GEMENGD NIEUWS Vreeselijk ongeluk te Haastrecht handel m nijverheid VERKEER EN POSTERIJEN, RECHTSZAKEN, van dat versoek welke ook de rechtbank als feitelijk juist aanneemt volgt, daj hangende de surceance de staat van den boedel der Hanzebank zoodanig is achteruit gegaan, dat het vooruitzicht is verdwenen op volledige betaling van alle schulden bij het eindigen der surséance. DE PERSONEELE BELASTING. Het Staatsblad no. 503 bevat het Kon. besluit van den 5den November, tot wijzi ging van het formulier voor het beschrijvings biljet der personeele belasting. Het eenige artikel luidt Het formulier voor het beschrijvings biljet der personeele belasting, vastgesteld bij Ons Besluit van 8 November 1919 (Stbl. no. 741) en gewijzigd|bij Ons be luit van 27 Augustus 1920 (StbL no. 728), wordt met ingang van 1 Januari 1924 nader gewijzigd als voigt Onder het hoofd „Huurwaarde (Gemeu beld verhuurde woningen, gemeubeld ver huurde kamers, logementen, winkels)" wordt aan punt 3 toegevoegd c. voor uitspanning of gezellig verkeer, doch alleen indien het zich bevindt op een badplaats, lust- of ont spanningsoord en slechts gedurende een korten tijd van het jaar in exploitatie is voorts ter zijde de punt na „winkels" ver vangen door uitspanningen. Onder het hoofd „Motorrijtuigen" wordt achter vraag XI een alinea ingelascht, luiden de In het antwoord op deze vraag moeten niet worden beerepen de motorrijtuigen, die uitsluitend of bij voorkeur ter beschikking plegen te worden gesteld van de leden, deel- gcnooten of aandeelhouders eener vereeni- ging of vennootschap. ONZE GEZANT TE PRAAG. DE KABINETSCRISIS. N"a mr. Kooien heeft de Koningin Zater dagochtend in conferentie ontvangen mgr dr. W. H. Nolens, voorzitter van de r. k Kamerfractie. En in de eeuwigheid vooral 't geen ze haar volk heeft geschonken de hemelsche beloo ning vanwege onzen God van liefde en schoon heid.'' Het eerste deel van dien wensch werd, voor zooveel wij er over oordeelen kunnen, ver vuld. De eeuwigheid is God's geheim. VIRGINIE LOVELING. f Uit België wordt aan „De Tijd" over deze Vlaamsche schrijfster en dichteres geschre ven De oudste van de Vlaamsche schrijvers overleed Zaterdagmiddag te Gent, Virginie Loveling. Zij werd geboren te Nevele in 1836, was de jongste van negen kinderen. Hare moeder was een zeer ontwikkelde vrouw ze kende haar Nederlandsche en Fransche letterkunde doch bewonderde eilaas de afgoden van den tijd den grijnslachenden Voltaire, den verleidenden Rousseau. Haar vader was Herman Anton Loveling uit Papenburg in Hannover. Virginie kreeg thuis privaatles, ze was achterlijk. Vroeg begon zij met hare zuster Rosalie te dichten. Beiden dweepten met Ledeganck, Toen vader Loveling overleden was, gingen moeder en de kinderen te Gent wonen. Virginie deed haar eerste Communie inaar in de omgeving, waarin zij verbleef, begon zij stilaan haar geloof te verliezen. Gemakkelijk ging het echter niet. Haar hart leed er pijn door. Zij zocht afleiding in de studie, studeer de Duitsch, Engelsch, Italiaansch, Spaansch, Deensch. In het Gentsche huis van de Loveling's kwamen allerlei geleerden o.a. de bekende Fransche hoogleeraar Francois Huet, die te Gent zulk een verderfelijken invloed uitoe fende, de beroemde Em. De Laveleye, die over democratie en sociologie o.a. over Ei gendomsrecht algemeene bekende boeken schreef. Lamartine's„Historie de sGirondins" werd tijdens de bijeenkomst luidop gelezen. Het huisgezin keerde echter weldra naar Nevele terug. 