I
BINNENLAND.
BUITENLAND
Tweede Blad
6 November 1923
Uit de Pers.
Rond de Kabinetscrisis.
De Kabinetscrisis
m,m
m mm
Het roode testament.
m-M
De wereldvermaarde Sixtijnsche Kapel, ook in ons
land wel bekend
De a.s. herstelconferentie; een Kabinetsraad in Londen. Tusschen de
Fransche controle-commissie en de mijnbouw-directies in het Roergebied
zou een voorloopige overeenkomst gesloten zijn. De separatisten zijn
bezig zich uit de Belgische zone terug te trekken. Splitsing in de Noor-
sche communistische partij. Politieke moordaanslag te Sofia.
Onder de Telegrammen: De herstelconferentie; een nota van Poincaré.
Het zoogenaamde Bejersche ultimatum wordt tegengesproken; in
Berlijn acht men geen reden tot ongerustheid aanwezig. De protest
nota der Bulgaarsche regeering van de Zuid-Slavische.
FEUILLETON.
-j
Als in 1913?
Prol. H. T. Colenbrander schrijft in „De
Gids", dat dc oplossing der crisis niet ge
makkelijk zal vallen, wanneer men ze in
de Kamer en hare verdceling in vóór- en
tegenstemmers op 26 October 1923 alleen
zoekt. Maar 1913 'beeft geleerd, dat het
ook anders kan. Een anti-vlootwet-minis-
terie te vormen ware z. i. ,,'een even groote
dwaasheid als het Kabinet-Ruys er een
beging roet vlootwet-ministerie te worden.
Het moet nu zijn het ministerie van fi
nancieel hersel en niet anders.
„Er zullen, als dg begrooting eerlang
sluitend zal worden gemaakt, heel wat
'heilige huisjes van de sociaal-democratie
moeten vallen. Van de sociaal-democratie,
doch van haar niet alleen. Ook van de
bewapeningsfinantici, van onderwijsfantas-
ten, van subsidieplukkers zonder tal,
en. misschien noodigst van al, de bureau
helden, wier onaandoenlijkheid klachten als
die van de Rekenkamer en van de commis
sie-Rink bij voortduring mogelijk heeft
doen blijven, moeten onder hun zitvlak de
stoelen voelen gaan beven. Weg met de
neuzenbellerij, die zou willen decreteeren
of in verband met de stemming van 26 Oc
tober en met de debatten daarvóór een
kabinet-Troelstra dan wel Troelstra-Mar-
ohant, dan wel Dresselhuys-v. Schalk, dan
wel de combinatie dezer vier is „aange
wezen". Zoo komt men tot iets kunstmatigs
en gebrekkigs, dat geen jaar leven kan
hebben. Men zoeke niet de Kamer, maar
het laad af, als in 1913.
De heer De Geer? De positie van
iemand, dien zijne partij heeft uitgestooten,
zonder dat hij vrijheid vond tot een andere
over te gaan, is altijd hachelijk. Hij zal
minder vrij staan dan een outsider. Gaat
hij tegen zijn vroegere partij in, het zal
heeten, dat hij niet voldoende losgescheurd
is uit zijn vroeger verband. Om deze be
zwaren te boven te komen, zouden noodig
zijn groote lenigheid en groote durf, zich
vereenigend" in de groote gouvernementale
kracht. Aan de louterheid zijner overtui
ging twijfelt na Juli niemand, zijn inzicht
is bevestigend, maar is dit thans genoeg?
Een man van doorzettende kracht bleek
sinds zijn optreden in 1921 ook hij niet, en
aan zulk een man is behoefte. Tevens moet
het iemand zijn, die zioh te hoeden weet
voor de fout'van Colijn, en geen onvercenig.
bare opdrachten tegelijk aanvaardt. Strenge
beperking is de keus, en vasten wil in de
bevordering van bet doel; vertrouwen
ook, dat een dergelijk gedrag bet vertrou
wen, niet van deze of gene politieke onder
neming, maar van de Kamer boven club
verdeeldheid zal weten te winnen.
Het is gemakkelijk en eigenlijk wat goed
koop, de eischen zoo op te sommen.
antwoordelijker taak is het, den man t'e
kiezen die geacht mag worden er het best
aan te voldoen.
Moge de vinger, die de aanwijzing van
een extra-parlementair premier verricht,
even gelukig als in 1913 bestierd blijken."
„Het Volk" over katholieke
eenheid en coalitie.
Het orgaan der S ,D. A .P. teekent het
>1 gen de aan bij een opmerking in het
„Huisgezin".
„In dien „Het Huisgezin" onderstelt, dat
wij op een splitsing van de katholieke partij
•n twee partijen of op een splitsing der ka
tholieke Kamerfractie in feitelijk twee
fracties speculeeren, vergist het blad zich.
Wij zijn'daartoe te zeer realisten. Wij weten
zeer goed, welke krachten naar de organi
satorische eenheid der katholieke partijen
werken en zien den tijd volstrekt niet zeer
nabij, waarin die eenheid ontbonden zou
worden. Een dergelijke toekomst-fantasie
zonder feitelijken grondslag laten wij dan
ook in al onze beschouwingen over de ka
binetscrisis en haar meest gewenschte op
lossing geheel buiten beschouwing.
