BUITENLAND mm em arbeid. BINNENLAND. Tweede Blad 26 October 1923 De buit van Sauvrieul. De Duitsche nota aan de Commissie van Herstel. Uit het Rijnland; de Duitsche regeering zou voornemens zijn de stichting van een Rijn land republiek binnen het kader van het Rijk te bevorderen. Engelsche persstemmen over de rede van Smuts. Onder de Telegrammen: De aangekondigde rede van Baldwin te Ply mouth; aan Amerika is deelneming gevraagd tot het houden van een intergeallieerde conferentie; ook aan Poincaré, die nog niet heeft geant woord. Stresemami over den politieken en economischen toestand, De heeren Krupp tijdelijk in vrijheid. De gouverneur van Oklahoma in staat van beschuldiging gesteld. GEM. BUITENL. BERISHTEN. Een afschuwelijke moord te Oerlijn. DE WERKLOOSHEIDSVERZEKERING IN ENGELAND, KERK EN SCHOOL «LEGER EN Y100T. 0e ambtenaarssalarissen. FEUILLETON- De practijk der weerloosheid. Krankzinnige haat. separatistische beweging te stuiten moet de rijksregeering voornemens zijn de Stichting van een Rijn-republiek binnen het kader van het rijk, onder leiding van dr. Adenauer, te begunstigen. Een Duitsche nota aan de Commissie van Herstel. De Duitsche nota. bevat geen enkel posi tief voorstel. Het rijk erkent zijn verplich ting om vergoeding te geven, maar het stelt tevens vast, dat het financieel niet in staat is zijn verbintenissen te vervullen. Het is dan ook in de onmogelijkheid de leveringen in natura aan de buitenlandsche mogendhe den na te komen en zijn onderdanen de waarde hunner prestaties te vergoeden. De Duitsche regeering beweert, dat de bezet ting voor dezen toestand verantwoordelijk is. Maar de kosten van het lijdelijk verzet gaan het totale bedrag, dat Duitschland had moeten betalen, aanmerkelijk te boven. De nota verzoekt de C. v. H. een Duitschen gedelegeerde te hooren over de betalings capaciteit van Duitschland, het gezond ma ken van zijn financiën en de middelen ter betaling van de vergoeding, aangegeven in de Belgische technische studie. Het docu ment bevat geen enkel praktisch voorstel, tinspeelt zelfs niet op een moratorium. De C. v. H. zal binnenkort beraadslagen, maar Frankrijk zou niet de mogelijkheid kunnen overwegen Duitsche industrieelen schadeloos te stellen tot de waarde van wat zij in natura leveren. Het is de taak van de Duitsche regeering direct met haar onderdanen te onderhandelen. De Fransche en Belgische autoriteiten zullen voortgaan toet de Duitsche industrieelen directe overeenkomsten te sluiten. Dit Duitsche document, dat zich bereid verklaart de leveringen ter vergoeding te hervatten, maar de uitvoering daarvan we gens de financieele moeilijkheden onmoge lijk noemt en opnieuw schatting van de betaalkracht door een internationale com missie vraagt, is Woensdagavond laat te Parijs aangekomen, Poincaré kon zich nog biet erover uitspreken, In Fransche diplo matieke kringen geeft men weinig hoop. De Commissie van Herstel moet beslissen. De regeeringen zullen hun meening door die gedelegeerden doen kennen. In geen geval schijnt Barthcu het voetstoots te moeten Verwerpen. Naar Fransche opvatting doet zich geen nieuw feit voor. De voorwaarde, dat het. lijdelijk verzet pas als geëindigd wordt ge acht, wanneer de leveringen regelmatigen voortgang nemen, blijft gesteld. Aldus draait men in een kring rond. De Duitschers toch betóogen juist in deze omstandigheden de leverintfen niet te kunnen hervatten. Zij verlangen van de geallieerden financieele en andere faciliteiten om hen op gang te helpen en den uitvoer te hervatten, ten einde aldus de deviezen te bemachtigen ter betaling der arbeiders. Parijs staat op het standpunt niets te willen betalen voor die leveringen. Wat andere tegemoetkoming betreft, is het niet duidelijk wat een inter nationale commissie zou kunnen uitrichten. In de tweede plaats merkt men op, dat terugbetaling door het Rijk voor prestaties aan leveranciers een zaak is, die slechts Duitschland betreft. De herstel-kwestie heeft geen financieel karakter meer, maar een van politieke organisatie. Van een land in burgeroorlog kan de draagkracht niet bepaald worden. Vertrouwen moet het in geboezemd v/orden. Aldus de Ere Nouvelle. Hoe dit te bereiken is, laat het radicale blad in het midden. De Figaro merkt op, dat die terugbetaling geen marken, maar voorrechten aan de in dustrieelen te verleenen betreft. Berlijn zou dus niet machteloos staan. Links wordt op nieuw op hervatting van overleg met Duitschland aangedrongen tegenover hen, die met plaatselijke overeenkomsten, gelijk in de Roer willen volstaan, De berichten omtrent de Separatistische beweging in het Roergebied. blijven nog verward. Te Duisburg handha ven de separatisten zich in de openbare ge bouwen, daar de Belgische troepen elke poging om hen daaruit te verdrijven, belet ten. De berichten, dat de beweging zich van Duisburg had uitgebreid, blijken onjuist. De