's Winters werd druk gelezen, 's Zomers trok men op reis naar Brussel, Parijs, Neder land en elders. In 1871 verschenen bij Wolters te Gro ningen de „Gedichten van Virgine en Rosalie Loveling". Van Virgine was daarin o.a. het gedicht dat men in zeer vele bloemlezingen aantreft„Grootmoeders portret". De mees te gedichten zijn weemoedig vooral die van Rosalie. Potgieter, die de meisjes ging bezoeken, zei; „Voor die versjes geef ik de halve nieuwere Vlaamsche literatuur cadeau. Het was nochtans de eenige dichtbundel welken de gezusters Loveling uitgaven. Zij schreven voortaan uitsluitend proza. Hun eerste werk was „Novellen". Daarin waren vijf verhalen van Rosalie, zeven van Virginie. In deze laatste vindt men door de sombere kleuren hier en daar wat stralen hu mor. Rosalie stierf in 1875. Dat was een treurige dag vooral voor Virginie. Zij treurde daarbij als wie geen hoop hebben. Haar geloof wees haar niet meer de plaats aan waar gescheide- nen elkaar voor eeuwig terugvinden. En toch schreef zij nu ook politiek-vrijzinnige schet sen „In onze Vlaamsche gewesten", waarin zij graag tegen de pastoors te velde trekt, gaat zij nog jaren lang, geregeld ter kerke. De armen, de ongelukkigen bleef zij lief hebben. Van 1879 tot 1884 woedde de schoolstrijd in België, ontstaan tengevolge van de aanne ming der wet van Humbecck in 1879, welke den godsdienst als verplicht vak afschafte, het onderwijs in den godsdienst van het on derwijs in de zedenleer losschakelde, de zelfstandigheid van de gemeenten in zake la ger onderwijs, knakte. Virginie Loveling deed aan den strijd mee met haar tendez-roman „Sophie" in twee deelen alle gebreken van een anti-katholie ken tendez-roman zijn er in de vinden. Wie gelooft is dom, is zondig, is plomp. Voor het tijdvak 18891894 werd Virginie's werk met goud bekroond, namelijk voor haar.boek „Een dure Eed" eerst in „de Gids" versche nen. Het boek mag worden beschouwd als het volledigste uit het bloeitijdperk van Virginie Loveling. Zonder het gevoel te versmaden, hecht Virginie grooter waarde aan de gedach te. Zij denkt, ontleedt en durft algemeen menschelijke vraagstukken aan. „Een dure Eed" werd door J. Belpaire in haar boek „Het Landleven in de Letterkun de" vergeleken met Conscience's „Loteling..,, De Katholieke schrijfster J. Belpaire, die zoo mooi schreef over „Christelijk Ideaal" en daarin de „Acht Zaligheden" verheerlijkte, had geen vrede met Loveling's werk. Zij houdt meer van Conscience's „Idealisme". Talrijke romans van Virginie Loveling zagen nog he licht o.a. „De Bruid des Heeren", waarin herinneringen leven uit den kindertijd van naïief geloof. „Het Lot der Kinderen", „Het revolverschot". Toen zijn in 1913 gehuldigd werd schreef zij samen met Cyriel Buysse, haar neef, „Een Levensleer" een uiterst bedenkelijk boek. „Door haar heele werk, schreef dr. J. Per- sijn in 1912, loopen de volgende stellingen alsleidmotieven De Vlaamsche buiten is onbeschaafd ruwheid van zeden, bijge- loovigheid, kwalijk begrepen godsdienstzin en idem godsdienstpractijken. Aan dien buiten moet beschaving en ver lichting worden gebracht. De verbetering moet vooral uitgaan van het vrouwelijk element. Zedenverreining, ijvering voor het huwelijk, verstandelijke ontwikkeling, geestesvrijheid, verzorging van de kinderen, liefde voor de natuur." God maakt geen deel uit van het pro gramma. De heidensch-Grieksche philan- tropie kende ze, maar Sint Elisabeth's rozen droeg Virginie niet in den schoot en de Christelijke Caritas svergezelde haar niet op armenbezoek. In haar werk ligt iets kils. Het lijkt zoo vaak op een doodenakker vol ver dorde bloemen, geknakte boomen, zonder het kruis als troost. Virginie was lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie. Toen het vergadering was, ontving zij geregeld het bezoek van J. Belpaire, de geloovige schrijfster. Wat een tegenstelling tussclien die beiden. Aan J. Belpaire's tijdschrift stond Virginie Love ling h; a „Oorlogsdagboek" af, dat echter in ieder opzicht onbeduidend is daar de schrijfster niets merkwaardigs te vertellen heeft en alleen doodgewone gebeurtenissen in doodgewonen stijl verhaalt. In datzelfde tijdschrlift „Dietsche Warande en Belfort" (ontstaan uit de versmelting van Thijm's „Dietsche Warande" met het jongere Vlaam sche tijdschrift „Het Belfort") verscheen ins gelijks een novelle „Het