L Onze Vrouwenrubriek. Ouders en Kinderen. Vierde Blad 30 November 1923 j Provinciale Staten van Noord-Holland. ingezonden Mededeelingen STADSNIEUWS RECHTSZAKEN. lijiIplIllP rol I P. VELZEBOER UIT DEN OMTREK. BLOEMEND AAL. Fa. ANTON DE HOOIJ ANEGAMG 14 TELEFOGM 560 FOTOALBUMS BR SEPK A ART ALBUMS CASTRICUM. Ons Toilet. het Nieuwste. Onze Keuken. FASCISTEN-MODE. De nieuwe mode voor de Fascistendames zwarten sluier voor, die 't gezicht vrij laat en van Rome schrijft een naar achteren afhangt. Haaruitval. Mevr. Coolidge als breister. Mengelwerk. Anecdoten. De ouders vertegenwoordigen zichtbaar voor hun kinderen de liefde en het gezag van God, daarom komt hun rechtmatig eerbied en wederliefde toe van den kant der kin deren. Zij hebben niet het recht, om van dien eerbied hunner kinderen afstand te doen, gelijk moderne wijsgeeren datleeren, evenmin als de kinderen het recht hebben, dien eer bied aan vader en moeder te weigeren, hoe veel gebreken en minderwaardige eigen schappen ze ook in hen mogen ontdekken. Door waardigheid en verstandige zelfbeheer- sching, moet de vader zich zijn gezag ver zekeren en het niet verliezen of verzwakken door eigen schuld. Een uitbarsting van feilen toorn, en driftige scène, gepaard met ruwe woorden of zelfs vloeken, ondermijnt bet ouderlijk gezag en heeft opvoedkundig geen waarde, doch brengt zelfs groote nadeden mee. Kinderlijke eerbied jegens de ouders be hoort zich niet te bepalen tot het innerlijke; die eerbied moet zich óók naar buiten toonen. Het is een beklagenswaardige trek van onzen tijd, dat in het dagelijksch huiselijk verkeer, de uiterlijke vormen en plicht plegingen, die de eerbied voor vader en moeder aan de kinderen oplegt, steeds meer verloren gaan. In vroegere dagen hield men daaraan vast en de ouderen onder onze lezers en lezeressen Zullen zich nog wel berinneren, dat zij zich nooit tegenover vader of moeder zouden heb ben veroorloofd, hetgeen bij onze moderne jeugd heel gewoon is en als van zelf sprekend. Is het bijv. een te kort voor hun eigen vrij heid, wanneer de kinderen over hun doen en laten binnenshuis en vooral daar buiten, rekenschap geven aan vader en moeder? Zeker, vrijheid en zelfstandigheid groeien, moeten ook groeien met het klimmen der jaren, maar dienen toch hare perken en grenzen te hebben in de orde en regelmaat van het huisgezin. Of rust de verantwoor delijkheid voor de kinderen niet zóó lang op de ouders, zoolang zij verblijf houden onder hun dak? De eischen van een op godsdienst en ge zond verstand gebouwde ouderliefde wor den dan pas drukkend en kwetsend, indien het „vertrouwen" ontbreekt. De liefde, die voortspruit uit weder- zijdsch vertrouwen tusschen ouders en kin deren, is wel de voornaamste factor, de beste hulp bij de opvoeding der jeugd. Maar vertrouwen kan niet worden afge dwongen het moet spontaan geboren wor den en groeien met het verstand en met de jaren. Ouders, die zich meenen te moeten be klagen over gemis aan vertrouwen bij hun kroost, mogen zich wel eens in geweten afvragen of zij wel den waren weg insloegen om dat vertrouwen te wekken. Geen lentebloesem, dat haar hoofdjeuit beurt boven de sneeuw, is zoo gevoelig en teer als een kinderlijk gemoed, dat liefdeloos en tactloos behandeld wordt. Gemakkelijker verdraagt het kind den harden wind van strenge tucht, als het de liefde en de bezorgdheid van het ouderhart er door heen voelt spelen, in plaats van een ondoordacht en ruw aanpakken van zijn gemoed. Wekt vertrouwen op in uw kinderen, door te toonen, dat ge ze lief hebt met ver stand en voor hun eigen welzijn slechts be- sorgd zijt. VEROORDEELD TOT 13 JAAR GEVANGENISSTRAF. De Haagsche rechtbank heeft Donderdag den 38-jarigen meubelmaker. J. L, Jungsla- ger uit den Haag, wegens