i FIJNSTE PLANTENBOTER lOOOoULDEN EN DAN NOS VOOR DEN ÖROOTSTEN BUITENLAND Tweede Blad 17 Ocftoher 1923 De goede daad en de belasting. GEEL BUITENL. BERICHTEN. Gedelgde schuld. Het Belgische vergoedingsplan. De reis van president Masaryk. De maatregelen tegen de werkloosheid in Engeland. Het verkeer in het bezette gebied. Onder de Telegrammen: De duurterelletjes in Duitschland. De mijn König Ludwig XII is door de Franschen in beslag genomen. De om vang der werkloosheid in Engeland en hare bestrijding. Robert Cecil ziek. De Rivera en Mussolini zullen elkaar te Rome ontmoeten. EEN GESCHENK VOOR DEN PAUS. ?t/UELDflRp FEUILLETON HANDEL EN NIJVERHEID. Vrijwel algemeen wordt het gewaardeerd, indien een werkgever er voor zorgt, dat zijne werknemers bij het bereiken van hun ouden dag geen gebrek lijden. Er zijn er, die zulks noemen: „een plicht van defl werkgever". Anderen gaan niet zoover en zeggen, dat die zorg voortvloeit uit menschlievendbeid en uil het goede hart van den werkgever. Vrijwel allen zijn het er over eens, dat het, van algemeen maat schappelijk oogpunt bezien, een geluk zou mogen worden genoemd, indien door maat regelen, door een werkgever getroffen, ver kregen werd, dat oude werknemers bij het aanbreken van hun rusttijd zich financieel kunnen redden. Indien voorts een werkgever er voor zorgt, dat bij vroegtijdig sterven van een werknemer, diens weduwe niet onverzorgd achterblijft, dan zal ieder zulk 'n werkgever feel noemen: een menschlievend patroon, en, erkennen, dat hij, van maatschappelijk standpunt uit bezien, een goede daad ver richt. Het zou voor de hand liggen, dat de Staat, door het maken van wettelijke be palingen, het doen van zulke goede daden veigeaiakkelijkte, zelfs bevorderde. Zulks zou aanbeveling verdienen, niet alleen omdat het bevorderen van goede daden, het veredelen der menscheijke karakters, een groot algemeen staatsbelang is, doch ook uit zuiver materialistische overwegingen. Immers, hoe geringer het aantal armlastige is, des te minder zullen de „kosten van armenzorg" bedragen. Doet de Staat nu dit voor de hand lig gende? In „Het Kompas" wordt een geval aange haald, waaruit blijkt, dat de thans geldende bepalingen precies het tegenovergestelde te weeg brengen: In het jaar 1921 stierf A, die lange jaren bij eenzelfden werkgever in dienst was ge weest. De weduwe van A bleef onbemid deld achter. De werkgever schreef aan die weduwe, dat hij, waar A hejn vele jaren zoo trouw had gediend, besloten had haar elke drie maanden 300,te zullen uit- keeren, voor het eerst op 31 Mei 1921 voor de maanden Mei, Juni en Juli van dat jaar Een mooie daad van dien werkgever. Een pak van het hart der bedroefde weduwe. Twee jaren gaan voorbij en plotseling verschijnt de fiscus ten tooneele. Hij is te weten gekomen vermoedelijk uit de aangifte voor de inkomstenbelasting dat de weduwe van A per jaar 1200.toe lage heeft ontvangen van A's vroegeren werkgever. Er heeft dus „een schenking" plaats gevonden. Van een schenking is „recht" (belasting) verschuldigd. De betrokken rijksambtenaar schrijft 23 Mei 1923 aan den werkgever en ver zoekt hem aangifte te doen van de bedragen door hem onverplicht Uitgekeerd aan dc weduwe. Deze meldt per brief 5 Juni 1923, hoeveel die uitkeeringen hebben bedragen. 6 Juni 1923 antwoordt de ambtenaar, dat er een aangifte moet worden ingediend voldoende aan de eischen der wet, er aan toevoegende: „Misschien bestaan er itermen om aan Hare Majesteit kwijtschelding van het ver schuldigde recht te vragen, naar art, 82 no. 3, maar dat is een gratie, die eerst later aan de orde komt." 13 Juni 1923 antwoordt de werkgever, dat hij die uitkeering heeft gegeven als een gevolg van de belangrijke diensten door wijlen den man bewezen; dat dergelijke uit keeringen meer zijn gedaan aait achtergeble ven weduwen; dat de verhouding van het personeel tot de zaak hem tot uitkeeringen verplicht; dat hij daarom