DE WERELD IN BEELD Tweede Blad 10 December 1923 Uit de Pers, Rond de Kabinetscrisis. KERK EN SCHOOL KUNST EN KENNIS. LEGER EN VLOOT. De kleinste vliegmachine ter wereld. DE MISLUKTE POGING VAN BEELAERTS VAN BLOKLAND. „Vrijdag 26 October, aldus „De Stan daard" viel het Kamervotum naar aanlei ding van de Vlootwet. „Precies 4 weken later moest Mr. Kooien aan H.M. berichten, dat hij niet in staat was de opdracht tot Kabinetsformatie uit te voe ren en werd jhr. Beelaerts van Blokland d?a toe door de Kroon uitgenoodigd. De heer Beelaerts nam voor zijn overweging twee weken, om aan het einde daarvan te be richten, dat hij de opdracht niet kon aan vaarden. We staan nu precies 6 weken achter de crisis en zijn nog even ver als op den fatalen datum van 26 October. Toch begint het nu wel tijd te worden dat er weer koetsiers op den bok komen. Elke dag uitstel kost het land vier maal honderd duizend gulden. Dat toch is het te kort per dag in de Ned. Staatshuishouding. Het verwondert niet, dat de mislukking van jhr. Beelaerts' poging te wijten is aan de moeielijkheid om 't Departement van Finan ciën te bezetten. Men heeft op het plan van den heer Colijn wel critiek geoefend maar een ander reëel plan, om tot een sluitende begrooting te ko men, is nog niet aan den dag gebracht. We wachten nu maar weer. Met oud-Hol- Iandsch geduld. Zelfs het feit, dat elke dag ons 4 ton kost brengt ons niet uit den plooi. Het is moeilijk te raden wat er gebeuren Zal. De rechtsche samenwerking zooveel is er van uitgelekt zit niet vast op de defen sie van Indië maar op het herstel van het fi nancieel evenwicht. En dat is juist het punt dat het meest naar voren komt en het eerst om oplossing vraagt." Bezuinigingspolitiek. Het „Dagblad van Noord-Brabant" heef een artikèl van het kamerlid den heer H. Hermans over „Bezuinigingspolitiek". Het artikel was blijkens het slot reeds geschreven vóór de mislukking van Jhr. Beelaerts be kend werd. In het licht der jongste gebeur tenissen krijgt het artikel van den heer Her mans, wiens woord in katholieken kring ge zag heeft, nog grooter beteekenis. Het luidt als volgt „Elke regeering had haar zwakke zijde. Die van de beide ministeries-Ruys de Bee- renbrouck was het financieel beleid. De eerste minister van financiën, opgetre den onder het eerste van beide ministeries, mr. De Vries, was een handig debater, maar in zijn financieele politiek niet gelukkig. Veel critiek was ongegrond of onbillijk, omdat geen rekening werd gehouden met plotselinge veranderingen men mag wel zeggen „omwentelingen" in het econo misch leven. Deze waren niet te voorzien. Zelfs de beste financiers en economen heb ben in de korte bloeiperiode van 19181919 zich vergist. Miar de financieele leider in de regeering had toch de uitzetting der uitgaven tot zoo aanzienlijke hoogte moeten voorko men. Mr. de Vries heeft dit niet gedaan. Dat was zijn groote fout. Na hem kwam de Geer. Ieder had ver wacht, dat er nu een vastere lijn zou worden gevolgd want de nieuwe minister stond al gemeen bekend als een knap man. De teleur stelling werd echter grooter nog dan zij was bij het aftreden van zijn voorganger. Minister de Geer zou en moest een „be zuinigingsminister" zijn. Hij kwam in de regeering toen de tekorten reeds tot aanzien lijke hoogte waren gestegen en alle verschijn selen wezen op verderen achteruitgang. Hij begon in 1922 met het „domme pot lood" en liet elke begrooting met gemiddeld 17 pCt. verminderen. De betrokken minis ters moesten maar uitmaken, in welke pos ten zij het snoeimes zouden zetten. Voor dezen maatregel van den nieuwen mi nister werd weinig Staatsmanskunst ver- eischt. Maar tot regelmatige verontschuldi ging diene, dat er zeer spoedig moest gehan deld worden de begrootingen waren al bijna gereed, toen de heer de Geer optrad. Erger was, dat de minister van Financiën ook bij