Met de coalitie is het wat anders. Die is
dood, was het zelfs al een tijd geleden, zoo
als Colijn o. a. bij de Gedeputeerden-ver
kiezingen dezen zomer geconstateerd heeft.
De coalitie is uitgeleefd. Zij kan misschien
nog weer eens opgelapt worden en een
tijdelijk schijnbestaan voeren, maar wat bij
de Vlootwet gebeurde, zal zich op ander
gebied telkens weer herhalen. Als regeer-
krachtig instrument heeft de coalitie afge
daan.
Het ware gewenscht, dat de katholieke
pers deze realiteit even duidelijk voor
oogen hield als wij onzerzijds de realiteit
der voorloopig nog gehandhaafde organisa
torische katholieke eenheid.
ONZE DEUR OP SLOT.
Uit de notities van de „Haagsche Post":
En een van dc meeste ergerlijke kanten der
bestrijding van de Vlootwet is nu geweest,
hoe men de militair-politieke noodzaak van
een weerbaar Indië trachtte te verdoezelen,
door quasie pacifistische lyriek. De katholie
ke mevrouw Bronsveld-Vitringa heeft koren
gebracht op den molen van hen, die het op
treden van vrouwen in de volksvertegen
woordiging vooralsnog eerder gevaarlijk ach
ten dan nuttig, wegens haar emotioneel tem
perament. •:E#? wet, die ingaat tegen het
ideaal van heel de wereld!" schold zij de
Vlootwet, en haar politieke tegenstanders
van liberalen huize haastten zich, die gulden
woorden af te drukken boven hun eigen,
eogal magere argumenteering. Natuurlijk
gaat elke militaire maatregel vlak tégen
's werelds idealen in, maar dat is het geval
met driekwart van alle wetten. Het zou ook
veel beter zijn, als wij geen diefstal, geen
moordzucht, geen dronkenschap behoefden
te bestrijden, indien we al verkeerden in
Camphuyzen's wonderbare wereld, waar „al
le menschen wél willen". Daar ontbreekt in-
tusschen nog wat aan. En wat de internatio
nale verhoudingen betreft, lijkt deze onvol
maakte wereld eiken nieuwen dag wat meer
op een anarchistischen heilstaat, waar de
sterkste boef het meest te zeggen heeft en
het meesf kan weghalen. In die omstandighe
den doen we onze deur op slot, als we ver
standig zijn. En eeren den Volkenbond, maar
vertrouwen pas op zijn hulp als hij liiet lar
ger gesaboteerd en krachteloos gemaakt
wordt door zijn valsche vrienden, die hem
hielpen oprichten, om hem te misbruiken
voor eigen zelfzuchtig doel.
Het blad ziet den toestand somber in:
„Mr. Troelstra schijnt hetgeen in 1918 niet
door dreigen met het Roode Spook gelukte,
thans langs lijnen van geleidelijkheid te wil
len verkrijgen. MisschienDe liberalen,
op wie een politiek fatum schijnt te rusten,
hebben het bestaande wel afgebroken, maar
geven er niets voor in de plaats. Wat men
van socialistische zijde te verwachten heeft,
blijkt uit enkele uitlatingen van mr. Troel
stra op de meeting van Maandagavond: „Wij
vechten ook tegen een defensie-systeem te
landDe Vlootwet is van de baan, maar
een groot deel van het volk had niet mmder
tegenzin in de ongewoon eenzijdige bezuini
ging, die er achter stond.
Ziedaar een voorproefje. Indien het roer
van Staat wordt omgeworpen, op weerloos
heid, communisme en een waardeloozen gul
den wordt aangestuurd, zal ons volk met zijn
geheel bedorven parlementaire stelsel eigen
lijk niets beters verdiend hebben. Maar een
nieuwe richting in te slaan, schijnt zelfs on
mogelijk: wie kan regeeren zonder meerder
heid? Men zou zeggen, dat de Kamer er naar
getracht heeft, den chaos, die buiten onze
grenzen heqrscht, over te brengen naar bin-
NATIONALE POLITIEK.
Mr. L. J. C. van Gorkom schrijft in het
„Huisgezin" een artikel: „Nationale Poli
tiek", waaraan het volgende is ontleend:
„Het is aan allen duidelijk, dat onze Ka
tholieke partij in zichzelve zal hebben te
keeren.
Wij zullen ons hebben af te vragen, waar
om dan toch, ja, waarom dan toch anti-revo-
lutionnairen en christelijk-historischen over
de vraagstukken der landsverdediging zoo
geheel anders denken dan een sterke groep
onder de onzen. Die vraag zal onder ons
openlijk en eerlijk moeten worden behan
deld.
In het vraagstuk van den persoonlijken
dienstplicht hebben wij in dit opzicht een
bedenkelijk antecedent.
Is het dan, omdat wij, Katholieken, ten
slotte een betere opvatting van het Christen
dom in dit opzicht zouden hebben dan anti-
revolutionnairen en christelijk-historischen?
