ELCK wat wils 17 1932 Berde Blad LANDBOUW EN MSSCHEKIJ, mmi EN KENNIS. TREKJES 321. DE KAMER VAN KOOPHANDEL TE HAARLEM. DE EEMHEIDSFRONTERS. De kwestie van het eenheidsfront tusschen ociaal-democraten en communisten of lie ver tusschen de socialistische en com munistische vak-internationalen» tusschen Amsterdam en Moskou dus, is aan de c; de gesteld en zij hliift aan de orde, ondanks alles. Zondagmorgen is er door de Federatie Rotterdam van de»S.D.A.P. een vergadering gehouden met Fimmen als spreker en wie de geschiedenis zoo'n beetje gevolgd heeft Zal begrijpen in welken trant deze rede is uitgesproten. femsien wil ondanks alle moeilijk heden een eenheidsfront met de com munisten. Volgens de verslageneindigde hij met onderstaande peroratie „Er zijn moeilijkheden. Maar met ver wijten lossen wij die niet op. In Duitsch- land kon men gezamenlijk optreden. Als men zegt :.in Saksen hebben de commu nisten, die met de soc. dem. in de regeering zaten, gemeene streken uitgehaald, dan moet men toch bedenken, dat de burger lijke regeerders minstens steeds hetzelfde deden. Wij moeten tot een eerlijke samenwerking trachten te komen." En even verder ,JDat we in een gevaarlijke positie zijn, dat alles verloren dreigt te gaan, voelen we allemaal. Maar niemand geeft een ander middel er aan te ontkomen. Nog is het niet te laat. Als wij, leiders- en massa, bewust worden van onze taak, kunnen wij de arbeidersklasse nog voor ondergang behoeden." Fimmens rede is niet zonder tegenspraak gebleven en Frank v. d. Goes heeft onder groot rumoer alvast gewezen op de onbe trouwbaarheid van de communisten. We behoeven dus nog niet te denken, dat vandaag of morgen het eenheidsfront er Zijn zal zeker niet in ons land. Maar wettigt dat nu, zoo vraag ik mij voor de zooveelste maal af, dat we hier maar met de slaapmuts over de ooren blijven loopen Alles wat we hooien en zien wijst er op, dat we steeds verder terugtrekken op het liberale frontdat men allerwege om maat regelen schreeuwt waarbij de arbeiders en de arbeidersbeweging zeer nauw betrokken is, Zonder met hen of haar in overleg te treden. Het is mogelijk, dat men in veel gevallen zonder direct groot nadeel dat machtsstand punt kan innemen, maar is het daarom goed en in overeenstemming met onze Christe lijke beginselen? In Duitschland worden millioenen ar beiders tot wanhoop gebrachteensdeels door optreden van buitenaf, maar daarnaast moet worden erkend dat het volk, terwijl het in bitteren nood verkeerde, door gewe- tenlooze kapitalisten nog verder in de ver drukking is gebracht. Het teekent in gunstigen zin den Duit- schen arbeider, dat hij niet reeds lang tot radeloosheid is vervallen, maar gaat men zóó door dan is dat toch op den duur niet te weerhouden. En dat is dan tevens de dag van het een heidsfront. Men kan er zwaar aan tillen en er heel geen acte van nemen, maar het blijft een zaak voor Europa's welzijn van de grootste beteekenis als men het huidig gebeuren niet •onderschat. Bij gezonde verhoudingen is een eenheids front tusschen de beide vakinternationale een absolute onmogelijkheid, daarvoor is de geheele opzet en taktiek van de commu nisten te krankzinnig, maar wanneer men de menschen tot wanhoop drijft dan jaagt men ze in den afgrond van. het communisme waar bij de laatste sporen van welvaart en orde gelijktijdig zullen verdwenen zijn. Daartegen helpt geen fascisme of dicta torschap van wie ook. Het is moeilijk aan te nemen dat men daar over nog van meening kan verschillen en daarom is het zoo onbegrijpelijk, dat we hier in Nederland maar precies doen of we met dat alles niets te maken hebben. Ook al erkennen we den nijpenden nood die er in de gezinnen van zoo ontelbaar veel werkloozen heerscht dan nog mogen we ge rust zeggen dat we Goddank tot heden in gunstiger omstandigheden verkeerden dan in Duitschland het geval is. Bij ons is de tijd er nog om gezondere ver houdingen te maken. Wij hebben het nog in onze macht om een op Christelijke grond slagen berustenden toestand te scheppen als ,ve maar Killen; Ik kan het met den besten wil ter wereld niet inzien waarom of de maatregelen die cr noodwendig genomen moeten worden nu niet in overleg met de arbeiders en hun or ganisaties kunnen getroffen worden. Door niemand laat ik mij wijsmaken dat men in gemeenschappelijk overleg niet tot een gunstig resultaat zou komen. Dat lijkt mij zonder meer uitgesloten en voor een eerlijke vooral eerlijke proef volkomen is mislukt zal ik