L
Onze Vrouwenrubriek.
Ouders en Kinderen.
Vierde Blad
30 November 1923 j
Provinciale Staten van
Noord-Holland.
ingezonden Mededeelingen
STADSNIEUWS
RECHTSZAKEN.
lijiIplIllP rol I
P. VELZEBOER
UIT DEN OMTREK.
BLOEMEND AAL.
Fa. ANTON DE HOOIJ
ANEGAMG 14 TELEFOGM 560
FOTOALBUMS
BR SEPK A ART ALBUMS
CASTRICUM.
Ons Toilet.
het Nieuwste.
Onze Keuken.
FASCISTEN-MODE.
De nieuwe mode voor de Fascistendames
zwarten sluier voor, die 't gezicht vrij laat en
van Rome schrijft een
naar achteren afhangt.
Haaruitval.
Mevr. Coolidge als breister.
Mengelwerk.
Anecdoten.
De ouders vertegenwoordigen zichtbaar
voor hun kinderen de liefde en het gezag van
God, daarom komt hun rechtmatig eerbied
en wederliefde toe van den kant der kin
deren.
Zij hebben niet het recht, om van dien
eerbied hunner kinderen afstand te doen,
gelijk moderne wijsgeeren datleeren, evenmin
als de kinderen het recht hebben, dien eer
bied aan vader en moeder te weigeren, hoe
veel gebreken en minderwaardige eigen
schappen ze ook in hen mogen ontdekken.
Door waardigheid en verstandige zelfbeheer-
sching, moet de vader zich zijn gezag ver
zekeren en het niet verliezen of verzwakken
door eigen schuld.
Een uitbarsting van feilen toorn, en
driftige scène, gepaard met ruwe woorden
of zelfs vloeken, ondermijnt bet ouderlijk
gezag en heeft opvoedkundig geen waarde,
doch brengt zelfs groote nadeden mee.
Kinderlijke eerbied jegens de ouders be
hoort zich niet te bepalen tot het innerlijke;
die eerbied moet zich óók naar buiten toonen.
Het is een beklagenswaardige trek van
onzen tijd, dat in het dagelijksch huiselijk
verkeer, de uiterlijke vormen en plicht
plegingen, die de eerbied voor vader en
moeder aan de kinderen oplegt, steeds meer
verloren gaan.
In vroegere dagen hield men daaraan vast
en de ouderen onder onze lezers en lezeressen
Zullen zich nog wel berinneren, dat zij zich
nooit tegenover vader of moeder zouden heb
ben veroorloofd, hetgeen bij onze moderne
jeugd heel gewoon is en als van zelf sprekend.
Is het bijv. een te kort voor hun eigen vrij
heid, wanneer de kinderen over hun doen
en laten binnenshuis en vooral daar buiten,
rekenschap geven aan vader en moeder?
Zeker, vrijheid en zelfstandigheid groeien,
moeten ook groeien met het klimmen der
jaren, maar dienen toch hare perken en
grenzen te hebben in de orde en regelmaat
van het huisgezin. Of rust de verantwoor
delijkheid voor de kinderen niet zóó lang op
de ouders, zoolang zij verblijf houden onder
hun dak?
De eischen van een op godsdienst en ge
zond verstand gebouwde ouderliefde wor
den dan pas drukkend en kwetsend, indien
het „vertrouwen" ontbreekt.
De liefde, die voortspruit uit weder-
zijdsch vertrouwen tusschen ouders en kin
deren, is wel de voornaamste factor, de beste
hulp bij de opvoeding der jeugd.
Maar vertrouwen kan niet worden afge
dwongen het moet spontaan geboren wor
den en groeien met het verstand en met de
jaren.
Ouders, die zich meenen te moeten be
klagen over gemis aan vertrouwen bij hun
kroost, mogen zich wel eens in geweten
afvragen of zij wel den waren weg insloegen
om dat vertrouwen te wekken.
Geen lentebloesem, dat haar hoofdjeuit
beurt boven de sneeuw, is zoo gevoelig en
teer als een kinderlijk gemoed, dat liefdeloos
en tactloos behandeld wordt.
Gemakkelijker verdraagt het kind den
harden wind van strenge tucht, als het de
liefde en de bezorgdheid van het ouderhart
er door heen voelt spelen, in plaats van een
ondoordacht en ruw aanpakken van zijn
gemoed.
Wekt vertrouwen op in uw kinderen,
door te toonen, dat ge ze lief hebt met ver
stand en voor hun eigen welzijn slechts be-
sorgd zijt.
