BUITENLAND
BINNENLAND.
Tweede Blad
19 November 1923
Jit de Pers,
Rond de Kabinetscrisis.
Het roede testament,
Vandaag zal de Gezantenraad een gemeenschappelijke nota trachten
te ontwerpen over den terugkeer van den Duitschen Kroonprins.
De verkiezingsactie in Engeland; een scherpe rede van Lioyd George
tegen Frankrijk en de afgetreden regeering. Een rede van Poincaré;
„het uur der concessies (tegenover Duitschland) is voorbij."
Onder de Telegrammen: De Zondags-redevoering van Poincaré; de
de mislukking der Herstel-conferentie moet niet aan Frankrijk maar aan
de andere geallieerden worden geweten, die een onderzoek der Duitsche
rijkdommen in hun eigen land vreezen; de verdragen zullen tot het uiterste
gehandhaafd blijven. Venizelos tegen den republikeinschen regeerings-
vorm. De geweldige storm van gisteren; een Hollandsch schip vergaan;
een Deensch eiland overstroomd. Verbod van massaontslag in het
Roergebied.
FEUILLETON.
GEM. BUITENl. BERICHTEN.
éfKMEHLÉHëS&H HIEc'Wf
VERKEER EN POSTERIJEN.
De mesning van Mr. Dresselhhuys.
In een onderho'ud dat een der vertegen
woordigers van het Nederlandsch Corr. Bu-
rea. Vrijdag met Mr. N. C. Dresselhuys,
lid der Tweede Kamer en voorzitter van
den Vrijheidsbond hcsft gehad, heeft deze
liberale staatsman, naar aanleiding van het
feit, dat thans aan Mr. Kooien de vorming
van een kabinet is opgedragen, o. m. ge
zegd:
„De Kabinetsformateur zou de vervul
ling zijner taak kunnen beproeven in het
samenstellen van een parlementair kabinet,
met als werkprogram de economische en
financieele reconstructie van het rijk door
samenwerking van al die politieke partijen,
welke oprecht tot dien wederopbouw en
die bezuiniging willen samengaan en dan
net terzijdestelling van alle politieke vraag
stukken, welke voor het hoofddoel niet
behoeven te worden aangeroerd. Die ge
dachte kan ongetwijfeld ook met het laatste
Kamervotum in harmonie worden be
schouwd en zij zou zonder den minsten
wijfel volkomen steun vinden en sympathie
bij de natie. Daartoe zou noodig zijn, dat
de politieke groepen, welke wilden mede
werken, vele politieke verlangens en belan
gen achterstellen bij het groote nationale
belang en reconstructie en economisch her-
Tel; zij zouden groote offers moeten bren-
en wellicht politieke winsten voor komen
de verkiezingen in de waagschaal stellen.
Dan zou op een vooraf scherp te omlijnen
rogram, dat zich niet zou beperken tot op
pervlakkige en dus niet afdoende bezuini
ging, maar inderdaad een reorganisatie der
estaande staatsverhoudingen en der wet-
'eving zou moeten omvatten, samenwer
king zijn te zoeken en reconstructie na te
treven. Waarbij ongetwijfeld ook diepe
loven tusschen beginselen en partijen zich I
ouden openbaren, maar waarbij toch on
getwijfeld in ons parlement een meerder
heid te vinden ware, welke als basis voor
oodanig werkprogram ware te bezigen, j
De medewerking zou practisch voor alle
o ar tij en openstaan; de niet-medewerkers
bonden voortgaan met eigen partijpolitiek,
ben nationaal-parlementair kabinet behoeft J
iu niet onmogelijk te zijn. Indien althans j
aiet de vaak uitgesproken grief tegen ons
parlementaire stelsel, dat iedere partij door
ucht naar uitbreiding van eigen erf den
jemeenschappelijken grond verwaarloost,
/aarheid bevat en indien de formateur niet
n staat blijkt de nationale gedachte over
-artij-egoïsme te doen zegevieren. Mij
chimt het zeker, dat zoodanig kabinet een-
ïaal gevormd en zijn wil den lande ken
baar gemaakt hebbend, bij mogelijke la-
ere parlementaire tegenwerking veilig een
beroep op de kiezers zoude kunnen wagen.
DE OPDRACHT AAN MR. DR. KOOLEN.
De' „Msb." veronderstelt, dat dr. Kooien
vóór alles de oplossing zal zoeken in de
richting van een kabinet uit de rechterzijde.
Zoo er in dit opzicht iets kan worden on
dernomen, aldus het blad, hij zal het niet
nalaten.
„Maar zal het zelfs hem mogen geluk
ken?
Nog steeds zijn het de anti-revolution-
naire broeders, die door hun starre vast
houdendheid aan het eenmaal ingenomen
standpunt de gewenschte afwikkeling der
crisis remmen. Zij willen tot eiken prijs, in
de tien Katholieke tegenstemmers woord
brekers zien."
De „Tijd" zegt o.m.:
De adviseurs van de Kroon zullen op
Mr. Troelstra na wel geadviseerd heb
ben, een man te kiezen, die zich de mede
werking ook van de groote meerderheid
der rechtsche partijen, d.i. van de voor
stemmers bij de Vlootwet, kan verzekeren.
