BUITENLAND BINNENLAND. Tweede Blad 19 November 1923 Jit de Pers, Rond de Kabinetscrisis. Het roede testament, Vandaag zal de Gezantenraad een gemeenschappelijke nota trachten te ontwerpen over den terugkeer van den Duitschen Kroonprins. De verkiezingsactie in Engeland; een scherpe rede van Lioyd George tegen Frankrijk en de afgetreden regeering. Een rede van Poincaré; „het uur der concessies (tegenover Duitschland) is voorbij." Onder de Telegrammen: De Zondags-redevoering van Poincaré; de de mislukking der Herstel-conferentie moet niet aan Frankrijk maar aan de andere geallieerden worden geweten, die een onderzoek der Duitsche rijkdommen in hun eigen land vreezen; de verdragen zullen tot het uiterste gehandhaafd blijven. Venizelos tegen den republikeinschen regeerings- vorm. De geweldige storm van gisteren; een Hollandsch schip vergaan; een Deensch eiland overstroomd. Verbod van massaontslag in het Roergebied. FEUILLETON. GEM. BUITENl. BERICHTEN. éfKMEHLÉHëS&H HIEc'Wf VERKEER EN POSTERIJEN. De mesning van Mr. Dresselhhuys. In een onderho'ud dat een der vertegen woordigers van het Nederlandsch Corr. Bu- rea. Vrijdag met Mr. N. C. Dresselhuys, lid der Tweede Kamer en voorzitter van den Vrijheidsbond hcsft gehad, heeft deze liberale staatsman, naar aanleiding van het feit, dat thans aan Mr. Kooien de vorming van een kabinet is opgedragen, o. m. ge zegd: „De Kabinetsformateur zou de vervul ling zijner taak kunnen beproeven in het samenstellen van een parlementair kabinet, met als werkprogram de economische en financieele reconstructie van het rijk door samenwerking van al die politieke partijen, welke oprecht tot dien wederopbouw en die bezuiniging willen samengaan en dan net terzijdestelling van alle politieke vraag stukken, welke voor het hoofddoel niet behoeven te worden aangeroerd. Die ge dachte kan ongetwijfeld ook met het laatste Kamervotum in harmonie worden be schouwd en zij zou zonder den minsten wijfel volkomen steun vinden en sympathie bij de natie. Daartoe zou noodig zijn, dat de politieke groepen, welke wilden mede werken, vele politieke verlangens en belan gen achterstellen bij het groote nationale belang en reconstructie en economisch her- Tel; zij zouden groote offers moeten bren- en wellicht politieke winsten voor komen de verkiezingen in de waagschaal stellen. Dan zou op een vooraf scherp te omlijnen rogram, dat zich niet zou beperken tot op pervlakkige en dus niet afdoende bezuini ging, maar inderdaad een reorganisatie der estaande staatsverhoudingen en der wet- 'eving zou moeten omvatten, samenwer king zijn te zoeken en reconstructie na te treven. Waarbij ongetwijfeld ook diepe loven tusschen beginselen en partijen zich I ouden openbaren, maar waarbij toch on getwijfeld in ons parlement een meerder heid te vinden ware, welke als basis voor oodanig werkprogram ware te bezigen, j De medewerking zou practisch voor alle o ar tij en openstaan; de niet-medewerkers bonden voortgaan met eigen partijpolitiek, ben nationaal-parlementair kabinet behoeft J iu niet onmogelijk te zijn. Indien althans j aiet de vaak uitgesproken grief tegen ons parlementaire stelsel, dat iedere partij door ucht naar uitbreiding van eigen erf den jemeenschappelijken grond verwaarloost, /aarheid bevat en indien de formateur niet n staat blijkt de nationale gedachte over -artij-egoïsme te doen zegevieren. Mij chimt het zeker, dat zoodanig kabinet een- ïaal gevormd en zijn wil den lande ken baar gemaakt hebbend, bij mogelijke la- ere parlementaire tegenwerking veilig een beroep op de kiezers zoude kunnen wagen. DE OPDRACHT AAN MR. DR. KOOLEN. De' „Msb." veronderstelt, dat dr. Kooien vóór alles de oplossing zal zoeken in de richting van een kabinet uit de rechterzijde. Zoo er in dit opzicht iets kan worden on dernomen, aldus het blad, hij zal het niet nalaten. „Maar zal het zelfs hem mogen geluk ken? Nog steeds zijn het de anti-revolution- naire broeders, die door hun starre vast houdendheid aan het eenmaal ingenomen standpunt de gewenschte afwikkeling der crisis remmen. Zij willen tot eiken prijs, in de tien Katholieke tegenstemmers woord brekers zien." De „Tijd" zegt o.m.: De adviseurs van de Kroon zullen op Mr. Troelstra na wel geadviseerd heb ben, een man te kiezen, die zich de mede werking ook van de groote meerderheid der rechtsche partijen, d.i. van de voor stemmers bij de Vlootwet, kan verzekeren. Het blad vervolgt dan: „Wie H, M. zulk een advies hebben ge geven kan men gemakkelijk raden. Dat mr. Marchant in die richting stuurde, is uit zijn