit
ting voor onbepaalden tijd uitgesteld; de rijksminister van economische
zaken, Von Raumer, afgetreden. Een rede van Smuts op de Britsche
Rijksconferentie over preferentieele rechten. Weer een aardbeving
in Japan. Felle verkiezingsstrijd in Oklahoma; de gouverneur, bestrij
der van de Ku Klux Klan, lijdt de nederlaag.
Giü. BU1TENL. BERECHTEN.
DE SALARISSEN DER RIJKS
AMBTENAREN.
BIHNEiLAHBSeH HIEÖWS.
FEUILLETON
I.
De ijvefige man was namelijk gewoon, 's
avonds, wanneer hij van zijn bureau kwam,
Gaarne, antwoordde de vluchteling de
HET DURE LEVEN.
Wel heel vroeg is dit jaar de herfst inge
reden. Regenbuien, maanden lang uitgeble
ven, trachten thans hun schade in te halen
n de bladeren vallen, zonder den tijd te
hebben gehad hun zomergewaad voor het
goudkleurige herfstkleed te verwisselen. En-
kele mooie dagen mogen wellicht nog in het
ivooruitzicht zijn, meer dan een toegiftje be-
'loven zij niet. En als over enkele weken
de wintertijd zijn entree wederom doet, dan
is het afscheid van den zomer volkomen.
Ieder jaar opnieuw, zit er iets weemoedigs
'in dat wisselen der seizoenen, in dat tege
moet gaan van den winter, die eerst zijn
eigen bekoring ons bijbrengt als de over
gangstijd is doorgemaakt, als wij er midden
in zitten.
Die weemoed is niet alleen gebaseerd op
,schoonheidsoverwegingen, op het hervatten
der werkzaamheden na blijde vacantiedagen
op herinneringen aan dankbaar doorleefde
uren in Gods vrije natuur, zij vindt ook haai
grond in zuiver materieele redenen. Het du
re leven vooral doet velen met schrik een
winter tegemoet gaan, die hooge eischen
zal stellen aan het financieel beleid der huis
vrouw, hoogere eischen dan de zomer met
zich brengt. Wij denken allereerst aan de
brandstof, noodig om de van den zolder ge
haalde kachels te stoken en te maken tot
het middelpunt van die echt-wintersche ge
zelligheid.
Wie niet eenigszins vooruit heeft ge
zorgd, zal het ondervinden, dat de kolen-
prijzen hier althans met schrikbarende spron
gen zijn omhoog gegaan en nog lang niet
hun hoogtepunt hebben bereikt. Wat voor
Frankrijk geldt, is voor Nederland vrij ze
ker eveneens van toepassing. Geven wij en
kele voorbeelden ter illustratie. De Engel-
sche Anthraciet is van 340 frs. het vorig
jaar, tot 410 frs. per 1000 kilo gestegen. De
eierkolen van 163 frs. tot 244 de gewone
steenkool van 238 tot 292 de cokes van
15.75 tot 10.50 en het brandhout heeft prij
zen bereikt, zuiver uit den weeromstuit, tot
!nu toe hier ongekend. Wij willen er ons dit
maal niet in verdiepen of de Roerbezetting
'op deze prijzen van invloed is of wellicht
speculatieve belangen een woordje meespre
ken, wij constateeren slechts het verschijn
sel. Wie nog geen brandstof heeft ingeslagen,
geef ik den goeden raad zich te haasten,
j Maar niet alleen de brandstoffen, ook de
levensmiddelen kondigen zich met ver
hoogde prijzen aan. Een al te droge zomer
heeft den tuinbouw groote schade bezorgd.
De teelt is bedroevend en de anders in dit
seizoen wel voorziene stalletjes der markt
venters vertoonen 'n poveren aanblik. Melk
en boterprijzen, hier steeds veel hooger dan in
Holland, bedragen 1 fr. per liter en onge
veer 8 frs. per pond, terwijl een dozijn ver-
sche eieren met 7.50 frs. moet betaald.
Zelfs indien wij rekening houden met de
Nederlandsche wisselkoers zijn deze prijzen
ontzaggelijk hoog. Voor den Franschman
met een middelmatig inkomen kondigt zich
inderdaad de winter niet zonder zorg aan.
Frankrijk was het land waar men uiterst bil
lijk en goed kon leven, is na den oorlog ge
worden tot een van de duurste landen. Het
brood, hoofdbestanddeel van de volksvoe
ding, is, zal men mij tegenwerpen, in de
laatste weken in prijs gedaald. Ongetwijfeld;
maar vooreerst in weinige beduidende mate
en vervolgens bestaat de redelijke vrees, dat
binnenkort de broodprijzen wederom de
hoogte zullen ingaan. Rechts is de marktprijs
van het meel gestegen in het vooruitzicht
van een wel bevredigende maar niet vol
doende oogst, om uit eigen voorraden de
broodvoorziening te verzorgen. Het buiten
land zal te hulp moeten komen, de franc
daardoor eenigszins deprimeeren en den le-
vensstanddaard eveneens beinvloeden.
Kan het anders of men zoekt naarstig
om de dure levensmiddelen door meer billij
ke te vervangen Het is zeker daaraan niet
op de laatste plaats toe te schrijven, dat
de vischweek te Boulogne in zeer breeden
kring de aandacht heeft getrokken en men
van de visch verwacht, wat het kostbare
vleesch niet kan geven. -
Reeds onmidellijk na den oorlog heeft
men het vischverbruik willen aanwakkeren.
Het feit, dat meer dan 80.000 visschers de
Fransche kusten bewonen, moest voldoende
zijn dit land met vischvoorraden te over-
stroomen. Het tegendeel is het geval. De
Fransche visscher vraagt 2 maal minder
dan een Duitscher, 3 maal minder dan een
Engelschman en blijft ook verre ten achter
bij den Nederlandschen visscher.
Dit is zeer zeker niet gelegen in zijn min
dere bekwaamheid of uithoudingsvermogen.