de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting 1923 nog niet klaar was met een program. Hij kon aan de Kamer, behalve de voorgenomen pensioen korting, niets anders toonen dan wat „bezuinigingen in perspectief". En een wel overwogen bezuinigingsplan is uitgebleven.Het was zelfs nog niet klaar toen de begrootingen voor 1924 gereed lagen, ter wijl, zooals men weet, ten opzichte van de ambtenaarssalarissen een alles behalve krach tig beleid was gevoerd. Toen kwam het bekende conflict met de Vlootwet- De Geer ging heen en werd opgevolgd door Colijn. Deze bewees al aanstonds de „sterke man" te zijn, die noodig was, om het financieel evenwicht te herstellen. Ook hij kwam, toen de begrootingen al waren voorbereid, maar in zijn Millioenennota was reeds een vaste lijn te bespeuren. Daar naast een eerlijke uit eenzetting van den toestand, geen „camouf lage", zooals sommigen zich in de Kamer zich uitdrukken, maar klzarheid en oprechtheid. Dit werd algemeen geprezen en die lof was verdiend. Men kan bezwaren hebben tegen de po litiek van Colijn ook wij hebben die maar zal niet kunnen tegenspreken, dat hij zich al zeer spoedig als een „leider" heeft doen kennen. Door zijne relaties van de laatste jaren was hij wellicht te veel georiënteerd in de rich ting der liberale economie en te weinig in die van eene democratische volkshuishouding, maar de rechtsche meerderheid, waarop hij steunen moest, zou hem op dit punt onge twijfeld in het evenwicht hebben gehouden. Hoofdzaak was, dat we in hem hadden ge kregen een minister van Financiën, niet alleen volkomen berekend voor zijne zware taak, maar ook met een vaste lijn in de politiek. Men weet van minister Colijn, dat hij de salarissen der ambtenaren wilde verlagen, doch het is minder bekend, dat hij 50 mil- lioen meende te kunnen bezuinigen op den Staatsdienst dat hij ook het snoeimes wilde hanteeren bij de militaire begrootingen en dat, naast belastingen op thee en bier, ook een weelde-belasting op zijn program was ge plaatst. Zijn voornaamste fout, die echter nog kon worden hersteld, lag in de ruwe voorstellen om de salarissen van het Rijkspersoneel in 1925 met 10, en in 1925 nog eens met 10 pet. te verminderen, zonder rekening te houden met de draagkracht en in de verwijzing van alle crisis-werkloozen naar de armbesturen. De fout lag minder in het „doel", dan wel in le wijze, waarop hij dit doel wilde bereiken. Dat op het totaal der ambtenaarssalarissen zal moeten worden bezuinigd, kan niemand, die van den financiëelen toestand iets weet, ontkennen. Maar dit kan geschieden door verstandige herclassificatie, door inkrimping van personeel (niet-aanvulling bij pensio ï- neering, overlijden enz.) en desnoods, door een deel van het personeel te ontslaan, maar dit is in dezen tijd ongetwijfeld de hardste maatregel, die genomen kan worden. En wat de werkloozen betreft, zij hebben als slachtoffers van de crisis recht op hulp, maar deze hulp blijve streng onderscheiden van die, welke aan armlastigen wordt ver leend. Het localiseeren der werkloozen- ondersteuning is zonder twijfel noodzakelijk, maar hiertoe kan men ook komen door de gemeentebesturen en de plaatselijke arbei ders-organisaties meer in de zaak te betrek ken en vooral door de „wachtgeldregeling" uit te breiden en dus ook de werkgevers tot belanghebbenden te maken. Men houde echter in 't oog, dat ook hier mede niet meer dan lapmiddelen worden aangewezen. In de Tweede Kamer heb ik eens gezegd „Werkloozenondersteuning is een noodzakelijk kwaad, werkloozen-ver- zekering is beter, goede werkverschaffing is nog beter, maar „werkloosheid voorko men is het beste. In de richting van „voorkoming der we, loosheid" moet dan ook onze economische politiek worden gesteld. Dit zal in deze ab normale tijdsomstandigheden vele millioe- nen guldens voor het land besparen en boven - dien de moreele ellende der leeglooperij op heffen. Het middel is verhooging der invoerrech ten of uitvaardiging van invoerverboden. Hierdoor wordt onze industrie beschermd tegen onstandvastige valuta-concurrentie. Dit is thans bezuinigings politiek van de beste soort. Minister De Geer, eenzijdig vrijhandelaar, wilde er niets van weten, doch de heer Co lijn liet verstaan, da) hij ook in deze richting zou werken. Het staat nu vast, dat ook Colijn zal heen gaan, nog vóór hij aan zijn plannen een begin van uitvoering kan geven. Een soort zaken- Kabinet zal dat van Ruys de Beerenbrouck opvolgen.Hi ermede zijn alle min of meer prin- principieele wetsvoorstellen van de baan. Maar de bezuinigingspolitiek zal blijven. Het kan niet anders, Men zal echter ondervinden, dat ook in dit opzicht niet elke vermindering een verbetering is, en dat nog meer verloren ging dan eene op christelijke beginselen ste" nende regeering." DE TWEEDE MISLUKKING. De poging van den heer Beelaerts van Bloldand tot het formeeren van een Kabi net, verwondert ons niet, schrijft de „Msb." „De taak, welke de heer Beelaerts zich blijkbaar gesteld had, verschilde in wezen niet zoo veel van die. welke door dr. Koo ien pas was opgegeven. Door zijn keuze te bepalen tot de mannen van rechts, moest hij zijn poging op dezelfde moeilijkheid zien afsluiten als die zijn voorganger op diens weg vond. Gemeld wordt, dat met name voor den post van financiën-minister geen gegadigde te vinden was; hetgeen o.i. hetzelfde betee- kent als: op het stuk der te treffen bezui nigingsmaatregelen is tusschen de partijen van rechts nog geen eenstemmigheid gecon stateerd. De lahtste dagen verluidde, dat de heer Beelaerts van Blokland ook ter linkerzijde had gezocht en wel juist naar een dignitaris voor financiën; het blijkt nu wanneer althans dit bericht van een li beraal blad niet uit de lucht gegrepen was hoe ook in dien hoek de geneigdheid om aan het laatje te gaan zitten, niet bijster groot is. NADER TOT COLIJN. Het liberale „Vaderland" oordeelt vol genderwijs: De mislukking van den heer Beelaerts van BlokT.nd als Kabinets-formateur zal nie mand verbazen, die den toestand zag, zoo als die werkelijk was. Hij wilde feitelijk hetzelfde als de heer Kooien, en dat werd niet voldoende bedekt, doordat hij het mi nisterie, dat hij wilde verwekken, met den nevelachtigen naam van extra-parlementair tooide. En zijne mislukking brengt ons weer een stap nader tot den heer Colijn. Wij hebben nu den heer Kooien gehad als re- constructeur van het Coalitie-gebouw, wien men van het Protestantsche deel van de Coalitie, terwijl hij aan het formatiewerk was, de vriendelijkheid aandeed om het van de daken te roepen, dat men van een Roorascben formateur niet gediend was. Wij hebben nu den Christelijk-Historischen for mateur gehad, die ook de poging moest op geven. De mededeeling, dat „zijne pogingen op moeilijkheden zijn afgestuit met de be zetting van het Departement van Finan ciën", kan waar de minister van Financiën in de komende periode de spil zal zijn waarom alles draait, niet anders beteekenen dan dat hij niet de minste kans van slagen zag. Nu staat, om het gevleugeld woord van 1909 met een variant te gebruiken, niets den terugkeer van den heer Colijn, maar thans als Kabinets-formateur, in den weg. En die wordt hem thans van alle kanten gebaand. Niet alleen vurige Coalitie-mannen als de heeren van Vuuren en van Wijnbergen be wegen hemel en aarde om het waggelend Coalitie-gebouw weer te stutten, maar ook de tien Katholieke dissidenten komen om strijd verklaren, dat zij niets liever wen- schen dan de voortzetting van de Coalitie. Hier wreekt zich hun groote iout. da rij zich niet genoeg rekenscha" gegeven heb- ber van de gevolgen van hun votum van I 26 October 1.1. Eerste voorwaarde voor wie een Kabinet ontwerpt, vooral ais hij tot de