meent niet tot aangifte verplicht te zijn. Mocht zoo schrijft hij den ambtenaar u onze opvattingen niet deelen, dan ge lieve u het geval aan het Hoofdbestuur der Registratie te onderwerpen. Nu wordt de ambtenaar krasser in zijn optreden. Hij schrijft 15 Augustus 1923, den laatsten brief fe beschouwen als een weige ring tot bei doen der aangifte, om dan te laten volgen; „Dientengevolge wordt in den loop van deze week een dwangsohrift aan u beteekent tot betaling van 5000.behoudens ver meerdering of vermindering, volgens latere regeling." De schrik slaat den humanen werkgever om het hart. Hij schenkt in 2 jaren tijds aan een weduwe, om haar het leven wat te verlichten 2400.en zal nu moeten betalen 5000aan den Staat! 30 Augustus 1923 dient hij een aangifte in en stuurt 3 September 1923 aan Hare Majes teit het in art. 82 sub 3 bedoelde verzoek om kwijtschelding. Hij leeft nu in afwachting! Wat zal liet lot der weduwe zijn? Za de werkgever doorgaan met jaarlijks 1200.aan de weduwe uit te keeren, met de vrees voor oogen, dat de fiscus hem na twee jaren weer aangrijpt? Hij denkt er niet over. Hij is veront waardigd over zulk een wetgeving en heeft aan die weduwe geschreven, dat hij voortaan die uitkeeringen niet meer zal doen. Voorts zal hij zich wel wachten bij sterf- gevalen onder zijn groot personeel ooit weer zijn goede hart te laten spreken, nu hij heeft ervaren op welke wijze de Staat van zulke menschlievende en maatschappelijk toe te juichen daden wenscht te profiteeren. Zijn zulke wettelijke bepalingen in het belang van den Staat? Moeten zij niet zoo snel mogelijk verdwijnen? Het grootste deel van het Nederlandsche vok zal zeer ge baat zijn door het verdwijnen van zulke averechtsche wettelijke bepalingen. Ik heb, vervolgt de schrijver, mij afge vraagd: Hoe komt dc fiscus er toe te drei gen met het uitvaardigen van een dwang- schrift tot een bedrag van 5000, Er is in twee jaren geschonken 2400. In verband met de in art. 80 sub 6 genoemde vrijstelling (de helft van 2400.1 is hoog stens 40 pet. verschuldigd over 1400. alzoo 560.Maar, de ambtenaar schreef uit te zullen gaan van het standpunt, dat geweigerd werd aangifte te doen en in dat geval is boete verschuldigd! Vijfmaal het „recht", echter met een maximum van de helft van het bedrag der schenking, hier dus 1200. Dat zou dus zijn in totaal 1760.be lasting en boete, bij een uitkeering van 1200.per jaar, gedurende twee jaren aan een behoeftige weduwe. Zal er nog wel één werkgever te vin den zijn, die per twee jaar 2400.wil schenken, als hij dan bovendien aan den Staat telkens 560.moet offeren; Maar hoe komt de ambtenaar tot ƒ5000, als hoogstens 1760.— betaald moet wor den aan recht en boete? Ik begin te vree zen, dat de fiscus nog op iets anders zint en wil redeneeren als volgt; Aan de weduwe is geschonken een periodieke uitkeering van 1200. 's jaars. Krachtens art. 49, in verband met art. 47, wordt voor de regeling van bet schenkingsrecht de waarde van een perio dieke uitkeering vastgesteld in verband met den leeftijd van den persoon van wiens leven die uitkeering afhankelijk is. Dc weduwe was in 1921, toen de uit keering was toegezegd, tusschen de 55 en 60 jaar. Volgens art. 47 was nu de waarde dier periodieke uitkeering te bepalen op tl X 1200.— 13.200.—. Krachtens art. 65 zou nu aan recht verschuldigd zijn ongeveer 42 pet. of circa 5500. Is mijn vrees juist, dan geloof ik dat er weinigen in ons land zullen zijn, die niet zullen uitroepen; Die werkgever, die hart heeft voor zijn personeel, wordt mishan deld! De schrijver gelooft ten slotte, dat, wil de fiscus dezen kant uit, 'hij mis zal tasten. Immers, uit het feit, dat de werkgever de verdere uitkeeringen introk, moet wel af geleid worden, dat hij zich niet tot een levenslange uitkeering had verplicht. DE GEALLIEERDEN EN DUITSCHLAND. In Engelsche ofiicieele klingen is men niet geneigd iets los te laten over de tech nische