De hem ten dienste staande vischtuigen zijn
verouderd en het Fransche vischwezen heeft
geen gelijke tred gehouden met dat in het
buitenland. Op een aantal van ruim 23 000
visschersbooten, zijn er nauwelijks 500 stoom
arwlers. En deze laatste zijn de eenige,
die een ruime vischvangst verzekeren, het
visschen in diepe zeeën mogelijk maken.
Hierin verbetering te brengen is een der be'
langrijkste punten geweest op het zeer ge
slaagde congres te Boulogne. Het is niet
voldoende dat de voedingswaarde van visch
gesteld wordt boven die van vleesch dat de
gezondheid door vischgebruik wordt gediend
dat de prijzen lager kunnen zijn dan die van
vleesch, het is vooral noodig dat de aanvoer
rijkelijk is en het vervoer over het geheele
land goed georganiseerd. Beide laten tot nu
toe nog veel te wenschen over. De statistiek
wijst uit, dat ongeveer drie kwart van de
Fransche bevolking niet in de gelegenheid is
zich geregeld van visch te voorzien. Tenge
volge hiervan, zal het zelfs bij een betere re
geling heel wat moeite vereischen den
Franschman aan gebruik van visch te doen
gewennen, hem met de bestaande gewoon
ten te doen breken. Als men weet welke
bedroevende uitkomst de invoer van bevro
ren vleesch heeft opgeleverd, dan valt het
te betwijfelen of een geregeld vischverbruik
spoedig burgerrecht zal verkrijgen. Wat men
bij ons van een boer zegt, geldt heel sterk
voor den Franschman, wat hij niet kent, dat
lust hij niet.
Te Boulogne was men evenwel hierom
trent optimistisch gestemd, te meer waar 't
dure leven, graag of niet, velen er toe zou
overhalen. Eet men niet bij gebrek aan brood,
korstjes van pasteien.
Een punt lijkt mij, ook voor Holland, nog
belangrijk aan te stippen, uit de wenschen
op dit congres naar voren gebracht. En wel
de noodzakelijkheid de stoomtrawlers kolen
te verschaffen tegen zeer gereduceerde prij
zen van Rijkswege. Het is vooral de brand
stof die gevaar oplevert de vischprijzen om
hoog te voeren en het trawlerbedrijf niet te
ontwikkelen. Men sprak van een 50 pCt.
reductie.
Het op groote schaal inrichten van visch-
bakkerijen, gelijk men deze in Engeland
kent, zou er tevens wel toe kunnen bijdra
gen het vischverbruik te populariseeren.
Eerst als de visch overvloedig ter markt
aanwezig is en niet alleen theoretisch maar
ook practisch goedkooper is dan vleesch,
zal het volk in dezen tijd van duur leven er
wel aan gewennen.
„De visch wordt duur betaald," in den
geest door Heijermans eens geschreven, zal
steeds waarheid blijven, in werkelijken zin is
dit onnoodig in een land, waar het aantal
visschers uitermate groot is, de visch aan
wezig, alleen de middelen de vangst te ver
beteren en het vervoer, om herziening vra
gen. Het moge niet te vergeefs zijn dat hier
op bij de Regeering in Boulogne is aange
drongen.
De goede vischvoorziening kan een belang
rijk lichtpunt zijn in de duisternis van het
dure leven, waarvan ik slechts heel in het
kort enkele verschijnselen heb kunnen
toonen.
De politieke wereldverhoudingen zijn er
niet naar, om spoedig een terugkeer van 't
normale vóóroorlogsleven te verwachten
Zelfs een vriendschappelijke ontmoeting van
Baldwin en Poincaré zal daarin voorloopig
geen verandering brengen. Hiertoe is heel
wat meer noodig.
DE BRITSCHE RIJKSCONFERENTIE.
De redevoeringen -bij dc opening op de
Rijksconferentie uitgesproken, worden nu
volledig in de bladen weergegeven. De ant
woorden van de vertegenwoordigers van de
overzeesche gewesten kenmerkten zich door
hartelijkheid. Bijzondere waarde wordt ge
hecht aan de rede van Cosgrave, den voor
naamste afgevaardigde van den Ierschen
Vrijstaat, die zijn plaats in den rijksraad
heeft ingenomen als zelfregeerend Engelsch
gewest. Cosgrave zeidc: „Wij zijn op deze
conferentie bijeengekomen in goed vertrou
wen en met den oprechten wensch om voor
zoover in ons vermogen is mede te helpen
aan de oplossing van vraagstukken, die ter
tafel zullen worden gebracht en te goeder
trouw en met goeden wil zullen wij ons ge-
leelle van de taak volbrengen, die gij van
uw kant met trouw en eere in het verleden
hebt vervuld met het bewustzijn, dat het
alleen door deze groota eigenschappen mo
gelijk is voor ons het gewenschte doel te
bereiken. Het is voor mij werkelijk een ge
noegen hier te zijn en getuige te zijn van
zulk een hartelijke ontvangst. Wij zijn ons
ibewust van onze verantwoordelijkheid en
wij zijn bereid om de lasten over te nemen
en mede te helpen dragen welke gemeen
schappelijke lasten zijn,
Generaal Smuts, premier van Zuid-Afrika,
merkte op, dat Baldwin een donker beeld
had gegeven van den toestand van Europa
maar, zeide hij, ons gemeenebest is er ook
nog, het heeft vele stormen doorstaan en
het heeft in de wereldgeschiedenis vele
groote voorbeelden gegeven en de tegen
woordige toestand in Europa eischt meer
dan ooit bij eenige vroegere gelegenheid
zijnerzijds een groote vereenigde poging. Ik
vertrouw, zcide hij, dat het werkelijk zijn
gewicht in de schaal zal willen werpen en
een groot aandeel op zich nemen voor dc
oplossing van vraagstukken, die de geheele
wereld raken. Ons gemeenebest is zeer
groot en machtig. Het Britsche rijk kan een
kracht ontplooien zooals vermoedeijk heden
ten dage geen ander lichaam in de wereld
vermag, om de wereld weder op te heffen
en ik ben verlangend, voor zoover het kan
worden gedaan met goeden wil en stand
vastigheid, dat welke invloeden er ook in
het Britsche rijk mogen zijn, deze groote
machine met haar hoogste spanning wordt
gebruikt teneinde ^behulpzaam te zijn bij dc
regeling van den Europecschen toestand. Er
is voor ons geen aanleiding een blad voor
den mond te nemen. Eeuwen door heeft dit
land bij elke kritieke gelegenheid in de ge
schiedenis van Europa gesproken met gezag
en andere volken hebben steeds tenslotte
naar die stem moeten luisteren. Mijn wensch
is dat bij een eenige gelegenheid als deze
wij wederom doen wat vroeger gedaan is
en dat wij onze stem laten hooren en waar
naar geluisterd zal worden met betrekking
tot de aangelegenheden van de geheele
wereld.
