GEMENGD NIEUWS
Vreeselijk ongeluk te Haastrecht
handel m nijverheid
VERKEER EN POSTERIJEN,
RECHTSZAKEN,
van dat versoek welke ook de rechtbank
als feitelijk juist aanneemt volgt, daj
hangende de surceance de staat van den
boedel der Hanzebank zoodanig is achteruit
gegaan, dat het vooruitzicht is verdwenen
op volledige betaling van alle schulden bij
het eindigen der surséance.
DE PERSONEELE BELASTING.
Het Staatsblad no. 503 bevat het Kon.
besluit van den 5den November, tot wijzi
ging van het formulier voor het beschrijvings
biljet der personeele belasting. Het eenige
artikel luidt
Het formulier voor het beschrijvings
biljet der personeele belasting, vastgesteld
bij Ons Besluit van 8 November 1919 (Stbl.
no. 741) en gewijzigd|bij Ons be luit van 27
Augustus 1920 (StbL no. 728), wordt met
ingang van 1 Januari 1924 nader gewijzigd
als voigt
Onder het hoofd „Huurwaarde (Gemeu
beld verhuurde woningen, gemeubeld ver
huurde kamers, logementen, winkels)" wordt
aan punt 3 toegevoegd c. voor uitspanning
of gezellig verkeer, doch alleen indien het
zich bevindt op een badplaats, lust- of ont
spanningsoord en slechts gedurende een
korten tijd van het jaar in exploitatie is
voorts ter zijde de punt na „winkels" ver
vangen door uitspanningen.
Onder het hoofd „Motorrijtuigen" wordt
achter vraag XI een alinea ingelascht, luiden
de In het antwoord op deze vraag moeten
niet worden beerepen de motorrijtuigen, die
uitsluitend of bij voorkeur ter beschikking
plegen te worden gesteld van de leden, deel-
gcnooten of aandeelhouders eener vereeni-
ging of vennootschap.
ONZE GEZANT TE PRAAG.
DE KABINETSCRISIS.
N"a mr. Kooien heeft de Koningin Zater
dagochtend in conferentie ontvangen mgr
dr. W. H. Nolens, voorzitter van de r. k
Kamerfractie.
En in de eeuwigheid vooral 't geen ze haar
volk heeft geschonken de hemelsche beloo
ning vanwege onzen God van liefde en schoon
heid.''
Het eerste deel van dien wensch werd, voor
zooveel wij er over oordeelen kunnen, ver
vuld. De eeuwigheid is God's geheim.
VIRGINIE LOVELING. f
Uit België wordt aan „De Tijd" over deze
Vlaamsche schrijfster en dichteres geschre
ven
De oudste van de Vlaamsche schrijvers
overleed Zaterdagmiddag te Gent, Virginie
Loveling.
Zij werd geboren te Nevele in 1836, was de
jongste van negen kinderen. Hare moeder
was een zeer ontwikkelde vrouw ze kende
haar Nederlandsche en Fransche letterkunde
doch bewonderde eilaas de afgoden
van den tijd den grijnslachenden Voltaire,
den verleidenden Rousseau. Haar vader was
Herman Anton Loveling uit Papenburg in
Hannover.
Virginie kreeg thuis privaatles, ze was
achterlijk.
Vroeg begon zij met hare zuster Rosalie te
dichten. Beiden dweepten met Ledeganck,
Toen vader Loveling overleden was, gingen
moeder en de kinderen te Gent wonen.
Virginie deed haar eerste Communie inaar
in de omgeving, waarin zij verbleef, begon zij
stilaan haar geloof te verliezen. Gemakkelijk
ging het echter niet. Haar hart leed er pijn
door. Zij zocht afleiding in de studie, studeer
de Duitsch, Engelsch, Italiaansch, Spaansch,
Deensch.
In het Gentsche huis van de Loveling's
kwamen allerlei geleerden o.a. de bekende
Fransche hoogleeraar Francois Huet, die te
Gent zulk een verderfelijken invloed uitoe
fende, de beroemde Em. De Laveleye, die
over democratie en sociologie o.a. over Ei
gendomsrecht algemeene bekende boeken
schreef. Lamartine's„Historie de sGirondins"
werd tijdens de bijeenkomst luidop gelezen.
Het huisgezin keerde echter weldra naar
Nevele terug.
's Winters werd druk gelezen, 's Zomers
trok men op reis naar Brussel, Parijs, Neder
land en elders.
In 1871 verschenen bij Wolters te Gro
ningen de „Gedichten van Virgine en Rosalie
Loveling". Van Virgine was daarin o.a. het
gedicht dat men in zeer vele bloemlezingen
aantreft„Grootmoeders portret". De mees
te gedichten zijn weemoedig vooral die van
Rosalie.
