Hongaarsche Kinderen.
Berichten uit onze vorig»
HAARLEM.
Oe opvolger van den heer Roodnat
De positie van het Overheidsper
soneel.
Inlijving Najaarsploeg lichting
1923.
Haarlemsche Kegelconcours
Mooi resultaat.
BURGERLIJKE STAND.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Rijwieldiefstal.
Tot hoofd der school van de R. K. School-
vereeniging, Cruquiusstraat 2, is benoemd
met ingang vart 1 Januari, 1924 de heer H.
A. Reith, thans werkzaam aan de Mulo-
afdeeling der St. Willibrordusschool te
Utrecht.
waak Ie mi) sloeg hij op de vlucht met ach
terlating van zijn fiets.
Het Week toen, dat de schuldige was de 24-
jarige werk too ze timmerman A. J. te Wijk
aan Zee en Duin.
Bekt., die bekent, verklaart, uit armoede
te hebben gehandeld. Ben jaar lang was hij
zonder werk en na lang aarzelen is hij er toe
overgegaan, op die wijze den kost te trachten
Ie verdienen: van het weggenomen hout wilde
hij kfleerenrekjes en trapjes maken, om (tie
te verkoopen.
Het hont is aan den eigenaar teruggegeven.
De Officier wijst op den emst van het
frit van het binnengaan op een afgesloten
terrein, om daar bij herhaling hout te wil
len wegnemen.
Toch smelt spr. er wej voor, de zaak met
een boete te doen a floepen, maar deze zou
ten laste komen van het arme gezin.
Slechts gevangenisstraf Mijft dsis over en
spr. eischt 1 weck.
De Politie-rechter neemt bekl.'s gunstig ver
leden en zijn beweegredenen in overweging
en veroordeelt hem tot 1 maand gevangenis
straf voorwaardelijk met een proeftijd ran 1
jaar.
Dikke ijzers en groote messen.
De drie Purmerender arbeiders J. Br., 22
iaar, J. D„ 23 jaar en P. D. 19 jaar, wier
iamilie twist heeft met C. P. en diens moe
der, een heel lastige vrouw, zooals de po
litie getuigen moest, maakten op 30 Sep
tember een afspraak, dat zij C. P. 's avonds
zouden opwachten. P. maakte het J. D.
door schelden nogal lastig, en deze meende,
dat P. ook al eens op hem geloerd had.
P. D. was bij de oorspronkelijke afspraak
niet tegenwoordig, waarbij Br. en J. D. el
kander beloofden, een flink stuk ijzer als
wapen mee te zullen nemen.
Zoo lagen ze dan 's avonds met z'n drieën
in hinderlaag. Br. en J. D. ieder met een
ijzeren staaf bij zich.
J. D. zou zich op den weg vertoonen,
maar niet aanvallen, en eerst als P. zou
aanvallen, zouden de anderen ter hulp ge
roepen worden.
Te 11 uur kwam P. langs, en toen hij hem
aankomen zag, werd J. D. zoo zenuwachtig,
dat hij- toch zelf maar het eerst van leer
trok, en toen dadelijk ook z'n kornuiten
te hulp riep,
P. D, verklaart, niet meegedaan te heb
ben, maar toen na het eerste kloppartijtje,
waarbij bet ondertusschen al heet was toe
gegaan, P. zijn kant op loopen kwam, meen
de hij, dat deze nu hem aanvallen wilde,
en hield hij hem een geopend mes voor,
waar P. in liep en zich sneed.
Zoo lang werd P. toegetakeld, dat de be
klaagden ten slotte niet meer wisten, of hij
er niet aan sterven zou, en Br. is toen zelf
de politie gaan waarschuwen, waarbij hij
het voorkomen deed, alsof P. de aanvaller
was; en zij hem daarop hadden afgestraft.
Op een vraag van den Politie-rechter
wordt geantwoord, dht de veete tusschen
verschillende andere personen en de hier
aanwezigen aangekomen is door een kwes
tie over betaling voor veedrijven.