Regeeringf-ariij behoort, is dat hij zeer pre cies weet wat hij daarvoor in de plaats wi; hebben. Wij verwachten dus dat de onderhande lingen over het herstel der Coalitie wee- zullen worden opgevat, zoo die ooit in wer kelijkheid geheel zijn afgeb-oken. Dat slui natuurlijk niet uit, dat wrij nog eene -ntor mezzo-formatie kunnen krijgen, om tijd t< geven aan de onderhandelaars, maar allich is het moeilijk daarvoor iemand te vinden Waar alle Katholieken nu blijk hebben ge geven van de voortzetting van de Coalili- het hoogste goed te vinden, zal op de anti revolutionnairen van toepassing zijn. Wi alles liebt kann Karl allein nicht haszen De zaak reduceert zich nu tot de vraag wanneer en hoe diep de tien dissidente: op de knieën zullen komen. PROF. H. TH. METS. Naar wij vernemen, heeft Z.D.H. de Aarts bisschop van Utrecht den Wel Ew. Hee H. Th. Mets, kapelaan der O.L. Vrouwe kerk te Zwolle benoemd tot hoogleeraar i de leerstellige godgeleerdheid aan het Groc- Seminarie „Rijsenburg" te Driebergen. HULDIGING VAN LOUIS BOUW-" MEESTER. Naar aanleiding van het feit, dat L. Bouwmeester Zondag 16 Dec. a.s. te ongeveer 12 uur de ziekenverpleging op de Prinsen gracht te Amsterdam geheel hersteld gaat verlaten, heeft zich in de Hoofdstad een com missie gevormd met het doel, dezen dag niet ongemerkt woorbij te laten gaan en door het organiseeren van een optocht, met den heer Bouwmeester in haar midden, door de stad te gaan, om uiting te geven aan de vreugde over het herstel van den gevierden kunstenaar. GOUVERNEUR DER KON. MILIT ACADEMIE. De eerste officier bij de Kon. Mil. Aca demie te Breda, luitenant-kolonel G. G. var Everdingen, van de artillerie, is benoemd to gouverneur, tevens directeur van den hoofd cursus. JCilIlam Butler Teates, een beroemd Iersch dichter, wien kortelings de Nobelprijs voor litteratuur verleend werd, met zijn echtgenoote. Aan de grootste Universiteit van Amerika, de Columbian University te New-York, zijl cursussen geopend om intelligentie en bekwaamheden van personen psychologisch ti onderzoeken. Onze ioto toont een hoogleeraar, bezig met de twee portretten to één beeld te maken in het prisma, midden op den taieL ten dienste van het onderzoek. .Dok Lord Carnegie en Prinses Maud maken in Italië hun huwelijksreis. Lord Carnegif met zijn jonge vrouw te Venetië. De Kroonprins van Zweden brengt met zijn jonge vronw de wittebroodsweken in Italië door. Zijn aankomst in Rome. In Hcmbnrg is thans een reusachtig kantoorgebouw bijna voltooid. Het is het Chllehau. gebonwd door den Hamburgschen architect Friedrich Homeger. Het iront is 500 meter lang, het gebouw heeit 11 verdiepingen bij een hoogte van 40 meter en biedt ruimte voor 500 kantoren. Ingenieur Lawrence Sperry heeit een kleine door hem Moskito genoemde vliegmachine geconstrueerd, welke de kleinste der wereld is en vrij en bewegelijk als een automo biel. Onze foto toont den uitvinder (in het midden der groep) met echtgenoote en yader bij zijn aeroplatm aan boord van de „Mauritania". Hij komt met zijn machine in Europa demonstraties honden. „Columbus", het grootste schip van Duitschland verlaat de Schichan-werl in Danzig om naar Bremerhaven te stoomen, waar het in dienst gesteld wordt bij de Noordduitsche Lloyd. De „Columbus" heeit bij 32.000 bruto registertonnen een waterverplaatsing van circa 40.000 ton. De lengte bedraagt 236.2 M.f de breedte 25.5 M. Mej. Collin heeit boven het vliegveld Issy-Les Moulineaux een parachutesprong uit een vliegtuig gewaagd van 1000 voet hoogte, en is gelukkig geland. Uitgaande van de ver onderstelling, dat groote valschermen zich niet snel genoeg ontplooien kunnen en dat dit de oorzaak is van de veelvuldig voorkomende ongevallen, nam zij een kleine, zeli geconstrueerde parachute van slechts 714 pond gewicht mede.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5