VEROORDEELD TOT 13 JAAR
GEVANGENISSTRAF.
De Haagsche rechtbank heeft Donderdag
den 38-jarigen meubelmaker. J. L, Jungsla-
ger uit den Haag, wegens verschillende in
braken tot vijf jaren en wegens poging tot
doodslag op een politieagent, die hem bij
een dier inbraken op heeterdaad betrapte,
';ot acht jaren gevangenisstraf veroordeeld.
(Vervolg.)
Donderdagmorgen werd de geschorste zit
ting der Prov. Staten voortgezet.
Allereerst is het woord aan hel lid van
Ged. Staten, den heer GERHARD.
Spr. wijst er allereerst op, dat de heer
Cassandra (de heer Otto) aangedrongen heeft
op salarisverlaging, verlenging van arbeids
duur, pensioenkorting, enz. Hij verkondigde
de spelling: hoe beroerder het den arbeider
gaat, hoe grooter de welvaart is.
-)fat heeren Otto c.s. van Ged. Staten
willen, is, dat, waar zij aan het hoofd staan
van de Staten, dus de natuurlijke bondgenoo-
ten van de werkgevers zijn. Doch dat is juist
de fout, die ook wel door werknemers be
gaan wordt, die de overheid ook als bond-
nooier, wilien zijn.
Ged. Staten zijn noch van den een, noch
van den ander bondgenooten.
Geroep: Zeer juist.
De heer GERHARD gaat verder en merkt
op, dat Ged. Staten wel optreden als werk
gevers, doch de procuratiehouders zijn van
de Prov. Staten en daarom slechts het werk
doen uitvoeren, dat de Prov. Staten eigen
lijk moeten aanwijzen.
Ged. Staten trachten uit de botsing der
belangen, welke zich voordoet in het Geor
ganiseerd Overleg, de juiste richting te trek
ken.
Spr. wijst er op, dat de heeren Otto c.s.
in den tijd, toen het overheidspersoneel
verre ten achter stond bij het personeel in
particulieren dienst nooit getracht hebben,
dat overheidspersoneel daarmee gelijk te
stellen. Dat personeel heeft de gunstigen
voorwaarden afgedwongen. Het maakt ge
bruik van de macht, welke het heeft. En
daarmede dienen ook Ged. Staten rekening
te houden.
Spr. gaat na de besprekingen omtrent ver
lenging van den arbeidsduur, niet is een
simpele kwestie van een verlenging met 3
uur, doch dat de arbeiders daarin een ko
mende reeks van veranderingen zouden moe
ten zien. Die verlenging van arbeidsduur
heeft geen zin, als er geen personeel ontsla
gen zou worden. Maar daartoe dient een
wachtgeldregeling. En deze wordt heden
avond in het Georganiseerd Overleg bespro
ken. Ged. Staten willen dus wel de 48-
urige arbeidsweek, maar willen voor de ar
beiders daar iets tegenover stellen. Ged.
Staten willen in het personeel niet machines
zien.
In het Georganiseerd Overleg zijn, op een
enkele uitzondering na, alle beslissingen met
algemeene of met zoo goed als algemeene
stemmen genomen. Het personee* is niet
blind voor noodzakelijkheden, mits die maar
evident worden aangetoond.
Ged. Staten denken er niet aan, op dit
oogenblik eenige loonsverlaging voor te stel
len. De noodzakelijkheid voor loonsverlaging
moeten gesteund worden door de omstandig
heden.
Spr. wijst er op, dat niemand heeft aange
toond de noodzakelijkheid van een neer
drukking yan den arbeider.
Ged. Staten zullen echter natuurlijk aan
alle kanten overwegen, hoe men tot verbete
ring van de financieele lasten der provincie
kan komen, doch zij meenen, dat loonsverla
ging slechts in de allerlaatste plaats van
noodzakelijkheid mag komen.
De pensioenaftrek is in het College van
Ged. Staten ook onder de oogen gezien; de
verschillende vragen, hieromtrent te stellen,
zijn niet zoo maar op te lossen; zij zullen in
het Georganiseerd Overleg worden bespro
ken.
Spr. beantwoordt nu verschillende ge
maakte bemerkingen.
De brochure van dr. v. d. Scheer is aan
gehaald en spr. becriticeert het, dat in die
brochure gesproken wordt van een 56-57-
urige werkweek voor het personeel in de
ziekenhuizen. Die verlenging zal niet onge
straft kunnen blijven.
