m
Van Wet en Wetgeving.
m
--ma##
Onze Vrouwenrubriek.
li'
Politiehonden.
De overstrooming
van Marken.
Vierde Blad
22 December 1923
fefe v i"
KtUM EH SÊKOOL
N
llftl
iilBpSfï fi
i m
L
V
em
mm*
m
I
Mil
NtiMMtti 8 1
Pfwil
v - -
Gelijk willen hebben.
Uit Amerika.
Mode te Londen.
De „Schoonheidspuist.'*
De vrouw als echo.
De groei van kinderen.
Het lieve bruidje.
Een middel tegen muizen
Zorg voor de parapluis.
Mengelwerk.
DE GEMEENTE-ONTVANGER.
IL
Het administratie! beheer der gemeente-
financiën berust bij Burgemeester en Wet
houders, het geldelijk beheer daarentegen
is opgedr-gen aan den Ontvanger.
Geene uitgaaf uit de gemeentekas ge
schiedt, tenzij krachtens een door Burge
meester en Wethouders uitgevaardigd be
velschrift. Aan dit bevelschrift ontleent de
Ontvanger de bevoegdheid om een uitgaaf
te doen, behoudens een enkele uitzondering
is hij zonder bevelschrift van B. cn W. niet
gerechtigd tot eenige betaling. In de prak
tijk wordt daarvan nogal eens afgeweken,
vooral als de Secretaris of iemand van het
secretarie-personeel het ambt- van ontvan
ger vervult. Dit geschiedt dan om den cre
diteur ter wille te zijn. Als het 'n uitgaaf be
treft, die zonder twijfel door B. en W. zal
worden goedgekeurd, zoodat het noodzake
lijke bevelschrift later zeker door hen
wordt afgegeven, dan betaalt de ontvanger
nog wel eens aan een belanghebbende op
een kwitantie, die dan later aan het bevel
schrift wordt gehecht. Doch de Ontvanger
doet dit op eigen risico; keuren B. en W.
later de uitgaaf niet goed, dan zal de Ont
vanger die persoonlijk moeten lijden.
Gaan B. en W. met een beoaalde uitgaaf
accoord. dan wordt daarvan een bevelschrift
gemaakt, dat de Ontvanger krijgt. De Ont
vanger zendt het bevelschrift door aan deti
belanghebbenden crediteur, die onder aan
bieding van dit bevelschriit het hem toe-
behoorend bedrag ten kantore van den ge
meente-ontvanger kan innen cn aldaar op
aet bevelschrift kwitantie stelt. De Ontvan
ger kan dus wel degelijk vorderen, dat ieder
die blijkens een door B. en W. afgegeven
bevelschrift gelden van de Gemeente te
goed heeft, zich te zijner kantore tot het
in ontvangst nemen der gelden vervoegt.
De Ontvanger.is in den regel echter het pu-
bliek ter wille en is daarom bereid het geld
over te sturen, als het behoorlijk gekwi
teerd bevelschrift eerst aan hem is terug
gezonden. En zelfs dit laatste is dikwijls
al niet meer noodi.g. Als men aangesloten
is bij den postchèque- en girodienst, stort
de Ontvanger de door de gemeente ver
schuldigde gelden op de rekening van den
crediteur en hecht dan het bewijs van stor
ting als kwijting aan zijn bevelschrift Uiter
aard kan deze wijze van behandeling thans
zoolang de postchèque- en girodienst
in ruste is niet worden toegepast
Het Rijk maakt soms wetten, die bij de
gemeentebesturen allerminst instemming
vinden, terwijl toch de gemeente de kosten
der wetten of een goed deel daarvan heeft
te dragen, b.v. de Lager Onderwijswet, de
warenwet, de Gezondheidswet, Nu komt het
wel eens voor, dat een College van' B. en
W. nalatig is in het doen eener bepaalde
uitgaaf, ofschoon die uitgaaf door de wet
aan de gemeente is opgelegd.
In dergelijk geval kunnen Gedeputeerde
Staten bij een speciaal daartoe te nemen
besluit de betaling bevelen.
De Ontvanger is dan gehouden de uitgaaf
te doen en legt hij zijn rekening en verant
woording in plaats van een bevelschrift van
B. en W„ het besluit van Gedeputeerde
Staten voor.
Het is zeer goed mogelijk, dat B. en W.
een uitgaaf bevelen, waardoor de betrok
ken bcgrootingspost wordt overschreden.
B. en W. zijn daartoe wel niet gerechtigd,
maar in de praktijk komt het nog al veel
vuldig voor. Dit gaal den Ontvanger even
wel niets aan. Als hij een uitgaaf doet op
bevelschrift van B. en W., is hij verant
woord; ten aanzien van overschrijding van
den betrokken begrootingspost moeten B.
en W. zich maar verantwoorden tegenover
den gemeenteraad.
Terloops zij nog opgemerkt, dat, ofschoon
alle stukken, die van B. en W. uitgaan, zijn
geteekend door den Burgemeester en den
Secretaris, de bevelschriften van betaling
de handteekenig van den Burgemeester en
van één der wethouders dragen. De secre
taris teekent de bevelschriften van betaling
niet.
Is de Ontvanger belast met het doen van
uitgaven, hij is ook belast met het innen
van alle inkomsten der gemeente. Dat wil
echter nog niet zeggen, dat de Ontvanger
alles maar kan aannemen, wat men aan de
gemeente komt betalen. Neen, de ontvanger
is alleen bevoegd tol invordering van die
gemeentelijke inkomsten, die naar het oor
deel, hetzij van den gemeenteraad, hetzij
van B. en W. inderdaad aan de gemeente
verschuldigd zijn,
Dit kan den Ontvanger blijken óf uit de
gemeentc-begrooting óf uit de hem ter in
vordering verstrekte belastingkohieren óf
uit de door den Raad of B. en W. genomen
besluiten. Een zelfstandig oordeel omtrent
het beheer der gemeentelijke geldmiddelen
komt den Ontvanger dan ook niet toe, hij
is eenvoudig de gemeentelijke kassier.
Van de door hem voor de gemeente ont
vangen inkomsten en gedane uitgaven houdt
de Ontvanger geregeld boek en doet hij
jaarlijks rekening aan Burgemeester en
Wethouders. B. en W. leggen de hun door
den Ontvanger ingezonden rekening aan den
Raad over met bijvoeging van datgene, wat
zij te hunner verantwoording dienstig ach-1
ten.
De Ontvanger geeft aan B. en W., zoo I
dikwijls zij dit vorderen, inzage van boeken
en kas. Volgens de wet zijn B. en W.
verplicht minstens éénmaal per kwartaal
kasopname te doen en de boeken te con
troleeren. B. en W. zijn niet gehouden die
kasopname steeds met het geheele College
te doen. De Raad kan namelijk goed vin
den, dat de kasopname door één lid van het
College vah B. en W. of door een ambte
naar ter secretarie geschiedt. De wet kent
uitdrukkelijk aan dengene, die met de kas
opname belast is, de bevoegdheid tot om
zich door een deskundige te doen bijstaan
Daaruit volgt dat de Ontvanger aan een
zoogenaamden accountant, die ter assisten
tie bij de controle optreedt, de inzage van
boeken en kas niet zal kunnen weigeren.
Bij schorsing, ontslag of overlijden van
den Ontvanger, worden door Burgemeester
en Wethouders zijne boeken gesloten, zijn
kas opgenomen en die boeken en kas totdat
in den dienst is voorzien, bewaard, zegt
de gemeentewet.
Dit is inderdaad zeer noodig, want het
is van het grootste belang, dat door het op
treden van een nieuwen titularis, wettelijk
is vastgesteld zoowel het kassaldo, dat vol- j
gens de boeken aanwezig moest zijn als
het kasgeld, dat inderdaad aanwezig was.
Immers, de nieuwe titularis moet de ge-
meenlerekening bpmaken niet alleen van
zijn eigen beheer, doch in den regel ook van
een gedeelte van het beheer van zijn voor
ganger. En hij zal dit moeilijk zonder risico
kunnen doen, tenzij uit een proces-verbaal
van kasopname blijkt welke aansprakelijk
heid voor het geldelijk beheer ten laste *-an
zijn voorganger komt.
Hel is ie begrijpen, dat in de grootere ge
meenten en speciaal in die gemeenten d-e
er overheidsbedrijven op na houden ae
krachten van één man absoluut onvol
doende zijn om alle uitgaven der gemeen.c
te doen. alle inkomsten in te vorderen cn
hei beheer der gemeentelijke geldmiddelen
in zijn geheelen omvang met zijn verant
woordelijkheid te dekken. De wet doet dan
ook het middel aan de hand om in dergelij
ke gevallen speciale kasbeheerders aan te
stellen, voor wier gesties de gemeente-ont
vanger niet verantwoordelijk is.
Daarover benevenc enkele andere za
ken oc de onderwerpclijkc materie betrek
king hebbende spreken wij in een vol
gend artikel.
N - 1 - - I
<\v -
mi'
H. PRI ESTER WI D NG TE ROME
De Wel Eerwaarde Heer Jan Strotman,
die het vorige aar als eerste missionaris
naar het Grieksch Katholiek college te Rome
vertrok, zal den eersten Kerstdag des mor
gens om tien itur in de Grieksch-Katholicke
Kerk alhier, gelegen in Via Babuino de H.
Priesterwijding ontvangen. Zooals de Wel-
eerw. Heer Strotman mij persoonlijk mede-*
deelde zal hij den tweeden Kerstdag zijn
eerste H. Mis opdragen op de graftombe van
den H. Petrus in de Vaticaanschr basiliek,
terwijl hij den derden Kerstdag met Z. E
Kardinaal Tacci, prefect van de H. Congrega
tie voor Oostersche aangelegenheden dooi
Z. H. in particuliere audiëntie zal ontvqngen
worden Den avond van denzelfdcn dag
is hij voornemens de reis naar Holland te on
dernemen, ten einde Zijn plechtige EI Mis
in zijn geboortestad Leiden op te dragen
Deze plechtigheid zal plaats hebben in dc
kerk van Onze Lieve Vrouw Hemelvaart. De
ze plechtige Eerste H. Mis zal natuurlijk
plaats hebben volgens den Griekschen ritus.
Zooals hij vernomen had, zullen de Slavische
liturgische gezangen door een kinderkoor
onder leiding van een der Kapelaans van de
Kerk van Onze Lieve Vrouw Hemelvaart ter
wijl voor deze plechtigheid assistentie zal
worden verleend door eenige paters Redemp
toristen uit België die tot denzelfden ritus
behooren. Deze plechtigheid,die zeker wel
belangstelling zal wekken, zal plaats hebben
op Oudejaarsdag, terwijl de Wel. Eerw. Heer
Strotman Zondag 30 December een
plechtige gezongen H. Mis in denzelfden ri
tus zal opdragen in de kerk van zijn heeroom,
den Zeer Eerw. Heer de Graaf, Pastoor te
Delft.
Na eenigen tijd in Holland te hebben
doorgebracht, denkt de Wel. Eefw. Heer
Strotman als Rutheensch missionnaris naar
Rusland te vertrekken.
Door den jongsten Noordwesterstonn is het eiland Marken overstroomd. Hierbij twee kiekjes, die den toestand illustreeren.
S V S V t, 1
O - v V i
Een mooie foto van Dvitschland's beste politiehonden. De bekendste, die in de cremina-
Ustlek reeds grooten naam gemaakt hebben, zijn de beide eersten van links naar rechts:
rf/, mo" en „Held," wien bet in vele gevallen gelukte, sporen terng te vinden, die met
petroleum e. d. zeer moeilijk vindbaar gemaakt waren, en dat zonder eenige hulp.
Een typisch overblijfsel uit de Middeleeuwen: een met muren en wallen versterkte Kerk
in Zevenburgen.
ei,
Vx^- K" vv
Door den hevigen sterm is aan den Schalkwijkerweg te Haarlem 'n gedeelte van een in
aanbouw zijnd huis ingestort. Een der aannemers, de heer S., brak daarbij een dijbeen.
„Arno."
„Arno" aan het werk. Hij brengt zijn meester, Opperwachtmeester Tolliok op een spoor,
dat zij zonder eenige hulp zelf vond, ofschoon het, zooais boven gezegd, zooveel moge
lijk uitgewjscht was. Door deze ontdekking, die tot arrestatie eener groote dievenbende
en in beslagneming van hun kolossalen buit leidde, heelt „Arno" zich deze maand zeer
bijzonderen naam verworven.
Er zijn slechts weinig menschen, die be
vrijd zijn van de onaangename hebbelijkheid
dat ze door alles heen gelijk willen hebben
en het zijn lang niet alleen de minder-ont-
wikkelden, die aan dit euvel mank gaan. Ik
geloof dat we niet ver zullen mistasten als
we het duiveltje van den hoogmoed er voor
aansprakelijk stellen, dat den meesten van
ons in merg en bloed zit en zich maar niet
zoo gemakkelijk laat ter zijde stellen. Maar
het kan ook het gevolg zijn van de gewoonte
om eenzelvig te denken en zich in de een
zaamheid een stelsel op te bcwen, dat niet
aan het oordeel van anderen is getoetst. Op
een gegeven oogenbli k kan dat tot een onaan
gename woordenwisseling aanleiding geven,
die, al zijn de woorden gekuischt en al is de
verm naar de eischen der beschaving geko
zen, in zichzelf onoplosbaar is en op ver
bittering of verwijdering kan uitloopen.
Verbittering wanneer ten slotte de zwakkere
zwijgt zonder overtuigd te zijn, verwijdering
wanneer beide partijen het elkaar euvel
duiden dat ze niet voor overreding vatbaar
zijn.
Evenwel geloof ik toch dat er menig geval
is waarin we iemand onrecht zouden aan
doen door te meenen, dat zijn tegenspraak
alleen van gelijk willen hebben het gevolg is.
We zien toch ook wel eens een van die hard
nekkige tegenstanders bij een andere gele
genheid het hoofd in den schoot leggen en
zich gewonnen geven als dat zoo is, dan
mogen we daaruit toch wel afleiden, dat hij
de eerste maal werkelijk gemeend heeft, dat
hij het bij het rechte eind had en van zijn
standpunt niet toegeven kon. We vergeten
zoo licht, dat er een eindelooze verscheiden
heid van wegen is, waarlangs de menschen,
al wandelend, hun ervaringen opdoen en hun
meeningen opbouwen en dat ze vaak eerst
op een gevorderd levensstadium met elkander
in aanraking komen. Hoe zou het dan moge
lijk zijn dat ze, wat ze langs eigene paden
met moeite hebben veroverd, plots voor eens
anders gevolgtrekkingen zouden prijsgeven?
Dan is er nog het verschil in leeftijd, in posi
tie, in verstandelijke ontwikkeling, in op
merkingsgave. Als we dat alles in aanmer
king nemen, dan geloof ik, dat het ons veel
minder moeite zal kosten om te begrijpen,
dat ieder soms, van zijn standpunt uitgaande
niet alleen gelijk wil hebben, maar zich ook
verbeelden kan dat hij het werkelijk hééft.
Zijn we eenmaal zoover, dat hebben we
in elk geval een schrede voorwaarts gedaan.
Dan begeeren we niet meer den woorden
strijd tot het uiterste toe voort te zetten,
maar we gaan ons inspannen om de beweeg
redenen van onze tegenpartij na te speuren
en te doorzien en r zoo mogelijk te eer
biedigen, Is dit laatste ons niet mogelijk, dan
zullen we in vele gevallen liever zwijgen en
er ons bij trachten neer te leggen dat het ver
schil van meening voor het oogenblik niet
bij te praten is, terwijl het oprakelen der
geschilpunten noodeloos prikkelt en ver
bittert. We zullen het aan den tijd overlaten
en wachten maar het kan zeer wel zijn, dat
ons later de ve rassing ten deel valt te be
merken, dat we nader tot elkaar gekomen
zrn dan we ooit hadden durven verwachten.
Miss Anna T. Rusche, de leidster van een
Vrouwenverzekeringsmaatschappij. Ze be
veelt thans over een staf van 60 vrouwe
lijke agenten, nadat ze nog voor kort typiste
op een assurantiekantoor was.
In de straten van Londen ontmoet men
in dezen tijd zeer veel mooie Engelsche
vrouwen, die een uit bonte lappen samen-
gestelden hoed dragen en een daarbij pas
send handtaschje. De zoogenaamde lappen-
hoed, de laatste nieuwigheid van in „inspira
ties" zwelgende hoedenateliers, wordt
meestal in ldokmodel gtdragen. Hij is klein
en sluit nauw aan. Hij is precies datgene, wat
men voor triestige najaarsdagen, die in Lon
den buitengewoon triestig uitvallen, noodig
heeft. De lappen zijn in hun kleurschakee-
ring zoo kunstig gecombineerd, dat zij cr
op een afstand als brocaat uitzien; zij maken
zelfs nog een rijker effect en doen nog aan
trekkelijker aan dan brocaat, in het bijzon
der als de teekening en de kleurehbarmonie
van vakkunstige vingers afkomstig is
Het daarbij passende handtaschje is rond
en tamelijk groot. Aan iederen kant hangen
lange kwasten. Gedragen worden deze lap-
pentasschen aan een gedraaid koord en de
elegante Engelsche dame hangt het taschje
met het koord aan den pols.
Aan dc halskettingen is de sensatie de
aanhanger, die als een groote klomp op de
borst rust. Hij moet minstens zoo groot zijn
als de vuist van een baby en bestaat uit een
niet-gesneden gekleurden steen. Gedragen
wordt hij aan een dik, zwart koord, dat in
een langen, zwarten zijden kwast eindigt.
De noviteiten in aanhangers zijn talrijk. Men
verbindt er gaarne practische doeleinden
mee. Menigmaal hangt aan 't uiteinde van t
koord een plat, invoren doosje met snijwerk,
waarin zich óf poeder en een kwastje be
vindt, óf er wordt een lucifersdoosje in be
waard. Dikwijls hangen onder het ivoren
doosje nog barnsteendroppels, die, worden
ze op elkaar geschroefd, een sigarettenpijpje
blijken te vormen. Er zijn ook aanhangers
van kunstig geslepen glas, bezaaid met
miscroscopisch kleine facetten, waarvan de
glans wedijvert met dien van echte diaman
ten.
Ten tijde van Lode wijk XV was het in de
hooge kringen gewoonte om behalve het ge
zicht ook het haar te poederen, zoodat het
volkomen wit scheen. In dezen tijd kwam de
zoogenaamde „mouche", dit is vlieg, op en
uitte zich weldra in allerlei vormen, zooals
sterren, vliegen, kevers, bloemen enz. Zoo'n
mouche bestond meestal uit een stukje
zwarte taffetas, dat zorgvuldig op de aange
wezen plaats gehecht werd. Het gebruik
dezer dwaze dingen werd zelfs zoo'n rage,
dat in 1649 de schrijver der Maxime Morales
er over klaagt, dat men zelfs abbé's zag,
welke gefriseerd waren en met mouches be
plakt. Hieruit blijkt reeds, dat ook de man
nen zich aan dit euvel schuldig maakten. Bij
hen duurde dit euvel echter slechts korten
tijd.
Bij de vrouwen had de mouche vaak een
beteekenis, die allerlei stemmingen, wen-
schen en bevindingen te kennen gaf. Daar
voor was noodig, dat de vrouw altijd een
boekje met mouches bij zich droeg. Het
kwam niet zelden voor, dat men een co
quette ontmoette met zes tot tien mouches
tegelijk, verdeeld over het gezicht, hals en
borst. Het spreekt vanzelf, dat men dikwijls
veel lijd besteedde aan het opplakken van
deze schoonheidspleisters, zoodat men soms
een uur noodig had voor een volledige be
plakking.
Vreeselijk een vrouw die enkel maar kan
napraten. Iedereen kent haar. Ze is de echo
van haar mans gedachten en meeningen. Ze
denkt misschien dat het haar plicht is, maar
ze is ontzettend vervelend.
Ze geeft zich nooit de moeite om haar
eigen persoonlijkheid te raadplegen. Als men
haar meening vraagt, dan begint ze aan
stonds: „Jan mijn man zegt altijd...."
Een vrouw mag gerust een eigen meening
erop na houden. Het zal misschien niet altijd
de juiste zijn, maar het is tenminste de hare.
Over dit onderwerp schrijft een Engelsch
professor het volgende:
„Het onderzoek van den Iaatsten tijd heeft
ons geleerd, dat tot den leeftijd van elf a
twaalf jaar jongens grooter zijn dan meisjes.
In de drie tot vijf jaren, die dan volgen,
groeien jongens meer in de breedte, terwijl
meisjes dt hoogte inschieten, zoodat zij op
vijtien-,zestienjarigen leeftijd gewoonlijk haar
broers in lengte de baas 2ijn. Na het vijf
tiende jaar wordt de verhouding omgekeerd:
de jongens halen de meisjes in'en groeien ze
over het hoofd.
In de wintermaanden, speciaal van Decem
ber tot April, groeien kinderen het minst;
van April tot Augustus daarentegen het
sterkst. Na dien tijd gaan zij slechts weinig in
lengte vooruit; hun gewichtstoename echter
is in de herfstmaanden aanmerkelijk.
Hoewel de volksmond beweert, dat kinde
ren uit arbeidersgezinnen en die van het boe
renland forscher gebouwd zijn dan zoons en
dochters uit andere vooral uit betere standen
bewijst het onderzoek het tegendeel. Kin
deren van ouders, die geen lichamelijken ar
beid verrichten, zijn, percentsgewijze geno
men, grooter en zwaarder gebouwd dan uit
Mevr. Jo Murphy, echtgenoote van Jo
Murphy, Oranj-Oetang, welk echtpaar als
tooneelspelers optreedt. Zij is hier gefoto
grafeerd in eene rol als bruid, die zij zeer
natuurlijk en lieftallig moet weergeven.
gezinnen, waar met handenarbeid de kost
wordt verdiend.
1 Zeer interessant is ook het feit, dat de
geestelijke groei bij kinderen gelijken tred
houdt met hun lichamelijken wasdom. Deze
„evenredige vooruitgang" is zóó sterk, dat
hij ook bij lichamelijke stoornissen gelijk
blijft. Bij ziektegevallen bleek de oplettend-
1 heid en de opmerkingsgave der patiënten
evenzeer te lijden hebben als het lichaam.
Met vrij groote zekerheid mag dan worden
aangenomen, dat bij kinderen, die geestelijk
niet mee kunnen, in de meeste gevallen een
lichamelijk defect bestaat. Dat wil niet zeg
gen, dat uiterlijk eenige afwijking te bespeu
ren valt. Een groot percentage (in Europa
bedraagt bet 30 pet.) der schoolkinderen
heeft zwakke of abnormaal functionneerende
zenuwen, In hoofdzaak openbaart zich het
euvel, dat zoo grooten invloed heeft op de
geestelijke gesteldheid van het kind, op de
gehoorzenuwen. In Riga bijvoorbeeld werd
geconstateerd, dat 22 pet. der kinderen, die
op school achterlijk waren, het tikken van
een horloge niet meer konden hooren op een
afstand van twintig voet. De normale, gees
telijk goed ontwikkelde leerlingen konden
het geluid nog in zich opnemen op een af
stand van zestig voet."
500 gram versche zeelook wordt in een
vleeschmolen fijngemaakt en daarna met
2 J 2% k.g. roggemeel en een mengsel, uit
gelijke deelen glycerine en water bestaande,
tot een stevige pap aangemaakt. Van deze
brij vormt men kleine koekjes, die men in
spek bakt en na afkoeling bestrooit met het
volgende poeder 500 gram tarwemeel, 80
a 100 gram oude kaas, 3 gram anij;olie,2
gram rozenhoutolie.
Een goede parapluie is soms spoediger
vershten dan noodig is, doordat men er nie'
goed voor zorgt.
Probeer eens deze eenvoudige methode
en zie of uw parapluie met wat langer leeft
als anders.
Als het regenscherm nat is, zet het dan
met den knop omlaag om op te drogen. Open
hem daarna en reinig met een zicht lapje den
stok, den knop en elke zijden baan.
Als de knop van hout is wrijf hem dan van
tijd tot tijd met een lapje flanel en een drop
pel olijfolie zilver kunt ge poetsen, porce-
lein met water en zeep afdoen.
Een vet- of slikspat moet ge er onm ddellij k
uitdoen met een zijden doekje gedoopt in
wat lauw water.
Een gaatje of slijtage langs de baleinen
kunt ge herstellen door er aan den binnenkant
een smal lintje tegen te naaien.
Laat nooit een parapluie opgerold staan
als ge hem niet noodig hebt. Integendeel,
schud hem los en knoop het zakje om den
knop.
HATELIJK.
Zij (verontwaardigd); Ik geloof, dat jij óók
zoo'n man bent, die aenkt, dat de vrouwen
alleen aan japonnen denken."
Hij (gelaten): „Je beoordeelt me ver
keerd."
Zij: „Hoe dan?"
Hij: „Ze denken óók aan nieuwe hoeden."
HET GEHEIM.
Mevr. A.: „Kan je een geheim bewaren?
Mevr. B.: ,,lk wèl; maar mijn kennissen,
aan wie ik 't vertel verstaan de kunst van
zwijgen maar heel slecht!"