BUITENLAND Tweede Blad S October 1923 Gedelgde schuld. Het nieuwe Duitsche kabinet; een verklaring van Stresemann in den Rijksdag. De Fransche pers over de rede van Curzon. De gouver neur van Madrid heeft alle gemeentelijke politie-inspecteurs ontslagen. Onder "de Telegrammen: Zondagsredevoeringen van Poincaré. Een paniek in een Synagoge; 60 dooden. Mgr. Scepticki te Warschau. Verklaringen van Von Kahr. Een complot van diamantsmokkelaars ontdekt. Legerhervorming in Roemenië. SSMÜENLAÜOSSM NSEUWS. DE A.S. CENTRALE RAADSVERGA DERING VAN „DE HANZE" IN HET BISDOM HAARLEM. Deverwarring in den Girodienst FEUI LL ETON GEBfl. BUITENL BERIGHTEN. DE POLITIEKE CRISIS IN DUITSCHLAND, Het nieuwe kabinet. Stresemann is er in geslaagd een nieuw kabinet te vormen; het is als volgt samen gesteld: De rijkskanselier Stresemann blijft aan en hem wordt het bestier van de buitenland- sche aangelegenheden opgedragen; Schmidt, wederopbouw; Sollmann, binnenlandsche zaken; dr. Luther, financiën; dr. H. C. Koeth, oeconomische aangelegenheden; dr. Brauns, anbeid; dr. Radbruch, justitie; dr. Gessier, rijksweer; Hoefler, rijksschatkist; Oeser, verkeerswezen. De portefeuille voor volksvoeding is nog niet vergeven. Fuchs is minister voor het bezette gebied. Regeeringsverklaring. Zaterdagmiddag is Stresemann voor den Rijksdag verschenen. Het was een zeer ru moerige zitting. De regeeringsverklaring.van den Rijkskanselier werd telkens door inter rupties van de uiterste rechter- en linker zijde onderbroken. Na een afstraffing van de communisten begon spr. het parlemen tarisme te verdedigen tegen de aanvallen, die het in de Duitsch-nationale pers en ook in de bladen der Volkspartij zelf, voorzoover zij van de Stinnes-groep en Hugenberg- groep afhankelijk zijn, in de laatste dagen heeft ondergaan. Den industrieelen en ande ren mannen uit de praktijk wenscht hij on der het oog te brengen, dat de eenige ma nier, waarop zij hadden kunnen bewijzen dat het parlementarisme niet deugt, deze zou zijn geweest, dat zij het zelf beter had den gedaan. Zoo dikwijls echter sedert het invoeren van het parlementarisme in Duitschland een beroep op deze mannen is gedaan, bleven zij in hun achterhoek. Dat de financiën des rijks ten gronde zijn ge gaan, waarom is dat juist de schuld van het parlementaire stelsel? Het ligt toch veel meer voor de hand de schuld te zoeken bij industrie, handel, bedrijf en bankwezen, die eerst dan recht tot critiek achteraf zouden hebben, indien zij zelf in de bres waren ge sprongen om te helpen, toen zij het konden en toen het noodig was. D». rijkskanselier werd bij dit betoog door de communisten als de Duitsch-nationalen en de anti-semieten zoo dikwijls geïnter rumpeerd, dat hij den president moet ver zoeken het hem mogelijk te maken ver staanbaar te zijn. Op interrupties wil hij gaarne antwoorden, maar zulk geschreeuw door elkander is misbruik maken van in terruptie, is sabotage. De rijkskanselier geeft nu een overzicht van het_ ontstaan van de crisis. Het kabinet wilde zich door den Rijksdag eén volmacht laten geven, waarvoor het tweederden der stemmen noodig had. Het heeft daarom eerst met de partijen zich in verbinding willen stellen over de hoofdlijnen die het bij ge bruikmaking van die volmacht zou volgen en daarover zijn.de geschillen ontstaan die tot de hervorming van het kabinet hebben ge leid. Nu komt spreker over de buitenlandsche politiek te spreken en verdedigt zich aller eerst tegen het verwijt dat bij de materieele gezichtspunten bij het prijsgeven van den passieven tegenstand te veel op den voor grond heeft gesteld. Het lijdelijk verzet was uit de bevolking zelf voortgekomen. De regeering heeft het ondersteund. Door de schade welke het den tegenstanders toevoegde, zou deze hebben kunnen inzien hoe onmogelijk een productie ve exploitatie van het Roer-gebied voor hem was. Op grond van dit inzicht zou hij wel licht geneigd hebben kunnen worden over het staken van het lijdelijk verzet ten grond slag kon liggen. Geen enkele vijand zou het bezette gebied verlaten, omdat van Duitsche zijde wordt gezegd: „wij willen niet onder handelen voer gij weg gaat." Cuno heeft trouwens herhaaldelijk tegengesproken, dat hij zulks gezegd heeft. Een andere vraag is, of niet op een ander oogenblik toen het. verzet °P zijn sterkst was, Poincaré in zijn eigen land en daarbuiten aan scherpe Aanvallen blootstond, de mogelijkheid van he t opgeven van den tegenstand niet met succes had kun nen worden gebruikt als een mirgdel om tot onderhandelingen te komen en .in ruil voor oit prijsgeven concessies van ddn tegenstan der te verkrijgen. Hoe zwak'ker de tegen stand, hoe moeilijker voor eeri Duitsche re geering er diplomatiek gebruik, van te maken. Toen wij het roer in handeiy namen, bleek de tegenstand reeds heel zwak te zijn ge worden en zij werd van dag tot dag nog zwakker. Als een barometer toonde de stand van'den markkoers aan 'net buitenland dat het Duitsche rijk financieel verloren ging en daarbij werden wij uit het bezette