ELCK wat wils
17 1932
Berde Blad
LANDBOUW EN MSSCHEKIJ,
mmi EN KENNIS.
TREKJES 321.
DE KAMER VAN KOOPHANDEL TE
HAARLEM.
DE EEMHEIDSFRONTERS.
De kwestie van het eenheidsfront tusschen
ociaal-democraten en communisten of lie
ver tusschen de socialistische en com
munistische vak-internationalen» tusschen
Amsterdam en Moskou dus, is aan de c; de
gesteld en zij hliift aan de orde, ondanks
alles.
Zondagmorgen is er door de Federatie
Rotterdam van de»S.D.A.P. een vergadering
gehouden met Fimmen als spreker en wie
de geschiedenis zoo'n beetje gevolgd heeft
Zal begrijpen in welken trant deze rede is
uitgesproten.
femsien wil ondanks alle moeilijk
heden een eenheidsfront met de com
munisten. Volgens de verslageneindigde
hij met onderstaande peroratie
„Er zijn moeilijkheden. Maar met ver
wijten lossen wij die niet op. In Duitsch-
land kon men gezamenlijk optreden. Als
men zegt :.in Saksen hebben de commu
nisten, die met de soc. dem. in de regeering
zaten, gemeene streken uitgehaald, dan
moet men toch bedenken, dat de burger
lijke regeerders minstens steeds hetzelfde
deden. Wij moeten tot
een eerlijke samenwerking
trachten te komen."
En even verder
,JDat we in een gevaarlijke positie zijn,
dat alles verloren dreigt te gaan, voelen
we allemaal. Maar niemand geeft een ander
middel er aan te ontkomen.
Nog is het niet te laat. Als wij, leiders-
en massa, bewust worden van onze taak,
kunnen wij de arbeidersklasse nog voor
ondergang behoeden."
Fimmens rede is niet zonder tegenspraak
gebleven en Frank v. d. Goes heeft onder
groot rumoer alvast gewezen op de onbe
trouwbaarheid van de communisten.
We behoeven dus nog niet te denken, dat
vandaag of morgen het eenheidsfront er
Zijn zal zeker niet in ons land.
Maar wettigt dat nu, zoo vraag ik mij voor
de zooveelste maal af, dat we hier maar met
de slaapmuts over de ooren blijven loopen
Alles wat we hooien en zien wijst er op,
dat we steeds verder terugtrekken op het
liberale frontdat men allerwege om maat
regelen schreeuwt waarbij de arbeiders en de
arbeidersbeweging zeer nauw betrokken is,
Zonder met hen of haar in overleg te treden.
Het is mogelijk, dat men in veel gevallen
zonder direct groot nadeel dat machtsstand
punt kan innemen, maar is het daarom goed
en in overeenstemming met onze Christe
lijke beginselen?
In Duitschland worden millioenen ar
beiders tot wanhoop gebrachteensdeels
door optreden van buitenaf, maar daarnaast
moet worden erkend dat het volk, terwijl
het in bitteren nood verkeerde, door gewe-
tenlooze kapitalisten nog verder in de ver
drukking is gebracht.
Het teekent in gunstigen zin den Duit-
schen arbeider, dat hij niet reeds lang tot
radeloosheid is vervallen, maar gaat men zóó
door dan is dat toch op den duur niet te
weerhouden.
En dat is dan tevens de dag van het een
heidsfront.
Men kan er zwaar aan tillen en er heel
geen acte van nemen, maar het blijft een
zaak voor Europa's welzijn van de grootste
beteekenis als men het huidig gebeuren niet
•onderschat.
Bij gezonde verhoudingen is een eenheids
front tusschen de beide vakinternationale
een absolute onmogelijkheid, daarvoor is
de geheele opzet en taktiek van de commu
nisten te krankzinnig, maar wanneer men de
menschen tot wanhoop drijft dan jaagt men
ze in den afgrond van. het communisme waar
bij de laatste sporen van welvaart en orde
gelijktijdig zullen verdwenen zijn.
Daartegen helpt geen fascisme of dicta
torschap van wie ook.
Het is moeilijk aan te nemen dat men daar
over nog van meening kan verschillen en
daarom is het zoo onbegrijpelijk, dat we
hier in Nederland maar precies doen of we
met dat alles niets te maken hebben.
Ook al erkennen we den nijpenden nood die
er in de gezinnen van zoo ontelbaar veel
werkloozen heerscht dan nog mogen we ge
rust zeggen dat we Goddank tot heden
in gunstiger omstandigheden verkeerden dan
in Duitschland het geval is.
Bij ons is de tijd er nog om gezondere ver
houdingen te maken. Wij hebben het nog
in onze macht om een op Christelijke grond
slagen berustenden toestand te scheppen als
,ve maar Killen;
Ik kan het met den besten wil ter wereld
niet inzien waarom of de maatregelen die
cr noodwendig genomen moeten worden nu
niet in overleg met de arbeiders en hun or
ganisaties kunnen getroffen worden.
Door niemand laat ik mij wijsmaken dat
men in gemeenschappelijk overleg niet tot
een gunstig resultaat zou komen. Dat lijkt
mij zonder meer uitgesloten en voor een
eerlijke vooral eerlijke proef volkomen
is mislukt zal ik zooiets dan ook niet geloo-
ven.