zooiets dan ook niet geloo- ven. En toch kan tn.i., alleen door een derge lijke samenwerking worden gezorgd, dat we hier voor communistische avonturen be veiligd blijven. Men zal opwerpen, dat men den arbeiders dan ook eenige ntetfezeggingschap zal moeten toekennen, wat ik geef dat toe tot den aard van breed overleg behoort maar mede zeggingschap in bepaalde gevallen is toch dunkt me voor de meest conservatieve werkgevers nog verre te verkiezen boven anarchie. En medezcggingschap beteekent toch ook nog niet en kan nooit beteckenen „zegging schap." Alles bijeen meen ik nogmaals te mogen opmerken, dat als wij in dezen tijd geen kans zien om onze Christelijke opvatting op sociaal-economisch terrein ingang te doen vinden, we groote kans beloopen dat wij tot schade van allen er piet zoo spoedig meer aan te pas zullen komen. Dan kunnen we op vergadering en in schrifturen .babbelen wer onze mooie be ginselen maar we zullen bij velen het ver trouwen daarin zeer verzwakt hebben. Tegenover het eenheidsfront van Fim men moeten wij, een andër, hechter front maken. Dat van Fimmen is het front der wanhoop, dat van ons moet het zijn van het verstand. Ook al was er geen gevaar, dan nog zou den we gehouden zijn om te streven naar goede regelingen en goede verhoudingen nu aan alle kanten gevaar dreigt is het na laten van onzen plicht bovendien nog groote kortzichtigheid. A. J. L. BUITEN HAAR BEVOEGDHEID, De heer „J. v. B." citeert in „De Neder- landsche Mercuur," het ministerieel schrij ven door het R. K. Vakbureau ontvangen, naar aanleiding van de bemoeiing der Kamer van Koophandel te Delft met de sociale politiek. De schrijver zegt naar aanleiding daarvan het volgende Wie mijn beschouwingen over dit onder werp in dit tijdschrift heeft gelezen, zal ver moedelijk na kennisneming van voren staand ministerieel schrijven geneigd zijn te zeggen, dat daarmee de hangende kwestie is opgelost in een voor de Kamer van Koop handel gunstigenzin. Toch is dit geenszins het geval. En waarom niet Bij de beantwoording van het hem toe gezonden request van het R. K. Vakbureau heeft blijkbaar de Minister zich alleen en uit sluitend laten leiden door de vraag, of het gewraakte optreden der Kamer van Koop handel te Delft valt buiten de grenzen der bevoegdheid, welke door de wet in 't alge meen aan de Kamers zijn toegekend. Daarom ook zegt de Minister in zijn schrij ven, dat naar zijn meening bedoelde Kamer de haar „bij de wet gestelde" be- voegdheidsgrenzen niet is te buiten gegaan. En daarbij stond den bewindsman natuur lijk voor oogen artikel 12 der wet op de Ka mers van Koophandel en Fabrieken, lui dende „De Kamers zijn bevoegd, ook uit eigen beweging adviezen of inlichtingen over aangelegenheden van handel en nijverheid te geven aan het algemeen bestuur, alsmede aan de provinciale en gemeentebesturen, welker gebied geheel of ten deele met liet hare sa menvalt." Welnu, in 't licht van deze bepaling, ach ten ook wij de Kamers van Koophandel wet telijk bevoegd te doen, hetgeen de Kamer voor Delft en Omstreken gedaan heeft. Dit hebben we trouwens reeds in ons eer ste stuk niet onduidelijk te verstaan gegeven. Onze criliek op de gestie van sommige Ka mers had dan ook geenszins ten doel het fei telijk bestaan te .betwisten der wettelijke be voegdheid, om aan openbare bestuurslicha men advies uit te brengen over loon- en an dere arbeidsaangelegenheden. Wat wij beóogden en ook nadrukkelijk als zoodamg uitspraken, was enkel en al leen, te v/ijzen op de practische bezwaren, welke een al te ruim en daardoor eenzijdig gebruik dier wettelijke bevoegdheid aan kleven. En daarom constateeren we hier met na druk, dat het antwoord van den Minister aan het R. K. Vakbureau, ons gauscne des betreffende critisch betoog onaangevochten laat. En dat wij alles, wat de Minister ter zake meedeelt* volkomen kunnen onderschrijven, zonder ook maar een stukje van onze argu mentatie prijs te geven. Voer het R. K. Vakbureau en voor de ar beidersbeweging in 't algemeen, ligt dan ook. in het betreffende mints'ci eele schrijven niet de minste reden, om haar actie tegen inmen ging door de Kamers van Koophandel in arbeidsaangelegenheden te staken. Integendeel rullen de arbeiders daarin vermoedelijk aanleiding vinden, om tegen zoodanige (wettelijk geoorloofde) inmen ging nog krachtiger te arceren dan voorheen. In welke richting de actie dei georgani seerde arbeiders thans, d.i. na ontvangst van meergenoemd ministerieel schrijven, zich