gebied overstroomd met aanvragen of aan het lijden dan nimmer een eind zou komen. Daaraan werd toegevoegd, dat. binnenkort het einde vanzelf toch zou komen, al trok de regeering geen enkele verordening en geen enkele on dersteuning in. Nu moeten wij een weg vinden om het lijdelijk verzet op ïoodanige wijze op te ge ven, dat er onderhandelingen op konden worden gebaseerd. Spreker wenscht niet on der stoelen of banken te steken dat zijn stre ven ten deze eer, mislukking is geweest. Hij wil daar ruiterlijk voor uitkomen. Hij geeft een schets van zijn bekende voorstellen ten opzichte van het herstel. Hij bood, zoo drukt hij zich uit, aan Frankrijk als het ware een losgeld aan, m^ar het heeft niet mogen ba ten. Spreker citeerde vervolgens de rede voering, die lord Curzon gisteren gehouden heeft. De afgevaardigde Ledebour roept iets waarvan alleen het woord „stompzinnigheid" te verstaan is. Algemeen gelach. De anti-se miet von Graefe staat vlak voor den rijks kanselier verwarde interrupties te schreeu wen. Geraas in het centrum. Onrust. De rijkskanselier is niet meer te verstaan. De interrupties van von Graele, die middelerwijl op verzoek van den voorzitter, weer naar zijn plaats is gegaan, geeft hem aanleiding tot een uitwijding over de noodzakelijkheid voor Duitschland om met de geallieerden geza menlijk tot overeenstemming te komen. Alle pogingen om ze te scheiden is dwaasheid. De rijkskanselier betoogt, dat hij van den aanvang af zeer sceptisch is geweest over de mogelijkheid dat het afbreken van heit verzoek op dit oogenblik nog uitzicht op onderhandelingen zou geven. Wij moes ten het verzet wel opgeven, omdat wij be zig waren er ons eigen land mee in den af grond te storten zonder dat het den tegen stander afdoende schade deed. Hiermede rekening te houden kan men toch niet uit leggen als een nadruk leggen op het mate rieele? Een vesting, die geen proviand meer heeft, moet ook capituleeren. Daarvoor be hoeft niemand zich te schamen, al heeft hij nog zulke warme gevoelens voor zijn va derland, Van rechts wordt gezegd, dat ik mij daarover voor een staatsigerechtshof zou dienen te verantwoorden. Ik ben er ten allen tijde toe bereid. (Toejuichingen). Wat ons in Duitschland schort is de moed om de verar,.ivoording op zich te nemen. Wij hebben intusschen nog geen antwoord gekregen op onze memorie van 7 Juni, ook niet van Engeland. Gelijk bij ons de partijen vaak niet gemakkelijk tot overeenstemming kunnen komen, zijn die geallieerden het ook niet over den grondslag van een antwoord eens. Dat wij ons zoozeer hebben vereenigd met in Engeland geuite denkbeelden, als bijvoorbeeld de onderwerping aan een scheidsgerecht, brengt ons waarschijnlijk ook niet nader 'tot onderhandelingen. Met dit feit dient rekening gehouden te worden. Ons aanbod was het verst strekkende wat een volk ooit heeft gedaan om tot onderhandelingen te komen. Het ging ver uit boven het vredesverdrag. Het verwijt van de Temps, dat wij geen bijzonderheden over onze voorstellen hebben gepubliceerd, is ongegrond. Indien wij over details be gonnen te spreken kregen wij te 'hooren, dat eerst het lijdelijk verzet onvoorwaarde lijk moest worden opgeheven. Frankrijk weet heel goed, dat het ten allen tijde van ons alle bijzonderheden kan te hooren krijgen, die het weten wil. Wij zulen echter nooit den strijd voor de vrijheid van ons volk staken. Het lijdelijk verzet was een aangelegenheid van binnen landsche politiek. Wij hebben op ons ver zoek op terugkeer van geordende toestan den in het bezette gebied te bevorderen geen antwoord gekregen. Poincaré heeft thans de beste gelgenheid om de twijfelaars aan de oprechtheid van de verzoenende woorden, die hij tot Baldwin, heeft geuit, waar te maken. De rijkskanselier wendde zic.h vervolgens tegejl Beieren. Hij Waardeert de omstandig-, heden, die Beieren tot het afkondigen van den staat van beleg aanleiding hebben ge geven; de rijksverordening staat daar ech ter boven. Rijksrecht gaat boven lands- recht. Hij hoopt, dat het gelijktijdig be staan van de twee verordeningen geen aan leiding tot wrijving zal geven. Uitwassen als het schimpen van de Voelkische Bco- bachter en de propaganda voor een veld tocht tegen het rijk zijn scherp te veroor- deelen. Het is niet verejscht. dat wij ons eigen graf graven. In Kuestrin heeft de rijksweer haar plicht gedaan. Hiervoor be hoeft zij geen bijzonderen dank. maar zij heeft daardoor de twijfelaars omtrent haar houding tot zwiigen gebracht. Zij moet buiten de politiek blijven. De financieele toestand van het rijk be hoeft weinig toelichting. Er moet geld ko men dat zijn waarde behoedt. Verder moet er een eind komen aan den toestand, dat het rijk de uitgaven van de landen en ge meenten voor een goed deel moet dekken, zonder over die uitgaven controle uit te oefenen. De landen mogen zelfstandiger worden op financieel gebied, maar moeten dan zelf ook de verantwoordelijkheid voor hun uitgaven dragen Er mag geen enkele wet worden aangenomen, die nieuwe lasten met zich