In zake de gemaakte bemerkingen op het
salarisreglement is spr. van oordeel, dat de
leden niet de bemerkingen hadden mogen
maken, welke gemaakt zijn, daar het geheele
lichaam der Staten aan de tot stand koming
van dat reglement heeft medegewerkt. Ged.
Staten zullen evenwel nagaan, of er in da£
salarisreglement werkelijk zulke evidente
I onjuistheden in voorkomen, dat verbeterin
gen kunnen aangebracht worden, zonder dat
het karakter er van aangetast wordt.
Wat den vacanlietoeslag belreft, daar de
regeling over 1923 niet is goedgekeurd, zal
m het Georganiseerd Overleg onder de oogen
moeten worden gezien, of de bepalingen ten
aanzien van den vaeantietoeslag moeten
worden herzien.
Wat de instelling van een Centraal Plaat-
singsbinreau belreft, zooals de heer Pothuis
bedoelde, dat achten Ged. Sla ten niet noodig,
doch met diens bedoeling wordt rekening
gehouden.
De VOORZITTER, jhr. Van Lennep. wi]
in zake de gemaakte bemerkingen op de con
stellatie van Ged. Stalen antwoorden, dat hij
herhalen wil, wat reeds in de Memorie van
Antwoord gezegd is, n.1. dat Ged. Stalen
daar niet op ingaan.
Den heer Colijn antwoordt spr., dat Ge,i
Staten het met hem eens zijn, dat ook anti
revolutionnairen benoemd kunnen worden ii
de commissies, doch spr. verwijst naar he
reeds in de stukken gegeven antwoord
da! als regel een aftredend lid nummer één
gesteld wordt.
Spr. gaat de uitbreiding van het prov. per
soneel na, waarhij hij er op wijst, dat in de
jaren, dat hij lid is van Gedep. Staten, de
werkzaamheden bijzonder toegenomen zijn,
wat uitbreiding van personeel verasehte. Men
moet goed personeel hébben en daar iegl
spr. den nadruk op. Doch als men knappe
ambtenaren heeft, moet men dit ook waar-
deeren. Die waardeering toont men door toe
kenning van een hoogererj rang, waaraan nreer
salaris verbonden is. Er zijn ambtenaren, die
werken voor twee en men heeft meer aan
één knappen ambtenaar, dan aan twee min
der knappe. Ged. Staten denken er dan ook
niet aan, het aantal rangen le verminderen
of daaromtrent een voorstel aan <le Siaien
te doen.
De heer Barnstón verlangde toezending van
stukken uil andere provincies, doch spreker
meent, dal, wanneer de leden verlangen stuk
keu te ontvangen uit andere provincies, zij
die zelf kunnen opvragen. Daardoor zal meer
hun aandacht voor dergelijke stukken gewekt
worden, dan wanneer hun de stukken peri
odiek toegezonden werden.
Alle leden van Ged. Stalen hebben dan het
woord gevoerd.
Besloten wordt, geen replieken tc houden.
Vastgesteld worden de balans, winst- en ver
liesrekening van hel Prov. Electriciteitshedrijf
en van het Prov. Waterleidingbedrijf, beid"
dienst 1922.
Vastgesteld wordt de begrooting van het
Prov. Flee tried loll shed rij f, dienst 1924.
Bij de behandeling van de begrooting van
hel Pnov. Waterleidingbedrijf dienst 1924,
brengt de heer THOMASSEN (S. D. A. P.)
hulde aan den directeur van het weteiieiding-
bedrijf en bepleit de noodzakelijkheid dal
plattelandsgemeenten zich aansluiten aan het
Prov. Wa te rleidi ngb edrijf
De heer BINNENDIJK (S.D.A.P.) verdedigt
zijn motie, inhoudende de mogelijkheid na te
gaan, de Zaanland,sche bewoners, die vroeger
van de Zaanlandsdhe Walerleidingmaat-
sóhappij het water betrokken hebben, van
provinoiewege tegemoet te komen in de thans
voor hen zwaardere lasten bij de waterleve
ring.
De heer v d. W.AERDEN (S. D. A. P.) be
toogt, dat de m,itie van den heer Binnendijk
de bevoordeeling van een groep inhoudt.
Het lid van Ged. Staten, de heer HENDRIX,
sluit zich namen Ged. Stalen aan bij de
hulde, door den heer Thomassen gebracht
aan dén directeur van liet Waterleidingbe
drijf.