De mishandelde P. verklaart, hoe dade-
lijjk na J. D.'s aanval alle drie beklaagden
hem omringden 'en hem sloegen, waar ze
maar raken konden, een heelen tijd zijn
blijven doorgaan zelfs, toen hij versuft en
machteloos al neerlag. J. D. had daarbij
uitgeroepen: „Van de politic hebben we
permissie om je dood te makenl" J. D. ont
kent dat echter.
De mishandelde, die geruimen tijd in het
ziekenhuis heeft doorgebracht en niet heeft
kunnen werken, heeft vele groote wonden
bekomen aan het achterhoofd, aan armen
en handen en is bij dit avontuur zes tan
den kwijtgeraakt.
„Ja," zegt J. D„ „als ik eenmaal woedend
ben, zie ik niets meer."
„Een gevaarlijk man ben jij dan," vindt
de Politierechter.
De politie-agent H. J. B. komt dan ver
tellen, hoe de beklaagden eerst op ver
schillende manieren om de zaak hebben
heengedraaid, in welken toestand hij P„
bloedend en kermend langs den weg gevon
den heeft, en hoe het eerste verband gelegd
werd en de mishandelde naar het ziekenhuis
vervoerd.
Volgens dezen getuige hebben beklaagden
niet ingezien, welk een ernstig feit zij pleeg
den „en dat zien ze nog niet in, daar zijn
ze te oerdom voor!"
In hun woede hadden ze ook elkander
verwond, maar „op P. hebben ze losgeslagen,
of 't een trommel was."
De onkosten van ziekenhuis en dokter,
tezamen 217,50, hebben beklaagden ieder
voor een derde vergoed.
„Ja, maar je voelt toch wel," merkt de
rechter op, „dat 't niet met een boete kan
afloopen hé? Jullie hadden hier wel als
moordenaars kunnen terechtstaan."
J. D.: „Ja, maar, Edelachtbare, als je zoo
getergd wordt en genegerd door dat schelden
van hem en z'n moeder.
„En wat ook zoo verzwarend is, dat je zoo
iets vooruit met elkaar hebt afgesproken."
De Officier noemt in zijn requisitoir het
tenlaste gelegde bewezen. Een mishandeling
als deze, waarbij dikke stukken ijzer en
groote messen werden gebruikt is wel een
zeldzaamheid; terwijl beklaagden nog als
wilde beesten zijn blijven doorgaan, toen het
slachtoffer versuft nederlag.
Beklaagden hebben voor de politie eerst
erg gedraaid en hun houding vindt spr. nog
niet, zooals het behoort maar, ofschoon in
deze streek van ruzie voor een dergelijke
mishandeling een duchtig voorbeeld behoort
te worden gesteld, neemt spr. in aanmerking,
dat bekl. overigens niet slecht bekend staan,
cn dat zij de geheele schadevergoeding te
dragen hebben, en eischt tegen elk slechts 2
maanden gevangenisstraf.
Rechter: „Dat valt je zeker wel mee, hé?
Toen ik de zaak zag, dacht ik tenminste: daf
gaat voor 6 maanden."
Het vonnis wordt dan overeenkomstig den
eisch gewezen.
„Maar als de Officier meer gevraagd had,
had ik je meer gegeven ook.ik vind jullie
daad een schande, je mag van geluk spreken,
dat P. nog levend hier aanwezig zijn kan."
Slakingsrel.
AI 10 maanden ongeveer is er een uitslui
ting op een drukkerij in Zaandijk. H. D. is
werkwillige en al dien tijd wordt hij geregeld
door de uitgestotenen lastig gevallen.
Toen hij op 1 October tegen half 2 naar
zijn werk ging, werd hij ook weer door
een 20 mensehen begeleid, gedeeltelijk uit
gestotenen, gedeeltelijk lui, die niets met de
zaak te maken hadden. Daaronder bevond
zich de 19-jarige A. G., die D. bij deze ge
legenheid een Binken schop gaf.
Hij veTtelt wel, dat hij door een ander ge
duwd werd, cn dat het een ongeluk was,
maar juffr. Duifje S., eehlgen. van L. S„ hoeft
duidelijk gezien, hoe hij zijn klompe-voct op
lichtte en expres D. den schop toediende,
zcodat deze bijna viel.