publieke adviezen wel duidelijk ge bleken. En de opdracht aan mr. Kooien, nog vóór dat iemand van links aan de beurt is geweest, wijst er op, dat ook mr. Dresselhuys naar de rechterzijde zal heb ben gewezen om daar den man te zoeken, die de oplossing der crisis althans kan pro- beeren. Bij den leider van den Vrijheids bond kan ook wel de overweging hebben gegolden, dat uit het afstemmen der Vloot wet door een heterogene „meerderheid" jals men de helft der Kamer zoo mag noe men) nog niet volgt; dat de meerderheid der Kamer tegen deze Vlootwet, laat staan tegen de verdediging van Indië is. Zij is tegen de Vlootwet nu. Meer niet. Uit de opdracht aan mr. Kooien mag men o.i. met vrij groote zekerheid concludeeren, dat, behalve mr. Troelstra, de leiders der linksche partijen bedankt hebben voor de eer, om een regeering uit de oppositie te steunen, die het bewind uit de handen van den heer Ruys zou willen overnemen. De linkerzijde heeft daardoor hare onmacht er kend nog vóór dat zij haar krachten aan de oplossing der crisis heeft beproefd." Intusschen wil het ons voorkomen, dat mr. Kooien, die met een begrijpelijke voor zichtigheid de opdracht in overweging heeft genomen, sterker zou staan, wanneer de raad der anti-revolutionnairen was gevolgd en de linkerzijde in de gelegenheid ware gesteld haar absolute, onmacht om Neder land te regeeren ook naar buiten duidelij ker te doen blijken. Men kan mr. Kooien bij deze moeilijke taak alle succes toewenschen, zonder aan een spoedige oplossing der crisis te ge- looven." DE OPDRACHT VAN MR. KOOLEN. „Het Centrum" (R. K.) betuigt zijn in stemming met de benoeming van mr. Koo ien tot kabinetsformateur. Het blad schrijft: Mr. Kooien is een man van grooP gezag in de Kamer en daarbuiten een man van uitgebreide kennis van nuchter zakelijk oordeel en wiens belangstelling zich zeer bijzonder ook richtte op het moeilijke en thans zoo actueele vraagstuk der financiën. Herhaaldelijk trad hij in de Kamer als woordvoerders onzer partij over dat on derwerp op. Daarbij is hij in algemeenen zin een per soonlijkheid tot leiding geven als geroe pen. Hij deed daarvan blijken door zijn jarenlang presidium van den Algemeenen Bond van R. K. kiesvereenigingen En niet minder door de wijze waarop hij de verre van gemakkelijke taak als voorzitter der Tweede Kamer wist te vervullen. Dat hem een opdracht tot kabinetsfor matie is verleend zal daarom gelooven wij, naar verschillende zijden voldoening wek ken. Hij zal dit staat wel vast bij allen, die hem kennen niet over ijs van één nacht gaan maar zorgvuldig wikken en wegen." DE ANTI-REVOLÜTIONNAIREN AFZIJDIG? De „Rotterdammer" (A. R.) schrijft over de opdracht aan mr. Kooien: „In verband met dit bericht vestigen wij er de aandacht op, dat, naar wij meenen te weten, het door de A.-R. Kamerclub vanaf den aanvang der crisis ingenomen standpunt, dat zij onder de huidige omstan digheden haar medewerking aan de vor ming van een rechtsch Kabinet zonder meer niet zal kunnen verleenen nog altijd geen wijziging heeft ondergaan." „De Nederlander" (C.-H.) laat een pessi mistisch geluid hooren. Wij lezen o.m.: „De voorzitter van de Tweede Kamer, de heer Kooien, zal dus gesteund door het vertrouwen van de Koningin, de vredema- ker moeten zijn eerst wellicht nog in eigen kring en daarna tusschen de drie groe pen der rechterzijde, opdat de regeerings- wagen, die op 26 October in het modder- spoor bleef steken weder zou kunnen voort rijden. Omtrent de bekwaamheden, de geschikt heid en geachtheid van den heer Kooien vereenigen wij ons volkomen met het gun stig oordeel van den heer Van Vuuren. Maar ook de beste en knapste kan niet wegnemen de tegenstelling tusschen Roomsch en Protestant en de rechtmatige ontstemmiag eener politieke partij, die zich in haren leider miskend en gegriefd acht. Er zal van den heer Kooien heel wat zeemanschap en van de rechtsche groepen heel wat zelfverloochening gevorderd wor den, eer het zóó ver komt, dat de heer Kooien de opdracht, die hij in overweging nam, werkelijk kan aanvaarden. En dan komt nog het moeilijkste: het vinden van overeenstemming omtrent de hoofdlijnen van het te volgen beleid. Wie de hierboven genoemde punten nog éénmaal in gedachten herhaalt zal verstaan hoe moeilijk het vinden eener bevredigende oplossing zijn moet. Inderdaad er is op 26 October een rake worp gedaan. Er brak veel en van groote waarde. Het noodzakelijk herstel, waar mede gisteren een begin werd gemaakt vraagt meer schranderheid en offervaardig heid dan wel ooit voor zulk een opbouw