En toch kan tn.i., alleen door een derge
lijke samenwerking worden gezorgd, dat we
hier voor communistische avonturen be
veiligd blijven.
Men zal opwerpen, dat men den arbeiders
dan ook eenige ntetfezeggingschap zal moeten
toekennen, wat ik geef dat toe tot den
aard van breed overleg behoort maar mede
zeggingschap in bepaalde gevallen is toch
dunkt me voor de meest conservatieve
werkgevers nog verre te verkiezen boven
anarchie.
En medezcggingschap beteekent toch ook
nog niet en kan nooit beteckenen „zegging
schap."
Alles bijeen meen ik nogmaals te mogen
opmerken, dat als wij in dezen tijd geen
kans zien om onze Christelijke opvatting
op sociaal-economisch terrein ingang te
doen vinden, we groote kans beloopen dat
wij tot schade van allen er piet zoo spoedig
meer aan te pas zullen komen.
Dan kunnen we op vergadering en in
schrifturen .babbelen wer onze mooie be
ginselen maar we zullen bij velen het ver
trouwen daarin zeer verzwakt hebben.
Tegenover het eenheidsfront van Fim
men moeten wij, een andër, hechter front
maken. Dat van Fimmen is het front der
wanhoop, dat van ons moet het zijn van het
verstand.
Ook al was er geen gevaar, dan nog zou
den we gehouden zijn om te streven naar
goede regelingen en goede verhoudingen
nu aan alle kanten gevaar dreigt is het na
laten van onzen plicht bovendien nog groote
kortzichtigheid.
A. J. L.
BUITEN HAAR BEVOEGDHEID,
De heer „J. v. B." citeert in „De Neder-
landsche Mercuur," het ministerieel schrij
ven door het R. K. Vakbureau ontvangen,
naar aanleiding van de bemoeiing der Kamer
van Koophandel te Delft met de sociale
politiek.
De schrijver zegt naar aanleiding daarvan
het volgende
Wie mijn beschouwingen over dit onder
werp in dit tijdschrift heeft gelezen, zal ver
moedelijk na kennisneming van voren
staand ministerieel schrijven geneigd zijn
te zeggen, dat daarmee de hangende kwestie
is opgelost in een voor de Kamer van Koop
handel gunstigenzin.
Toch is dit geenszins het geval.
En waarom niet
Bij de beantwoording van het hem toe
gezonden request van het R. K. Vakbureau
heeft blijkbaar de Minister zich alleen en uit
sluitend laten leiden door de vraag, of het
gewraakte optreden der Kamer van Koop
handel te Delft valt buiten de grenzen der
bevoegdheid, welke door de wet in 't alge
meen aan de Kamers zijn toegekend.
Daarom ook zegt de Minister in zijn schrij
ven, dat naar zijn meening bedoelde
Kamer de haar „bij de wet gestelde" be-
voegdheidsgrenzen niet is te buiten gegaan.
En daarbij stond den bewindsman natuur
lijk voor oogen artikel 12 der wet op de Ka
mers van Koophandel en Fabrieken, lui
dende „De Kamers zijn bevoegd, ook uit
eigen beweging adviezen of inlichtingen over
aangelegenheden van handel en nijverheid te
geven aan het algemeen bestuur, alsmede aan
de provinciale en gemeentebesturen, welker
gebied geheel of ten deele met liet hare sa
menvalt."
Welnu, in 't licht van deze bepaling, ach
ten ook wij de Kamers van Koophandel wet
telijk bevoegd te doen, hetgeen de Kamer
voor Delft en Omstreken gedaan heeft.
Dit hebben we trouwens reeds in ons eer
ste stuk niet onduidelijk te verstaan gegeven.
Onze criliek op de gestie van sommige Ka
mers had dan ook geenszins ten doel het fei
telijk bestaan te .betwisten der wettelijke be
voegdheid, om aan openbare bestuurslicha
men advies uit te brengen over loon- en an
dere arbeidsaangelegenheden.
Wat wij beóogden en ook nadrukkelijk
als zoodamg uitspraken, was enkel en al
leen, te v/ijzen op de practische bezwaren,
welke een al te ruim en daardoor eenzijdig
gebruik dier wettelijke bevoegdheid aan
kleven.
En daarom constateeren we hier met na
druk, dat het antwoord van den Minister
aan het R. K. Vakbureau, ons gauscne des
betreffende critisch betoog onaangevochten
laat.
En dat wij alles, wat de Minister ter zake
meedeelt* volkomen kunnen onderschrijven,
zonder ook maar een stukje van onze argu
mentatie prijs te geven.
Voer het R. K. Vakbureau en voor de ar
beidersbeweging in 't algemeen, ligt dan ook.
in het betreffende mints'ci eele schrijven niet
de minste reden, om haar actie tegen inmen
ging door de Kamers van Koophandel in
arbeidsaangelegenheden te staken.
Integendeel rullen de arbeiders daarin
vermoedelijk aanleiding vinden, om tegen
zoodanige (wettelijk geoorloofde) inmen
ging nog krachtiger te arceren dan voorheen.
In welke richting de actie dei georgani
seerde arbeiders thans, d.i. na ontvangst van
meergenoemd ministerieel schrijven, zich
zal bewegen gaan, kunnen we uiteraard niet
Zeggen.
Intusschen staat voor ons vast, dat men
zich daar niet gander meer bij het schrijven
zal neerleggen.
