Tweede Blad
20 November 1923
Uit de Pers,
Rond de Kabinetscrisis.
BUITEN LA ND
Het roode testament.
Zoowel van Fransche als van Engelsche zijde blijkt toenadering om een
crisis in de Entente te voorkomen. De verkiezingsactie in Engeland;
Baldwin zet zij i economische politiek uiteen. De vergadering der Duit-
sche Volkspartij; een succes voor Stresemann en de Regeering; Strese-
mann dreigt met Rijksdag-ontbinding, ingeval de meerderheid van zijn
partij zich niet aan zijn zijde scharen zou. Venizelos' meening omtrent
den Griekschen regeeringsvorm.
Onder de Telegrammen: De positie van het Duitsche Kabinet; de be
slissing zal Vrijdag waarschijnlijk vallen. Het Beiersche kabinet; von
Kahr minister-president? Voorloopige overeenstemming bereikt in
den Gezantenraad omtrent de militaire controle. Een breuk in de En
tente weer voorkomen? Omtrent den terugkeer van den kroonprins
duren de besprekingen voort. Aardschokken in Frankrijk.
GEM. BUITENL. BERICHTEN,
FEUILLETON.
(Wordt yoortgeiet.)
EEN PROTESTANTSCHE PREMIER.
Vijf Amsterdamsche predikanten, de hee-
cn P. J. Kromsigt, H. Bakker, L. C. W.
ikering, A. Klinkenberg Jr. en A. G. H.
ran Hoogenhuyzen, hebben in De Neder
lander den wensch uitgesproken, dat aan
een Protestantsch premier de vorming van
een Kabinet zal worden opgedragen. Bij het
hoofdbestuur der Christ. Hist. Unie zoowel
als bij de Chr. Hist. Kamerfractie dringen
zij er op aan, dat in die richting met alle
kracht en beslistheid zal worden gewerkt.
EEN VERKLARING VAN MR. BEUMER.
Het Kamerlid mr. E. Beumer heeft op
een vergadering te Utrecht verklaard, dat
als de heer Kooien Kabinetsformateur
wordt hij wist op dit oogenblik dus van
het inderdaad verleenen van de opdracht
aan mr. Kooien nog niet af daaruit blijkt,
dat de adviezen, die aan de Kroon gegeven
zijn, in meerderheid bedoelden, de verant
woordelijkheid weg te doezelen. De anti-
revolutionnairen zijn niet bereid daaraan
mee te werken. Zij zullen niet met de R.-K.
kunnen meewerken, tenzij er van die zijde
waarborgen gegeven zijn, dat iets dergelijks
(d. w. z. de Vlootwethistorie) niet weer
gebeurt. s
DE STAPPEN VAN MR. KOOLEN.
Het „Hbld." schrijft:
„Van doorgaans goed ingelichte zijde ver
nemen wij dat de stappen, tot heden door
mr. dr. D. A. P. N. Kooien in de richting der
oplossing van de regeeringscrisis gedaan,
zich hebben bepaald tot het pogen, de drie
groepen der rechterzijde tot elkaar te bren-
gen.
Na met mgr. Nolens de mogelijkheden te
hebben nagegaan, die de opdracht van H.
M. tot een kabinetsformatie kunnen be
gunstigen, heeft de heer Kooien geconfe
reerd met in den Haag gevestigde leiders
der Christelijk-Historische en Anti-Revo-
lutionnaire fracties.
Deze besprekingen, die nog zullen wor
den voortgezet, hebben uiteraard slechts
een voorloopig karakter, maar tot rfh toe
wordt in Protestantsch-rechtsche leringen
aan het welslagen van dr. Kooien getwij
feld. De anti-revolutionnaire Kamerleden
men verzekerde ons dat geen enkele daar
van kan worden uitgezonderd voelen
niet veel voor de vernieuwing der rechtsche
coalitie. Het Kamerlid mr. J. A. de Wilde,
hoofdredacteur van de „N. Haartsche Ct.",
maakt zich van die gezindhheid der A. R.
leden van de Tweede Kamer de tolk door
in dat blad te verklaren, dat de tijd voor
zijne partij is gekomen om weder kracht
te zoeken in haar isolement. Buiten de
Kamerfractie gaan in anti-revolutionnaire
kringen andere stemmen op."
HET AANBOD VAN MR. DRESSELHUYS.
„Het Huisgezin" wijst het aanbod van den
Vrijheidsbond-leider, in diens bekend inter
view gedaan, van de hand:
Het is wel vriendelijk -van den heer
Dresselhuys, den heer Kooien zijn goede
diensten aan te bieden.
Vriendelijk, maar niet onbaatzuchtig.
Waartoe zou de verwerping der Vloot
wet hebben gebaat, indien de rechterzijde
nu toch niet uiteenspleet, indien de scheur
werd geheeld.
Indien, om met den heer Dresselhuys
te spreken, gemeenschappelijke coalitie-
wenschen „tot blokvorming tegen links"
naar voren werden geschoven, om weer
een tijdelijk accoord te bereiken?
Wij moeten van het nationaal parlemen
tair kabinet van deii heer Dresselhuys
niets hebben.
En wij wenschen speciaal niet zijn Vrij
heidsbond in de kabinets-formatie be
trokken te zien.
Er zal, tot betering van den financiee-
len en den economischen toestand, een
verstandige belasting- en handelspolitiek
moeten worden gevoerd.
En nu gaat wat wij op dit terrein nut
tig en noodig oordeelen rechtdraads tegen
de politiek van den Vrijheidsbond in.
Deze politiek wenschen wij in het be
lang des lands niet gevolgd of ontzien
te hebben.