Het blad vervolgt dan:
„Wie H, M. zulk een advies hebben ge
geven kan men gemakkelijk raden. Dat
mr. Marchant in die richting stuurde, is
uit zijn publieke adviezen wel duidelijk ge
bleken. En de opdracht aan mr. Kooien,
nog vóór dat iemand van links aan de
beurt is geweest, wijst er op, dat ook mr.
Dresselhuys naar de rechterzijde zal heb
ben gewezen om daar den man te zoeken,
die de oplossing der crisis althans kan pro-
beeren. Bij den leider van den Vrijheids
bond kan ook wel de overweging hebben
gegolden, dat uit het afstemmen der Vloot
wet door een heterogene „meerderheid"
jals men de helft der Kamer zoo mag noe
men) nog niet volgt; dat de meerderheid
der Kamer tegen deze Vlootwet, laat staan
tegen de verdediging van Indië is. Zij is
tegen de Vlootwet nu. Meer niet.
Uit de opdracht aan mr. Kooien mag men
o.i. met vrij groote zekerheid concludeeren,
dat, behalve mr. Troelstra, de leiders der
linksche partijen bedankt hebben voor de
eer, om een regeering uit de oppositie te
steunen, die het bewind uit de handen van
den heer Ruys zou willen overnemen. De
linkerzijde heeft daardoor hare onmacht er
kend nog vóór dat zij haar krachten aan de
oplossing der crisis heeft beproefd."
Intusschen wil het ons voorkomen, dat
mr. Kooien, die met een begrijpelijke voor
zichtigheid de opdracht in overweging heeft
genomen, sterker zou staan, wanneer de
raad der anti-revolutionnairen was gevolgd
en de linkerzijde in de gelegenheid ware
gesteld haar absolute, onmacht om Neder
land te regeeren ook naar buiten duidelij
ker te doen blijken.
Men kan mr. Kooien bij deze moeilijke
taak alle succes toewenschen, zonder aan
een spoedige oplossing der crisis te ge-
looven."
DE OPDRACHT VAN MR. KOOLEN.
„Het Centrum" (R. K.) betuigt zijn in
stemming met de benoeming van mr. Koo
ien tot kabinetsformateur. Het blad schrijft:
Mr. Kooien is een man van grooP gezag
in de Kamer en daarbuiten een man van
uitgebreide kennis van nuchter zakelijk
oordeel en wiens belangstelling zich zeer
bijzonder ook richtte op het moeilijke en
thans zoo actueele vraagstuk der financiën.
Herhaaldelijk trad hij in de Kamer als
woordvoerders onzer partij over dat on
derwerp op.
Daarbij is hij in algemeenen zin een per
soonlijkheid tot leiding geven als geroe
pen. Hij deed daarvan blijken door zijn
jarenlang presidium van den Algemeenen
Bond van R. K. kiesvereenigingen En niet
minder door de wijze waarop hij de verre
van gemakkelijke taak als voorzitter der
Tweede Kamer wist te vervullen.
Dat hem een opdracht tot kabinetsfor
matie is verleend zal daarom gelooven wij,
naar verschillende zijden voldoening wek
ken.
Hij zal dit staat wel vast bij allen,
die hem kennen niet over ijs van één
nacht gaan maar zorgvuldig wikken en
wegen."
DE ANTI-REVOLÜTIONNAIREN
AFZIJDIG?
De „Rotterdammer" (A. R.) schrijft over
de opdracht aan mr. Kooien:
„In verband met dit bericht vestigen wij
er de aandacht op, dat, naar wij meenen
te weten, het door de A.-R. Kamerclub
vanaf den aanvang der crisis ingenomen
standpunt, dat zij onder de huidige omstan
digheden haar medewerking aan de vor
ming van een rechtsch Kabinet zonder
meer niet zal kunnen verleenen nog altijd
geen wijziging heeft ondergaan."
„De Nederlander" (C.-H.) laat een pessi
mistisch geluid hooren. Wij lezen o.m.:
„De voorzitter van de Tweede Kamer, de
heer Kooien, zal dus gesteund door het
vertrouwen van de Koningin, de vredema-
ker moeten zijn eerst wellicht nog in eigen
kring en daarna tusschen de drie groe
pen der rechterzijde, opdat de regeerings-
wagen, die op 26 October in het modder-
spoor bleef steken weder zou kunnen voort
rijden.
Omtrent de bekwaamheden, de geschikt
heid en geachtheid van den heer Kooien
vereenigen wij ons volkomen met het gun
stig oordeel van den heer Van Vuuren.
Maar ook de beste en knapste kan niet
wegnemen de tegenstelling tusschen
Roomsch en Protestant en de rechtmatige
ontstemmiag eener politieke partij, die zich
in haren leider miskend en gegriefd acht.
Er zal van den heer Kooien heel wat
zeemanschap en van de rechtsche groepen
heel wat zelfverloochening gevorderd wor
den, eer het zóó ver komt, dat de heer
Kooien de opdracht, die hij in overweging
nam, werkelijk kan aanvaarden.
En dan komt nog het moeilijkste: het
vinden van overeenstemming omtrent de
hoofdlijnen van het te volgen beleid. Wie
de hierboven genoemde punten nog éénmaal
in gedachten herhaalt zal verstaan hoe
moeilijk het vinden eener bevredigende
oplossing zijn moet.