Potgieter, die de meisjes ging bezoeken, zei;
„Voor die versjes geef ik de halve nieuwere
Vlaamsche literatuur cadeau.
Het was nochtans de eenige dichtbundel
welken de gezusters Loveling uitgaven. Zij
schreven voortaan uitsluitend proza.
Hun eerste werk was „Novellen". Daarin
waren vijf verhalen van Rosalie, zeven van
Virginie. In deze laatste vindt men door de
sombere kleuren hier en daar wat stralen hu
mor.
Rosalie stierf in 1875. Dat was een treurige
dag vooral voor Virginie. Zij treurde daarbij
als wie geen hoop hebben. Haar geloof wees
haar niet meer de plaats aan waar gescheide-
nen elkaar voor eeuwig terugvinden. En toch
schreef zij nu ook politiek-vrijzinnige schet
sen „In onze Vlaamsche gewesten", waarin
zij graag tegen de pastoors te velde trekt,
gaat zij nog jaren lang, geregeld ter kerke.
De armen, de ongelukkigen bleef zij lief
hebben.
Van 1879 tot 1884 woedde de schoolstrijd
in België, ontstaan tengevolge van de aanne
ming der wet van Humbecck in 1879, welke
den godsdienst als verplicht vak afschafte,
het onderwijs in den godsdienst van het on
derwijs in de zedenleer losschakelde, de
zelfstandigheid van de gemeenten in zake la
ger onderwijs, knakte.
Virginie Loveling deed aan den strijd mee
met haar tendez-roman „Sophie" in twee
deelen alle gebreken van een anti-katholie
ken tendez-roman zijn er in de vinden. Wie
gelooft is dom, is zondig, is plomp. Voor het
tijdvak 18891894 werd Virginie's werk
met goud bekroond, namelijk voor haar.boek
„Een dure Eed" eerst in „de Gids" versche
nen.
Het boek mag worden beschouwd als het
volledigste uit het bloeitijdperk van Virginie
Loveling. Zonder het gevoel te versmaden,
hecht Virginie grooter waarde aan de gedach
te. Zij denkt, ontleedt en durft algemeen
menschelijke vraagstukken aan.
„Een dure Eed" werd door J. Belpaire in
haar boek „Het Landleven in de Letterkun
de" vergeleken met Conscience's „Loteling..,,
De Katholieke schrijfster J. Belpaire, die
zoo mooi schreef over „Christelijk Ideaal"
en daarin de „Acht Zaligheden" verheerlijkte,
had geen vrede met Loveling's werk. Zij
houdt meer van Conscience's „Idealisme".
Talrijke romans van Virginie Loveling
zagen nog he licht o.a. „De Bruid des
Heeren", waarin herinneringen leven uit den
kindertijd van naïief geloof. „Het Lot der
Kinderen", „Het revolverschot".
Toen zijn in 1913 gehuldigd werd schreef
zij samen met Cyriel Buysse, haar neef, „Een
Levensleer" een uiterst bedenkelijk boek.
„Door haar heele werk, schreef dr. J. Per-
sijn in 1912, loopen de volgende stellingen
alsleidmotieven De Vlaamsche buiten is
onbeschaafd ruwheid van zeden, bijge-
loovigheid, kwalijk begrepen godsdienstzin
en idem godsdienstpractijken.
Aan dien buiten moet beschaving en ver
lichting worden gebracht.
De verbetering moet vooral uitgaan van
het vrouwelijk element. Zedenverreining,
ijvering voor het huwelijk, verstandelijke
ontwikkeling, geestesvrijheid, verzorging van
de kinderen, liefde voor de natuur."
God maakt geen deel uit van het pro
gramma. De heidensch-Grieksche philan-
tropie kende ze, maar Sint Elisabeth's rozen
droeg Virginie niet in den schoot en de
Christelijke Caritas svergezelde haar niet op
armenbezoek. In haar werk ligt iets kils. Het
lijkt zoo vaak op een doodenakker vol ver
dorde bloemen, geknakte boomen, zonder
het kruis als troost.
Virginie was lid van de Koninklijke
Vlaamsche Academie. Toen het vergadering
was, ontving zij geregeld het bezoek van J.
Belpaire, de geloovige schrijfster. Wat een
tegenstelling tussclien die beiden. Aan J.
Belpaire's tijdschrift stond Virginie Love
ling h; a „Oorlogsdagboek" af, dat echter
in ieder opzicht onbeduidend is daar de
schrijfster niets merkwaardigs te vertellen
heeft en alleen doodgewone gebeurtenissen
in doodgewonen stijl verhaalt. In datzelfde
tijdschrlift „Dietsche Warande en Belfort"
(ontstaan uit de versmelting van Thijm's
„Dietsche Warande" met het jongere Vlaam
sche tijdschrift „Het Belfort") verscheen ins
gelijks een novelle „Het Onze Vader".