Ook willen we onze sociale wetgeving
niet het stempel van den Vrijheidsbond
opdrukken.
En is er, al staan we vierkant tegen
over de sociaal-democratie en veel prin-
cipieeler dan den Vrijheidsbond, geen
enkele reden om aan de legende van
een anti-socialistisch bloc ook maar een
glimp van waarheid te verleenen.
Geen negatief, maar positief karakter
heeft het te vormen kabinet te dragen.
We zijn ten slotte niet geroepen, om
den naar het woord van de „Neder
lander" vermolmden Vrijheidsbond nieu
we krachten toe te voeren.
Wel, om, naar inzicht van het christe
lijk-historisch orgaan, uit de drie groepen
der rechterzijde, een nationale regeering
te vormen.
Zóó alleen zullen we op den grondslag
der christelijke levensovertuiging het ge
bouw van ons volksleven in stand kunnen
houden en versterken.
STAATSLIEDEN GEEN POLITICIENS.
De „Nieuwe Eeuw" betoogt, dat het volk
staatslieden aan het bewind wenscht te zien,
geen politicians.
Wanneer men zich bewust is van de zeer
ongunstige positie van ons land kan men
slechts hopen, dat spoedig een einde komt,
aan de crisis. Maar daarbij kan men net
niet laten. Een deel van de schuld aan het
verval van het parlementarisme en daArdoor
óók van de machteloosheid om het econo
misch leven weer op gang te brengen ligt....
buiten het parlement. Noch de politieke par
tijen afzonderlijk nooh de Kamer als geheel
vinden in dezen tijd veel steun bij de leiders
der sociale ordening. In plaats van iedere
gelegenheid te benutten om tot elkaar te ko
men putten zij zich uit in aanval en verweer.
Opbouwende arbeid wordt niet verkregen,
men denkt er blijkbaar zelfs niet aan, ver
getende dat het beste staasbeleid falen moet,
wanneer het niet, den steun vindt in de
maatschappij zelve.
DE KANS VAN MR. KOOLEN.
De N, Roti, Ct. acht de kans, dat de heer
Kooien in het moeilijke werk der kabinets
formatie zal slagen, geenszins uitgesloten en
meent, dat hij ongetwijfeld zijn uitgangspunt
zal nemen bij een program, 't welk waarlijk
niet groot behoeft te zijn. Het gansche pro
gram kan, zoowel wat Nederland als wat
Indië betreft, worden samengevat in één
woord: bezuiniging.
„Het nieuwe kabinet zal bedacht moe
ten zjjn op bezuiniging, versobering, in
krimping van staatsdiensten en staats-
bezigheid, zoover dat zonder de hoogste
belangen des volks te schaden zal moge
lijk blijken, en het zal onze gansche wet
geving naar die gedachte hebben te her
zien. Maar het moet aan den anderen kant
den grondslag weten te leggen voor ver
krijging van nieuwe welvaart. Een begin
sel van economische politiek zal het ka
binet niet kunnen ontberen. Het zal moe
ten weten, langs welke lijn, naar zijn in
zicht, herstel van het zakenleven zal
kunnen worden bevorderd, welke ver
anderingen onze belastingwetgeving enz.
behooren te ondergaan, om dit positieve
doel te kunnen benaderen."
AFZONDERLIJK MINISTERIE O. K. W.
Het volgende telegram is aan mr. D. A.
P. N. Kooien gezonden:
Het hoofdbestuur van de Algemeene ver-
eeniging van leeraren bij het middelbaar
onderwijs.
overwegende, dat omvang eh aard van
den arbeid dringend een afzonderlijk mi
nisterie van onderwijs, kunsten en weten
schappen eischen,
overwegende dat door combinatie met
een ander departement geen bezuiniging
wordt verkregen, die ook maar eenigszins
tegen de schade, aan deze takken van
dienst toegebracht, zou kunnen opwegen,
betreurende, dat de mogelijkheid bestaat,
dat Nederland het eenige land in Europa
zou worden, dat geen afzonderlijk ministe
rie van onderwijs zou hebben,
vraagt u dringend uwe bemiddeling tot
handhaving van den bestaanden toestand.
De gezantenraad.
De diplomatieke medewerker van Havas
wijst er op, dat Frankrijk welwillend heeft
toegestemd in de door Engeland gevraagde
opschorting van de zitting van den gezan
tenraad, Beide kanselarijen werken met
denzelfden goeden wil en in oprechtheid om
tot de zoowel door Parijs als door Londen
gewenschte overeenstemming te geraken.
Het schijrft, dat slechts een eenvoudig mis
verstand de twee meeningen omtrent de
militaire controle scheidt. Frankrijk stemt
er in toe, dat wat betreft de uitoefening
ran deze controle, rekening wordt gehou
den met den huidigen toestand en moge
lijkheden, zooals Londen dat wenscht. Daar
het vredesverdrag geen enkele beperking
aangeeft van het recht tot het uitoefenen
van een militaire controle, mogen de Duit
sche autoriteiten geen beperking noch wat
betreft den duur noch wat de uitgebreid
heid van het gebied der controle, voorstel
len. Alleen de controle-commissie zelf heeft
daarover te oordeelen. Frankrijk eischt bij
een eventueele weigering het gezamenlijk
nemen van sancties, geenszins om nieuwe
bezettingen te rechtvaardigen, waarvan de
noodzakelijkheid geenszins gebiedend is,
maar omdat de ondervinding geleerd heeft,
dat sancties niet noodig blijken, wanneer
Engeland zich bij een collectieve pressie
van de bondgenooten aansluit. De moge
lijkheid bestaat, dat de gezantenraad Maan
dag de formule zal vinden in zake de her
vatting van de militaire controle en den
terugkeer van den ex-kroonprins, welke
laatste aangelegenheid trouwens verhou
dingsgewijze van secundair beland is.