Inderdaad er is op 26 October een rake
worp gedaan. Er brak veel en van groote
waarde. Het noodzakelijk herstel, waar
mede gisteren een begin werd gemaakt
vraagt meer schranderheid en offervaardig
heid dan wel ooit voor zulk een opbouw
gevorderd waren."
De Gezantenraad.
Reuter verneemt, dat op verzoek van de
Engelsche regeering de vergadering van den
gezantenraad te Parijs Zaterdag tot heden,
«Saandag is uitgesteld, in de hoop, dat een
gemeenschappelijke formule kan worden-je
vonden, ten aanzien van de kwest - van
's kroonprinsen terugkeer en de i re
controle. Van gezaghebbende zijde r:, -
kert men, dat de Engelsche regeering bare.d
is bij Duitschland te protcstieren tegen
's kroonprinsen terugkeer, alsmede ten aan
zien van de hervatting van de militaire con
trole, maar dat zij bezwaar heeft aan de nota
van verzet clausules toe te voegen, welke
dreigen met nog meer sancties.
Engeland, Frankrijk en de
Ver. Staten.
Mc Neill, de onderstaatssecretaris van bui
tenlandsche zaken heeft in een rede te Cam
bridge den buitenlandschen toestand bespre
ken. Hij zei, dat het allesbeheerschende stre
ven van de regeering is geweest om „een on
verzwakten band te handhaven tusschen En
gland's bondgenooten in den grooten oorlog.
De regeering had steeds angstvaiilg getracht
een kloof tusschen haar en de Fransche re
geering te vermijden en op een cogen-
blik sprekend waarin de toestand bijzonder
moeilijk is wilde hij alleen zéggen, dat hij
zelfs nu nog weigerde (ofschoon de redenen
zijn voor ernstigen twijfel) de hoop te laten
varen dat „onze Fransche vrienden ons ook
thans nog in staat stellen zullen, met hen in
samenwerking te arbeiden, terwijl wij onze
eigen belangen en weg volgen die wij juist
achten."
Met betrekking tot de onlangs door gene
raal Smuts afgelegde verklaring zei Mc Neill
dat de regeering het met hem geheel eens is
wat betreft het geloof, dat de beste hoop voor
de wereld in de toekomst is gelegen :n sa
menwerking tusschen het Britsche rijk en de
Vereenigde Staten. De regeering is even ver
langend als Smuts om die samenwerking tus
schen Engeland en de Vereenigde Stanen zoo
ver mogelijk te laten gaan en van ganscher
harte te doen zijn door iedere behandeling
die de Amerikaansche regeering mogelijk
zou achten door te zetten.
Engeland en Frankrijk.
Hoewel het natuurlijk zoo goed als on
denkbaar is, dat het ministerie Baldwin on
der de huidige omstandigheden zou over
gaan tot een principieele beslissing op het ge
bied van buitenlandsche politiek is de toe
stand toch op dit oogenblik van dien aard, dat
feitelijk de buitenlandsche aangelegenheden
meer aandacht trekken dan de verkiezingen.
Feitelijk is men weer teruggekeerd op het
punt, waarop Baldwin in Augustus j.l. zijn
nota aan Frankrijk richtte, doch het standpunt
'van toen,dat tijdelijk ietwat gewijzigd scheen
door de samenkomst van Poincaré en Bald
win te Parijs, is nu nog veel scherper om
schreven dan toen, zoowel door de jongste
verklaringen van den Engelschen premier,
als door de omineuze woorden in de sluitings
rede des konings.
Dit valt te meer op, aangezien Frankrijk
juist thans met nieuwe eischen komt, die
derhalve voor Engeland onaannemelijk zijn.
Daar zoowel Italië als ditmaal ook België het
met Engeland eens zijn, dat verdere sancties
onpractisch en ongewenscht zijn, is Frank
rijk nu in een geïsoleerde positie gekomen
en de groote vraag is welke consequenties
dit feit mee zal brengen, zoowel voor Frank
rijk en de overige leden der Entente als voor
Duitschland.
Hoewel Baldwin zich vermoedelijk wei
nig over de buitenlandsche politiek zal kun
nen uitlaten bij den verkiezingsstrijd gelooft
men, dat Lloyd George, die de taak der be
strijding van de zittende regeering met As-
quith deelt, voornamelijk juist de buiten
landsche staatkunde als voorwerp zijner kri
tiek zal kiezen.
Te Norwich hield lord Derby, de vroegere
Engelsche gezant te Parijs, een rede, waarin
hij zijn spijt uitsprak over Frankrijk's hou
ding ten aanzien der voorstellen voor het
onderzoek van Duitschland's toestand. Spre
ker beschouwde met ontsteltenis de huidige
Fransche gedragslijn.
De verkiezingscampagne
in Engeland.
De Engelsche bladen melden, dat Baldwin
aan de katoenindustrie van Lancashire plech
tig beloofd heeft, dat hij op onbewerkte ka
toen geen belasting zal leggen. Men verwacht
dat deze mededeeling een belangrijken in
vloed zal hebben op de houding van Lancas
hire bij de algemeene verkiezingen.
De arbeiderspartij gaf Zaterdag een mani
fest uit, dat haar verkiezingsprogram bevat.