politie is gisterenochtend het regee- ringsgebouw van Aken binnengedrongen. De weinige separatisten, die het nog bezet hielden, wilden met de handen omhoog zich overgeven, toen plotseling Belgische solda ten en gendarmen toeschoten. De Duitsche politiemannen werden weer naar buiten ge drongen en van achter beschoten. Enkelen hunner zijn gewond. Het regeeringsgebouw is dus nog steeds in handen der separatisten; Belgische gen darmerie heeft nu het gebouw afgezet en houdt elkeen, ook vreedzame voorbijgan gers, met de gummistok op eerbiedigen af stand. De Belgische bezetting treedt dus thans onverbloemd ten gunste van het se paratisme op. Uit Brussel werd daaromtrent nog nader gemeld: Volgens de berichten door de re geering ontvangen, heeft de Duitsche politie te Aken vanochtend een aanval gedaan op het regeeringsgebouw, waar Deckers met zijn separatisten zich nog handhaven. De separatisten hebben den aanval afgeslagen. Tegen den middag trok de politie, die 5 dooden had, terug. De separatisten hebben 2 dooden en 10 gewonden. 35 Duitsche politieagenten zijn in de pos ten van de Belgische wacht gevlucht en hebben gevraagd ontwapend te worden. En uit Berlijn aan 't „Journal": Om de Toen het gerucht, dat er separatisten uii Krefeld nair Dusseldorf onderweg waren, tot laatstgenoemde stad doordrong, vroeg het gemeentebestuur den Fransclien com mandant, wat hij ingeval van een Putsch zou doen. De generaal gaf ten antwoord: „Wat er ook moge gebeuren, de macht van den staat van beleg moet in handen van mi litaire overheid blijven. Deze zal zich tc.gcn alle daden van geweld, van welken kant ze ook mogen komen, verzetten. Het ge bruik van wapens is verboden!" Hc' gemeentebestuur maakt hieruit op, dat de Franschen een gewapenden separa tisten want voor hen schijnt het verbod van wapenstilstand niet te gelden niefs in den weg zullen leggen. Volgens het Parijsche Journal is de Rijn- landsche republiekook te Beuel, tegenover Bonn, uitgeroepen, De houding van Frankrijk en de afscheidings beweging. blijkt het best uit enkele berichten. De Fransche correspondenten bespeuren niets van geestdrift bij de voorstanders. Dit noopt l'Oeuvre tot ernstige waarschuwing aan hen die ze hier steunen. Zelfs de Echo Paris, waarin Barrès zijn stokpaard van toenade ring tot het Rijnland pleegt te berijden is mismoedig. De huidige beweging kan, vol gens Pertinax, niet het begin van Rijniand's afscheuring van het rijk zijn. De Eclair, waarvan de leider onlangs daar was, pro- i testeert ertegen. Barrès is nu zelf er heen. Ieder is het eens over het gebrek aan gc- zag en de vaagheid van bedoeling bij de I leiders. Willen Deckers en Guthardt auto- j nomie en onafhankelijkheid? Matthes heeft een correspondent van de Matin gezegd, dat hij en Dorten 28 dezer de Rijn-repu bliek hadden willen uitroepen. Nu is men hun te Aken vóór geweest zonder voldoen de voorbereiding De berichten over de af scheidingsbeweging in Saksen en Beieren schijnen hen ertoe gebracht te hebben. De leiders hadden de geallieerde overh.-id er buiten gelaten. Deze moest voor een uit gemaakte zaak gesteld. Naar het heet, heb ben Deckers, Dorten en Smeets de ban den incengelegd, maar beide laatsten hou den zich op de vlakte. De dood van den Franschen taal-leeraar Constant te Mainz, tengevolge van een ko gel, die hem trof terwijl hij een separatist bijstond, wordt zonder nadere commentaar vermeld. De regeering zet beteekenis er aan bij door de toekenning van het pos- thuum Legioen van eer wegens het niet ent zien van gevaar, ofschoon hij vader was van zes kinderen. De Humanité is overtuigd, dat de leiders door de Franschen geschopt worden en vit haar minachting voor hen. De Echo National houdt de bekende be schuldiging, dat generaal Mangin in Mei '19 den Britschen en den Amerikaanschen ge neraal in het Rijnland Dorten's plan tot het decreteeren van autonomie meedeelde zon der Clemenceau erin te kennen, vol en loo chent de aanhalingen uit officiëele beschei den Mangin's tegenspraak als zou hij Cle menceau altijd op de hoogte gehoudïn en deze met hem ingestemd hebben. De Engelsche persstemmen over de rede van Smuts zijn gisteren eerst goed losgekomen. Het felst tegen is natuurlijk de Rother- mere-pers. Tegen iedere politiek die Frank rijk ontstemmen kan is ook de Morning Post. Rothermere gaat zoover van uitdruk kelijk te verklaren dat het hierom onmoge lijk is een conflict met Frankrijk uit te lok ken, omdat Engeland machteloos is en Londen van Frankrijk uit met vèr dragende kanonnen platgeschoten kan worden. Het is niet de eerste maal dat Rothermere op deze wijze de volstrekte afhankelijkheid van het Engelsche volk van der Franschen willekeur toelicht. Voor de rest varieert de pers tusschen gematigde tot vurige instem ming. De Daily Herald haalt Smuts' eigen advies voor opneming van de pensioenen in de schadeloosstelling naar voren en had