Hij drukte zijn oprechte instemming uit
met de Engelsche politiek tot het betalen
van de Amerikaansche schuld en merkte op
dat sommige volkeren hun schulden tegen
woordig tamelijk luchthartig schijnen op -te
nemen, maar het Britsche rijk is zijn over
eenkomsten steeds nagekomen. Deze schuld
vormt echter een Ondragelijken last voor
Engeland, zoolang de handel niet hersteld
is. Het was daarom een eerste plicht het
herstel van den Europecschen vrede en d
wereldhandel te verzekeren. Met betrekking
tot de uitbreiding van den handel tusschen
de rijksdeelen zeide hij dat Volgens zijn
meening zonder eenige revolutionflaire af
wijking van de totdusverrc door Engeland
gehuldigde liscale politiek zeer veel kan
worden gedaan om den onderlingen handel
aan te kweeken en hij hoopte, dat de con
ferentie een groote vooruitgang in die rich
ting zou hebben te boeken.
DE BRITSCHE OECONOMISCHE
RIJKSCONFERENTIE.
De eerste bijeenkomst van de oeconomi-
schc conferentie, die gelijktijdig met de
Rijksconferentie wordt gehouden, heeft gis
teren plaats gehad. Lloyd Graeme, voorzit
ter van het ministerie van handel, presi
deerde en verscheidene eerste-ministers en
andere staatslieden van de dominions wa
ren aanwezig. Een groot aantal vraagstuk
ken zullen worden besproken, waaronder
die van de landverhuizing en vele andere,
betrekking hebbende op den handel van het
rijk.
FRANKRIJK EN DUITSCHLAND.
In Duitschlands toestand is ten opzichte
van Frankrijk geen wijziging gekomen. De
stap door Malzahn bij het Fransche gezant
schap te Berlijn gedaan, ter verzekering,
dat de regeering alle besuiten, die in dg
Roer tot verzet aanspoorden, heeft inge
trokken, maakt niet veel indruk, daar, ge
lijk Poincaré Maandag nog te Bar-le-Duc
opmerkte, eenige regelingen dienaangaande
van kracht bleven. Voordat Duitschland ook
deze ongedaan maakt, kan Frankrijk geen
besprekingen aanknoopen.
Intusschen houdt men vooral het oog op
het bezette gebied. Het aantal dooden ten
gevolge van de schietpartij te Dusseldorf
wordt op 17 opgegeven. Telegrammen van
daar lichten nader toe. dat ze door de Duit-
schers nauwkeurig was voorbereid en ze het
separatisme in de hand werkt. Links waar
schuwt de Fransche regeering tegen de ver
antwoordelijkheid, die ze aldus op zich
laadt. De Humanité verneemt uit Berlijn, dat
de Franschen treinen voor dc betoogers be
schikbaar stelden en neemt de Duitsche le
zing over dat de laatsten de opstootjes uit
lokten door te beginnen te schieten.
Van de werkhervatting in de Roer is blijk
baar nog weinig merkbaar, althans bij dc ar
beiders. De beambten daarentegen- schijnen
wel daartoe geneigd. Het Journal verneemt
uit Mainz, dat de hdoge geallieerde commis
sie te Koblentz spoedig de vertegenwoordi
gers van den Rijnhandel zal samenroepen om
een oplossing van de occonomische proble
men, die zich zullen voordoen, te overwe
gen. Thans wordt de voorraad leeftocht in
het Rijnland opgenomen. Duurte, schaarschte
in de levensmiddelen, werkloosheid en geld
gebrek zullen een kritieke periode in het
leven roepen. Orders zijn gegeven om in
Frankrijk belangrijke voorraden eetwaar op
te stapelen. Zoo noodig zou het Rijnland In
24 uur kunnen geravitailleerd worden.
Frankrijk en België zullen zich niet tegen
het weder in, dienst nemen van bepaalde
Duitsche ambtenaren verzetten; ze moeten
echter van Rijnschen oorsprong zijn. Ook
de spoormannen zullen individueel, naar ge
lang van de behoeften weer aangesteld wor
den. De leiding zal bij de Franschen en de
Belgen blijven. Dit beheer moet weldra tot
de andere .geallieerden uitgebreid worden.
EEN ONTHULLING VAN DE DAILY
TELEGRAPH.
Baldwin's rede tot opening van de rijks
conferentie werd vooral met spanning tege
moet gezien, doordat men nadere verkla
ringen Over zijn onderhoud met Poincaré
verwachtte. Die verwachtingen zijn niet ver
vuld. Baldwin's rede bevat de gewoqe zin
sneden over de onmisbaarheid van de en
tente voor het totstandkomen van een Euro-
peeschc regeling en herhaalde verder in
andere woorden zijn opmerking uit de vo
rige rede tc Northampton. Evenwel kornt
de politieke opmerker van de Daily Tele
graph, die den laatsten tijd meer opzien
barende explicaties publiceerde, met een
onthulling, lnstede van dc van zekere an
dere zijde gepropageerde meening, volgens
welke het Parijsche communiqué over het
onderhoud met Poincaré eigenlijk niets zou
betaekenen, hangt deze schrijver de meening
aan dat het communiqué inderdaad een
document van de hoogste politieke betec-
kenis was. Nu. zegt hij, kan het feit onthul
len dat die beteekenis zelfs grootet is dan
oorspronkeijk geloofd werd.