Het manifest stelt vast, dat protexetie geen
tniddel is tegen werkloosheid. Het program
verklaart zich vóór een politiek van inter
nationale samenwerking door middel van een
versterkten en vergrooten Volkenbond. Het
plan tot heffing-in-eens wordt aldus omschre
ven de kanselier van de schatkist in een
arbeidersregeering zou een niet terugkeerende
gegradueerde kapitaalsheffing opleggen voor
kapitalen boven de 5000 welke uitsluitend
zou dienen tot aflossing der oorlogsschuld
He* was Zaterdag een gedenkwaardige
dag in den verkiezingsveldtocht, daar Lloyd
George, Churchill, Amery en Sir John Si
mon redevoeringen hielden. Ofschoon men
verwachtte, dat dc drie staatspartijen Zater
dag alle een manifest zouden uitgeven, be
antwoordde alleen de Labourpartij aan de
verwachting.
Lloyd George hield zijn eerste openbare
rede sedert de liberale hereeniging te Nort
hampton, waar hij geestdriftig is ontvangen.
Hij merkte op, dat het land bij de laatste vex-
kiezing den raad van de linksche extremisten
verwierp zonder het groote gevaar te be
seffen van de rechtsche extremisten, die alle
bekwame mannen, een uitgezonderd, uit
conservatieve partij hadden gejaagd, teneinde
hun politiek van reactie te kunnen laten zege
vieren. Lloyd George stelde het voor alsof
de gansche conservatieve campagne bedoeld
is om de aandacht van het schromerlijk fa! n
T van de huidige regeering af te leiden.
Met een verwijzing naar Poincaré's rede
van vandaag, welke hij een dreigement met
net eindigen van de entente noemde, zeide
Lloyd George, dat Poincaré het arme entente
kindje een Zaterdagavondblad geeft in zwa
velzuur om het frisch en schoon te houden.
Hoe kan het arme kind onder zoo'n behande
ling gedijen. Onder de huidige regeering was
Engeland eer. te verwaarloozen factor in de
raadslagen van Europa. Engeland's voorstel
len-werden verworpen en er gebeurde niets.
Engeland telde niet mee, Engeland was de
moeite van het raadplegen niet waard. Dit
was vernederend en omdat de huidige re
geering van de zaken een rommelzoodje had
gemaakt, trachtte zij thans de aandacht van
het land af te leiden naar iets anders. De alge
meene verk'aring in Europa en Amerika is
dat Engeland bang is voor de Fransche vlieg
tuigen. Dit onverschrokken volk vreest niets
en niemand en koestert in zijn hart slechts
vrees voor God (toejuichingen).
Weer een rede van Poin
caré.
„Het uur der conferentie is voorbij," Poin
caré heeft een toespraak gehouden aan den
maaltijd van het republikeinsche comité
voor handel, nijverheid en landbouw. Hij
herinnerde er aan, dat Frankrijk na het inci
dent van Agardir in 1911 gehoopt had, dat
zijn gematigdheid Duitschland ontwapenen
zou en het had den oorlog in Europa trach
ten te bezweren door een onafgebroken
vredesactie.
Thans na de overwinning en de ondertee-
kening van den vrede, waarvan wij de vruch
ten niet willen verliezen, hebben wij als eenig
programma een nationale politiek van her
opbouw, herstel en veiligheid. Wij moeten
vóór alles den vrede opbouwen. Wij zijn eer
lijke vrienden van de menschheid, maar wij
kunnen ons de menschheid niet voorstellen
zonder 'n welvarend en geëerbiedigd Frank
rijk, dat wil zeggen zonder een Frankrijk,
aan hetwelk volledige voldoening gegeven
wordt, zoowel wat betreft het herstel van ge
leden schade als waarborg van zijn veiligheid.
De jongste gebeurtenissen zullen ons zeer
zeker niet tot zwakheid tegenover Duitsch
land doen neigen en zullen ons ook niet doen
betreuren, dat wij de Roer bezet hebben.
Integendeel moeten wij ons gelukkig ach
ten, dat wij op het oogenblik Ret voornaam
ste mijngebied en de groote wapenfabrieken
van onze vroegere vijanden, die op het oogen
blik ten prooi zijn aan nationalistische
hartstochten en de gedachte aan weerwraak
blijven voeden, onder onze bewaking hebben.
Daardoor zijn wij in staat den vrede te ver
dedigen en onze overwinning te redden. Wij
zullen niet dulden, dat verzeker ik u, dat een
van beide aangetast wordt. Het uur der con
cessies is voorbij. Het vredesverdrag zal uit
gevoerd worden goedschiks of kwaadschiks.
Aan Duitschland den tijd en de middelen la
ten om een nieuwe aanranding voor te berei
den zou een misdaad tegen het nageslacht
zijn en die misdaad zullen wij niet begaan.
Een Duitsche nota aan
Frankrijk over het sepa-
ratisöie.
De Duitsche rijksregeering heeft de Fran
sche regeering een nota doen toekomen, waar
in zij protesteert tegen den steun, dien de be
zettingsoverheid aan de separatisten verleent.
De nota voert ten bewijze daarvan aan,
dat de separatisten onder toezien van de
Fransche troepen gewapende benden vor
men, die in de Fransche zone een waar schrik
bewind uitoefenen en zich aan plundering
en gevangennemingen te buiten gaan. Zoo is
een toestand van rechteloosheid en anarchie
ontstaan, ondanks de verklaring van de Fran
sche regeering dat haar troepen de orde hand
haven en ofschoon de overeenkomst omtrent
het Rijnland den militairen bevelhebber het
recht van handhaving der orde verleent, in
geval de burgerlijke politie daartoe niet bij
machte is.