gevorderd waren." De Gezantenraad. Reuter verneemt, dat op verzoek van de Engelsche regeering de vergadering van den gezantenraad te Parijs Zaterdag tot heden, «Saandag is uitgesteld, in de hoop, dat een gemeenschappelijke formule kan worden-je vonden, ten aanzien van de kwest - van 's kroonprinsen terugkeer en de i re controle. Van gezaghebbende zijde r:, - kert men, dat de Engelsche regeering bare.d is bij Duitschland te protcstieren tegen 's kroonprinsen terugkeer, alsmede ten aan zien van de hervatting van de militaire con trole, maar dat zij bezwaar heeft aan de nota van verzet clausules toe te voegen, welke dreigen met nog meer sancties. Engeland, Frankrijk en de Ver. Staten. Mc Neill, de onderstaatssecretaris van bui tenlandsche zaken heeft in een rede te Cam bridge den buitenlandschen toestand bespre ken. Hij zei, dat het allesbeheerschende stre ven van de regeering is geweest om „een on verzwakten band te handhaven tusschen En gland's bondgenooten in den grooten oorlog. De regeering had steeds angstvaiilg getracht een kloof tusschen haar en de Fransche re geering te vermijden en op een cogen- blik sprekend waarin de toestand bijzonder moeilijk is wilde hij alleen zéggen, dat hij zelfs nu nog weigerde (ofschoon de redenen zijn voor ernstigen twijfel) de hoop te laten varen dat „onze Fransche vrienden ons ook thans nog in staat stellen zullen, met hen in samenwerking te arbeiden, terwijl wij onze eigen belangen en weg volgen die wij juist achten." Met betrekking tot de onlangs door gene raal Smuts afgelegde verklaring zei Mc Neill dat de regeering het met hem geheel eens is wat betreft het geloof, dat de beste hoop voor de wereld in de toekomst is gelegen :n sa menwerking tusschen het Britsche rijk en de Vereenigde Staten. De regeering is even ver langend als Smuts om die samenwerking tus schen Engeland en de Vereenigde Stanen zoo ver mogelijk te laten gaan en van ganscher harte te doen zijn door iedere behandeling die de Amerikaansche regeering mogelijk zou achten door te zetten. Engeland en Frankrijk. Hoewel het natuurlijk zoo goed als on denkbaar is, dat het ministerie Baldwin on der de huidige omstandigheden zou over gaan tot een principieele beslissing op het ge bied van buitenlandsche politiek is de toe stand toch op dit oogenblik van dien aard, dat feitelijk de buitenlandsche aangelegenheden meer aandacht trekken dan de verkiezingen. Feitelijk is men weer teruggekeerd op het punt, waarop Baldwin in Augustus j.l. zijn nota aan Frankrijk richtte, doch het standpunt 'van toen,dat tijdelijk ietwat gewijzigd scheen door de samenkomst van Poincaré en Bald win te Parijs, is nu nog veel scherper om schreven dan toen, zoowel door de jongste verklaringen van den Engelschen premier, als door de omineuze woorden in de sluitings rede des konings. Dit valt te meer op, aangezien Frankrijk juist thans met nieuwe eischen komt, die derhalve voor Engeland onaannemelijk zijn. Daar zoowel Italië als ditmaal ook België het met Engeland eens zijn, dat verdere sancties onpractisch en ongewenscht zijn, is Frank rijk nu in een geïsoleerde positie gekomen en de groote vraag is welke consequenties dit feit mee zal brengen, zoowel voor Frank rijk en de overige leden der Entente als voor Duitschland. Hoewel Baldwin zich vermoedelijk wei nig over de buitenlandsche politiek zal kun nen uitlaten bij den verkiezingsstrijd gelooft men, dat Lloyd George, die de taak der be strijding van de zittende regeering met As- quith deelt, voornamelijk juist de buiten landsche staatkunde als voorwerp zijner kri tiek zal kiezen. Te Norwich hield lord Derby, de vroegere Engelsche gezant te Parijs, een rede, waarin hij zijn spijt uitsprak over Frankrijk's hou ding ten aanzien der voorstellen voor het onderzoek van Duitschland's toestand. Spre ker beschouwde met ontsteltenis de huidige Fransche gedragslijn. De verkiezingscampagne in Engeland. De Engelsche bladen melden, dat Baldwin aan de katoenindustrie van Lancashire plech tig beloofd heeft, dat hij op onbewerkte ka toen geen belasting zal leggen. Men verwacht dat deze mededeeling een belangrijken in vloed zal hebben op de houding van Lancas hire bij de algemeene verkiezingen. De arbeiderspartij gaf Zaterdag een mani fest uit, dat haar verkiezingsprogram bevat. Het manifest stelt vast, dat protexetie geen tniddel is tegen werkloosheid. Het program verklaart zich vóór een politiek van inter nationale samenwerking door middel van een versterkten en vergrooten Volkenbond. Het plan tot heffing-in-eens wordt aldus