FRANKRIJK EN ENGELAND.
Zondag, den geheelen dag, is er tusschen
de geallieerde hoofdsteden van gedachten
gewisseld over de zitting van den gezanten
raad, waarin gisteren de beslissing zou val
len aangaande den terugkeer van den ex-
kroonprins en de Duitsche bewaoening.
Crewe heeft met Cambon overlegd. Wat ze
behandelden is natuurlijk onbekend, maar
daarna vroeg de Engelsche gezant nieuwe
instructies. Alle hoop is nog niet verkeken.
Het Reuter-telegram uit Londen, volgens
hetwelk de regeering afkeerig blijft van
sancties op dit punt en de kans. dat beide
landen tot overeenstemming komen dus ge
ring is, maakt te Parijs een on a ang en a m en
indruk. In officieele kringen wil men niet
gelooven, dat dit het standpunt der Britsche
regeering is. Dat de Quai d Orsay het ge
wicht der verantwoordelijkheid voelt, is
onmiskenbaar nu Italië zich aan Engelands
kant stelt en België zich meer en meer van
buitenlandschen invloed los maakt. Daaren
tegen rekent Frankrijk op den steun der
Kleine Entente,
Poincaré laat uitkomen, Engeland zoo
ver mogelijk tegemoet te willen komen,
territoriale sancties zijn bij voorbaat uit
gesloten. Met economische sancties in het
bezette gebied te nemen, wil bij volstaan.
Verder behoeft het document, dat uit de
huidige discussie zal Voortkomen, geen
sancties te noemen. Wel moet de gezanten
raad zich daarop verstaan. Blijkbaar wil
Frankrijk voorloooig genoegen nemen met
een stap te Berlijn door zijn eigen en
den Britschen gezant te doen ter verma
ning van de regeering. ,0m Londen inschik
kelijk te stemmen accentueert men de di
plomatieke gaven van general Noliet, die
zich van uittarting der Duitsche eigenliefde
onthoudt. Aldus kunnen woelingen als ge
volg der controle, welke Londen vooral
vreest, vermeden worden. Toch wil Parijs
niet te ver in die richting gaan. Een voor
stel tot een intermitteerend toezicht, be
perkt tot de gebieden, waar Berlijn waarlijk
zeggingschap heeft, wordt haast algemeen
afgewezen. Aldus zou een toestand van de
jure door een de facto worden vervangen
en de uitvoering van het vredesverdrag van
Duitschlands believen afhankelijk gemaakt
worden.
De molestatie dezer dagen twee militai
ren der geallieerden te Leipzig in het hart
van het roode Saksen wedervaren, geldt
bovendien als bewijs, dat ze zelfs in Duit
sche landen, die zich tegen het monar
chisme verzetten, niet veilig zijn. Wel be
grijpt men, dat Duitschland binnenkort niet
tot een oorlog in staat is en waarschuwt
Coty in de Figaro tegen een paniekstem
ming, welke door internationale financiers
zou worden aangestookt om de Franschen
tot concessies te nopen, maar de algemeene
stemming is zeer ernstig. Zelfs de radicalen
komen Poincaré een eind tegemoet. Ieder
begrijpt, dat er gistermiddag in de zittingen
van den min'sterraad te Pariis en Brussel
ingrijpende besluiten moesten vallen. Deze
moeten de grenzen scherp dfbakenen. Een
gecamoufleerde entente tusschen Parijs en
Londen is langer onmogelijk; tot nu specu
leerde Berlijn op beider meeningsverschfllen
Als Engeland zich tegen elke sanctie blijft
verzette*, moet Frankrijk zijn eigen weg
gaan. Het bezit daartoe de kracht.
Poincaré verbrandde Zondag in zijn rede
voering te Neuilly de schepen achter zich,
aankondigend, dat de Franschen de Roer
niet zullen ontruimen vóór de Duitschers
niet slechts betalen, maar ook de veilig
heidsbepalingen van het verdrag van Ver
sailles hebben uitgevoerd.
Men_ meldt uit Londen, dat de Britsche
regeering Zondag definitieve lastgevingen
heeft doen toekomen aan haren gezant te
Parijs nopens de maatregelen in verband
met den terugkeer van den gewezen Kroon
prins en de hervatting van de militaire con
trole der geallieerden in Duitschland.
Uit gezaghebbende Engelsche bron ver
luidde Zondagavond dat Londen, hoewel het
van zins is te Berlijn krachtig te protestee
ren, nochtans zou weigeren mee te gaan
met sancties.
De verkiezingen in Engeland.
Alle politieke partijen hebben zich, zoo
meldt een draadloos- bericht uit Londen d.d.
Zondag, gisteren in den verkiezingsstrijd be
geven. Er werden honderden vergaderingen
gehouden. Baldwin gaf een verklaring aan
de natie uit, waarin hij dc protectie-politiek
der regeering behandelde. Lloyd George en
Churchill voerden onderscheidenlijk te
Northampton en te Manchester het woord
en vielen het kabinet aan, waarbij zij de
protectie wraakten en den vrijhandel ver
dedigden. De arbeiderspartij vaardigde een
manifest uit, waarin de protectie verworpen
en een progressieve heffing wordt voorge
steld van het kapitaal en de industrieele ka
pitalen, die meer dan 5000 pond bedragen
v'oor de delging van de. oorlogsschulden en
een programma van sociale hervormingen
uiteengezet wordt.