van hem openlijk een „peccavi" venvacht. De royaalste bewondering ondervindt de Zuid-Afrikaansche premier echter onder de liberalen, wier held hij is. Dat de minister van koloniën zijn rede een substantieele bijdrage noemde, heeft indruk gemaakt. Naar ik hoor, staan Curzon en eenige an dere ministers volkomen aan zijn zijde. Een der voornaamste grieven die men daaren tegen uitgesproken vindt, is dat Smuts door zijn toon een toetreden van Poincaré tot een conferentie zoo niet onmogelijk ge maakt, dan toch bemoeilijkt heeft. Parijsche correspondenten melden dat uitgesloten is dat Poincaré ooit, na deze rede, met aan een tafel zal gaan zitten. De tegenstan ders van Smuts' rede merken op dat ue Vereenigde Staten weigeren zullen deel te nemen, zoo niet eerst overeenstemming tusschen Frankrijk en Engeland bereikt is en dat Smuts dus eerder iets bedorven dan verbeterd heeft. De opinie dat de gelijktij digheid van de rede van Harvey en Smuts op een afspraak berustte pleit hiertegen. Onder de telegrammen hebben wij verder 'gisteren gewag gemaakt van een rede van den beroemden Engelschen financier Mc. Kenna. Interessant is nog de volgende pas sage, waarin de spreker het had over de wijze waarop Amerika aan zijn werkloosheid een einde maakte. In een uitvoerig verslag van de rede van Mc Kenna lezen wij nog dat hij ook ver wees naar de verbetering van den toestand in de Vereenigde Staten, In het najaar 1921 zoo zeide hij, was de depressie van den handel in Amerika buitengewoon ernstig. Het aantal werkloozen bereikte het weer- galooze totaal van vijf millioen. Achttien maanden later werd gemeld dat het ge- heele aantal werkloozen geabsorbeerd was. Op de malaise volgde groote bedrijvigheid, de welvaart werd algemeen en in plaats van werkloosheid was er een tekort aan werkkrachten. Middelerwijl waren de voor waarden voor den buitenlandschen handel even ongunstig voor de Vereenigde Staten als voor Engeland. Er moest iets in Ame rika gebeurd zijn wat hier niet gebeurde. Dit is in hei minst njet geheim. De finan cieele politiek van de Vereenigde Staten had er, gelijk de onze, naar gestreefd het crediet te beperken en de koopkracht van het publiek te verminderen, In den herfst van 1921 zag men voorshands van de poli tiek af. De bankdeposito's namen toe, de prijzen van de levensbehoeften vertoonden neiging tot stijgen en de werkloozen wer den gaandeweg geabsorbeerd in de nijver heid. Binnen achttien maanden was er Weer algemeen werk. In Engeland daaren tegen werd de deflatie-politiek tot drie maanden geleden voortgezet en gaat zij nominaal nog voor de officieele politiek door. In tegenstelling met de Amerikaan- sche cijfers vertoonen de Engelsche bank deposito's een vermindering met 10 pet. Dit beteekent een ernstige beperking van de koopkracht en bijgevolg een verlaging van de prijzen, die metterdaad het duidelijke doel is van een deflatiepolitiek. Er zijn wei nig argumenten voor noodig, om aan te toonen dat zulk een politiek den handel moet neerdrukken. Een vijftigjarige man .worgt een kind. Een ontzettende misdaad heeft de in deze tijden bijna gevoellooze bevolking van Ber lijn op bet einde der vorige week toch nog opgeschrikt. Ten ihuize van de weduwe Gonrad woon de, als onderhuurder de vijftig-jarige horlo gemaker Schaper, wien de 'huur echter werd opgezegd. Den dag van zijn vertrek verliet de weduwe reeds 's morgens haar woning om zich naar haar werk te begeven. Scha per vroeg 'haar of hij het zevenjarig doch tertje nog even goedendag mocht zeggen, waar de vrouw niets tegen had, omdat de horlogemaker altijd bijzonder aardig voor het kind geweest was. Hij riep bet kind dat zich aankleedde en, zooals gewoonlijk, haar schoolsommetjes ender zijn toezicht maakte. Daarna speelde hij korten tijd met haar, tot het kind zich gereed maakte om naar school te gaan. Bij de gedachte dat hij het meisje nu 's middags niet meer zou te rugzien overvielen Schaper plotseling een zoo krankzinnige woede en jaloerschheid op de moeder, die hem, naar het schijnt, om slechts kleine onaangenaamheden de kamer had opgezegd, dat hij een strik maakte en dien het argelooze kind om den hals wierp. Toen hing hij het aan een knop op en vluchtte om den doodstrijd niet te behoe ven te aanschouwen. Ongelukkigerwijze brak het koord een seconde te vroeg, het kind viel, wist adem te scheppen en trachtte een raam te openen om hulp te roepen; Schaper hoorde den val, keerde terug eb sloeg zijn slachtoffer met een hamer dé' hersens in. Twee dagen dwaalde de moordenaar door Berlijn rond, toen begaf hij zich op de Alexanderplatz, vlak voor het hoofdbureau van politie, onder de menigte, die een spijs- uitdeeling van het Leger des Hells-afwacht te. Op de vraag van een rechercheur om zich te legimiteeren, antwoordde hij: „Neem mij maar mee. 