medebrengt. De rijkskanselier borduurt op dit thema nog langen tijd voort. Er ontstond in de zaal een zekere matheid, welke de spreker door eenige opmerkingen welke algemeene instemming wekken, tracht te bestrijden. Zoo getoogt hij, dat de tegenwoordige wis selingen in de prijzen van de levensmidde len niet meer zijn uit te houden en dat de trustvorming moet worden tegengegaan, opdat de vrije concurrentie zich weer kan ontplooien. Hij wijdt uit over de medewerking, die alle standen en beroepen zich tot dit doel zullen moeten getroosten en spreekt de meening uit, dat zulks langs gewonen parle mentairen weg niet mogelijk is. Ten aanzien van de poging om bij het op geven van het lijdelijk verzet tot diplomatie ke onderhandelingen te geraken, heeft Stre semann o.a. gezegd: „Wij waren bereid in een formule te treden, welke op een heel andere manier dan Frankrijk eischte het hervatten van den arbeid zou hebben geregeld. Wij hebben ons best gedaan de onderhandelingen te hervatten en verder te gaan dan de waar- DE MIJN w .kERSSTAKiNG IN BC- HEMEN GEëINDïGD. De mijnwerkersstaking in Bohemen, die juist zeven weken geleden uitgeroepen was, is geëindigd. De mijnwerkers hebben genoe gen genomen met een loonsverlaging, die al naar de streek, varieert tusschen de 9 •en de 30 percent. Het thans gesloten col lectieve contract zal tot 31 Mei 1924 van kracht blijven. De kolenprijs wordt door dezen afloop 20 k 23 percent lager. De Hongaarsche zigeunermuzikanten hebben een verbond gesticht. Alleen leden van het verbond zullen voortaan in Honga rije mogen musiceeren. Tengevolge van den slechten toe stand van den weg door den voortdurenden regen, is de auto van hertogin Carola van Mecklenburg bij een oefening voor auto- wedstrijden, welke vandaag te Boedapest gehouden worden, over den kop geslagen. De hertogin werd zwaar gewond en is, even als haar gemaal, in een ziekenhuis ter ver pleging opgenomen. Woensdag zullen voor het staatsge- rechtshof een student en twee handelsbe dienden terechtstaan, beklaagd van be gunstiging van den moord op Rathenau. Een tramrit zal te Keulen na Woens dag 20 millioen kosten, een tarwebrood van drie pond kost 2434 milioen. Te Berlijn wordt de prijs van een tram rit met dien datum op 10 millioen gebracht, de broodprijs op 58 millioen. Bij de bespreking van de Hanzebank op de a.s. vergadering van den Centralen Raad in het Bisdom Haarlem, welke op Woensdag 17 October, te Leiden wordt gehouden zal ook de Hoofddirecteur, de heer F. J. Per- quin aanwezig zijn ter beantwoording van eventueele vragen welke tot zijne competen tie behooren. De heer Chris M. Jansen, Directeur van het Centraal Hanze-Bureau zal eene alge meene inleiding houden en daarbij de vol gende conclusiën verdedigen I. De gezonde credietbehoeften van den middenstand en speciaal van den kleinen middenstand kunnen niet volledig en doel matig worden bevredigd door het particulier bankbedrijf en het z.g. leverancierscrediet: de bevordering van middenstandscrediet- banken blijft derhalve in het belang van den handeldrijvcnden-, en den industrieelen mid denstand dringend geboden. II. Zonder te kort te doen aan de sociale taak, welke de middenstandscredietban- ken hebben te vervullen moet daarnaast w r- den gestreefd naar een beleid, gebaseerd op zuiver commercieele grondslagen het be trachten van juiste verhoudingen tiusscMen het bedrag van het aandeelenkapitaal en de reserves eenerzijds en het bedrag der middelen en der verleende credieten ander zijds geldt naast hét vermijden van groote risico's als eerste eisch. De belangen van de beleggers hebben de voorkeur boven de rentabiliteit van het aandeelenkapitaal. III. De ontwikkeling van de katholieke organisatie en bijzonder van de katho lieke middenstandsorganisatie in Nederland wettigt het bestaan van R. K. Middenstands- banken zonder dat daarbij nauwe aansluiting bij andere banken uitgesloten behoeft te zijn. IV. De middenstandsbanken zullen ongeacht haar rechtsvorm immer het beeld toonen van een coöperatief bedrijf inzooverre verschillende groepen uit den middenstand beurtelings beleggers en cre- dietnemers bij de middenstandsbanken kun nen zijn. Deze wetenschap onderlijnt den eisch, dat de middenstand zelf naar evenredigheid heeft deel te nemen in het aandeelenkapitaal der banken en dat de te beleggen middelen van het middenstandsgezin althans ten deele behooren te worden toevertrouwd aan die in stellingen, waarbij op eenig oogenblik cre- diet kan worden aangevraagd. V. De huidige crisisgebeurtenissen bij enkele middenstandsbanken bewijzen geens zins de ondoelmatigheid noch de onbestaan baarheid van soortgelijke instellingen. Zij zullen niettemin ook bij middenstands banken, die buiten de eigenlijke crisis staan de maatregelen van reorganisatie verhaasten, welke anders wellicht langs meer geleidelijken weg waren doorgevoerd. Dit betreft met name de uitbreiding van het gestorte aandeelen kapitaal, de bevorde ring van disconto, de verlaging van het totaal crediet en van het