Of zoude het kunnen zijn, omdat deze beide
bondgenooten tot heden dan ten slotte met
al de vezelen van hun hart nog dieper aan de
instinctieve idee van het Nederlandsche va
derland en van de Nederlandsche geschie
denis zouden verknocht zijn dan wij?
Tusschen dit alternatief ligt, dunkt ons, ten
slotte het antwoord.
Maar wij gelooven aan de noodzakelijke
evolutie van onze katholieke partij van het
goed begrip der godsdienstige, inwendig po
litieke maatschappelijke en cultureel-paeda-
gogische vraagstukken, dat zij getoond heeft,
tot het goed begrip der nationale en interna
tionale vraagstukken, dat zij nog toonen zal.
Er bestaat geen houdbaar alternatief: mili
tairisme of anti-militairisme. Een dergelijk
alternatief geeft slechts aanleiding tot jam
merlijke begripsverwarring en tot grehzeloo-
ze oppervlakkigheid in bewering en oordeel.
Er bestaat in dit opzicht slechts één alter
natief: wat is goede of wat is slechte staat
kunde? Welke machtsmiddelen heeft de
rechtsorde noodig, om zich te handhaven?
In de evolutie onzer Katholieke partij tot
de nationale en internationale politiek is
thans een omvangrijke crisis uitgebroken,
maar ook deze crisis zal zij te boven komen,
omddt de bron harer levenskrachten zoo
rijk is.
Moge God intusschen ons vaderland spa
ren voor de allerzwaarste beproeving, ter-
wille van de goede eigenschappen én van
den oprechten vredeswil van ons volk.
Maar wij zijn er van overtuigd, dat krach
tig vóór hun meening zullen moeten uitko
men degenen, die ten opzichte onzer na
tionale heteekenis onzer nationale onafhan
kelijkheid en onzer nationale toekomst zéér
„ouderwetsche" meeningen huldigen. Wij zijn
er van overtuigd, dat hunne denkbeelden,
eerlijk en na degelijke overweging en schif
ting geuit, spoediger tot in alle geledingen en
gelederen van ons katholieke volk zullen
kunnen worden verstaan en begrepen, naar
mate zij zuiverder en vrijer zullen worden
verkondigd.
Reeds trachten, blijkens de eerste pers
stemmen, de „intellectueele" liberalen de ge
legenheid voor zich vrij te maken, in de toe
komt de eer van ons Indië daadwerkelijk
te hebben weerbaar gesteld, naar zich toe
te kunnen halen. Weldra zullen zij ons gaan
verwijten, dat wij daartoe niet in staat zijn
geweest."
WAT TE BETREUREN VALT,
De „Gelderlander" schrijft o.m.:
„Wij betreuren het, dat een deel onzer
geestverwanten deze regeering, die waarach
tig geen militairistische neigingen had ver
toond, niet gesteund heeft bij haar pogen
om haar verantwoordelijkheid ten opzichte
van 's lands verdedigbaarheid te dekken en
wij verwerpen de mogelijkheid, dat ze an
ders kon gehandeld hebben.
Wat zij heef! •eer -
mogelijke.
Wat zij heeft verdedigd, kon, gezien de in
ternationale omstandigheden, niet worden
uitgesteld.
Waar zij haar bestaan aan gekoppeld heeft,
was het leven van een ministerie waard en
kon eenerzijds niet anders worden verkre
gen, anderzijds niet worden nagelaten zon
der schuld.
Ieder verantwoordelijk man legt zijn taak
neer, als hem de middelen worden gewei
gerd, welke hij, na diepe overtuiging, ter
dekking zijner verantwoordelijkheid noodig
acht.
Doch van den anderen kant verstaan wij
de meening, dat er een andere Vlootwet
mogelijk geweest zou zijn dan deze.
Dat het oogenblik van uitvoering der
bouwplannen voor een nieuwe vloot in ver
band met de bezuinigingsplannen ongunstig
was gekozen.
Dat de veiligheid dee lands verzekerd kon
worden zonder dat er eenzelfde schade werd
aangericht aan de innerlijke kracht der partij.
In elk geval staat vast, dat er, hoe zwaar
wij de tweespalt ook laten wegen, er in onze
partij geen principieel meeningsverschil be
staat.
Geen verschil omtrent de beginselen, die
grondslag vormen van dc partij.
Geen principieel zelfs omtrent het punt,
waaruit de crisis is ontstaan, geen verschil
omtrent het beginsel der defensie.
Er is niet één groep, die meent dat Neder
land niet en een andere, welke meent, dat
het wél verdedigd moet worden.
Beide groepen erkennen de noodzakelijk
heid der defensie.
Alleen is er omtrent den vorm der defen
sie een conflict uitgebroken."
Naar de „Tel." verneemt, doet in Den
Haag het hardnekkige gerucht de ronde, dat
in parlementaire kringen ernstig rekening
wordt gehouden met de mogelijkheid, dat
de vorming van het kabinet zal worden op
gedragen aan den voorzitter der Tweede
Kamer, mr. D. A. P. N. Kooien. Deze zou
voor zich dan de portefeuille van Financiën
reserveeren.