Voorts protesteert de nota tegen de uitin
gen van De Metz en Tirard, waarin de door
de separatisten geschapen toestand wordt er
kend op grond van het zelfbeschikkingsrecht
der volken. Dan wijst de nota op den onwan-
kelbaren wil der bevolking van het Rijnland
om in staatsgemeenschap met Duitschland
te blijven en verlangt ten slotte dat de Fran
sche troepen de orde zullep handhaven en
de separatisten ontwapenen.
De separatistische be
weging.
De separatistische beweging breidt zich
uit in de Palts.
In de streek van Bonn hebben botsingen
plaats gehad tusschen separatisten en hun te
genstanders.
In de streek van Neuwied en Himberg
heeft een strijd plaats gehad tusschen sepa
ratisten en boeren, die met revolvers en hand-
grantaten gewapend waren. Er zijn 15 separa
tisten gedood en verscheidene gewond.
Een boer is gedood.
Er is een campagne Tunesische tirailleurs
naar Honnef gezonden omde orde te bewaren.
De regeering van de Beiersche Palts heeft
Spiers aan de separatisten moeten laten en
heeft zich te Ludwigshafen geïnstalleerd.
De Koelnische Volkszeitung verneemt uit
Neuwied, dat de separatisten op last van de
Rijnlandcommissie Linz en Unkel hebben
moeten verlaten. Te Rheinbreitbach en Linz
hadden bloedige botsingen plaats, waarbij
de separatisten het veld hebben moeten rui
men. Zij trokken terug naar Honnef.
19
Na verloop van een uur kwam hij terug:
al de boodschappen waren gedaan.
De begrafenis zou den volgenden dag
plaats hebben. De kosten bedroegen geza
menlijk driehonderd francs.
„Wat een eerlijk man toch, die dokter
Thompson," dacht de waard, terwijl hij
het overgebleven geld teruggaf.... Als
alle Amerikanen zoo zijn, zou ik haast
lust krijgen zelf naar Amerika te gaan!"
Lureau ging naar Martha terug, om de
papieren terug te brengen, die ze hem had
gegeven en om te zeggen, dat hij de bood
schappen had gedaan.
„En hebt gc alles beta&ld?" vroeg het
meisje, na al zijn mededeelingen te hebben
aangehoord.
„Alles contant betaald, juffrouw Martha.
Ge hebt nu voor niets te zorgen. Dokter
Thompson wil, dat ge er niet aan zoudt
denken, ge hebt reeds genoeg met uw
verdriet.
Zulk een man treft men niet veel aan,
zooals dokter Thompson! Een hart van
goud, dat zeg ik en 't is een waar geluk
voor u juffrouw, dat hij hier was en zoo'n
groot belang in u stelt.
Lureau dacht, zooal» hij zeide.
Wat Martha betreft, hoe had het kind
kunnen raden, zelfs maar kunnen vermoe
den, dat de zoo edelmoedige handelwijze
van die twee mannen, slechts de afschu
welijkste plannen verborg.
In haar hart bedankte zij God, die haar
dien troost in haar tegenspoed had gezon
den en haar dankbaarheid werd nog groo-
ter.
Martha was bijna nog een kind.
Ze had een eenvoudigen aard, doch ze
bezat een sterke en moedige ziel.
Op de uitingen van droefheid en wan
hoop volgde een betrekkelijke kalmte.
Haar droefheid bleef dezelfde, maar was
nu meer innerlijk, dan dat zij ze uiterlijk
vertoonde. Ze kon nu denken, overwegen
en den omvang van haar ongeluk begrijpen.
„Om de waarheid te zeggen, juffrouw,"
hernam de herbergier, ge moest deze kamer
verlaten't Is hier te droevig voor u....
Katrien zal hier# blijvenIk zal u een
andere kamer geven, hiernaast op dezelfde
verdieping."
Martha schudde het hoofd.
„Neen," antwoordde ze, „mijn plaats is
hier, omdat moeder hier is.... Ik zal hier
blijven
„Zooals u wilt, juffrouw.... maar u moet
er toch aan denken iets te eten,... Men
wordt zwak als men niet eet."
Uit het bezette gebied.
Te Keulen hebben nieuwe besprekingen
plaats gehad over het oprichten van een Rijr.-
landsche emissiebank. Tirard was er bij ver
tegenwoordigd. Hagen, de ontwerper van
het plan, is in den avond naar Berlijn ver
trokken.
De plunderingen hebben aangehouden in
verschillende plaatsen in het Roergebied.
Tengevolge van de gevechten tusi chen se
paratisten en anti-separatisten in de streek
van het Zevengebergte had de gedelegeerde
van de hooge Rijnland-commissie een com
pagnie Fransche soldaten ontboden om de
strijdenden te ontw;penen. Een duizendtal
separatisten liet zich zönder tegenstand ont
wapenen en naar Honnef brengen. De anti
separatisten ontvluchtten. Een eskadron rui
terij en troepen zijn naar de omliggende bos-
schen gezonden om die te doorzoeken.