maximum-crediet per cli ënt en de sterkst mogelijke verlaging van het onkostencijfer. Op deze grondslagen blijven ook krach tens de ervaring voldoende mogelijkhe den voor een rendabel bedrijf aanwezig. VI. Iri dagen van crisis vraagt het algemeen belang van den middenstand ep het persoon lijk belang van iederen middenstander de grootst mogelijke medewerking voor wat betreft het naleven van de aanwijzingen door Hoofddirectie, deskundigen en besturen ge geven met name zij, die hunne normale be leggingen of stortingen op zulke oogenblik- ken zonder feitelijken grond aan de bank ont houden, ondermijnen niet op de eerste plaats de positie van de bank maar veel meer die van hunne afnemers, collega's, familieleden en van zich zelf. VII. Indien de beoordeelingen door den middenstand en de daden van den mid denstand niet voldoende in overeenstemming zouden blijken met de in het voorgaande ont wikkelde gedachten en dientengevolge de grondslagen van het midden-standsbankwe zen moesten worden ondermijnd, zou voor afzienbaren tijd eene behoorlijke regeling van het middenstandscrediet onmogelijk zijn ge worden. De verantwoordelijkheid van den georga- niseerden middenstand en vooral van zijne besturen en voormannen kan zich derhal ve niet bepalen tot eene beoordeeling van het verleden maar moet vooral worden afgemeten naar den maatstaf van de huidige en de toekomstige nooden en belangen va» den middenstand. Een protest van, de postdirecteuren. Geen decentralisatie. Naar aanleiding van de bewering van de directie van den Postchèque- en Girodienst, dat de chaos bij dien dienst voor een deel is veroorzaakt door gebrek aan medewerking van de postkantören, heeft het bestuur van de Vereeniging van Directeuren en Commie zen der P. en T. een onderzoek ingesteld, waarbij, naar genoemd bestuur mededeelt, het navolgende is gebleken Volgens beweren der directie zouden de op 24 Augustus ingezonden saldostaten van ver scheidene kantoren vol fouten zitten. Dit is lang niet zoo erg gebleken als de mededeeling der directie zou doen denken en dan zijn die vergissingen begrijpelijk door den spoed waarmede de staten moesten worden inge diend maar bovendien waren die staten geheel overbodig, omdat de directie die saldi al had in de afschriften der rekeningen-cofi- rant, op 24 Augustus door alle kantoren ingezonden. De directie had die saldi-staten, wanneer ze onbruikbaar waren gebleken, eenvoudig terzijde kunnen leggen en de saldi uit de genoemde afschriften kunnen halen. Dit had wellicht eenige vertraging kunnen geven, doch de oorzaak van de nu 6 weken durende verwarring is het niet. Verdere tekortkomingen worden den post directeuren niet ten laste gelegd. Het onderzoek van het bestuur der ver eeniging heeft echter ook uitgewezen 1. dat op sommige afdeelingen somtijds den geheelen dag niet kon worden gewerkt, doordat de chefs niet wisten en trouwens niemand wist wat er gedaan moest worden. 2. dat het personeel niet overweg kon met de door de postkantoren ingezonden stukken en niet op de hoOgte was van de behandeling der kantoormachines 3. dat aan de hoogere post- en telegraaf ambtenaren, die op de grootere kantoren van den chèque- en girodienst jaren achtereen op volkomen bevredigende wijze hadden geleid in geen enkel opzicht gelegenheid is gegeven aan de voorbereidende werkzaam heden der centralisatie deel te nemen 4. dat zelfs thans nog aan die ambtenaren, van wie er enkele bij de directie zijn gede tacheerd, elke invloed op den gang van zaken wordt ontztgd, en dat hunne adviezen en wenken evenals vroegr in den wind wor den geslagen. Het verenigingsbestuur heeft deze be vindingen ter kennis gebracht van den mi nister van Waterstaat en den directeur- generaal der P. en T., en geprotesteerd tegen de uitlatingen van de giro-directie, waardoor een onverdiende blaam wordt gelegd op de postdirecteuren. Voorts heeft het bestuur aan de genoemde autoriteiten als zijn meening te kennen gegeven, dat herstel van den goe den gang van zaken slechts mogelijk is, wanneer aan de ambtenaren, di? met den praktischen dienst volkomen vertrouwd zijn, in ruime mate medezeggenschap wordt gege ven in de leiding van den dienst. Vragen in verband met de sluiting. Het Tweede Kamerlid Van Vuuren heeft aan den minister van Waterstaat de volgende vragen gesteld 1. Krachtens welk recht of bevoegdheid heeft de directeur van den postchèque- en girodienst besloten dien dienst tijdelijk te sluiten 2. Kan de minister mededeelen hoe lang vermoedelijk de postchèque- en girodienst zal zijn gesloten 3. Is hij bereid te bevorderen, dat de Staat der Nederlanden niet overgaat tot invorde ring van belastingen of opeisching van andere schulden gedurende den tijd, dat de post chèque- en girodienst gesloten is, wanneer de betrokken debiteur van den Staat door over legging vap saldobiljetten of op andere wijze aannemelijk maakt, dat zijn saldo tegoed bij den postchèque- en girodienst gelijk of grooter is dan het bedrag, door hem aan den staat der Neder.landen verschuldigd 4. Zoo ja, is hij dan genegen te bevorderen dat de regeering haar invloed aanwendt bij andere Overheidsorganen en Overheids instellingen om op gelijke wijze tegenover hun debiteuren te handelen? 