G. deed dikwijls mee aan ltol volgen van D.
Rechter: „En jé werkt niet eens aan die
fabriek, jongen, wat heb je er dan toch mee
te maken?"
„Ja, mee te maken niets." Bekl. is werk
loos.
„Als hij niet betalen kan," meent de Offi
cier, „dan moet ie maar een week in de
gevangenis."
Het vonnis luidt 6 boete, subs, S dagen
hechteni'S.
Door het Plaatselijk Comité der R. K.
Centrale van Burgerlijk Overheidspersoneel
was Zondagmiddag in „St, Bavo" een ver
gadering belegd, waar de aangekondigde
verslechteringen en loonsverlaging voor het
overheidspersoneel werden besproken.
De voorzitter, de heer P. de Rooy, opende
de vergadering met den Chr. groet en zette
uiteen, dat deze vergadering op Zondag
uitgeschreven was, om allen in de gelegenheid
te stellen, deze vergadering bij te wonen.
Noodwendig is men tot het houden dezer
vergadering op Zondag overgegaan.
Spr. heette daa allen welkom, inzonder
heid de sprekers van den avond, de heeren
M. L. A. Klein, J. G. Guit, welke laatste is
secretaris der R. K. Centrale van Overheids
personeel en de heer A. J. Koster, hoofd
bestuurder van „St. Raphael."
Ook de heer A. B. Michielsen, lid der
Tweede Kamer, woonde de vergadering bij.
Dan nam de heer Klein het woord.
Na een korte inleiding wees spr. er op,
dat thans overal om bezuiniging geroepen
wordt. Dat komt, omdat in den oorlog veel
kapitaal verwoest is. Zoo heeft bijv. de mo
bilisatie veel geld gekost.
Op 1 Januari 1916 bijv. was alleen als
steun aan de gemobiliseerder. f 42.000.000
uitbetaald. Veel geld kostten ook de dis
tributie, de woningbouw, waarvoor in de
jaren 19171920 ongeveer f 300 millioen
uitgegeven werd, de werkloosheid, de pacifi
catie op onderwijsgebied, de verzekerings
wetten, ten slotte de salarissen.
De salarissen, in de begrooting voor de
gemeente Haarlem over 1923 opgenomen,
zijn het driedubbele van die over 1914 en
1915. Men heeft gelden op mosten nemen
en daarvan moet nu de rente betaald worden.
Er is dus geldnood voor de overheid. Het
tekort op de rijks begrooting over, 1924
wordt geraamd op 131 1/4 millioen.
We kregen een minister, die f 50 millioen
op de ambtenaars-salarissen wilde besparen.
De minister wil verlagen in dezelfde mate- als
verhoogd is. Spr. kan dit niet anders lezen,
dan dat er flink op los geslagen zal worden
in de lagere rangen en, niet in de hoogere
rangen. Daarom vindt spr. deze bezuiniging
onbillijk.
Spr. wees op art. 40 van het Bezoldigings
besluit, waarvan de maker, ex-minister De
Vries, zegt, dat dit waarborgt de salarissen
der ambtenaren. Als men dit artikel nu zoo
lichtvaardig kan schrappen, geeft spr. niet
meer om de wet.
Ook moreel is de intrekking van art. 40
niet te rechtvaardigen. In zijn proefschrift,
waarop hij promoveerde, heeft een mgr. dr.
Nolens gezegd, dat verandering van een
contract door één partij niet geoorloofd is,
omdat hier de macht een rol speelt.
Ook economisch acht spr. de intrekking
van het bewuste artikel niet gewettigd.
Spr. laakt het zenden van de adressen door
de Kamer van Koophandel te Haarlem aan
gemeentebesturen, W2arin o.m. op vermin
dering der salarissen aangedrongen wordt.
Spr. kwam dan tot de Vlootwet. De Vloot
wet is vereenzelvigd met een komende sala
risverlaging. Als werkelijk het eene een ge
volg zou zijn van het andere, welnu, dan
moeten we ons verheugen over de verwerping.