PUBLIEKRECHTELIJKE LANDBOUWOR
GANISATIE,
Bij de behandeling van de Staatsbegroo-
ting 1923 is door den heer Weitkamp de
vraag naar voren gebracht of wij in Neder
land, met het oog op de zware tijden die
voor den landbouw te verwachten zijn, niet
beter zouden doen de organisatie van den
landbouw op andere leest te schoeien. Hij
haalde hierbij aan als voorbeeld De Duit-
sche Landwirtschaftskammen.
De heer Ir, S. L. Louwes is naar Duitsch-
land geweest en heeft daar deze „publiek
rechtelijke" landbouw organisaties bestu
deerd waarna hij voor het Kon. Ned. Land-
bouwcomité zijn bevindingen en zienswijze
in een prae-advies heeft verwerkt Wat hij
daari n neerlegde en voor zoover noodig
mondeling aanvulde vonctek in het Officieel
Orgaan van de Alg. Ned. Zuivelbond waar
aan het onderstaande is ontleend:
De heer Louwes komt dan tot de con
clusie dat er moet komen Semi-publiekrech-
telijke organisatie's gebouwd op de reeds
bestaande landbouworganisatie's die dan
provinciaal zouden werken met een klein
Centraal Bestuur voor het geheele land
daarboven
Het zal ongetwijfeld een belangrijke be
spreking zijn geweest en door een tiental
personen werd met den heer Louwes van
gedachten gewisseld.
Er zijn nog heel wat punten waaromtrent
nog wel een en ander te vragen zou zijn
maar ik meen goed te doen weer te geven
wat ik in dat orgaan daaromtrent vond:
„Na de mondelinge toelichting van ijet
prae-advies werd door een tiental personen
mi t den heer Louwes van gedachten gewis-
si ld over het door hem ontwikkelde sy
steem van landbouwvertegenwoordiging.
Geen dezer debaters ging met dit systeem
r.cccord. De voornaamste argumenten wel
ke hierbij tegen de publiekrechtelijke ;and-
bouworganisatics werden gehoord, zijn als
volgt samen te vatten:
Het dienen van het landbouwbelang is het
dienen van het gemeenschapsbelang; d.iarom
heeft de regeering zich het landbouwbelang
aan te trekken en door samenwerking tus
schen regeering en landbouw kan er veel
goeds tot stand komen. Gaat men nu ech
ter de landbouworganisaties tot publiek
rechtelijke organen maken, dan is de kans
groot, dat hierin de politieke strijd zijn in
trede doet. Een ander bezwaar is dat de
arbeiders niet uit de landbouwkamers zui
len kunnen worden geweerd. Ook zal de Be
hartiging van den tuinbouw in dezen opzet
moeilijk vallen. Door de instelling van land
bouwkamers waardoor eigenlijk samensmel
ting der regeeringsbemoeiïng met landbouw
en - het organisatiewezen plaats vindt, ZOu
de kans groot zijn dat .de Directie van den
Landbouw werd afgeschaft. Dit zou zeer te
betreuren zijn. Eene organisatie van boven
af, zooals deze landbouwkamers toch fei
telijk zijn, werd lang zoo doeltreffend niet
geacht, als een vrije organisatie uit den
boezem van den landbouw, zooals de tegen
woordige landbouworganisaties zijn.
Verder werd als bezwaar genoemd, dat de
weg, waarlangs de boeren hun meening aan
de regeering kenbaar kunnen maken, door
deze landbouwkamers nog langer aou worden
gemaakt. Deze weg wordt door de boeren
tóch al als lang genoeg gevoeld. Ook werd
er op gewezen, dat door den inleider de
taak der vrije organisaties werd onderschat,
gevraagd werd welke plaats de inleider o.a.
aan de
zuivelorganisatie in zijn systeem had
toegedacht.
Inplaats van een stap vooruit werd het
door den heer Louwes ontwikkelde systeem
een grooten stap achteruit geacht.
Ook van de zijde der regeering werd de
meening over deze publiekrechtelijke land
bouworganisatie gehoord. De directeur-ge
neraal van den landbouw achtte het noodig,
dat er aan de zijde van den Staat en aan
de zijde van de landbouwers een orgaan is.
Er moet naar beide kanten gewerkt worden,
met een van beide organen komt men er
niet.
In zijn antwoord lowam de heer Louwes
op de verschillende punten terug. In land
bouwzaken kunnen naar zijn meening de
politieke meeningen best naast elkaar
staan; de landbouwbelangen zullen het toch
winnen van d« politieke. Waarom de arbei
ders in de landbouwkamers zouden moeten
worden opgenomen begrijpt spr. niet. De be
langen van de landbouwers en de arbeiders
raken elkaar alleen wanneer het loonkwes-
ties betreft en deze worden niet door de
landbouwkamers behandel^."
Vooral interessant is dc meening van den
inleider dat in zoo n „Iandbouwkamer" de
arbeiders maar uitgeschakeld moeten wor
den op grond dat ze geen andere belangen
hebben dan in loonkwesties.
Minister van IJselstein dacht daar in den
tijd al anders over, maar het getuigd ook
niet van een open oog voor de' werkelijk
heid, wanneer men zooiets maar botweg af
wijst.