Ged. Staten zullen te zijner tijd overwe
gen, welke maatregelen moeten worden
genomen, opdat de gemeenten zich ook hou
den aan bepalingen in de Bouwverorde
ning omtrent de verplichte aansluiting bij
het Prov, Waterleidingbedrijf,
Het standpunt van den heer Binnendijk
is niet te aanvaarden door Ged, Staten,
Een toezegging als hij aangehaald heeft, is
niet gedaan. Spreker ontraadt met de mees
te beslistheid aanneming der motie-Binnen
dijk.
De motie-Binnendijk wordt dan in stem
ming gebracht en verworpen met alleen de
stem van den voorsteller voor.
De begrooting van het bedrijf wordt dan
vastgesteld.
De motie-Colijn betreflende de instelling
van een commissie, die nagaat, hoe bezui
nigd kan worden bij de prov. ziekenhuizen,
Directeur van net R. K. Zangkoor te Uit
geest, herdacht op St. Ceciliadag het feit.
dat hij voor 40 jaar als zoodanig werd aan
gesteld.
Z. H. de Paus erkende zijn groote ver
diensten, door hem te begiftigen inet het
Eerekruis „Pro Ecclesia et Pontifice".
Zoowel de Z.E. Heer Pastoor en het
Kerkbestuur als het bestuur en de leden
van het Zangkoor, hebben zich beijverd, om
dien dag voor hem tot een onvergetelijken
te maken.
wordt door Ged. Staten overgenomen, waar
na vastgesteld worden de begrooiingen
voor den dienst 1924 betreffende de prov.
ziekenhuizen.
De begrooting der provinciale inkomsten
en uitgaven voor 1924 wordt dan behan
deld, bij welke behandeling de heer THO
MASSEN (S.D.A.P.) zijn motie in zake de
werkloosheidsvoorziening verdedigt.
De motie van den heer Thomassen wordt
aangenomen met 2120 stemmen.
Besloten wordt tot instelling van een re
servefonds, terwijl de voorstellen van Ged.
Staten in zake belastingheffing aangenomen
worden.
In 1924 zullen geheven worden:
Twintig opcenten op de hoofdsom der be
lasting op de gebouwde eigendommen;
Twintig opcenten op de hoofd der belas
ting op de ongebouwde eigendommen.
Twintig opcenten op de hoofdsom der per-
soneele belasting.
Vijf opcenten op de aanslagen der belas-
tinplichtigen, bedoeld bij art. la der wet op
de ïnkomstenbelastineg 1914, belastingjaar
1924/1925.
De heer BEST vraagt of spoedig van Ged.
Staten een voorstel is te wachten tot wijzi
ging van de finantiëeie verhouding tusschen
de Provincie Noord-Holland en het Hoog
heemraadschap Noord-Holland's Noorder
kwartier in voor het Hoogheemraadschap
gunstigen zin, wat kan leiden tot verlaging
van de zware lasten in het Hoogheemraad
schap
De heer HENDRIX, lid van Ged. Staten
zegt, dat in deze voorstellen van Ged. Staten
zijn te wachten.
De begrooting wordt dan aangenomen,
waarna de vergadering gesloten wordt.
EEN EINSTEIN-FILM.
Een zeer belangrijk onderwerp, dat echter
door meer weinigen in die mate begrepen
zal zijn, dat zij er nu over kunnen mee
spreken, werd gisteravond in den Schouw
burg aa den Jansweg behandeld, n.l. de
realiviteitstheorie van Einstein.
Zóó groot was de belangstelling voor dit,
in het dagelij ksche leven bijna niet voor
komende onderwerp, dat geen plaatsje on
bezet bleef. Zeer velen waren samen geko
men om de realiviteitstheorie van Einstein
nader te hooren uitleggen in een lezing van
den heer F. G. Geerling.
In zijn voorwoord merkte spr. op, dat de
theorie van Einstein een algeheele omwen
teling in de wetenschap heeft te weeg ge
bracht.
Voornamelijk zijn het de „ruimte" en
de „tijd" die een verbijsterende verandering
moesten ondergaan. De theorie an Ein
stein gaat lijnrecht in tegen onze gewone
wijze van denken.
Er was, volgens spr. belangstelling genoeg,
maar de weg, om hem te begrijpen, is zeer
moeilijk Daarom is die film samengesteld.
Men moet echter niet denken, aldus spr.
dat na afloop zijner lezing, men de geheele
theorie van Einstein begrijpt, doch dat men
slechts een idéé heeft gekregen, waarop
Einstein zijn theorie heeft gebaseerd. Over
gaande tot de lezing, die uit drie deelen be
tond n.l. le. Eenvoudige dingen uit het
iagelij ksche leven 2e. De gedichten van
et licht, en 3e. Hoe Einstein tot de gedachte
gekomen, werd door den heer Geerling
p de meest bevattelijke (voor dit onderwerp
thans) wijze behandeld.