Onze Vader". Daarin staat de schrijfster zeer ver van haar „Sophie". Zij is tot het laatste flink en kranig ge bleven en arbeidde moedig door. Men kan van haar zeggen wat van Georges Sand ge tuigd werd, naar Schaepman in „Menschen en boeken" meedeelt „Arme, groote ziel, aan wie niets ontbrak, tenzij God, d.w.z. alles." In 1912 wenschte dr. J. Persijn aan Vi- ginie Loveling „een gelukkigen levensherfst. DUITSCHE PENETRATIE. staaldraad wordt voortgetrokken. Achter de kerk „het klooster" zegt men hier is de IJsel ongeveer 25 M. breed. Er stond Zaterdagavond een zeer sterke stroom in de rivier omdat in verband met de regens te Gouda veel water was ingelaten, dat te Jutfaas weer moest spuien De pont stiet, gestuwd door den krachligen stroom, plot seling tegen het betonnen steigertje achter de kapel van het klooster. Tengevolge van den onverwachten schok bewogen de op varenden zich allen tegelijk achteruit en als natuurlijke reactie kwamen allen daarna weer vooruit, met het ge-volg dat de platte pont eerst van voren en daarna van achte ren dompte en water maakte en direct daarop zonk. De staaldraad knapte meteen af. 't Was stikdonker cp 't water, de enkele lantarens aan boord doofden onmiddellijk uit en er heerschte een ontzettende paniek. Een angstwekkend gegil en geschreeuw klonk op en de ijzingwekkende noodkre ten werden tol in wijden omtrek geboord. In den zwarten, kouden, golvenden IJsel ontstond een vreeselijke worsteling tegen het noodlot, 't Waren tusschen de 20 en 30 personen, mannen, vrouwen en kinderen, die te water lagen. Het juiste aantal kon tot op Zondagavond niet worden vastge steld, de lezingen loopen dienaangaande uit een. Eindelijk nog wonder boven wonder wist 't meerendeel zich te redden door naar den wal te zwemmen, zich aan den walkant of aan de brokstukken pontketting vast te klemmen of hoe dan ook. Bovendien kwa men onmiddellijk de kloosterlingen en de omwonenden te hulp en door handreiking kon menigeen op het droge worden gehaald. Spoedig kwam ook de gemeente-veldwach ter van Hekendorp, A. van der Heel, die door den postbode gewaarschuwd was ge worden, met zijn dreg ter plaatse, doch le venden vielen er toen niet meer uit het wa ter te halen.... Een drietal roeibootjes van omwonenden werd in dienst van het red dingswerk gesteld, doch niets mocht meer baten. Het eerste lijk, dat al spoedig gevonden werd, was van A. van Vliet. Pogingen om door kunstmatige ademhaling de levens geesten weer op te wekken, faalden. Vóór 9 uur avonds werden nog opgehaald de lichamen van vrouw Groenendijk en van Ag. Wiltenburg. Zondagochtend om half zes werden de overige lijken, alle vlak bij de plek van de ramp opgedregd; het laatste, dat van den jongen Versluys. Zondagmorgen om 8 uur. De ontzielde lichamen werden het kloos ter binnengedragen; alle geredden vonden aanvankelijk daar eveneens onderdak en hulp, de omwonenden hielpen de menschen aan droge kleeren en ook verder zooveel in hun vermogen was. Het ongeluk had feitelijk plaats in de ge meente Haastrecht, de IJsel vormt de grens tusschen Hekendorp en Haastrecht. De plaats van de ramp ligt ongeveer 12 K.M. ten Oosten van Gouda. De IJsel, welke de drukbevaren verbinding vormt tusschen Utrecht en Rotterdam, is daar pl.m. 25 M. breed en 3 M. diep. Zaterdagavond 7 uur is op den Holland- hen l.Tssel, ter hoogte van hel klooster der Paters Passionislen te Haastrecht, een pont, waarin kerkgangers uit Stein en Hekendorp, gezonken. Zes personen zijn verdronken. Zaterdagavond zijn gevonden de lijken van ,1. Wallenburg uil Hekendorp, een meisje van 18 jaar en van Vliet uit Hekendorp. Vermist werden nog: een dochter van J. M. d eGoeij uit St-in, meisje van 15 jaar; een dochter van J. M. de Gocij udt Stein, 15 jaar; Mej. Klomp, echlgenoote van Groenendaal uit Hekendorp, 30 jaar. een dochter van Snel uit Hekendorp, 16 jaar. Later op den avond ging het gerucht, dat nog een persoon werd