Arbeiders blijken rare menschen te zijn; als
het al zbover is dat men instellingen gaat
in dit verband cp, dat de nijverheid (en in
mindere mate ook de hendel) ten nauwste bij
de regeling der arbeidsverhoudingen betrok
ken zijn, zoodat dergelijke aangelegenheden
wel degelijk vallen onder de onderwerpen
waarove'r de Kamers wan Koophandel, ter
vertegenwoordiging van handel en nijverheid
ingesteld, van advies mogen dienen."
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Haarlem ging derhalve hare bevoegdheid
niet te buiten, toen zij eenige weken geleden
met twee tegen één derde der uitgebrachte
stemmen de gemeente Haarlem met eco
nomisch advies diende.
En ais de heer L: beweert, dat het adres
oud-liberale kenteekenen vertoont, kan het
niet anders of deze bewering spruit voort
uit gemis aan kijk op.de dingen, welke zich
om den lieer L. afspelen.
Alsof voor de katholieken de eb en vloed
van het bedrijfs- en handelsleven niet geldt
alsof de katholieke werkgevers hun ba
kens niet behoören te verzetten, nu de bui-
tenlandsche concurrentie geen cent winst
marge meer laat als de heer L. het Oor te
luisteren legt aan het hedendaagsche gebeu
ren in de R. K. Werkgeversverenigingen,
dan zal hij overeenkomstige opmerkingen
waarnemen, gelijk oud-liberale werkgevers
laten hooren.
Met vereende krachten, zoowel die ko
men uit de corifessioneele als uit de oud-li
berale hoek, zal men de Regeering geweld
moeten aandoen om haar warm te maken
voor onze industrie, handel en scheepvaart.
Wij zeiven, schreef onlangs een groot
katholiek blad, hebben reeds meermalen
erop gewezen, dat de voorlichting van de
Roomsche politiek in pers en periodiek een
zijdig „sociologisch" geweest is, en dat de
economie sterk is Verwaarloosd» Dat zal
zich wreken, en dat wreekt zich thans reeds.
Tenslotte zal het den heer L. misschien
genoegen doen als hij verneemt, dat de heer
Krelage juist een der weinigen is geweest,
die afkeerig was van een dergelijk advies,
derhalve vergist de heer L. zich ook op het
terrein der nomenclatuur.
A. J. J. BEYNES,
lid K. v. K. en Fa.
i.1 iiiji mum—aweaian
GROEIVERBETERING DER GEWAS
SEN.
Een nieuwe kathalytische tusschenstof
Proefnemingen in den pomologischen tuin.
Naar de „Tel." verneemt, heeft de direc
teur van den Pomologischen Tuin te Tiel
via Parijs uit Japan ontvangen een hoiyeel-
heid van een nieuw product. Asahi Pomolcid
genaamd. Dit product is geen meststof, doch
een tusschenstof, die den groei der planten
versnelt, smaak, kleur en vorm er van ver
betert en den oogst vergroot.
De bedoeling van de zenders is geen andere,
dan dat met deze stof proeven zullen worden
genomen, waar an de uitkomsten ter onder
linge vergelijking zullen moeten dienen.
Sommige distri ten van Japan, o.a. Kayo
Risen cp Korea, de streken bij Y kohama en
Osaka, onderscheiden zich door een vroege
voortbrenging van groenten van de beste
soort, maar een dergelijke opbrengst is alleen
beperkt tot deze landstreken, daar gelijk
soortige planten, gekweekt op naburigen
grond onder dezelfd omstandigheden, in
geen enkel opzicht te vergelijken ijn met
den vroegen en overvloedigen oogst van. de
hier oren genoemde landstreken. Het was
duidelijk, dat dit verschijnsel een andere
oorzaak had, dan het klimaat, mogelijk was
de bodemgesteldheid er de oorzaak van.
Een of andere onbekende factor, welke on
getwijfeld overal in den grond werkte, zou
in de zeer productieve streken in een naar
verhouding grootere hoeveelheid aanwezig
zijn, oodoende èen bodem buitengewoon
vruchtbaar- makend.
Daarom werden hoeveelheden aarde uit
deze districten verzameld en onderzocht, en
ofschoon men in iedere soort verschillende
bestanddeelen vond, ontdekte men,.dat col-
loidaal magnesiumsilicaat in iedere soort
voorkwam. Hieruit maakte men de gevolg
trekking, dat deze stof de oorzaak was van
de buitengewone vruchtbaarheid van den
bodem.
Sindsdien werden omvangrijke proeven
genomen, en eindelijk slaa de men cr in,
Engs chemischen weg colloidaal magnesium
silicaat te bereiden. Spoedig wer.'en verdere
proeven gedaan, ook door kweekers in ver
schillende plaatsen, wien verzocht werd,
proefvelden, bewe kt met dit produ t aan
te leggen en den aldus verkregen oogst te
vergelijken met de gewone opbrengst. De,
uitkomsten bleken beslist gunstig te zijn.
volgens zeggen der ontdekkers dezer stof,
'Toch ijn deze proeven, endanks de zeer
gunstige resultaten nog niet v. ldoende, om de
onfeilbaarheid van het nieuwe product on
twijfelbaar vast te stellen en zij wenschen
zooveel mogelijk experimenten over de ge
heele wereld te doen, om een uitgebreid
materiaal te verkrijgen en de werkzaamheden
van hun pre duet te becordeelen, zonder
vrees voor partijdigheid. Dienovereenkom
stig hebben zij den landbouwkundigen facul
teiten te Tokio cn Kioutschou zotftvel als aan
proefstations in 't keizerrijk en velen model-
oerderijen verzocht, gezamenlijk dit onder
werp in studie te némen, en met hun oordeel
zullen zij in staat zijn, de lijs. tm proef
nemingen uit te breiden pm '.oo: doende de
overtuiging te krijgen, dat hun pre duet resul
taat geeft op iedere soort an grond.