Het communiqué namelijk drukte des pre
miers oprechte overtuiging uit, dat tegen een
goede verstandhouding met Frankrijk geeiv
essentieele hinderpaal bestaat en die over
tuiging was mogelijk doordat niet alleen
Poincaré, maar ook Millcrand hun woord
verpandden, dat het doel der Roer-bezetting
uitsluitend oeconomisch is en dat noch een
annexatie van Duitsch territoir noch een
scheuring van het Duitsche rijk in het plan
ligt. Zoo zonder reserve gegeven, stelden
deze verzekeringen Baldwin in staat zijn
politiek overeenkomstig de formule; „Maak
vrede ten einde den handel te ontwikkelen".
UIT HET BEZETTE GEBIED.
Dc vakvereenitfingen van spoorwegperso
neel in het district Essen hebben besloten
den dienst niet te hervatten, zoolang de
Franschen hun voorwaarde van het afleggen
van een eed aan de Fransch-Belgische regie
handhaven en weigeren aiie verbannen
spoorwegmannen te verdunnen terug te
keeren. Dit besluit is de Fransche spoor-
wegregic telegrafisch meegedeeld. Dienten
gevolge zijn de onderhandelingen afgebro
ken.
Tc Dusseldorf is de rust weergekeerd. De
vrees voor communistische relletjes is on
gegrond gebleken. Hier en daar hebben se
paratisten nog getracht winkels te plunde
ren, doch dat is hun overal door de politic
en dc Fransche patroeljes, die voor de orde
waken, belet.
Schouwburgen en andere plaatsen van
vermaak zijn gesloten. Het sluitingsuur der
café's is nog vervroegd, tot 10 uur 's avonds.
Herbergen moeten al om 9 uur gesloten
zijn. 't Straatverkeer is van 's avonds 10 tot
's ochtends 5 uur verboden.
Uit de gevangenis Derendorf zijn Zondag
150 gevangenen, gebruik makend van de
verwarring tengevolge van dc separatisti
sche relletjes, uitgebroken. Onder hen wa
ren eenige zware misdadigers. 125 zijn later
weer gevat, 25 zijn nog zoek.
Dc Fransch-Belgische douane tc Vaalser-
kwartier heeft op een Nederlandsche vrouw
een bedrag van 514 trillioen papiermark in
beslag genomen. Het geld scheen bestemd
om het lijdelijk verzet in het Roergebied
te steunen. De vrouw kon over de herkomst
van het geld geen aannemelijke verklaring
geven.
DE OVERROMPELING VAN KüSTRIN.
Tc Küstrin is het ibij een poging tot ontzet
van de in het tuighuis omsingelde oproer
lingen tot een kort vuurgevecht gekomen,
waarin de bende oproerlingen, die de ont
zet-poging ondernam, dooden en gewonden
liet liggen. De rijksweerbaarheid heeft tot
dusver geen verliezen geleden. De oproer
lingen in het tuighuis zijn geheel van de
buitenwereld afgesneden. Een ontwapenings
actie is gaande en de omstreken van Küstrin
worden van rebellen gezuiverd.
MEMEL.
Volgens een verordening van den gevol
machtigde van Litauen voor het gebied Me-
mei zal de tegenwoordige raad van state
worden ontbonden en als landsraad worden
geconstitueerd. De landsraad zou het Me-
melgebied vertegenwoordigen en terzijde
worden gestaan door den gevolmachtigde
van Litauen. Het reglement voor den lands
raad moet door dezen gevolmachtigde wor
den goedgekeurd. De tegenwoordige raad
van state telde 32 leden, die de verschillen
de groepen der bevolking vertegenwoordig
den.
DE FASCISTISCHE PARTIJ IN ITALIË.
Volgens Romeinsche bladen, die in be
trekking tot dc regeering staan, zijn de ver
onderstellingen, die men in het buitenland
maakt omtrent het aftreden van den secre
taris-generaal der fascistische partij, onjuist.
De oorzaak van het aftreden is, dat men
Rocca wegens de polemiek met zelfstandig
optredende leden vooral in de provincie, uit
dc partij heeft gestoolen. Aangezien bijna
de geheele partij hier tegen was, heeft Mus
solini den secretaris-generaal gelast, de uit
stooting van Rocca ongedaan te maken of
anders af te treden. Deze heeft' daarop dit
laatste gekozen. Het ging dus om een zaak
van zuivere partijtucht, die met de buiten-
landsche politiek der regeeriftg niets heeft
uit te staan.
KEMAL PASJA OVER „DE TURKSCHE
REPUBLIEK."
Een correspondent van de Neue Freie
Prcsse heeft te Angora een gesprek met
Kemal pasja gehad, die zeide. dat Turkije
een republiek wordt met een president, een
regeerings-chef en verantwoordelijke minis
ters, waarbij de souvereiniteit uitsluitend
eigendom van het-volk wordt. Angora wordt
de hoofdstad; de na den oorlog ontworpen
grondwet is nog niet voltooid. Het aanknoo
pen van nauwe betrekkingen met geheel
Europa is voor het nieuwe Turkije dringend
noodzakelijk.
UIT SPANJE-
Het proces tegen de moordenaars van
Dato is begonnen. Van de 9 beklaagden zijn
er acht aanwezig.
Het directorium heeft een proclamatie tot
de werkgevers gericht, waarin het zegt zich
tegen eiken aanslag op dc rechten van de
patroons te verzeten en dezen uitnoodigt de
rechtvaardige, en billijke verlangens der ar
beiders niet tegen te gaan.