Hetgeen aan de juistheid van dit gerucht
sterk doet twijfelen, is de omstandigheid,
dat Mr. Koblen, tegen de Vlootwet gestemd
heeft. (Red.).
Hervatting der Kamerzittingen?
Naar de „Tel." verneemt, wordt er in par
lementaire kringen, vooral ter rechterzijde,
rekening mede gehouden, dat spoedig de
openbare zittingen der Tweede Kamer zullen
worden hervat.
Men verwacht een rechts kabinet. De heer
Colijn schijnt zich cr over te hebben uitgela
ten, dat het door hem ingenomen standpunt
van afzijdigheid in dien zin, dat hij zich,
evenals de andere ministers, individueel ver
bonden had aan het vlootplan niet persé
behoeft te worden gedeeld door zijn fractie
of partij.
R.-K. KAMERCLUB.
Naar „Dc Tijd" meldt, zal heden, Dins
dagmiddag, een vergadering worden gehou
den van de R. K. Kamerclub in verband met
de ministerieele crisis.
EEN PROGRAM VAN S. D. A. P. EN HET
N. V. V.
In verband met dc Vlootwet-verwerping
hebben de S. D. A. P. en het N. V. V. een
manifest gericht tot „het Nederlandsche
volk."
Daarin wordt naar „Het Volk" meldt, o.m.
het volgende gezegd:
Ook de moderne arbeidersbeweging weet,
dat naar een sluitende begrooting moet
worden gestreefd.
Geen staat kan blijvend meer uitgeven dan
hij ontvangt.
Het is echter de vraag, waarop en in
welk tempo de bezuiniging tot stand moet
komen.
Aan een bezuiniging op de uitgaven voor
cultureele en sociale doeleinden mag niet
worden gedacht, zoolang niet alle andere
middelen zijn uitgeput.
Wij meenen, dat onverwijld een bezuini
ging van tientallen millioenen op leger en
vloot mogelijk is;
dat opheffing van de geldverspillende ver
snippering op het gebied van het onderwi;
millioenen kan besparen zonder de cultureel,
waarde aan te tasten, zonder het zevende
leerjaar op te heffen en zonder nieuwer
onderwijsstrijd te ontketenen;
dat een stelselmatige reorganisatie van dc
departementen, diensten en bedrijven van
den Staat eveneens vele millioenen kan be
sparen.
Een regeering met een bezuinigingspro
gram als boven omschreven, zou, mits zij
daarnaast een krachtig program van demo-
cratischen vooruitgang van sociale politiek
tot het hare maakte, op den steun en de
medewerking der moderne arbeidersbewe-
ging kunnen rekenen.
Het manifest geeft dan verder een uitvoe
rig democratisch program, wat, naar gezegd
wordt, in de komende jaren verwezenlijkt
zou kunnen worden, „wanneer de burgerlijke
democraten, en*in de eerste plaats de katho-
lieke arbeidersbeweging met ons willen
medewerken."
De gelden voor productieve werken en
voor de maatregelen in het belang der volks
huisvesting kunnen uiteraard niet uit de ge
wone ontvangsten worden gedekt, doch moe
ten uit leeningsgeld worden verkregen, zegt
het manifest.
Tot besluit wordt o.a. verklaard, dat het
onmogelijk zal blijken, dat eenig bezuini
gingsprogram kan worden doorgevoerd, al
vorens de kiezers zich over het thans te vol
gen regeeringsbelcid hebben uitgesproken,
hetgeen Kamerontbinding onvermijdelijk zou
maken.
DE TWEEDE.
Na Dr. Emile Verviers, heeft Dr. van der
Mijle, te Heeze (N.-B.), voorzitter van den
Nationalen bond voor bezuiniging, een open
brief tot de Koningin gericht in verband met
de kabinetscrisis. Hij betoogt dat een zoo
genaamd parlementair kabinet geen uitkomst
zal geven en dat noodig is „een kabinet, ge
vormd uit bekwame, energieke en doortas
tende mannen, dat steun wil zoeken in het
gezond verstand en het verantwoordelijk
heidsgevoel van de individueele leden der
volksvertegenwoordiging, doch dat ander
zijds niet aarzelen zal om het parlement te
dwingen weer terug te gaan in de oude
banen van adviseerend lichaam, zoo onver
hoopt de volksvertegenwoordiging bezwa
ren in den weg zou willen leggen aan een
dergelijk extra-parlementair kabinet."
i»v
stap wordt alheen toegeschreven aan de
beperkingen die Poincaré stelt. De bladen
te Londen kunnen moeilijk begrijpen waar
om al deze 'gedachtenwisselingen over de
voorwaarden, die de commissie in acht
heeft te nemen noodig zijn. daar Poincaré
zelf heeft toegegeven dat de souvereimteit
van de commissie van herstel onder wier
auspiciën de commissie zal bijeenkomen en
wier intructies gebaseerd zijn op de op
vatting van de commissie van 'herstel in
zake het verdrag van Versailles, niet mag
worden aangetast.
Men doet uitkomen, dat of de beperkin
gen die Poincaré wil opleggen geen zin
hebben of hij inderdaad bezig is met het
verminderen van de rechten v,an de
missie, die hij gewoonlijk zoo zorgvuldig
tracht hoog te houden.
