GEMENGD NIEUWS ;1 Voor onze Jeugd. <h GRD£ m ARBEID. IHGEZGHSEM. Het doodshoofd. EEN BENOEMING TEGEN WIL EN DANK. KORTE BERICHTEN. BINNENUNDSCH NIEUWS OPGELEGDE SCHEPEN TE ROTTER DAM. OPROEP OM STEUN VAN DE R.K. WERKLIEDEN. VERKEER EN POSTERIJEN. i. hernieuwde vriendschap. GEHEIMZINNIG SPOORWEG ONGELUK. Te Marylebone (Engeland) ontdekte men Woensdagavond, hoe uit een der coupé ramen van den trein Aylesbury—Londen een lichaam hing. Het lijk bleek van een jonge man uit Aylesbury te zijn. De coupé waarin de ongelukkige zich be- rond, is door de spoorweg- en poiitie-ambte- laren onderzocht. Men ontdekte' een groote hoeveelheid bloed op den vloer, terwijl een der coupé-ramen was verbrijzeld en aan den buitenkant van den waggon bloedvlekken zichtbaar waren. Het geheim wordt nog gecompliceerder door het feit, dat zich in het midden van het raam een ijzeren stang bevindt, waardoor uit het venster hangen al vrij lastig is. De elec- trische lamp was verwijderd. Een inspectie langs de lijn leidde tot de ontdekking van bloedvlekken op een der bruggen. De politie is van meening, dat de jonge man een onge luk heeft gehad. Door vertrek van den functionaris was met I September j.l. te Delft komen te vaceeren de betrekking van hoofdcommies ten kantore van den gemeente-ontvanger, waaraan een jaarwedde van 3200 tot 3600 verbonden is. Onder de gegadigden, die zich aanmeldden na een oproep van sollicitanten in verschil lende bladen, bevond zich niet de heer H.Th. Klein, op wachtgeld gesteld bij de grens wijziging dezer gemeente als ontvanger der voormalige gemeente Vrijenban. B. en W. hadden den heer Klein mecfe- deeling gedaan van de ontstane vacature doch deze berichtte dat hij voor de benoe ming niet in aanmerking wenschte te komen. Aangezien de functie van hoofdcommies ten kantore van den gemeente-ontvanger niet alleen een beter bezoldigde is (de heer Klein genoot als ontvanger van Vrijenban 1800 jaarwedde) maar zeer zeker gelijk waardig is te achten, stelden B. en W. den raad voor, den heer Klein te benoemen, welk voorstel met algemeene stemmen door den raad werd aangenomen. OM EEN LINTJE! Dezer dagen werd voor den ingang van het Fransche consulaat te Luik een bom ontdekt. Deze vondst wekte zoowel in België als in Frankrijk groot opzien. Zeer natuurlijk, niet waar Immers, het is toch een zeer bijzonder geval dat in een Fransch consulaat in 'n Bel gische stad een aanslag zou zijn beraamd. Thans is echter de zaak opgehelderd. Bij het technisch onderzoek van het projectiel II ek n.l. dat het in 't geheel niet ontplof baar was 1 Wat mocht dan wel de aanleiding tot deze eigenaardige handelwijze zijn? Dat zou spoedig blijken. Dank zij het grondige onderzoek, dat door de politie werd inge steld kwam het vast te staan dat de bom was geplaatst dooreen hoogeren ambte naar. Half-huilend bekende deze aan de po litie, dat hij de bom daar had geplaatst om, door het feit, dat hij als „ontdekker" van de bom, een „aanslag" op het Fransche con sulaat had voorkomen, voor het Legioen van Eer in aanmerking te komen Arme dwaas. EEN WATERKEERING DOORGE STOKEN. Door kwaadwilligen^ is Donderdagnacht een kade, welke de steenfabriek der firma Heuff en Co., te Vuren beschermt tegen het hooge vloedwater, doorgestoken. Behalve dat het geheele fabrieksterrein on der water liep, waardoor alle werkzaamheden zijn geëindigd, moeten tal van schuren ont- ruind worden, terwijl verscheidene tuinen en boomgaarden in plas en dras herschapen lijn. Den dader is men nog niet op het spoor. KET MEESTE ACHTERGEBLEVEN. Van de gelegenheid dat de bewoners en kele oogenblikken afwezig waren, hebben een of-meer personen gebruik gemaakt om in de woning van den landbouwer J. Nijenhuis te Steen wijk in te breken en een bedrag van on geveer honderd gulden mede te nemen. Een in hetzelfde perceel aanwezig bedrag van ongeveer twee duizend gulden heeft men niet gevonden. EEN PLEEGKIND OF EEN HOND. Ze waren allebei niet zoo jong meer, kin deren hadden ze nooit gehad en de hond, die hun dit gemis een beetje vergoed had, was pas doodgegaan. Het was nu wel erg een zaam zoo met z'n tweeën en ze misten hun gestorven lieveling zeer. Nu gebeurde het op een goeden avond, dat haar oog toevallig viel op een advertentie, waarin een tehuis voor een kindje van zes weken gezocht werd. Ze bespraken het geval in al z'n bijzonderheden uitvoerig „Toch stumperig hè, zoo'n klein wurm en dan al zonder vader. Wat naar voor dié vrouw, dat ze haar kind niet bij zich hield maar afijn, dat kon zeker niet anders." „Ach ja," philo- sopheerde ze verder, „als zoo'n schaapje nou tenminste nog in goede handen komt en tot een fatsoenlijk mensch opgroeit, dan is het misschien zóó toch nog maar het beste. Een heele gezelligheid als je een klein kind in huis hebt, een heel. gemis als je d'r zonder bent." Haar echtvriend was het roerend er mee eens, bedacht dat zij het wel erg stilletjes had. Wanneer hij overdag aan zijn werk was en nog al v/at aanloop had en menschen sprak, Zat zij maar in haar eentje in haar ordelijk huishoudentje. En zoo kwamen ze na wijd- lócpig overleg tot het besluit voor de gezel ligheid en afleiding op de bewuste adverten tie in te gaan. Den volgenden avond presenteerden zij Zich als liefderijke pleegouders aan het opge geven adres, doch zoodra ze vernamen, dat het kleintje een jongetje was, betrok beider gelaat aanmerkelijk. Ja, dat trof nou wel heel ongelukkig, maar ze hadden zoo vast gedacht, dat het een meisje was zoo leuk hè, om netjes aan te kleeden (want ze konden het goed doen hoor 1) en mee uit wandelen te gaan zoo'n steun en gezelligheid voor den ouden dag. Je had toch ook veel langer plezier van een meisje jongens zijn al vroeg uithuizig en gaan dan hun eigen weg „Ja ziet u juffrouw, het is jammer, maar nou 't een jongen is, hebben we d'r geen zin in. Dan nemen we maar v/eer een hond. Dag juffrouw en daarmee trok het liefderijk echtpaar af. Zijdelings kwam het geval aan ien instelling voor maatschappelijk hulp betoon ter oore. Of fyet ook noodig is, dat op de uitbesteding van kinderen het oog wordt gehouden, con cludeert het Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke Hulp en Kinderbescher ming, waaraan we bovenstaande ontleenen. DE EX-KROONPRINS EN ZIJN TE RUGKEER NAAR DUITSCHLAND. Uit Berlijn wordt aan de Tel geseind „Sedert drie weken doet in Silezië het ge rucht hardnekkig de ronde, dat ex-kroon prins Wilhelm in Duitschland terug zal ko men. De kroonprinses woont reeds ecnige maanden met de jongste vier van haar zes kinderen in het kasteel Oehl. Van officieele zijde wordt echter verklaard, dat dit gerucht evenals zou n.l. de ex-kroon prins reeds te Oehl zijn aangekomen van allen grond is ontbloot. Volgens de meening der rijksregeering kan evenwel aan den particulier Wilhelm von Hohenzollern de toestemming niet worden geweigerd om Duitschland binnen te reizen, want als Duitscher heeft hij het recht om in Duitschland te wonen. De rijksregeering staat echter op het stand punt, dat hij de noodige garanties zal moeten geven, dat hij ook inderdaad van plan is, par ticulier persoon te blijven. Majoor Muller, de adjudant van den kroon prins heeft te Berlijn besprekingen gevoerd met de bevriende kringen en families van den kroonprins, ten einde hun meening te ver nemen, omtrent een eventueelcn terugkeer van den kroonprins. In die kringen is men van meening, dat het huidige oogenblik voor een terugkeer van den kroonprins niet geschikt is en dat, hoe be treurenswaardig de verbanning op zich zelf genomen is ook, aan een verandering van den toestand voorloopig toch niet valt te denken. Bovendien is men van meening, dat Neder land zeer zeker de meening zal moeten in winnen van de Entente, daar het verblijf van den kroonprins op het eenzame eiland Wie- ringen niet vrijwillig is, doch dat Nederland tegenover de Entente bindende verplichtingen op zich heeft genomen, in verband met de veiligheid van het verblijf van den kroon prins op Nederlandsch grondgebied. Ëlet blad verneemt nog, dat op zijn ver zoek terug te mogen keeren, hetwelk reeds tijdens de regeering van het Kabinet-Cuno gedaan is, door het Kabinet-Stresemann met algemeene stemmen gunstig beschikt is. Inderdaad zou hem reeds een pas verstrekt zijn. HET VERNIETIGEN VAN BANKPAPIER. Sinds eenige dagen kan men in het Rokin te Amsterdam bij de Nederlandsche Bank platte schuiten zien liggen met 'n rookende massa, uit de verte op pulp lijkende- Dich terbij komende bespeurt men er verschil lende kleuren in: blauw,- groen of bruin. Telkens worden kruiwagens met nieuwe voorraden van deze gekleurde brei in de schuit gestort. De meeste voorbijgangers letten er niet op, slechts enkelen zullen v/eten, dat deze brei het stoffelijk over schot is van wat eens een bankbiljet van 25 gulden, van 40 gulden, 60 gulden of een zilverbon was. Wanneer bankbiljetten of zilverbons, nadat ze door duizenden handen zijn ge gaan en nadat ze zoovelen genoegen heb ben ge-daan tijdens hun betrekkelijk kort stondig bestaan, moeten ze in zeer bedui melden toestand, in de groote maaimachine welke op een binnenplaats van de Neder- landsch.e Bank is opgesteld, hun leven eindigen. Wordt het bankpapier iagetrokkene dan wordt het voorzien van een perforatie- stempel en in pakjes gedaan van duizend stuks, nadat de Rekenkamer de biljetten heeft nageteld. De Nederlandsche Bank zorgt dan op afdoende wijze voor vernietiging. Een spe ciale machine vermaalt de pakken, 800 a 1400 per dag. Het toestel bezit, drie afdee- lingen met schoepen, welke met groote nelheid tegen elkaar indraaien. Er wordt heet water opgespoten en het einde is, dat een brei-achtige pap naar buiten wordt gedrongen, waarmede telkens schuiten ge vuld worden, tot de vijftien millioen bil jetten vernietigd zijn. Wat er met die pulp gebeurt? Vroeger ging die massa naar een papierfabriek, maar wegens bet hooge lijmgehalte is zij niet voor verdere verwerking geschikt. Er zijn ook we] eens wegen mee opgehoogd. Als brandstof is de pulp ook niet geschikt, daar er te veel water in is. Zoodat er ten slotte niets mee is aan te vangen. OVERVAL IN HET ASSERBOSCH. Donderdag j.l. is een rijks-rechercheur, die te Groningen woonachtig is, te Assen ernstig mishandeld. Hij bevond zich voor zaken in een café, waar hij herkend werd. De be o kers hadden een veste tegen hem, omdat tij in een belangrijke moordzaak het onderzoek had geleid. Nadat hij zoo ver standig was geweest, het café te verlaten, werd hij in de hoofdlaan van het Asserbosch door een aantal personen achtervolgd en aangevallen. Hij trachtte zich te -verdedigen met zijn revolver, die echter ketste. De revol ver werd hem afhandig gemaakt, waarna hem een ernstige wonde aan het hoofd werd toe gebracht. De gemeentepolitie te Assen is de daders op het spoor en zij heeft reeds eeni- ge personen aangehouden alsook de revol ver in beslag genomen. DOODGEBLEVEN. Op het Plein te 's Gravenhage is Donder dagmiddag meL S. uit Gouda in elkander gezakt. Zij was^op slag dood. Door den Ge meentelijken Gemeeskundigen Dienst werd zij naar het bureau Nieuwe Haven gebracht. Mr. A. J. M. VOS DE WAEL. t In den ouderdom van 64 jaar is te Venray overleden, mr. A. J. M. Vos de Wacl, oud wethouder en. oud-loco-burgcmeestcr van Zwolle. In totaal 152.000 tor.. In de Rotterdamsche haven waren op 1, November opgelegd 28 Nederlandsche zee schepen met een gezamenlijken inhoud van 152.307 ton. Het zijn de volgende vaartuigen: Maras (1741), IJseldijk (7157), Amsteldijk (6435), Sloterdijk (6424), Noc-rderdijk (6550), Boschdijk (6872), Westerdijk (8261), Sappe- meer (359), Laardermeer (406). ZesTdijk (4189), Maartensdijk (6482), Bilderdijk (6856), Binnendijk (6873), Blijdendijk (6850), Schiedijk (7040), Gaasterdijk (8373), Straat Soenda (2124), IJselhaven (4802), Lekhaven (4802), Grootendijk (8500), Stadsdijk (6774), Blommersdijk (6855), Admiraal de Ruvter (5545), Een:dijk (7655), Kediri (3594), Kin derdijk (7651), Warzawa (4321), Parkhaven (4803). Voorts zijn nog opgelegd 1 Engelsch stoomschip, de Coya van 3040 ton en een Noorsch de Kinghorn van 6505 ton. DE ZUIDERZEEWERKEN. Uit Amsterdam wordt gemeld: Woensdag 28 dezer zal worden aanbesteed het maken van een afsluitdijk van Wielingen naar de Noord- H-offlandsohe kust. De raming is 2.000.000. HULDEBLIJK AAN DE KONINGIN. Ten paleize van de Koningin in het Noord einde, Den Haag, is aangekomen een hulde blijk, dat door den heer Thoeng Liong Hoei, kapitein-titulair der Chineezen te Makasser, aam de Koningin is aangeboden ter gelegen heid van haar 25-jarig regeeringsjubiieum. Het geschenk bestaat uit een Chineesch ameublement, ingelegd met parelmoer dat voor dit doel speciaal in Chir.a werd ver vaardigd. BEZOEK VAN GENERAAL SMUTS? Naar de „N. R. Ct.'' mddedeeU heeft ge neraal Smuts (het plan, voor hij van de Brit- sché Rijkseonferenlie naar Zuid-Afrika te rugkeert, twee dagen in Den Haag door te brengen, ten einde d'anr Nederlandsche vrien den le bezoeken. De Zitid-Afrikaansche staatsman wil, zoo het cer.igsr.ins mogelijk is, Vrijdag 9 November weer naar zijn land terugkeeren, waar dringende raken hem wachten, zoodat het nog niet volstrekt ze ker is diat hij bet plan van het Haagsche be zoek zal kunnen uitvoeren. Mocht het hem niet mogelijk zijn de volgende week reeds terug te keeren, dan zal hij zonder ccnigen twijfel van den gewonnen lijd in Europa ge bruik maken om ons land ie bezoeken. De Federatie der Diocesane R.K. Volks- en Werkliedenbonden in Nederland heeft zich per rondschrijven gericht tot de bestu ren van alle R.K. Volksbonden, en Werklie- denvereenigingen in Nederland, waarin ge wezen wordt op den oproep om steun tot de katholieke wereld gericht door Z. Em. den kardinaal-Aartsbisschop van Keulen voor de noodlijdende bevolking van Duitschlands grootste en volkrijkste industrie-centrum. De Federatie verzocht in verband daarmee onverwijld over te gaan tot het organiseeren eener Steunbeweging, teneinde in samenwer king met onze geloofsgenooten in binnen- en buitenland het allerergste te keeren. Volgen wij zegt het rondschrijven het voorbeeld van Z.H. den Paus, die, on danks den nood, waarin de H. Stoel tenge volge van de huidige omstandigheden ver keert, nog een millioen lire voor het noodlij dende Duitschland heeft beschikbaar gesteld. EEN JEUGDIGE GAST OP HET LOO. Naar wij vernemen, is Donderdagavond ten Paleize Het Loo aangekomen Prinses Hélène van ErbachSchoenberg, als gast van H.M. de Koningin en Z.K.H. den Prins der Nederlanden. Zooals bekend, is Prinses Hélène van Er bach de jongste dochter van de jongste zuster van H.M. de Koningin-Moeder zij is slechts ecnige jaren ouder dan Prinses Juliana. Gedurende haar verblijf in Nederland, zal Prinses Hélène van Erbach de kameraad zijn van Prinses Juliana, zoowel bij het onder wijs als in de vrije uren. NED. SPOORWEGEN. Ontslag van jonge ambtenaren. Naar de Maasb. verneemt, zal wederom een groot aantal jonge ambtenaren werkzaam bij de Nederlandsche Spoorwegen op wacht geld worden gesteld. begrooting geschrapt zullen wonden De vergadering was eenparig van oordeel, j natie op den grondslag van de meest begunstigde VERGADERING R. K. VAKBUREAU. Standpunt betreffende Rapport-Barge. Ontslag Ambtenaren Arbeidsinspectie. Handelspolitiek vanuit Landbouwkundig standpunt bezien. 2 November vergaderde het R. K. Vak bureau met de Besturen van zijn aangeslo ten Bonden. Bij den aanvang stortten de Bestuurders eenigc gebeden voor de ziele- rust der afgestorven leden van de R, K. Vakbeweging. De vergadering hield zich bezig met het aangekondigde ontslag van ambtenaren der Arbeidsinspectie. Uit ingewonnen informa ties bleek, dat voorloopig bet ontslag wordt beoogd van drie Inspectrices van den Ar beid, één Adjunct-Inspectrice van den Ar beid, één Inspecteur van den Havenarbeid, zes tecnische Ambtenaren bij de Arbeids inspectie, drie Controleurs van den Arbeid, èèn Scheikundigen Ingenieur, drie Admini stratieve Ambtenaren der 2de klasse, drie Administratieve Ambtenaren derde klasse, één schrijver, 16 tijdelijke schrijvers en één bediende. Niet zal worden voorzien in de vacatures voor: één Inspecteur van den Arbeid, drie Inspectrices van den Arbeid, twee Opzich- tere^sen van den Arbeid, één Technisch Ambtenaar bij de Haven-Arbeidsinspectie, terwijl drie op non-activiteit gestelde Amb tenaren niet meer voor herplaatsing in aan merking komen en tien vacatures van do dat dit ontslag beteekent één aanmerkelijke verzwakking der Arbeidsinspectie, waar door vooral de naleving der Arbeidswet en Veiligheidswet merkbaar zal worden bena deeld. De vergadering droeg het Bureau- bestuur op ter juister tijd bepaalde stappen te doen, waardoor voorkomen wordt, dat een behoorlijke controle op de naleving der genoemde wetten niet in het bezuinigings- sterven ten onder gaat. Aan de orde kwam hierna een bespre king over het Rapport-Barge, meer speciaal voor zoover het Rapport de sociale organi saties een iaak toedenkt in een verkiezings- raad. Na ernstig beraad werd de volgende resolutie aangenomen: „De vergadering van Hoofdbesturen der bij het Bureau voor de R.-K. Vakorganisa tie aangesloten Vakbonden, gehouden op 2 November 1923: gehoord de besprekingen over het Rap port der Commissie-Barge inzake een nieuw kiesreglement voor de R.-K. Staatspartij en de daarin aan dc sociale organisaties op te dragen taak; met waardeering kennis nemend van dat Rapport in zooverre het aan de sociale or ganisaties een belangrijke vertrouwenstaak wil toekennen bij de aanwijzing der best- mogelijke vertegenwoordiging van ons Katholieke volk in de Tweede Kamer der St aten-Gen eraal overwegende echter, dat de benoeming van leden in den door bedoeld Rapport ge- wenschten Verkiezingsraad ecnig, zij het onrechtstreeksche verantwoording legt op de sociale organisaties, voor wat betreft de personen der Kamerleden en de wijze waar op zij hun mandaat vervullen; van oordeel, dat het daarom niet wel mo gelijk is eventueele critiek op het door den Verkiezingsraad uitgebrachte advies buiten dc wetgevende vergaderingen der sociale or ganisaties te houden, en dus politieke be schouwingen over de gestelde Kamercandi- daten binnen den bemoeiïngsfèer der sociale organisaties zouden komen; van meening, dat het voor de sociale or ganisaties niet zonder gevaar is, eene, zij bet onrechtstreeksche verantwoording te aanvaarden, ten aanzien van de personen, welke de Katholieke partij in het Parlement moeten vertegenwoordigen; Spreekt op dien grond als hare meening uit, dat langs andereii weg dient gezocht naar een zoodanige reorganisatie der Katho lieke Staatspartij, waardoor het noodige ver trouwen kan worden versterkt en bewaard; machtigt het bestuur van het Vakbureau desgëwenscht den Algem. Bond van rijkskies- kringorganisaties omtrent eventueele reorga nisatie der Katholieke Staatspartij te dienen van advies; en gaat over tot de orde van den dag." Deze resolutie, door het bestuur voorge steld, werd met op één na algemeene stem men door de vergadering aangenomen. Bij de discussie bleek men het evenwel al- Jemeen eens te zijn met het bestuursinzieht, at het in het Rapport-Barge uitgesproken beginsel, waarbij Kamerleden of Kamer-can- didaten geen deel behooren te nemen aan de totstandkoming van eventueel uit te brengen adviezen, zeer aanbevelenswaardig is. In de namiddag-vergadering voerde de heer Mr. H. van Haastert het woord over: Hef vraagstuk van bescherming bezien van landbouwkundig standpunt. De bedoeling van deze inleiding was de verantwoordelijke leiders der R,K. Vakbe weging in kennis te stellen met de inzichten van landhouw-deskundigen betreffende het vraagstuk van handelspolitiek. De Vakbonds leiders kunnen daarmede rekening houden, nu zij in dezen tijd menig maal gesteld wor den voor de vraag: Vrijhandel-Protectie-Ma- tige Bescherming. De inleider kwam tot de volgende conclu sies: Onze Regeering wachte er zich voor onze handelsbetrekking partieel te regelen, door vandaag dezen tak van industrie te bescher men door een invoerverbod, morgen een an deren tak door verhooging van invoerrechten en overmorgen weer iets anders door een ander middel. Zij beschouwe onze handelspo litiek als één geheel van maatregelen, die onderling in verband staan en slechts als één geheel te regelen is. Bij die regeling gel den als directief uitsluitend het algemeen belang, het welzijn onzer geheele volksge meenschap. Daarom is het misschien goed, dat zij eene Staatscommissie, waarin de geheele Nederlandsche bedrijfswereld in zijn voor naamste takken, dus ook de landbouw, is vertegenwoordigd, (ruimer dus dan de sub commissie uit de Staatscommissie voor de Economische Politiek) in 't leven roepe, met opdracht het vraagstuk der handelspolitiek nauwkeurig te bestudeeren in het licht der huidige omstandigheden en de Regeering voorstellen ie doen, welke zij in het belang van land en volk noodig acht. Intusschen behoeft de Regcering niet stil te zitten. Wat zij in ieder geval kan doen is te streven naar het afsluiten van goede han delsverdragen met buitenlandsche staten Tot het afsluiten van dergelijke handels verdragen ontplooie onze Regeer rg thans haar hoogste activiteit. Daarnaast streve zij naar 't zoo mogelijk tot stand brengen van conventies in den geest der Suikerconven tie van Brussel van 1903, waarbij tusschen verschillende belangrijke suiker producee- rende landen, waaronder ook Nederland, internationaal werd overeengekomen, dat geen land zijn naburen zou benaccelen door differentieel recht op vreemde suikers en dat dc teruggave bij uitvoer het geheven inkomen recht niet zou te .boven gaan. Door deze conventie werd voor wat betreft de suiker hetzelfdebereikt als door een toi- verbod. Een van de beroemde veertien punten, door Wilson opgesteld voor het te sluiten vredesverdrag tusschen de Geallieerden en Duitschland luidt: Opheffing van alle eco nomische belemmeringen in de handelsbe trekkingen tusschen alle volkeren. Inleider eindigde met den wensch, dat dc Vakbondsbesturen evenzeer als onze Re geering en de andere organisaties van be langhebbenden, hunne houding inzake onze handelspolitiek zullen vaststellen na alle voor- en nadeeling van behoud oi wijziging van den momenteelen koers nauwkeurig te hebben gewikt en gewogen, terwijl met de uitsluiting van ieder egoïstisch groeps-, be- drijfs-, of standsbelang slechts één enkel belang tot richtsnoer worde genomen: het algemeen welzijn van heel onze dierbare Nederlandsche volksgemeenschap. Voor den inhoud van deze rubriek stel de Redactie zich niet aansprakelijk DE NOOD DER DUITSCHE PRIESTERS. De onzekere toestand in Duitschland vooral in 't bezette gebied, doet den nood der Duit- sche Priesters steeds erger worden. De le- vensmiddelenprijzen stijgen met den dag de prijzen der meest eenvoudige dingen kosten milliarden, zoo betaalde mer. eer, week geleden voor 1 doosje lucifers 1 milliard, voor 1 pond aardappelen 1 y2 milliard, een pond margarine kost 12 milliard. En de trac- tementen bedragen maandelijks nauwelijkt enkele milliarden. Wij vernemen van een Pastoor uit Berlijn, dat men ten zijner bate eene collecte had gehouden, deze bracht 600 millioen mark op, die bedrag was precies ge noeg voor een paar nieuwe schoenzolen. Een kapelaan vertelde ons, dat zijn inkomen over de le helft van October 76 millioen mark (in Hoilandsch geld kan men zulks niet eens meer uitdrukken) was. Z. Emin. Cardinal Schulte, Aartsbisschop van Keulen, schrijft ons nog deze week De geestelijken in 't aartsbisdom Keu len alleen 1050 in getal zijn geheel en al op de milddadigheid van de geloovigen aange wezen. Deze geven gaarne, doch kunnen on mogelijk de priesters onderhouden. Boven dien moeten de verschillende kerken nog ook zorgen voor Miswijn, kaarsen, hostie's, licht enz. zelfs hier en daar, heeft men om de kosten te besparen het aantal der H. I,lissen moeten beperken. Uiterlijk mag men op den eersten blik nog niet veel van den nood der Duitsche geeste lijken merken. Men draagt zijn leed in stilte, zoo lang het even kan. Maar weldra gaat ook dit niet meer. Schoenen zijn versleten, de kleeding is armelijk. De winter staat voor de deur, kolen,verschrikkelijk dure kolen moe ten gekocht worden. Zijne Eminentie dost dan andermaal een dringend beroep op de hulp van de Hol- iandsche Katholieke geloofsgenooten. Moge deze bede niet te vergeefs zijn. Laten wij gaarne, uit dankbaarheid, dat God ons spaarde, ons aalmoesje, onzen steun aan de arme Duitsche Priesters geven. De afgeloopen 2 weken brachten ons weer ruim 1200 gulden op, zoodat ons totaal be drag thans is gestegen tot 45763.04 gulden. Bij de laatste giften zijn inbegrepen 32 gulden en 13 millioen mark var, de Tccneel- Ver, „Sophocles" Rotterdam, 25 gulden van Vincentius-Ver. Maasbree, 100 gulden van de Nieuwe Haarlemsche Courant, 250 gul den van de Coop. Inkoopver. „St. Homobo nus" Rotterdam en f 90 van de Limburger Koerier te Maastricht. Verdere giften bij voorkeur per postwis sel of aangeteekenden brief worden dank baar in ontvangst genomen door Rector Gil lissen Heerlen of door de andere H.H. van't comité. Namens 't Priester-comite Mgr. Dr. H. A. POELS, Heerlen, J. NICOLAYE, Pastoor Heerlen. Fr. PROELS, Rector, Heerlen. J. GILLISSEN, Rector, Heerlen 'Jongelui, denkt vooral aan den grooten wedstrijd, die 7 November begint. Hij aal loopen over vier nummers en dus 14 dagen duren. De prijzen zullen vóór St. Nicolaas uitgereikt worden. Hierbij de oplossingen uit het nummer yan 27 October: 7. Quebec-Montreal. (Er moesten steden gezocht worden, niet éenl. twee 4, Barbara 5. Schild. Hierbij de 5 raadsels, die er de vorige maal niet meer in konden doordat het verhaaltje zoo lang was: 1. De 1, 3, 5, 7 is een rivier in Rusland. 1, 2, 3, 4, 5, 10 kan men in de courant lezen. De 1, 2, 3, 9, 10 is een rivier in Limburg. Het geheel is een feestdag die spoe dig zal aanbreken. 2. Een 1, 2.2., 3, 4 is een lekkere vruebt. Een 5, 6, 7, 8, 9 is scherp. Mijn geheel is een plaats in Gelderland. 3. Wie kan 101 schrijven met enkel- vieren en vijven? 4. 1, 2, 3, 4 is wit. 4, 5, 6, 7 is een jongensnaam. In een 1, 2, 7 doet men melk of water. Welk dier leest ge hieruit? 5. Ik ben een vuurspuwende berg in Europa. Bij 1, 2, 4, 3, 5 kan het heel gevaarlijk zijn. Een 6, 7, 8 is rond. Een 6, 4, 5 is ook al een gevaarlijk ding. Wie ben ik? Verder heb ik twee aardige verhaaltjes ontvangen, die wel niet geheel onberispelijk zijn, maar toch heel goed genoeg om in deze rubriek een plaats te vinden. Hier zijn ze: Teo en Frans waren dikke vrienden, waar Teo was, daar was Frans. Ze waren even oud en zaten in dezelfde klas. Beiden leerden uitstekend, dus was de leeraar best tevreden. Op zekeren middag echter waren ze aan 't, knikkeren. Daar zag Frans, dat Teo gemeen deed en daarom al de knikkers van Frans won. Dat kon Frans niet dulden. Woedend sprong hij op en wilde met Teo op de vuist, Frans was wit van kwaadheid, en zonder zich te bedenken, schoot zijn hand vooruit en trof zijn vriend op den neus. Dit was de eerste stoot en meerdere volgden. Het was 'n formeele vechtpartij. Een troep jongens had zich om de vechtenden ge schaard en de één moedigde Frans, en de ander Teo aan. Door vermoeienis uitge put hield Teo spoedig op. Ten laatste kwam de veldwachter en joeg de jongens uit elkaar. De twee vrienden waren geen vrienden meer. Ze keken elkaar niet meer aan. Zoo was 't alweer 7 maanden geleden, sinds ze niet meer met elkaar omgingen. Het was in October en een gure wind woei over de velden. Op zekeren namiddag hoort men roepen: „jongen te water". De rivier was het eenigste water bij het dorp. Ieder een holt er dus naar toe. Ja hoor. Het is. Teo Bakel. Niemand kon zwemmen en de drenkeling was op het punt te verdrinken. Daar komt Frans aanhollen; nauwelijks ziet hij v/at er gebeurt of „hoepla" daar duikt hij. Hij kon goed zwemmen en daardoor had hij z'n ouden vriend gauw bereikt. Hij pakt hem vast en brengt hem veilig naar den wal. Een luid hoera stijgt op en iedereen omringt den redder. Deze wordt naar huis gebracht en onder de wol gestopt. Dien nacht was Frans onrustig en opgewonden, 's Morgens stond hij niet op, hij was ziek. De dokter wordt geroepen en constateerde longont steking. Drie dagen was hij aan den rand des grafs. Eindelijk werd hij beter. Nog 'n paar weken en hij kon weer naar school. Z'n wangen werden weer rood en zijn vroo- lijke lach klonk weer door het huis. Door zijn redding echter had hij zijn vriend weer gekregen. lederen dag was deze weer bij Frans te vinden. Over de vechtpartij werd niet meer gesproken en ze waren weer de dikke vrienden van weleer. door W. S. „Hoe heb ik hef nu, Jan, kom je nu, ja of neel Denk je, soms, dat ik voor jou nog een keer naar de trap zal gaan loopen?" Boven op zolder geeuwde Jan nog eens en draaide zich voor de zooveelste maal om. „....Ja moeder, ik kom direct." „Die weergasche jongen," bromde vrouw Verhagen aan de trap Met een zucht gooide de persoon, aan wiens adres deze woorden geadresseerd waren, de dekens van zich af en stapte uit bed. „Hè, Maandag! Brrr. 'k Wou dat 't al vast Zaterdag was," wenschte Jan. Snel kleedde hij zich aan en ging naar beneden. „Zoo, ben je daar eindelijk," zei Jan's moeder toen hij, z'n oogen uitwrijvend, de kamer binnenkwam. „Je mag wel opschieten, anders kotu ie te laat, Jan," Vlug at Jan z'n dik' gemeubileerde boter hammen op en ging, een lustig deuntje flui tend de deur uit, naar school. Toen hij de klas binnentrad, hadden de jongens al lang gebeden. „Zoo, zoo," bromde meester Jansen, die zich door z'n kaal hoofd in den bijnaam van „gladdekker" mocht verheugen. „Waar kom je vandaan, jongetje?" „Eh.... de bakker.... kwam te laat," fantaseerde Jan. „Hm, zoo!" zei meester, „weet je, wat ik denk, ventje?" Jan schudde ontkennend het hoofd. „Ik geloof, dat je te lüat bent opgestaan. Je hebt je haren nog niet eens gekamd!" „Zoo meester," durfde Jan zeggen, „mag ik dan even uw haarkammetie te leen heb ben?" De geheele klas bulderde van het lachen. Wit van woede sprong meester van z'n lessenaar en schreeuwde- „D'r uit Blijf jij maar in de gang staan, totdat ik je roep." Vlug schoof Jan het lokaal uit, bang, dat meester zich nog zou bedenken en hem een pak slaag zou toedienen. „H'm," bromde Jan op de gang, „de dag begint al goed. Dat is het tweede standje, dat ik vandaag al oploop," Langzaam liep hij op de gang heen en weer, totdat hij op he idee kwam, om den zolder van de school eens te bezichtigen. Voorzichtig klom Jan de trap op, die naar den zolder leidde. Deze was-bijna geheel leeg, alleen stonden daar enkele banken en borden. Vlug nam Jan een der banken, schoof haar voor een dakraampje erf klom er op. Wat prachtig gezicht over het dorp cn hoe hoog. Jan was er verbaasd van. Ginds zag hij vaders woning. Even verder Was het raadhuis met z'n vuurroode dakpannen. Daarnaast het huis van den dokter, dat wel haast grooter was dan het raadhuis. Jan keek z'n oogen uit. Zoo hoog was hij nog nooit geweest. Nog veel verder zag hij het weiland van z'n vader, waarojo de bonte en witte koeien liepen te grazen. Doch al gauw begon dat kijken Jan te ver velen. Hij sprong van z'n verheven zitplaats af, teneinde eens een kijkje op zolder te ne men. In een donker hoekje achter eenige schoolbanken vond hij een paar oude rol schaatsen. Direct kwam Jan op het idee, de ze dingen eens te probeeren, cn geheel ver getende, dat, als hij eenig lawaai maakte, dit door meester gehoord zou worden, trok hij de rolschaatsen aan. Juist wou hij 'n Hin ken haal nemen, toen een der schaatsen on der z'n voeten vandaan schoot en Jan met een harden smak op den vloer terecht kwam. ,Nog voor Jan eigenlijk goed wist, wat er gebeurd was, stond meester voor hem. „Wat moet jij hier?" brulde hij hem toe, nadat hij hem een paar klinkende oorvijgen had toegediend. „Ik.... ik," huilde de schuldige, „ik wilde .ik wou. „Wat!" schreeuwde meester, „jij hebt niets te willen! Heb ik je soms gezegd, dat je hier op zofaer moest gaan staan. Vooruit, naar beneden!" Huilend holde Jan dc trap af. zooveel mo gelijk zorgend, dat hij buiten bereik van meesters handen bleef. „Ga maar mee, jongetje," zei meester, toen hij met Jan de gang opkwam. Onder het gelach van de jongens kwam Jan de klas binnen. „Je kan wel gaan zitten," zei meester en eh.... na twaalf uur mag je me gezelschap houden!" Langzaam ging Jan naar de bank en nam plaats naast z'n vriendje Henk Meulens. Het verdere van den ochtend verliep zonder eenige stoornis. Des middags ongeveer kwart voor één mocht Jan, na een ernstige vermaning van meester, heengaan. Jan durfde bijna niet naar huis. Wat zou vader wel zeggen, als hij zoo laat thuiskwam. Toen hij dans ook voor de huisdeur stond, zonk z'n moed hem in de schoenen. Maar het moest eenmaal toch ge beuren, daarom trok hij de stoute schoenen maar aan en ging de kamer binnen. „Zoo! Waar kom jij vandaan?" bromde vader. „Ik.... ik.... ik moest nablijven," sta melde Jan. „Ja, dat gebeurt je maar eens. Wat heb je nu weer uitgevoerd?" „Ikke..,. eh...." „Nu....?" „Ik vroegmeester om „Nu om?" „Z'n haarkammet je!" „Wat?!?" „Eh.... ja, meester zei, dat ik m'n haar niet gekamd hadenne.... toen vroeg ik z'n kammetje ter leen!" Vader informeerde verder en Jan ver telde nu ook, wat hij op zolder van school beleefd had. Met een standje van va der kwam hij er af Dien middag was er vrijaf, want meester moest bij de repetitie wezen van het stuk dat dien avond zou worden opgevoerd. De jongens waren er dan ook vol over. 't Zou een prachtstuk worden: „Fabiola," heette het. Toen dien avond dan ook de schooldeur opengedaan werd, stormden allen, jongens en meisjes naar binnen. Hunne ouders waren al binnengelaten, Toen het jonge volkje dan ook de groote zaal binnenkwam, zagen zij die reeds half vol. Vooraan zaten meneer de kapelaan, de dokter en de notaris in groote leuningstoelen. Jan Verhagen, Henk Meulens en Dirk Toelman kwamen op de achterste rij te zitten, vlak achter de dikke vrouw Mijnens en 'de loensche juffrouw Dirksen. Vooraf hield meester een prachtig inge studeerde „spiets" zooals Jan dat noemde. Hierna werd m^t de opvoering van het eer ste bedrijf een aanvang gemaakt. In het eerst vonden de drie jongens het aardig, temeer daar zij verscheidene meespelenden herkenden, doch het verveelde hun al spoe dig. „Zeg, wat zouën we doen," vroeg Jan aan Henk en Dirk. „Kom. ga mee de zaal uit ik weet wat fijns!" Zachtjes slopen de drie jongens de zaal uit. „Weet je wat we doen moesten?" zei Henk, toen ze met z'n drieën in een ander schoollokaal waren. „Nou?" „Jullie v/eet het geraamte met dat doods hoofd toch wel te staan." „Ja!?" „We moesten vrouw Mijnens en juffrouw Dirksen eens bang maken!" „Ja zeg, reusachtig!" „Nemen jullie het geraamte dan op en zet het vlak achter vrouw Mijnens. Maar zacht jes hoor!" Voorzichtig tilden de beide jongens het ge raamte op. In de zaal was het op dat mo ment geheel donker, zoodat de voorste men schen achteraan bijna niets zien konden. Heel zachtjes werd het geraamte achter vrouw Mijnens gezet. Nu tikte Henk vrouw Mijnens op den arm en zeide: „Achter u staat iemand, die u noodzake lijk spreken moet." Vlug keerde zij zich om. Doch wat zag zij daar nu? Van angst gilde zij het hardop in de zaal uit en schreeuwde: „O, o.... help.... help.... de dood.... de dood.ohhelp.ik wil nog niet dood." Van de algemeene verwarring maak ten de drie deugnieten gebruik om het ge raamte weer op zijn plaats terug te zetten. Vlug slopen ze de zaai weer in, juist op het oogenblik, dat vrouw Mijnens nog bleek van schrik, aan het vertellen was, dat de dood 'naar op d'r armen had getikt. Zij durfde niet langer in de zaal te blijven en ging met juf frouw Dirksen naar huis. De daders van de ze kwajongensstreek heeft meester evenwe nooit kunnen vinden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 7