Spr. keurt het af, dat het petitionnement
tegen de Vlootwet geteekend is door ka
tholieken, hetwelk spr. nader uitwerkt.
De uitgaven voor de vloot moesten ge
deeltelijk komen van de bezuiniging op de
salarissen der ambtenaren. Dat konden we
niet verwachten van een minister Ruys de
Beerenbrouck, van wien spr. het een schan
daal noemt, dat hij in zijn vijf-jarig minister
schap niet dat wist te geven, wat hij in 1906
reeds rechtvaardig en billijk achtte. Spr.
brengt echter hulde aan minister Aalberse,
die als minister in practijk wist om te zetten,
wat hij als advocaat theoretisch juist achtte.
Spr. wijst er op, dat den werknemer een,
menschwaardig bestaan moet beschoren zijn
en dat het noodig is, dat allen één zijn in
de organisatie, om te behouden wat men
thans heeft. Spr. spoorde ten slotte tot trouw
aan de organisatie aan.
Dan nam de heer Guit het woord.
Deze wees er' allereerst op, dat door
den val van het ministerie-Ruys de bezuini
gingsplannen niet van de baan zijn en ook
niet kunnen zijn. Spr. is van oordeel, dat de
verwerping der Vlootwet niets uit te staan
heeft met de bezuinigingsplannen. De Vloot
wet toch is verworpen om andere redenen
dan bezuiniging.
Spr. protesteert tegen wat mr. Kortenhorst
in de „Maasbode" van 1.1. Zaterdagavond
schreef, als zouden de tien Katholieke tegen
stemmers bij de Vlootwet om iets anders te
gen gestemd hebben dan om de vlootwet.
Er moet iets gedaan worden voor bezuini
ging doch waarom is men daar niet eerder
mee begonnen?
Spr. vraagt zich af, waarom bijv. in de tijden
van groote oorlogswinsten niet door de re
geering een rentelooze leening is uit geschre
ven of waarom zij toen niet tot een heffing
in eens is overgegaan.
Spr. bespreekt dan de intrekking van art.
40 van het Bezoldigingsbesluit en meent,
dat wij dit van deze regeering vooral niet
hadden verwacht. Doch de regeering had
moeten zeggen, wat de bezuinigingsplannen
eigenlijk waren. Dat kwam in de millioenen-
nota. En de bezuiniging drukt vooral op de
arbeiders. Zoo zal de georganiseerde werk-
looze verwezen worden naar het Burgerlijk
Armbestuur er zal komen geleidelijke in
trekking van het zevende leerjaar de sa
larissen van het Overheidspersoneel zullen
met ingang van 1 Januari 1924 10% verlaagd
worden en 1 Januari 1925 weer 10%.
De katholieke organisaties eischen van
den katholieken minister-preseident het
recht voor haar op van gezond overleg in
zake de verlagingen.
Spr. becritiseert de katholieke pers, die
Z.i. in deze niet de belangen der ambtenaren
gediend heeft.
Ook deze spr. spoorde aan het einde zijner
rede tot versterking der organisaties en hare
financieele positie aan.
De heer Koster kreeg dan het woord, die
den toestand van het spoorweg-personeel
schetste. Spr. becritiseerde ook de intrek
king van art. 40 van het Bezoldigingsbesluit,
de voorgestelde 10% loonsverlaging ook bij
het spoorwegpersoneel, de classificatie bij
de spoorwegen. Van het op wachtgeld stellen
is het in dienst blijvende spoorwegpersoneel
het slachtoffer geworden. Ook bij de spoor
wegen kan nog wel iets bezuinigd worden,
alvorens aan de loonen geraakt wordt.
Spr. spoorde ten slotte aan tot uitbreiding
der solidariteits-ideé.
Dan nam de heer Michielsen het woord.