bijzonderheden van het Belgische vergoedingsplan, dat door de commissie van herstel te Parijs zal worden onderzocht. De Engelsche regeering verheugt zich er over iederen stap die gedaan wordt om het ver- goedingsvraagstuk tot klaarheid te brengen, maar zij wenscht niet op liet oordeel van de commissie van herstel in zake de Belgi- sce voorstellen vooruit te loopen. Deze schijnen, wat de technische bijzon derheden betreft, met groote zorg te zijn uitgewerkt en het hoofdbeginsel is de deel neming van de commissie van herstel aan dc Duitsche industrieele, financieele, ban deel- en landbouw-ondernemingen. Heflin- gen op winsten van deze ondernemingen worden voorgesteld. Dit denkbeeld gaat uit van de veronder stelling, dat de Duitsche munt dan gestabili seerd zal zijn, daar de binnenlandsche on dernemingen van Duitschland alleen ge dwongen kunen worden te betalen in Duitsch geld, hetwelk op dit oogenblik bui ten Duitschland niet aangenomen wordt. Een onvermijdelijke voorwaarde van 'het Bel gische schema is derhalve de reorganisatie van de Duitsche financiën. De Times zegt, dat de eerste stap onge twijfeld moet zijn om Duitschland in de ge legenheid te brengen te kunnen betalen. Het Fransc'h-Belgische procédé om bij Duitschland den wil tot betalen te schep pen, heeft terzelfdertijd de macht tot betalen vernietigd. Maar de eigenlijke rijkdom van Duitschland is niet vernietigd, evenmin als de werkkracht van de bevolking, ofschoon beide ernstig ontwricht zijn. Daarom is het noodig dc organisatie van zijn industrie te herstellen in die mate, dat men eenig be- taalvermogen schept. De toepassing van het schema moet, als het wordt goedgekeurd, natuurlijk onder toezicht van de geallieerden plaats vinden. Om deze reden moet een financieele controle van de geallieerden te Berlijn worden uitge oefend en zulk een controle is tegelijkertijd 'hiet duidelijkste, de bondigste en meest doel treffende onderpand voor betaling dat men kan verkrijgen. UIT HET BEZETTE GEBIED. In verband met den moeielijken financiee- len toestand der mijnen, die hun arbeiders steeds een deel van de loonen kunnen uit betalen, heeft de rijksregeering zich bereid verklaard voor deze week nogmaals met kredieten van vaste waarde, zij het in be scheidener omvang dan vroeger, bij te sprin gen. De Phön'ix en de Rheinische Stehlwerke (die op eigen houtje met Generaal Degout- tc hebben onderhandeld) zijn van deze kre dieten uitgesloten. De Rhein. Westf. Ztg. trekt daaruit de slotsom, dat de regeering met de groep van Otto Wolff niets meer te doen wil hebben, DE REIS VAN MASARYK. Gisterenoohtend om elf uur is Masaryk, de president van de Tsjecho-Slowaksche repubick, aan liet station in het Bosch van Boulogne te Parijs aangekomen. Hij was ver gezeld door Benesj, den minister van bui- tenlandsche zaken. President Millerand, de voorzitters van de beide Kamers, de minis ter-president, e.a. waren, aan het station om Masaryk te begroeten. Masaryk logeert in het departement van buitenlandsche zaken. Het empire-ameu- blement in de slaapkamer, die er voor den Tsjecho-Slowakschen president is ingericht, is gebruikt door Gambetta toen deze mi nister-president was. Van hooger hand wordt die aankomst van Masaryk alle luister bijgezet. Met het cere monieel van vóór den oorlog bij ontvangst van staatshoofden wordt de gast omringd. De bladen sporen aan tot medewerking door hem toe te juichen en de vlag uit te ste ken. Alle bladen haast brengen lange arti kelen over zijn leven en roemen warm zijn geloof in de Tsjechische zaak evenals den moed en de volharding van zijn medestan ders, Benesj en wijlen Stefanik. Tardieu, die hen gedurende den oorlog persoonlijk gekend heeft en vooral in Ame rika met hen samenwerkte, prijst hun sa menwerking om de erkenning van den nieu wen staat te verkrijgen en het Tsiecho-Slo- waksohe leger op de been te brengen. Zij vulden elkander aan. Masaryk vertegenwoor digde