Er is te Mainz een technische bespreking
begonnen tusschen de autoriteiten van de
Fransch-Belgische spoorweg-regie en de ver
tegenwoordigers van de Duitsche spoorwe
gen met het oog op een hervatting van het
verkeer.
Zaterdagmiddag hadden te Buër groote
samenschoolingen plaats, die een dreigend
karakter aannamen. Zwaar gewapende Bel
gische patroeljes trokken door de stad. Ook
werden gepantserde auto's en militaire wiel
rijders ontboden. De militairen behoefden
echter nergens tusschenbeide te komen, daar
er een hevige regen begon te vallen, die de
menschenmassa uiteenjoeg. Tegen den avond
was het geheel kalm.
Tegenspraak.
In tegenspraak met de beweringen van
Foch in den Gezantenraad wordt van gezag-
hebbenden Duitschen kant nogmaals gecon
stateerd dat de rijksweerbaarheid beneden
de in het verdrag van Versailles voorziene
sterkte van 100.000 man blijft. Behalve de
rijksweerbaarheid heeft Duitschland voor
de handhaving der orde nog 150.000 man
veiligheidspolitie (Schupo). De voorraden
munitie zijn juist voldoende voor de drin
gendste behoeften.
Wat de onwettige bonden met militair
karakter betreft, herhaalt de rijksregeering
dat zij daartegen krachtig optreedt en zij
herinnert er aan dat de vorming van die bon
den juist voortvloeit uit de Fran
De slagvaardigheid van Lloyd George in
het debat speciaal wanneer hij zich be
vindt in zijn eigen arena het Lagerhuis, of
op een kiezersvergadering is spreekwoor
delijk. Maar soms komt zelfs een Lloyd Geor
ge in de schermutselingen met woorden te
staan voor een bouw waarvoor hij geen pa
rade heeft. Zoo onlangs in het Lagerhuis-
Lloyd George hield er een rede tegen den
parlementsontbindingszet van Baldwin. Zijn
aanhangers in de beide kampen der liberalen
juichten hem telkens toe, maar van den kant
der conservatieven en arbeiderspartijders
hagelde het interrupties. Vooral de arbeiders-
afgevaardigde Kirkwood viel den voorma-
ligen eerste-minister onophoudelijk in de
rede.
„Ik zal een afspraak aangaan met mijn
vriend," zei op het eind Lloyd George. „Ik
wil het stellen zonder de toejuichingen, als
hij mij zijn interrupties bespaart."
„Ja," risposteerde Kirkwood, „maar u
houdt nooit uw afspraak
Het geheele Huis schaterde het uit. Lloyd
George zelf was duidelijk uit het veld ge
slagen. Hij vond geen repliek.
De toestand van den gewezen rijkskan
selier dr. Wirth, die van de laatste H.H. Sac
ramenten der stervenden werd voorzien, is
weer eenigszins verbeterd. De patiënt is
echter nog niet buiten gevaar.
In de Berliner Volkszeitung stelt de ge
wezen kapitein Faber de vraag waarom het
rijk nog steeds aan generaal Ludendorff een
zeer hoog pensioen blijft uitbetalen hoewel
voldoende bewezen is dat de generaal zich
aan hoogverraad heeft schuldig gemaakt.
Te Netzschkau in Vogtland drongen
gisteren twee mannen binnen in de woning
van den heer Hirrch, sociaal-democratisch
lid van den gemeenteraad. Zij losten 10 a 12
revolverschoten zonder echter iemand te
treffen. Toen de politie ter plaatse verscheen,
schoot het tweetal op de agenten. Een dezer
werd levensgevaarlijk gewond. Men slaagde
er toen in het tweetal gevangen te nemen. Nu
bleek, dat zij onder hun burgerkleeren uni
formen van soldaten van de rijksweerbaar
heid droegen. Spoedig na de arrestatie van
het tweetal verschenen twee auto's met sol
daten van de rijksweerbaarheid in de ge
meente. Nadat de soldaten de straten had
den afgezet, arresteerden zij het raadslid
Hirsch en diens zoon.
De Zuid-Slavische regeering heeft op
dracht gegeven tot den bouw van een brug
over den Donau tusschen Belgrado en Pan-
cevo. Deze brug zal naar lengte en construc
tie gewicht de grootste van geheel Europa
worden. Het totaalgewicht zal ongeveer
30.000 ton bedragen. De bouw geschiedt op
rekening van de Duitsche vergoedingsleve
ranties.
De Russische volkscommissaris van ar
beid rifcht in de bladen, die in de provincies
verschijnen, een waarschuwing tot de arbei
ders, die naar Moskou en St. Petersburg wil
len gaan om daar werk te zoeken. In Moskou
en St. Petersburg toch heerscht groote werk
loosheid.
Herhaaldelijk hebben Berlijnsche win
keiiers in de laatste tijden geweigerd papier
mark in ontvangst te nemen. De politieauto
riteiten te Berlijn herinneren er daarom aan
dat de papierenmark steeds nog wettelijk be
taalmiddel is en dus in ontvangst moet wor
den genomen. Wie zulks niet doet is straf
baar.