vermist. Vermoedelijk is de oorzaak gelegen in het te zwaar laden van de pont. Omtrent de ramp te Haastrecht vernemen wij nader: Van overbelasting der pont was geen sprake. De pont .kon 32 personen be vatten, doel) er bevonden zich slechts 21 personen daarin, die allen te water zijn geraakt. De pont is legen den kant gcslooien en schepte aan een zijde water. De menschen vlogen toen vol schrik naar de andere zijde waardoor dal gedeelte Ie zwaar werd belast en de pont zonk. De pont is niet die van Hekendorp, doch is een pont die ongeveer 14 dagen geleden door de omwonenden ten behoeve der kerk gangers ten geschenke is gegeven nnn*het klooster der Paters Passionislen. Niet 6, doch 7 personen verlor er 4 bij de ramp het leven.. De slachtoffers zijn 2 dochters van Wilten burg uil Hekendorp, 18 en Ni jaar oud, een dochter an .1. M. de Goeïj uit Stein, 15 jaar, een dochter van A. Snel, Hekendorp, 14 jaar, van Vliet, uit Hekendorp, gehuwd vader van 3 kinderen; Mej. Klomp, gehuwd met Groe nendaal te Hekendon). 30 jaar, een knechtje van 11. de Goeij te Stein, 15 jaar. Deze laat ste is de, 15-jarige Ficu Sluis, uil Oudewater. De lijken zijn neergelegd in het klooster der Paters Passionislen De verslagenheid in den omtrek van het gebeuren is groot. Aan vankelijk gebruikt men fietslantaarns als ver lichting, later op den avond bewees een groo te benzineiamn uitstekende diensten. Het Lof in de kloosterkapel was juist aan gevangen, toen men bericht kreeg van hel zinken van de pont. De mannen verlieten daarop de kapel, ten einde hulp te gaan bic den. Nog 4 personen waren bewusteloos, doch men slaagde er in, bij hen de levens geesten weer op te wekken. De „Tel." geeft nog de volgende lezing van het geval: Omtrent oorzaak en verloop van het on geluk vernamen we ter plaatse het volgen de. Ten behoeve van de leden der R. K. parochie te Hekendorp de laatste halte op de lijn UtrechtGouda die de hulp kerk St. Gabriël aan de overzijde van den IJsel wenschen te bezoeken, is eerst sinds veertien dagen een veerpontdienst inge steld. Een gewone pont, zooals die over het Rokin te Amsterdam, welke langs een Een der medewerkers van de N. R. Ct. schrijft Niet alleen op het gebied van het bank wezen, maar ook op menig terrein van nijver heid trachten de Duitschers, nu de toestand in hun eigen land zoo sterk ontredderd is en nog weinig uitzicht op verbetering biedt, vasten voet te krijgen op onzen bodem. Naar een onzer berichtgevers in Duitschland schrijft, doen er zich verschillende teekenen voor, die er op wijzen, dat thans de Duitsche glasnijverheid in ons land en ook in Indië door het vestigen van een eigen organisatie haar intrede zal doen. Met de voorbereid selen is men reeds geruimen tijd bezig en ten deele hebben zij reeds, met name wat Nederlandsch-Indië betreft, min of meer vaste vormen aangenomen. Wat de vestiging van de Duitsche glas nijverheid in Indië betreft, had men eerst getracht om de Gerresheimer Glashütten- verke, vormals Fera. Heye te Gerresheim, bij Dusseldorf (een van de grootste flesschen- fabrieken niet enkel van Duitschland, maar van het heele continent) voor de zaak te interesseeren. Het bestuur weigerde evenwel, da r het reeds bepaalde plannen ten aanzien van een vestiging in ons land had. Het con sortium, dat zich voor het beoogde doel ge vormd had, wendde zich toen tot de Glas- hüttenwerke A. G. te Holzminden, een be trekkelijk jonge onderneming, die voorna melijk glazen en potten voor de conserven- fabrieken vervaardigt en onder leiding staat van den glasfabrikant Rosenkranz. Men is toen gekomen tot de oprichting van de „Enig", Eerste Nederlandsch-Indische Glas fabriek op Sumatra. De inrichting en de wij ze van fabricage der onderneming te Holz minden zouden daarbij als model worden genomen. Het plan is zoover gevorderd, dat de machines en andere onderdeeien voor de installatie der fabriek reeds besteld zijn en dat met het bouwen van de fabriek zoo spoe dig mogelijk een aanvang zal worden ge maakt. Men hoopt op zijn laatst binnen een jaar met de fabricage op Sumatra een aan vang te kunnen maken. Terwijl de genoemde Dusseldorfsche maatschappij, de Gerresheimer Glashütten- werke, geen zin bleek te hebben om zich rechtstreeks bij de glasfabricage in Neder landsch-Indië te interesseeren, heeft hij haar evenwel het plan tot oprichting van een eigen fabriek in Nederland reeds zoodanige vaste vormen aangenomen, dat van een volkomen uitgewerkt programma kan worden gespro ken, waarvoor, volgens den Duitschen zegs man, de goedkeuring van de Nederlandsche regeering eerlang te wachten zou zijn. Wat betreft de plaats van vestiging en de wijze waarop de fabricage zal plaats hebben, wordt echter voorloopig nog het stilzwijgen bewaard. Wel kan reeds worden gezegd, dat het hier gaat on het bouwen van een fabriek, waar de fabricage van flesschen en aanver wante artikelen op groote schaal zal plaats hebben volgens het bekende systeem- Ouwens. De maatschappij zal, om haar plan te verwezenlijken, een afzonderlijke Neder landsche maatschappij oprichten, waarin zij een overwegenden invloed behoudt. De genoemde C e resheimer Glashtittenwerke is bij dé flesscuenindustrie hier te lande reeds geïnteresseerd door het bezit van alle aan deden van de Anglo-Dutch Bottlework, een kleine onderneming die om redenen van dienstigheid reeds sedert geruimen tijd bui ten werking is gesteld, terwijl cok niet het plan schijnt te bestaan om haar eerlang weer in bedrijf te stellen. De directie der Gerres heimer Glashtittenwerke is voornemens om, behalve een kapitaalsverbooging van 25 tot 50 millioen mark, aan de algemeene verga dering van aandeelhouders tevens voor te stellen den zetel der maatschappij, die zich thans te Dusseldorf bevindt, buiten het bezette gebied te brengen. Dat is trouwens de weg, die vele industrieele ondernemingen in het bezette gebied opgaan, nadat de be zetting voor de betrokken maatschappijen tot tal van onaangenaamheden heeft geleid. Be halve dat de mij. zich toelegt-op. het fabricee- ren van flesschen op groote schaal, is de Gerresheimer Glashtittenwerke ook in be langrijke mate geïnteresseerd bij de Duit sche spiegelfabricage. Zoo heeft zij reeds vóór den oorlog, in concurrentie met het internationale spiegelglassyndicaat, dat in Duitschland een monopolie-positie onder Fransche en Belgische leiding innam, te Benrath aan den Rijn een eigen spiegelglas- fabriek opgericht. Toen vervolgens van den kant van het internationale spiegelglassyndi caat door het aankoopen van een flesschen- fabriek in Duitschland een tegenzet werd voorbereid, ging de spiegelglasafdeeling van de Gerresheimer Glashtittenwerke aan Bel gische belanghebbenden over. De Dussel dorfsche maatschappij heeft daarvoor de meerderheid van de Schalke'r Glas- und Spiegelmanufaktur te Gelselnkirchen ver kregen. Pogingen om ook de Siemensschen Werke te Dresden in haar concern op de ne men zijn mislukt, terwijl ook de Duitsche Spiegelglasfabriek te KI. Freden, bij Han nover, voor welke de Dusseldorpsclié maat schappij al jaren lang moeite doet, nog altijd haar zelfstandigheid heeft kunnen hand haven. HET FAILLISSEMENT DER BOSSCHE HANZEBANK. De arrondissementsrechtbank, te 's Bosch heeft Zaterdag in staat van faillissement ver klaard de naamlooze vennootschap Crediet- vereeniging de Hanzebank, met benoeming van jhr. mr. E. van Meeuwen tot rechter commissaris en van de heeren mr. C. van Leeuwen, mr. G. Kolfschoten en H. A. Tromp, die tot dusver als beheerders waren aangewezen, tot curatoren. Er waren twee verzoeken ingekomen tot faillietverklaring van de Hanzebank. Eén van mr. J. v. d. Mortel te Tilburg, J. v. Best ta.Eindhoven en W. van der Eerden te 's Her togenbosch, en het tweede van de bewind voerders der Hanzebank. De rechtbank overwoog, dat wordt gesteld, Jat ruim 15.000 crediteuren, tezamen het bedrag