Hongaarsche Kinderen. Berichten uit onze vorig» HAARLEM. Oe opvolger van den heer Roodnat De positie van het Overheidsper soneel. Inlijving Najaarsploeg lichting 1923. Haarlemsche Kegelconcours Mooi resultaat. BURGERLIJKE STAND. VOOR DEN POLITIERECHTER. Rijwieldiefstal. Tot hoofd der school van de R. K. School- vereeniging, Cruquiusstraat 2, is benoemd met ingang vart 1 Januari, 1924 de heer H. A. Reith, thans werkzaam aan de Mulo- afdeeling der St. Willibrordusschool te Utrecht. waak Ie mi) sloeg hij op de vlucht met ach terlating van zijn fiets. Het Week toen, dat de schuldige was de 24- jarige werk too ze timmerman A. J. te Wijk aan Zee en Duin. Bekt., die bekent, verklaart, uit armoede te hebben gehandeld. Ben jaar lang was hij zonder werk en na lang aarzelen is hij er toe overgegaan, op die wijze den kost te trachten Ie verdienen: van het weggenomen hout wilde hij kfleerenrekjes en trapjes maken, om (tie te verkoopen. Het hont is aan den eigenaar teruggegeven. De Officier wijst op den emst van het frit van het binnengaan op een afgesloten terrein, om daar bij herhaling hout te wil len wegnemen. Toch smelt spr. er wej voor, de zaak met een boete te doen a floepen, maar deze zou ten laste komen van het arme gezin. Slechts gevangenisstraf Mijft dsis over en spr. eischt 1 weck. De Politie-rechter neemt bekl.'s gunstig ver leden en zijn beweegredenen in overweging en veroordeelt hem tot 1 maand gevangenis straf voorwaardelijk met een proeftijd ran 1 jaar. Dikke ijzers en groote messen. De drie Purmerender arbeiders J. Br., 22 iaar, J. D„ 23 jaar en P. D. 19 jaar, wier iamilie twist heeft met C. P. en diens moe der, een heel lastige vrouw, zooals de po litie getuigen moest, maakten op 30 Sep tember een afspraak, dat zij C. P. 's avonds zouden opwachten. P. maakte het J. D. door schelden nogal lastig, en deze meende, dat P. ook al eens op hem geloerd had. P. D. was bij de oorspronkelijke afspraak niet tegenwoordig, waarbij Br. en J. D. el kander beloofden, een flink stuk ijzer als wapen mee te zullen nemen. Zoo lagen ze dan 's avonds met z'n drieën in hinderlaag. Br. en J. D. ieder met een ijzeren staaf bij zich. J. D. zou zich op den weg vertoonen, maar niet aanvallen, en eerst als P. zou aanvallen, zouden de anderen ter hulp ge roepen worden. Te 11 uur kwam P. langs, en toen hij hem aankomen zag, werd J. D. zoo zenuwachtig, dat hij- toch zelf maar het eerst van leer trok, en toen dadelijk ook z'n kornuiten te hulp riep, P. D, verklaart, niet meegedaan te heb ben, maar toen na het eerste kloppartijtje, waarbij bet ondertusschen al heet was toe gegaan, P. zijn kant op loopen kwam, meen de hij, dat deze nu hem aanvallen wilde, en hield hij hem een geopend mes voor, waar P. in liep en zich sneed. Zoo lang werd P. toegetakeld, dat de be klaagden ten slotte niet meer wisten, of hij er niet aan sterven zou, en Br. is toen zelf de politie gaan waarschuwen, waarbij hij het voorkomen deed, alsof P. de aanvaller was; en zij hem daarop hadden afgestraft. Op een vraag van den Politie-rechter wordt geantwoord, dht de veete tusschen verschillende andere personen en de hier aanwezigen aangekomen is door een kwes tie over betaling voor veedrijven. De mishandelde P. verklaart, hoe dade- lijjk na J. D.'s aanval alle drie beklaagden hem omringden 'en hem sloegen, waar ze maar raken konden, een heelen tijd zijn blijven doorgaan zelfs, toen hij versuft en machteloos al neerlag. J. D. had daarbij uitgeroepen: „Van de politic hebben we permissie om je dood te makenl" J. D. ont kent dat echter. De mishandelde, die geruimen tijd in het ziekenhuis heeft doorgebracht en niet heeft kunnen werken, heeft vele groote wonden bekomen aan het achterhoofd, aan armen en handen en is bij dit avontuur zes tan den kwijtgeraakt. „Ja," zegt J. D„ „als ik eenmaal woedend ben, zie ik niets meer." „Een gevaarlijk man ben jij dan," vindt de Politierechter. De politie-agent H. J. B. komt dan ver tellen, hoe de beklaagden eerst op ver schillende manieren om de zaak hebben heengedraaid, in welken toestand hij P„ bloedend en kermend langs den weg gevon den heeft, en hoe het eerste verband gelegd werd en de mishandelde naar het ziekenhuis vervoerd. Volgens dezen getuige hebben beklaagden niet ingezien, welk een ernstig feit zij pleeg den „en dat zien ze nog niet in, daar zijn ze te oerdom voor!" In hun woede hadden ze ook elkander verwond, maar „op P. hebben ze losgeslagen, of 't een trommel was." De onkosten van ziekenhuis en dokter, tezamen 217,50, hebben beklaagden ieder voor een derde vergoed. „Ja, maar je voelt toch wel," merkt de rechter op, „dat 't niet met een boete kan afloopen hé? Jullie hadden hier wel als moordenaars kunnen terechtstaan." J. D.: „Ja, maar, Edelachtbare, als je zoo getergd wordt en genegerd door dat schelden van hem en z'n moeder. „En wat ook zoo verzwarend is, dat je zoo iets vooruit met elkaar hebt afgesproken." De Officier noemt in zijn requisitoir het tenlaste gelegde bewezen. Een mishandeling als deze, waarbij dikke stukken ijzer en groote messen werden gebruikt is wel een zeldzaamheid; terwijl beklaagden nog als wilde beesten zijn blijven doorgaan, toen het slachtoffer versuft nederlag. Beklaagden hebben voor de politie eerst erg gedraaid en hun houding vindt spr. nog niet, zooals het behoort maar, ofschoon in deze streek van ruzie voor een dergelijke mishandeling een duchtig voorbeeld behoort te worden gesteld, neemt spr. in aanmerking, dat bekl. overigens niet slecht bekend staan, cn dat zij de geheele schadevergoeding te dragen hebben, en eischt tegen elk slechts 2 maanden gevangenisstraf. Rechter: „Dat valt je zeker wel mee, hé? Toen ik de zaak zag, dacht ik tenminste: daf gaat voor 6 maanden." Het vonnis wordt dan overeenkomstig den eisch gewezen. „Maar als de Officier meer gevraagd had, had ik je meer gegeven ook.ik vind jullie daad een schande, je mag van geluk spreken, dat P. nog levend hier aanwezig zijn kan." Slakingsrel. AI 10 maanden ongeveer is er een uitslui ting op een drukkerij in Zaandijk. H. D. is werkwillige en al dien tijd wordt hij geregeld door de uitgestotenen lastig gevallen. Toen hij op 1 October tegen half 2 naar zijn werk ging, werd hij ook weer door een 20 mensehen begeleid, gedeeltelijk uit gestotenen, gedeeltelijk lui, die niets met de zaak te maken hadden. Daaronder bevond zich de 19-jarige A. G., die D. bij deze ge legenheid een Binken schop gaf. Hij veTtelt wel, dat hij door een ander ge duwd werd, cn dat het een ongeluk was, maar juffr. Duifje S., eehlgen. van L. S„ hoeft duidelijk gezien, hoe hij zijn klompe-voct op lichtte en expres D. den schop toediende, zcodat deze bijna viel. G. deed dikwijls mee aan ltol volgen van D. Rechter: „En jé werkt niet eens aan die fabriek, jongen, wat heb je er dan toch mee te maken?" „Ja, mee te maken niets." Bekl. is werk loos. „Als hij niet betalen kan," meent de Offi cier, „dan moet ie maar een week in de gevangenis." Het vonnis luidt 6 boete, subs, S dagen hechteni'S. Door het Plaatselijk Comité der R. K. Centrale van Burgerlijk Overheidspersoneel was Zondagmiddag in „St, Bavo" een ver gadering belegd, waar de aangekondigde verslechteringen en loonsverlaging voor het overheidspersoneel werden besproken. De voorzitter, de heer P. de Rooy, opende de vergadering met den Chr. groet en zette uiteen, dat deze vergadering op Zondag uitgeschreven was, om allen in de gelegenheid te stellen, deze vergadering bij te wonen. Noodwendig is men tot het houden dezer vergadering op Zondag overgegaan. Spr. heette daa allen welkom, inzonder heid de sprekers van den