Het is ondertusschen 1 absoluut bewezen,
dat in Japan werkelijk wonderbaarlijke
r sultajen zijn verkr gen bij het kwee ken
van groenten en vruchten dcor he' gebruik
van Asahi Promolcid, b.v. met rijst de
qualiteit wa co verbeterd, dat het getal
de volle a en dat der minde evulde verre
overtrof, in zulk een mate, dat de oogst ver
meerderd werd met 2342% naar elang
van de localiteii. Gewone en fijne aardarpe
len gaven een opbrengst van 18% meer
dan gew nlijk, waarbij kwam, dat het zet-
meelgehalte belangrijk verbeterd en het
lo.izuurgehalte verminderd wa Knollen,
adijs, gember, meloenen en worteltjes, alle
gaven een uitstekende opbrengst en toonden
een schfion compact vleezig weefsel. Eet!
oogst van sova-boonen werd vermeerderd
rncr 29—32%."
Kortom, alle 73 proefnemingen op 37
verschillene soorten van planten genomen,
slaa en boven verwachting.
De werking van Asahi Promoloid is, vol
gens de ontdekkers, ook uiterst duurzaam.
Verscheidene voorbeelden toonen aan, dat
niet alleen de eerste, maar ock de tweede
oogst van den elfden grond even rijk was,
zonder eenige toevoeging van Promoloid
bij den tweeden keer zaaien. Dit was het
geval m.t verscheidene oort n an planten.
De h eveelheid Promoloid, welke ebruikt
wordt, is zeer gering.
Slechts 3.3 gallons (plm. 8 Engelsche on
sen) zijn vcldoende voor een oppervlakte van
een acre. De e hoeveelheid meet, in w ter
opgelost, gelijkmatig over het land verdeeld
worden.
Alles bijeengenomen kunnen wij hieraan
toevoegen, dat het op dit oog nblik niet
doenlijk is, nauwkeurig vast te stel en,j /elle
invloed Prom lord op groenten nz. uit-:
oefent, of te zeggen, of het direct op deze in-j
werkt, of wel zooals men geneigd is aan
te nemen de r.l van kathalysator speelt.
Daar Promoloid geen meststof is, maar een
kathalytische tusschenstof, kan men met de
normale bemesting doorgaan. Doch, omdat
het noch aan de lucht blootgesteld, noch in
den grond ontbindt, blijft de werking de
zelfde, met of zonder gelijktijdige bemesting,
RIJKSZUIVELCONSULENTSCHAP
NOORD-HOLLAND.
Uit het verslag der werkzaamheden val
den rijkszuivelconsulent in de provincie
Noord-Holland over '1922 blijkt, dat er o.a,
controle werd uitgeoefend op het werk van
de melkcontroieurs der zuiveriabrieken; hulp
verleend of advies verstrekt bij het aanwen
den van middelen tot verbetering van het
bedrijf of het opheffen van bedrijfsstoringen,
diverse laboratorium-werkzaamheden wer
den verricht, als het onderzoek van melk,
room, karnemelk enz.; enkele voordrachten
werden gehouden; cursussen gegeven vooi
melkcontroieurs te Hoorn en aan de Vak
school voor Kaasmakers te Hoorn. Voorts
werden lessen gegeven aan de rijksland-
Douwwinterschooi te Behagen, aan een on
derwijzerscursus te Amsterdam en bij het
landbouwhuishoudonderwijs te Alkmaar en
te Hoorn. i
Volgens het verslag was het gemiddelde!'
resultaat van het veehouders- en zuivelbe
drijf in Noord-Holland over 1922 ongunstig.
üp 31 December 1922 bedroeg het aantal
kaas- en boterfabrieken in Noord-Holland
48, het aantal kaasfabrieken, 62, te zamep
110, tegen 109 aan het einde van 1921.
Bij den Bond van op coöperatieven grond
slag werkende zuivelfabrieken waren op 31
December 1922 50 fabrieken aangesloten, die
in het afgeloopen jaar 99.250.000 K.G. melk
hebben verwerkt. In 1922 is het ledental met
5 verminderd.
De Nieuwe Bond van Zuivelfabrieken telde
einde 1922 28 leden, dat is 3 minder dan in
1921. Deze hebben 31.542.000 K.G. melk ver
werkt.
Van de 110 kaas- of kaas- en boterfabrie
ken komen 101 voor aansluiting bij een dezer
bonden in aanmerking; hiervan zijn dus 23
fabrieken niet georganiseerd.
Alle coöperatief werkende zuivelfabriek
ken betalen de melk naar gehalte aan bere
kend vet, behalve twee. Een dezer fabrie
ken is een zeer kleine, de andere is ten
dcele een ontvangstation voor consumptie-
melk.
Op het einde van het jaar werkten 4 ver-
ecnigingen op bet gebied van den coöpera
tieven verkoop van kaas, n.l. Ie. N. V.