aan vorderingen op de Hanzebank van ongeveer 16 millioen aan de verzoekers hebben gecedeerd, dus hen hebben gemach tigd om hun belangen als crediteuren der Hanzebank te behartigen, doch niet is ge steld, welke bepaalde crediteuren hun vor deringen hebben gecedeerd, noch van welke crediteuren zij als gemachtigden optreden, zoodat de vraag is gewettigd, of hun verzoek wel ontvankelijk is. Verder overwoog de rechtbank, dat wel de mogelijkheid was gesteld, dat, tengevolge van na het verieenen van de voorlcopige surséance gedane cessies van vorderingen vangcrediteuren der Hanzebank aani debi teuren, de belangen der crediteuren, die niet cedeerden, worden benadeeld, maar niet dat, hangende de surséance, de staat van den boedel der Hanzebank inderdaad zoodanig is achteruit gegaan, dat volledige betaling van al haar schulden is uitgesloten, zoodat ook de vraag rijst, of het verzoek niet in strijd is met de ook bij het voorlaatste lid van artikel 236 der 'faillissementswet, gedurende den loop der surséance verboden rauwe- lijksche aanvragen tot faillissementsver- klaring. De rechtbank overwoog, dat, in welken geest beide vragen ook zouden moeten wor den beantwoord, in ieder geval het faillisse ment op het door de bewindvoerders inge diend verzoek moet worden uitgesproken omdat immers uit den door het bestuur der bank als feitelijk juist erkenden inhoud R. K. LICHTBEELDENCENTRALE. Het November-nummer van „Kath. Ned.' bevat een opgave van de bij 't Centraal Bu reau der K. S. A. beschikbare series lantaarn plaatjes. De collectie is sedert het vorige sei zoen aanmerkelijk ui gebreid, zoodat zij thans ongeveer 6000 lichtbeelden omvat, voornamelijk op katholiek gebied. Het Bu- re u is voornemens om deze verzameling gaandeweg te vergrooten. Het houdt zich zeer aanbevolen voor schenkingen in den vorm van lantaarnplaatjes. ONZE HANDELSSTATISTIEK. De Ned Vereemging voor Economische Geografie heelt aan de regeermg een adres gericht, waarin zij ernstig waarschuwt tegen het plan, om uit zuinigheid de Nederland sche handelsstatistiek niet te laten druk ken en er op aandringt om zoowel de maand- als de jaarstatistiek van onzen handel en scheepvaart in den bestaanden vorm te handhaven. DE UITSLUITING IN DE TEXTIEL INDUSTRIE. Tot Nederlandsch gezant te Praag is be noemd dr. H. P. N. Muller, thans te Boeka rest tot gezant te Boekarest mr. W. I. Doude van Troostwijk, thans ter beschikking. De steunregeling. Uit Enschedé wordt gemeld Bij het co mité der ongeorganiseerde uitgeslctenen zijn totaal 1350 hoofden van gezinnen, kostwin ners en kostgangers ingeschreven. Verwacht werd dat dit aantal zou stijgen tot 4000 wan neer straks de overige personen boven 18 jaar tot andere groepen behoorende, worden ingeschreven. De winkeliersvereniging „De Combina tie" deed toezegging iedere week in de kas van de ongeorganiseerden en georganiseer- den, ieder afzonderlijk 60 te zullen storten, terwijl een nog niet bekende firma aan de ongeorganiseerden een bedrag van ƒ750 toezegde. Overigens wordt er door beide groepen bij de burgerij met steunlijsten ge werkt. De bespreking met het gemeentebestuur had tot gevolg, dat de ingekomen gelden voor de ongeorganiseerden worden gestort op de Middenstands Credietbank en dat naast het Burgerlijk Armbestuur een commissie zal worden ingesteld, die de aanvragen om on dersteuning zal behandelen. Blijkens ontvangen mededeelingen van het Comité voor de uitgesloten ongeorganiseer de textielarbeiders, hebben zich aangemeld voor steun in de groep gehuwden, kostwin ners en kostgangers ongeveer 1500 personen in de andere groep 2500 arbeiders. Het ge meentebestuur heeft aan genoemd Comité afgestaan tot huisvesting de oude Ambachts school aan de Bodden kampsingel. Voor de noodige verwarming zorgt eveneens de ge meente deze heeft er een kachel doen plaat sen en levert gratis de noodige brandstof. Het Comité hoopt Woensdag de eerste uit- keering