avond, de heeren M. L. A. Klein, J. G. Guit, welke laatste is secretaris der R. K. Centrale van Overheids personeel en de heer A. J. Koster, hoofd bestuurder van „St. Raphael." Ook de heer A. B. Michielsen, lid der Tweede Kamer, woonde de vergadering bij. Dan nam de heer Klein het woord. Na een korte inleiding wees spr. er op, dat thans overal om bezuiniging geroepen wordt. Dat komt, omdat in den oorlog veel kapitaal verwoest is. Zoo heeft bijv. de mo bilisatie veel geld gekost. Op 1 Januari 1916 bijv. was alleen als steun aan de gemobiliseerder. f 42.000.000 uitbetaald. Veel geld kostten ook de dis tributie, de woningbouw, waarvoor in de jaren 19171920 ongeveer f 300 millioen uitgegeven werd, de werkloosheid, de pacifi catie op onderwijsgebied, de verzekerings wetten, ten slotte de salarissen. De salarissen, in de begrooting voor de gemeente Haarlem over 1923 opgenomen, zijn het driedubbele van die over 1914 en 1915. Men heeft gelden op mosten nemen en daarvan moet nu de rente betaald worden. Er is dus geldnood voor de overheid. Het tekort op de rijks begrooting over, 1924 wordt geraamd op 131 1/4 millioen. We kregen een minister, die f 50 millioen op de ambtenaars-salarissen wilde besparen. De minister wil verlagen in dezelfde mate- als verhoogd is. Spr. kan dit niet anders lezen, dan dat er flink op los geslagen zal worden in de lagere rangen en, niet in de hoogere rangen. Daarom vindt spr. deze bezuiniging onbillijk. Spr. wees op art. 40 van het Bezoldigings besluit, waarvan de maker, ex-minister De Vries, zegt, dat dit waarborgt de salarissen der ambtenaren. Als men dit artikel nu zoo lichtvaardig kan schrappen, geeft spr. niet meer om de wet. Ook moreel is de intrekking van art. 40 niet te rechtvaardigen. In zijn proefschrift, waarop hij promoveerde, heeft een mgr. dr. Nolens gezegd, dat verandering van een contract door één partij niet geoorloofd is, omdat hier de macht een rol speelt. Ook economisch acht spr. de intrekking van het bewuste artikel niet gewettigd. Spr. laakt het zenden van de adressen door de Kamer van Koophandel te Haarlem aan gemeentebesturen, W2arin o.m. op vermin dering der salarissen aangedrongen wordt. Spr. kwam dan tot de Vlootwet. De Vloot wet is vereenzelvigd met een komende sala risverlaging. Als werkelijk het eene een ge volg zou zijn van het andere, welnu, dan moeten we ons verheugen over de verwerping. Spr. keurt het af, dat het petitionnement tegen de Vlootwet geteekend is door ka tholieken, hetwelk spr. nader uitwerkt. De uitgaven voor de vloot moesten ge deeltelijk komen van de bezuiniging op de salarissen der ambtenaren. Dat konden we niet verwachten van een minister Ruys de Beerenbrouck, van wien spr. het een schan daal noemt, dat hij in zijn vijf-jarig minister schap niet dat wist te geven, wat hij in 1906 reeds rechtvaardig en billijk achtte. Spr. brengt echter hulde aan minister Aalberse, die als minister in practijk wist om te zetten, wat hij als advocaat theoretisch juist achtte. Spr. wijst er op, dat den werknemer een, menschwaardig bestaan moet beschoren zijn en dat het noodig is, dat allen één zijn in de organisatie, om te behouden wat men thans heeft. Spr. spoorde ten slotte tot trouw aan de organisatie aan. Dan nam de heer Guit het woord. Deze wees er' allereerst op, dat door den val van het ministerie-Ruys de bezuini gingsplannen niet van de baan zijn en ook niet kunnen zijn. Spr. is van oordeel, dat de verwerping der Vlootwet niets uit te staan heeft met de bezuinigingsplannen. De Vloot wet toch is verworpen om andere redenen dan bezuiniging. Spr. protesteert tegen wat mr. Kortenhorst in de „Maasbode" van 1.1. Zaterdagavond schreef, als zouden de tien Katholieke tegen stemmers bij de Vlootwet om iets anders te gen gestemd hebben dan om de vlootwet. Er moet iets gedaan worden voor bezuini ging doch waarom is men daar niet eerder mee begonnen? Spr. vraagt zich af, waarom bijv. in de tijden van groote oorlogswinsten niet door de re geering een rentelooze leening is uit geschre ven of waarom zij toen niet tot een heffing in eens is overgegaan. Spr. bespreekt dan de intrekking van art. 40 van het Bezoldigingsbesluit en meent, dat wij dit van deze regeering vooral niet hadden verwacht. Doch de regeering had moeten zeggen, wat de bezuinigingsplannen eigenlijk waren. Dat kwam in de millioenen- nota. En de bezuiniging drukt vooral op de arbeiders. Zoo zal de georganiseerde werk- looze verwezen worden naar het Burgerlijk Armbestuur er zal komen geleidelijke in trekking van het zevende leerjaar de sa larissen van het Overheidspersoneel zullen met ingang van 1 Januari 1924 10% verlaagd worden en 1 Januari 1925 weer 10%. De katholieke organisaties eischen van den katholieken minister-preseident het recht voor haar op van gezond overleg in zake de verlagingen. Spr. becritiseert de katholieke pers, die Z.i. in deze niet de belangen der ambtenaren gediend heeft. Ook deze spr. spoorde aan het einde zijner rede tot versterking der organisaties en hare financieele positie aan. De heer Koster kreeg dan het woord, die den toestand van het spoorweg-personeel schetste. Spr. becritiseerde ook de intrek king van art. 40 van het Bezoldigingsbesluit, de voorgestelde 10% loonsverlaging ook bij het spoorwegpersoneel, de classificatie bij de spoorwegen. Van het op wachtgeld stellen is het in dienst blijvende spoorwegpersoneel het slachtoffer geworden. Ook bij de spoor wegen kan nog wel iets bezuinigd worden, alvorens aan de loonen geraakt wordt. Spr. spoorde ten slotte aan tot uitbreiding der solidariteits-ideé. Dan nam de heer Michielsen het woord. Spr. zeide, met een huivering hierheen ge gaan te zijn, omdat hij behoort tot een der tien ongare, onbekwame, afvallige, dissidente Kamerleden, omdat hij behoort tot de tien Kamerleden-wilde democraten, Kamerleden- daemagogen, van wie men zich zoo gauw mogelijk moet ontdoen. Dat zijn de kwalifi caties in een gedeelte der Katholieke pers. Het applaus bewijst spr. echter, dat het Overheidspersoneel echter nog ten opzichte van die tien Kamerleden anders denkt. Spr. is van oordeel, dat het gevaar door het aftreden van het ministerie-Ruys niet verdwenen, doch grooter geworden is. Er zijn menschen die bezwaar hadden, dat het thans afgetreden ministerie met de bestre den voorstellen, kwam, daar zij deze regee ring tegenover het personeel in overheids dienst gebonden achtten. Doch dit bezwaar van hen bestaat niet meer bij een nieuw ministerie. Daarom is het gevaar grooter. Spr. betreurt de actie, gevoerd door mr. Kortenhorst, Simon Maas en mr. Romme. Spr. hekelt de rede van mr. Romme, gehou den bij de vergadering der R. K. Jonge Werkgeversvereniging te Rotterdam. In die rede zegt mr. Romme o.m., dat de maat schappijleer in discrediet is geraakt, terwijl hij de sociale wetgeving en de sociale wetge ving becritiseert. De democratie wordt daarin daemagogie genoemd. Spr. vindt deze actie der drie hiervoor ge noemden gevaarlijk. Spr. zal zijn houding in zake de voorstel len van de regeering tegenover het perso- seel bepalen naar de eischen van rechtvaar digheden. Volgens spr. is er in de rangen van het Overheidspersoneel een verlaging te con- stateeren, waar in aanmerking genomen moet worden, dat de waarde, van den gulden thans slechts 57 cents is, vergeleken bij de waarde van den gulden van 1914. Spr. vindt art. 40 een ongelukkig artikel, omdat het 'n belofte bevat, welke men nooit kan vervullen. Volgens spr. is het vasthou den eener belofte immoreel. Spr. houdt vast aan de beginselen der christelijke rechtvaar digheid, aan die van „Rerum Novarum". En agn die beginselen moeten alle katholieken zich vasthouden. Offers moeten worden gebracht, maar de ambtenaren moeten vasthouden aan den eisch van overlegpleging tusschen regeering en overheidspersoneel Bij het einde der vergadering werd de vol gende motie aangenomen A.R.K.A., Ned. R.-K. Bond van Post-, Tele graaf- en Telefoonpersoneel „St. Petrus", Diocesane Vereeniging van Onderwijzers, Ned. R.-K. Bond van Overheidspersonen „St. Pau- lus", Ned. R.-K. Politiebond „St. Michaël", Ned. R.-K. Bond van Spoor- en Tramweg personeel „St. Raphaêl", afdeelmgen Haarlem en omstreken, in vergadering bijeen op Zondag 4 Novem ber 1923, in liet gebouw „St. Bavo", te Haar- km; gehoord de besprekingen omtrent de voor stellen betreffende salarisverlaging en allerlei verslechteringen voor het overheids- en semi- overheidspersoneel, spreekt als hare meening uit, dat de actie, die is ingezet en wordt ge voerd door de R.-K. Centrale van Burgerlijk Overheidspersoneel en de met haar samen werkende Centralen, ter. volle aan de recht matige verlangens van het overheids- en semic-overheidspersonecl voldoet en spreekt als haren wensch uit, dat deze aotie moge leiden tot een overwinning voor het joverlreids- en semic-ovcrheidsperscnecl, ten einde de door haar verkregen rechten te zien gehand haafd. Besluit deze motie ter kermis te brengen van bovengenoemde Centralen, de voorzitters der Ie en He Kamer der Staien-Gcneraal, de pers en aan alle vakorganen van alle R.-K. Bon den van overheids- en semi-overbeidspersoneel en gaat over tot de orde san den dag. Hierna werd de vergadering gesloten. Gistermorgen te elf uur werden in die In fanterie Kazerne alhier 90 dienstplichtigen uit Haarlem en omstreken, behoorende tot te najaarsploeg lichting 1923 in dienst ge teld. Zij werden verdeeld als volgt: 72 man bij het 10e Regt. Inf. te Ede; 6 man bij het Règt. Grenadiers te 'slGraven- hage; 6 man bij het Regt. Jagers te 's-Gra- venhage; 6 man bij het 4e Regt. Inf., bestemd voor detacheering bij de schoolcompagnie van den motordienst. Het detachement voor Ede vertrok per trein van 2.27 n.m. vit Haarlem. Prijsuitdeeling aan de winnaars en winnaressen. Onder groote belangstelling werden Zater dagavond de massa prijzen uitgereikt, in het gebouw van den H. K. B. Al spoedig heerschte in de zaal een vroo- lijke stemming, die er in werd gebracht door een aardig strijkje onder leiding van den heer Stroeken cn Willy Versteeg. Precies te 9 uur begon de heer Groenewe- gen zijn rede. Op de allereerste plaats dank te de voorzitter de vele aanwezigen. Door net feit, dat zoo'n groote belangstelling ook hedenavond er weer was, werd zijn verwach ting overtroffen. Spr. wees er nog eens op, dat de spelers hun prijzen verdiend hadden. In de allereer ste plaats hebben de heeren Clifford, Klein- smit, Numan en Voordauw spel laten zien. Hier kwam vooral het spel en de sport naar voren. Vooral de hr. Clifford heeft dit bewe zen. Dat er wel degelijk spel geleverd moest worden om negens te gooien, liet de heer Clifford ook 3 jaar geleden in Breda zien, waar hij 3 maal 45 gooide Deze heer werd door den voorzitter nog eens dank en hulde gebracht. Tevens wees spr. op de enorme belangstel ling voor den wedstrijd. Vooral onze Haar lemmers hebben zich van den goeden kant laten zien. Er was zelfs zooveel animo, dat Je onderlinge wedstrijd met eenige dagen verlengd moest worden. Doch dit was geen bezwaar voor het bestuur. Daooer wist het zich door alle moeilijkheden heen te slaan. Vooral de heeren Boerlage en J. Verdel moesten een pluimpje van den voorzitter in ontvangst nemen. Ook de heer Jo Jung dwong respect af, eveneens de heer J. van Maris. Spr. hoopte, dat zij den H. K. B. nog vele jaren van dienst mochten zijn. Toen begon de prijsuitreiking. De beide firma's Heins en Willem Bos moesten een dankwoord in ontvangst ne men voor het gratis afstaan van rijtuigen en auto's. De heer Kleinsmit uit Zwolle had nogal eens een prijsje in ontvangst te nemenj De heer Kleinsmit nam even het woord en zeide, geen dank te verdienen van den voorzitter, maar juist het bestuur van den H. K. B. veel dank cn hulde verschuldigd te zijn. Zoo iets, wat de H. K. B. tot stand gebracht heeft, dwingt bewondering af. Amsterdam kan zich nog lang niet meten met Haarlem wat betreft de kegelsport. Zelfs Berlijn moet het haast afleggen tegen het gebouw van den H. K. B. in Haarlem. Daarna nam de heer Kleinsmit onder luid applaus zijn prijs in ontvangst. Ook aan de prijsuitdeeling kwam een einde. Dan volgde het humoristische deel. Om den heer Woodward is bijna den ge- neelen avond hartelijk gelachen. Ik hoorde mijn buurman meermalen geheel wanhopig roepen: „Ik lach me tranen om dien vent." Ook de goochelaar wist de aandacht van het publiek gaande te houden. Bij de verschillende attracties zorgde de bekende fabriek van Ramaker voor bon bons. De avond werd besloten met een bal onder leiding van den heer Maris. De H. K. B. kan met welgevallen op de afgeloopen feestelijkheden terugzien. Het was een uitmuntend geslaagde avond. De eerstvolgende trein van Budapest komt aan 11 December, terwijl deze trein op 13 December naar Hongarije zal terugkeeren. Pleegouders, welke een Hongaarsch kind in verpleging willen nemen en ook die pleegouders, wier pleegkind op 13 Decem ber moet terugkeeren, worden beleefd en dringend verzocht, zich zoo spoedig moge lijk aan te melden aan het Secretariaat van den „Kring Haarlem" van 't R. K. Huis vesting-Comité, Jansweg 38, Haarlem, tele foon 2716. Zooals men weet, heeft kardinaal Schulte de vorige week een dringenden oproep ge daan aan Katholiek Nederland om zooveel mogelijk hulp te willen verleenen in den nood van het Rijnland. Deze hulproep heeft overal in Holland weerklank gevonden en een spontane bewe ging in het leven geroepen om onze naburen zooveel mogelijk in hun ellende bij te staan. Ook in onze stad is men niet achter ge bleven en tal van inzamelingen worden reeds op allerhande wijzen georganiseerd. Op het R.-K. Lyceum aan den Zijlweg heeft men een collecte gehouden, die de ronde som opbracht van 70. Zonder twijfel een mooi resultaat. Geboren: 1 November, z. van M. Kurvers van Luit. d. van W. DekkersEvert- sen. z. van J. J. GroesPullens. d. van N. KloosterSinger. 2 November, z. van J. RumpffReijers. d. van N. J. FrankenBettink. 3 November, z. van P. SmitSmit. z. van C. van de Voorde van der Minnen. 4 November d. van A. A, HaldermanSchouten. z. van C. H. H. BrakelStaphorst. z. van Th. Knol Volk. 5 November, z. van A. Witte Cnossen. 31 October., d. van G. van den NieuwenhofBok. Overleden: 1 November, S. F. A. Ruijse- naars, 19 j., Parklaan. 2 November. P. Brander, 70 j„ Gasthuisvest. M. E. Hooijen—Remmé, 38 j„ Heerensingel. A. BijnsdorpGroeneveld, 51 j., fcnderhuis- vest. C. Biersteker, 18 j., Barendsestraat. 3 November, W. Zwart, 76 j„ Schalk wijkerstraat. S„ 3 mnd., d. van H. J. Backx, Barbarossastraat. H. J. Hekkel- man, 46 j„ Hofdijkplein. 4 November. A. FiegeSteunebrink, 62 j„ Gasthuisvest. G. van Dijck, 81 j., L. Raamstraat. Uit armoede. De aannemeT J. H. te Wijk aan Zee en ïin werd door de pp li tie gewaarschuwd, M in een van zijn in aanbouw zijnde huizen in den nacht van 26 September iemand ge weest was. Den avond te voren had J. H. daar juist hout binnen gebracht en nu bleek, dat negen planken geploegd en geschaafd hout vermist werden. Een der volgende nachten kwam de dader weer met hetzelfde doel le nig en toen hij onraad hoorde (do politie DEMONSTRATIE VAN SPOORWEG PERSONEEL. In het Theater „Carré te Amsterdam heeft de Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel, Zondag