Een verslag over de film zelf zullen we
hterwege laten, daar deze zich hiertoe niet
jij zon der leent. We willen volstaan met de
vermelding, dat de heer Geerling op zoo
duidelijk mogelijke manier alles poogde te
verklaren en bij het einde zijner causerie een
dankbaar applaus in ontvangst had te nemen
Vergaderiny Tuinbouw- en Plantkunde.
De hoofdschotel van de vergadering van
„Tuinbouw- en Plantkunde, in hotel Vreeburg
gehouden, bestond uit een voordracht van den
heer Schenk over „Vogelcultuur in 't belang
van den tuinbouw".
Spreker, die na een kort inleidend woord
van den voorzitter, Dr. Posthumus Meyes, hel
woord verkreeg, begon met de erkenning, dat
hij gaarne aan de uitnoodiging van het be
stuur gehoor had gegeven, omdat het onder
werp hem ter harte gaat en dat hij gaarne
de gelegenheid te baat neemt, propaganda
voor de vogelcultuur le baken. Immers, dier
lijke plantenparasieten kunnen door de vogels
bestreden worden. Plantenriekiekuivdige
dienst en Vogelt undige dienst gaan dan ook
met recht hand aan hand
De vraag is echter: wanneer moeten we
aan vogeicultuur doen en of we 't met een
gerust geweien kunnen doen, want zijn de
vogels wel zoo nuttig? Over nut en schade
kan niet zoo gemakkelijk geoordeeld worden.
Immers men ziel de schade wel door vogels
aangericht, maar men merkt van 't nut vaak
zoo weinig. Om een oordeel te kunnen uit
spreken over nut en schade, moet dus ge-
Iracht worden te weten te komen, wat de
vogels precies consumeeren. Een onderzoek
van de maag der vogels heeft z'n eigenaardige
bezwaren, immers het voedsel der vogels is
vaak in verschillende tijden van t jaar ver
schillend. Ook is van rupsjes en andere in
secten kort na het nuttigen door de vogels
al heer spoedig niets meer mei zekerheid in
de vogelmaag terug te vinden.
Men moet dus houvast trachten te krijgen
door de vogels waar te nemen. Zoo heeft b.v.
Naumann een pimpetmeespaartje waargeno
men, dat pl.m. 30 per uur met voer bij 't
nest kwam, hetgeen op een zomerdag van 17
uur ongeveer 475 bezoeken geeft
Een ander telde bij pimpelmeezen 75 be
zoeken per uur. Rekent men per jaar 2 broed
tijden van 3 weken, dan geeft dat voor één
meezenpaar een zeer groot aantal verslonden
rupsen. Ook heeft men getracht iets te lee-
ren door voederproeven bij gevangen vogels
in kooien. Dit geeft echter een onjuist inzicht,
want bij vogels in de vrije natuur heeft de
stofwisseling veel sneller plaats. Bij Berlijn,
waar Prof. Furuoh groote volières voor waar
neming van vogels heeft laten inrichten, heeft
men o.a. kunnen consialeeren, dat door
4 pimpelmeezen en 4 zwarikop-meezen wer
den genuttigd plan. 10.000 eieren van de den-
nenprooessierups, 1867 andere rupsen en nog
eenige meelwormen, dat is te zaïmen 07
gram voedsel per dog en per vogel of 50 pCt.
meer dan het eigen gewicht.
Een andere methode voor onderzoek van 't
genuttigde vogelvoedsel is deze, dat men de
ballen van onverteerde voedselresten, welke
sommige vogels uitbraken, beschouwt. Zoo
Sïj aankoop van minstens 15.— een
Zakpotlood cadeau m. uw eigen naam
heelt men in 1818 z.g.n. „uilenproppen" ge
vonden. de overblijfselen van 3441 bosch-
muizen, 240 gewonen muizen, 3 waterratten
en 1 hamster.
Uitvoerig schetste spreker verder hoe 'dooi
de „beschaving" het leven der vogels bedreiud
wordt Electrische draden, vuurtorens, enz.
dooden heel wat vogels. En door bet droog
maken van plassen, *t opruimen van wallen m
heggen, '1 rooien van holle hoornen enz., ont
neemt men den vogels aesieigelegenheid, het
geen de vogelveramung in de hand werkt.
De wouetvogel verdwijnt en de huismuscb
doet z'n intree.