Spr. zeide, met een huivering hierheen ge
gaan te zijn, omdat hij behoort tot een der
tien ongare, onbekwame, afvallige, dissidente
Kamerleden, omdat hij behoort tot de tien
Kamerleden-wilde democraten, Kamerleden-
daemagogen, van wie men zich zoo gauw
mogelijk moet ontdoen. Dat zijn de kwalifi
caties in een gedeelte der Katholieke pers.
Het applaus bewijst spr. echter, dat het
Overheidspersoneel echter nog ten opzichte
van die tien Kamerleden anders denkt.
Spr. is van oordeel, dat het gevaar door
het aftreden van het ministerie-Ruys niet
verdwenen, doch grooter geworden is. Er
zijn menschen die bezwaar hadden, dat het
thans afgetreden ministerie met de bestre
den voorstellen, kwam, daar zij deze regee
ring tegenover het personeel in overheids
dienst gebonden achtten. Doch dit bezwaar
van hen bestaat niet meer bij een nieuw
ministerie. Daarom is het gevaar grooter.
Spr. betreurt de actie, gevoerd door mr.
Kortenhorst, Simon Maas en mr. Romme.
Spr. hekelt de rede van mr. Romme, gehou
den bij de vergadering der R. K. Jonge
Werkgeversvereniging te Rotterdam. In
die rede zegt mr. Romme o.m., dat de maat
schappijleer in discrediet is geraakt, terwijl
hij de sociale wetgeving en de sociale wetge
ving becritiseert. De democratie wordt
daarin daemagogie genoemd.
Spr. vindt deze actie der drie hiervoor ge
noemden gevaarlijk.
Spr. zal zijn houding in zake de voorstel
len van de regeering tegenover het perso-
seel bepalen naar de eischen van rechtvaar
digheden. Volgens spr. is er in de rangen van
het Overheidspersoneel een verlaging te con-
stateeren, waar in aanmerking genomen moet
worden, dat de waarde, van den gulden
thans slechts 57 cents is, vergeleken bij de
waarde van den gulden van 1914.
Spr. vindt art. 40 een ongelukkig artikel,
omdat het 'n belofte bevat, welke men nooit
kan vervullen. Volgens spr. is het vasthou
den eener belofte immoreel. Spr. houdt vast
aan de beginselen der christelijke rechtvaar
digheid, aan die van „Rerum Novarum". En
agn die beginselen moeten alle katholieken
zich vasthouden.
Offers moeten worden gebracht, maar de
ambtenaren moeten vasthouden aan den
eisch van overlegpleging tusschen regeering
en overheidspersoneel
Bij het einde der vergadering werd de vol
gende motie aangenomen
A.R.K.A., Ned. R.-K. Bond van Post-, Tele
graaf- en Telefoonpersoneel „St. Petrus",
Diocesane Vereeniging van Onderwijzers, Ned.
R.-K. Bond van Overheidspersonen „St. Pau-
lus", Ned. R.-K. Politiebond „St. Michaël",
Ned. R.-K. Bond van Spoor- en Tramweg
personeel „St. Raphaêl", afdeelmgen Haarlem
en omstreken,
in vergadering bijeen op Zondag 4 Novem
ber 1923, in liet gebouw „St. Bavo", te Haar-
km;
gehoord de besprekingen omtrent de voor
stellen betreffende salarisverlaging en allerlei
verslechteringen voor het overheids- en semi-
overheidspersoneel, spreekt als hare meening
uit, dat de actie, die is ingezet en wordt ge
voerd door de R.-K. Centrale van Burgerlijk
Overheidspersoneel en de met haar samen
werkende Centralen, ter. volle aan de recht
matige verlangens van het overheids- en
semic-overheidspersonecl voldoet en spreekt
als haren wensch uit, dat deze aotie moge
leiden tot een overwinning voor het joverlreids-
en semic-ovcrheidsperscnecl, ten einde de
door haar verkregen rechten te zien gehand
haafd.
Besluit deze motie ter kermis te brengen van
bovengenoemde Centralen, de voorzitters der
Ie en He Kamer der Staien-Gcneraal, de pers
en aan alle vakorganen van alle R.-K. Bon
den van overheids- en semi-overbeidspersoneel
en gaat over tot de orde san den dag.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Gistermorgen te elf uur werden in die In
fanterie Kazerne alhier 90 dienstplichtigen
uit Haarlem en omstreken, behoorende tot
te najaarsploeg lichting 1923 in dienst ge
teld.