In een aanval van waanzin, die vermot
delijk was veroorzaakt door de jongste ge
beurtenissen, begaf een landbouwer en lid
van den gemeenretaad van Bentheim in Beie
ren zich naar zijn buurman en deelde deze
mede het bevel te hebben ontvangen hem
dood te schieten. Daarop wondde hij hem le-
vensgévaarlijk met een geweerschot. Ver
volgens begaf de waanzinnige zich naar een
naburig landgoed waar hij de vrouw van den
landgoedbestuurder en haar kind, dat zij op
den arm droeg, neerschoot. Het kind werd
ernstig verwond. Nadat de krankzinnige nog
de weduwe van een landbouwer had
doodgeschoten en een andere vrouw ernstis
had gewond kon hij eindelijk worden over
mand. Hij is in een gesticht opgesloten.
MILITAIRISME EN SOCIALISME.
In de dagen van het „vlootwetschandaal
is weer ijverig gescholden op het militai-
risrae.
De sociaal-democraten hadden hierbij
leiding. Handige politiekers als zij zijn,
wisten zij den anti-militairistischen geest
van ons volk in het voordeel van hunne
partij te exploiteeren.
Wij hebben gewaarschuwd.
't Is geen zuivere koffie, wanneer socia
listen voorop gaan, om het militairisme te
bestrijden.
Dan zit er iets anders achter; want uii
beginsel kan een sociaal-democraat nie'
anti-militairistzijn. Zijne leer van den klas
senstrijd is immers van denzelfden geest al:
het militairisme. Beide steunen op de macht
en het geweld.
Het meest consequente socialisme, zooal:
dat van Rusland, houdt dan ook het sterk
ste leger op de been; het steunt op de dic
tatuur, beschermd door de macht der wa
penen.
„Het Volk" ontkent elke verwantschap
met de heerschers in Rusland, althans sinds
1919, en zal ook wel ontkennen, wat hier
verklaard wordt.
In „De Volkskrant" wijst nu de heer
Henri Hermans „Het Volk" op wat de re
dactie van dit blad schreef ln haar artikel
over „Het vertrek van den kroonprins" op
12 November j.l.
Daar staat letterlijk: „Er kunnen hoogere
nationale cu internationale „elang zijn,
die boven wet en recht gaan." Wat is dit
anders dan het beginsel van het militairis
me? Op grond van dezelme stelling heeft
het Pruisische militairisme in 1914 België
vertrapt en wordt nu het Roergebied door
het Fransche militairisme gekoeionneerd.
't Is de stelling, die er logisch toe leidt, dat
de macht boven het recht wordt geplaatst.
Militairisme van het zuiverste soort!
Laten de onnoozelen, die in de socialis
ten anti-militairisten zien, omdat zij in ons
land ontwapening eischen, hieraan bijzon
dere aandacht schenken!
Militairisme is eene gezindhed, niet ver-
eenigbaar met eene redelijke zorg voor de
onafhankelijkheid van ons land, maar ge
heel overeenstemmend met bet socialisti
sche beginsel van den klassenstrijd.
DE KABINETSCRISIS.
De Haagsche correspondent van de
„Standaard" meldt, dat Mr. Kooien hier
en daar personen schijnt te polsen over de
mogelijkheid der vorming van een extra
parlementair kabinet, dat dan als voor
naamste taak zou hebben de oplossing van
het bezuinigingsvraagstuk.
GENERAAL SMUTS EN JHR. VAN
SWIlÏDEREN.
Gemeld wordt dat generaal Smuis, voor
hij Vrijdag uit Southampton naar Kaapstad
vertrok, een lang gesprek in het Neder
landsch met den Nederlandschen gezant te
Londen heeft gevoerd.
HET POSTTARIEF.
De Centrale Raad van Vakbonden in het
Grafisch en Boekbedrijf heeft mede namens
een aantal andere onderteekenaars een
adres gezonden aan den minister van wa
terstaat. waarin hij den minister verzoek:
een verlaging van het posttarief ter hanc
te nemen opdat daardoor niet alleen ver
laging van de onkostenrekening, welïe ir
allerlei vorm aan verschillende onderne
mingen in ons land het bestaan moeilijk
maakt, bereiki worde, doch bovendien dt
werkgelegenheid in de grafische industrieën
worde verruimd en een opleving van der,
handel worde bevorderd. Naar zijn over
tuiging zal de opbrengst van den dienst der
Posterijen en Telegrafie er zeer zeker niet
door verminderen, eer het tegendeel.
In dit verband wijst de Centrale Raad ook
op den invloed, die verlaging van het bin-
nerdandsche porttarief kan hebben op het
in het buitenland doen drukken den posten
van voor het binnenland-bestemde stukken.
Hoewel het den Raad volkomen bekend is,
dat daartegen bereids van overheidswege
maatregelen genomen zijn, blijft toch het
feit bestsan, dat die maatregelen slechts
een gedeelte van het kwaad hebben kun-
,,'t Zou me nu onmogelijk zijn iets te ge
bruiken.... Als ik later iets noodig heb,
zal ik het aan Katrien zeggen."
De baas van den herberg „Au Martin
Pêcheur", was voorzeker geen teergevoelig
man, maar toch ging hij diep ontroerd heen.
Toen hij de kamer verliet, trad Pascal
binnen, vergezeld van een kleermaakster,
met doozen belad.en, en daar Martha zeer
verbaasd was legde de jongeman op be
hendige wijze en zeer kiesch uit waarvoor
hij was gaan zorgen.