omschre ven de kanselier van de schatkist in een arbeidersregeering zou een niet terugkeerende gegradueerde kapitaalsheffing opleggen voor kapitalen boven de 5000 welke uitsluitend zou dienen tot aflossing der oorlogsschuld He* was Zaterdag een gedenkwaardige dag in den verkiezingsveldtocht, daar Lloyd George, Churchill, Amery en Sir John Si mon redevoeringen hielden. Ofschoon men verwachtte, dat dc drie staatspartijen Zater dag alle een manifest zouden uitgeven, be antwoordde alleen de Labourpartij aan de verwachting. Lloyd George hield zijn eerste openbare rede sedert de liberale hereeniging te Nort hampton, waar hij geestdriftig is ontvangen. Hij merkte op, dat het land bij de laatste vex- kiezing den raad van de linksche extremisten verwierp zonder het groote gevaar te be seffen van de rechtsche extremisten, die alle bekwame mannen, een uitgezonderd, uit conservatieve partij hadden gejaagd, teneinde hun politiek van reactie te kunnen laten zege vieren. Lloyd George stelde het voor alsof de gansche conservatieve campagne bedoeld is om de aandacht van het schromerlijk fa! n T van de huidige regeering af te leiden. Met een verwijzing naar Poincaré's rede van vandaag, welke hij een dreigement met net eindigen van de entente noemde, zeide Lloyd George, dat Poincaré het arme entente kindje een Zaterdagavondblad geeft in zwa velzuur om het frisch en schoon te houden. Hoe kan het arme kind onder zoo'n behande ling gedijen. Onder de huidige regeering was Engeland eer. te verwaarloozen factor in de raadslagen van Europa. Engeland's voorstel len-werden verworpen en er gebeurde niets. Engeland telde niet mee, Engeland was de moeite van het raadplegen niet waard. Dit was vernederend en omdat de huidige re geering van de zaken een rommelzoodje had gemaakt, trachtte zij thans de aandacht van het land af te leiden naar iets anders. De alge meene verk'aring in Europa en Amerika is dat Engeland bang is voor de Fransche vlieg tuigen. Dit onverschrokken volk vreest niets en niemand en koestert in zijn hart slechts vrees voor God (toejuichingen). Weer een rede van Poin caré. „Het uur der conferentie is voorbij," Poin caré heeft een toespraak gehouden aan den maaltijd van het republikeinsche comité voor handel, nijverheid en landbouw. Hij herinnerde er aan, dat Frankrijk na het inci dent van Agardir in 1911 gehoopt had, dat zijn gematigdheid Duitschland ontwapenen zou en het had den oorlog in Europa trach ten te bezweren door een onafgebroken vredesactie. Thans na de overwinning en de ondertee- kening van den vrede, waarvan wij de vruch ten niet willen verliezen, hebben wij als eenig programma een nationale politiek van her opbouw, herstel en veiligheid. Wij moeten vóór alles den vrede opbouwen. Wij zijn eer lijke vrienden van de menschheid, maar wij kunnen ons de menschheid niet voorstellen zonder 'n welvarend en geëerbiedigd Frank rijk, dat wil zeggen zonder een Frankrijk, aan hetwelk volledige voldoening gegeven wordt, zoowel wat betreft het herstel van ge leden schade als waarborg van zijn veiligheid. De jongste gebeurtenissen zullen ons zeer zeker niet tot zwakheid tegenover Duitsch land doen neigen en zullen ons ook niet doen betreuren, dat wij de Roer bezet hebben. Integendeel moeten wij ons gelukkig ach ten, dat wij op het oogenblik Ret voornaam ste mijngebied en de groote wapenfabrieken van onze vroegere vijanden, die op het oogen blik ten prooi zijn aan nationalistische hartstochten en de gedachte aan weerwraak blijven voeden, onder onze bewaking hebben. Daardoor zijn wij in staat den vrede te ver dedigen en onze overwinning te redden. Wij zullen niet dulden, dat verzeker ik u, dat een van beide aangetast wordt. Het uur der con cessies is voorbij. Het vredesverdrag zal uit gevoerd worden goedschiks of kwaadschiks. Aan Duitschland den tijd en de middelen la ten om een nieuwe aanranding voor te berei den zou een misdaad tegen het nageslacht zijn en die misdaad zullen wij niet begaan. Een Duitsche nota aan Frankrijk over het sepa- ratisöie. De Duitsche rijksregeering heeft de Fran sche regeering een nota doen toekomen, waar in zij protesteert tegen den steun, dien de be zettingsoverheid aan de separatisten verleent. De nota voert ten bewijze daarvan aan, dat de separatisten onder toezien van de Fransche troepen gewapende benden vor men, die in de Fransche zone een waar schrik bewind uitoefenen en zich aan plundering en gevangennemingen te buiten gaan. Zoo is een toestand van rechteloosheid en anarchie ontstaan, ondanks de verklaring van de Fran