het geloof in de nationale wederge boorte, Benesj was daarvan de diplomatieke Stefanik de militaire uitvoerder, In het algemeen heeft men 'te Parijs maar een flauwe notie van dat land en zijn betee- kenis in de internationale politiek. Daarom houdt de pers het publiek voor, dat het niet anders is, dan het oude Bohemen en dat vooral belang heeft bij liet slagen van de Roer-bezetting, daar een derde van de be volking uit Duitschers bestaat en het tus schen Germaansche volken is geklemd. Tar dieu herinnert aan Keynes' voorspelling van 1920, volgens welke de middel-Europccsche landen in 2 jaar zouden kelderen en wijst op den hechten band tusschen Tsjecho-Slo- wakije en Frankrijk, die onder meer daaruit blijkt, dat het leger daar onder bevel staat van den Franschen generaal Mittelhauser, die uit den Elzas komt. Dr. Masaryk komt Zondag uit Parijs te Londen aan in gezelschap van dr. Benesj. Maandagmorgen zal president Masaryk de Cenotaaf bezoeken en een krans neerleggen op het graf van den onbekenden soldaat. Denzelfden dag zal hij, naar verwacht wordt, door den koning worden ontvangen op Buckingham Palace. Dinsdag gaat hij voor een dag naar Oxford, de Woensdag zal be steed worden voor het voeren van verschil lende samensprekingen. DE MAATREGELEN TEGEN DE WERK LOOSHEID IN ENGELAND. Op de gisteren door den minister van ar beid af te leggen verklaring over de regee- ringspolitiek inzake de werkloosheid is Maandagavond sir William Joynson Hicks, de minister voor volksgezondheid, ten deele in een rede vooruitgeloopen, toen bij eenige van de voorstellen van het kabinet tot werkverschaffing in den komenden winter opsomde. Met betrekking tot het rijksaspect van het werkloosheidsvraagstuk zeide hij, dat de regeering bereid was de dominions meer dan halverwege tegemoet te komen in hun ver zoek om voorkeur en nauwere relaties en hij Hechtte veel belang aan de plannen voor landverhuizing van het surplus der bevol king naar deelen van het rijk overzee. Wat de onmiddellijke maatregelen betreft om dc moeilijkheden te boven te komen, zeide hij, dat de regeering in samenwerking niet den minister voor het verkeerswezen, machtiging had gegeven voor het uitvoeren van groote werkzaamheden met betrekking tot wegen en bruggenbouw. Sinds 1920 is in totaal aan het aanleggen van nieuwe wegen 27 millioen besteed. De regeering heeft thans machtiging verleend tot het besteden van nog ongeveer 14 millioen. Hiervan zal een groot deel in het gebied van Londen worden besteed. Een nieuwe weg wordt aangelegd van Glasgow naar Edinburgh, welke werkzaamheden, naar men hoopt, er toe zullen bijdragen om werk te verschaffen aan velen, die aan de Clyde werkloos zijn. Verder hoopte hij, dat binnenkort ook een nieuwe weg za! worden begonnen tusschen Liverpool en Manchester. Dan hoopte hij, dat binnen eenige weken order zou worden gegeven voor het verbou wen van ongeveer 150 bruggen. Al deze werken zullen groote orders voor de staal- districten beteekenen. Verder zijn onder handelingen gaande over den bouw van een nieuwe brug over de rivier de Dee te Queensferry. Het werk zal geheel uit staal worden vervaardigd en de kosten worden geraamd op meer dan 100.000. Een andere brug over de Tweed bij Ber wick is ontworpen en de kosten daarvan zijn geraamd op 200,000 en een plan was in overweging om een weg aan te leggen over de rivier de Tay te Duindee. Die zou twee mijl lang worden en ongeveer een millioen pond kosten. Op het oogenblik, voegde Joynson Hicks eraan toe, kunnen wij de mogelijkheid zien om bij de staalindustrie voor twee tot twee en een half millioen pond Sterling aan werk onder te brengen. HET VERKEER IN HET BEZETTE GEBIED Het Duitsche ministerie van verkeerswe zen heeft een oproep tot het spoorwegper soneel gericht, inzake den dienst in het be zette gebied onder Fransch-Belgische regie. In verband hiermede wordt door middel van een correspondentiebureau een nadere