De wees voelde zich verlegen en ont
steld, doch ze kon slechts toegeven aan
het aandringen van Pascal, die naar, om
zoo te zeggen, verplichtte, twee volledige
rouwtoiletten, eenvoudig, maar netjes, te
kiezen.
„Wat heb ik toch gedaan, mijnheer, om
door u met zooveel voorkomendheid over
laden te worden? Voor uw eigen zuster
zoudt u niet beter kunnen handelen."
„Dokter Thompson is rijk, juffrouw;, zeer
rijk zelfs...." antwoordde Bascal.
„Bovendien is hij zeer gevoelig. Hij kan
een andermans ongeluk niet zien, zonder
diep geroerd te zijn en zonder aanstonds
een middel te zoeken om dat ongeluk te
verzachten.
„Hij heeft u gezien, en van het eerste
oogenblik af hebt, ge zijn genegenheid ge
wonnen.
„De groote liefde, die gij hadt voor uw
moeder heeft hem getroffen; het herinnerde
hem aan het dochtertje, dat hij zoozeer
liefhad en dat hij verloren heeftZe
was veel jonger dan gij en toch zal hij nooit
getroost kunnen zijn over haar dood."
„O, mijnheer, zeg hem toch als 't u be
lieft, dat ik hem van ganscher harte be
dank," zei Martha vurig, „en dat ik hem
mijn dankbaarheid zou willen toonen'
„Hij zou u antwoorden, dat ge geen
dankbaarheid verschuldigd zijt, en dat hij
reeds genoeg betaald is door het geluk van
u dienstig te hebben kunnen zijn."
Pascal ging weer heen, toen de modiste
klaar was. Een kwartier later zat hij met
Jacques aan het ontbijt, terwijl ze door
Lureau bediend werden.
De willen niet verder uitwijden over die
droevige tooneelen.
Alleen willen we zeggen, dat Martha den
geheelen nacht bij het lijk wilde doorbren
gen, doch uitgeput van vermoeienis sloot
ze toch, kort voor den dageraad de oogen
en bieef eenige uren in een onrustigen
slaap liggen, die haar toch goed deed, want
bij het ontwaken voelde zij zich sterker.
In den morgen kwamen Jacques en Pas
cal haar bezoeken en haalden haar over,
iets te eten, hetgeen haar nog beter op
beurde dan de slaap.
Het meisje wilde in haar vervoering dok
ter Thompson bedanken, maar zoowel
Jacques als Pascal onttrokken zich beiden
aan de betuigingen van haar dankbaarheid,
wat van hun kant gezien zeer slim was.
XVII.
Op verzoek van Pascal had de baas van
den „Martin Pêcheur" zijn vrienden ver
zocht, de lijkplechtigheden bij te wonen en
toen het oogenblik gekomen was, bevonden
zich een dertigtal personen in de gelagka
mer en bij de deur van den herberg.
Vrouw Lureau en twee of drie andere
vrouwen, gingen naar Martha, welke
Jacques en Pascal zoo goed mogelijk aan
moedigden, om zich niet geheel en al door
droefheid te laten meesleepen, daar ze toch
kracht noodig had om alles te volbrengen
tot het einde toe.
Een rijtuig, door Pascal besteld, wachtte
voor de deur. Martha en vrouw Lureau met
nog twee andere vrouwen namen er in
plaats.
Tranen zijn aanstekelijk.
Toen zc Martha zoo zagen snikken, kon
den ook de vrouwen haar tranen niet weer
houden en ze weenden mee, als was het
meisje haar naaste bloedverwant of beste
vriendin.
In de kerk had de wees de macht om
haar droefheid te bedwingen.
Ze bad en ze voelde zich door het gebed
verlicht, maar op het kerkhof kon ze haar
wanhoop niet meer bedwingen en op het
oogenblik, dat de lijkkist in den grafkuil
neergelaten werd, en de eerste schoppen
aarde met doffen klank neerploften op de
kist, viel ze in onmacht en men moest haar
in het riiluig dragen.
Alles was volbracht. e
Het ongelukkige meisje was nu voor altiji
gescheiden van haar moeder, haar be
schermster, die de eenige was, die haar had
kunnen behoeden voor de hinderlaag, welke
de twee ellendelingen haar legden.
Jacaues Lagarde gaf zich terdege reken
schap van den zedelijken toestand, waarir
het arme meisje verkeerde.
Hij wist, hoe zeer het kind getroffen was
door dat wréed en onherstelbaar verlies
dat zij had moeten ondervinden, maar hi
wist ook, dat de hevigste smarten niet al
tijd duren.
Om zooveel mogelijk Martha's verdriet t«
verzachten, moest men voor haar iedere af
zondering vermijden en haar vooral belet
ten in de kamer te komen, aarin ze wee:
het geheele schouwspel van den dood harei
moeder zien zou.
De weeze werd teruggebracht naar den
herberg en door vrouw Lureau te bed ge
legd, in een andere kamer, die voor haar
was gereedgemaakt.
Haar kleeren en eenige voorwerpen, die
haar toebehoorden, waren door de meid op
die kamer gebracht.
Jacques Lagarde. of liever. Dokter
Thompson, schreef een drankje voor, wat
bij het meisje een volkomen zedelijke en
lichamelijke verdooving teweeg bracht. Een
lange, diepe slaag volgde.
Katrien, door Jacques ruimschoots be
taald, waakte den geheelen nacht bij baar