te kunnen verstrekken. BEZUINIGING. Alle gehuwde ambtenaressen bij de Post en Tel. zullen met ingang van 1 Maart op wachtgeld worden gesteld, tenzij sij kunnen aantoonen kostwinster te zijn. EXPLOITATIE DER POSTERIJEN EN TELEGRAFIE. Het verlies op de exploitatie van het Staats bedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefo nie voor het dienstjaar 1922 is te stellen op rond ƒ7.300.000. De door Toorop ontworpen weldadigheids- postzegels zullen van 15 December tot 15 Ja nuari a.s. verkrijgbaar zijn. Degeldigheids duur dezer postzegels is echter onbepaald, zoodat men aangekochte voorraden ook na 15 Januari zal kunnen gebruiken. De weldadigheidspostzegels worden uit gegeven in frankeeringswaarden van 2 en 10 cent, maar zullen bij aankoop respectievelijk 7 en 15 cent kosten. De 5 cent boven de waard de komt na aftrek van de kosten van aanmaak, enz. tot steun aan nationale vereenigingen, welke een menschlievend doel nastreven. Vereenigingen welke meenen voor steun in deze in aanmerking te komen, gelieven daartoe voor 16 December a.s. een schrifte lijk verzoek in te dienen bij den minister binnenlandsche zaken en landbouw. De postzegel van 10 cent frankeerings- waarde aldus de „Msb." is uitgevoerd in zonnerood. Hij stelt voor twee zittende fi guren, waarvan de eene geeft en de andere ontvangt. In de bovenkoeken is een eenvou dige blokjes- en lijnenversiering aangebracht. De bovenrand van de omlijsting vertoont een sobere doch decoratieve versiering van kruisjes en driekhoekjes. De frankeerzegel van 2 cent is ultramarijn gekleurd. Een jonge en oude menschenfiguur in een armelijke omgeving, aangeluid door dorre takken in het fond, ontvangen in de uitgestrekte handen gaven van een tegen overgestelde figuur, die haar voorraad in een groote ronde kom draagt en omgeven is door onder den last der vruchten buigende tak ken. Ook deze voorstelling is door Toorop Zeer sober gehouden, maar doet als vlakvul ling bijzonder decoratief door de gelukkige tegenstelling der lijnen en de prachtige ver deeling van licht en donker. DE CARNEGIESTIC HTING. In de plaats van mr. W. I. Doude van Troostwijk, die zijn ontslag heeft genomen als lid, benoemd door den Raad van Beheer van het Permanente Hof van Arbitrage in het bestuur der Carnegiestichting, is als zoodanig benoemd jhr. mr. L. van Bronk- horst Candberg, lid van den Raad van State. (Hbld.) DR. A. KUYPERSTICHTING. Naar de Stand, mededeelt, heeft de dr. A. Kuyperstichting te 's Hage tot eerste onder werp van arbeid gekozen de besturing van het Calvinisme als staatkundig beginsel te genover Lutheranisme en R.-Katholicisme- Deze studie, die gedeeltelijk voltooid is, zal tevens trachten licht te verspreiden over de diepere tegenstellingen tusschen de Antire- volutionnaire, de Christelijk-Historische en de R.-Katholieke Staatspartij. Zij zal vermoe delijk geleidelijk in zelfstandige onderdeeien verschijnen. I' VAN ONZE frjORAAQLOOZE TELEFOON verscheidene oud-officieren. De samenzweerders stonden bovendien in betrekking tot de royalisten. Een massa meeting was reeds georganiseerd. DE OPSTAND in MEXICO. NEW-YORK, 9 Dec. Volgens berichten, ontvangen uit Juarez, werden de Mexicaan se he rebellentroepen van Dela Huerta Vrijdag nabij Orsnaca verslagen door de federale troepen. Generaal Calles, wien door president Obregon het candidaatschap voor den presidentszetel werd aangeboden, heeft die candidatuur geweigerd en zich gesteld aan het hoofd van de troepen, die Dela Huerta beoorlogen. 