toe lichting gegeven, waarin o.a. staat: De ver wachting, dat na de staking van het lijdelijk verzet spoedig overeenstemming tusschen Duitschland en Frankrijk zou worden be reikt, omtrent verschillende vraagstukken, is niet verwezenlijkt. Tot deze vraagstukken behoort ook dat van de hervatting van het spoorwegbedrijf in het Rijn- en Roergebied, dat voor het economische leven van de grootste beteekenis is; onder Duitsch be stuur en met het geschoolde Duitsche per soneel zou het verkeer reeds aan den gang gebracht kunnen zijn, wat ook voor de her vatting der leveringen op rekening van de schadevergoeding van het grootste belang zou zijn, aangezien ook deze leveringen in de eerste plaats een transportvraagstuk zijn. Het spoorwegverkeer moet allereerst op gang worden gebracht, aangezien anders iedere poging om het economische leven weer aan den gang te doen gaan, bij voor baat tot mislukking gedoemd is. De eenige weg, die daartoe openstaat, zou de terug keer van het oude personeel zijn. Hoewel Duitschland van zijn goeden wil blijk heeft gegeven, wil Frankrijk van den terugkeer van hel personeel niets weten. De regie tracht thans eerst recht haar gezag te doen gevoelen. Voordat de passieve tegenstand wordt opgeheven, kon men het bestaan der regie als strijdmiddel erkennen, doch thans is het doel klaarblijkelijk nog slechts afsnij ding van het bezette gebied en de vorming van een zelfstandig spoorwegnet in het Rijn en Roergebied, onder Franschen invloed. De commissaris der regie Pierard heeft daarvan dan ook geen geheim gemaakt. De belem mering voor de hervatting van het verkeer is in de eerste plaats aan dergelijke bedoe lingen toe te schrijven. Het rijksministerie van verkeerswezen heeft thans het perso neel uitgenoodigd, het werk te hervatten, doch de regie wil slechts een klein percen tage van het personeel weer in dienst ne men. Daarom is de vraag gewettigd, of de regie zich vergist ten opzichte van de ver- keerseischen of dat het niet in de bedoeling ligt het verkeer in den ouden omvang te herstellen. In ieder geval schijnt het belang der bezettingsoverheid bij het op gang bren gen van het economische leven niet zoo groot te zijn, als bij Duitschland. Ten slotte zij herinnerd, dat nog steeds talrijke spoor wegambtenaren uitgezet zijn of zich in de gevangenis bevinden. De Duitsche regeering zal niets onbeproefd laten om dit personeel weer in zijn ouden toestand te doen terug- keeren. Een Fransch blad vertelt, dat een Ro- meinsch priester, die kort geleden bij een tocht in de bergen een jongen arend ge vangen had, dit dier ten geschenke is ko men aanbieden aan den Paus op het Vati- kaan. De Paus, die vroeg -r een groot bergen- beklimnier geweest is, heeft dit geschenk T 7N BEZUINIGING" J 225 gaarne aanvaard en de arend, is nu opgeno men onder de bewoners van het Vatikat.n. Reeds in de directe omgeving van Parijs wordt wijn verbouwd. Te Argenteuil bijv. wonen tal van wijnboeren en in 1920 waren er in 'het departement der Seine nog 99 wijnbouwers, die te zamen nog 20 hectaren wijngaard bezaten met een opbrengst in dat jaar van 446 hectoliter, ter waarde van 52,600 frank. Hei aantal wijnboeren in het departement neemt echter elk jaar af. Een oude wijnbouwer uit Argenteuil heeft aan een Parijschen journalist verteld, dat dï oorlog daaraan schuld heeft. Toen het oorlog was en de mannen vertrokken waren, moesten de vrouwen het werk in de wijn gaarden dioen, wat voor haar te zwaar was. Ên de jonjgelui van tegenwoordig, zeide de oude, houden niet meer er van op het land te werken en zich te bukken. Zij zijn eiken dag gekleed alsof het Zondag is en zc houden niet meer van een glas jongen wijn; ze drinken belegen wijn of ze nemen een borrel.... Veel oude wijnboeren zijn ook groenten, boontjes en tomaten gaan verbouwen, om dat dat winstgevender is. Een commissie van kooplieden uit de Kamer van Koophandel te Manchester heeft Maandag over dc