verschillende in braken tot vijf jaren en wegens poging tot doodslag op een politieagent, die hem bij een dier inbraken op heeterdaad betrapte, ';ot acht jaren gevangenisstraf veroordeeld. (Vervolg.) Donderdagmorgen werd de geschorste zit ting der Prov. Staten voortgezet. Allereerst is het woord aan hel lid van Ged. Staten, den heer GERHARD. Spr. wijst er allereerst op, dat de heer Cassandra (de heer Otto) aangedrongen heeft op salarisverlaging, verlenging van arbeids duur, pensioenkorting, enz. Hij verkondigde de spelling: hoe beroerder het den arbeider gaat, hoe grooter de welvaart is. -)fat heeren Otto c.s. van Ged. Staten willen, is, dat, waar zij aan het hoofd staan van de Staten, dus de natuurlijke bondgenoo- ten van de werkgevers zijn. Doch dat is juist de fout, die ook wel door werknemers be gaan wordt, die de overheid ook als bond- nooier, wilien zijn. Ged. Staten zijn noch van den een, noch van den ander bondgenooten. Geroep: Zeer juist. De heer GERHARD gaat verder en merkt op, dat Ged. Staten wel optreden als werk gevers, doch de procuratiehouders zijn van de Prov. Staten en daarom slechts het werk doen uitvoeren, dat de Prov. Staten eigen lijk moeten aanwijzen. Ged. Staten trachten uit de botsing der belangen, welke zich voordoet in het Geor ganiseerd Overleg, de juiste richting te trek ken. Spr. wijst er op, dat de heeren Otto c.s. in den tijd, toen het overheidspersoneel verre ten achter stond bij het personeel in particulieren dienst nooit getracht hebben, dat overheidspersoneel daarmee gelijk te stellen. Dat personeel heeft de gunstigen voorwaarden afgedwongen. Het maakt ge bruik van de macht, welke het heeft. En daarmede dienen ook Ged. Staten rekening te houden. Spr. gaat na de besprekingen omtrent ver lenging van den arbeidsduur, niet is een simpele kwestie van een verlenging met 3 uur, doch dat de arbeiders daarin een ko mende reeks van veranderingen zouden moe ten zien. Die verlenging van arbeidsduur heeft geen zin, als er geen personeel ontsla gen zou worden. Maar daartoe dient een wachtgeldregeling. En deze wordt heden avond in het Georganiseerd Overleg bespro ken. Ged. Staten willen dus wel de 48- urige arbeidsweek, maar willen voor de ar beiders daar iets tegenover stellen. Ged. Staten willen in het personeel niet machines zien. In het Georganiseerd Overleg zijn, op een enkele uitzondering na, alle beslissingen met algemeene of met zoo goed als algemeene stemmen genomen. Het personee* is niet blind voor noodzakelijkheden, mits die maar evident worden aangetoond. Ged. Staten denken er niet aan, op dit oogenblik eenige loonsverlaging voor te stel len. De noodzakelijkheid voor loonsverlaging moeten gesteund worden door de omstandig heden. Spr. wijst er op, dat niemand heeft aange toond de noodzakelijkheid van een neer drukking yan den arbeider. Ged. Staten zullen echter natuurlijk aan alle kanten overwegen, hoe men tot verbete ring van de financieele lasten der provincie kan komen, doch zij meenen, dat loonsverla ging slechts in de allerlaatste plaats van noodzakelijkheid mag komen. De pensioenaftrek is in het College van Ged. Staten ook onder de oogen gezien; de verschillende vragen, hieromtrent te stellen, zijn niet zoo maar op te lossen; zij zullen in het Georganiseerd Overleg worden bespro ken. Spr. beantwoordt nu verschillende ge maakte bemerkingen. De brochure van dr. v. d. Scheer is aan gehaald en spr. becriticeert het, dat in die brochure gesproken wordt van een 56-57- urige werkweek voor het personeel in de ziekenhuizen. Die verlenging zal niet onge straft kunnen blijven. In zake de gemaakte bemerkingen op het salarisreglement is spr. van oordeel, dat de leden niet de bemerkingen hadden mogen maken, welke gemaakt zijn, daar het geheele