Zij werden verdeeld als volgt:
72 man bij het 10e Regt. Inf. te Ede; 6
man bij het Règt. Grenadiers te 'slGraven-
hage; 6 man bij het Regt. Jagers te 's-Gra-
venhage; 6 man bij het 4e Regt. Inf., bestemd
voor detacheering bij de schoolcompagnie
van den motordienst.
Het detachement voor Ede vertrok per
trein van 2.27 n.m. vit Haarlem.
Prijsuitdeeling aan de winnaars en
winnaressen.
Onder groote belangstelling werden Zater
dagavond de massa prijzen uitgereikt, in het
gebouw van den H. K. B.
Al spoedig heerschte in de zaal een vroo-
lijke stemming, die er in werd gebracht door
een aardig strijkje onder leiding van den
heer Stroeken cn Willy Versteeg.
Precies te 9 uur begon de heer Groenewe-
gen zijn rede. Op de allereerste plaats dank
te de voorzitter de vele aanwezigen. Door
net feit, dat zoo'n groote belangstelling ook
hedenavond er weer was, werd zijn verwach
ting overtroffen.
Spr. wees er nog eens op, dat de spelers
hun prijzen verdiend hadden. In de allereer
ste plaats hebben de heeren Clifford, Klein-
smit, Numan en Voordauw spel laten zien.
Hier kwam vooral het spel en de sport naar
voren. Vooral de hr. Clifford heeft dit bewe
zen. Dat er wel degelijk spel geleverd moest
worden om negens te gooien, liet de heer
Clifford ook 3 jaar geleden in Breda zien,
waar hij 3 maal 45 gooide
Deze heer werd door den voorzitter nog
eens dank en hulde gebracht.
Tevens wees spr. op de enorme belangstel
ling voor den wedstrijd. Vooral onze Haar
lemmers hebben zich van den goeden kant
laten zien. Er was zelfs zooveel animo, dat
Je onderlinge wedstrijd met eenige dagen
verlengd moest worden. Doch dit was geen
bezwaar voor het bestuur. Daooer wist het
zich door alle moeilijkheden heen te slaan.
Vooral de heeren Boerlage en J. Verdel
moesten een pluimpje van den voorzitter in
ontvangst nemen.
Ook de heer Jo Jung dwong respect af,
eveneens de heer J. van Maris. Spr. hoopte,
dat zij den H. K. B. nog vele jaren van dienst
mochten zijn.
Toen begon de prijsuitreiking.
De beide firma's Heins en Willem Bos
moesten een dankwoord in ontvangst ne
men voor het gratis afstaan van rijtuigen
en auto's.
De heer Kleinsmit uit Zwolle had nogal
eens een prijsje in ontvangst te nemenj
De heer Kleinsmit nam even het woord
en zeide, geen dank te verdienen van den
voorzitter, maar juist het bestuur van den
H. K. B. veel dank cn hulde verschuldigd
te zijn. Zoo iets, wat de H. K. B. tot stand
gebracht heeft, dwingt bewondering af.
Amsterdam kan zich nog lang niet meten
met Haarlem wat betreft de kegelsport.
Zelfs Berlijn moet het haast afleggen tegen
het gebouw van den H. K. B. in Haarlem.
Daarna nam de heer Kleinsmit onder
luid applaus zijn prijs in ontvangst.
Ook aan de prijsuitdeeling kwam een
einde.
Dan volgde het humoristische deel.
Om den heer Woodward is bijna den ge-
neelen avond hartelijk gelachen. Ik hoorde
mijn buurman meermalen geheel wanhopig
roepen: „Ik lach me tranen om dien vent."
Ook de goochelaar wist de aandacht van
het publiek gaande te houden.
Bij de verschillende attracties zorgde de
bekende fabriek van Ramaker voor bon
bons.
De avond werd besloten met een bal
onder leiding van den heer Maris.