eischen van de vereeni- ging van de ververs van geweven goederen beraadslaagd. Deze laatste wil, dat alle fa brieken uitsluitend met leden van den bond zullen werken. Er zijn reeds vele handtee- keningen geplaatst onder een besluit tot het niet aangaan van zulk een individueele over eenkomst met genoemden bond. Een der voornaamste scheepvaartmaat schappijen verklaarde, dat er reeds stagna tie is, tengevolge van de gestelde eischen en er stappen worden gedaan om op het vasteland van Europa goederen te koopen. De poging van de ververs om monopolie- voorwaarden door te drijven, heeft derhalve ten gevolge, dat in den handel groote ver liezen worden geleden, terwijl er tevens werkloosheid het gevolg van is. De Manchester Guardian vermeldt onder verschillende fantastische aanbiedin gen tot redding van de mijnwerkers, die nog in de mijn van Falkirk opgesloten zijn, cr een van Smith van Leith, die onlangs de Firth of Forth is overgezwommen. Deze biedt aan te duiken en naar de afdeeling te zwemmen, waar de nog vermiste mannen zich moeten bevinden. In een rede aan een noenmaal te Min neapolis heeft Lloyd George zijn beroep op de Vereenigde Staten herhaald om Europa te helpen, vrede te maken. Hij wanhoopte aan de toekomst, zoo lang Amerika aldus handelde. Lloyd Gorge werd aan de lunch plechtig tot eere-lid van den Sioux-stam gemaakt. De Times verneemt uit New-Yorla Zangwill heeft in een rede tot opening van het Amerikaansch-Joodsche congres gezegd, dat het politieke Zionisme dood was. De joden moesten hun politieke hoop op Pa lestina prijsgeven. Het groote oogenblik, door Herzl voorspeld, had een klein volk gevonden. Volgens een bericht uit Boekarest neemt het onderzoek naar de fascistische samenspanning steeds grooter omvang aan. De huiszoekingen geven steeds aanleiding tot nieuwe arrestaties. Volgens het blad Lupta zijn documenten gevonden, waaruit blijkt, dat de samenzweerders ook in ver binding met geheime organisaties in andere landen stonden. De leiders der samenspan ning Zelea, Codreanu en Motza moeten volledig hebben bekend. Naar een Weensch blad uit Boedapest verneemt, is na langdurige onderhandelingen tusschen afzonderlijke groepen een een- heidsbond der Hongaarsche fascisten tot stand gekomen. Volgens een Belga-telegram uit Riga is daar uit Moskou bericht ontvangen, dat Trotzki in een onderhoud met den Ameri- kaanschen senator King heeft verklaard, dat Rusland, in weerwil van zijn sympathie voor het Duitsche proletariaat, zich niet zal men gen in de gebeurtenissen, die zich in Duitsch land afspelen, daar het anders genoodzaakt zou zijn den oorlog aan Polen te verklaren. Niemand in Rusland wenscht opnieuw oor log met Polen en de sowjet-regeering heeft besloten goede betrekkingen met de Pool- sche regeering te onderhouden en den vrede te bewaren. Het tweede antwoord van de Chinee- sche regeering op het verzoek van het di plomatieke corps tot betere bescherming der veiligheid op de spoorwegen wordt te Lon den, volgens een H.-N.-telegram, als een grooten stap in de goede richting be schouwd, omdat althans in beginsel de wen- schelijkheid der verlangde bescherming wordt erkend en wel door den president zelf, die als hoofd van het leger over da voldoende macht beschikt om den wensch in een daad om te zetten en aan het bestaan der rooversbenden een eind te maken. De Westminster Gazette meldt dat het contract inzake het plan om te Tilbury nieuwe havenwerken te doen uitvoeren, binnenkort zal worden gesloten en dat de werkzaamheden zonder verwijl zullen be ginnen. Het is het voornaamste deel van een uit gebreid ,plan, waaraan aan arbeidsloon al leen reeds een uitgave van vijf millioen pond vastzit. door Baronesse De Liman. Il2 Zooals ge wilt, antwoordde Legrand. Hij achtte liet raadzaam zekere beleefd heid te tonen, schoon de vuist hem'jeukte en hij veel lust had, den griffier op „Cali- fornische vijgen" te vergasten. Wij zullen echter