lichaam der Staten aan de tot stand koming van dat reglement heeft medegewerkt. Ged. Staten zullen evenwel nagaan, of er in da£ salarisreglement werkelijk zulke evidente I onjuistheden in voorkomen, dat verbeterin gen kunnen aangebracht worden, zonder dat het karakter er van aangetast wordt. Wat den vacanlietoeslag belreft, daar de regeling over 1923 niet is goedgekeurd, zal m het Georganiseerd Overleg onder de oogen moeten worden gezien, of de bepalingen ten aanzien van den vaeantietoeslag moeten worden herzien. Wat de instelling van een Centraal Plaat- singsbinreau belreft, zooals de heer Pothuis bedoelde, dat achten Ged. Sla ten niet noodig, doch met diens bedoeling wordt rekening gehouden. De VOORZITTER, jhr. Van Lennep. wi] in zake de gemaakte bemerkingen op de con stellatie van Ged. Stalen antwoorden, dat hij herhalen wil, wat reeds in de Memorie van Antwoord gezegd is, n.1. dat Ged. Stalen daar niet op ingaan. Den heer Colijn antwoordt spr., dat Ge,i Staten het met hem eens zijn, dat ook anti revolutionnairen benoemd kunnen worden ii de commissies, doch spr. verwijst naar he reeds in de stukken gegeven antwoord da! als regel een aftredend lid nummer één gesteld wordt. Spr. gaat de uitbreiding van het prov. per soneel na, waarhij hij er op wijst, dat in de jaren, dat hij lid is van Gedep. Staten, de werkzaamheden bijzonder toegenomen zijn, wat uitbreiding van personeel verasehte. Men moet goed personeel hébben en daar iegl spr. den nadruk op. Doch als men knappe ambtenaren heeft, moet men dit ook waar- deeren. Die waardeering toont men door toe kenning van een hoogererj rang, waaraan nreer salaris verbonden is. Er zijn ambtenaren, die werken voor twee en men heeft meer aan één knappen ambtenaar, dan aan twee min der knappe. Ged. Staten denken er dan ook niet aan, het aantal rangen le verminderen of daaromtrent een voorstel aan <le Siaien te doen. De heer Barnstón verlangde toezending van stukken uil andere provincies, doch spreker meent, dal, wanneer de leden verlangen stuk keu te ontvangen uit andere provincies, zij die zelf kunnen opvragen. Daardoor zal meer hun aandacht voor dergelijke stukken gewekt worden, dan wanneer hun de stukken peri odiek toegezonden werden. Alle leden van Ged. Stalen hebben dan het woord gevoerd. Besloten wordt, geen replieken tc houden. Vastgesteld worden de balans, winst- en ver liesrekening van hel Prov. Electriciteitshedrijf en van het Prov. Waterleidingbedrijf, beid" dienst 1922. Vastgesteld wordt de begrooting van het Prov. Flee tried loll shed rij f, dienst 1924. Bij de behandeling van de begrooting van hel Pnov. Waterleidingbedrijf dienst 1924, brengt de heer THOMASSEN (S. D. A. P.) hulde aan den directeur van het weteiieiding- bedrijf en bepleit de noodzakelijkheid dal plattelandsgemeenten zich aansluiten aan het Prov. Wa te rleidi ngb edrijf De heer BINNENDIJK (S.D.A.P.) verdedigt zijn motie, inhoudende de mogelijkheid na te gaan, de Zaanland,sche bewoners, die vroeger van de Zaanlandsdhe Walerleidingmaat- sóhappij het water betrokken hebben, van provinoiewege tegemoet te komen in de thans voor hen zwaardere lasten bij de waterleve ring. De heer v d. W.AERDEN (S. D. A. P.) be toogt, dat de m,itie van den heer Binnendijk de bevoordeeling van een groep inhoudt. Het lid van Ged. Staten, de heer HENDRIX, sluit zich namen Ged. Stalen aan bij de hulde, door den heer Thomassen gebracht aan dén directeur van liet Waterleidingbe drijf. Ged. Staten zullen te zijner tijd overwe gen, welke maatregelen moeten worden genomen, opdat de gemeenten zich ook hou den aan bepalingen in de Bouwverorde ning omtrent de verplichte aansluiting bij het Prov, Waterleidingbedrijf, Het standpunt van den heer Binnendijk is niet te aanvaarden door