Baldwin zegt in zijn verklaring, dat Bonar
Law een jaar geleden nog mocht verwach
ten, dat een geregelder staat van zaken in
het vooruitzicht was en dat daardoor de
handel eene wezenlijke en gestadige herle
ving zou tegemoet gaan, zelfs zonder wijzi
ging. van de fiscale politiek, van welker
noodzaak ten slotte Bonar Law zelf steeds
overtuigd was. Sedert de bezetting van het
Roerbekken is het duidelijk geworden, dat
wij ons tegenover een toestand geplaatst
i zien, die zelfs indien hij niet verergert, toch
waarschijnlijk voorloopig niet normaal zal
j worden. De desorganisatie en de armoede
I van Europa, gepaard met de daling der wis-
i selkoersen en de verhooging der tarieven
in de gehcele wereld, hebben het geheele
terrein van Engeland's buitenlandschen handel
rechtstreeks of middellijk beperkt. Op de
binnenlandsche markt heeft de vrijheid van
invoer van buitenlandsche waren, door de
daling der koersen en door den verminder
den levensstandaard in vele Europecsche
landen den handel blootgesteld aan eene
concurrentie, die in wezen onbehoorlijk is
en deze ondernemingsgeest verlamt. Onder
deze omstandigheden moet men werk zoe
ken voor deze bevolking, welke, grooten-
deels tengevolge van het staken gedurende
de oorlogsperiode van de normale afvloeiing
van landverhuizers naar de dominions, in de
laatste volkstellingsperiode, met VA mil-
lioen zielen is toegenomen.
De Premier verklaart, dat hij voornemens
is, ten einde bij te dragen tot werkverschaf
fing in de industrie, rechten te heffen van
geimporteerde fabriekswaren met de vol
gende bedoelingen:
1. Inkomsten te verkrijgen door middelen
welke minder onbillijk zijn voor de binnen-
j landsche productie, die thans den geheelen
last draagt van de plaatselijke en landsbe-
j lasting, met inbegrip van de kosten tot on
dersteuning van de werkloozen.
2. Speciale hulp te verleenen aan indu
strieën, welke lijden onder onbehoorlijk
buitenlandsche concurrentie.
3. Deze belastingen te gebruiken bij on
derhandelingen over een vermindering van
de vreemde tarieven daar waar zulks voor
den uitvoerhandel het voordeeligst zou zijn.
4. Deugdelijke voorkeur te verleenen aan
het Rijk.
Hij zegt: „Zulk een politiek zal onze in
dustrieën beschermen gedurende de huidige
moeilijkheden en zal ons in staat stellen
om, wanneer geen normale toestanden te-
turkeeren, er krachtig naar te streven,
eene grootere mate van werkelijk vrijen
handel te verzekeren, zoowel binnen het
Rijk als met vreemde landen. De handel,
die onderhevig is aan den willekeurigen
invloed van buitenlandsche tarieven en kan
worden daar elke verstoring, welke voor
komt uit de verwarring van Europa, is
geenszins vrij en zeer zeker niet -tchtvaar-
dig jegens het Engelsche volk.
De Premier herhaalde, dat het onder ge
wone omstandigheden in zijn voornemen
iigt, eenige rechten te heffen op tarwe,
bloem, havermout of vleesch met inbegrip
van spek, ham, kaas, boter en eieren.
Terwijl zij de fabrieksniiverheid steunt,
is de regeering eveneens voornemens, zegt
Baldwin, rechtstreeksche maatregelen te
nemen tot hulp van den landbouw, xjeze is
niet alleen op zich zelf dé grootste en be
langrijkste nationale industrie, maar is ook
daarom van bijzondere beteekenis, dat hij
vaste en noodzakel::ke aanvullingen aan de
binnenlandsche markt verschaft. Men is
voornemens, deze hulp te verstrekken door
een gift van 1 pond per acre op bouwland,
Ten einde goede loonen te verzekeren aan
de lanuoouw-arbeiders, is de voor arde
der gift dat hij, die haar ontvangt, ten
minste 30 shillings per week zal betalen
aan zijn geschoolde arbeiders. De Premier
verklaart, dat deze maatregelen enkele,
veelomvattende en onderling samenhan
gende politiek vormen. De inkomsten, ver
kregen uit de tarieven, zullen worden
aangewend tot steun van den landbouw en
aan de regeering middelen overlaten,
welke gewijd kunnen worden aan katoen
productie en de ontwikkeling van verdere
takken van bestaan in het^Rijk en aan de
vermindering van rechten op thee en sui
ker, die de huishoudens van den werken
den stand rechtstreeksch zoo bezwaren.
Aan het slot van z::n verklaring, dat
loopt over de huidige pogingen van de re-
geeriri'', om in de werkioosheiu t oor
zien, deelt Baldwin mede, dat de scheeps
bouw tot de industrieën behoort, die het
zwaarst zijn getroffen en dal men het voor
nemen heeft, dezen specialen steun te ver
leenen door bespoediging van het program
ma van den aanbouw van lichte kruisers,
Hij zegt, dat de regeering van haar, mari
tieme adviseurs vermogen heeft, dat 17
lichte kruisers noodi-* zijn de eerstvol
gende 'aren ter vervanging van de schepen,
welke de namen van graafschappen dragen,
benevens verschillende kleinere schepen en
hulpvaartuigen, en da* zij voornemens is
deze voor een groot deel op stapel te laten
zetten, zoodra de ontwerpen gereed zijn en
het parlement er zijn goedkeuring aan heeft
gehecht.