Groote waardeering wordt te Londen be
toond voor de bevorderende en behulpza
me houding door België aan den dag ge-
legd.
Ue Daily Telegraph wenscht Theunis en
Jaspar geluk dat zij terstond een gedrags
lijn hebben aanvaard die onafhankelijk en
verzoeningsgezind is voor hiet algemeen
welzijn zonder in het minst daarbij de al-
jemeene harmonie tusschen Frankrijk en
elgië te willen verstoren. Zij zijn zich be
au van de groote hoop voor het econo-
-che herstel van Europa, die Schuilt in
samenwerking van Amerika met de des-
.igen der bondgenooten. Dientengevolge
,,u zoowel België en Italië als Engeland
an oordeel dat zulk een medewerking
aoote opofferingen waard zou zijn en een
terzijdestelling van bezwaren die voor het
meerendieel technisch en, formeel zijn, zou
rechtvaardigen.
Dc Amerikaansche bankiers
schijnen inmiddels al hun plannen klaar te
hebben.
Naar van gezaghebbende zijde uit New-
York wordt medegedeeld, verwachten de
Amierikaansche bankiers dat zij zullen ge
roepen worden om een Duitsche leening ie
plaatsen bij het einde van de voorgestelde
conferentie van deskundigen.
Zij leggen er echter den nadruk op, dat
zij voldoende waarborgen zouden eischen,
in den vorm van een pandrechtprioriteit op
de Duitsche activa, met de zekerheid dat
zulk een leening plaats heeft op eenstem
mig verzoek van en ten behoeve van alle
geallieerden,
De bankiers te New York verwachten
niet, dat Frankrijk zulke voorwaarden zal
goedkeuren.
Uit het bezette gebied
komen nieuwe berichten van heteekenis,
Tusschen de Fransche controle-commissie
en dc mijnbouw-direoties in het Roerge
bied is volgens de Deutsche Bergwerks Ztg.
een voorloopige overeenkomst getroffen,
die tot 15 April 1924 zal gelden. Volgens
deze overeenkomst zal de controle-commis
sie de achterstallige bedragen, die de mij
nen aan kolen-belasting te betalen hebben,
meer dan 15 millioen dollar zijn; in minde
ring komt echter de waarde der steenkool,
die de Franschen op afbetaling der be
lasting in beslag hebben genomen.
In het vervolg zal van den verkoop van
steenkool 10 frank per ion worden gehe
ven. Het belastingvrije eigen gebruik der
mijnen is op 12 pCt. van de productie be
paald. Voorts zullen de mijnen naar rato
van hun productie kosteloos schadevergoe
dingskolen moeten leveren naar het pro
gram van de commissie van 'herstel. Tot
18 Januari is de te leveren hoeveelheid op
18 pet. van de productie vastgesteld. Van
de teerproductie moet 10 pet. worden ge
leverd. De controle-commissie zal de prij
zen vaststellen van de aan de spoorweg
regie te leveren kolen, mkt dien verstande,
dat de prijzen der Saar-kolen als richtsnoer
zullen dienen.
I
bijzender ten opzichte van het voorbehoud,
dat Poincaré gemaakt heeft voor de be
voegdheid der commissie.
Engeland, België en Italië zijn het eens
over de radactie van de ontworpen uitnoo-
diging, die, naar bekend is, met de wenschen
der Vereenigde Staten overeenkomt en het
talmen met het nemen van den volgenden
DE A.S. CONFERENTIE,
Uit Londen wordt gemeld, dat het En gel-
sche kabinet en de Rijksconferentie in het
begin van deze week zullen beraadslagen
over de kwestie die betrekking heeft op het
voorstel tot liet instellen van een onderzoek
naar Duischland's betaalvemogen in het
De mijnen verplichten zich aan de bezet
tingstroepen tegen requisitiebons kolen te
leveren.
De leveringen voor de schadevergoeding,
aan de spoorwegregic en de bezetting zul
len den voorrang hebben boven alle andere
leveringen.
Gisterenochtend hebben tal van groote
ondernemingen een deel van hun personeel
opgezegd, daar dc onderhandelingen met
de Fransche commissie lot dusn - vruchte
loos zijn gebleven cn er voorshVnds ook
weinig kans is op een overeenkomst. Deze
mislukking der besprekingen stelt vele be
drijven buiten staat zich grondstoffen aan
te schaffen en geld voor de uitbetaling van
bonen te vinden.
In dc ondernemingen van Thyssen te
Mulheim is aangeplakt dat met ingang van
10 November (Zaterdag a.s.) het geheelc
personeel, tezamen een 30,000 man, gedaan
krijgt,
In het district Dusseldorf hebben ook
vele ondernemingen hun personeel opge.
zegd.
De ministers Theunis en Jaspars hebben
gisteren Delacrox, den Belgischen gedele
geerde in de Commissie van Herstel en
Hanequart, het hoofd van de Belgische de
legatie in het Roergebied, ontvangen. Uit
de besprekingen bleek, dat de industrieele
missie in de Roer zich in het bijzonder
heeft beziggehouden met het in orde bren
gen van overeenkomsten met Stinnes. Er is
in het bijzonder van gedachten gewisseld
over de kwestie van de kwaliteit der ver-
goedings-steenkool, over dc wijze, waarop
er in de Roer controle geoefend kan wor
den op de productie en verdeeling der
kolen. Franschen en Belgen zoowel als de
Duitschers verwachten dat Woensdag of op
zijn laatst Donderdag de verschillend^ con
tracten geteekend zullen worden.
De separatistische beweging
in het Rijnland
schijnt vast te loopen. De voorloopige sepa-
ratistische regccring te Koblenz heeft aan
den hoogen Belgischen commissaris een
brief gezonden, waarin zij protesteert tegen
de gedwongen ontruiming van Aken. Zij
deelt voorts mede, dat Aken was omsingeld
door 400 man separatistische troepen,' waar
van de helft de stad was hjnnengedrongen,
toen het Belgische bevel tot ontruiming
kwam.
Dan nam hij een papier er uit, vouwde
liet open en gaf het aan 'het meisje, terwijl
hij zeide: „Juffrouw, hier is de rekening
van mijn bezoeken tot nu toe. Wilt u ze
eens nazien. Ik ben niet gewoon mijn reke
ningen te laten oploopen. Iedereen bevindt
zich er wel bij. Ik heb een zeer matigen
prijs voor mijn bezoeken bepaald. Dat zult
ge wel zien."
Martha's keel was droog geworden".
Met bevende hand nam zij de rekening
aan en wilde spreken, doch het was haar
onmogelijk een enkel woord uit te brengen.
Haar Uppen bewogen zich, doch geen klank
liet zich booren.
„Er is geen haast bij," ging de genees-
3eer voort. „Gij kunt ze straks wel inzien
of alles juist is. Tot morgen dan.... I'k zal
probeeren vroeger te komen dan nu."
De geneesheer groette het meisje en ver
wijderde zich. Terwijl hij de trap afging,
lacht hij:
„Lureau moet toch gelijk hebben. De
arme vrouwen schijnen door haar geld heen
te zijn. Ze zijn te beklagen, maar ik kan
toch niet voor niets werken, vooral niet
voor vreemdelingen.
De baas van de Martin-Pêcheur loerde
het vertrek van den geneesheer af.
„Zoo, dokter, gaat het daarboven wat
beter?" vroeg hij den geneesheer, dien hij,
toen deze de deur wilde uitgaan, terughield.
„Ja, er is merkbare beterschap en ik ge
loof, dat genezing mogelijk, en zelfs waar
schijnlijk is."
„Dat is goed nieuws! Ik stel belang in die
twee vrouwenHebt ge mijn raad van
gisteren opgevolgd?"
„Ja.... ja.... ik heb mijn rekening ge
geven en ik meen gezien te hebben, dat
uw voorspelling juist was."
„Ze zijn dus ten einde raad, nietwaar?"
„Men zou het welhaast zeggen."
„Een mensch mag of kan niet werken
voor niets.... leder 't zijne, dat zeg ik....
Alles is nu duur.... De bakker en de sla
ger willen nu ook wel met iets anders be
taald worden, dan met mooie woorden....
Dring morgen op betaling aan en laat de
rekening vooral niet oploopen."
„Wees gerustl.... Dank u!"
De geneesheer drukte den herbergier de
hand eél vertrok in de richting van de brug
van Joigny.
Na het vertrek van dokter Gerbaut was
Martha blijven staan, als vastgenageld aan
den grond met starende oogen, beklemde
borst en duizelend hoofd.
Eindelijk ontwaakte zij uit hare verdoo- hem bidden en smeeken. Als een geneesheer
ving en eenige woorden ontsnapten aan een edel man is, mag hij zijn zieken niet
haar mond. I verlaten om zulk een ellendige kwestie van
„Ik vreesde het,' stamelde zij. „Zijn reke- loonMaar als hij eens meedoogenloos
ning.... cn morgen zal hij geld vragenj is?als hij eens weigert? Als hij niet
morgen, mijn Godmorgenterug komt?Wat moet ik dan doen?..,.
Zij vouwde het noodlottig papier open en Maar kom.... geen'moed verliezen!.... Ik
haar blik zocht naar de totale som, die zij heb mijn juweelen en die van mijn moeder
aan den geneesheer verschuldigd was. al in den „Berg van Barmhartigheid" gezet,
Dit bedrag deed haar een huivering door ....maar ik heb de pandbriefjes nog....
die kan ik verkoopen.Als ik Jnze kof-
het lichaam gaan.
Twee en twintig bezoeken, elk van drie
francs!
En toch had de dokter niet gelogen, toen
hij zeide, dat de prijs, die hii voor elk be-
zoek had gerekend, zeer matig was.
Hij had wel vijf franc* per visite kunnen
rekenen,
Martha viel op een stoel neer en verborg
haar hoofd in haar handen.
„Zes en zestig francsA.." stamelde zij
droevig. „Wat moet ik doen? Als ik niet
betaal, komt hij niet meer terug.dan zal j
hij mijn arme moeder verlaten, die zijn hulp j
niet kan missen.... Wat hebben wij toch
gedaan, dat we zoo ongelukkig zijn."
Het meisje verdiepte' zich eenige oogen-
blikken in haar droevige gedachten en ging
voort;
fers hier had, zou ik op kleeren en linnen
wel geld kunnen krijgen, maar ze zijn van
Génève naar Parijs gestuurd!.,.. We heb
ben hier niets!.... En die bankier ant
woordt niet, hij laat ons van honger ster
ven."
Terwijl ze zoo sprak, had Martha uit een
kast de pandbriefjes genomen. Zij vouwde
ze op, stak ze bij zich, nam het recept van
den dokter, zette haar hoed op en ging haar
de kamer van haar moeder.
„Ga je Uit, kind?" vroeg de zieke.
„Ja, moeder, maar ik blijf niet lang weg."
„Waar moet je heen?"
„Naar den apotheker, Hebt ge nog iets
noodig, voor ik uitga."
„Ik heb dorst, ik zou wel willen drinken."
Martha gaf haar moeder een kopje met
„En ik heb hem van onze armoede/ niets «en verkoelenden drank, verliet de kamer
gezegd. Hij had misschien mijn vrees en en sloot de deur achter zich.
wanhoop begrepen en zou medelijden met j Sedert den morgen had het meisje niets
ons hebben gehad. gegeten. Zij kon zich ternauwernood staaro
Morgen zal ik 't hem zeggen.... ik zal I de houden. Haar beenen T*"kelden bij el-
ken stap, en verschrikkelijke maagkrampen
deden haar het kille zweet uitbreken.
„Ik heb honger".... mompelde zij. „Ik
word flauwmaar toch moet ik me sterk
houden om moeder te kunnen verzorgen..."
Martha trad een bakkerswinkel binnen,
kocht een hrodSje, haalde bij een kruidenier
een stuk chocolade, en terwijl ze de stad
in ging, at ze dat armzalige voedsel, dat
haar honger voor een oogenblik moest stil
len.
Bij het bureau van den „Berg van Barm
hartigheid" had zij den winkel opgemerkt
van een juwelier of liever van een opkoo-
per van oude juweelen, oud goud enz. Op
een kaart in de uitstalkast stond:
„Hier haalt men panden uit den „Berg"
en koopt men pandbriefjes.
Naar dien winkel begaf zich hei arme
meisje.
Op haar weg daarheen bevond zich de
apotheek, waar zij gewoonlijk de genees
middelen voor haar moeder Het gereedma
ken.
Ze trad den winkel binnen en overhan
digde het recept aan den apotheker.
Deze keek het in.
„In hoeveel tijd is bet klaar, mijnheer,"
roeg ze.
„Binnen drie kwartier, juffrouw."
„Zóüdt u me kunnen zeggen, hoeveel het
kost."
„Zeker."
Bij de inmiddels geleverde gevechten had«<
den de separatisten i doode en 4 gewonden,
hun tegenstanders 2 dooden en 4 gewonden.
De separatisten hadden verder 70 gevange
nen gemaakt. Na de ontruiming van Aken
zijn ze naar Koblentz getrokken, waar ze
naar de omliggende dorpen zijn gedirigeerd.;
De Fransche gezant te Brussel heeft aan!
minister Jaspar een dokument overhandigd
betreffende de te Aken door de Belgische,
overheid aangenomen houding.
De Rijnlandsche regeering heeft aan Rolia
Jacquemins, den Belgischen hoogen commis
saris een protest doen toekomen, waarin zij
zegt, dat de Belgische gedelegeerde te Aken.j
na den aanval op en dc overnteestering van
het raadhuis te Aken en nadat Deckers en
Matthes de stad verlaten hadden en naar1
Koblentz waren gegaan, de stad onder de
bevelen van een commissaris achterlatend,
het onverwachte bevel gegeven had alle door
separatisten bgzette gebouwen te ontrui
men. Ondanks alle moeilijkheden, die dit
Belgische bevel meebracht, is het uitgevoerd,
de Rijnlandsche troepen trokken zich terug.
Te Koblentz aangekomen werden zij over
de naburige dorpen verdeeld.
Minister Jaspar heeft aan den Franschen
gezant medegedeeld, dat de Belgische re
geering de door Rolin Jacquemins, den Bel
gischen hoogen commissaris, ten opzichte
van de troebelen te Aken aangenomen hou
ding had aanvaard. Jacquemins, zeide Jaspar,
heeft slechts ingegrepen om een eind te
maken aan de plunderingen en de veiligheid
te verzekeren. Overigens blijft België strikte
onzijdigheid betrachten.
Matthes heeft de volgende verklaringen
afgelegd in zake de gebeurtenissen te Aken:
Wij doen een beroep op Frankrijk, dat zich
steeds aan de zijde van de onderdrukte vol
ken geschaard en voor de onafhankelijkheid
der kleine volken gestreden heeft. Ziet men
dan niet, dat in Frankrijk de bedrijvigste
helpers van Pruisen gevonden worden onder
de communisten, die vreezen, dat een repu
bliek Rijnland een steun voor de orde in
Europa zal zijn en een barrière te meer tegen
de naar het Westen gaande vloedgolf van
het bolsjewisme?
Naar de gisterenochtend ontvangen berich
ten te oordeelen zijn de separatisten bezig
zich uit de Belgische zone terug te trekken,
zulks in verband met een verordening der
Belgische bezettingsoverheid, welke de vor
ming van gewapende benden verbiedt.
De aftocht der separatisten, die voor 't
meerendeel naar de Fransche zone trekken,
is tot dusver zonder incidenten gegaan. Duis
burg, Krefeld en tal van andere plaatsen zijn
vanochtend ontruimd.
Uit Kristiana wordt melding gemaakt van
een
Splitsing in de Noorsche com
munistische partij.
Het congres der Noorsche communistische
partij heeft n.m. met 169 tegen 103 stemmen
het ultimatum van het uitvoerend comité der
derde Internationale verworpen. Dit ultima
tum behelsde den eisch, dat het congres zich
bereid zou verklaren de besluiten van het
uitvoerend comité uit te voeren.
Na de verwerping deelde Nörnle, de ver
tegenwoordiger van Moskou, mede dat het
uitvoerend comité de meerderheid der Noor
sche partij van het lidmaatschap der derde
Internationale vervallen acht. Daarop ver
liet de minderheid de zaal, ten einde een
afzonderlijke partij te vormen.
Omtrent den
politieken moordaanslag
Sofia
meldt Belga het volgende:
Drie onbekenden vervoegden zich Zondag
aan de woning van kolonel Krastits, Zuid-
Slavisch militair attaché, en zeide een brief
aan den attaché te willen overhandigen. De
oppasser, die dc personen niet vertrouwde,
en ze niet binnen wilde laten, werd met een
dolk gestoken. Toen de kolonel daarop zelf
aankwam, gingen twee der personen op de
vlucht. De derde loste revolverschoten die
echter den kolonel niet troffen. Toen de ko
lonel ziji aanrander wilde vatten, wist deze
hem met een scherp voorwerp een ernstige
wonde toe te brengen en te ontvluchten.
Er zijn strenge maatregelen genomen om
de schuldigen te ontdekken. De minister van
binnenlandsche zaken heeft aan de pers me
degedeeld, dat de daders personen moeten
zijn, die moeilijkheden tusschen Bulgarije en
Zuid-Slavië willen uitlokken.
Dc ministerraad te Bergrado heeft verga
derd onder voorzitterschap van den koning
en heeft besloten naar aanleiding van het
voorval te Sofia een nota te richten tot de
Bulgaarsche regeering, waarin in krachtige
termen volledige voldoening geëischt wordt.
Volgens de bladen zal deze stap ondersteund
worden door de vertegenwoordigers van de
kleine Entente te Sofia.
Uit Athene komen wederom berichten
over neigingen om van
Griekenland een republiek
te maken.
V olgens de bladen heeft de partij van da
Republikeinsche unie aan de regeering me
degedeeld, dat zij de instelling van de repu
bliek beoogt, maar door middel van een
volksstemming.
De krijgsraad te Saloniki heeft twee ma
joors en een kapitein ter dood veroordeeld,
drie majoors en een kapitein tot levenslange
opsluiting, twintig andere officieren tot tijde,
lijke opsluiting. Elf lagere officieren zijn vrij.
gesproken.
Volgens berichten uit Athene wordt i®
een door dc opperbevelhebbers van leger en
vloot op de muren van Athene aangeplakte
proclamatie gezegd, dat de koninklijke fami
ne betrokken geweest is bij den jongsten op
stand en dat een volksstemming ten spoedig
ste noodig is over dc vraag of Griekenland
een monarchie zal blijven of een republiek
zal worden. Er wordt op aangedrongen, dat
tot afloop van die volksstemming de troo®
vacant verklaard zal worden.
De apotheker nam een potlood en maakta
de rekening op.
„Zes francs, vijf en twintig centimes,"
zeide hij.
„Dank u, mijnheer.... Over drie kwar
tier kom ik terug."
„Dan zijn de pillen en het fleschje ge
reed."
Martha verliet de apotheek.
„Zes francs, vijf en twintig," sprak ze bij
zich zelf, „en morgen zes en zestig francs
voor den dokter.... meer dan twee en
zeventig francs en wat klein geld. Nu moet
ik het doen!"
Zij ging de straat over en sloeg een zij
straat in, om naar het Mariaplein te gaan,
waar de juwelier woonde.
Voorbij een kerk komend, trad ze binnen*
en stortte het vurigste gebed, dat ooit ee®
door smart gebroken ziel had kunnen stor
ten.
Toen zij opstond, had een plotselinge ver
andering in haar plaats gegrepen.
Haar gelaat was zoo bleek en ontsteld
niet meer.
De bittere plooi om haar lippen was ver
dwenen. Zij begaf zich regelrecht naar den
juwelierswinkel.
De koopman was alleen en zat met een
vergrootglas een horloge na te zien, waar
van hij het werk repareerde.
Toen hij het meisje zag, legde hij het ver
grootglas en het horloge op de toonbank,
stond van zijn stoel op en groette, terwijf