20.000 man fede rale troepen werden gezonden naar Vera Cruz, in welken staat het aantal rebellen ongeveer 22.000 zou bedragen. Het bericht, dat Calles zijn candidatuur intrek, wekte groote vreugde onder de re bellen, doch de aanhangers van Dela Huerta verklaarden, dat niettemin de opstand zou worden voortgezet, totdat de regeering van president Obregon zou zijn gevallen. In den staat Jalisvo kregen de rebellen versterking door een hoofdambtenaar der federale regeering, die zich met vele dui zenden manschappen bi) hen aansloot. Uit de hoofdstad Mexico wordt gemeld, dat de rebellen op weg zijn naar Tampico, blijkbaar met het doel daar olievelden in beslag te nemen. Te Jalapa, eenige mijlen ten Noordwesten van Vera Cruz, had gisteren een treffen plaats'■tusschen opstandelingen en federale troepen De regeering verbood alle code-telegram men via Galveston en stelde alle andere telegrammen onder strenge censuur. De meeste telegrammen naar Amerika gaan via Galveston. Er is geen onderbreking in het verkeer met Vera Cruz, dat in handen van de rebellen is. De Amerikaansche zaakgelastigde te Ver* Cruz meldde Donderdagai ond, dat de uit gebroken opstand het karakter van eer werkelijke revolutie blijkt te hebben. EEN SPOORWEGONGELUK IN AMERIKA. NEW-YORK, 9 Dec. In den afgeloopen nacht omstreeks halftwec heeft een nood lottig ongeluk plaats gehad op de New-York Central Spoorweg naar Chicago, waarbij 9 personen werden gedood. De gewonden zijn talrijk. De hevige mist, die heerschte, is aan dit ongeluk schü'd. Het deed zich als volgt voor: Wegens het groote aantal passagiers werd de trein van New-York naar Chicago in vieren gesplitst, d. w. z. er werden Her ver schillende treinen van gemaakt. Te Forsytke in den staat New-York reed de tweede trein bij een overgang van de spoorbaan op een paaseerenden auto, die tengevolge van den mist den trein niet zag aankomen. De auto werd verpletterd en voorzoover be kend, zijn alle inzittenden omgekomen. Dit eerste ongeluk leidde naderhand tot een botsing tusschen twee treinen. De machinist van den trein, die den auto aanreed, hield stil om de schade op te nemen. Door het stilhouden van den trein, werden de lichtsignalen automatisch op on veilig gezet, en de machinist van den vol genden, derden, trein wist, gewaarschuwd door die signalen, tijdig te stoppen. De ma chinist van den werden trein echter kon door den dikken mist de signalen niel onderscheiden en reed in volle vaart of den derden in. De verwoesting door de botsing veroor zaakt was ontzettend, het gekerm der ge wonden hartbrekend. Uit alle omliggend) plaatsen werd medische hulp ontboden. ICrt.) DE PSEUDO DUC DE MAQUEDA. De Vierde Kamer der Rechtbank te Am sterdam heeft op 25 September 1.1. tot één jaar gevangenisstraf met aftrek van twee maan den voorloopige hechtenis veroordeeld den 48-jarigen, te Antwerpen geboren ingenieur L. E. M. J. Danco, wegens drie oplichtingen, waarbij hij zich met den naam due de Ma- queda zou hebben .getooid. Het Gerechtshof alhier, heden in hooger beroep uitspraak doende, vernietigde het vonnis en, opnieuw rechtdoende, verklaarde het beklaagde schuldig aan twee oplichtin gen, waarna het hem veroordeelde tot één jaar gevangenisstraf, onder aftrek van twee maanden preventieve hechtenis. ONSMAKELIJK GENEESMIDDEL. Voor het kantongerecht te Oostburg werd Dinsdag behandeld eene zaak tegen iemand uit Leiden, beklaagd van een onbevoegd uit oefenen der geneeskunde, in casu het als zoo danig toedienen van een geneesmiddel tegen hoest aan iemand uit Biervliet. Uit het verhoor van getuigen bleek, dat beklaagde sinds lang zijn praktijken in Zeeuwsch-Vlaanderen uitoefent. Verschillende getuigenverklaringen en het rapport van apotheker Van de Garde uit Mid delburg, die als deskundige werd gehoord, bewezen dat genoemd geneesmiddel niets anders was danurine. Het O. M., waargenomen door mr. Wil- brenninck, wees in een krachtig requisitoir op het gevaar, zich aan dergelijke kwakzal vers over te leveren, daar in deze zaak weer eens was gebleken, hoe sommige individuen niet terugdeinzen hunne medemenschen de minstwaardige stoffen als geneesmiddel toe te dienen. Verschillende omstandigheden beletten den ambtenaar de hoogste straf te vragen. De eisch was f 30 boete, subs. 60 dagen hechtenis

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 7