DE DUITSCHE POLITIEK
Het hoofdbestuur der Mische Volkspartij
heeft gisteren te Berlijn vergaderd. Een
paar honderd vertegenwoordigers uit het
geheele rijk woonden deze zitting, waaraan
Mie politieke kringen zeer groote betee
kenis hechtten, bij. De partij zou namelijk
in deze bijeenkomst haar houding jegens de
rijksregeering en den tegenwoordigen rijks
kanselier bepalen. Bovendien zou samen
werking niet de Duitsch nationalen ter
sprake worden gebracht. Von Richter, de
Pruisische minister vpn financiën, fungeerde
als voorzitter. Hij wees in zijn openingsrede
op de beteekenis van de besluiten, die de
vergadering diende te nemen.
Vervolgens' sprak Stresemann zelf ge
durende twee uur. Hij zeide o. a„ dat hij
Dinsdag a. s. den Rijksdag zou o-ntbinden
ingeval de meerderheid van de partij zich
niet aan zijn zijde zou scharen. Die niet met
mij is, is tegen mij. Zijn rede maakte een
sterken indruk en Stresemann kreeg aan
het einde een ovatie van de aanwezigen.
Uit de discussie, die volgde en tot in de
avonduren duurde, bleek, dat de overgroote
meerderheid van de vergadering vertrou
wen in Stresemann wenschte te stellen.
Met 212 stemmen tegen 11 werd namelijk
een motie aangenomen, houdende de ver
klaring, dat het hoofdbestuur der partij vol
ledig vertrouwen in den leider der partij,
Stresemann, stelt. De motie zegt verder,
dat reeds die buitenlandsche betrekkingen
een wijziging in de politiek op dit oogen
blik geheel onmogelijk maken. Zoolang-het
niet mogelijk is een kabinet te vormen op
een breederen grondslag dan die, waarop
het tegenwoordige .kabinet staat, is dit ka-
oinet de eenige parlementaire mogelijkheid
voor een verdere vruchtbare politieke ont
wikkeling. De vergadering'neemt kennis van
de verklaring van dr. Scholz. den voorzit
ter van den Rijksdaggrocp, dat geen lid der
groep geneigd is den persoon van den Rijks
kanselier aan andere partijen op te offeren.
Het hoofdbestuur van de partij hoopt en is
overtuigd, dat de groep haar leider in zijn
politiek in elk opzicht zal steunen.
De minderheid van de Duitsche volks
partij, waartoe de afgevaardigden Quaatz en
Maretzky, misschien ook dr. Heinze, de ge
wezen vicc-kanselier, dienen te worden ge
rekend, heeft dus gisteren een zware neder
laag geleden. Zullen de 11 leden van de
partij, die tegen de motie van vertrouwen
stemden, de noodige consequenties uit dit
votum trekken en de partij verlaten? Of
zullen zij zich aan de partijdiscipline onder
werpen? Bekend is dit nog niet en van veel
beteekenis is het evenmin, nu gebleken is
dat deze minderheid in de partij slechts over
zeer weinig stemmen beschikt.
De Regeeringsvorm in Griekenland.
Zaterdagavond is generaal Othonaios uit
Parijs te Athene teruggekeerd met een brief
van Venizelos over het vraagstuk van den
regeeringsvorm. Na een bespreking tusschen
Othonaios en de voornaamste regeeringsper-
sonen en leiders van de republikeinsche be-
weging is een officieele bekendmaking ver
spreid, welke zegt, dat de regeering het met
den raad van Venizelos eens is, dat er geen
enkele reden bestaat om de tot dusver ge
volgde politieke gedragslijn te wijzigen. In
zijn brief verklaart Venizelos, dat zijn be
sluit om geen deel meer te nemen aan de
openbare zaak onherroepelijk vast staat.
Blijkens de meedeelingen van Othonaios is
Venizelos gekant tegen de plannen van de
republikeinsche entremisten, die onmiddel
lijk een eind aan de monarchie willen maken
en haar door de republiek willen vervangen.
Naar Venizelo's meening zou een volksstem
ming, uitgeschreven door een revolution-
naire regeering, die geen enkele constitu-
tioneele verantwoordelijkheid heeft, een
comedic zijn. Een dergelijk optreden zou
noch in Griekenland, noch daarbuiten eenige
moreele waarde hebben. Griekenland zou er
slechts nog verder door verlaagd worden in
de oogen van andere landen en zou volko
men zijn kans bederven een leening te ver
krijgen, Als de republikeinen overtuigd
waren, dat zij steun hadden van de meerder
heid van het volk, waarom zouden zij dan
niet wachten tot de algemeene verkiezingen!
Venizelos is voorts van Sleening, dat de
dynastie overbodig is voor Griekenland. Hij
beschouwt het volks geenszins als nog niet
rijp voor een republiek, maar vreest, dat het
voor een democratische monarchie nog niet
geschikt is. Hij wijst er evenwel op, dat hij
niet bereid is, degenen te steunen, die met
geweldmiddelen de republiek willen invoe
ren of die het volk door een overhaast op
treden zand in de oogen willen strooien
door het op het verkeerde moment te laten
stemmen.
De extremisten verklaren, dat zij zich niet
aan Venizelos zullen storen, die de voeling
met de binnenlandsche stroomingen in Grie
kenland verloren heeft.
De bladen melden de gevangenneming
van den militairen attaché van het Fransche
gezantschap op Duitsch gebied, in de nabij
heid van de Zwitsersche grens. Naar ver
luidt was hij bezig inlichtingen over de rijks
weerbaarheid in te winnen.
De werkgeversbond voor de Duitsche
staalindustrie heeft de arbeidersbonden mee
gedeeld, het noodig te achten een bespre
king over een verlenging van den werkdag
te houden, voordat onderhandelingen over
een nieuwe loonsovereenkomst beginnen.