in de gelagkamer blij ven, waarde heer Legrand hernam de ban diet. Daar zijn wc alléén, maar toch niet zóó alleen dat een aanval des heeren Cantière mij schrik kan aanjagen. Legrand werd bleek. Nu lagen zijn plan nen in duigen, en was zijn hoop verijdeld. Vieuxtemps was van alles op de h°°éfe- Ge noemt mij bij een naam dien ik sinds jaren niet meer draag, antwoordde hij met doffe stem. Maar onder welken gij tc Besamjon op de gevangcnisrol zijt ingeschreven. Legrand greep zijn vijand bij den pols en siste hem bevend van woede in het oor: Zeg dat nog eens en ik dood u als een hond! Vieuentemps, de ellendeling, de lafaard, verschrok. i r-, Niet zoo opgewonden, mijnheer Le grand! stotterde hij. Door geweld te gebrui ken zoudt gij uw eigen spel bederven. Ik ben gaarne bereid te vergeten, dat er een „Cantière" bestaat, of ooit bestaan heeft.. Maar kom nu; wij zouden hier de aandacht trekken. Legrand liet den arm van zijn vijand los, maar stelde zich nu de vraag, of 't wel raadzaam was de uitnoodiging van den schurk aan te nemen. Wie spreekt mij borg sprak hij plotse ling, dat gc mij niet in een valstrik wilt lok ken? Zou ik met list mijn toevlucht moeten nemen, als ik u in het ongeluk wilde stor ten? antwoordde Vieuxtemps. (De aarzeling van Legrand had hem weer moed gegeven). Ik heb maar eeri woord te spreken, en gij wordt hier op straat aangehouden. Maar gij hebt niets te vreezen: mijn eigen belang ge biedt mij, u zooveel mogelijk te sparen. Zij kwamen aan de herberg, en traden bin nen. Niemand in de gelagkamer; maar de waardin liet zich van tijd tot tijd eens zien. Vieuxtemps vroeg een flesch wijn en twee glazen, schonk in, en zeide: Laten wij drinken op den gelukkigen uitslag der onderhandeling.... Laat hooren, antwoordde Legrand zon der zijn glas aan te roeren. Gij weet, zoo begon Vieuxtemps bijna fluisterend, dat de heer Dujardin mijn aan zoek afwees omdat hij in u een rijk schoon zoon „in spe" heeft aangetroffen. De vraag, of Dujardin, als hij wist wat mij bekend is, niet van meening zou veranderen, zullen wij liever niet stellen.... Maar, ging hij voort, ziende, dat Legrand niet dan met moeite zijn toorn bedwingen kon, hij zal het niet te we ten komen, als ge mij schadeloos stelt voor 't mislukken van mijn huwelijksplannen. En waarin vroeg Legrand niet bijster vriendelijk, zou die schadeloosstelling moe ten bestaan? Met 100,000 franks zou ik mij tevreden stellen. Zooveel bedraagt immers dc bruid schat van uw aanstaande? Ja; zooals gij de rekening voorstelt is zij niet ingewikkeld.... Maar wie spreekt mij borg, dat gij, eenmaal in 't bezit van die kleinigheid, mij niet zult verraden? Wederom mijn eigen belang. Bovendien ken ik een middel, dat mij tot zwijgen zou dwingen. Gij ziet, dat ik redelijk ben.... Laat hooren! Ik stel voor in duplo een contract op te maken. Het document zou een kort relaas van uw verleden bevatten, alsmede mijn be kentenis, dat ik heb aangeboden, voor 100.000 franks bet stilzwijgen te bewaren nopens betgeen ik s toevallig te welen kwam. Door dat stuk ben ik even goed ge bonden als gij; want een rechterlijk beambte die zich laat omkopen, ja, zelfs den prijs van zijn plichtverzuim bepaalt, maakt ken nis met de galeien, als te een of anderen tijd zijn misdrijf aan het licht komt. Ge be grijpt immers, waarde heer Legrand, hoe ik het bedoel? Door schriftelijk de pekelzonde te bekennen, welke gij vroeger bedreven hebt en waarvan dé justitie u niet heeft ont slagen, zijn ge van uw kant verplicht, de zaak te laten rusten voor wat betreft den pot-devin." Nu, hoe vindt ge mijn voorstel Zeer aardig, zeer practisch; ik bewon der uwe scherpzinnigheid, spotte Legrand. We zijn het dus eens? Ja; de zaak kan onmiddellijk geregeld worden. Laat een paar vel gezegeld papier halen. Die heb ik reeds bij me, antwoordde Vieutemps, terwijl hij zijn brieftaschje te voorschijn haalde. Gij zijn waarlijk een man die aan alles denkt. 