Ged, Staten, Een toezegging als hij aangehaald heeft, is niet gedaan. Spreker ontraadt met de mees te beslistheid aanneming der motie-Binnen dijk. De motie-Binnendijk wordt dan in stem ming gebracht en verworpen met alleen de stem van den voorsteller voor. De begrooting van het bedrijf wordt dan vastgesteld. De motie-Colijn betreflende de instelling van een commissie, die nagaat, hoe bezui nigd kan worden bij de prov. ziekenhuizen, Directeur van net R. K. Zangkoor te Uit geest, herdacht op St. Ceciliadag het feit. dat hij voor 40 jaar als zoodanig werd aan gesteld. Z. H. de Paus erkende zijn groote ver diensten, door hem te begiftigen inet het Eerekruis „Pro Ecclesia et Pontifice". Zoowel de Z.E. Heer Pastoor en het Kerkbestuur als het bestuur en de leden van het Zangkoor, hebben zich beijverd, om dien dag voor hem tot een onvergetelijken te maken. wordt door Ged. Staten overgenomen, waar na vastgesteld worden de begrooiingen voor den dienst 1924 betreffende de prov. ziekenhuizen. De begrooting der provinciale inkomsten en uitgaven voor 1924 wordt dan behan deld, bij welke behandeling de heer THO MASSEN (S.D.A.P.) zijn motie in zake de werkloosheidsvoorziening verdedigt. De motie van den heer Thomassen wordt aangenomen met 2120 stemmen. Besloten wordt tot instelling van een re servefonds, terwijl de voorstellen van Ged. Staten in zake belastingheffing aangenomen worden. In 1924 zullen geheven worden: Twintig opcenten op de hoofdsom der be lasting op de gebouwde eigendommen; Twintig opcenten op de hoofd der belas ting op de ongebouwde eigendommen. Twintig opcenten op de hoofdsom der per- soneele belasting. Vijf opcenten op de aanslagen der belas- tinplichtigen, bedoeld bij art. la der wet op de ïnkomstenbelastineg 1914, belastingjaar 1924/1925. De heer BEST vraagt of spoedig van Ged. Staten een voorstel is te wachten tot wijzi ging van de finantiëeie verhouding tusschen de Provincie Noord-Holland en het Hoog heemraadschap Noord-Holland's Noorder kwartier in voor het Hoogheemraadschap gunstigen zin, wat kan leiden tot verlaging van de zware lasten in het Hoogheemraad schap De heer HENDRIX, lid van Ged. Staten zegt, dat in deze voorstellen van Ged. Staten zijn te wachten. De begrooting wordt dan aangenomen, waarna de vergadering gesloten wordt. EEN EINSTEIN-FILM. Een zeer belangrijk onderwerp, dat echter door meer weinigen in die mate begrepen zal zijn, dat zij er nu over kunnen mee spreken, werd gisteravond in den Schouw burg aa den Jansweg behandeld, n.l. de realiviteitstheorie van Einstein. Zóó groot was de belangstelling voor dit, in het dagelij ksche leven bijna niet voor komende onderwerp, dat geen plaatsje on bezet bleef. Zeer velen waren samen geko men om de realiviteitstheorie van Einstein nader te hooren uitleggen in een lezing van den heer F. G. Geerling. In zijn voorwoord merkte spr. op, dat de theorie van Einstein een algeheele omwen teling in de wetenschap heeft te weeg ge bracht. Voornamelijk zijn het de „ruimte" en de „tijd" die een verbijsterende verandering moesten ondergaan. De theorie an Ein stein gaat lijnrecht in tegen onze gewone wijze van denken. Er was, volgens spr. belangstelling genoeg, maar de weg, om hem te begrijpen, is zeer moeilijk Daarom is die film samengesteld. Men moet echter niet denken, aldus spr. dat na afloop zijner lezing, men de geheele theorie van Einstein begrijpt, doch dat men slechts een idéé heeft gekregen, waarop Einstein zijn theorie heeft gebaseerd. Over gaande tot de lezing, die uit drie deelen be tond n.l. le. Eenvoudige dingen uit het iagelij ksche leven 2e. De gedichten van et licht, en 3e. Hoe Einstein tot de gedachte gekomen, werd door den heer Geerling p de meest bevattelijke (voor dit onderwerp thans) wijze