sche regeering dat haar troepen de orde hand haven en ofschoon de overeenkomst omtrent het Rijnland den militairen bevelhebber het recht van handhaving der orde verleent, in geval de burgerlijke politie daartoe niet bij machte is. Voorts protesteert de nota tegen de uitin gen van De Metz en Tirard, waarin de door de separatisten geschapen toestand wordt er kend op grond van het zelfbeschikkingsrecht der volken. Dan wijst de nota op den onwan- kelbaren wil der bevolking van het Rijnland om in staatsgemeenschap met Duitschland te blijven en verlangt ten slotte dat de Fran sche troepen de orde zullep handhaven en de separatisten ontwapenen. De separatistische be weging. De separatistische beweging breidt zich uit in de Palts. In de streek van Bonn hebben botsingen plaats gehad tusschen separatisten en hun te genstanders. In de streek van Neuwied en Himberg heeft een strijd plaats gehad tusschen sepa ratisten en boeren, die met revolvers en hand- grantaten gewapend waren. Er zijn 15 separa tisten gedood en verscheidene gewond. Een boer is gedood. Er is een campagne Tunesische tirailleurs naar Honnef gezonden omde orde te bewaren. De regeering van de Beiersche Palts heeft Spiers aan de separatisten moeten laten en heeft zich te Ludwigshafen geïnstalleerd. De Koelnische Volkszeitung verneemt uit Neuwied, dat de separatisten op last van de Rijnlandcommissie Linz en Unkel hebben moeten verlaten. Te Rheinbreitbach en Linz hadden bloedige botsingen plaats, waarbij de separatisten het veld hebben moeten rui men. Zij trokken terug naar Honnef. 19 Na verloop van een uur kwam hij terug: al de boodschappen waren gedaan. De begrafenis zou den volgenden dag plaats hebben. De kosten bedroegen geza menlijk driehonderd francs. „Wat een eerlijk man toch, die dokter Thompson," dacht de waard, terwijl hij het overgebleven geld teruggaf.... Als alle Amerikanen zoo zijn, zou ik haast lust krijgen zelf naar Amerika te gaan!" Lureau ging naar Martha terug, om de papieren terug te brengen, die ze hem had gegeven en om te zeggen, dat hij de bood schappen had gedaan. „En hebt gc alles beta&ld?" vroeg het meisje, na al zijn mededeelingen te hebben aangehoord. „Alles contant betaald, juffrouw Martha. Ge hebt nu voor niets te zorgen. Dokter Thompson wil, dat ge er niet aan zoudt denken, ge hebt reeds genoeg met uw verdriet. Zulk een man treft men niet veel aan, zooals dokter Thompson! Een hart van goud, dat zeg ik en 't is een waar geluk voor u juffrouw, dat hij hier was en zoo'n groot belang in u stelt. Lureau dacht, zooal» hij zeide. Wat Martha betreft, hoe had het kind kunnen raden, zelfs maar kunnen vermoe den, dat de zoo edelmoedige handelwijze van die twee mannen, slechts de afschu welijkste plannen verborg. In haar hart bedankte zij God, die haar dien troost in haar tegenspoed had gezon den en haar dankbaarheid werd nog groo- ter. Martha was bijna nog een kind. Ze had een eenvoudigen aard, doch ze bezat een sterke en moedige ziel. Op de uitingen van droefheid en wan hoop volgde een betrekkelijke kalmte. Haar droefheid bleef dezelfde, maar was nu meer innerlijk, dan dat zij ze uiterlijk vertoonde. Ze kon nu denken, overwegen en den omvang van haar ongeluk begrijpen. „Om de waarheid te zeggen, juffrouw," hernam de herbergier, ge moest deze kamer verlaten't Is hier te droevig voor u.... Katrien zal hier# blijvenIk zal u een andere kamer geven, hiernaast op dezelfde verdieping." Martha schudde het hoofd. „Neen," antwoordde ze, „mijn plaats is hier, omdat moeder hier is.... Ik zal hier blijven „Zooals u wilt, juffrouw.... maar u moet er toch aan denken iets te eten,... Men wordt zwak als men niet eet." Uit het bezette gebied. Te Keulen hebben nieuwe besprekingen plaats gehad over het oprichten van een Rijr.- landsche emissiebank. Tirard was er bij ver tegenwoordigd. Hagen, de ontwerper van het plan, is in den avond naar Berlijn ver trokken. De plunderingen hebben aangehouden in verschillende plaatsen in het Roergebied. Tengevolge van de gevechten tusi chen se paratisten en anti-separatisten in de streek van het Zevengebergte had de gedelegeerde van de hooge Rijnland-commissie een com pagnie Fransche soldaten ontboden om de strijdenden te ontw;penen. Een duizendtal separatisten liet zich zönder tegenstand ont wapenen en naar Honnef brengen. De anti separatisten ontvluchtten. Een eskadron rui terij en troepen zijn naar de omliggende bos- schen gezonden om die te doorzoeken. Er is te Mainz een technische bespreking begonnen tusschen de autoriteiten van de Fransch-Belgische