Gestam, Kaasexportvereeniging voor Zuivel
fabrieken te Edam; 2e. Coöperatieve Zuivel-
exportvereeniging Nöord-rioliand te Alk
maar; 3e. Coöperatieve Kaas-afzsfvcrceni-
ging West-Friesland, te Hoorn en 4e. Kaas-
verkoopcomblnaiie Noord-HollandGouda,
te Alkmaar.
Het aantal rundveefokvereenigingen bleef
onveranderd 29, alle bij den bond aangeslo
ten.
De controleverecnigingen te Purmer en
Sijbecarspel werden opgeheven, waardoor
het aantal daalde tot 8.
WEEKBLAD „DE POST".
Door de N. V. Drukkerij en Uitgevers-
Vennootschap „Futura" te Leiden is aan
gekocht het recht van uitgave'van het be
kende tweemaal 's weaks verschijnend blad
„De Post" te Arnhem.
De N,. V. „De Post" wordt geliquideerd.
De uitgave van „De Post" wordt voortaan
geëxploiteerd door de N. V. v. h. Van
Mastrigt Verhoeven te Arnhem, van
welke Maatschappij eveneens alle aandee-
len in handen der N. V. „Futura" te Leiden
zijn (Centrum)
Klein stukje leven.
„Zie je" sprak m'n goeie kennis, die
me, na eenige jaren in 't buitenland te zijn
geweest, weer es kwam opzoeken „zie
je...,als 'k nou jouw stijl had, dan maakte
k 'r 'n verhaaltje van.
M'n goeie kennis in kwestie is 'n eerbied-
tn geloofwaardig grijsaardmet vijf en
twintig beste hoedanigheden
Maar hij kan soms ineens zoo iets héél
raars zeggen en er dan zoo....zoo dubbel
zinnig bij lachen....je weet dan niet of ie
je voor 't lappie houdt dan wel hoogst-ernstig
's.
Na in al de hoekjes en gaatjes van m'n ziel
le kleine kruimpjes en snippertjes nederig
heid, die er maar te vinden waren, bijeen
geschraapt te hebben, kom ik ootmoediglijk
ot de conclusie, dat die lofprijzinge op m'n
„stijl" noodzakelijk 'n „ui" moet zijn ge
veest'n „steek".
Maar kom....ik mag me niet kwaad
naken, en ik ga me nu nederzetten en m'n
iest doen, om zoo goed mogelijk tot 'n ver
haal om te zetten, wat m'n geloofwaardige,
•naar juist niet bijzonder gezeliig-vertellende
hij moet óók maar es wat hebben !)ouwe
kennis heeft meegemaakt in den tijd, dat hij
in 'n plaatsje was, waar geen Roomsche kerk.
stond, omdat er slechts hier en daar één
Katholiek woonde.
Het blauwe hemelgewelf spande zich als
'n kristallijnen koepel over de in lenteweelde
badende aarde.
Overal vroolijke menschen, overal blijde
levenslust.
't Was Zondagdag van rusten na 't
werken en tobben in dc week dag, waarop
de ziel sich dankend verheft tqt haar Schep
per.
Wat dit laatste -betreft..och. .ai.
Voor velen was 't 'n dag van enkel rusten en
genieten..'n bezigheid waaraan ook de
dieren doen.... 'n Dag van zwaar feest-
gezwoeg, met meer vermoeienis dan op den
druksten werkdag.
Hierover peinsde gmdsche zorgelijk-uit-
ziende passagier van de fraaie stoomboot,
die met 'n groot gezelschap, klaarblijkelijk
leden eener vereeniging, naar 'n oord van
vermaak voer. Hun gezang, hun schetterend
gelach, schalde over 't water, zoodat de
menschen aan den oever verwonderd bleven
staan.
Onze eenzame passagier nam geen deel
aan die uitgelaten vreugde. Hij zat'op 'n af
stand van 't jolige gezelschap en trok 'n
allesbehalve Zondagsch gezicht.
„Vreemde wereld" mompelde hij
„cn vreemde gerechtigheid. Die menschen
daar hebben tot 'n uur of elf geslapen van
naar de kerk gaan is natuurlijk geen sprake
geweest hebben toen goed gegeten en
de verdere dag wordt héélemaal besteed aan
vermaak. Aan Hem, Wien ze alles hebben te
danken, wordt vanzelf niet gedacht.
Maar ik....ik heb gisteravond nog Iaat
op m'n post moeten zijn....ben voor dag
en dauw opgestaanheb 'n heele reis
gemaakt om de Mis bij te wenen en...-nu
moet me toch deze narigheid gebeuren."
Hij was dus eigenlijk 'n beetje aan 't mor
ren. Maar om de waarheid te zeggen dat
gene wat den anders zoo tevreden man uit
z'n humeur bracht, was maar niet zoo'n
kleinigheid. Hij was goed Roomsch, en....
vér van kerk en priester wonen en tóch goed
Katholiek zijn- dat wil zeggen offers bren
gen.
Vanmorgen was hij welgemoed afgereisd
naar de naastbijzijnde, maar toch op heel
verren afstand gelegen kerk. Elij was te biech
ten en te Hoogtij geweest en had Van de ge
legenheid gebruik gemaakt, om nog heel wat
dingen te vragen voor zijn geestelijk en tij
delijk welzijn.
En nu dit
Hij had in 'n restaurant wat gebruikt en
wachtte op de boot. Hij moest veel langer
wachten dan hij had gedacht. Maar eindelijk
dan toch was de boot aangekomen.