't Is in orde. Ik ben het," ge volgd door een volledige bekentenis, De Engelsche minister van arbeid heeft een rapport uitgebracht waarin een over zicht wordt gegeven van de ontwikkeling van de werkloozenverzekering tusschen 1913 toen zij werd ingevoerd, en 1923 en over de werkwijze van het tegenwoordige systeem. De werkloozenverzekering, zooals die bij de wet van 1912 werd ingesteld, was van toe passing op twe,e-en-een-kwart millioen werklieden van de bouwvakken en scheeps bouwbedrijven. In 1916 werd de verzekering uitgebreid tot dc munitie-arbeiders en sieeg het aantal verzekerden tot drie-en-drie- kwart millioen. Na den wapenstilstand kwam er een toelage voor werklooze soldaten en vrouwen en voor werklieden uit particuliere bedrijven en dit leidde tot de uitbreiding van de werkloozenverzekering in 1920 tot alle handwerkslieden, met uitzondering van hen die werkzaam waren in den landbouw en als dienstpersoneel, en alle niet-hand- werkslieden, die niet meer dan 250 pond per jaar verdienden. De verzekering breidde zich zoodoende uit tot elf en driekwart millioen arbeiders, Tusschen Januari 1913, toen voor het eerst een uitkeering betaalbaar werd gesteld vol gens het oorspronkelijke schema en 1920 is in het geheel aan uitkeeringen drie mil- iieen achtenvijftig duizend pond betaald. Als ondersteuning van de werljloozen werd na den wapenstilstand meer dan 61 millioen pond Sterling betaald. Het totaal van de uitkeering vanwege de werkloosheidsverzekering betaald van het begin van den terugslag in den handel van 1920 tot het midden van dit jaar bedroeg honderdachtentwintig millioen pond. Derhal ve is er voor ondersteuning van de werk loozen na den oorlog meer dan honderd- negenentachtig millioen pond uitgegeven, waarbij dan nog de steun komt vanwege de armvoogden. Het rapport meldt, dat de ondervinding geleerd heeft dat de verplichte verzekering tegen werkloosheid zeer wel doenlijk is. De uitbreiding van de verzekering heeft met goed gevolg de vuurproef doorstaan welke haar werd opgelegd door den ontzag lijken omvang der werkloosheid die zon der weerga was zoowel door haar uitgebreid heid als haar duur, waardoor een bijna niet te dragen last werd gelegd op de nieuwe instelling en die bijna onafgebroken gedu rende de laatste twee en een half jaar heeft voortgeduurd. Het werkloozenfonds heeft uitkeeringen verstrekt, die veel grooter zijn geweest dan aanvankelijk voorzien is; het is waar dat het zulks slechts heeft kunnen doen. grooten- deels ten koste van verhoogde contributies en van aanzienlijke schulden, maar de schuld is niet zoo groot, dat deze niet kan worden afgedaan in betrekkelijk korten tijd. zoo dra de handel maar weer opleeft. De financieele stabiliteit van het stelsel geeft geen aanleiding tot emstigen twijfel. TEGENSPRAAK VAN EEN SCHIPBREUK, De Engelsche reeders spreken tegen dat hun schip Westmorland vergaan zou zijn, gelijk 23 dezer uit Amerika gemeld is. Vermoede lijk heeft men met een naamsverwisseling te doen. ONTPLOFFING TE PARIJS. Volgens een telegram uit Turijn aan dc Messagero zijn bij een militair caroussel, dat uitgevoerd werd m tegenwoordigheid van Mussolini, zes granaten te vroeg ontploft. Er zijn zes gewonden. De Fransche ministorraac! heeft zich Woensdag bezig gehouden met ce duurte en eenige ministers aangewezen, die zich tot een commissie zullen vermen, welke het vraagstuk zal besiudceren. Colrat, de minister van justitie, is voorzitter der com missie. De Iswestia meldt nopens de betaling voor het hoog onderwijs, dat iaarüiks bij .ie vaststelling van bet contingent toe te la ten studenten tot de verschillende heriger- on derwijs-ins tellingen tevens hc» aantal be talende plaatsen zal worden vastgesteld. Het collegegeld zei bedragen 50 goudroebel, maar kan voor minvermogenden worden terugge bracht tot 35 goudroebel. Geheel vrijgesteld van betaling worden zij, die de arbeiders faculteiten hebben afgeloopen. zij die beur zen ontvangen, oorlogsiftvaiteden, kinderen van professoren en ander onderwijzend per soneel bij de onderwijsinstellingen, kinderen van het administratieve, militaire en mili tair-sanitaire ambtenaarscorps, de politie ke propagandisten bij het roode leger en vloot en leden van de studenten-vakafdee- lingen, die niet voldoende verdienen cm in hun onderhoud te voorzien. Volgens bericht uit Moskou zegt de Izwestia, dat verschillende naburige staten in groote getale uitgewekenen naar Rusland overbrengen, zonder eerst machtiging van de Sovjet-regeering te hebben gevraagd. Zoo hebben in den loop van dit jaar de Turken herhaaldelijk Armeniërs, Turken en Grieken op kustplaatsen aan de Zwarte Zee ont scheept, -terwijl Bulgarije eveneens talrijke personen over de grens heeft gelaten. Dit voorbeeld wordt thans gevolgd door de Rcemeensche regeering, die 4000 Oekraien- sche uitgewekenen, in hoofdzaak Joden, aan de grens bijeenbrengt om hen op onwettige wijze den Dniester te doen passeeren, waarbij zelfs de