spoorweg-regie en de ver tegenwoordigers van de Duitsche spoorwe gen met het oog op een hervatting van het verkeer. Zaterdagmiddag hadden te Buër groote samenschoolingen plaats, die een dreigend karakter aannamen. Zwaar gewapende Bel gische patroeljes trokken door de stad. Ook werden gepantserde auto's en militaire wiel rijders ontboden. De militairen behoefden echter nergens tusschenbeide te komen, daar er een hevige regen begon te vallen, die de menschenmassa uiteenjoeg. Tegen den avond was het geheel kalm. Tegenspraak. In tegenspraak met de beweringen van Foch in den Gezantenraad wordt van gezag- hebbenden Duitschen kant nogmaals gecon stateerd dat de rijksweerbaarheid beneden de in het verdrag van Versailles voorziene sterkte van 100.000 man blijft. Behalve de rijksweerbaarheid heeft Duitschland voor de handhaving der orde nog 150.000 man veiligheidspolitie (Schupo). De voorraden munitie zijn juist voldoende voor de drin gendste behoeften. Wat de onwettige bonden met militair karakter betreft, herhaalt de rijksregeering dat zij daartegen krachtig optreedt en zij herinnert er aan dat de vorming van die bon den juist voortvloeit uit de Fran De slagvaardigheid van Lloyd George in het debat speciaal wanneer hij zich be vindt in zijn eigen arena het Lagerhuis, of op een kiezersvergadering is spreekwoor delijk. Maar soms komt zelfs een Lloyd Geor ge in de schermutselingen met woorden te staan voor een bouw waarvoor hij geen pa rade heeft. Zoo onlangs in het Lagerhuis- Lloyd George hield er een rede tegen den parlementsontbindingszet van Baldwin. Zijn aanhangers in de beide kampen der liberalen juichten hem telkens toe, maar van den kant der conservatieven en arbeiderspartijders hagelde het interrupties. Vooral de arbeiders- afgevaardigde Kirkwood viel den voorma- ligen eerste-minister onophoudelijk in de rede. „Ik zal een afspraak aangaan met mijn vriend," zei op het eind Lloyd George. „Ik wil het stellen zonder de toejuichingen, als hij mij zijn interrupties bespaart." „Ja," risposteerde Kirkwood, „maar u houdt nooit uw afspraak Het geheele Huis schaterde het uit. Lloyd George zelf was duidelijk uit het veld ge slagen. Hij vond geen repliek. De toestand van den gewezen rijkskan selier dr. Wirth, die van de laatste H.H. Sac ramenten der stervenden werd voorzien, is weer eenigszins verbeterd. De patiënt is echter nog niet buiten gevaar. In de Berliner Volkszeitung stelt de ge wezen kapitein Faber de vraag waarom het rijk nog steeds aan generaal Ludendorff een zeer hoog pensioen blijft uitbetalen hoewel voldoende bewezen is dat de generaal zich aan hoogverraad heeft schuldig gemaakt. Te Netzschkau in Vogtland drongen gisteren twee mannen binnen in de woning van den heer Hirrch, sociaal-democratisch lid van den gemeenteraad. Zij losten 10 a 12 revolverschoten zonder echter iemand te treffen. Toen de politie ter plaatse verscheen, schoot het tweetal op de agenten. Een dezer werd levensgevaarlijk gewond. Men slaagde er toen in het tweetal gevangen te nemen. Nu bleek, dat zij onder hun burgerkleeren uni formen van soldaten van de rijksweerbaar heid droegen. Spoedig na de arrestatie van het tweetal verschenen twee auto's met sol daten van de rijksweerbaarheid in de ge meente. Nadat de soldaten de straten had den afgezet, arresteerden zij het raadslid Hirsch en diens zoon. De Zuid-Slavische regeering heeft op dracht gegeven tot den bouw van een brug over den Donau tusschen Belgrado en Pan- cevo. Deze brug zal naar lengte en construc tie gewicht de grootste van geheel Europa worden. Het totaalgewicht zal ongeveer 30.000 ton bedragen. De bouw geschiedt op rekening van de Duitsche vergoedingsleve ranties. De Russische volkscommissaris van ar beid rifcht in de bladen, die in de provincies verschijnen, een waarschuwing tot de arbei ders, die naar Moskou en St. Petersburg wil len gaan om daar werk te zoeken. In Moskou en St. Petersburg toch heerscht groote werk loosheid. Herhaaldelijk hebben Berlijnsche win keiiers in de laatste tijden geweigerd papier mark in ontvangst te nemen. De politieauto riteiten te Berlijn herinneren er daarom aan dat de papierenmark steeds nog wettelijk be taalmiddel is en dus in ontvangst moet wor den genomen. Wie zulks niet doet is straf baar. In een aanval van waanzin, die vermot delijk was veroorzaakt door de jongste ge beurtenissen, begaf een landbouwer en lid van den gemeenretaad van Bentheim in Beie ren zich naar zijn buurman en deelde deze mede het bevel te hebben ontvangen hem dood te schieten. Daarop wondde hij hem le- vensgévaarlijk met een geweerschot. Ver volgens begaf de waanzinnige zich naar een naburig landgoed waar hij de vrouw van den landgoedbestuurder en haar kind, dat zij op den arm droeg, neerschoot. Het kind werd ernstig verwond. Nadat de krankzinnige nog de weduwe van een landbouwer had doodgeschoten en een andere vrouw ernstis had gewond kon hij eindelijk worden over mand. Hij is in een gesticht opgesloten. MILITAIRISME EN SOCIALISME. In de dagen van het „vlootwetschandaal is weer ijverig gescholden op het militai- risrae. De sociaal-democraten hadden hierbij leiding. Handige politiekers als zij zijn, wisten zij den anti-militairistischen geest van ons volk in het voordeel van hunne partij te exploiteeren. Wij hebben gewaarschuwd. 't Is geen zuivere koffie, wanneer socia listen voorop gaan, om het militairisme te bestrijden. Dan zit er iets anders achter; want uii beginsel kan een sociaal-democraat nie' anti-militairistzijn. Zijne leer van den klas senstrijd is immers van denzelfden geest al: het militairisme. Beide steunen op de macht en het geweld. Het meest consequente socialisme, zooal: dat van Rusland, houdt dan ook het sterk ste leger op de been; het steunt op de dic tatuur, beschermd door de macht der wa penen. „Het Volk" ontkent elke verwantschap met de heerschers in Rusland, althans sinds 1919, en zal ook wel ontkennen, wat hier verklaard wordt. In „De Volkskrant" wijst nu de heer Henri Hermans „Het Volk" op wat de re dactie van dit blad schreef ln haar artikel over „Het vertrek van den kroonprins" op 12 November j.l. Daar staat letterlijk: „Er kunnen hoogere nationale cu internationale „elang zijn, die boven wet en recht gaan." Wat is dit anders dan het beginsel van het militairis me? Op grond van dezelme stelling heeft het Pruisische militairisme in 1914 België vertrapt en wordt nu het Roergebied door het Fransche militairisme gekoeionneerd. 't Is de stelling, die er logisch toe leidt, dat de macht boven het recht wordt geplaatst. Militairisme van het zuiverste soort! Laten de onnoozelen, die in de socialis ten anti-militairisten zien, omdat zij in ons land ontwapening eischen, hieraan bijzon dere aandacht schenken! Militairisme is eene gezindhed, niet ver- eenigbaar met eene redelijke zorg voor de onafhankelijkheid van ons land, maar ge heel overeenstemmend met bet socialisti sche beginsel van den klassenstrijd. DE KABINETSCRISIS. De Haagsche correspondent van de „Standaard" meldt, dat Mr. Kooien hier en daar personen schijnt te polsen over de mogelijkheid der vorming van een extra parlementair kabinet, dat dan als voor naamste taak zou hebben de oplossing van het bezuinigingsvraagstuk. GENERAAL SMUTS EN JHR. VAN SWIlÏDEREN. Gemeld wordt dat generaal Smuis, voor hij Vrijdag uit Southampton naar Kaapstad vertrok, een lang gesprek in het Neder landsch met den Nederlandschen gezant te Londen heeft gevoerd. HET POSTTARIEF. De Centrale Raad van Vakbonden in het Grafisch en Boekbedrijf heeft mede namens een aantal andere onderteekenaars een adres gezonden aan den minister van wa terstaat. waarin hij den minister verzoek: een verlaging van het posttarief ter hanc te nemen opdat daardoor niet alleen ver laging van de onkostenrekening, welïe ir allerlei vorm aan verschillende onderne mingen in ons land het bestaan moeilijk maakt, bereiki worde, doch bovendien dt werkgelegenheid in de grafische industrieën worde verruimd en een opleving van der, handel worde bevorderd. Naar zijn over tuiging zal de opbrengst van den dienst der Posterijen en Telegrafie er zeer zeker niet door verminderen, eer het tegendeel. In dit verband wijst de Centrale Raad ook op den invloed, die verlaging van het bin- nerdandsche porttarief kan hebben op het in het buitenland doen drukken den posten van voor het binnenland-bestemde stukken. Hoewel het den Raad volkomen bekend is, dat daartegen bereids van overheidswege maatregelen genomen zijn, blijft toch het feit bestsan, dat die maatregelen slechts een gedeelte van het kwaad hebben kun- ,,'t Zou me nu onmogelijk zijn iets te ge bruiken.... Als ik later iets noodig heb, zal ik het aan Katrien zeggen." De baas van den herberg „Au Martin Pêcheur", was voorzeker geen teergevoelig man, maar toch ging hij diep ontroerd heen. Toen hij de kamer verliet, trad Pascal binnen, vergezeld van een kleermaakster, met doozen belad.en, en daar Martha zeer verbaasd was legde de jongeman op be hendige wijze en zeer kiesch uit waarvoor hij was gaan zorgen. De wees voelde zich verlegen en ont steld, doch ze