zal bewegen gaan, kunnen we uiteraard niet Zeggen. Intusschen staat voor ons vast, dat men zich daar niet gander meer bij het schrijven zal neerleggen. PUBLIEKRECHTELIJKE LANDBOUWOR GANISATIE, Bij de behandeling van de Staatsbegroo- ting 1923 is door den heer Weitkamp de vraag naar voren gebracht of wij in Neder land, met het oog op de zware tijden die voor den landbouw te verwachten zijn, niet beter zouden doen de organisatie van den landbouw op andere leest te schoeien. Hij haalde hierbij aan als voorbeeld De Duit- sche Landwirtschaftskammen. De heer Ir, S. L. Louwes is naar Duitsch- land geweest en heeft daar deze „publiek rechtelijke" landbouw organisaties bestu deerd waarna hij voor het Kon. Ned. Land- bouwcomité zijn bevindingen en zienswijze in een prae-advies heeft verwerkt Wat hij daari n neerlegde en voor zoover noodig mondeling aanvulde vonctek in het Officieel Orgaan van de Alg. Ned. Zuivelbond waar aan het onderstaande is ontleend: De heer Louwes komt dan tot de con clusie dat er moet komen Semi-publiekrech- telijke organisatie's gebouwd op de reeds bestaande landbouworganisatie's die dan provinciaal zouden werken met een klein Centraal Bestuur voor het geheele land daarboven Het zal ongetwijfeld een belangrijke be spreking zijn geweest en door een tiental personen werd met den heer Louwes van gedachten gewisseld. Er zijn nog heel wat punten waaromtrent nog wel een en ander te vragen zou zijn maar ik meen goed te doen weer te geven wat ik in dat orgaan daaromtrent vond: „Na de mondelinge toelichting van ijet prae-advies werd door een tiental personen mi t den heer Louwes van gedachten gewis- si ld over het door hem ontwikkelde sy steem van landbouwvertegenwoordiging. Geen dezer debaters ging met dit systeem r.cccord. De voornaamste argumenten wel ke hierbij tegen de publiekrechtelijke ;and- bouworganisatics werden gehoord, zijn als volgt samen te vatten: Het dienen van het landbouwbelang is het dienen van het gemeenschapsbelang; d.iarom heeft de regeering zich het landbouwbelang aan te trekken en door samenwerking tus schen regeering en landbouw kan er veel goeds tot stand komen. Gaat men nu ech ter de landbouworganisaties tot publiek rechtelijke organen maken, dan is de kans groot, dat hierin de politieke strijd zijn in trede doet. Een ander bezwaar is dat de arbeiders niet uit de landbouwkamers zui len kunnen worden geweerd. Ook zal de Be hartiging van den tuinbouw in dezen opzet moeilijk vallen. Door de instelling van land bouwkamers waardoor eigenlijk samensmel ting der regeeringsbemoeiïng met landbouw en - het organisatiewezen plaats vindt, ZOu de kans groot zijn dat .de Directie van den Landbouw werd afgeschaft. Dit zou zeer te betreuren zijn. Eene organisatie van boven af, zooals deze landbouwkamers toch fei telijk zijn, werd lang zoo doeltreffend niet geacht, als een vrije organisatie uit den boezem van den landbouw, zooals de tegen woordige landbouworganisaties zijn. Verder werd als bezwaar genoemd, dat de weg, waarlangs de boeren hun meening aan de regeering kenbaar kunnen maken, door deze landbouwkamers nog langer aou worden gemaakt. Deze weg wordt door de boeren tóch al als lang genoeg gevoeld. Ook werd er op gewezen, dat door den inleider de taak der vrije organisaties werd onderschat, gevraagd werd welke plaats de inleider o.a. aan de zuivelorganisatie in zijn systeem had toegedacht. Inplaats van een stap vooruit werd het door den heer Louwes ontwikkelde systeem een grooten stap achteruit geacht. Ook van de zijde der regeering werd de meening over deze publiekrechtelijke land bouworganisatie gehoord. De directeur-ge neraal van den landbouw achtte het noodig, dat er aan de zijde van den Staat en aan de zijde van de landbouwers een orgaan is. Er moet naar beide kanten gewerkt worden, met een van beide organen komt men er niet. In zijn antwoord lowam de heer Louwes op de verschillende punten terug. In land bouwzaken kunnen naar zijn meening de politieke meeningen best naast elkaar staan; de landbouwbelangen zullen het toch winnen van d« politieke. Waarom de arbei ders in de landbouwkamers zouden moeten worden opgenomen begrijpt spr. niet. De be langen van de landbouwers en de arbeiders raken elkaar alleen wanneer het loonkwes- ties betreft en deze worden niet door de landbouwkamers behandel^." Vooral interessant is dc meening van den inleider dat in zoo n „Iandbouwkamer" de arbeiders maar uitgeschakeld moeten wor den op grond dat ze geen andere belangen hebben dan in loonkwesties. Minister van IJselstein dacht daar in den tijd al anders over, maar het getuigd ook niet van een open oog voor de' werkelijk heid, wanneer men zooiets maar botweg af wijst. Arbeiders blijken rare menschen te zijn; als het al zbover is dat men instellingen gaat in dit verband cp, dat de nijverheid (en in mindere mate ook de hendel) ten nauwste bij de regeling der arbeidsverhoudingen betrok ken zijn, zoodat dergelijke aangelegenheden wel degelijk vallen onder de onderwerpen waarove'r de Kamers wan Koophandel, ter vertegenwoordiging van handel en nijverheid ingesteld, van advies mogen dienen." De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Haarlem ging derhalve hare bevoegdheid niet te buiten, toen zij eenige weken geleden met twee tegen één derde der uitgebrachte stemmen de gemeente Haarlem met eco nomisch advies diende. En ais de heer L: beweert, dat het adres oud-liberale kenteekenen vertoont, kan het niet anders of deze bewering spruit voort uit gemis aan kijk op.de dingen, welke zich om den lieer L. afspelen. Alsof voor de katholieken de eb en vloed van het bedrijfs- en handelsleven niet geldt alsof de katholieke werkgevers hun ba kens niet behoören te verzetten, nu de bui- tenlandsche concurrentie geen cent winst marge meer laat als de heer L. het Oor te luisteren legt aan het hedendaagsche gebeu ren in de R. K. Werkgeversverenigingen, dan zal hij overeenkomstige opmerkingen waarnemen, gelijk oud-liberale werkgevers laten hooren. Met vereende krachten, zoowel die ko men uit de corifessioneele als uit de oud-li berale hoek, zal men de Regeering geweld moeten aandoen om haar warm te maken voor onze industrie, handel en scheepvaart. Wij zeiven, schreef onlangs een groot katholiek blad, hebben reeds meermalen erop gewezen, dat de voorlichting van de Roomsche politiek in pers en periodiek een zijdig „sociologisch" geweest is, en dat de economie sterk is Verwaarloosd» Dat zal zich wreken, en dat wreekt zich thans reeds. Tenslotte zal het den heer L. misschien genoegen doen als hij verneemt, dat de heer Krelage juist een der weinigen is geweest, die afkeerig was van een dergelijk advies, derhalve vergist de heer L. zich ook op het terrein der nomenclatuur. A. J. J. BEYNES, lid K. v. K. en Fa. i.1 iiiji mum—aweaian GROEIVERBETERING DER GEWAS SEN. Een nieuwe kathalytische tusschenstof Proefnemingen in den pomologischen tuin. Naar de „Tel." verneemt, heeft de direc teur van den Pomologischen Tuin te Tiel via Parijs uit Japan ontvangen een hoiyeel- heid van een nieuw product. Asahi Pomolcid genaamd. Dit product is geen meststof, doch een tusschenstof, die den groei der planten versnelt, smaak, kleur en vorm er van ver betert en den oogst vergroot. De bedoeling van de zenders is geen andere, dan dat met deze stof proeven zullen worden genomen, waar an de uitkomsten ter onder linge vergelijking zullen moeten dienen. Sommige distri ten van Japan, o.a. Kayo Risen cp Korea, de streken bij Y kohama en Osaka, onderscheiden zich door een vroege voortbrenging van groenten van de beste soort, maar een dergelijke opbrengst is alleen beperkt tot deze landstreken, daar gelijk soortige planten, gekweekt op naburigen grond onder dezelfd omstandigheden, in geen enkel opzicht te vergelijken ijn met den vroegen en overvloedigen oogst van. de hier oren genoemde landstreken. Het was duidelijk, dat dit verschijnsel een andere oorzaak had, dan het klimaat, mogelijk was de bodemgesteldheid er de oorzaak van. Een of andere onbekende factor, welke on getwijfeld overal in den grond werkte, zou in de zeer productieve streken in een naar verhouding grootere hoeveelheid aanwezig zijn, oodoende èen bodem buitengewoon vruchtbaar- makend. Daarom werden hoeveelheden aarde uit deze districten verzameld en onderzocht, en ofschoon men in iedere soort verschillende bestanddeelen vond, ontdekte men,.dat col- loidaal magnesiumsilicaat in iedere soort voorkwam. Hieruit maakte men de gevolg trekking, dat deze stof de oorzaak was van de buitengewone vruchtbaarheid van den bodem. Sindsdien werden omvangrijke proeven genomen, en eindelijk slaa de men cr in, Engs chemischen weg colloidaal magnesium silicaat te bereiden. Spoedig wer.'en verdere proeven gedaan, ook door kweekers in ver schillende plaatsen, wien verzocht werd, proefvelden, bewe kt met dit produ t aan te leggen en den aldus verkregen oogst te vergelijken met de gewone opbrengst. De, uitkomsten bleken beslist gunstig te zijn. volgens zeggen der ontdekkers dezer stof, 'Toch ijn deze proeven, endanks de zeer gunstige resultaten nog niet v. ldoende, om de onfeilbaarheid van het nieuwe product on twijfelbaar vast te stellen en zij wenschen zooveel mogelijk experimenten over de ge heele wereld te doen, om een uitgebreid materiaal te verkrijgen en de werkzaamheden van hun pre duet te becordeelen, zonder vrees voor partijdigheid. Dienovereenkom stig hebben zij den landbouwkundigen facul teiten te Tokio cn Kioutschou zotftvel als aan proefstations in 't keizerrijk en velen model- oerderijen verzocht, gezamenlijk dit onder werp in studie te némen, en met hun oordeel zullen zij in staat zijn, de lijs. tm proef nemingen uit te breiden pm '.oo: doende de overtuiging te krijgen, dat hun pre duet resul taat geeft op iedere soort an grond. Het is ondertusschen 1 absoluut bewezen, dat in Japan werkelijk wonderbaarlijke r sultajen zijn verkr gen bij het kwee ken van groenten en vruchten dcor he' gebruik van Asahi Promolcid, b.v. met rijst de qualiteit wa co verbeterd, dat het getal de volle a en dat der minde evulde verre overtrof, in zulk een mate, dat de oogst ver meerderd werd met 2342% naar elang van de localiteii. Gewone en fijne aardarpe len gaven een opbrengst van 18% meer dan gew nlijk, waarbij kwam, dat het zet- meelgehalte belangrijk verbeterd en het lo.izuurgehalte verminderd wa Knollen, adijs, gember, meloenen en worteltjes, alle gaven een uitstekende opbrengst en toonden een schfion compact vleezig weefsel. Eet! oogst van sova-boonen werd vermeerderd rncr 29—32%." Kortom, alle 73 proefnemingen op 37 verschillene soorten van planten genomen, slaa en boven verwachting. De werking van Asahi Promoloid is, vol gens de ontdekkers, ook uiterst duurzaam. Verscheidene voorbeelden toonen aan, dat niet alleen de eerste, maar ock de tweede oogst van den elfden grond even rijk was, zonder eenige toevoeging van Promoloid bij den tweeden keer zaaien. Dit was het geval m.t verscheidene oort n an planten. De h eveelheid Promoloid, welke ebruikt wordt, is zeer gering. Slechts 3.3 gallons (plm. 8 Engelsche on sen) zijn vcldoende voor een oppervlakte van een acre. De e hoeveelheid meet, in w ter opgelost, gelijkmatig over het land verdeeld worden. Alles bijeengenomen kunnen wij hieraan toevoegen, dat het op dit oog nblik niet doenlijk is, nauwkeurig vast te stel en,j /elle invloed Prom lord op groenten nz. uit-: oefent, of te zeggen, of het direct op deze in-j werkt, of wel zooals men geneigd is aan te nemen de r.l van kathalysator speelt. Daar Promoloid geen meststof is, maar een kathalytische tusschenstof, kan men met de normale bemesting doorgaan. Doch, omdat het noch aan de lucht blootgesteld, noch in den grond ontbindt, blijft de werking de zelfde, met of zonder gelijktijdige bemesting, RIJKSZUIVELCONSULENTSCHAP NOORD-HOLLAND. Uit het verslag der werkzaamheden val den rijkszuivelconsulent in de provincie Noord-Holland over '1922 blijkt, dat er o.a, controle werd uitgeoefend op het werk van de melkcontroieurs der zuiveriabrieken; hulp verleend of advies verstrekt bij het aanwen den van middelen tot verbetering van het bedrijf of het opheffen van bedrijfsstoringen, diverse laboratorium-werkzaamheden wer den verricht, als het onderzoek van melk, room, karnemelk enz.; enkele voordrachten werden gehouden; cursussen gegeven vooi melkcontroieurs te Hoorn en aan de Vak school voor Kaasmakers te Hoorn. Voorts werden lessen gegeven aan de rijksland- Douwwinterschooi te Behagen, aan een on derwijzerscursus te Amsterdam en bij het landbouwhuishoudonderwijs te Alkmaar en te Hoorn. i Volgens het verslag was het gemiddelde!' resultaat van het veehouders- en zuivelbe drijf in Noord-Holland over 1922 ongunstig. üp 31 December 1922 bedroeg het aantal kaas- en boterfabrieken in Noord-Holland 48, het aantal kaasfabrieken, 62, te zamep 110, tegen 109 aan het einde van 1921. Bij den Bond van op coöperatieven grond slag werkende zuivelfabrieken waren op 31 December 1922 50 fabrieken aangesloten, die in het afgeloopen jaar 99.250.000 K.G. melk hebben verwerkt. In 1922 is het ledental met 5 verminderd. De Nieuwe Bond van Zuivelfabrieken telde einde 1922 28 leden, dat is 3 minder dan in 1921. Deze hebben 31.542.000 K.G. melk ver werkt. Van de 110 kaas- of kaas- en boterfabrie ken komen 101 voor aansluiting bij een dezer bonden in aanmerking; hiervan zijn dus 23 fabrieken niet georganiseerd. Alle coöperatief werkende zuivelfabriek ken betalen de melk naar gehalte aan bere kend vet, behalve twee. Een dezer fabrie ken is een zeer kleine, de andere is ten dcele een ontvangstation voor consumptie- melk. Op het einde van het jaar werkten 4 ver- ecnigingen op bet gebied van den coöpera tieven verkoop van kaas, n.l. Ie. N. V. Gestam, Kaasexportvereeniging voor Zuivel fabrieken te Edam; 2e. Coöperatieve Zuivel- exportvereeniging Nöord-rioliand te Alk maar; 3e. Coöperatieve Kaas-afzsfvcrceni- ging West-Friesland, te Hoorn en 4e. Kaas- verkoopcomblnaiie Noord-HollandGouda, te Alkmaar. Het aantal rundveefokvereenigingen bleef onveranderd 29, alle bij den bond aangeslo ten. De controleverecnigingen te Purmer en Sijbecarspel werden opgeheven, waardoor het aantal daalde tot 8. WEEKBLAD „DE POST". Door de N. V. Drukkerij en Uitgevers- Vennootschap „Futura" te Leiden is aan gekocht het recht van uitgave'van het be kende tweemaal 's weaks verschijnend blad „De Post" te Arnhem. De N,. V. „De Post" wordt geliquideerd. De uitgave van „De Post" wordt voortaan geëxploiteerd door de N. V. v. h. Van Mastrigt Verhoeven te Arnhem, van welke Maatschappij eveneens alle aandee- len in handen der N. V. „Futura" te Leiden zijn (Centrum) Klein stukje leven. „Zie je" sprak m'n goeie kennis, die me, na eenige jaren in 't buitenland te zijn geweest, weer es kwam opzoeken „zie je...,als 'k nou jouw stijl had, dan maakte k 'r 'n verhaaltje van. M'n goeie kennis in kwestie is 'n eerbied- tn geloofwaardig grijsaardmet vijf en twintig beste hoedanigheden Maar hij kan soms ineens zoo iets héél raars zeggen en er dan zoo....zoo dubbel zinnig bij lachen....je weet dan niet of ie je voor 't lappie houdt dan wel hoogst-ernstig 's. Na in al de hoekjes en gaatjes van m'n ziel le kleine kruimpjes en snippertjes nederig heid, die er maar te vinden waren, bijeen geschraapt te hebben, kom ik ootmoediglijk ot de conclusie, dat die lofprijzinge op m'n „stijl" noodzakelijk 'n „ui" moet zijn ge veest'n „steek". Maar kom....ik mag me niet kwaad naken, en ik ga me nu nederzetten en m'n iest doen, om zoo goed mogelijk tot 'n ver haal om te zetten, wat m'n geloofwaardige, •naar juist niet bijzonder gezeliig-vertellende hij moet óók maar es wat hebben !)ouwe kennis heeft meegemaakt in den tijd, dat hij in 'n plaatsje was, waar geen Roomsche kerk. stond, omdat er slechts hier en daar één Katholiek woonde. Het blauwe hemelgewelf spande zich als 'n kristallijnen koepel over de in lenteweelde badende aarde. Overal vroolijke menschen, overal blijde levenslust. 't Was Zondagdag van rusten na 't werken en tobben in dc week dag, waarop de ziel sich dankend verheft tqt haar Schep per. Wat dit laatste -betreft..och. .ai. Voor velen was 't 'n dag van enkel rusten en genieten..'n bezigheid waaraan ook de dieren doen.... 'n Dag van zwaar feest- gezwoeg, met meer vermoeienis dan op den druksten werkdag. Hierover peinsde gmdsche zorgelijk-uit- ziende passagier van de fraaie stoomboot, die met 'n groot gezelschap, klaarblijkelijk leden eener vereeniging, naar 'n oord van vermaak voer. Hun gezang, hun schetterend gelach, schalde over 't water, zoodat de menschen aan den oever verwonderd bleven staan. Onze eenzame passagier nam geen deel aan die uitgelaten vreugde. Hij zat'op 'n af stand van 't jolige gezelschap en trok 'n allesbehalve Zondagsch gezicht. „Vreemde wereld" mompelde hij „cn vreemde gerechtigheid. Die menschen daar hebben tot 'n uur of elf geslapen van naar de kerk gaan is natuurlijk geen sprake geweest hebben toen goed gegeten en de verdere dag wordt héélemaal besteed aan vermaak. Aan Hem, Wien ze alles hebben te danken, wordt vanzelf niet gedacht. Maar ik....ik heb gisteravond nog Iaat op m'n post moeten zijn....ben voor dag en dauw opgestaanheb 'n heele reis gemaakt om de Mis bij te wenen en...-nu moet me toch deze narigheid gebeuren." Hij was dus eigenlijk 'n beetje aan 't mor ren. Maar om de waarheid te zeggen dat gene wat den anders zoo tevreden man uit z'n humeur bracht, was maar niet zoo'n kleinigheid. Hij was goed Roomsch, en.... vér van kerk en priester wonen en tóch goed Katholiek zijn- dat wil zeggen offers bren gen. Vanmorgen was hij welgemoed afgereisd naar de naastbijzijnde, maar toch op heel verren afstand gelegen kerk. Elij was te biech ten en te Hoogtij geweest en had Van de ge legenheid gebruik gemaakt, om nog heel wat dingen te vragen voor zijn geestelijk en tij delijk welzijn. En nu dit Hij had in 'n restaurant wat gebruikt en wachtte op de boot. Hij moest veel langer wachten dan hij had gedacht. Maar eindelijk dan toch was de boot aangekomen. Zoo meende hijHij was blij, dat ie zoo'n goede plaats trof. Maar die blijdschap was van korten duur. Want, toen de beambte beoordeelen naar do vraag of er al can niet gevaar is dat er ook aan dc arbeidvr» een plaats wordt ingeruimd dan is het tocSi nog wel treurig gesteld die kringen. A. J. L. DË STRIJD IN DE TEXTïEL-ÏNDUSTRlE. Het blijft altijd een groote moeilijkheid om over een strijd tusschen werkgevers en werknemers te oordcelcn. Maar wat in Twente gebeurt is zonder gevaar voor vergissingen ook voor buiten staanders te beoordeelen want hef staat als een paal boven water, dat onze R. K Vextielarbeidersbond elke poging tot rede lijke bemiddeling of arbitrage zou aanvaar den. De Enschedesche Textielfabrikanten, die zich altijd van elk sociaal inzicht gespeend hebben getoond, willen dat echter niet en smijten liever duizenden arbeiders op de straat dan een redelijke oplossing na te stre ven. Men klaagt wel eens, dat de stemming onder de arbeiders er niet beter op wordt, maar als we dan zien hoe er alles op gezet wordt om de arbeiders te doen gevoelen dat zij geen aanspraak hebben op rechtspraak doch slechts hun onderworpenheid hebben le toonen dan kan men gerust met vrees de toekomst tegemoet zien. Het wordt meer dan tijd, dat dergelijk.: conflicten waaraan hyt wel cn wee van een geheele streek afhangt niet meer ui"sluitend wordt overgelaten aan de brute willekeur van een der partijen. MAANDBERICHT OVER OCT. 1923. Voor rekening van „Herwonnen Levens kracht" werden, uitgezonden Naar het Sanatorium „Berg en Bosch" te Apeldoorn 4 Oct. 1 vrouw van een lid uit Cuyk a.d. Maas 5 Oct. 1 lid uit Almelo 8 Oct. 1 vrouw van een lid uit Vlaardingen; 18 Oct. 1 lid^uit Amsterdam 30 Oct. 1 lid uit Nijmegen 31 Oct. 1 lid uit Utrecht 31 Oct. 1 vrouw'van een lid uit Amersfoort Deze 7 personen ontleenden hunne rech ten als volgt 1 als aangesloten bij den Ned. R.K. Trans- portarb. 1 als aangesl. bij den Ned. R. K. Bond van Handels-, Kantoer- en Winkelbed.; 1 als aangesl. bij den Ned. R. K. Metaaibe- werkersbond 1 als aangesl.- bij den Ned R. K. Textielarbeidersbond 1 als aangesl. bij den Dioc. Bond Haarlem 1 als aangesl. bij den Dioc. Bond Den Bosch 1 als aangesl. bij den DiocvBond Utrecht. Op 31 October 1923 waren in totaal voor rekening van „Herwonnen Levenskracht" 50 patiënten in verpleging. J. Th. v. d. LAAN. Secretaris. (Ingezonden.) In uw blad van den 10 November komt van de hand des heeren A. J. L. (waarschijn lijk, de heer Loerakker, jongst gekozen lid der Twede kamer) een artikel voor, getiteld „de Kamer van Koophandel van Haarlem", waarin zooveel tweedehandsche waarheden voorkomen, dat het hoog tijd wordt het le zend publiek eens bij te lichten. Eerstens is de officieele naam van het or gaan, hetwelk door den heer L. onder handen wordt genomen „Kamer van Koophandel en Fabrieken" en juist door dezen laatster; naam weg te laten hetgeen een veelvuldig doch tevens verkeerd verschijnsel is wordt menigeen van de wijs gebracht. Want het zijn juist de vertegenwoordigers dier fabrie ken, ergo werkgevers, die zich uit den aard van hun bedrijf nu en dan geroepen gevoe len den ecouomischen toestand te belichten, en wel om de zeer eenvoudige reden, dat zij staande met beide beenen in het indus- trieele leven het weten kunnen. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Haarlem, samengesteld als zij is uit 13 leden van het groot- (industrie) alsmede 13 leden van het kleinbedrijf (winkelstand), allen vertegen woordigers van de meest ongelijksoortige takken van bedrijf, is dunkt me toch wel iets mans als het vraagstukken betreft gelijk ge stipuleerd in het onlangs gezonden adres aan den Raad der Gemeente Haarlem. Of acht de heer L. gemeenteraadsleden als daar gevon den wordt renteniers, doktoren, advocaten competenter daarover een oordeel uit te spreken Een van beide óf de Kamer dient te verdwijnen, óf men dient de Kamer ver strekkender bevoegdheid te geven, vooral in zaken van socialen en economischen aard. Zelfs een vakvereeniging kan niet geacht worden zoo juist en goed ingelicht te zijn omtrent het loopende bedrijfsleven als de Kamer is eerstgenoemde toch een samen stelling van personen uit één en dezelfde be drijfsgroep, laatstgenoemde bestaat uit vertegenwoordigers der meest uiteenloo- pende takken van commercieel en indu strieel leven. De heer L. blijkt meer te steunen op een uitspraak van het R. K. Vakbureau, hetwelk zichzelf als een heilig huisje schijnt te be schouwen, dan op het oordcel van den Mi nister van Arbeid, den vader der 45-urige ar beidswet en den vriend der arbeiders. Deze Minister heeft op een bezwaarschrij- ven van de R. K. Vakorganisatie betreffende inmenging der Kamers inzake bindendver klaring der collectieve arbeidsovereenkom sten, het navolgende antwoord gegeven „De Minister wees er, zoo werd ons medegedeeld, de biljetten kwam controleeren, werd onze passagier tot z'n groote schrik gewaar, dat hij niet in de goede boot had plaatsgenomen en juist de tegenovergestelde richting ging. Door z'n ongeduld cri z'n haast had ie zich vergist. Daar zat hij nu tusschen allerlei vreemde menschen, die hem in zekeren zin minder sympathiek waren. En dat moest hém nu juist vandaag gebeuren. Vandaag had hij, die in tamelijk zorgelijke omstandigheden leefde, groote offers gebracht ter eere Gods. Je zou zoo zeggen vandaag moest hem toch alles van 'n leien dakje gaanMaar ach, wat 'n groote teleurstelling nu toch, na zóó'n ochtend. Hij kon er wel om huilen. Op de plaats waar de boot landde kwam echter 't eerste zalfje op de wonde. Hij trof er namelijk 'n collega met z'n familie, die juist stonden te wachten op de boot, die hen naar de plaats zou voeren waar ook onze pas sagier woonde. Hij werd natuurlijk uitge lachen om z'n vergissing maar dat nam ie er maar op den koop toe bij, nu hij 'n aan genaam gezelschap had. 't Werd 'n echt gezellig reisje. Maar, o, wee, wat 'n toestand toen bij thuiskwam De heele buurt was in opschuddingBij z'n naas ten buurman, die 'n gedeelte van 't zelfde huis bewoonde, was ingebroken, 'r. Groote som, die hij daags te voren had ontvangen, was gestolen. Wie zou de dader zijn Om den lezer niet langer op te houden ver melden we terstond twee heel eigenaardige bijzonderheden De som gelds was ontvangen en opgebor gen in tegenwoordigheid van den held dezer geschiedenis en bjj 't ledige geldkistje, dat in een boscbje gevonden werd, lag 'n groot, fr ai zakmes met op 't heft de beginletters van zijn naam. De laster zette haar honderd tongen in beweging. Wel verklaarde iemand, dat de eigenaar van 't mes al veertien dagen geleden had gezegd, z'n mes verloren te zijn, maar op d.t feit werd weinig gelet,.of 't werd verkeerd uitgelegd. •Hij met z'n groot huishouden cn z'n juist maar voldoende inkomen.... hij, de paap, de vreemde paap, dien ze nóóit hadden ver trouwd met z'n schijnheilige bakkes.... Onder deze omstandigheden kwam de ongelukkige van zijn veel te lange reis thuis. De bleekheid van z'n verschrokken gezicht werd voor 'n bewijs van schuld aangezien. K^lm en waardig vertelde hij aan de me nigte, dat hij op 't tijdstip, dat de diefstal moest gepleegd zijn, op grooten afstand ver toefde. Maar de opgewondenheid werd grooter men schold hem dief en huichelaar.ei werden steenen gegooid'n paar pootige kerels met woeste tronies grepen den onge lukkige aan. Doch juist op 't critieke oogenblik kwam de burgemeester ter plaatse. „Zijn jullie allemaal stapelgek hier? Van morgen om zes uur heb ik zelf dezen man zien afreizen en hier, m'n schoonzoon, heefi hem vandaag ontmoet en in zijn gezelschap is hij teruggereisd Hier viel niet langer tegen te redeneeren, hoezeer dit sommige deugnieten onder de menigte speet. De zaak wérd gerechtelijk onderzocht en spoedig had men de daders te pakken twee verloopen Sujetten, Aan de omstandigheid, dat hij na Uien mooien ochtend in 'n verkeerde boot stapte en toen 'n klein beetje op den Grooten Baa! ging mopperen, wat 'm altijd zal blijvers spijten had fe z'n redding, wellicht 't be houd van z'n leven te danken. Met welk voorbeeld hij geholpen doof mijn „stijl" den vriendelijken wenk wil geven, dat dergelijk gemopper altijd te vroeg komt....en dus gevoegelijk achterwege kan blijven. Wijl we nooit weten waar de vele levens- naiigheidjes dikwijls goed voor zijn. Ik weet niet of de door m'n kennis zoo ffóóg geroemde stijl, mitsgaders de vorm van het verhaal zijn goedkeuring kunner wegdragen. Als dit niet zoo is gelieve hij echter t« bedenken, dat 't, zooals hij 't me vertelde, nog veel beroerder was....en ik mezelf bewonder ér nog iets van te hebben kunner maken. Dit laatste als straf voor z'n dubbelzinnig lachje, waarvan in den aanvang gewaagd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 9