Russische grenswachten be dreigt worden, De sevjet-regeering heeft -hiertegen doen protesteeren. Te Barmen zijn gisteren bij duurte- relletjes, tijdens een botsing met de politie, twee menschen gedood en eenige gewond. Tengevolge van slagregens heerscht in Zuid-Duitschland hoog water. Op tal van plaatsen zijn de rivieren reeds buiten haar oevers getreden. Men vreest ook hoog water op den Rijn. De bijeenkomst van den Duitschen rijksdag is uitgesteld tot de volgende week. UIT DE TEXTIELINDUSTRIE. De staking bij Van Heek en Co. Naar vernomen wordt, gal het aantal sta kers aan de weverij Kremersmaten van de firma Van Heek Co. te Enschede a.s. Maandag ongeveer 100 bedragen zij zijn allen georganiseerd. „De Eendracht", „St. Lambertus" en „Unitas" hebben aan de werkgeversorgani saties bericht, bereid te zijn tot onderhande ling. MGR. B. A. DE WIT. Men meldt uit Groningen De toestand van Mgr. B. A. de Wit, vica ris-generaal in het Aartsbisdom Utrecht, is vandaag (Donderdag) bevredigend. CONFERENTIES VOOR NIET KATHO LIEKEN. Door Eerwaarde Paters Dominicanen zul len tot aan Kerstmis conferenties voor met- Katholieken gegeven worden te Amsterdam, s-Gravenhage (2 kerken), Tilburg, Zaan dam, Purmerend, Alkmaar, Schagen, Helder en Groningen. BEZUINIGING. We lezen in „De Avondpost": Tot een van de vrij algemeene toege juichte daden van den Minister van Oorlog Colijn, toen deze in 1911 aan het hoofd van het dep. van Oorlog kwam, behoorde zeker een herziening van de bezoldigingen van het personeel, gepaard gaande met een vrijwel algeheele afschaffing van het zoo verderfelijke „toelage-stelsel". Sedert 1911 hebben echter verschillende ministers aan het dep. van Oorlog den scepter gezwaaid met gevolg, dat thans vrij wel is teruggekeerd tot de dagen van voor 1911 en het toelage-stelsel wederom in eere is hersteld, waardoor een jacht is ontstaan naar het bemachtigen van een z.g. baantje, onnoodig uitgaven worden gedaan en een zekere minachting is ontstaan tegen de z.g. „troupiers", zij, die den eigenlijken dienst verrichten. In het boekwerk „Regeling bezoldiging landmacht" vinden wij thans een zeer groot aantal functiën vermeld, waaraan toelagen zijn verbonden, veelal betrekkingen, welke ook zonder toelagen algemeen be geerd worden, èn om den vrij kalmen, ge- regelden werkkring èn de zelfstandigheid der positie. Zoo zijn b.v. aan de K. M. A. te Breda een 25-tal officieren geplaatst èn als leeraar, èn in andere functies, welke een toelage genieten van 400 tot 6C0 per jaar. Hoe gewild een dergelijke functie is, moge blij ken uit het feit, dat verschillende dezer titularissen reeds tien jaar en meer aan die inrichting zijn verbonden. Ook aan de Cadettenschool waar thans een 30-tal jongelieden in opleiding zijn wordt aan de officieren een toelage ver leend van 400 tot 1000 per jaar. Voor verschillenden dezer heeren bedraagt het aantal wekelijksche lesuren3 a 6. Een dergelijke toelage is dus wel gewet tigd! Ook op andere wijze wordt aan eerst-' genoemde onderwijs-inrichting op eigen-» aardige wijze de bezuiniging toegepast. Een kapitein, aldaar werkzaam, ging on-1 langs vrijwillig met pensioen, bleef in zijn functie gehandhaafd en ontvangt nu bo ven zijn pensioen een salaris van.... 4500 per jaar. Een adjudant-onderofficier, wegens vol brachten diensttijd gepensionneerd met het voile pensioenbedrag, bleef in zijn functie gehandhaafd en ontving nu boven zijn pensioen een gegarandeerd minimumloon) van 1500, zoodat deze titularis, door zijn pensionneering een 700 in inkomsten vooruit is gegaan. En dit, niettegenstaande honderden of ficieren en onderofficieren met wachtgeld I zijn gezonden en werkloos rondloopen! Aan de Militaire Sport- en Gymnastiekschool is een aantal hoofdscherm- en gymnastiek- onderwijzers op een toelage van 600 tot 800 per jaar. Om een dergelijke bekwaamheid te ver werven, worden de bedoelde titularissen ongeveer drie jaar aan die school opgeleid, Gedurende dien tijd verrichten zij geen an dere diensten, ontvangen hun volle salaris, vermeerderd met verschillende detachce- ringstoelagen, zoodat hun opleiding den Staat der Nederlanden minstens op 10.00C komt te staan. lasted e nu dergelijke functionarissen als tegenprestatie te verplichten een be paalden tijd hun verkregen kennis ten bat< van het leger beschikbaar te stellen, worde: zij onmiddellijk in het genot van een toelage gesteld van 600 tot 800 boven hun sa laris! Het „Voorloopig Verslag" over art ,40. In het zoo juist verschenen voorloopig verslag der Tweede Kamer op Hoodstuk I der Staatsbegrooting, verklaren vele leden zich niet kunnen vereenigen met de voorgenomen korting op de salarissen van de ambtenaren en de voorgenomen intrek king van art. 40 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920. Door de bewoordingen van dit artikel, mondeling bevestigd door de Regeering, was uitdruk kelijk aan de