DE TOESTAND VAN PRINSES JOHANNA
VAN ITALIË.
Du complicatie waaraan prinses Giovanna
(Johanna) van Itafiê lijdt, is dat zich na den
ingewandstyphus, die zij doorstaan heeft,
een darmbloeding heeft voorgedaan, gepaard
met verschijnselen van peritonitis. De doc
toren zeggen, volgens de laatste berichten,
dat het leven van de 16-jarige prinses aan
een draadje hangt en er zeer spoedig een
keer in den toestand moet komen.
Volgens een telegram uit Racconiggi aan
de Stampa is er een verbetering in den toe
stand van de prinses ingetreden, zoodat een
operatie nog uitgesteld kan worden.
DE KINDERNOOD IN FRANKRIJK.
Het vijfde nationale congres betreffende
de nataliteit in Frankrijk, dat te Marseille
gehouden is, had naar een Fransch hlad op
merkt, een petitie naar de regeering moeten
zenden, verzoekende dc wet van 29 Nlvöse
van het jaar XII, die nimmer ingetrokken,
maar totaal vergeten is, toe te passen. De
wet bepaalt, dat wanneer er in een gezin
zeven kinderen zijn, een op staatskosten
moet worden opgevoed. Het blad meent, dat
deze wei op nuttige wijze de wel zeer ma
gere Keurzen, die er voor talrijke gezinnen
zijn ingesteld, zou kunen versterken.
HET RECHT IN FRANKRIJK.
DieÏ9tal uit „licide" is niet strafbaar.
Dc kassier van een Amerikaansch reis
bureau tc Parijs, een jongmensch, dat er
een vriendinnetje op nahield, dat geweldig
veel geld aan kon, bestal in twee jaar tijds
de kas van het bureau voor 475.000 frank.
De diefstal werd ontdekt en de jeugdige
dief gepakt en vervolgd. De gezworenen der
Seine hebben hem eenvoudig vrijgesproken.
Wat Clément Vauiel van het Journal aan
het peinzen heeft gebracht
De advocaat van den beklaagde heeft te
recht, zegt hij, nadruk erop gelegd, dat de
directie van het Amerikaansche reisbureau
in haar toezicht op den gang van zaken zoo
zeer te kort is geschoten, dat zij medeplich
tig aan het misdrijf geacht kan worden.
Maar de gezworene hebben den jeugdiger,
kassier ook vrijgesproken omdat zij ook zijn
passie voor het dure vriendinnetje als een
verontschuldiging hebben laten gelden. Vau
iel ziet hierin een nieuwigheid, die de aan
dacht verdient. Totdusver, zegt hij, sprak de
jury alleen den minnaar vrij, die zijn mai-
tresse gedood had; „zij weerstond mij, ik
heb haar gedood!...." Nu hebben de ge
zworenen hun ontkennend antwoord ook
uitgestrekt tot den jonkman, die zegt; ik
heb gestolen om aan de grillen van mijn
vriendinnetje te voldoen. Maar wanneer dan
de „passioneele diefstal" verontschuldigd
wordt, waarom wordt dan altijd de arme
duivel veroordeeld, die in een eethuis, wan
neer hij zijn maag vol heeft, bekent, dat zijn
beurs leeg is. Misschien is de honger een
meer dringende behoefte dan de liefde.
DE RUSSISCHE LUCHTVLOOT.
Sedert een half jaar worden er in Rusland
inzamelingen gehouden voor dc stichting van
een luchtvloot. Dagelijks werden oproepen
verspreid om giften te geven, doch bij de
geringe waarde van het Sowjetgeld is tot nu
toe niet veel ontvangen. De Moskousche
bladen zijn thans een nieuwe campagne be
gonnen om een grooter ibedrag bijeen tc
brengen. Zoo publiceert de Prawda thans
een lijst van verschillende namen waarbij
telkens een aansporign wordt gegeven voor
ieder met name genoemd persoon om een
zeker bedrag voor dit doel te offeren.
Het orgaan van de Alg. R. K. Ambt.-Ver.
bevat een hoofdartikel, waarvan dc bedoe
ling schijnt te zijn, dat hierin striid gevoerd
wordt tegen de voorgenomen verlaging der
ambtenaars-salarissen.
Ten tooneele worden gevoerd ..met rin
kelende bellen aan het kleed en de nar
renkap op het hoofd" Parcival. vervolgens
Harraden, Nietzsche, de zalige Benedictus
Labre, de heilige Hubertus. Franciscus vin
Assisic, Vincentius en Alphonsus. Lenin en
Trctsky, dc „Maasbode de „Nederlander",
„Patrimonium", de „krant der tale Kanaans
en der kleine luyden", het „plechtige libe
rale grootblad uit de straat van den nooit
verwonnen admiraal mijner vaderstad", ver
moedelijk de „Standaard" en de „N. Rott.
Crt." en de „Notekraker". De heeren Ruys
de Beerenbrouck, S. A. Maas. De Visser,
|Smeenk, Troelstra en Colijn, plus de Room-
sche Kamerfractie, genieten de eer der ver
melding.
Het artikel eindigt, zonder eenige over
drijving:
„En wanneer wij dan tóch teruggedrongen
worden naar de sloppen en de stegen en
de vlieringkamers, die deze samenleving in
haar aandoenlijke bezorgdheid zelfs den
meest vernederden nog biedt, wat zullen
wij dan doen?
Wanneer wij er niet in zullen slagen, om
voor goed den greep te keeren. die het
sjovele stukje brood weggritst van het ihord
van ons kind. wat zullen wii doen?
Wanneer de schoentjes klompen worden,
de boter margarine, de eerste verdieping-
vóór: drie-hoog-achter. de kapokmatras een
stroozak, de melk stijfselwater, het linnen
boord gummi, het overhemd 'n boezeroen,
het spichtige stukje vlee^h spek, wat dan?