Daarin staat de schrijfster zeer ver van haar
„Sophie".
Zij is tot het laatste flink en kranig ge
bleven en arbeidde moedig door. Men kan
van haar zeggen wat van Georges Sand ge
tuigd werd, naar Schaepman in „Menschen
en boeken" meedeelt
„Arme, groote ziel, aan wie niets ontbrak,
tenzij God, d.w.z. alles."
In 1912 wenschte dr. J. Persijn aan Vi-
ginie Loveling „een gelukkigen levensherfst.
DUITSCHE PENETRATIE.
staaldraad wordt voortgetrokken. Achter de
kerk „het klooster" zegt men hier
is de IJsel ongeveer 25 M. breed. Er stond
Zaterdagavond een zeer sterke stroom in
de rivier omdat in verband met de regens
te Gouda veel water was ingelaten, dat te
Jutfaas weer moest spuien De pont stiet,
gestuwd door den krachligen stroom, plot
seling tegen het betonnen steigertje achter
de kapel van het klooster. Tengevolge van
den onverwachten schok bewogen de op
varenden zich allen tegelijk achteruit en
als natuurlijke reactie kwamen allen daarna
weer vooruit, met het ge-volg dat de platte
pont eerst van voren en daarna van achte
ren dompte en water maakte en direct
daarop zonk. De staaldraad knapte meteen
af. 't Was stikdonker cp 't water, de enkele
lantarens aan boord doofden onmiddellijk
uit en er heerschte een ontzettende paniek.
Een angstwekkend gegil en geschreeuw
klonk op en de ijzingwekkende noodkre
ten werden tol in wijden omtrek geboord.
In den zwarten, kouden, golvenden IJsel
ontstond een vreeselijke worsteling tegen
het noodlot, 't Waren tusschen de 20 en 30
personen, mannen, vrouwen en kinderen,
die te water lagen. Het juiste aantal kon
tot op Zondagavond niet worden vastge
steld, de lezingen loopen dienaangaande uit
een.
Eindelijk nog wonder boven wonder wist
't meerendeel zich te redden door naar den
wal te zwemmen, zich aan den walkant of
aan de brokstukken pontketting vast te
klemmen of hoe dan ook. Bovendien kwa
men onmiddellijk de kloosterlingen en de
omwonenden te hulp en door handreiking
kon menigeen op het droge worden gehaald.
Spoedig kwam ook de gemeente-veldwach
ter van Hekendorp, A. van der Heel, die
door den postbode gewaarschuwd was ge
worden, met zijn dreg ter plaatse, doch le
venden vielen er toen niet meer uit het wa
ter te halen.... Een drietal roeibootjes van
omwonenden werd in dienst van het red
dingswerk gesteld, doch niets mocht meer
baten.
Het eerste lijk, dat al spoedig gevonden
werd, was van A. van Vliet. Pogingen om
door kunstmatige ademhaling de levens
geesten weer op te wekken, faalden.
Vóór 9 uur avonds werden nog opgehaald
de lichamen van vrouw Groenendijk en van
Ag. Wiltenburg.
Zondagochtend om half zes werden de
overige lijken, alle vlak bij de plek van de
ramp opgedregd; het laatste, dat van den
jongen Versluys. Zondagmorgen om 8 uur.
De ontzielde lichamen werden het kloos
ter binnengedragen; alle geredden vonden
aanvankelijk daar eveneens onderdak en
hulp, de omwonenden hielpen de menschen
aan droge kleeren en ook verder zooveel
in hun vermogen was.
Het ongeluk had feitelijk plaats in de ge
meente Haastrecht, de IJsel vormt de grens
tusschen Hekendorp en Haastrecht. De
plaats van de ramp ligt ongeveer 12 K.M.
ten Oosten van Gouda. De IJsel, welke de
drukbevaren verbinding vormt tusschen
Utrecht en Rotterdam, is daar pl.m. 25 M.
breed en 3 M. diep.
Zaterdagavond 7 uur is op den Holland-
hen l.Tssel, ter hoogte van hel klooster der
Paters Passionislen te Haastrecht, een pont,
waarin kerkgangers uit Stein en Hekendorp,
gezonken.
Zes personen zijn verdronken.
Zaterdagavond zijn gevonden de lijken van
,1. Wallenburg uil Hekendorp, een meisje van
18 jaar en van Vliet uit Hekendorp.
Vermist werden nog:
een dochter van J. M. d eGoeij uit St-in,
meisje van 15 jaar;
een dochter van J. M. de Gocij udt Stein,
15 jaar;
Mej. Klomp, echlgenoote van Groenendaal
uit Hekendorp, 30 jaar.
een dochter van Snel uit Hekendorp, 16
jaar.
Later op den avond ging het gerucht, dat
nog een persoon werd vermist.
Vermoedelijk is de oorzaak gelegen in het
te zwaar laden van de pont.
Omtrent de ramp te Haastrecht vernemen
wij nader: Van overbelasting der pont was
geen sprake. De pont .kon 32 personen be
vatten, doel) er bevonden zich slechts 21
personen daarin, die allen te water zijn
geraakt. De pont is legen den kant gcslooien
en schepte aan een zijde water. De menschen
vlogen toen vol schrik naar de andere zijde
waardoor dal gedeelte Ie zwaar werd belast
en de pont zonk.
De pont is niet die van Hekendorp, doch
is een pont die ongeveer 14 dagen geleden
door de omwonenden ten behoeve der kerk
gangers ten geschenke is gegeven nnn*het
klooster der Paters Passionislen. Niet 6, doch
7 personen verlor er 4 bij de ramp het leven..
De slachtoffers zijn 2 dochters van Wilten
burg uil Hekendorp, 18 en Ni jaar oud, een
dochter an .1. M. de Goeïj uit Stein, 15 jaar,
een dochter van A. Snel, Hekendorp, 14 jaar,
van Vliet, uit Hekendorp, gehuwd vader van
3 kinderen; Mej. Klomp, gehuwd met Groe
nendaal te Hekendon). 30 jaar, een knechtje
van 11. de Goeij te Stein, 15 jaar. Deze laat
ste is de, 15-jarige Ficu Sluis, uil Oudewater.
De lijken zijn neergelegd in het klooster
der Paters Passionislen De verslagenheid in
den omtrek van het gebeuren is groot. Aan
vankelijk gebruikt men fietslantaarns als ver
lichting, later op den avond bewees een groo
te benzineiamn uitstekende diensten.
Het Lof in de kloosterkapel was juist aan
gevangen, toen men bericht kreeg van hel
zinken van de pont. De mannen verlieten
daarop de kapel, ten einde hulp te gaan bic
den. Nog 4 personen waren bewusteloos,
doch men slaagde er in, bij hen de levens
geesten weer op te wekken.
De „Tel." geeft nog de volgende lezing
van het geval:
Omtrent oorzaak en verloop van het on
geluk vernamen we ter plaatse het volgen
de. Ten behoeve van de leden der R. K.
parochie te Hekendorp de laatste halte
op de lijn UtrechtGouda die de hulp
kerk St. Gabriël aan de overzijde van den
IJsel wenschen te bezoeken, is eerst sinds
veertien dagen een veerpontdienst inge
steld. Een gewone pont, zooals die over
het Rokin te Amsterdam, welke langs een
Een der medewerkers van de N. R. Ct.
schrijft
Niet alleen op het gebied van het bank
wezen, maar ook op menig terrein van nijver
heid trachten de Duitschers, nu de toestand
in hun eigen land zoo sterk ontredderd is
en nog weinig uitzicht op verbetering biedt,
vasten voet te krijgen op onzen bodem. Naar
een onzer berichtgevers in Duitschland
schrijft, doen er zich verschillende teekenen
voor, die er op wijzen, dat thans de Duitsche
glasnijverheid in ons land en ook in Indië
door het vestigen van een eigen organisatie
haar intrede zal doen. Met de voorbereid
selen is men reeds geruimen tijd bezig
en ten deele hebben zij reeds, met name
wat Nederlandsch-Indië betreft, min of
meer vaste vormen aangenomen.
Wat de vestiging van de Duitsche glas
nijverheid in Indië betreft, had men eerst
getracht om de Gerresheimer Glashütten-
verke, vormals Fera. Heye te Gerresheim, bij
Dusseldorf (een van de grootste flesschen-
fabrieken niet enkel van Duitschland, maar
van het heele continent) voor de zaak te
interesseeren. Het bestuur weigerde evenwel,
da r het reeds bepaalde plannen ten aanzien
van een vestiging in ons land had. Het con
sortium, dat zich voor het beoogde doel ge
vormd had, wendde zich toen tot de Glas-
hüttenwerke A. G. te Holzminden, een be
trekkelijk jonge onderneming, die voorna
melijk glazen en potten voor de conserven-
fabrieken vervaardigt en onder leiding staat
van den glasfabrikant Rosenkranz. Men is
toen gekomen tot de oprichting van de
„Enig", Eerste Nederlandsch-Indische Glas
fabriek op Sumatra. De inrichting en de wij
ze van fabricage der onderneming te Holz
minden zouden daarbij als model worden
genomen. Het plan is zoover gevorderd, dat
de machines en andere onderdeeien voor de
installatie der fabriek reeds besteld zijn en
dat met het bouwen van de fabriek zoo spoe
dig mogelijk een aanvang zal worden ge
maakt. Men hoopt op zijn laatst binnen een
jaar met de fabricage op Sumatra een aan
vang te kunnen maken.
Terwijl de genoemde Dusseldorfsche
maatschappij, de Gerresheimer Glashütten-
werke, geen zin bleek te hebben om zich
rechtstreeks bij de glasfabricage in Neder
landsch-Indië te interesseeren, heeft hij haar
evenwel het plan tot oprichting van een eigen
fabriek in Nederland reeds zoodanige vaste
vormen aangenomen, dat van een volkomen
uitgewerkt programma kan worden gespro
ken, waarvoor, volgens den Duitschen zegs
man, de goedkeuring van de Nederlandsche
regeering eerlang te wachten zou zijn.
Wat betreft de plaats van vestiging en de
wijze waarop de fabricage zal plaats hebben,
wordt echter voorloopig nog het stilzwijgen
bewaard. Wel kan reeds worden gezegd, dat
het hier gaat on het bouwen van een fabriek,
waar de fabricage van flesschen en aanver
wante artikelen op groote schaal zal plaats
hebben volgens het bekende systeem-
Ouwens. De maatschappij zal, om haar plan
te verwezenlijken, een afzonderlijke Neder
landsche maatschappij oprichten, waarin zij
een overwegenden invloed behoudt. De
genoemde C e resheimer Glashtittenwerke
is bij dé flesscuenindustrie hier te lande reeds
geïnteresseerd door het bezit van alle aan
deden van de Anglo-Dutch Bottlework, een
kleine onderneming die om redenen van
dienstigheid reeds sedert geruimen tijd bui
ten werking is gesteld, terwijl cok niet het
plan schijnt te bestaan om haar eerlang weer
in bedrijf te stellen. De directie der Gerres
heimer Glashtittenwerke is voornemens om,
behalve een kapitaalsverbooging van 25 tot
50 millioen mark, aan de algemeene verga
dering van aandeelhouders tevens voor te
stellen den zetel der maatschappij, die zich
thans te Dusseldorf bevindt, buiten het
bezette gebied te brengen. Dat is trouwens de
weg, die vele industrieele ondernemingen
in het bezette gebied opgaan, nadat de be
zetting voor de betrokken maatschappijen tot
tal van onaangenaamheden heeft geleid. Be
halve dat de mij. zich toelegt-op. het fabricee-
ren van flesschen op groote schaal, is de
Gerresheimer Glashtittenwerke ook in be
langrijke mate geïnteresseerd bij de Duit
sche spiegelfabricage. Zoo heeft zij reeds
vóór den oorlog, in concurrentie met het
internationale spiegelglassyndicaat, dat in
Duitschland een monopolie-positie onder
Fransche en Belgische leiding innam, te
Benrath aan den Rijn een eigen spiegelglas-
fabriek opgericht. Toen vervolgens van den
kant van het internationale spiegelglassyndi
caat door het aankoopen van een flesschen-
fabriek in Duitschland een tegenzet werd
voorbereid, ging de spiegelglasafdeeling van
de Gerresheimer Glashtittenwerke aan Bel
gische belanghebbenden over. De Dussel
dorfsche maatschappij heeft daarvoor de
meerderheid van de Schalke'r Glas- und
Spiegelmanufaktur te Gelselnkirchen ver
kregen. Pogingen om ook de Siemensschen
Werke te Dresden in haar concern op de ne
men zijn mislukt, terwijl ook de Duitsche
Spiegelglasfabriek te KI. Freden, bij Han
nover, voor welke de Dusseldorpsclié maat
schappij al jaren lang moeite doet, nog altijd
haar zelfstandigheid heeft kunnen hand
haven.
HET FAILLISSEMENT DER
BOSSCHE HANZEBANK.
De arrondissementsrechtbank, te 's Bosch
heeft Zaterdag in staat van faillissement ver
klaard de naamlooze vennootschap Crediet-
vereeniging de Hanzebank, met benoeming
van jhr. mr. E. van Meeuwen tot rechter
commissaris en van de heeren mr. C. van
Leeuwen, mr. G. Kolfschoten en H. A.
Tromp, die tot dusver als beheerders waren
aangewezen, tot curatoren.
Er waren twee verzoeken ingekomen tot
faillietverklaring van de Hanzebank. Eén
van mr. J. v. d. Mortel te Tilburg, J. v. Best
ta.Eindhoven en W. van der Eerden te 's Her
togenbosch, en het tweede van de bewind
voerders der Hanzebank.