4 lk ben griffieren gij begrijpt dat.. ....gij de grootste schurk ter wereld zijt! bulderde Legrand, niet langer in staat, zijn verontwaardiging tc beteugelen. Ellen deling! Dc ontsnapte gevangene, die voor 100.000 franks uw stilzwijgen koopt, staat boog boven u en heeft het recht, met diepe verachting op u neer te zien! Cantière „nummer 57" zooals gij vroe ger werd genoemd, neem u in acht! Dc over eenkomst is nog niet gesloten, dreigde Vieuxtemps. En als ik weiger? O, dat zult gij niet doen! Dc heer Can tière hecht te veel waarde aan zijn goeden naamen aan zijn vrijheid. Een woord van mij, en gij zit achter slot en grendel, terwijl Lifcie mijn echtgenoot wordt Doch waarom zouden wij ons boos maken? Is het niet veel beter, de zaak zoo kalm mo gelijk af te werken?Zet uw handtee- kening onder dezen wissel op uw bankier en onder dit contract, dat ik bereids „in duplo" heb opgemaakt en alles is in orde. Legrand nam de pen, die Vieuxtemps hem aanbood, en ondcrtcekende den wissel en de beide afschriften van het contract. Maar luister nu, hernam hij, een der af schriften bij zich stekende: als gij ooit nog tc Octeville of in den omtrek u laat zien, schiet ik u neer als een dollen hond; dat zweer ik ui.Hecht gij eenige waarde San uw leven, wacht u dan, mij onder de oogen te komen. Mijn woord zal ik houden, al zou ik mij daardoor voor immer in het ongeluk storten. Begrepen? Vreeselijk opgewonden verliet Legrand de herberg, en sloeg den weg naar zijn land goed in. tn zulk een toestand kon hij zich niet len huize van Dujardin aanmelden. Middelerwijl wreef zich Vieuxtemps hoogst voldaan de handen en borg de kostbare pa pieren in zijn binnenzak. „Alles samengenomen een aardig zaakje" mompelde hij. „Honderdduizend franks en daarbij de voldoening mij op dien edelen Du jardin gewroken te hebben. Immers door mijn toedoen komt hij niet te weten, dat hij een ontsnapten gevangene tot schoonzoon krijgt. Dus twee vliegen in één klap. TWEEDE INTERNATIONALE SCHOEN EN LEDER JAARBEURS. Maandag is in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam de Tweede Internationale Schoen- en Leder-Jaarbeurs geopend. De voorzitter van het bestuur de heer H. Mannaerts, uit Tilburg, sprak de openings rede uit, waarna het woord gevoerd werd door den heer Dr. I. H. J. Vos, wethouder voor de Openbare Gezondheid en door den heer Donker, voorzitter van den Bond van Schoenmakerspatroons-Vereenigingen. Het bezoek op den eersten morgen aan de Beurs welke gehouden wordt in de beneden zalen van het Paleis voor Volksvlijt was reeds vrij druk, hetgeen voor de komende dagen heel veel goeds belooft. XXL 1 Lang duurde het voordat Legrand eenigs- zins tot bedaren kwam. Het verlies van een deel van zijn vermogen liet hem bijna onver schillig, maar de ondergane vernedering zengde als een gloeiend ijzer zijn boezem. Was het voor iemand van zijn karakter niet vreeselijk, door zulk een overeenkomst ge bonden te zijn? Hij bevond zich nu in de macht van een ellendeling, die volleerd in alle kuiperijen en laagheden, ten spijt van hetgeen hij zelf geschreven en onderteekend had, wel het middel zou vinden pm zijn slachtoffer ook te laten kwellen. Deze gedachte folterde Legrand; maar al lengs bedarende, begreep hij, dat zijn vrees voor Vieuxtemps overdreven was. Neen, de schurk was te sluw om zich zeiven bloot te geven; niet om Legrand te sparen, maar uit angst voor de gevolgen van zijn daad en voor de wraak van den zwaar beleedigden man, zou hij meer dan waarschijnlijk het stil zwijgen bewaren. Ook van andere zijden had Legrand niets te vreezen; te Octeville en in den omtrek van het plaatsje kende hem niemand, of juister gezegd, kende niemand zijn verleden. Hij had dus geen reden tot ongerustheid, en zou een gelukkig leven kunnen leiden, als hij er in slaagde, de herinnering aan het droef verleden uit zijn geest te bannen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5