De Belgische regeering heeft baar ver
tegenwoordiger te Berlijn opgedragen aan
de Duitsche regeering opheldering te vragen
in zake de onhebbelijke behandeling, waar
aan een Belgisch officier en een Belgisch
soldaat te Leipzig blootgesteld zijn geweest.
Vier Duitsche onderofficieren zijn in tien
nacht van Donderdag in het hotel de slaap
kamer van de Belgische militairen binnen
gedrongen en hebben den officier, die deel
uitmaakt van de controle-commissie der
bondgenooten, en den soldaat in hechtenis
genomen. Beiden zün groveliik beleedigd.
aan een onderzoek onderworpen en met
slagen bedreigd. Om drie uur in den nacht
zijn zij in vrijheid gesteld.
De ambtenaren en beambten te Spiers
hebben eenstetamig besloten onder separa
tistisch bewind niet te werken.
De gouverneur van den staat Oklahoma,
Walton, ligt naar men weet overhoop
met het Staats-Congres. Het was met kracht
opgetreden tegen de Ku-Klux-KIan, in den
staat Oklahoma. Deze geheime organisatie
heeft echter machtige vrienden in de beide
Huizen van het Congres; en het conflict
tusschen den gouverneur en het Staatscon-
gres leidde er toe, dat de Senaat inge
volge de staatsgrondwet de quaestie ter
hand nam, en den gouverneur sommeerde
voor hem te verschijnen als beklaagde, om
zich te verantwoorden. Het behoort n.l. tot
de bevoegdheid van dit lichaam, den staats-
gouverneur te berechten wegens ambtelijk
machtsmisbruik.
Gouverneur Walton heeft nu echter ge
weigerd voor den Senaat te verschijnen,
omdat naar hij zegt de samenstelling
van dit lichaam van dien aard is, dat hij.
Walton, niet kan rekenen op een onpartijdi
ge berechting door den Senaat. Daarom wil
de hij met dat geding niets te maken heb
ben en trok hij zich terug.
De Senaat trekt zich van dezen stap van
Walton niets aan en gaat kalm door me! de
behandeling van de zaak.
Men weet dat senator Hiram Johnson zich
zelf heeft aangeboden als candidaat der Re
publikeinen voor het presidentschap der
Unie. Hij heeft voorts een uitdaging gericht
tot president Coolidge of eventueele andere
gegadigden voor de Democratische candida-
!tuur om de verkiezingscampagne te sir! 'cn
op een program van buitenlandsche politiek.
Zijn eigen standpunt op het gebied van i'.et
buitcniandsch beleid der Ver. Staten iu dt
als volgt:
I „Ik ben tegen den Volkenbond en al zijn
onderdeelen. Het lidmaatschap van dien
bond zou cr direct of indirect toe eiden,
dat wij (V. St.) aan de zaken van den Bond
gaan meedoen. De Ver. Staten te brengen
in den Volkenbond of in het Wereldgerechts
hof zou zijn, ons te verwikkelen in politieke
twisten buitehlands, die ons onvermijdelijk
in den draaikolk zouden sleepen, aan welken
wij met vreugde hadder gedacht door de
verkiezingen in 1920 te zijn ontsnapt. Na
tuurlijk zullen wij altijd den vrede bevorde
ren en pogen oorlogen te vermijden. Wij
zullen voortgaan met het lenigen van noo-
den, met kleeden van naakten, met het voe
den van hongerenden. Maar wij behooren
steeds zelf alleen de beslisser te zijn over
onze eigen handelingen, en de beschikker
over onze eigen toekomst. Ons land, het
grootste ter wereld, dient zijn eigen politiek
te hebben, welke ten volle wordt begrepen
door ons volk en vrijelijk dient te worden
verkondigd."
Tot zoover de uitlating van Hiram John
son, die zich zelf welwillend aanbeveelt in
de gunst van de Republikeinsche kiezers.
Mogelijke candidaten voor een Democra
tische candidatuur voor het Presidentschap
Wilson, Mc Adoo, en de voormalige Ameri-
kaansche gezant te Londen John Davis.
Volgens de politieke aanhangers van Mc
Adoo zijn er 40 staten in de Unie, waar de
Democraten „snakken naar Mc Adoo."
Een ernstige aardverschuiving heeft
het kanaal van Korinthe versperd. Men is
dadelijk met de opruiming begonnen en
hoopt in ongeveer twee maanden het ka
naal weer voor groote schepen bevaarbaar
te maken.
Uit Tokio wordt gemeld, dat de be
grooting van de commissie voor den we
deropbouw voorziet in een totaal-uitgaaf,
voor Tokio en Jokohama, van 705 millioen
jen, verdeeld over een periode van zes jaar.
en eindigend in April 1929. Het werk zal
verspreid worden over verscheidene perio
den ten einde zooveel mogelijk de nood
zakelijkheid van het aangaan van buiten
landsche leeningen te vermijden.
Het eiland Luzon en de Visayas-eilanden
zijn door een wervelstorm geteisterd. Er
werd ernstige schade toegebracht aan de
spoorwegen, de telegraaf en de te veld
staande oogsten. De stad Manilla staat ge
deeltelijk onder water, zulks ten gevolge
van den zwaren regenval.
De Servisch-Roemeensche grensafbake-
ning in het Banaat is thans geheel geregeld.
Jambolia en andere plaatsen zullen voor
Maart ontruimd worden.
De gemengde Servisch-Bulgaarsche com
missie, is tot overeenstemming gekome»,
over de vergoeding voor de requisities tij
dens den oorlog op Servisch gebied door
de Bulgaren gevorderd.