behandeld. Een verslag over de film zelf zullen we hterwege laten, daar deze zich hiertoe niet jij zon der leent. We willen volstaan met de vermelding, dat de heer Geerling op zoo duidelijk mogelijke manier alles poogde te verklaren en bij het einde zijner causerie een dankbaar applaus in ontvangst had te nemen Vergaderiny Tuinbouw- en Plantkunde. De hoofdschotel van de vergadering van „Tuinbouw- en Plantkunde, in hotel Vreeburg gehouden, bestond uit een voordracht van den heer Schenk over „Vogelcultuur in 't belang van den tuinbouw". Spreker, die na een kort inleidend woord van den voorzitter, Dr. Posthumus Meyes, hel woord verkreeg, begon met de erkenning, dat hij gaarne aan de uitnoodiging van het be stuur gehoor had gegeven, omdat het onder werp hem ter harte gaat en dat hij gaarne de gelegenheid te baat neemt, propaganda voor de vogelcultuur le baken. Immers, dier lijke plantenparasieten kunnen door de vogels bestreden worden. Plantenriekiekuivdige dienst en Vogelt undige dienst gaan dan ook met recht hand aan hand De vraag is echter: wanneer moeten we aan vogeicultuur doen en of we 't met een gerust geweien kunnen doen, want zijn de vogels wel zoo nuttig? Over nut en schade kan niet zoo gemakkelijk geoordeeld worden. Immers men ziel de schade wel door vogels aangericht, maar men merkt van 't nut vaak zoo weinig. Om een oordeel te kunnen uit spreken over nut en schade, moet dus ge- Iracht worden te weten te komen, wat de vogels precies consumeeren. Een onderzoek van de maag der vogels heeft z'n eigenaardige bezwaren, immers het voedsel der vogels is vaak in verschillende tijden van t jaar ver schillend. Ook is van rupsjes en andere in secten kort na het nuttigen door de vogels al heer spoedig niets meer mei zekerheid in de vogelmaag terug te vinden. Men moet dus houvast trachten te krijgen door de vogels waar te nemen. Zoo heeft b.v. Naumann een pimpetmeespaartje waargeno men, dat pl.m. 30 per uur met voer bij 't nest kwam, hetgeen op een zomerdag van 17 uur ongeveer 475 bezoeken geeft Een ander telde bij pimpelmeezen 75 be zoeken per uur. Rekent men per jaar 2 broed tijden van 3 weken, dan geeft dat voor één meezenpaar een zeer groot aantal verslonden rupsen. Ook heeft men getracht iets te lee- ren door voederproeven bij gevangen vogels in kooien. Dit geeft echter een onjuist inzicht, want bij vogels in de vrije natuur heeft de stofwisseling veel sneller plaats. Bij Berlijn, waar Prof. Furuoh groote volières voor waar neming van vogels heeft laten inrichten, heeft men o.a. kunnen consialeeren, dat door 4 pimpelmeezen en 4 zwarikop-meezen wer den genuttigd plan. 10.000 eieren van de den- nenprooessierups, 1867 andere rupsen en nog eenige meelwormen, dat is te zaïmen 07 gram voedsel per dog en per vogel of 50 pCt. meer dan het eigen gewicht. Een andere methode voor onderzoek van 't genuttigde vogelvoedsel is deze, dat men de ballen van onverteerde voedselresten, welke sommige vogels uitbraken, beschouwt. Zoo Sïj aankoop van minstens 15.— een Zakpotlood cadeau m. uw eigen naam heelt men in 1818 z.g.n. „uilenproppen" ge vonden. de overblijfselen van 3441 bosch- muizen, 240 gewonen muizen, 3 waterratten en 1 hamster. Uitvoerig schetste spreker verder hoe 'dooi de „beschaving" het leven der vogels bedreiud wordt Electrische draden, vuurtorens, enz. dooden heel wat vogels. En door bet droog maken van plassen, *t opruimen van wallen m heggen, '1 rooien van holle hoornen enz., ont neemt men den vogels aesieigelegenheid, het geen de vogelveramung in de hand werkt. De wouetvogel verdwijnt en de huismuscb doet z'n intree. 