Dan zullen we gaan schrijven, schrijven
op alle muren, aan alle wanden, in alle
bladen, tijdschriften en organen, schrijven
als klinkend protest tegen de overweldiging
onzer rechten, en we zullen ons daarbij be
dienen van een schrift, dat om met den
Duifschen dichter te spreken zelfs blind
geborenen ziende zal maken.
De heer Colijn en de heer Ruijs, ja, de heer
Ruijs opk, zij hebben wel degelijk het ge
schreven recht en wat nog meer zegt, de
macht' aan hun zijde, om van het den amb
tenaren te ontnemen geld voor de staatsge-
meenschap een akker te bereiden, waarop
straks de welvaart welig tieren gaat.
Maar in ons oog zal die akker nooit an
ders kunnen heeten dan die, waarvan Mat-
theus zegt, dat hij genoemd wordt Hakelda-
ma, dewijl hij een prijs des bloeds is."
Dit waardige hoofdartikel, schrijft „Dc
Tijd", namaak Multatuli in het orgaan der
Katholieke Nederlandsche ambtenaren, is
ondertcekend door den heer Conijn.
DE CHAOS BIJ DE GIRO.
Het oordeel van minister van Swaay.
De Minister van Waterstaat heeft aan de
redactie van „De Maandagmorgen" een on
derhoud toegestaan over den Girodienst,
waaraan wij het volgende ontleenen: Wat het
eerste deel der giro-teleurstelling betreft, zal
ik u gaarne, aldus de minister, van mijn be
vinding en opvatting doen blijken. Maar nu er
advies is ingewonnen bij de Nederlandsche
Bank en de heeren met mr. Delprat aan het
hoofd hunne taak hebben aanvaard, zal ik
een deel van uwe te stellen vragen onbeant
woord moeten laten, omdat mijn afspraak
met de afgevaardigde van ere Nederlandsche
Bank is, dat in overleg met haar in de eerste
dagen communiqué's zullen worden uitgege
ven, om het publiek volkomen in te lichten.
De Minister zeide zich volkomen de ont
stemming der gedupeerde rekeninghouders te
kunnen indenken al konden soms een inge
zonden stuk of een redactioneele uiting niet
worden vrijgepleit van schromelijke over
drijving.
En toen wij informeerden naar de feitelijke
oorzaak van de giro-ellende, werd ons geant
woord, dat verschillende omstandigheden er
toe hebben bijgedragen om dezen onge-
wenschten toestand te scheppen.
Maar een omstandigheid van beteekenis
achtte da minister het feit, dat op het tijdstip
van invoering der centralisatie docr lal van
postkantoren foutief ingevulde saldi-lijsten
zijn ingezonden, zoodat de basis, waarop de
gecentraliseerde dienst had te werken, al
heel spoedig onbetrouwbaar bleek te zijn.
Zijne Excellentie toonde ons aan, hoo
deze saldi-lijsten waren ingericht en hoe een
verzuim op den tweeden regel b.v. tengevolge
kon hebben, dat alle volgende bedragen op
zoo'n pagina foutief waren.
„Als ik u zeg dat deze fouten
veelvuldig zijn voorgekomen, dan zult u
begrijpen van welken invloed dit ge
weest is op een goed en regelmatig begin".
Wij waagden op te merken, dat deze om
standigheid zeker een woordje heeft meege
sproken, maar toch niet geheel de situatie
kan verklaren, waarin wij op het oogenblik
zijn gekomen.
Dat ontkende de minister geen oogenblik.
„Ik houd er mij volkomen van overtuigd,
dat ook in de organisatie van dezen gecens
traliscerden dienst fouten zijn geweest en
ook fouten wier oorsprong niet in het nieuwe
der zaak moeten worden gezocht.
Ik heb mij de eerste dagen, vooral toen ik
brieven en telegrammen ontving en de pers
op wijziging en verandering aandrong, da
gelijks met dit vraagstuk bezig gehouden.
Maar zij, die mij van voorlichting hadden te
dienen, hielden niet op te verzekeren, dat het
nog slechts een kwestie van dagen was, om
een regelmatigen toestand te scheppen,
waaraan bij herhaling werd toegevoegd, dat
men vorderde, vorderdeterwijl het te
gendeel waar was".
En om dit te iilustreeren vertelde dc mi
nister ons, dat hij op 15 September een op
dracht ten aanzien zijner persoonlijke giro
rekening had verstrekt, die drie dagen
daarna reeds was uitgevoerd.
Toen haalden wij een voorbeeld van recc-
ten datum aan, waarbij een Delftsche re
keninghouder werd „verblijd" met een sal
do-vermeerdering van niet minder dan vijf
millioen gulden.
Kunt u zich indenken zoo vroegen wij
dat een ambtenaar met een gezond ver
stand een biljet met zoo'n fantastisch hoog
saldo doorzendt, zonder er even bij stil te
staan, dat is toch te gek om los te loopen?
De minister sprak deze opvatting niet te
gen! Integendeel! Hij bleek terdege met alle
omstandigheden op de hoogte en toen wij
vroegen waarom Zijne Excellentie dan geen
aanleiding had gevonden duidelijk tot het
publiek te spreken, duidelijker ook, dan dit
in de antwoorden aan de Kamer het geval
was, werd ons verzekerd, dat deze uiteen
zettingen in officieelen communique-vorm
spoedig zullen verschijnen, in overleg en
in samenwerking met de Nederlandsche
Bank-afvaardiging, die met grooten ijver
hare taak heeft aanvaard en wier belang
rijke en deskundige adviezen de Minister
tot richtsnoer denkt te nemen, ,voor de
eventueel aan te brengen wijzigingen.
„Ik herhaal," aldus Zijne Excellentie,
„vanaf het eerste oogenblik, dat de centra
lisatie dreigde niet aan de verwachtingen
te zullen beantwoorden, hield ik mij met
deze zaak bezig, en ik stelde vertrouwen
in de verzekering van verantwoordelijke
personen, dat de slagnatie in de afwikke
ling een kwestie van korten tijd zou zijn."