Zoo meende hijHij was blij, dat ie
zoo'n goede plaats trof. Maar die blijdschap
was van korten duur. Want, toen de beambte
beoordeelen naar do vraag of er al can
niet gevaar is dat er ook aan dc arbeidvr»
een plaats wordt ingeruimd dan is het tocSi
nog wel treurig gesteld die kringen.
A. J. L.
DË STRIJD IN DE TEXTïEL-ÏNDUSTRlE.
Het blijft altijd een groote moeilijkheid
om over een strijd tusschen werkgevers en
werknemers te oordcelcn.
Maar wat in Twente gebeurt is zonder
gevaar voor vergissingen ook voor buiten
staanders te beoordeelen want hef staat
als een paal boven water, dat onze R. K
Vextielarbeidersbond elke poging tot rede
lijke bemiddeling of arbitrage zou aanvaar
den.
De Enschedesche Textielfabrikanten, die
zich altijd van elk sociaal inzicht gespeend
hebben getoond, willen dat echter niet en
smijten liever duizenden arbeiders op de
straat dan een redelijke oplossing na te stre
ven.
Men klaagt wel eens, dat de stemming
onder de arbeiders er niet beter op wordt,
maar als we dan zien hoe er alles op gezet
wordt om de arbeiders te doen gevoelen dat
zij geen aanspraak hebben op rechtspraak
doch slechts hun onderworpenheid hebben
le toonen dan kan men gerust met vrees
de toekomst tegemoet zien.
Het wordt meer dan tijd, dat dergelijk.:
conflicten waaraan hyt wel cn wee van een
geheele streek afhangt niet meer ui"sluitend
wordt overgelaten aan de brute willekeur
van een der partijen.
MAANDBERICHT OVER OCT. 1923.
Voor rekening van „Herwonnen Levens
kracht" werden, uitgezonden
Naar het Sanatorium „Berg en Bosch" te
Apeldoorn
4 Oct. 1 vrouw van een lid uit Cuyk a.d.
Maas
5 Oct. 1 lid uit Almelo
8 Oct. 1 vrouw van een lid uit Vlaardingen;
18 Oct. 1 lid^uit Amsterdam
30 Oct. 1 lid uit Nijmegen
31 Oct. 1 lid uit Utrecht
31 Oct. 1 vrouw'van een lid uit Amersfoort
Deze 7 personen ontleenden hunne rech
ten als volgt
1 als aangesloten bij den Ned. R.K. Trans-
portarb. 1 als aangesl. bij den Ned. R. K.
Bond van Handels-, Kantoer- en Winkelbed.;
1 als aangesl. bij den Ned. R. K. Metaaibe-
werkersbond 1 als aangesl.- bij den Ned
R. K. Textielarbeidersbond 1 als aangesl.
bij den Dioc. Bond Haarlem 1 als aangesl.
bij den Dioc. Bond Den Bosch 1 als aangesl.
bij den DiocvBond Utrecht.
Op 31 October 1923 waren in totaal voor
rekening van „Herwonnen Levenskracht"
50 patiënten in verpleging.
J. Th. v. d. LAAN.
Secretaris.
(Ingezonden.)
In uw blad van den 10 November komt
van de hand des heeren A. J. L. (waarschijn
lijk, de heer Loerakker, jongst gekozen lid
der Twede kamer) een artikel voor, getiteld
„de Kamer van Koophandel van Haarlem",
waarin zooveel tweedehandsche waarheden
voorkomen, dat het hoog tijd wordt het le
zend publiek eens bij te lichten.
Eerstens is de officieele naam van het or
gaan, hetwelk door den heer L. onder handen
wordt genomen „Kamer van Koophandel
en Fabrieken" en juist door dezen laatster;
naam weg te laten hetgeen een veelvuldig
doch tevens verkeerd verschijnsel is wordt
menigeen van de wijs gebracht. Want het
zijn juist de vertegenwoordigers dier fabrie
ken, ergo werkgevers, die zich uit den aard
van hun bedrijf nu en dan geroepen gevoe
len den ecouomischen toestand te belichten,
en wel om de zeer eenvoudige reden, dat zij
staande met beide beenen in het indus-
trieele leven het weten kunnen. De Kamer
van Koophandel en Fabrieken te Haarlem,
samengesteld als zij is uit 13 leden van het
groot- (industrie) alsmede 13 leden van het
kleinbedrijf (winkelstand), allen vertegen
woordigers van de meest ongelijksoortige
takken van bedrijf, is dunkt me toch wel iets
mans als het vraagstukken betreft gelijk ge
stipuleerd in het onlangs gezonden adres aan
den Raad der Gemeente Haarlem. Of acht de
heer L. gemeenteraadsleden als daar gevon
den wordt renteniers, doktoren, advocaten
competenter daarover een oordeel uit te
spreken Een van beide óf de Kamer dient
te verdwijnen, óf men dient de Kamer ver
strekkender bevoegdheid te geven, vooral
in zaken van socialen en economischen aard.
Zelfs een vakvereeniging kan niet geacht
worden zoo juist en goed ingelicht te zijn
omtrent het loopende bedrijfsleven als de
Kamer is eerstgenoemde toch een samen
stelling van personen uit één en dezelfde be
drijfsgroep, laatstgenoemde bestaat uit
vertegenwoordigers der meest uiteenloo-
pende takken van commercieel en indu
strieel leven.
De heer L. blijkt meer te steunen op een
uitspraak van het R. K. Vakbureau, hetwelk
zichzelf als een heilig huisje schijnt te be
schouwen, dan op het oordcel van den Mi
nister van Arbeid, den vader der 45-urige ar
beidswet en den vriend der arbeiders.
Deze Minister heeft op een bezwaarschrij-
ven van de R. K. Vakorganisatie betreffende
inmenging der Kamers inzake bindendver
klaring der collectieve arbeidsovereenkom
sten, het navolgende antwoord gegeven „De
Minister wees er, zoo werd ons medegedeeld,
de biljetten kwam controleeren, werd onze
passagier tot z'n groote schrik gewaar, dat
hij niet in de goede boot had plaatsgenomen
en juist de tegenovergestelde richting ging.
Door z'n ongeduld cri z'n haast had ie zich
vergist.
Daar zat hij nu tusschen allerlei vreemde
menschen, die hem in zekeren zin minder
sympathiek waren. En dat moest hém nu
juist vandaag gebeuren. Vandaag had hij,
die in tamelijk zorgelijke omstandigheden
leefde, groote offers gebracht ter eere Gods.
Je zou zoo zeggen vandaag moest hem toch
alles van 'n leien dakje gaanMaar ach,
wat 'n groote teleurstelling nu toch, na zóó'n
ochtend. Hij kon er wel om huilen.
Op de plaats waar de boot landde kwam
echter 't eerste zalfje op de wonde. Hij trof
er namelijk 'n collega met z'n familie, die
juist stonden te wachten op de boot, die hen
naar de plaats zou voeren waar ook onze pas
sagier woonde. Hij werd natuurlijk uitge
lachen om z'n vergissing maar dat nam
ie er maar op den koop toe bij, nu hij 'n aan
genaam gezelschap had.
't Werd 'n echt gezellig reisje. Maar, o,
wee, wat 'n toestand toen bij thuiskwam De
heele buurt was in opschuddingBij z'n naas
ten buurman, die 'n gedeelte van 't zelfde
huis bewoonde, was ingebroken, 'r. Groote
som, die hij daags te voren had ontvangen,
was gestolen. Wie zou de dader zijn
Om den lezer niet langer op te houden ver
melden we terstond twee heel eigenaardige
bijzonderheden
De som gelds was ontvangen en opgebor
gen in tegenwoordigheid van den held dezer
geschiedenis en bjj 't ledige geldkistje, dat
in een boscbje gevonden werd, lag 'n groot,
fr ai zakmes met op 't heft de beginletters
van zijn naam. De laster zette haar honderd
tongen in beweging. Wel verklaarde iemand,
dat de eigenaar van 't mes al veertien dagen
geleden had gezegd, z'n mes verloren te zijn,
maar op d.t feit werd weinig gelet,.of 't werd
verkeerd uitgelegd.
•Hij met z'n groot huishouden cn z'n juist
maar voldoende inkomen.... hij, de paap,
de vreemde paap, dien ze nóóit hadden ver
trouwd met z'n schijnheilige bakkes....
Onder deze omstandigheden kwam de
ongelukkige van zijn veel te lange reis thuis.
De bleekheid van z'n verschrokken gezicht
werd voor 'n bewijs van schuld aangezien.
K^lm en waardig vertelde hij aan de me
nigte, dat hij op 't tijdstip, dat de diefstal
moest gepleegd zijn, op grooten afstand ver
toefde.
Maar de opgewondenheid werd grooter
men schold hem dief en huichelaar.ei
werden steenen gegooid'n paar pootige
kerels met woeste tronies grepen den onge
lukkige aan.
Doch juist op 't critieke oogenblik kwam de
burgemeester ter plaatse.
„Zijn jullie allemaal stapelgek hier? Van
morgen om zes uur heb ik zelf dezen man
zien afreizen en hier, m'n schoonzoon, heefi
hem vandaag ontmoet en in zijn gezelschap
is hij teruggereisd
Hier viel niet langer tegen te redeneeren,
hoezeer dit sommige deugnieten onder de
menigte speet.
De zaak wérd gerechtelijk onderzocht en
spoedig had men de daders te pakken twee
verloopen Sujetten,
Aan de omstandigheid, dat hij na Uien
mooien ochtend in 'n verkeerde boot stapte
en toen 'n klein beetje op den Grooten Baa!
ging mopperen, wat 'm altijd zal blijvers
spijten had fe z'n redding, wellicht 't be
houd van z'n leven te danken.
Met welk voorbeeld hij geholpen doof
mijn „stijl" den vriendelijken wenk wil
geven, dat dergelijk gemopper altijd te vroeg
komt....en dus gevoegelijk achterwege kan
blijven.
Wijl we nooit weten waar de vele levens-
naiigheidjes dikwijls goed voor zijn.
Ik weet niet of de door m'n kennis zoo
ffóóg geroemde stijl, mitsgaders de vorm
van het verhaal zijn goedkeuring kunner
wegdragen.
Als dit niet zoo is gelieve hij echter t«
bedenken, dat 't, zooals hij 't me vertelde,
nog veel beroerder was....en ik mezelf
bewonder ér nog iets van te hebben kunner
maken.
Dit laatste als straf voor z'n dubbelzinnig
lachje, waarvan in den aanvang gewaagd.