't Verderfelijke premiestelsel is de oorzaal van 't verdwijnen der roofvogels, die de zwak ke vogels opruimen. Nu blijven de zwakken en zieken ook bestaan, wat den vogelstand niet ten goede komt. Verder doen katten en kinderen aan den vogelstand enorme schade. En de damesmode niet le vergeten. Met lof maakt spr. melding van een in Bussum be staande club van jeugdige vogel be schermers. Moeten alle vogels beschermd worden? vraagt spr. De Vogelwei ts voor spr. geen richtsnoer. Daarin toch worden vogels in den ban gedaan, dien hij niei gaarne tot de schade lijke zou rekenen. Het hangt er maar van af op welk standpunt men staal. De spreeuw b.v. wordt door de veehouders als nuttig, door de tuinbouwers als schadelijk genoemd. Visschers noemen reiger en schollevaar sohadelij, lew ijl spr. op goede gronden aantoonde, dat vischetende vogels den visch- stand begunstigen. (De Beaufort noemt b.v. het uitroeien van de Jan van Geulenkolonie op de Shetlandsche eilanden als oorzaak vau 't wegblijven van de haringschoolen bij die eilanden.) Wil men de vogelcultuur bevorderen, zegt spr., helpt dan spoedig, door 't versohaffen van nestelgelegenbeden (b.v. nestkastjes). Zijn de vogels eenmaal verdwenen, zij komen niet spoedig terug. Ook 't aanieggen van vogel- boschjes op rustige plaatsen, verdient aan beveling. Het planten van meidoorns, bramen, sleedoorns en duindoorns langs spoordijken, enz., geeft ook verlichting aan het vogelbe- staan. De kweeker zij er echter op bedacht, dat hij die vogeis lokt, die voor hem van nut zij. Om de vogels te houden is 't zaak, dat men hen door den kwaden wintertijd been helpt. Insedenelers helpe men met oliehoudende zaden (apennootjes, blauwmaanzaad, cocos- Doot). Met een stukje spek helpt men de mee- zen door tijden van ijze! en rijp. Vergeet dan ook de drink- en badgelegenheid niet. Baden is voor vogels een levensbehoefte Met een groote serie vogelplaaljes werd hei gesprokene verduidelijkt. Een luid applaus van de vergadering en een welgekozen woord van dank van den voor atier, beloonden den spreker voor zijn leer zame en onderhoudende voordracht In de pauze werden de op de onderlinge tentoonstelling behaalde prijzen en diploma's uitgereikt. Een groote partij bloemen en planten was ingezonden voor de puntentijsL Hierbij waren zeer schoone exemplaren en collecties. Tot onze spijt gelukte het niet de lijst van be kroningen machtig te worden. Ongeval. J. Breetveld, alhier, was voor zijn zwager aan 't rijden met paard en wa gen en had het ongeluk bekneld te geraken tusschen den wagen en een boom, waardoor bij zijn been brak. Hij is overgebracht naar het R. K. Zie kenhuis te Alkmaar, alwaar het been ge zet is Burgerlijke Stand. Geboren: Johanna Agatha, d. v. Th. van Weenen en A. Zonne veld. Nicolaas Adrianus, z. v. Th. Veldt en A. M. Kunnen. Maria, d. v. P. Vader en J. Out. WANDELTOILET. Een rechte japon, een kort manteltje, in dezelfde kleur, maar zwaarder van tint, mef bontranden, en een klokhoedje, eveneens in den toon.,., een heerlijke dracht voor een fiksche winterwandeling. De mode brengt dezen winter als nieuw ste nieuwtje, in plaats van onze gewone bonten, korte bontmanteltjes, die schouders en bovenlichaam tot nog niet aan den el leboog bedekken en van een heerlijken kraag voorzien zijn. Dat die pas kostelijk warm zijn, is uit ons plaatje wel te zien. RAUWE OF GEKOOKTE EIEREN. Van tijd tot tijd wordt er weer 'ns ge streden over de vraag, of rauwe eieren wel gezond zijn en of men aan gekookte de voor keur moet geven. De geleerden en de genees kundigen plegen het daarover van ouds oneens te zijn, met 't gevolg, dat 't publiek doet wat hem „lust", tn dit geval de eieren gebruikt in dien staat, waarin het aan dit voortreffelijke voedingsmiddel de voorkeur geeft en dat is nog het allerverstandigst, ornaat tegenzin in den bereidingsvorm zeker schadelijker is voor de spijsvertering dan de