De rechtbank overwoog, dat wordt gesteld,
Jat ruim 15.000 crediteuren, tezamen het
bedrag aan vorderingen op de Hanzebank
van ongeveer 16 millioen aan de verzoekers
hebben gecedeerd, dus hen hebben gemach
tigd om hun belangen als crediteuren der
Hanzebank te behartigen, doch niet is ge
steld, welke bepaalde crediteuren hun vor
deringen hebben gecedeerd, noch van welke
crediteuren zij als gemachtigden optreden,
zoodat de vraag is gewettigd, of hun verzoek
wel ontvankelijk is.
Verder overwoog de rechtbank, dat wel de
mogelijkheid was gesteld, dat, tengevolge
van na het verieenen van de voorlcopige
surséance gedane cessies van vorderingen
vangcrediteuren der Hanzebank aani debi
teuren, de belangen der crediteuren, die niet
cedeerden, worden benadeeld, maar niet dat,
hangende de surséance, de staat van den
boedel der Hanzebank inderdaad zoodanig
is achteruit gegaan, dat volledige betaling
van al haar schulden is uitgesloten, zoodat
ook de vraag rijst, of het verzoek niet in
strijd is met de ook bij het voorlaatste lid van
artikel 236 der 'faillissementswet, gedurende
den loop der surséance verboden rauwe-
lijksche aanvragen tot faillissementsver-
klaring.
De rechtbank overwoog, dat, in welken
geest beide vragen ook zouden moeten wor
den beantwoord, in ieder geval het faillisse
ment op het door de bewindvoerders inge
diend verzoek moet worden uitgesproken
omdat immers uit den door het bestuur
der bank als feitelijk juist erkenden inhoud
R. K. LICHTBEELDENCENTRALE.
Het November-nummer van „Kath. Ned.'
bevat een opgave van de bij 't Centraal Bu
reau der K. S. A. beschikbare series lantaarn
plaatjes. De collectie is sedert het vorige sei
zoen aanmerkelijk ui gebreid, zoodat zij
thans ongeveer 6000 lichtbeelden omvat,
voornamelijk op katholiek gebied. Het Bu-
re u is voornemens om deze verzameling
gaandeweg te vergrooten. Het houdt zich
zeer aanbevolen voor schenkingen in den
vorm van lantaarnplaatjes.
ONZE HANDELSSTATISTIEK.
De Ned Vereemging voor Economische
Geografie heelt aan de regeermg een adres
gericht, waarin zij ernstig waarschuwt tegen
het plan, om uit zuinigheid de Nederland
sche handelsstatistiek niet te laten druk
ken en er op aandringt om zoowel de
maand- als de jaarstatistiek van onzen
handel en scheepvaart in den bestaanden
vorm te handhaven.
DE UITSLUITING IN DE TEXTIEL
INDUSTRIE.
Tot Nederlandsch gezant te Praag is be
noemd dr. H. P. N. Muller, thans te Boeka
rest tot gezant te Boekarest mr. W. I. Doude
van Troostwijk, thans ter beschikking.
De steunregeling.
Uit Enschedé wordt gemeld Bij het co
mité der ongeorganiseerde uitgeslctenen zijn
totaal 1350 hoofden van gezinnen, kostwin
ners en kostgangers ingeschreven. Verwacht
werd dat dit aantal zou stijgen tot 4000 wan
neer straks de overige personen boven 18
jaar tot andere groepen behoorende, worden
ingeschreven.
De winkeliersvereniging „De Combina
tie" deed toezegging iedere week in de kas
van de ongeorganiseerden en georganiseer-
den, ieder afzonderlijk 60 te zullen storten,
terwijl een nog niet bekende firma aan de
ongeorganiseerden een bedrag van ƒ750
toezegde. Overigens wordt er door beide
groepen bij de burgerij met steunlijsten ge
werkt.
De bespreking met het gemeentebestuur
had tot gevolg, dat de ingekomen gelden voor
de ongeorganiseerden worden gestort op de
Middenstands Credietbank en dat naast het
Burgerlijk Armbestuur een commissie zal
worden ingesteld, die de aanvragen om on
dersteuning zal behandelen.
Blijkens ontvangen mededeelingen van het
Comité voor de uitgesloten ongeorganiseer
de textielarbeiders, hebben zich aangemeld
voor steun in de groep gehuwden, kostwin
ners en kostgangers ongeveer 1500 personen
in de andere groep 2500 arbeiders. Het ge
meentebestuur heeft aan genoemd Comité
afgestaan tot huisvesting de oude Ambachts
school aan de Bodden kampsingel. Voor de
noodige verwarming zorgt eveneens de ge
meente deze heeft er een kachel doen plaat
sen en levert gratis de noodige brandstof.
Het Comité hoopt Woensdag de eerste uit-
keering te kunnen verstrekken.
BEZUINIGING.
Alle gehuwde ambtenaressen bij de Post
en Tel. zullen met ingang van 1 Maart op
wachtgeld worden gesteld, tenzij sij kunnen
aantoonen kostwinster te zijn.
EXPLOITATIE DER POSTERIJEN EN
TELEGRAFIE.
Het verlies op de exploitatie van het Staats
bedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefo
nie voor het dienstjaar 1922 is te stellen op
rond ƒ7.300.000.
De door Toorop ontworpen weldadigheids-
postzegels zullen van 15 December tot 15 Ja
nuari a.s. verkrijgbaar zijn. Degeldigheids
duur dezer postzegels is echter onbepaald,
zoodat men aangekochte voorraden ook na
15 Januari zal kunnen gebruiken.
De weldadigheidspostzegels worden uit
gegeven in frankeeringswaarden van 2 en 10
cent, maar zullen bij aankoop respectievelijk
7 en 15 cent kosten. De 5 cent boven de waard
de komt na aftrek van de kosten van aanmaak,
enz. tot steun aan nationale vereenigingen,
welke een menschlievend doel nastreven.
Vereenigingen welke meenen voor steun
in deze in aanmerking te komen, gelieven
daartoe voor 16 December a.s. een schrifte
lijk verzoek in te dienen bij den minister
binnenlandsche zaken en landbouw.
De postzegel van 10 cent frankeerings-
waarde aldus de „Msb." is uitgevoerd
in zonnerood. Hij stelt voor twee zittende fi
guren, waarvan de eene geeft en de andere
ontvangt. In de bovenkoeken is een eenvou
dige blokjes- en lijnenversiering aangebracht.
De bovenrand van de omlijsting vertoont
een sobere doch decoratieve versiering van
kruisjes en driekhoekjes.
De frankeerzegel van 2 cent is ultramarijn
gekleurd. Een jonge en oude menschenfiguur
in een armelijke omgeving, aangeluid door
dorre takken in het fond, ontvangen in de
uitgestrekte handen gaven van een tegen
overgestelde figuur, die haar voorraad in een
groote ronde kom draagt en omgeven is door
onder den last der vruchten buigende tak
ken. Ook deze voorstelling is door Toorop
Zeer sober gehouden, maar doet als vlakvul
ling bijzonder decoratief door de gelukkige
tegenstelling der lijnen en de prachtige ver
deeling van licht en donker.
DE CARNEGIESTIC HTING.
In de plaats van mr. W. I. Doude van
Troostwijk, die zijn ontslag heeft genomen
als lid, benoemd door den Raad van Beheer
van het Permanente Hof van Arbitrage in
het bestuur der Carnegiestichting, is als
zoodanig benoemd jhr. mr. L. van Bronk-
horst Candberg, lid van den Raad van State.
(Hbld.)
DR. A. KUYPERSTICHTING.
Naar de Stand, mededeelt, heeft de dr. A.
Kuyperstichting te 's Hage tot eerste onder
werp van arbeid gekozen de besturing van
het Calvinisme als staatkundig beginsel te
genover Lutheranisme en R.-Katholicisme-
Deze studie, die gedeeltelijk voltooid is, zal
tevens trachten licht te verspreiden over de
diepere tegenstellingen tusschen de Antire-
volutionnaire, de Christelijk-Historische en de
R.-Katholieke Staatspartij. Zij zal vermoe
delijk geleidelijk in zelfstandige onderdeeien
verschijnen.
I' VAN ONZE
frjORAAQLOOZE TELEFOON
verscheidene oud-officieren.
De samenzweerders stonden bovendien
in betrekking tot de royalisten. Een massa
meeting was reeds georganiseerd.
DE OPSTAND in MEXICO.
NEW-YORK, 9 Dec. Volgens berichten,
ontvangen uit Juarez, werden de Mexicaan
se he rebellentroepen van Dela Huerta
Vrijdag nabij Orsnaca verslagen door de
federale troepen. Generaal Calles, wien
door president Obregon het candidaatschap
voor den presidentszetel werd aangeboden,
heeft die candidatuur geweigerd en zich
gesteld aan het hoofd van de troepen, die
Dela Huerta beoorlogen. 20.000 man fede
rale troepen werden gezonden naar Vera
Cruz, in welken staat het aantal rebellen
ongeveer 22.000 zou bedragen.
Het bericht, dat Calles zijn candidatuur
intrek, wekte groote vreugde onder de re
bellen, doch de aanhangers van Dela Huerta
verklaarden, dat niettemin de opstand zou
worden voortgezet, totdat de regeering
van president Obregon zou zijn gevallen.