ambtenaren, op 1 Juli 1922 in dienst zijnde, de toen genoten wedde ge garandeerd. Hierdoor is niet alleen een mo- reele of natuurlijke, doch ook een rechts- verbintenis in het leven geroepen, waar door de Staat is gebonden. Een intrekking van dit artikel bij Koninklijk besluit zou daarin niets veranderen. Immers, de rechts positie van deze ambtenaren wordt be- heerscht door het op 1 Juli 1922 geldende recht. Van deze verbintenis zou de Staat slechts kunnen worden bevrijd, indien de ambtenaren werden ontslagen, of een wet in het leven werd geroepen, waardoor uit drukkelijk aan die verbintenis rechtskracht werd ontnomen. Afgezien van het zonder linge karakter van zoodanige wet, rijst de vraag, zoo wordt betoogd, of zij in overeen stemming zou zijn met het eerste lid van art. 63 der Grondwet, dat behoudens de uitzonderingen, in het tweede lid vermeld, de regeling van de bezoldiging van ambte naren opdraagt aan den Koning. Van verschillende zijden werd echter er kend dat het inderdaad mogelijk is de rechtsgevolgen, die voortspruiten uit den waarborg, in art. 40 van het Bezuinigings- besluit gegeven, bij een wet op te heffen, maar daarmede blijft desniettemin de ze delijke verbintenis van de regeering be staan. Ten aanzien van de salarieering zelve merkten eenige leden op, dat wanneer op financieele gronden handhaving van het salarispeil niet mogelijk is, het niet onbillijk is te achten, dat de ambtenaren, evenzeer als bijna de geheele overige bevolking, het bedrag van hun inkomen in geld zien da len. Bij het dalen van de prijzen is dit ook alleszins redelijk. Men zou met het oog daarop gaarne van de Regeering cijfers ont vangen, waaruit zou kunnen worden beoor deeld, in hoeverre een dergelijke daling in derdaad heeft plaats gehad. Van verschillenden kant werd door ver scheidene leden betoogd, dat wanneer een maal een korting cp de salarissen moet worden toegepast, deze niet moet worden ingevoerd door een uniforme vermindering van alle salarissen met 10 pet. De Regee ring zal moeten trachten daarvoor een bil lijke methode te vinden. Er zijn groepen van ambtenaren, vcor wie het veriies van meer dan 10 pCt. van hun salaris minder erg is dan voor anderen een korting zelfs van minder dan 10 pCt. In het salaris vpn een deel der ambtenaren is het aandeel, dat rekening houdt met de duurte, grooter dan bij anderen. Sommige leden meenden, dat b.v. de ongehuwde en de jongere ambtena ren in de eerste plaats voor korting in aan merking moeten komen, terwijl die met groote gezinnen moeilijk eenige korting zul len kunnen dragen. Vele leden gaven de voorkeur aan een progressieve verlaging met vrijstelling van de laagste salarissen. Verscheidene leden betoogden voorts, dat de korting niet moet worden toegepast op de salarissen van leeraren bij het middelbaar onderwijzers, omdat deze reeds in salaris achteruitgegaan zijn. Gevraagd werd, of het noodig is, nu reeds een beslissing te nemen tot het verkorten van 20 pCt. op de salarissen met ingang van het jaar 1925. Men meende, dat in ieder geval dc loop van zaken zou kunnen wor den afgewacht en dat dan te zijner tijd de al of niet noodzakelijkheid daarvan nader zou kunnen worden vermeden. Sommige leden waren van oordeel, dat indien tot verlaging van de salarissen moet worden overgegaan, daaraan vooraf be- „Maar, Betty, toen ik met U verloofd was, zond ik een boodschap naar mijn no taris, den ouden Mead, die reeds vele jaren de' zaken onzer familie behartigt. Ik wilde (eenig vermogen, en eigendommen die ik had, op U laten overschrijven. Toen Mead echter kwam, bracht hij slechts leed en teleurstelling voor mij mede. Hi} vertelde mij het geheim, dat, naar het scheen,^ aan alle leden van mijn geslacht is medegedeeld geworden toen zij op het punt stonden, een huwelijk aan te gaan'dat er een vloek rust op het geslacht der Hardacres; een vloek, die elke vrouw treft, welke een kind van het mannelijk geslacht ter wereld brengt om het huis Hardacre te doen voortbestaan. O, neen, Betty, dat is niet een of ander sprookje, geloof me. Het is zwart op wit vastgesteld, op welke wijze de vrouwen van Magull die in de laatste drie eeuwen leef den, gestorven zijn, en allen stierven zij een onnatuurlijken dood! Mijn eigen moeder is van dc rotsen in zee gestort, en dat vree- eelijke ongeluk bracht mijn armen vader een onherstelbaren slag toe, En mijn moeder bende het geheim van den vloek, die op bet geslacht Hardacre rust, zij kende het toen zij trouwde met mijn vader!" „O, Diok, arme jongen, was het dit, wat scheiding bracht tusschen ons? Dacht ge dan, lieve, dat ik U zou hebben verlaten om een fabel?" «Het is geen fabel, Betty. Het gebeurt altijd, zooals het voorspeld wordt. Ik wist wel, dat ge den moied zou hebben, evenals al die andere dappere vrouwen, om on danks alle sombere voorspellingen, naar het altaar te gaan met een man uit het geslacht der Hardacres. Maar ik wilde het U niet vragen, want ik wilde slechts Uw geluk en niet Uw ondergang. Slechts één hoop bleef mij ovy, namelijk de ontdekking te doen die den vloek van Magull zou wegnemen". „O, Richard, hoe kan dan die vloek wor den weggenomen?" Plotseling greep Hardacre haar hand. „Kom mee", zeide hij, „dan zal ik U de oude geschriften laten zien, die de geheele zaak verklaren." Hij maakte het ijzeren hek open en ging haar voor naar het kasteel. In de bibliotheek, waar hst gouden licht der ondergaande zon door de vensters viel, nam hij uit een stevige brandkast de ver geelde papieren met het reeds verbleekte schrift, die de geschiedenis van den vloek, die op Magull rustte, verhaalden. „Vertel mij er eens alles van, Dicky," zéide zij. „Wel," zeide Hardacre, „het schijnt dat in den ouden tijd mijn illustre voorvaderen zich trachtten te vermaken met een weinig zeerooverij, alleen maar om zich het een tonige leven wat 'te veraangenamen, en mis schien ook om hun, door het grof spelen altijd ledige geldkoffers wat te vullen. Een van hen, Thomas Hardacre genaamd, maakte op zekeren dag kennis met een schurk, Jean Sauvrieul. Deze was een zeeroover, die eenigen naam bezat, en hij was ook „eige naar" van eenige goede schepen. Die brave Thomas, besloot zich van den zeeroover bedienen en hij werd daarom goede vrienden met den schurk. Op zekeren avond toen zij in dc kajuit van een, eer3t kort geleden door Sauvrieul buitgemaakt schip een drinkgelag hielden, dronk de oude zeeroover een weinig te veel van den kop- pigen wijn, met het gevolg dat hij meer praatte, dan hij in nuchteren toestand kwijt zou hebben willen zijn en Thomas Hardacre dingen vertelde, waarvan het hem later duchtig speet, er niet over gezwegen te hebben. Hij vertelde bijvoorbeeld van een rijk beladen schip, dat hij pas eenige dagen geleden geplunderd had een schip, dat blijkbaar mist goud geladen was geweest. Hij vertelde Hardacre óok, waar het grootste deel van den buit verborgen was; hij had liet in vaten gepakt, en als vaten wijn vulde de rijke buit de ruimen yan bet schip, waar op zij zich bevonden. Welnu, Thomas was juist op dat oogen- blik zeer slecht bij kas, en daarom vatte hij het plan op om den roover op zijn beurt hoort te gaan een verlaging van de inko mens en schadeloosstellingen, die in de Grondwet zijn vastgelegd en alzoo een her ziening van de Grondwet op dit punt on verwijld moet worden voorbereid. Kees Boeke, de zonderlinge vredes-apes- tel in Bilthoven, predikt de „weerloosheid." En honderd anderen met hem Als iemand hèm duwt, of schopt, of slaat of prikt, dan doet hij niets terug; hij is „weerloos." Goed, noem hem deswege 'n held, zoo le zen we in een der bladen. Maar als een schoft komt en zijn vrouw aantast >en slaat en hoont en mishandelt, cn hij staat er met 'n paar gezonde knuisten „weerloos" bij en belet het niet, wacht stil af of niet des aanranders consciëntie, door zóóveel „weerloosheid" geraakt, ontwaken zal; En zijn vrouw valt er bij neer; En de schoffeerende bruut trapt haai weg En Kees Boeke of Klaas Sul of Joris Lam zak of wie dan ook, laten dien schot stil be gaan, „weerloos" zijndedan zal wat in Nederland gezonde hersens heeft, toesnel len om de vrouw te verlossen, en als dat gebeurd is, dan worden Joris Lamzak en Klaas Sul en Kees Boeke onder 'n symfonie van ketelmuziek naar huis gebracht en, leef den we in Amerika, dan werden ze door de teer gerold. Zóó antwoordt het gezond verstand op dl practijk der „weesloosheid" Tot welk een mentaliteit de haat tegen Duitschland de geesten in Frankrijk is op gevoerd, blijkt uit een artikel van het heet hoofd Léon Daudet, kamerlid en hoofdre dacteur van de „Action Franpaise. Dat artikel overtreft in schandelijkheid al wat er ooit in de oorlogsdagen is ge schreven. De „N. R. Crt." heeft er wat van vertaald. Men Ho ore: „Le bateau ivre", het dronken schip, zoo is zijn jongste artikel getiteld. Die dronken boot is Duitschland. Het is niet onwaar schijnlijk, zoo zegt Daudet, dat wij in Duitschland een schouwspel van organische ontbinding te zien zullen krijgen. De voor zichtigheid gebiedt Frankrijk, daarbij van uit zijn ijzeren stoel aan den Ruhr goed toe te kijken, teneinde, voor het geval dat het pan-germanistisch element het zou winnen, de schroef sterker te kunnen aandraaien. Dat begint al frisch! Als men nog niet wist, dat de ontbinding opzet en doel van de Ruhr-bezetting was, komt men er nu wel achter. De man ver volgt dan: „Maar dat punt eens vastgesteld kunnen wat mij betreft dc Duitschers elkaar doo den, in stukken scheuren, vermoorden, ko ken, opvreten. Beieren, Pruisen, Sakscrs, Thuringers door elkaar, ik zie daar geen enkel bezwaar in. Integendeel. Een veertig millioen Duitschers minder dank zij een eenigszins geperfectionneerden burgeroor log, voorzien van alle moderne comfort, vliegtuigen, tanks, gassendat lijkt mij iets buitengewoon wenschelijks en ik zal dank wijten aan elke dictatuur of revolutie, of hongersnood of pest, die mijn ongedul dige verwachting ten dezen zoo spoedig mogelijk zou bevredigen. In één woord, ik wensch vurig een defini tieve schipbreuk en het uit eLkaar vallen van het dronken schip." Hoe was het ook weer? De oorlog was begonnen om debeschaving van heei de wereld te redden.... Leven we nu in een dolhuis of zijn de Franschen, systema tisch door den haat vergiftigd, gek gewoi den? Daudet is nog niet Frankrijk, zeker niet. Maar hij is een voorman in de politiek en in de journalistiek en zijn gifdruipend arti kel drijft de verwoesting in de geesten in elk geval al weer ontzaglijk vooruit. te berooven. Onder Magull Head liet hij daarom het schip stranden en seinde toen naar hét fort om hulp. Daarna leverde hij heel kalm den ongelukkigen Sauvrieul aan de justitie over, nam zelf bezit van de vaten „wijn", en onder het voorwendsel, dat zij brandewijn bevatten, wist hij den buit aan land te krijgen. Natuurlijk kwam Sau vrieul tot bezinning toen hij eenige uren op het fort had doorgebracht, en het spreekt vanzelf dat hij over Thomas niet veel moois vertelde. Thomas lachte hem echter spot tend uit, en nadat hij hem buiten het fort had gebracht, liet hij hem zien, dat de vaten juist aan land gebracht werden. Toen echter werd Thomas een 'weinig overmoedig. Hij ging naar hst kasteel terug en richtte daar een slemppartij aan, waar bij hij zelf zwaarder beschonken werd dan Sauvrieul geweest was. Wat er toen eigen lijk gebeurd is en hoe het gebeurd is, weet niemand roet zekerheid te zeggen, roaar het schijnt, dat de bemanning van het kaperschip de gelegenheid te baat nam om er met het schip van door te gaan. De oude Sauvrieul kwam nog juist op tijd om het vaartuig aan den horizon te zien verdwijnen. Hij scheen evenwel den nacht niet werkeloos te heb ben doorgebracht, want toen Thomas eeni- gen tijd later eens naar den buit ging zien, vond hij de vaten ledig. Sauvrieul werd na eenige uren weer gepakt, en na een kort doch scherp verhoor, onmiddellijk dood geschoten, Zijn woede tegen Hardacre ging alle perken te buiten, en hij vervloekte het geheele geslacht, zooals ik U reeds zeide, door de vrouwen te vervloeken, waarmede de leden van hst geslacht Hardacre in het huwelijk zouden treden. Thomas stond na melijk juist op het punt, in den echt te treden. Nog voor hij werd weggeleid om zijn vonnis te ondergaan, trachtte men Sauvrieul te overeden, zijn vloek in te trekken. Een priester wendde alle pogingen aan om den zeeroover tot andere gedachten te brengen, maar Sauvrieul bleef onvermurwbaar, tot dat het oogenblik van sterven voor hem ge komen was. In hst aangezicht van den dood werd hij mischien wel wat bang, of misschien was hij zóó vast er van overtuigd, dat de plaats waar hij den buit had verborgen, tóch niet zou worden ontdekt, in elk geval hij schreef op de muren van zijn cel ongeveer het volgende: „Hij of zij die den buit van Sauvrieul vindt zal den vloek van Magull wegnemen." „Maar tot dusver heeft nog niemand dien buit kunen vinden, Betty. En de vlöek van Sauvrieul rust nog steeds op het geslaoht der Hardacres'. „Stond er geen enkel ander woord op den muur van de cel, niets, wat den sleu tel kan geven van het geheim?", vroeg het meisje. „Niets, lieve. Nu weet ge dus waarom ik U Uw vrijheid wilde teruggeven, nu weet ge ook welk leed ik al die jaren heb moe ten dragen, Vastbesloten als ik was, dat ik degene zou zijn die den verborgen buit zou vinden en daarmee den vloek die op mijn geslacht rust, zou wegnemen, zoodat ik U ten slotte tóch zou kunnen vragen, mijn vrouw te worden, heb ik gezocht en ge zocht en overal gespeurd, totdat ik bijna even krankzinnig was als de meesten mij noemden. Ik wist, dat men mij voor gek zou verklaren en daarom droeg ik zulk een angstigen zorg om iedereen op een afstand te houden". „Dicky, praat geen nonsens, m'n jongen, Je bent allesbehalve krankzinnig! O, Dicky, als wij den vloek van het geslacht der Ha? dacres eens konden wegnemen! Die arm oude Sauvrieui! Hij heeft zwaar geboet voor zijn misdrijven! Luister eens, Dick, veronder stel eens, dat wij den buit vonden, wat zoudt ge er dan mee doen?", „Ermee doen?", herhaalde de ionge man, „Ja, ik bedoel, zoudt ge den schat hou den? Ik veronderstel dat ge dan rijk zoudt- zijn?" „Dat geloof ik wel, maar ik zou den schat in geen geval houden, want ze is niet eerlijk verkregen. Het is evenmin mijn eigendom als 'het dat van Sauvrieul was, of van dien schurkachtigen Thomas. Ik zou het stellig niet houden, Betty. De kerk van het dorp zou ik weer laten opbouwen, en als er nog iets overbleef, van de rest een tehuis voor verlaten en onverzorgde kinderen stichten, hier in Magufi, opdat zij in Gods scficone natuur hun droevig lot ve^ecen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5