kon slechts toegeven aan het aandringen van Pascal, die naar, om zoo te zeggen, verplichtte, twee volledige rouwtoiletten, eenvoudig, maar netjes, te kiezen. „Wat heb ik toch gedaan, mijnheer, om door u met zooveel voorkomendheid over laden te worden? Voor uw eigen zuster zoudt u niet beter kunnen handelen." „Dokter Thompson is rijk, juffrouw;, zeer rijk zelfs...." antwoordde Bascal. „Bovendien is hij zeer gevoelig. Hij kan een andermans ongeluk niet zien, zonder diep geroerd te zijn en zonder aanstonds een middel te zoeken om dat ongeluk te verzachten. „Hij heeft u gezien, en van het eerste oogenblik af hebt, ge zijn genegenheid ge wonnen. „De groote liefde, die gij hadt voor uw moeder heeft hem getroffen; het herinnerde hem aan het dochtertje, dat hij zoozeer liefhad en dat hij verloren heeftZe was veel jonger dan gij en toch zal hij nooit getroost kunnen zijn over haar dood." „O, mijnheer, zeg hem toch als 't u be lieft, dat ik hem van ganscher harte be dank," zei Martha vurig, „en dat ik hem mijn dankbaarheid zou willen toonen' „Hij zou u antwoorden, dat ge geen dankbaarheid verschuldigd zijt, en dat hij reeds genoeg betaald is door het geluk van u dienstig te hebben kunnen zijn." Pascal ging weer heen, toen de modiste klaar was. Een kwartier later zat hij met Jacques aan het ontbijt, terwijl ze door Lureau bediend werden. De willen niet verder uitwijden over die droevige tooneelen. Alleen willen we zeggen, dat Martha den geheelen nacht bij het lijk wilde doorbren gen, doch uitgeput van vermoeienis sloot ze toch, kort voor den dageraad de oogen en bieef eenige uren in een onrustigen slaap liggen, die haar toch goed deed, want bij het ontwaken voelde zij zich sterker. In den morgen kwamen Jacques en Pas cal haar bezoeken en haalden haar over, iets te eten, hetgeen haar nog beter op beurde dan de slaap. Het meisje wilde in haar vervoering dok ter Thompson bedanken, maar zoowel Jacques als Pascal onttrokken zich beiden aan de betuigingen van haar dankbaarheid, wat van hun kant gezien zeer slim was. XVII. Op verzoek van Pascal had de baas van den „Martin Pêcheur" zijn vrienden ver zocht, de lijkplechtigheden bij te wonen en toen het oogenblik gekomen was, bevonden zich een dertigtal personen in de gelagka mer en bij de deur van den herberg. Vrouw Lureau en twee of drie andere vrouwen, gingen naar Martha, welke Jacques en Pascal zoo goed mogelijk aan moedigden, om zich niet geheel en al door droefheid te laten meesleepen, daar ze toch kracht noodig had om alles te volbrengen tot het einde toe. Een rijtuig, door Pascal besteld, wachtte voor de deur. Martha en vrouw Lureau met nog twee andere vrouwen namen er in plaats. Tranen zijn aanstekelijk. Toen zc Martha zoo zagen snikken, kon den ook de vrouwen haar tranen niet weer houden en ze weenden mee, als was het meisje haar naaste bloedverwant of beste vriendin. In de kerk had de wees de macht om haar droefheid te bedwingen. Ze bad en ze voelde zich door het gebed verlicht, maar op het kerkhof kon ze haar wanhoop niet meer bedwingen en op het oogenblik, dat de lijkkist in den grafkuil neergelaten werd, en de eerste schoppen aarde met doffen klank neerploften op de kist, viel ze in onmacht en men moest haar in het riiluig dragen. Alles was volbracht. e Het ongelukkige meisje was nu voor altiji gescheiden van haar moeder, haar be schermster, die de eenige was, die haar had kunnen behoeden voor de hinderlaag, welke de twee ellendelingen haar legden. Jacaues Lagarde gaf zich terdege reken schap van den zedelijken toestand, waarir het arme meisje verkeerde. Hij wist, hoe zeer het kind getroffen was door dat wréed en onherstelbaar verlies dat zij had moeten ondervinden, maar hi wist ook, dat de hevigste smarten niet al tijd duren. Om zooveel mogelijk Martha's verdriet t« verzachten, moest men voor haar iedere af zondering vermijden en haar vooral belet ten in de kamer te komen, aarin ze wee: het geheele schouwspel van den dood harei moeder zien zou. De weeze werd teruggebracht naar den herberg en door vrouw Lureau te bed ge legd, in een andere kamer, die voor haar was gereedgemaakt. Haar kleeren en eenige voorwerpen, die haar toebehoorden, waren door de meid op die kamer gebracht. Jacques Lagarde. of liever. Dokter Thompson, schreef een drankje voor, wat bij het meisje een volkomen zedelijke en lichamelijke verdooving teweeg bracht. Een lange, diepe slaag volgde. Katrien, door Jacques ruimschoots be taald, waakte den geheelen nacht bij baar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5