eventueel verkeerd gekozen bereidings vorm zelf. Reeds lang was het uit physiologische proeven bekend, dat ongekookt eiwit veel sneller de maag verlaat dan andere eiwit- stoffen en dat het geen maagsapstroom van j eenige bsteekenis verwekt. Bovendien wordt in het reageerbuisje versch eiwit niet zoo snel door preteolytische enzymen verteerd als gekookt eiwit. Bateman meende dan ook i eenige jaren geleden, op grond van proeven j met dieren, te mogen beweren, dat het ge- bruik van versche eieren geen aanbeveling verdiende. Hij diende zeer groote hoeveel- 1 heden versch eiwit aan zijn proefdieren toe. Deze konden die niet snel geoeg verteren en kregen diarrhee, waarbij geheel onverteerd eiwit in de uitwerpselen gevonden werd. Thans hebben Rose en Mac Leod de zaak juister aangepakt. Ze namen proeven op gezonde personen en vonden geen enkele reden om het gebruik van rauwe eieren te veroordeelen. Zij gaven hun een onbehoor lijke hoeveelheid eiwit (van een dozijn eieren) in ongekookten toestand, vermengd met een normaal dieet. Ze werd uitstekend verteerd (80 pet.), zij het dan ook iets minder dan gekookt eiwit (86 pet.). Dit verschil kan anders gerust verwaarloosd worden, omdat het wel Zoo ongeveer binnen de foutengrens van der gelijke proefnemingen gelegen is. Geklopt eiwit werd iets beter verteerd dan ongeklop'. Spijsverteringsstoornis-en werden ook bij deze onbehoorlijke hoeveelheden niet waar genomen. AZIJN. „Aziin is de groote remedie tegen alle on gesteldheden. Het is voedsel en gezondheid bevorderend, vleesch en medicijn, drinken en verkoeling, hartversterking en tegengif. Zorg nooit zonder aziin te zijn." Aldus een nuttige wenk uit de 17e eeuw, die echter tot op dezen dag nog navolging verdient. In de keuken is azijn onmisbaar en niet alleen bij het koken. Hij verwijdert de te doordringende geuren var. kool, visch of uien uit de pannen, waarin deze zijn gekookt. Hangt een onaange-" name rooklucht in een kamer, dan is deze aan stonds verjaagd met het doer, verdampen van enkele druppels azijn op een heete plaat. Zwartgelakte en een weinig dofgeworden kachelplaten en haardranden krijgen door opwrijven met het zure vocht, vermengd met v/at olie, hun ouden glans terug en roes tige voorwerpen worden ras weer blank ge maakt met behulp van een in azijn gedrenkt lapje. In den zomer wrijve men rauw vleesch en rauwe visch met een weinig azijn in om beide tegen aanvallen van vliegen te vrijwaren. Een scheutje gevoegd bii groenten, die in het water staan, doodt allerhande insecten. Het is onjuist te meenen, dat azijn spijzen taai maakt integendeel zorgt deze er voor dat ze zachter en sneller te verteren worden. Hij maakt ook vette spijzen, bijv. die met spek toebereid, minder machtig. Ook voor toilet- doeleinden is azijn nuttiger dan menigeen vermoedt. Hij vervangt desgewenscht bad zouten, en een paar druppels in een glas wa ter vormen een uitstekende mondspoeling. Bij hevigen dorst neme men één theelepel azijn op een tumbler koud water men zal ontdekken dat dit zeer verfrisschend is. Be kend, is voorts hoe men sinds eeuwen azijn op allerlei wijzen reeds als middel tegen hoofd pijn gebruikt. Het eenvoudigste middel om zekerheid te verkrijgen omtrent den aard van den haar uitval bij vrouwen, schrijft het blad „De Dokter in Huis", het volgende: Men verza« mele drie dagen achtereen de bij bet fri- seeren uitgevallen haren en zondere de ha ren van 16 c.M. lengte van de kortere af. Bedraagt het aantal der laatste meer dan een derde gedeelte van alle uitgevallen haren, dan bestaat een haarziekte, die ge neeskundige behandeling vereischt. Deze varieert al naar gelang van de oor zaken van den haaruitval. Bij bovenmatige schilfervorming moeten de schilfers verwij derd en het ontstaan