Dezer dagen is reeds medegedeeld, dat
Italië en Servië in zake Fiume en Baros tot
overeenstemming zouden zijn gekomen.
Naar de Times aan de Corrière della Sera
ontleent, komt dc overeenkomst hierop
neer, dat Servië de annexatie van Fiume
erkent, dat overeenkomstig de afspraak
van Rappallo, de delta en de haven van
Ba/os onder Servische souvereinitert komen,
dat de noordelijke kade van de haven van
Baros, welke tot Fiume behoort, voor
99 jaar aan Servië verpacht wordt en dat
bij afzonderlijke overeenkomst Servië een
vrije strook zal krijgen in de eigenlijke
haven van Fiume. Daar deze overeenkomst
wijziging brengt in het verdrag van Rapallo
zal men den Volkenbond verzoeken baar t
erkennen.
In verband met de jongste staatkundig
gebeurtenissen in Spanje, schrijft de Matin
aan Romanones, den leider van de liberale
partij, het voornemen toe „een reis buiten
lands" te gaan doen.
Madrileensche bladen verwachten binnen
kort de vorming van een „kabinet van des
kundigen" onder leiding van generaal Primo
de Rivera.
De Koning en de Koningin van Spamc
zijn met het slagschip don Jaimc te Spczzia
aangekomen, waar een Italiaansch eskader
hen begroet heeft.
Het nieuwe Portugeesche kabinet zou
zich gisteren aan het parlement voorstellen.
Het belangrijkste punt op dit oogenblik is
het vraagstuk der handelsbetrekkingen met
Frankrijk, die zeer gespannen zijn. Er is een
tariefstrijd ontbrand, tengevolge waarvan op
Fransche goederen het hoogste tarief van
invoerrechten wordt toegepast.
In verbind met de jongste relletjes in
bioscopen en schouwburgen waar sommige
personen onzedelijk geachte tooneclstukken
en films werden vertoond, is nu te Brussel
opgericht een „Liguc pour le relèvement de
la moralité publique." Deze vereeniging steil
zich voor het verzet tegen dergelijke voor
stellingen te organiseeren en verder op po
sitieve wijze, door middel van voordrachten,
plakbrieven enz. bij le dragen tot het ver-
hoogen van het peil der openbare zedelijk
heid in de Belgische hoofdstad.
De door de Oostenrijksche regecring
aangekondigde herziening van de amtenaars-
salarissen heeft niet minder een verhooging
ten doel, dan wel een rechtvaardiger rege
ling. Na de revolutie toch hebben de soci
aal-democraten een soort van gelijkstelling
ingevoerd voor de verschillende groepen van
ambtenaren, zonder rekening te houden met
het verschil in arbeid dier groepen. Aan
deze regeling wil de regeering thans een ein
de maken en zoodoende het verschil in werk
en verantwoordelijkheid ook weer in het
salaris tot uitdrukking brengen. Toch is ook
de nieuwe regeling niet geheel onberispelijk,
aangezien bijv. een hulpbode 105 pet. van
zijn vredessalaris krijgt, terwijl de afdee-
20
„Kom, juffrouw", zeide Jacques Lagarde,
,wees nu bedaard,.... denk nu alleen
aan u zelf en aan de toekomst.... Luister
laar mij."
Jacques ging voort:
„Hoe oud zijt ge?"
„Negentien jaar."
„Dat is voor een meisje dat alleen op
de wereld staat, vooral wanneer ze geen
geld heeft, zooals gij, een zeer gevaarlijke
leeftijd.... Het is thans zeer moeilijk
een plaats te vinden.... Het is de strijd
om het bestaan.... De deuren blijven voor
vreemdelingen gesloten en ik vrees, dat
het bij u ook het geval zal zijn,"
„Ik heb u verteld, waarom ik zoo gaarne
in Joigny wilde blijven," antwoordde
Martha. „Als ik hier van mijn werk niet
kan leven, zal ik ergens anders heengaan.
„W-farheen?"
„Ik weet het nog niet.... Ik hoop, dat
God mij wel zal willen helpen."
„Dat is een edele denkwijze, die u tot.
eer strekt. Die hoop op de voorzienigheid
zal niet verijdeld worden. Die Voorzienig
heid zal misschien ik zijn...."
„Gij, mijnheer?"
„Waarom niet? Ik wil zonder omwegen
spreken. Ik zal u een voorstel doen en
zal blij zijn, als het u bevalt. zooals ik
geloof.... en zelfs hoop."
XIX.
Martha zag den spreker met verwonde
ring, ontroering en nieuwsgierigheid aan.
Zij was ongeduldig om zijn verklaringen
te hooren.
Jacques hernam:
„Mijn secretaris heeft u misschien al de
reden verklaard van de belangstelling, die
ik van het eerste oogenblik af, jegens u
heb gekoesterd.
„Uw gelaat toont een treffende gelijkenis
met dat van het dochtertje, dat ik op
haar dertiende jaar heb verlorenIk
heb voor u een vaderlijke genegenheid op
gevat en ik zou willen, dat gij die kondet
beantwoorden."
„Ach, mijnheer", riep Martha uit, „hoe
zal ik God nooit genoeg kunnen danken,
die u in zijn goedheid op mijn weg heeft
gebracht. Om u de kinderlijke genegen
heid te weigeren, die ge mij vraagt,'zou ik
wel heel ondankbaar moeten zijn.... en
dat ben ik niet.... Gij bezit mijn geheele
vertrouwen.