een Congres gehouden met het doel „te demon- streeren tegen de door de Directie van de Nederlandsche Spoorwegen op verzoek van het thans afgetreden ministerie voorgestelde loonsverlaging met 10 percent." De voorzitter, de heer G. Janstra, deelde bij de opening van het Congres mede, dat de verenigingen, die het A.C.O.P. uitmaken, niet meedoen aan deze demonstratie, omdat wat hun betreft de salarisvermindering met het verdwijnen van het ministerie ab soluut niet vast staat. De directie van de Nederlandsche Spoor wegen echter heeft aan het verzoek van het demissionnaire Kabinet vastgehouden. De heer F. van Meurs, sprekende namens het Comité ter behartiging van de algemeene belangen van Overheids-Perso- neel (A.C.O.P.), legde er nog eens den nadruk op, dat dit lichaam, het geheel eens was met de vereeniging van Spoorwegmannen. De heer P. Moltmaker zette uiteen, dat na de invoering van vele verslechteringen het spoorwegpersoneel thans staat voor een nieuwen aanval op het loonpeil. De Directie van de Nederlandsche Spoorwegen wil in opdracht van de Regeering 10% op de loonen korten een kwestie die op 19 November a.s. in den Loonraad te Utrecht zou behandeld worden. Sprvond het wel vreemd, dat de spoorweg directie dergelijke bezuinigingsmaatregelen doorvoert, nu zij geen regeering meer achter heeft. De werknemers in den Loonraad heb ben nu voorgesteld dit salarisverminderings- voorstel niet in behandeling te nemen, zoo lang er geen ministerie is die de nieuwe sa larissen kan goedkeuren en zoolang men niet weet wat voor een nieuwe regeering er komt. Overigens staat het personeel vijandig tegenover de loonsverlaging, omdat het geen open oog kan hebben voor de slechte finan cieele, verhoudingen in het bedrijf, zoolang het daarin geen medezeggenschap heeft. Ten slotte wekte Spr. het Congres op zich tegen de voorgenomen verslechteringen te verzetten. De voorzitter van het N.V.V., de heer R. Stenhuis, hield daarop een lang betoog over de waarde van de loonen in het overheids bedrijf, waarbij hij opmerkte, dat in een crisistijd de loonen van het overheidsperso neel niet in overeenstemming mogen worden gebracht met het loonpeil in het particuliere bedrijf. Na afloop van het Congres verzamelden de Congressisten uit geheel het land zich op het Amstelveld, waar een stoet van Spoorweg mannen werd gevormd, die met muziek en banieren de stad doortrokken naar het Beurs plein demonstrerende met roode kaarten, die zichtbaar werden meegedragen, dat „het spoorwegpersoneel zal strijden tegen verlaging van zijn levenspeil", EEN JUBILEUM OP HET CONSUL TATIE-BUREAU. Het was Zondagmorgen^ feest op het bekende bureau der Tuberculose-Ver- eeniging aan de Ged. Oude Gracht. De Heer G. van Waard, aan dat adres woonachtig, herdacht zijn 12 Ik-jarig jubilé als onder-ad ministrateur bij die vereeniging. Het dage lij ksch en het medisch bestuur, de dames- huisbezoeksters, alsmede het personeel van het C. B. verbonden, waren om 11 uur aldaar voor de huldiging aanwezig. Om afwezigheid van den voorzitter, Dr. 5% Nederland 1919 6% Nederland 1923 Oude Vaart dito Gem. Eigendein Mij. „Nederland'' Scheepvaart-Unie Rotterd. Lloyd Holl. Lloyd Paketvaart Oude Boot Holl. Stoomboo* H. V. A. Java Cultuur Jurgens Rew. Koloniale Bank Indische Bank Gert. Handel Mij ttesc. dito Phoenix Geconsolideerde Kon. Olie U. S. Steel Marine coram Vorstenlanden Actions id. Poerworcdjo Oude Deli Senembah Deli Batavia Amsterdam Rubber Serbadjadi Sfilan Wal Sumatra Dordtsche Pet*. Southern Rails Union Anaconda iWabash Verder de gewone zaakjes van weerspan nigheid, beleeéiging, mishandeling, enz. Uit de gang van het kantoor van de fir ma Smits en Reynders aan de Houtmarkt is Zaterdag een rijwiel ontvreemd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 2