't Verderfelijke premiestelsel is de oorzaal
van 't verdwijnen der roofvogels, die de zwak
ke vogels opruimen. Nu blijven de zwakken
en zieken ook bestaan, wat den vogelstand
niet ten goede komt. Verder doen katten en
kinderen aan den vogelstand enorme schade.
En de damesmode niet le vergeten. Met lof
maakt spr. melding van een in Bussum be
staande club van jeugdige vogel be schermers.
Moeten alle vogels beschermd worden?
vraagt spr. De Vogelwei ts voor spr. geen
richtsnoer. Daarin toch worden vogels in den
ban gedaan, dien hij niei gaarne tot de schade
lijke zou rekenen. Het hangt er maar van af
op welk standpunt men staal. De spreeuw b.v.
wordt door de veehouders als nuttig, door de
tuinbouwers als schadelijk genoemd.
Visschers noemen reiger en schollevaar
sohadelij, lew ijl spr. op goede gronden
aantoonde, dat vischetende vogels den visch-
stand begunstigen. (De Beaufort noemt b.v.
het uitroeien van de Jan van Geulenkolonie
op de Shetlandsche eilanden als oorzaak vau
't wegblijven van de haringschoolen bij die
eilanden.)
Wil men de vogelcultuur bevorderen, zegt
spr., helpt dan spoedig, door 't versohaffen
van nestelgelegenbeden (b.v. nestkastjes). Zijn
de vogels eenmaal verdwenen, zij komen niet
spoedig terug. Ook 't aanieggen van vogel-
boschjes op rustige plaatsen, verdient aan
beveling. Het planten van meidoorns, bramen,
sleedoorns en duindoorns langs spoordijken,
enz., geeft ook verlichting aan het vogelbe-
staan. De kweeker zij er echter op bedacht,
dat hij die vogeis lokt, die voor hem van
nut zij.
Om de vogels te houden is 't zaak, dat men
hen door den kwaden wintertijd been helpt.
Insedenelers helpe men met oliehoudende
zaden (apennootjes, blauwmaanzaad, cocos-
Doot). Met een stukje spek helpt men de mee-
zen door tijden van ijze! en rijp. Vergeet dan
ook de drink- en badgelegenheid niet. Baden
is voor vogels een levensbehoefte
Met een groote serie vogelplaaljes werd hei
gesprokene verduidelijkt.
Een luid applaus van de vergadering en een
welgekozen woord van dank van den voor
atier, beloonden den spreker voor zijn leer
zame en onderhoudende voordracht
In de pauze werden de op de onderlinge
tentoonstelling behaalde prijzen en diploma's
uitgereikt.
Een groote partij bloemen en planten was
ingezonden voor de puntentijsL Hierbij waren
zeer schoone exemplaren en collecties. Tot
onze spijt gelukte het niet de lijst van be
kroningen machtig te worden.
Ongeval. J. Breetveld, alhier, was voor
zijn zwager aan 't rijden met paard en wa
gen en had het ongeluk bekneld te geraken
tusschen den wagen en een boom, waardoor
bij zijn been brak.
Hij is overgebracht naar het R. K. Zie
kenhuis te Alkmaar, alwaar het been ge
zet is
Burgerlijke Stand. Geboren: Johanna
Agatha, d. v. Th. van Weenen en A. Zonne
veld. Nicolaas Adrianus, z. v. Th. Veldt en
A. M. Kunnen. Maria, d. v. P. Vader en J.
Out.
WANDELTOILET.
Een rechte japon, een kort manteltje, in
dezelfde kleur, maar zwaarder van tint, mef
bontranden, en een klokhoedje, eveneens
in den toon.,., een heerlijke dracht voor
een fiksche winterwandeling.
De mode brengt dezen winter als nieuw
ste nieuwtje, in plaats van onze gewone
bonten, korte bontmanteltjes, die schouders
en bovenlichaam tot nog niet aan den el
leboog bedekken en van een heerlijken kraag
voorzien zijn. Dat die pas kostelijk warm
zijn, is uit ons plaatje wel te zien.
RAUWE OF GEKOOKTE EIEREN.
Van tijd tot tijd wordt er weer 'ns ge
streden over de vraag, of rauwe eieren wel
gezond zijn en of men aan gekookte de voor
keur moet geven. De geleerden en de genees
kundigen plegen het daarover van ouds
oneens te zijn, met 't gevolg, dat 't publiek
doet wat hem „lust", tn dit geval de eieren
gebruikt in dien staat, waarin het aan dit
voortreffelijke voedingsmiddel de voorkeur
geeft en dat is nog het allerverstandigst,
ornaat tegenzin in den bereidingsvorm zeker
schadelijker is voor de spijsvertering dan
de eventueel verkeerd gekozen bereidings
vorm zelf.