„Dat doet me genoegen," hernam Jac
ques, de handen van het meisje grijpend,
en ze vurig drukkend: „nu durf ik te zeg
gen, wat ik wilde zeggen. Het geeft me
hoop, dat gij mijn voorstel zult willen aan
vaarden.
Ik heb Amerika verlaten met het idee
er niet meer terug te keeren.
Ik ga mij te Parijs vestigen, waar ik
reeds als geneesheer bekend ben en waar
ik beroemd ben, als ik tenminste de Parij-
sche dagbladen kan gelooven, die met veel
omhaal mijn aankomst meedeelen.
Ik bezit een aanzienlijk vermogen; ik zal
veel menschen moeten ontvangen en daar
ik er niét meer over denk te hertrouwen,
heb ik een eerlijk betrouwbaar persoon
noodig, waarop ik staat kan maken als op
mezelf
Die persoon zou zich moeten belasten
met mijn huishouding. M
Zij zou in mijn huis een tweede „ik
moeten zijn. Ge begrijpt, dat het geen
ondergeschikte plaats is van huishoudster.
Ik wil een bloedverwante, een dochter,
die bij mij de honneurs zal waarnemen en
-wier plaats aan tafel tegenover de mijne
moet zijn, als was ze wezenlijk mijn doch
ter.
Dat is de betrekking, die ik u wilde
voorstellen. Neemt u deze aan?"
„Of ik deze aanneem.... Wat kan ik
daSrop antwoorden?" stamelde het meisje
de handen samenvouwend.
„Ach, mijnheer," wat u mij voorstelt, is
vrede, rust, een stil en eervol leven....
Dat is te mooi, zou ik wel voor zulk een
gewichtige betrekking geschikt zijn?"
„U moet bedenken, dat ik niet gewend
ben met de wereld om te gaan.
„Wat geeft dat?"
„Als er enkel sprake was van het bestu
ren van uw huishouding, zonder mij behoe
ven te vertoonen, zou ik mij misschien van
mijn taak nog kunnen kwijten.Maar
u heeft gesproken van honneurs waarne
men en daarvoor zijn er gaven noodig, die
ik absoluut niet bezit.
Ik ben bang linksch, onbeholpen, in één
woord belachelijk te zijn."
Jacques Lagarde glimlachte.
„Linksch en onbeholpen?" herhaalde hij
vervolgens.
„U kent dus u zelf niet eens, als u denkt,
dat dit mogelijk is.
Met een uiterlijk en een voorkomen, zoo
als gij, zou linkschheid juist bevallig schij
nen.
De gebruiken van de groote wereld, die
gij niet gewend zijt, kunt ge spoedig genoeg
aanleeren.Ik sta voor alles in.
Ik behoef u niet te zeggen, dat uw be
trekking kosteloos zijn zal.
Ik heb besloten, dat ge gelukkig moest
zijn en daarvoor wil ik alles doen....
Zegt u nu, of u het aanneemt, juffrouw
Martha?.... Weigert ge liever?...."
„Weigeren, wanneer ge mij zoo edelmoe
dig wilt, helpen; dat zou een bewijs zijn,
dat ik geen hart hebfluisterde het
meisje.
„Geloof me, ik ben niet ondankbaar.
Maar laat me dan een uur tijd om me te
bedenken."
„Staat mijn voorstel u op de een of an
dere wijze niet aan?"
„O, naen, mijnheer, neen.... integen-
deèl.... Maar...."
Martha hield op.
Jacques hernam.
„Bedenk, dat ik verplicht ben, vandaag
te vertrekken en ik dus onmiddellijk uw
beslissing moet weten."
„Geef me tijd om raad te gaan vragen."
„Raad vragen!" riep de '''neesheer ver
baasd uit, want hij wist dat Martha in
Joigny niemand kende. „Raad vragen?"
herhaalde hij, „waar dan?"
„Op het graf van mijn moeder,..."
„Ge hebt gelijk kind," sprak Jacques
Lagard
„Ga bidden bij het graf van uw moe
der.... Zij zal voor mij spreken, want ze
ziet, dat ik enkel uw geluk op het oog
heb, niets anders dan uw geluk...."
En aanstonds van gesprek veranderend,
vroeg Jacques:
„Hebt ge vanmorgen al Gegeten?"....
„Neen mijnheer, nog niet,.... ik ga aan
stonds uit en zal dan eten, als ik terug
kom."
„Wij zullen op u wachten met het ont
bijt. Dan kunt ge mij tegelijk een definitief
antwoord geven, want om drie uur moet
ik vertrekken...."
De twee mannen verwijderden zich.
Deze comedie, door Jacques meesterlijk
gespeeld, kon niet anders dan diepen in
druk. op Martha maken.
Het kind kon aan de rechtschapenheid
en edelmoedigheid van dien man niet twij
felen die zoo plotseling genegenheid voor
haar had opgevat en haar, bijna zonder
haar te kennen, geholpen had in de droe
vigste oogenblikken van haar leven.
Van Martha's standpunt bekeken, kon
niets in de handelwijze van dien rijken
Amerikaan argwaan wekken.
Na eenige oogenblikkeq verliet Martha
den herberg „Au Martin Pecheur en begaf
zich naar het kerkhof, waar men op de
pas omgespitte aarde een houten kruis had
neergezet."
De wees knielde neer, bedekte haar be
traand gelaat en bad vurig.
Toen haar gebed geëindigd was zag z«
den kerkhof-bewaker aankomen, die haar
beleefd groette en zeide:
„Neemt u mij niet kwalijk, juffrouw, maar
u is toch juffrouw Grandchamp, niet
waar?.
„Ja, mijnheer," antwoordde het meisje
met een nchten trek van verbazing.
De bewaker hernam: