m Van Wet en Wetgeving. m --ma## Onze Vrouwenrubriek. li' Politiehonden. De overstrooming van Marken. Vierde Blad 22 December 1923 fefe v i" KtUM EH SÊKOOL N llftl iilBpSfï fi i m L V em mm* m I Mil NtiMMtti 8 1 Pfwil v - - Gelijk willen hebben. Uit Amerika. Mode te Londen. De „Schoonheidspuist.'* De vrouw als echo. De groei van kinderen. Het lieve bruidje. Een middel tegen muizen Zorg voor de parapluis. Mengelwerk. DE GEMEENTE-ONTVANGER. IL Het administratie! beheer der gemeente- financiën berust bij Burgemeester en Wet houders, het geldelijk beheer daarentegen is opgedr-gen aan den Ontvanger. Geene uitgaaf uit de gemeentekas ge schiedt, tenzij krachtens een door Burge meester en Wethouders uitgevaardigd be velschrift. Aan dit bevelschrift ontleent de Ontvanger de bevoegdheid om een uitgaaf te doen, behoudens een enkele uitzondering is hij zonder bevelschrift van B. cn W. niet gerechtigd tot eenige betaling. In de prak tijk wordt daarvan nogal eens afgeweken, vooral als de Secretaris of iemand van het secretarie-personeel het ambt- van ontvan ger vervult. Dit geschiedt dan om den cre diteur ter wille te zijn. Als het 'n uitgaaf be treft, die zonder twijfel door B. en W. zal worden goedgekeurd, zoodat het noodzake lijke bevelschrift later zeker door hen wordt afgegeven, dan betaalt de ontvanger nog wel eens aan een belanghebbende op een kwitantie, die dan later aan het bevel schrift wordt gehecht. Doch de Ontvanger doet dit op eigen risico; keuren B. en W. later de uitgaaf niet goed, dan zal de Ont vanger die persoonlijk moeten lijden. Gaan B. en W. met een beoaalde uitgaaf accoord. dan wordt daarvan een bevelschrift gemaakt, dat de Ontvanger krijgt. De Ont vanger zendt het bevelschrift door aan deti belanghebbenden crediteur, die onder aan bieding van dit bevelschriit het hem toe- behoorend bedrag ten kantore van den ge meente-ontvanger kan innen cn aldaar op aet bevelschrift kwitantie stelt. De Ontvan ger kan dus wel degelijk vorderen, dat ieder die blijkens een door B. en W. afgegeven bevelschrift gelden van de Gemeente te goed heeft, zich te zijner kantore tot het in ontvangst nemen der gelden vervoegt. De Ontvanger.is in den regel echter het pu- bliek ter wille en is daarom bereid het geld over te sturen, als het behoorlijk gekwi teerd bevelschrift eerst aan hem is terug gezonden. En zelfs dit laatste is dikwijls al niet meer noodi.g. Als men aangesloten is bij den postchèque- en girodienst, stort de Ontvanger de door de gemeente ver schuldigde gelden op de rekening van den crediteur en hecht dan het bewijs van stor ting als kwijting aan zijn bevelschrift Uiter aard kan deze wijze van behandeling thans zoolang de postchèque- en girodienst in ruste is niet worden toegepast Het Rijk maakt soms wetten, die bij de gemeentebesturen allerminst instemming vinden, terwijl toch de gemeente de kosten der wetten of een goed deel daarvan heeft te dragen, b.v. de Lager Onderwijswet, de warenwet, de Gezondheidswet, Nu komt het wel eens voor, dat een College van' B. en W. nalatig is in het doen eener bepaalde uitgaaf, ofschoon die uitgaaf door de wet aan de gemeente is opgelegd. In dergelijk geval kunnen Gedeputeerde Staten bij een speciaal daartoe te nemen besluit de betaling bevelen. De Ontvanger is dan gehouden de uitgaaf te doen en legt hij zijn rekening en verant woording in plaats van een bevelschrift van B. en W„ het besluit van Gedeputeerde Staten voor. Het is zeer goed mogelijk, dat B. en W. een uitgaaf bevelen, waardoor de betrok ken bcgrootingspost wordt overschreden. B. en W. zijn daartoe wel niet gerechtigd, maar in de praktijk komt het nog al veel vuldig voor. Dit gaal den Ontvanger even wel niets aan. Als hij een uitgaaf doet op bevelschrift van B. en W., is hij verant woord; ten aanzien van overschrijding van den betrokken begrootingspost moeten B. en W. zich maar verantwoorden tegenover den gemeenteraad. Terloops zij nog opgemerkt, dat, ofschoon alle stukken, die van B. en W. uitgaan, zijn geteekend door den Burgemeester en den Secretaris, de bevelschriften van betaling de handteekenig van den Burgemeester en van één der wethouders dragen. De secre taris teekent de bevelschriften van betaling niet. Is de Ontvanger belast met het doen van uitgaven, hij is ook belast met het innen van alle inkomsten der gemeente. Dat wil echter nog niet zeggen, dat de Ontvanger alles maar kan aannemen, wat men aan de gemeente komt betalen. Neen, de ontvanger is alleen bevoegd tol invordering van die gemeentelijke inkomsten, die naar het oor deel, hetzij van den gemeenteraad, hetzij van B. en W. inderdaad aan de gemeente verschuldigd zijn, Dit kan den Ontvanger blijken óf uit de gemeentc-begrooting óf uit de hem ter in vordering verstrekte belastingkohieren óf uit de door den Raad of B. en W. genomen besluiten. Een zelfstandig oordeel omtrent het beheer der gemeentelijke geldmiddelen komt den Ontvanger dan ook niet toe, hij is eenvoudig de gemeentelijke kassier. Van de door hem voor de gemeente ont vangen inkomsten en gedane uitgaven houdt de Ontvanger geregeld boek en doet hij jaarlijks rekening aan Burgemeester en Wethouders. B. en W. leggen de hun door den Ontvanger ingezonden rekening aan den Raad over met bijvoeging van datgene, wat zij te hunner verantwoording dienstig ach-1 ten. De Ontvanger geeft aan B. en W., zoo I dikwijls zij dit vorderen, inzage van boeken en kas. Volgens de wet zijn B. en W. verplicht minstens éénmaal per kwartaal kasopname te doen en de boeken te con troleeren. B. en W. zijn niet gehouden die kasopname steeds met het geheele College te doen. De Raad kan namelijk goed vin den, dat de kasopname door één lid van het College vah B. en W. of door een ambte naar ter secretarie geschiedt. De wet kent uitdrukkelijk aan dengene, die met de kas opname belast is, de bevoegdheid tot om zich door een deskundige te doen bijstaan Daaruit volgt dat de Ontvanger aan een zoogenaamden accountant, die ter assisten tie bij de controle optreedt, de inzage van boeken en kas niet zal kunnen weigeren. Bij schorsing, ontslag of overlijden van den Ontvanger, worden door Burgemeester en Wethouders zijne boeken gesloten, zijn kas opgenomen en die boeken en kas totdat in den dienst is voorzien, bewaard, zegt de gemeentewet. Dit is inderdaad zeer noodig, want het is van het grootste belang, dat door het op treden van een nieuwen titularis, wettelijk is vastgesteld zoowel het kassaldo, dat vol- j gens de boeken aanwezig moest zijn als het kasgeld, dat inderdaad aanwezig was. Immers, de nieuwe titularis moet de ge- meenlerekening bpmaken niet alleen van zijn eigen beheer, doch in den regel ook van een gedeelte van het beheer van zijn voor ganger. En hij zal dit moeilijk zonder risico kunnen doen, tenzij uit een proces-verbaal van kasopname blijkt welke aansprakelijk heid voor het geldelijk beheer ten laste *-an zijn voorganger komt. Hel is ie begrijpen, dat in de grootere ge meenten en speciaal in die gemeenten d-e er overheidsbedrijven op na houden ae krachten van één man absoluut onvol doende zijn om alle uitgaven der gemeen.c te doen. alle inkomsten in te vorderen cn hei beheer der gemeentelijke geldmiddelen in zijn geheelen omvang met zijn verant woordelijkheid te dekken. De wet doet dan ook het middel aan de hand om in dergelij ke gevallen speciale kasbeheerders aan te stellen, voor wier gesties de gemeente-ont vanger niet verantwoordelijk is. Daarover benevenc enkele andere za ken oc de onderwerpclijkc materie betrek king hebbende spreken wij in een vol gend artikel. N - 1 - - I <\v - mi' H. PRI ESTER WI D NG TE ROME De Wel Eerwaarde Heer Jan Strotman, die het vorige aar als eerste missionaris naar het Grieksch Katholiek college te Rome vertrok, zal den eersten Kerstdag des mor gens om tien itur in de Grieksch-Katholicke Kerk alhier, gelegen in Via Babuino de H. Priesterwijding ontvangen. Zooals de Wel- eerw. Heer Strotman mij persoonlijk mede-* deelde zal hij den tweeden Kerstdag zijn eerste H. Mis opdragen op de graftombe van den H. Petrus in de Vaticaanschr basiliek, terwijl hij den derden Kerstdag met Z. E Kardinaal Tacci, prefect van de H. Congrega tie voor Oostersche aangelegenheden dooi Z. H. in particuliere audiëntie zal ontvqngen worden Den avond van denzelfdcn dag is hij voornemens de reis naar Holland te on dernemen, ten einde Zijn plechtige EI Mis in zijn geboortestad Leiden op te dragen Deze plechtigheid zal plaats hebben in dc kerk van Onze Lieve Vrouw Hemelvaart. De ze plechtige Eerste H. Mis zal natuurlijk plaats hebben volgens den Griekschen ritus. Zooals hij vernomen had, zullen de Slavische liturgische gezangen door een kinderkoor onder leiding van een der Kapelaans van de Kerk van Onze Lieve Vrouw Hemelvaart ter wijl voor deze plechtigheid assistentie zal worden verleend door eenige paters Redemp toristen uit België die tot denzelfden ritus behooren. Deze plechtigheid,die zeker wel belangstelling zal wekken, zal plaats hebben op Oudejaarsdag, terwijl de Wel. Eerw. Heer Strotman Zondag 30 December een plechtige gezongen H. Mis in denzelfden ri tus zal opdragen in de kerk van zijn heeroom, den Zeer Eerw. Heer de Graaf, Pastoor te Delft. Na eenigen tijd in Holland te hebben doorgebracht, denkt de Wel. Eefw. Heer Strotman als Rutheensch missionnaris naar Rusland te vertrekken. Door den jongsten Noordwesterstonn is het eiland Marken overstroomd. Hierbij twee kiekjes, die den toestand illustreeren. S V S V t, 1 O - v V i Een mooie foto van Dvitschland's beste politiehonden. De bekendste, die in de cremina- Ustlek reeds grooten naam gemaakt hebben, zijn de beide eersten van links naar rechts: rf/, mo" en „Held," wien bet in vele gevallen gelukte, sporen terng te vinden, die met petroleum e. d. zeer moeilijk vindbaar gemaakt waren, en dat zonder eenige hulp. Een typisch overblijfsel uit de Middeleeuwen: een met muren en wallen versterkte Kerk in Zevenburgen. ei, Vx^- K" vv Door den hevigen sterm is aan den Schalkwijkerweg te Haarlem 'n gedeelte van een in aanbouw zijnd huis ingestort. Een der aannemers, de heer S., brak daarbij een dijbeen. „Arno." „Arno" aan het werk. Hij brengt zijn meester, Opperwachtmeester Tolliok op een spoor, dat zij zonder eenige hulp zelf vond, ofschoon het, zooais boven gezegd, zooveel moge lijk uitgewjscht was. Door deze ontdekking, die tot arrestatie eener groote dievenbende en in beslagneming van hun kolossalen buit leidde, heelt „Arno" zich deze maand zeer bijzonderen naam verworven. Er zijn slechts weinig menschen, die be vrijd zijn van de onaangename hebbelijkheid dat ze door alles heen gelijk willen hebben en het zijn lang niet alleen de minder-ont- wikkelden, die aan dit euvel mank gaan. Ik geloof dat we niet ver zullen mistasten als we het duiveltje van den hoogmoed er voor aansprakelijk stellen, dat den meesten van ons in merg en bloed zit en zich maar niet zoo gemakkelijk laat ter zijde stellen. Maar het kan ook het gevolg zijn van de gewoonte om eenzelvig te denken en zich in de een zaamheid een stelsel op te bcwen, dat niet aan het oordeel van anderen is getoetst. Op een gegeven oogenbli k kan dat tot een onaan gename woordenwisseling aanleiding geven, die, al zijn de woorden gekuischt en al is de verm naar de eischen der beschaving geko zen, in zichzelf onoplosbaar is en op ver bittering of verwijdering kan uitloopen. Verbittering wanneer ten slotte de zwakkere zwijgt zonder overtuigd te zijn, verwijdering wanneer beide partijen het elkaar euvel duiden dat ze niet voor overreding vatbaar zijn. Evenwel geloof ik toch dat er menig geval is waarin we iemand onrecht zouden aan doen door te meenen, dat zijn tegenspraak alleen van gelijk willen hebben het gevolg is. We zien toch ook wel eens een van die hard nekkige tegenstanders bij een andere gele genheid het hoofd in den schoot leggen en zich gewonnen geven als dat zoo is, dan mogen we daaruit toch wel afleiden, dat hij de eerste maal werkelijk gemeend heeft, dat hij het bij het rechte eind had en van zijn standpunt niet toegeven kon. We vergeten zoo licht, dat er een eindelooze verscheiden heid van wegen is, waarlangs de menschen, al wandelend, hun ervaringen opdoen en hun meeningen opbouwen en dat ze vaak eerst op een gevorderd levensstadium met elkander in aanraking komen. Hoe zou het dan moge lijk zijn dat ze, wat ze langs eigene paden met moeite hebben veroverd, plots voor eens anders gevolgtrekkingen zouden prijsgeven? Dan is er nog het verschil in leeftijd, in posi tie, in verstandelijke ontwikkeling, in op merkingsgave. Als we dat alles in aanmer king nemen, dan geloof ik, dat het ons veel minder moeite zal kosten om te begrijpen, dat ieder soms, van zijn standpunt uitgaande niet alleen gelijk wil hebben, maar zich ook verbeelden kan dat hij het werkelijk hééft. Zijn we eenmaal zoover, dat hebben we in elk geval een schrede voorwaarts gedaan. Dan begeeren we niet meer den woorden strijd tot het uiterste toe voort te zetten, maar we gaan ons inspannen om de beweeg redenen van onze tegenpartij na te speuren en te doorzien en r zoo mogelijk te eer biedigen, Is dit laatste ons niet mogelijk, dan zullen we in vele gevallen liever zwijgen en er ons bij trachten neer te leggen dat het ver schil van meening voor het oogenblik niet bij te praten is, terwijl het oprakelen der geschilpunten noodeloos prikkelt en ver bittert. We zullen het aan den tijd overlaten en wachten maar het kan zeer wel zijn, dat ons later de ve rassing ten deel valt te be merken, dat we nader tot elkaar gekomen zrn dan we ooit hadden durven verwachten. Miss Anna T. Rusche, de leidster van een Vrouwenverzekeringsmaatschappij. Ze be veelt thans over een staf van 60 vrouwe lijke agenten, nadat ze nog voor kort typiste op een assurantiekantoor was. In de straten van Londen ontmoet men in dezen tijd zeer veel mooie Engelsche vrouwen, die een uit bonte lappen samen- gestelden hoed dragen en een daarbij pas send handtaschje. De zoogenaamde lappen- hoed, de laatste nieuwigheid van in „inspira ties" zwelgende hoedenateliers, wordt meestal in ldokmodel gtdragen. Hij is klein en sluit nauw aan. Hij is precies datgene, wat men voor triestige najaarsdagen, die in Lon den buitengewoon triestig uitvallen, noodig heeft. De lappen zijn in hun kleurschakee- ring zoo kunstig gecombineerd, dat zij cr op een afstand als brocaat uitzien; zij maken zelfs nog een rijker effect en doen nog aan trekkelijker aan dan brocaat, in het bijzon der als de teekening en de kleurehbarmonie van vakkunstige vingers afkomstig is Het daarbij passende handtaschje is rond en tamelijk groot. Aan iederen kant hangen lange kwasten. Gedragen worden deze lap- pentasschen aan een gedraaid koord en de elegante Engelsche dame hangt het taschje met het koord aan den pols. Aan dc halskettingen is de sensatie de aanhanger, die als een groote klomp op de borst rust. Hij moet minstens zoo groot zijn als de vuist van een baby en bestaat uit een niet-gesneden gekleurden steen. Gedragen wordt hij aan een dik, zwart koord, dat in een langen, zwarten zijden kwast eindigt. De noviteiten in aanhangers zijn talrijk. Men verbindt er gaarne practische doeleinden mee. Menigmaal hangt aan 't uiteinde van t koord een plat, invoren doosje met snijwerk, waarin zich óf poeder en een kwastje be vindt, óf er wordt een lucifersdoosje in be waard. Dikwijls hangen onder het ivoren doosje nog barnsteendroppels, die, worden ze op elkaar geschroefd, een sigarettenpijpje blijken te vormen. Er zijn ook aanhangers van kunstig geslepen glas, bezaaid met miscroscopisch kleine facetten, waarvan de glans wedijvert met dien van echte diaman ten. Ten tijde van Lode wijk XV was het in de hooge kringen gewoonte om behalve het ge zicht ook het haar te poederen, zoodat het volkomen wit scheen. In dezen tijd kwam de zoogenaamde „mouche", dit is vlieg, op en uitte zich weldra in allerlei vormen, zooals sterren, vliegen, kevers, bloemen enz. Zoo'n mouche bestond meestal uit een stukje zwarte taffetas, dat zorgvuldig op de aange wezen plaats gehecht werd. Het gebruik dezer dwaze dingen werd zelfs zoo'n rage, dat in 1649 de schrijver der Maxime Morales er over klaagt, dat men zelfs abbé's zag, welke gefriseerd waren en met mouches be plakt. Hieruit blijkt reeds, dat ook de man nen zich aan dit euvel schuldig maakten. Bij hen duurde dit euvel echter slechts korten tijd. Bij de vrouwen had de mouche vaak een beteekenis, die allerlei stemmingen, wen- schen en bevindingen te kennen gaf. Daar voor was noodig, dat de vrouw altijd een boekje met mouches bij zich droeg. Het kwam niet zelden voor, dat men een co quette ontmoette met zes tot tien mouches tegelijk, verdeeld over het gezicht, hals en borst. Het spreekt vanzelf, dat men dikwijls veel lijd besteedde aan het opplakken van deze schoonheidspleisters, zoodat men soms een uur noodig had voor een volledige be plakking. Vreeselijk een vrouw die enkel maar kan napraten. Iedereen kent haar. Ze is de echo van haar mans gedachten en meeningen. Ze denkt misschien dat het haar plicht is, maar ze is ontzettend vervelend. Ze geeft zich nooit de moeite om haar eigen persoonlijkheid te raadplegen. Als men haar meening vraagt, dan begint ze aan stonds: „Jan mijn man zegt altijd...." Een vrouw mag gerust een eigen meening erop na houden. Het zal misschien niet altijd de juiste zijn, maar het is tenminste de hare. Over dit onderwerp schrijft een Engelsch professor het volgende: „Het onderzoek van den Iaatsten tijd heeft ons geleerd, dat tot den leeftijd van elf a twaalf jaar jongens grooter zijn dan meisjes. In de drie tot vijf jaren, die dan volgen, groeien jongens meer in de breedte, terwijl meisjes dt hoogte inschieten, zoodat zij op vijtien-,zestienjarigen leeftijd gewoonlijk haar broers in lengte de baas 2ijn. Na het vijf tiende jaar wordt de verhouding omgekeerd: de jongens halen de meisjes in'en groeien ze over het hoofd. In de wintermaanden, speciaal van Decem ber tot April, groeien kinderen het minst; van April tot Augustus daarentegen het sterkst. Na dien tijd gaan zij slechts weinig in lengte vooruit; hun gewichtstoename echter is in de herfstmaanden aanmerkelijk. Hoewel de volksmond beweert, dat kinde ren uit arbeidersgezinnen en die van het boe renland forscher gebouwd zijn dan zoons en dochters uit andere vooral uit betere standen bewijst het onderzoek het tegendeel. Kin deren van ouders, die geen lichamelijken ar beid verrichten, zijn, percentsgewijze geno men, grooter en zwaarder gebouwd dan uit Mevr. Jo Murphy, echtgenoote van Jo Murphy, Oranj-Oetang, welk echtpaar als tooneelspelers optreedt. Zij is hier gefoto grafeerd in eene rol als bruid, die zij zeer natuurlijk en lieftallig moet weergeven. gezinnen, waar met handenarbeid de kost wordt verdiend. 1 Zeer interessant is ook het feit, dat de geestelijke groei bij kinderen gelijken tred houdt met hun lichamelijken wasdom. Deze „evenredige vooruitgang" is zóó sterk, dat hij ook bij lichamelijke stoornissen gelijk blijft. Bij ziektegevallen bleek de oplettend- 1 heid en de opmerkingsgave der patiënten evenzeer te lijden hebben als het lichaam. Met vrij groote zekerheid mag dan worden aangenomen, dat bij kinderen, die geestelijk niet mee kunnen, in de meeste gevallen een lichamelijk defect bestaat. Dat wil niet zeg gen, dat uiterlijk eenige afwijking te bespeu ren valt. Een groot percentage (in Europa bedraagt bet 30 pet.) der schoolkinderen heeft zwakke of abnormaal functionneerende zenuwen, In hoofdzaak openbaart zich het euvel, dat zoo grooten invloed heeft op de geestelijke gesteldheid van het kind, op de gehoorzenuwen. In Riga bijvoorbeeld werd geconstateerd, dat 22 pet. der kinderen, die op school achterlijk waren, het tikken van een horloge niet meer konden hooren op een afstand van twintig voet. De normale, gees telijk goed ontwikkelde leerlingen konden het geluid nog in zich opnemen op een af stand van zestig voet." 500 gram versche zeelook wordt in een vleeschmolen fijngemaakt en daarna met 2 J 2% k.g. roggemeel en een mengsel, uit gelijke deelen glycerine en water bestaande, tot een stevige pap aangemaakt. Van deze brij vormt men kleine koekjes, die men in spek bakt en na afkoeling bestrooit met het volgende poeder 500 gram tarwemeel, 80 a 100 gram oude kaas, 3 gram anij;olie,2 gram rozenhoutolie. Een goede parapluie is soms spoediger vershten dan noodig is, doordat men er nie' goed voor zorgt. Probeer eens deze eenvoudige methode en zie of uw parapluie met wat langer leeft als anders. Als het regenscherm nat is, zet het dan met den knop omlaag om op te drogen. Open hem daarna en reinig met een zicht lapje den stok, den knop en elke zijden baan. Als de knop van hout is wrijf hem dan van tijd tot tijd met een lapje flanel en een drop pel olijfolie zilver kunt ge poetsen, porce- lein met water en zeep afdoen. Een vet- of slikspat moet ge er onm ddellij k uitdoen met een zijden doekje gedoopt in wat lauw water. Een gaatje of slijtage langs de baleinen kunt ge herstellen door er aan den binnenkant een smal lintje tegen te naaien. Laat nooit een parapluie opgerold staan als ge hem niet noodig hebt. Integendeel, schud hem los en knoop het zakje om den knop. HATELIJK. Zij (verontwaardigd); Ik geloof, dat jij óók zoo'n man bent, die aenkt, dat de vrouwen alleen aan japonnen denken." Hij (gelaten): „Je beoordeelt me ver keerd." Zij: „Hoe dan?" Hij: „Ze denken óók aan nieuwe hoeden." HET GEHEIM. Mevr. A.: „Kan je een geheim bewaren? Mevr. B.: ,,lk wèl; maar mijn kennissen, aan wie ik 't vertel verstaan de kunst van zwijgen maar heel slecht!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 13