Wij hebben niet geaarzeld te verklaren,
dpt de publieke opinie prijs zou stellen op
verwijdering der voor dezen chaos (met
haar voor handel en industrie zoo ernstige
gevolgen) verantwoordelijke personen.
„Het is verre van onwaarschijnlijk, dat
dit zal gebeuren. Als straks de volledige
rapporten der Nederlandsche Bankvcrte-
genwoordigers in mijn bezit zijn, die mij de
overtuiging schenken, dat de thans verant
woordelijke functionarissen niet, of onvol
doende voor hun taak berekend zijn, zal
ik geen oogenblik aarzelen' wijziging te
brengen in de leiding van dezen dienst.
Een dergelijk plichtsverzuim zeide de
Minister woordelijk zal ik niet zonde»
meer laten passeeren"
„Indien wij u goed begrijpen" zoo ver
volgden wij „wordt er slechts gewacht
op de bevinding van mr. Delprat en zijn
staf?"
„Inderdaad," zeide de Minister. ,zóó is
het. Maar intusschen confereer ik schier
dagelijks met den heer Delprat en worden
maatregelen getroffen om dezen ongc-
wenschlen toestand zoo §auw mogelijk le
beëindigen."
Zijne Excellentie verklaarde ons nog de
circulaire met het verzoek om omgaande
terugzending van de aan rekeninghouders
gezonden vragenlijst,, waarin ter bespoedi
ging van het opsporen van fouten, gevraagd
wonüt om opgave van het saldo per 24
Augustus 1923, volgens de administratie van
het postkantoor ter plaatse. Op deze wijze
hoopt de postchèquc- en girodienst bin
nen enkele dagen in het bezit te zijn van
belangrijk contröle-materiaal, ter vergelijs
king met zijn administratie.
Als zijn stellige overtuiging geloofde d/
minister ons ten slotte te kunnen verzeke
ren, dat in samenwerking met degenen,
die door dc Nederlandsche Bank op verzoek
der Regcering zijn afgevaardigd, om hier te
adviseeren, een zeer spoedig einde van
dezen ongewenschten toestand kan worden
tegemoet gezien.
Vanzelfsprekend liet dc minister zich
niet rechtstreeks over de voor dezen chaos
verantwoordelijke hoofd- en andere amb-
ienaren uit.
Maar wij zijn uit de ministerieelc werk
kamer gegaan met de stellige overtuiging,
dat deze bewindsman niet aarzelen zal het
mes in de wonde te zetten en dat er straks
klappen zullen vallendie raak zijn!
door Baronesse De Liman,
In de onmiddellijke nabijheid der centrale
gevangenis te Besancon stond een huis met
ééne verdieping, welks vriendelijke gevel
scherp afstak bij het daartegenover gelegen
zware gebouw met zijn grauwe muren, smal
le venstertjes en stevige traliën.
't Huisje werd bewoond door een gezin
van drie personen Charles Dujardin, grif
fier bij de rechtbank, een braaf man, zoowat
veertig jaar oud Amenaide, Zijne vrouw, vijf
of zes jaar jonger dan heur man, en Lucie,
hunne zestienjarige dochter.
Dujardin had een vreedzaam karakter,
stond bij iedereen goed aangeschreven, was
een voorbeeldig ambtenaar en deed wat in
zijn vermogen stond, om den evenmensch
behulpzaam te zijn, anderen uit den noodl te
helpen. Zijn gedrag was van dien aard, dat
zelfs zijne vijanden en wie heeft die met?
geene aanmerking erop maakten. Maar dit
moeten wij bekennen zijne goedhartigheid,
die bijwijlen aan zwakheid grensde, bracht
hem bijwijlen wel eens op gespannen voet
met zijne.gestrenge chefs....
Van mevrouw Duiardin kon haar gelukki
ge echtgenoot met de hand op 't hart getuigen
dat zij als huisvrouw en moeder hare plich
ten onberispelijk vervulde. Zij bezat alle hoe
danigheden, die een man gelukkig kunnen
maken, en beschouwde de opvoeding van
haar kind als een heilige en dierbare taak.
De goede vrouw dankte haar weiluidenden
doopnaam aan cene voorstelling in het „The
atre Francais," waar heure ouders recht
schapen kruideniers uit de „rue du Lom
bard" te Parijs ééns in hun leven den voet
hadden gezet juist toen 't treurspel „Tancre
do" werd opgevoerd.
Lucie was een bevallig, schrander en goed
hartig meisje, de vreugde en trots harer
ouders, die haar de beste school der stad
lieten bezoeken en voor geen offerschroom-
den, waar het de toekomst hunner lieveling
gold.
In den avond van 17 Februari 1847 zat de
familie bijeen in de gelijkvloers gelegen huis
kamer en genoot een welverdiende rust. Lu
cie naaide gordijnen voor den „salon", dien
men boven had ingericht, terwijl mevrouw
Dujardin een ietwat grover werk verrichtte
zij breide aan een wollen kous, en wat haar
niet belette, tegelijkertijd in een boek te le
zen. Het gerinkel der zware naalden „accom
pagneerde niet bijster welluidend het lang
zaam getik der ouderwetsche hangklok, wel
ker groote wijzer op negen uur stond, toen
Dujardin de pen neerlegde.
ook thuis nog een of ander dringend werk
te verrichten. Hij was er nu mede gereed, leg
de zijn papieren ordelijk bijeen en begon, vol
gens gewoonte, te mijmeren over de waak
zaamheid der politie, „zonder welke het le
ven en de eigendom eens vreedzamen bur
gers ieder oogenblik gevaar zouden loopen."
't Was buiten zeer donker en koud. Hevi
ge wind joeg de met regen gemengde
sneeuw tegen de gesloten vensterluiken, en
stiet huilend tegen de hooge muren der ge
vangenis. Maar des te gezelliger was 't in de
goed verwarmde kamer, waar de engel des
vredes zijne wieken scheen te ontplooien, ter
wijl buiten de ontketende elementen hun woest
en grillig spel dreven. De lamp met de groene
kap wierp heur zacht en aangenaam licht
op de voorwerpen, die op de ronde tafel, waar
aan de familie gezeten was, lagen of stonden,
en liet het overige van de kamer in een phan-
tastisch half-duister.
Ik beklaag de arme menschen, die nu
buiten moeten zijn, sprak mevrouw Dujardin,
terwijl zij opkeek van haar boek, na een die
pen zucht geslaakt te hebben. En Wee
degenen, die bij zulk weder rondzwalken op
zee!.... Zeker krijgen wij de eerste dagen
weer een aantal „ongelukken" te lezen.
Ja, zei de griffier, wij mogen God wel
dankbaar zijn, dat wij hier zoo veilig en warm
bijeen zitten.
Op dat oogenblik rukte de wind met veel
geweld en gedruisch een der vensterluiken
open, zoodat de heer des huizes, zijne vrouw
en dochter verschrikt opkeken.
Hoe onaangenaam zeide Dujardin, ter
wijl hi' opstond. Maar het luik kan in geen
geval ,pcn blijven.
Houd uw gemak, vader riep Lucie. Ik
zal 't wel gaan sluiten.
Zij liep naar 't venster maar bleef plotseling
staan en slaakte een schrillen kreet.
Lucie, kind, wat is er riepen vader en
moeder tegelijk.
Op hetzelfde oogenblik vlogen de beide
vleugels van 't venster open en hoorde men
't gekletter van brekende ruiten. Temidden
van de kamer stond een donkere gestalte
een man, die met een stouten sprong „op min
der gebruikelijke wijze" de woning was bin
nengedrongen.
Ook Dujardin en zijne vrouw gilden het
uit van schrik., zij stonden als aan den grond
genageld en waren niet in staat, een lidmaat
te roeren, terwijl Lucie op de knieën zeeg en
zich het gelaat met beiae handen bedekte.
De indringer haastte zich van die wezen
loosheid der familie gebruik te maken. Hij
sloot de luiken, keerde vervolgens terug naar
't midden der kamer en hief dreigend een
ponjaard op.
Hecht gij eenige waarde aan uw leven,
sprak hij met gedempte stem, maar op beve
lenden toon, maak dan niet het minste geluid,
dat mij zou kunnen verraden Roept niet,
blijft staan waar gij staat, en gij hebt niets te
vreezen. Als ge mij geeft wat ik eisch, zal ik u
niet lang ophouden.
Deze woorden stelden Dujardin eeniger-
mate gerust, en hij waagde het, althans zijne
handen te bewegen. Eén blik op den ongenoo-
den gast was voldoende om hem te overtui
gen, dat hij met een ontsnapten gevangene
te doen had immers de man droeg het
gewaad, door de reglementen voorgeschreven
't Was in de kamer niet licht genoeg om
zijne trekken te onderscheiden, doch zijne
gestalte was die eens forsch gebouwden mans
in de volle kracht der jaren, 't Scheen, dat
hij zich aan de brekende ruiten gekwetst had
want zijn gezicht was met bloed besmeurd.
Ik ben ontsnapt, hernam de onbekende,
en 'f mij gelukt, uw woning binnen te dringen
Het grootste gevaar is dus voor mij achter
den rug. Nu moet ik zoo gauw mogelijk de
stad verlaten. Het geld, daartoe benoodfgd
zult ge mij geven. Help mij uit de nood, of
ik ben tot alles in staatZie dezen dolk, en
bedenk, dat ik te allen prijze mijne herwon
nen vrijheid zal verdedigen.
Wederom hief hij 't moordwapen op, dat
bij 't rose en spookachtig schijnsel van 't
haardvuur reeds met bloed geverfd scheen,
Dc indruk,door datjdreigend gevaar op Du
jardin gemaakt, was te heviger omdat nie
mand dan de arme griffier en zijne vrouw
en dochter het huis bewoonden, zoodat zij
van niemand hulp verwachten konden.
Gijgij zijt.ontsnapt uit de ge
vangenis, stamelde Dujardin met bevende
stem, en gij eischt, dat ik, griffier bij de recht
bank, u de middelen verschaffe om uw»
vlucht voort te zetten
Ik eisch niet wat onmogelijk is, luiddt
het antwoord des vluchtelings zijne sten
klonk nu minder hard. Toon u menschlie-
vend 1 Heb medelijden met een ongelukkige,
van wien gij niets te vreezen hebt. Doch
wacht u, mij door nutteloozen tegenstand te
prikkelen dwing mij niet, geweid te gebrui
ken. Het zoude u, geloof mij, bitter kunnen
berouwen. Als ge mij door wanhoop tot een
vreeselijk uiterste bracht, zoudt gij 't uzelven
te wijten hebben. Nu het mij eenmaal gelukt
is, te ontkomen, heb ik niet den minsten lust,
achter die muren terug te keeren
Meer-en-méér verbaasd, uit den mond van
een misdadiger zulke beschaafde uitdruk
kingen te hooren, vroeg Dujardin zich af,
wat hij doen zou. Zijne echtgenoote, die nu
van den eersten schrik bekomen was, kwam
hem ter hulp bij 't nemen van een besluit.
Geef hem geld, smeekte zij, Iaat hem de
vlucht nemen 't Is in ieder geval een onge
lukkige en wie weet, of hij geen medelijder
verdient
Dujardin zou nochtans de bee zijner vrouw
niet zoo spoedig verhoord hebben, had hij niel
begrepen, dat bij zulk een sterken bovendien
gewapenden man tegenstand niet kon baten.
Goed, sprak hij, gij zult hebben wat
gij eischt. Ik buk voor de overmacht. Maar
beloof mij ons onmiddellijk te zullen verlaten.