5. Kunnen de rekeninghouders bij den postchèque- en girodienst, die in ernstige moeilijkheden komen ten gevolge van de be slissing, dat voorloopif over het tegoed bij dien dienst niet kan worden beschikt, ver zekerd zijn, dat'op een verzoek om uitkeering van hun saldo of van een gedeelte van het saldo onmiddellijk zal worden beslist, zonder dat een onderzoek van het al of niet bestaan der moeilijkheden of van den ernst er van worde ingesteld 6. Indien de minister geen vrijheid kan vinden de vijfde vraag bevestigend te be antwoorden, is hij dan bereid met zijn ambt genoot van Justitie in overleg te treden of het mogelijk is maatregelen te treffen, dat. geen faillietverklaringen kunnen plaats heb ben op grond van een onmacht tot betaling, die in de sluiting van den chèque- of giro dienst haar oorzaak vindt? Maatregelenvoor rekeninghouders bij de P. T. T. In verband met de tijdelijke stopzetting van den postchèque- en girodienst is thans, uitsluitend ten gerieve van rekeninghouders die telegraaf- en telefoongelden door auto matische overschrijving op de postrekening der rijkstelegraaf- en telefoonkantoren plach ten te verzekeren, de volgende regeling ge troffen. Aan het einde van iedere maand wordt door het betrokken kantoor per kwi tantie over het verschuldigde beschikt, met dien verstande echter, dat in dien het debet saldo in den loop der maand het bedrag van 500 overschrijdt, daarover terstond wordt gedisponeerd. Aan deze inning per kwitantie zullen geen inningskosten verbonden zijn. door Baronesse De Liman. „Ja, ja, landgenoot, tien dollar per dag is een aardig sommetje.... naar ons geld bij na vijftigr frans maar te San Francisco is dat nu eenmaal zoo..'.. Tegen lageren prijs Zult ge bezwaarlijk een goed onderkomen vinden." Met deze woorden werd Dujardin aange sproken door een jonkman, naar zijn uiterlijk oordeelen een keilner de onbekende sPrak de Fransche taal zoo vloeiend en zuiver als een geboren Parijzenaar. Daar hoor ik mijn moedertaalriep Du- Hrdin, aangenaam verrast. Wij zijn landge noten, ging hij voort, en ik hoop en be trouw, dat ge u mijner zult erbarmenGij *egt dus, dat men onder de vijftig francs per aa8 hivr-ter-stede geen fatsoenlijk onderko- meit vindt. T~ Ja, mijnheer, dat is hier de gewone prijs hotels van den tweeden rang. In sommige 6etoergen kan men ook voor dertig, mis- i« n 2e'fs voor twintig franks terecht; maar J1 die „holen" worden vijftien of twintig j?rsoien in ééne slaapzaal saamgepakt, zoo- ^t beurs eo leven er met veilig Zijn. Lieve hemel, wat 'n ellendige toestan den Waar ben ik toe gekomen Maar vriend, gij meent misschien, dat- ik hooge eischen stel. Ver van daar Een kamertje met 'n bed méér verlang ik niet. Desnoods zal ik slapen op stroo; en wat den kost be- I treft een paar eieren, een stuk brood met kaas en een bord soep zijn mij voldoende. Eieren kaas een bord sceo? ....Wat gij daar opnoemt zijn dingen, die men hier niet alle dagen te bikken krijgt. Weet ge bijvoorbeeld, wat een struif van zes eieren zou kosten r- Nu, wat kan die kosten? Te Parijs zou men er hoogstens twaalf „sous" voor vragen. Maar we zijn hier niet te Parijs, maar in California, waar men voor zes eieren gaarne tien franks zou betalen, als ze maar te krijgen waren. Gij ziet dus, dat men hier 'n beetje meer geld noodig heeft, dan bij ons in Frankrijk. Helaas zuchtte Dujardin, wat zal er van mij geworden? Ik bezit nauwelijks tweehon derd franks, en bij zulke prijzen kan ik van die som geen acht dagen leven. Wat dan? en hoe zal ik de kosten mijner reis naar het binnenland bestrijden Hoor eens, zei de andere ik ben over tuigd met een fatsoenlijk man te doen te hebben. Te eenenmale onbekend met de plaatselijke omstandigheden, hebt gij u eene I beetje verrekend, en dat ongeluk is ook mij overkomen. Reeds acht maanden zit ik hier te San Francisco, en toch was het mijn plan borgen, toegezegd in de memorie van 7 Juni, doordat de middellijke door een rechtstreek- sche hypotheek zou worden vervangen, waarmee de grondslag voor een internatio nale leening zou zijn gelegd en de mogelijk heid zou zijn geschapen Frankrijk van de Roer vandaan te krijgen. Dit zou de atmos feer geschapen hebben, welke noodig was voor het opgeven van het lijdelijk verzet en tot in vrijheidsstelling van de gevangenen, den terugkeer van de uitgewekenen en het hervatten van de onderhandelingen. Wij heb ben dergelijke voorstellen ingediend. De veelbelovende besprekingen werden afge broken door den eisch tot onvoorwaardelijke staking van het lijdelijk verzet, door Poin caré tegenover de andere mogendheden doorgedreven. Stresemann wees er verder op, dat lord Curzon gisteren niet heeft gezegd welk standpunt Engeland thans inneemt, doch al leen welke wenken het aan het kabinet Cuno heeft gegeven, Duitschland kan van zijn sou- vereiniteit over het Roergebied geen af stand doen. Als Poincaré het meende toen hij tot Baldwin zei geen annexatie, noch aan tasting van de souvereiniteit te wenschen, heeft hij thans de beste gelegenheid om zulks te toonen. Men zegt thans, dat Duitschland eerst zijn goeden wil toonen moet, maar wat moet het nog aanbieden. Het heeft alles aangeboden wat het kan. Het kabinet streeft naar het bereiken van overeenstemming, maar er is een grens aan wat mogelijk is voor het Duitsche volk. De besprekingen over de rede van den rijkskanselier zijn hedenmiddag om 12 uur begonnen. FRANSCHE PERSSTEMMEN OVER CURZON'S VERKLARING. De Fransche bladen geven uitvoerige be schouwingen over' Curzon's verklaring. Zij wijzen op den vorm van de redevoering, die hun blijk lijkt te geven van een zekere ont stemming, en leggen den nadruk op het be schouwend karakter van de verklaring, wel ke een opbouwend motief mist. De Liberté acht de heele rede nutteloos, evenals de ïn- transigeant, die zulks in een ironisch artikel te kennen geeft. De Débats bespreekt in het bijzonder het gedeelte van Curzon's rede, waarin hij zeide, dat naar zijn meening Duitschland drie maanden eerder had moeten capituleeren en dat het onhandig had ge daan door er zoo lang mee te wachten. Het blad legt er den nadruk op, dat drie maanden geleden Lord Curzon zelf in een openbaar stuk het verzet in Duitschland heeft aange wakkerd door de wettigheid van de bezet ting van het Roerbekken te betwisten. Daar in ligt volgens het blad een in het oog sprin gende tegènspraak. De Débats besluit met te zeggen, dat een dergelijke rede in geen en kel opzicht de Britsch-Fransche samenwer king bevordert, hoeveel waarde Curzon daar aan ook zegt te hechten. De Temps volgt een zelfden gedachtengang en geeft evenals Cur zon een terugblik over het laatste jaar, waar bij het blad vooral lord Curzon's aandringen bespreekt om zoo spoedig mogelijk de be sprekingen tusschen de geallieerden onder ling over het vergoedingsvraagstuk te her vatten. Het blad schrijft: „Waarover zouden de geallieerden kunnen praten, zoolang de Duitsche regeering nog niet het minste begrip toont van wat zij zou be hooren te doen tot hervorming van het munt stelsel cn het in evenwicht brengen van de begrooting, zoolang het verzet nog niet in derdaad in alle bedrijven en alle openbare diensten in het bezette gebied is opgeheven." Louis Dubois, de oud-voorzitter van de commissie van herstel, heeft in een inter- vieuw over Curzon's verklaring gezegd, dat het niet waar is, dat de staat van betaling, die van Duitschland geëischt worden niet nauwgezet zou zijn overwogen, Volgens het vredesverdrag is alleen de commissie V'jn herstel bevoegd Duitschland's schuld vast te stellen. In dit opzicht is zij een waar rechts college. Om te beginnen had zij in contradic toir verhoor met de Duitsche deskundigen alle eischen van de betrokken landen door een speciaal daarvoor ingestelde afdeeling laten onderzoeken. Voordat zij uitspraak .deed, had zij zelf de gevolmachtigde verte genwoordigers van de Duitsche regeering ge hoord, die bijgestaan waren door 32 deskun digen. Na 23 openbare zittingen had zij uit spraak gedaan. Haar besluit was met alge meene stemmen genomen. Aldus was het werk, waar lord Curzon zoo luchtig over schijnt te hebben gesproken, besloot Dubois. UIT HET BEZETTE GEBIED. Generaal Dcgoutte heeft gisteren op ver zoek van de Duitsche heeren met Stianes, met Vogler, den directeur van de Deutscih Luxemburg en met den directeur van de fiscale mijnen beraadslaagd over de hervat ting van het werk in het Roer-gebied en over de vaststelling van een voorloopige modus van leveringen in natura ten be hoeve van het herstel. Stinnes en de andere gedelegeerden die met Degoutte gesproken hebben, zijn later naar Berlijn vertrekken om aan de rijks- regeering den uitslag van het onderhoud mede te deelen. DE STAKING OP DE ENGELSCHE SCHEEPSWERVEN. Tengevolge van niet-bindende onderhan delingen verwacht men, dat Je betrokken partijen bij de staking op de Engelsche scheepswerven binnenkort bepaalde stap pen zullen doen om te komen tot een rege ling van het geschil op de scheepswerven en de uitsluiting van de ketelmakers. UIT SPANJE. De Spaansche gouverneur heeft alle in specteurs van de stedelijke politie ontsla gen en alle agenten, die met toezicht op de markten belast waren. Kolonel Tafur van de genie is benoemd tot directeur-generaal der posterijen. onmiddellijk na mijne aankomst de reis naar het binnenland voort te zetten. Instede van tweehonderd franks, zooals gij, bezat ik er nog tien en een halve welke omstandigheid mij dwong, voorloopig hier te blijven. In plaats van goudgraver werd ik pakjesdrager, en na verloop van eenige maanden bracht ik het tot keilner in een flink hotel. Ik ben er nog, en verdien, tusschen twee haakjes gezegd, een aardigen stuiver. Doe zooals ik, en wordt keilner. in mijn hotel is er nog plaats voor u. Keilner Ik zou keilner worden riep Dujardin blijkbaar beleedigd. Ja, mijn vriend, antwoordde de- jonk man glimlachend gij zult verstandig doen, naar mijn voorbeeld aan alle hoovaardij te verzaken. V/ie hier niet tot alle werk bereid is, loopt gevaar, als 'n hond zonder meester om te komen van honger. Trouwens, het baantje is beter, dan gij wel meent. Men heeft gauw geleerd, de gasten te bedienen, en als ge het eenmaal kent, krijgt ge, behalve den kost, tweehonderd franks salaris per maand, onge rekend de hooge fooien. Koks worden hier nog beter betaald maar ik veronderstel, dat ge niet op de hoogte zijt van hun vak.... Dujardin schudde driftig het hoofd. Voor wat of wien ziet ge mij aan riep hij uit. Mijn leven lang heb ik geen pollepel in de hand gehad. Jammer genoeg Anders zoudt ge hier „vreeseMjk" veel geld verdienen. Als ik u zeg, dat in ieder hotel de minste keukenjon gen vijfhonderd franks per maand verdient, zult ge begrijpen, dat ik niet overdrijf. De koks worden hier zeker zoo duur betaald omdat er voor hen niets te koken valt. Immers, volgens u zijn er zelfs geen eieren te krijgen De kunst bestaat juist hierin: uit „niets" een grooten maaltijd te bereidenDaar gij zoo weinig lust toont, mijn raad te vol gen, zou ik als 't niet onbescheiden is, wil len vragen, wat gij in Frankrijk gedaan hebt voor den kost. Ik was griffier bij de rechtbank te Be- san ?on, antwoordde Dujardin niet weinig trotsch. En dat postje liet gij varen In uwe plaats zou ik mij daarvoor gewacht hebben. Met mij was 't anders gelegen. Ik ben wever van ambacht, en daarmee is te-huidigen-dage nu alles machinaal gebeurt, geen cent te ver dienen. Toen ik mijn zaakje opbrak, was er dus niets aan verloren. Maar gij, een griffier! Hm, hm! hoe zult gij hier iets naar uw ga ding vindenDoch wacht even ik weet iets 1 Gij kunt natuurlijk vlug rekenen en zijt op de hoogte van 't boekhouden. Nu, dan kan ik u helpen. Mijn patroon is een voormalige huisknecht, kan lezen noch schrijven, en is getrouwd met iemand die het evenmin kan als hij. Herhaaldelijk heeft hij mij gezegd, dat hij gaarne een bekwaam en betrouwbaar persoon als boekhouder in dienst zou nemen. Als gij er lust in hebt, zal ik u voorstellen, en ik weet zeker, dat de baas u vriendelijk ontvangen zal. Als gij maar eenige dagen aan het werk zijt, zal hij u niet meer willen missen, 't Is een joviale kerel, en heeft hij iemand zijn vertrouwen geschonken, zoo laat hij zich om den vinger winden. Ditmaal aarzelde Dujardin geen oogenblik het voorstel van zijn landgenoot aan te ne men. Zóó staat ge mij beter aan, hernam de jonkman. Wie hier talmt mef een besluit blijft een sukkel. Mismoedigheid" heeft nie mand rijk gemaakt of uit den nood geholpen. Dus, mijn waarde vriend en landgenoot, voor het eerst behoeft gij u om.niets te bekomme ren. Later zullen wij zien, of we samen de reis naar 't binnenland kunnen voortzetten. Gij wilt dus óók naar de mijnen Natuurlijk Wie eenmaal hier is, blijft bij zijn plan. Men ontmoet wel-is waar iede ren dag menschen, die van de mijnen terug komen zonder veel mee te brengen, doch anderen maken er fortuin en zijn voor de rest van hun leven geborgen. Zoodra we geld genoeg bijeen hebben om de reis naar Sacramento te ondernemen, zullen wij op die zaak terugkomen. Misschien worden wij het gemakkelijk eens.... Maar kom nu mee naar 't hotelhier op de kaai kunt ge niet blijven. IX. Onderweg deelde Dujardin's welwillende reisgenoot hem mede, dat hij Gustave Du- OFHEFFiNG VAN HüURCOMMiSSiES. Een circulaire van den Min. van Arbeid. De Minister van Arbeid heeft aan vers schillende daarvoor in aanmerking komende gemeentebesturen de volgende circulaire gericht: „In het laatste jaar zijn de /Werkzaamhe den der Huurcommissie in uwe gemeente van weinig omvang geweest en het is te voorzien, dat ten gevolge van de jongste wijziging der Huurwetten minder dan ooit de tusschenkomst van de commissie zal wor den gevraagd. Het komt mij voor dat voor uw gemeent» het vrije verkeer voor de woningmarkt kan worden hersteld, zulks in overeenstemming met de bedoeling van den wetgever. Hiertoe bestaat, nu de werkzaamheden der commis sie dit toelaten, te meer aanleiding, omdat de uitgaven voor dit doel thans behooren tot die, welke in het belang van den be. narden financieelen toestand van Rijk en gemeenten vermeden kunnen en moeten worden. In verband met het bovenstaande komt het mij gewenscht voor dat de huurcommis sie in uwe gemeente wordt opgeheven." DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIM IN UTRECHT. Jhr. De Geer opvolger? Naar de N. A. Ct. verneemt wordt de oud- minister van Financiën, jhr. D. J. de Geer, genoemd als opvolger van den tegenwoordi- gen Commissaris van de Koningin in de pro vincie Utrecht, graaf Van Lynden van San- denburg, die, zooale gemeld, zijn functie om streeks Febr. a.s. zal neerleggen. DE BEZUINIGING. Het aanbod der Christ. Hist. Kamerleden De andere Kamerleden ontstemd. Naar de Tel. verneemt, heeft de mededee ling, welke de C. H. Kamerfractie aan de andere politieke fracties heeft gedaan, n.l. dat zij den minister van Financiën verzocht heeft, op de schadeloosstelling van haar le den met ingang van 1 Jan. a.s. 10 pet. in te houden, ernstige ontstemming verwekt bij vrijwel alle andere Kamerleden Zelfs indien men mogelijke politieke bijbe doelingen ter zijde schuift, dan nog is deze mededeeling niet vrij te pleiten van onhof felijkheid tegenover de andere Kamerfracties. Algemeene verwondering wordt er over uitgesproken, dat de C. H. Kamerfractie ge heel handelende buiten het senioren-con vent om, waarin de voorzitters der verschil lende Kamerclubs overleg plegen over aan gelegenheden, die in het bijzonder de Kamer leden betreffen. Dit senioren-convent heeft zelf nog niet lang geleden beraadslaagd over kwesties in zake reisvergoeding der Kamerleden en het zal ook ongetwijfeld wel van de zijde van andere Kamerleden worden aangezocht om; thans de eventueele vermindering van d^ schadeloosstelling te bespreken. UITVOERING DER LAND- EN TUIN- B OU WONGE VALLEN WET. Overgang van leden eener bedrijfsvereenigir naar de R. V. B. Verschenen is het Kon. besluit van 21 Sept. 1923, waarbij de voorschriften worden gegeven, bedoeld bij art. 31 sub. 2 der Land en Tuinbouwongevallenwet, in zake het overgaan van leden eener bedrijfsvereeni- ging, naar de Rijksverzekeringsbank ofwel naar een andere bedrijfsvereniging. Uit de verschillende bepalingen van dit besluit stippen wij de volgende aan De vorenbedoelde overgang, indien het betreft een overgang naar de Rijksverze- keringsbank, geschiedt met inachtneming van het navolgende a. De uittreding van een werkgever alsi lid eener Bedrijfsvereniging kan, behou dens voorzoover dienaangaande in dit be-^ sluit anders is bepaald, alleen geschieden overeenkomstig de statuten dier Bedrijfs vereniging. Deze uittreding geschiedt in elk' geval slechts met ingang van den'eersten dag; eener kalendermaand. b. De toetreding als lid eener Bedrijfs vereniging kan geschieden op ieder tijd—j stip tyaarop dit volgens de statuten dier Be drijfsvereniging is toegelaten. De werkgever heeft van zijn voornemen' om van een Bedrijfsvereniging, waarvan hijl lid is, naar de Rijksverzekeringsbank over te gaan, met inachtneming van den tusschen' die Bedrijfsvereniging en hem overeenge komen opzeggingstermijn schriftelijk ken nis aan die Bedrijfsvereniging/Deze kennis geving vindt in elk geval plaats, ten minste! 21 dagen vóór het tijdstip, met ingang waar van de overgang wordt gewenscht. De Bedrijfsvereniging doet van de ont vangst van zoodanige kennisgeving ten min ste 14 dagen vóór het tijdstip, met ingang', waarvan de overgang wordt gewenscht, schriftelijke mededeeling aan het bestuur der Rijksverzekeringsbank, oftder opgave, of te gen den overgang al dan niet bezwaar bestaat en in het laatste geval, met ingang van wel ken datum belanghebbende als lid is of worde afgevoerd. -. Ten aanzien van den overgang van den werkgever, lid eener Bedrijfsvereniging, naar een andere Bedrijfsvereniging, is het vorenbepaalde van toepassing. In dit geval geeft de werkgever bovendien uiterlijk bin nen 21 dagen vóór het tijdstip, met ingang waarvan de overgang schriftelijk kennis dat hij als lid dezer vereeniging wenscht toe te treden. Dit besluit treedt in werking met ingang van den 4en October 1923. DE TAB AKS ACCIJNS VERHOOGING^ Het Centraal Bureau van 't Verbond van Verenigingen van Sigarenfabrikanten ia Nederland heeft een adres gezonden aan den Minister van Financiën, waarin verzocht wordt niet over te gaan tot de voorgenomen verhooging van den Tabaksaccijns. Den Mi nister wordt tevens een audiëntie verzocht om de bezwaren toe te lichten. bois heette en in dienst was bij den heer Scail- tin, eigenaar van 't hotel „de gouden eikel" De weg daarheen baarde Dujardin nieu we teleurstellingen. Hij had zich San Fran cisco voorgesteld als een schoone stad, mei brede, uitmuntende geplaveide straten er gemakkelijke „trottoirs", en nu vond hl* niets dan slijkerige wegen en ellendige, hou ten barakken, welke niet eens den naam „huis" verdienden. San Francisco had eigenlijk met een groo- te stad niets gemeen, tenzij een onbeschrij felijke drukte. Dujardin en zijn gids kondec zich nauwelijks een weg banen door de me nigte, die zich in de „straten" verdrong. 't Was een woest, bijna schrikwekkend too- neel, dat den vreemdeling, niet aan zulk 'r, chaos gewoon, zeer onaangenaam moest treffen. Nog dienzelfden dag bediende Dujardin in „De gouden Eikel" een aantal gasten, die hem, zonder uitzondering, als 't uitvaagsel der samenleving voorkwamen. De eerste nacht in zijn nieuw verblijf ging voor hem slapeloos voorbij, pijnlijke gedach ten bestormden hem, lieten hem geen oogen blik met rust. Hij had zijn vrouw beloofd; onmiddellijk na zijn aankomst te San Fran cisco te zullen schrijven, maar hij kon 't niet van zich verkrijgen, aan die belofte te vol doen hetgeen hij vooralsnog te melden had, was al te pijnlijk 1 Dus liever betere dagen afgewacht, alvorens tijding naar Frankrijk te zenden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5