In den staat Jalisvo kregen de rebellen
versterking door een hoofdambtenaar der
federale regeering, die zich met vele dui
zenden manschappen bi) hen aansloot.
Uit de hoofdstad Mexico wordt gemeld,
dat de rebellen op weg zijn naar Tampico,
blijkbaar met het doel daar olievelden in
beslag te nemen.
Te Jalapa, eenige mijlen ten Noordwesten
van Vera Cruz, had gisteren een treffen
plaats'■tusschen opstandelingen en federale
troepen
De regeering verbood alle code-telegram
men via Galveston en stelde alle andere
telegrammen onder strenge censuur. De
meeste telegrammen naar Amerika gaan
via Galveston. Er is geen onderbreking in
het verkeer met Vera Cruz, dat in handen
van de rebellen is.
De Amerikaansche zaakgelastigde te Ver*
Cruz meldde Donderdagai ond, dat de uit
gebroken opstand het karakter van eer
werkelijke revolutie blijkt te hebben.
EEN SPOORWEGONGELUK
IN AMERIKA.
NEW-YORK, 9 Dec. In den afgeloopen
nacht omstreeks halftwec heeft een nood
lottig ongeluk plaats gehad op de New-York
Central Spoorweg naar Chicago, waarbij
9 personen werden gedood. De gewonden
zijn talrijk. De hevige mist, die heerschte,
is aan dit ongeluk schü'd. Het deed zich
als volgt voor:
Wegens het groote aantal passagiers werd
de trein van New-York naar Chicago in
vieren gesplitst, d. w. z. er werden Her ver
schillende treinen van gemaakt. Te Forsytke
in den staat New-York reed de tweede
trein bij een overgang van de spoorbaan op
een paaseerenden auto, die tengevolge van
den mist den trein niet zag aankomen. De
auto werd verpletterd en voorzoover be
kend, zijn alle inzittenden omgekomen. Dit
eerste ongeluk leidde naderhand tot een
botsing tusschen twee treinen.
De machinist van den trein, die den auto
aanreed, hield stil om de schade op te
nemen. Door het stilhouden van den trein,
werden de lichtsignalen automatisch op on
veilig gezet, en de machinist van den vol
genden, derden, trein wist, gewaarschuwd
door die signalen, tijdig te stoppen. De ma
chinist van den werden trein echter kon
door den dikken mist de signalen niel
onderscheiden en reed in volle vaart of
den derden in.
De verwoesting door de botsing veroor
zaakt was ontzettend, het gekerm der ge
wonden hartbrekend. Uit alle omliggend)
plaatsen werd medische hulp ontboden.
ICrt.)
DE PSEUDO DUC DE MAQUEDA.
De Vierde Kamer der Rechtbank te Am
sterdam heeft op 25 September 1.1. tot één
jaar gevangenisstraf met aftrek van twee maan
den voorloopige hechtenis veroordeeld den
48-jarigen, te Antwerpen geboren ingenieur
L. E. M. J. Danco, wegens drie oplichtingen,
waarbij hij zich met den naam due de Ma-
queda zou hebben .getooid.
Het Gerechtshof alhier, heden in hooger
beroep uitspraak doende, vernietigde het
vonnis en, opnieuw rechtdoende, verklaarde
het beklaagde schuldig aan twee oplichtin
gen, waarna het hem veroordeelde tot één
jaar gevangenisstraf, onder aftrek van twee
maanden preventieve hechtenis.
ONSMAKELIJK GENEESMIDDEL.
Voor het kantongerecht te Oostburg werd
Dinsdag behandeld eene zaak tegen iemand
uit Leiden, beklaagd van een onbevoegd uit
oefenen der geneeskunde, in casu het als zoo
danig toedienen van een geneesmiddel tegen
hoest aan iemand uit Biervliet.
Uit het verhoor van getuigen bleek, dat
beklaagde sinds lang zijn praktijken in
Zeeuwsch-Vlaanderen uitoefent.
Verschillende getuigenverklaringen en het
rapport van apotheker Van de Garde uit Mid
delburg, die als deskundige werd gehoord,
bewezen dat genoemd geneesmiddel niets
anders was danurine.
Het O. M., waargenomen door mr. Wil-
brenninck, wees in een krachtig requisitoir
op het gevaar, zich aan dergelijke kwakzal
vers over te leveren, daar in deze zaak weer
eens was gebleken, hoe sommige individuen
niet terugdeinzen hunne medemenschen de
minstwaardige stoffen als geneesmiddel toe
te dienen.
Verschillende omstandigheden beletten
den ambtenaar de hoogste straf te vragen. De
eisch was f 30 boete, subs. 60 dagen hechtenis