er van verhinderd worden. Dit geschiedt door wasschingen met zeep. Hierbij moet echter een onder scheid gemaakt worden. Is de schilfervor ming door bovenmatige afscheiding der talgkliertjes veroorzaakt, dan moet zwavel- zeep gebruikt worden, is de schilfervorming echter meer het gevolg van onnatuurlijke vermeerdering der hoorncellen van de op perhuid, dan wordt teerzeep verordend. Behalve deze wasschingen komen nog be paalde zalven in aanmerking, die door den arts moeten voorgeschreven worden. Bij normalen haargroei moet voor al te dikwijls herhaalde hoofdwasschingen ge waarschuwd worden. Mannen behoeven niet meer dan eenmaal per week het hoofd te wasschen, bij vrouwen is een hoofdwas- sching om de twee of drie weken voldoen de. Na het wasschen is het van voordeel, het hoofd met de een of andere niet ran zige pomade in te wrijven. Als inwrijving voor de hoofdhuid is een samenstelling van zeepspiritus, Franschen brandewijn en bo- rax-oplossing (gelijke deelen), met een eier dooier vermengd, aan te bevelen. Zware, hermetisch sluitende hoofdbedek kingen, zooals mutsen van leder, veroorza ken haaruitval. „Het hoofd koel, ds voeten warm", is een hygiënische regel, die ook voor hen past, die haaruitval willen voor komen. Te vast vlechten, branden, papillot- teeren 'der haren leidt tot haaruitval. Dit weet iedere vrouw, of kan het althans we ten, maar slechts weinigen handelen er naar, de meesten moeten de lieve ijdelheid be- koopen met haaruitval, waartegen dan alle mogelijke dure haartincturen en wonder middelen tevergeefs beproefd worden. De breitaientea van mevrouw Coolidge, de echtgenoote van den Amerikaanschen president, zullen binnenkort door een com missie van vijf vrouwelijke deskundigen worden beoordeeld. :j Voor eenige maanden schreef een groote wolfabriek een prijsvraag uit voor het beste breiwerk. Niet minder dan 15.000 dollar werd beschikbaar gesteld voor breiwerk, dat uit fabrikaten der firma vervaardigd was. De eerste prijs bedraagt 2000 dollar. Me vrouw Coolidge, die destijds nog niet op het Witte Huis woonde, nam aan den wed strijd deel. Zij breide een witte kinderwagen- deken, gevoerd met rose crepe de chine. Het mooiste is, dat de inzendingen anoniem aan de commissie worden voorgelegd en daar er bovendien waarschijnlijk meer derge lijke dekens zijn vervaardigd, is het onmo gelijk, dat de hooge positie, die mevrouw Coolidge den laatste» tijd bekleedt, invloed kan uitoefenen op de beoordeeling van haar werk. Marmeren gangen en stoepjes kan men als volgt reinigen Boen ze op de gewone wijze met zeepsop, vervolgens met schuur- steen en daarna met een weinig melk. Wrijl tenslotte het marmer goed droog en wrijf het na m et een wollen doek. NUTTIGE WENKEN. Zout kan men bij vochtig weer droog- houden door bij elk half pond goed droog zout een theelepel bloem te voegen. Wanneer men bij het stijven zeepwater gebruikt zal het waschgoed er glanzende» uitzien, en zal het ijzer niet zoo licht vast kleven. POLITIEKE VERGADERING VAN DAMES. „En nu, dames!" zei de spreekster op een politieke vergadering, „ik ben bereid uw vragen te beantwoorden." „Zoudt n ons dan eerst even willen ver tellen", zei een aandachtig toehoorster, „waar u dien snoes van een hoed gekocht hebt?" DAT WIST HIJ NIET. Dame (tot blinden bedelaar): ,.Heb je veel kinderen, arme man? Bedelaar: „Dat weet ik niet., dame. Ik ben blind." WIE DIE GEK WAS. Hij: „Was er geen gek, die naar jouw hand vroeg, voor we trouwden." Zij: „Ja!" Hij: „Maar waarom trouwde ie hem dan niet?" Zij: „Ik trouwde hem w«L" Hij kent zijn lessen heel goed. maat als men hem ondervraagt, is hij wat ver- legen Zoo vent, ben jij zoo verlegen? Ja, meneer.vooral in het Engelsch.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 13