De H. K. B. kan met welgevallen op de
afgeloopen feestelijkheden terugzien. Het
was een uitmuntend geslaagde avond.
De eerstvolgende trein van Budapest komt
aan 11 December, terwijl deze trein op 13
December naar Hongarije zal terugkeeren.
Pleegouders, welke een Hongaarsch kind in
verpleging willen nemen en ook die
pleegouders, wier pleegkind op 13 Decem
ber moet terugkeeren, worden beleefd en
dringend verzocht, zich zoo spoedig moge
lijk aan te melden aan het Secretariaat
van den „Kring Haarlem" van 't R. K. Huis
vesting-Comité, Jansweg 38, Haarlem, tele
foon 2716.
Zooals men weet, heeft kardinaal Schulte
de vorige week een dringenden oproep ge
daan aan Katholiek Nederland om zooveel
mogelijk hulp te willen verleenen in den
nood van het Rijnland.
Deze hulproep heeft overal in Holland
weerklank gevonden en een spontane bewe
ging in het leven geroepen om onze naburen
zooveel mogelijk in hun ellende bij te staan.
Ook in onze stad is men niet achter ge
bleven en tal van inzamelingen worden reeds
op allerhande wijzen georganiseerd.
Op het R.-K. Lyceum aan den Zijlweg heeft
men een collecte gehouden, die de ronde som
opbracht van 70. Zonder twijfel een mooi
resultaat.
Geboren: 1 November, z. van M. Kurvers
van Luit. d. van W. DekkersEvert-
sen. z. van J. J. GroesPullens. d.
van N. KloosterSinger. 2 November,
z. van J. RumpffReijers. d. van N. J.
FrankenBettink. 3 November, z. van
P. SmitSmit. z. van C. van de Voorde
van der Minnen. 4 November d. van A.
A, HaldermanSchouten. z. van C. H.
H. BrakelStaphorst. z. van Th. Knol
Volk. 5 November, z. van A. Witte
Cnossen. 31 October., d. van G. van den
NieuwenhofBok.
Overleden: 1 November, S. F. A. Ruijse-
naars, 19 j., Parklaan. 2 November. P.
Brander, 70 j„ Gasthuisvest. M. E.
Hooijen—Remmé, 38 j„ Heerensingel. A.
BijnsdorpGroeneveld, 51 j., fcnderhuis-
vest. C. Biersteker, 18 j., Barendsestraat.
3 November, W. Zwart, 76 j„ Schalk
wijkerstraat. S„ 3 mnd., d. van H. J.
Backx, Barbarossastraat. H. J. Hekkel-
man, 46 j„ Hofdijkplein. 4 November. A.
FiegeSteunebrink, 62 j„ Gasthuisvest.
G. van Dijck, 81 j., L. Raamstraat.
Uit armoede.
De aannemeT J. H. te Wijk aan Zee en
ïin werd door de pp li tie gewaarschuwd,
M in een van zijn in aanbouw zijnde huizen
in den nacht van 26 September iemand ge
weest was. Den avond te voren had J. H. daar
juist hout binnen gebracht en nu bleek, dat
negen planken geploegd en geschaafd hout
vermist werden. Een der volgende nachten
kwam de dader weer met hetzelfde doel le
nig en toen hij onraad hoorde (do politie
DEMONSTRATIE VAN SPOORWEG
PERSONEEL.
In het Theater „Carré te Amsterdam
heeft de Nederlandsche Vereeniging van
Spoor- en Tramwegpersoneel, Zondag een
Congres gehouden met het doel „te demon-
streeren tegen de door de Directie van de
Nederlandsche Spoorwegen op verzoek van
het thans afgetreden ministerie voorgestelde
loonsverlaging met 10 percent."
De voorzitter, de heer G. Janstra, deelde
bij de opening van het Congres mede, dat de
verenigingen, die het A.C.O.P. uitmaken,
niet meedoen aan deze demonstratie, omdat
wat hun betreft de salarisvermindering
met het verdwijnen van het ministerie ab
soluut niet vast staat.
De directie van de Nederlandsche Spoor
wegen echter heeft aan het verzoek van het
demissionnaire Kabinet vastgehouden.
De heer F. van Meurs, sprekende
namens het Comité ter behartiging van de
algemeene belangen van Overheids-Perso-
neel (A.C.O.P.), legde er nog eens den nadruk
op, dat dit lichaam, het geheel eens was met
de vereeniging van Spoorwegmannen.
De heer P. Moltmaker zette uiteen, dat na
de invoering van vele verslechteringen het
spoorwegpersoneel thans staat voor een
nieuwen aanval op het loonpeil. De Directie
van de Nederlandsche Spoorwegen wil in
opdracht van de Regeering 10% op de loonen
korten een kwestie die op 19 November
a.s. in den Loonraad te Utrecht zou behandeld
worden.
Sprvond het wel vreemd, dat de spoorweg
directie dergelijke bezuinigingsmaatregelen
doorvoert, nu zij geen regeering meer achter
heeft. De werknemers in den Loonraad heb
ben nu voorgesteld dit salarisverminderings-
voorstel niet in behandeling te nemen, zoo
lang er geen ministerie is die de nieuwe sa
larissen kan goedkeuren en zoolang men niet
weet wat voor een nieuwe regeering er komt.
Overigens staat het personeel vijandig
tegenover de loonsverlaging, omdat het geen
open oog kan hebben voor de slechte finan
cieele, verhoudingen in het bedrijf, zoolang
het daarin geen medezeggenschap heeft.
Ten slotte wekte Spr. het Congres op zich
tegen de voorgenomen verslechteringen te
verzetten.
De voorzitter van het N.V.V., de heer R.
Stenhuis, hield daarop een lang betoog over
de waarde van de loonen in het overheids
bedrijf, waarbij hij opmerkte, dat in een
crisistijd de loonen van het overheidsperso
neel niet in overeenstemming mogen worden
gebracht met het loonpeil in het particuliere
bedrijf.
Na afloop van het Congres verzamelden de
Congressisten uit geheel het land zich op het
Amstelveld, waar een stoet van Spoorweg
mannen werd gevormd, die met muziek en
banieren de stad doortrokken naar het Beurs
plein demonstrerende met roode kaarten,
die zichtbaar werden meegedragen, dat
„het spoorwegpersoneel zal strijden tegen
verlaging van zijn levenspeil",
EEN JUBILEUM OP HET CONSUL
TATIE-BUREAU.
Het was Zondagmorgen^ feest op
het bekende bureau der Tuberculose-Ver-
eeniging aan de Ged. Oude Gracht. De Heer
G. van Waard, aan dat adres woonachtig,
herdacht zijn 12 Ik-jarig jubilé als onder-ad
ministrateur bij die vereeniging. Het dage
lij ksch en het medisch bestuur, de dames-
huisbezoeksters, alsmede het personeel van
het C. B. verbonden, waren om 11 uur aldaar
voor de huldiging aanwezig.
Om afwezigheid van den voorzitter, Dr.
5% Nederland 1919
6% Nederland 1923
Oude Vaart
dito Gem. Eigendein
Mij. „Nederland''
Scheepvaart-Unie
Rotterd. Lloyd
Holl. Lloyd
Paketvaart
Oude Boot
Holl. Stoomboo*
H. V. A.
Java Cultuur
Jurgens Rew.
Koloniale Bank
Indische Bank
Gert. Handel Mij
ttesc. dito
Phoenix
Geconsolideerde
Kon. Olie
U. S. Steel
Marine coram
Vorstenlanden
Actions id.
Poerworcdjo
Oude Deli
Senembah
Deli Batavia
Amsterdam Rubber
Serbadjadi
Sfilan
Wal Sumatra
Dordtsche Pet*.
Southern Rails
Union
Anaconda
iWabash
Verder de gewone zaakjes van weerspan
nigheid, beleeéiging, mishandeling, enz.
Uit de gang van het kantoor van de fir
ma Smits en Reynders aan de Houtmarkt
is Zaterdag een rijwiel ontvreemd.