Reeds lang was het uit physiologische
proeven bekend, dat ongekookt eiwit veel
sneller de maag verlaat dan andere eiwit-
stoffen en dat het geen maagsapstroom van j
eenige bsteekenis verwekt. Bovendien wordt
in het reageerbuisje versch eiwit niet zoo
snel door preteolytische enzymen verteerd
als gekookt eiwit. Bateman meende dan ook i
eenige jaren geleden, op grond van proeven j
met dieren, te mogen beweren, dat het ge-
bruik van versche eieren geen aanbeveling
verdiende. Hij diende zeer groote hoeveel- 1
heden versch eiwit aan zijn proefdieren toe.
Deze konden die niet snel geoeg verteren
en kregen diarrhee, waarbij geheel onverteerd
eiwit in de uitwerpselen gevonden werd.
Thans hebben Rose en Mac Leod de zaak
juister aangepakt. Ze namen proeven op
gezonde personen en vonden geen enkele
reden om het gebruik van rauwe eieren te
veroordeelen. Zij gaven hun een onbehoor
lijke hoeveelheid eiwit (van een dozijn eieren)
in ongekookten toestand, vermengd met een
normaal dieet. Ze werd uitstekend verteerd
(80 pet.), zij het dan ook iets minder dan
gekookt eiwit (86 pet.). Dit verschil kan anders
gerust verwaarloosd worden, omdat het wel
Zoo ongeveer binnen de foutengrens van der
gelijke proefnemingen gelegen is. Geklopt
eiwit werd iets beter verteerd dan ongeklop'.
Spijsverteringsstoornis-en werden ook bij
deze onbehoorlijke hoeveelheden niet waar
genomen.
AZIJN.
„Aziin is de groote remedie tegen alle on
gesteldheden. Het is voedsel en gezondheid
bevorderend, vleesch en medicijn, drinken
en verkoeling, hartversterking en tegengif.
Zorg nooit zonder aziin te zijn." Aldus een
nuttige wenk uit de 17e eeuw, die echter tot
op dezen dag nog navolging verdient. In de
keuken is azijn onmisbaar en niet alleen bij
het koken. Hij verwijdert de te doordringende
geuren var. kool, visch of uien uit de pannen,
waarin deze zijn gekookt. Hangt een onaange-"
name rooklucht in een kamer, dan is deze aan
stonds verjaagd met het doer, verdampen
van enkele druppels azijn op een heete plaat.
Zwartgelakte en een weinig dofgeworden
kachelplaten en haardranden krijgen door
opwrijven met het zure vocht, vermengd
met v/at olie, hun ouden glans terug en roes
tige voorwerpen worden ras weer blank ge
maakt met behulp van een in azijn gedrenkt
lapje. In den zomer wrijve men rauw vleesch
en rauwe visch met een weinig azijn in om
beide tegen aanvallen van vliegen te vrijwaren.
Een scheutje gevoegd bii groenten, die in
het water staan, doodt allerhande insecten.
Het is onjuist te meenen, dat azijn spijzen taai
maakt integendeel zorgt deze er voor dat
ze zachter en sneller te verteren worden. Hij
maakt ook vette spijzen, bijv. die met spek
toebereid, minder machtig. Ook voor toilet-
doeleinden is azijn nuttiger dan menigeen
vermoedt. Hij vervangt desgewenscht bad
zouten, en een paar druppels in een glas wa
ter vormen een uitstekende mondspoeling.
Bij hevigen dorst neme men één theelepel
azijn op een tumbler koud water men zal
ontdekken dat dit zeer verfrisschend is. Be
kend, is voorts hoe men sinds eeuwen azijn
op allerlei wijzen reeds als middel tegen hoofd
pijn gebruikt.
Het eenvoudigste middel om zekerheid te
verkrijgen omtrent den aard van den haar
uitval bij vrouwen, schrijft het blad „De
Dokter in Huis", het volgende: Men verza«
mele drie dagen achtereen de bij bet fri-
seeren uitgevallen haren en zondere de ha
ren van 16 c.M. lengte van de kortere af.
Bedraagt het aantal der laatste meer dan
een derde gedeelte van alle uitgevallen
haren, dan bestaat een haarziekte, die ge
neeskundige behandeling vereischt.
Deze varieert al naar gelang van de oor
zaken van den haaruitval. Bij bovenmatige
schilfervorming moeten de schilfers verwij
derd en het ontstaan er van verhinderd
worden. Dit geschiedt door wasschingen
met zeep. Hierbij moet echter een onder
scheid gemaakt worden. Is de schilfervor
ming door bovenmatige afscheiding der
talgkliertjes veroorzaakt, dan moet zwavel-
zeep gebruikt worden, is de schilfervorming
echter meer het gevolg van onnatuurlijke
vermeerdering der hoorncellen van de op
perhuid, dan wordt teerzeep verordend.
Behalve deze wasschingen komen nog be
paalde zalven in aanmerking, die door den
arts moeten voorgeschreven worden.
Bij normalen haargroei moet voor al te
dikwijls herhaalde hoofdwasschingen ge
waarschuwd worden. Mannen behoeven niet
meer dan eenmaal per week het hoofd te
wasschen, bij vrouwen is een hoofdwas-
sching om de twee of drie weken voldoen
de. Na het wasschen is het van voordeel,
het hoofd met de een of andere niet ran
zige pomade in te wrijven. Als inwrijving
voor de hoofdhuid is een samenstelling van
zeepspiritus, Franschen brandewijn en bo-
rax-oplossing (gelijke deelen), met een eier
dooier vermengd, aan te bevelen.
Zware, hermetisch sluitende hoofdbedek
kingen, zooals mutsen van leder, veroorza
ken haaruitval. „Het hoofd koel, ds voeten
warm", is een hygiënische regel, die ook
voor hen past, die haaruitval willen voor
komen. Te vast vlechten, branden, papillot-
teeren 'der haren leidt tot haaruitval. Dit
weet iedere vrouw, of kan het althans we
ten, maar slechts weinigen handelen er naar,
de meesten moeten de lieve ijdelheid be-
koopen met haaruitval, waartegen dan alle
mogelijke dure haartincturen en wonder
middelen tevergeefs beproefd worden.
De breitaientea van mevrouw Coolidge,
de echtgenoote van den Amerikaanschen
president, zullen binnenkort door een com
missie van vijf vrouwelijke deskundigen
worden beoordeeld. :j
Voor eenige maanden schreef een groote
wolfabriek een prijsvraag uit voor het beste
breiwerk. Niet minder dan 15.000 dollar
werd beschikbaar gesteld voor breiwerk, dat
uit fabrikaten der firma vervaardigd was.
De eerste prijs bedraagt 2000 dollar. Me
vrouw Coolidge, die destijds nog niet op
het Witte Huis woonde, nam aan den wed
strijd deel. Zij breide een witte kinderwagen-
deken, gevoerd met rose crepe de chine.
Het mooiste is, dat de inzendingen anoniem
aan de commissie worden voorgelegd en
daar er bovendien waarschijnlijk meer derge
lijke dekens zijn vervaardigd, is het onmo
gelijk, dat de hooge positie, die mevrouw
Coolidge den laatste» tijd bekleedt, invloed
kan uitoefenen op de beoordeeling van haar
werk.
Marmeren gangen en stoepjes kan men
als volgt reinigen Boen ze op de gewone
wijze met zeepsop, vervolgens met schuur-
steen en daarna met een weinig melk. Wrijl
tenslotte het marmer goed droog en wrijf
het na m et een wollen doek.
NUTTIGE WENKEN.
Zout kan men bij vochtig weer droog-
houden door bij elk half pond goed droog
zout een theelepel bloem te voegen.
Wanneer men bij het stijven zeepwater
gebruikt zal het waschgoed er glanzende»
uitzien, en zal het ijzer niet zoo licht vast
kleven.
POLITIEKE VERGADERING
VAN DAMES.
„En nu, dames!" zei de spreekster op een
politieke vergadering, „ik ben bereid uw
vragen te beantwoorden."
„Zoudt n ons dan eerst even willen ver
tellen", zei een aandachtig toehoorster,
„waar u dien snoes van een hoed gekocht
hebt?"
DAT WIST HIJ NIET.
Dame (tot blinden bedelaar):
,.Heb je veel kinderen, arme man?
Bedelaar: „Dat weet ik niet., dame. Ik
ben blind."
WIE DIE GEK WAS.
Hij: „Was er geen gek, die naar jouw
hand vroeg, voor we trouwden."
Zij: „Ja!"
Hij: „Maar waarom trouwde ie hem dan
niet?"
Zij: „Ik trouwde hem w«L"
Hij kent zijn lessen heel goed. maat
als men hem ondervraagt, is hij wat ver-
legen
Zoo vent, ben jij zoo verlegen?
Ja, meneer.vooral in het Engelsch.