BUITENLAND
Het roode testament.
Volgens Engelsche courantenberichten zou het vertoog van de V. S.
en Engeland aan Frankrijk alleen betreffen de Fransche credieten aan dc
Oostenrijks-Hongaarsche Staten, waardoor misschien op Britsche priori
teitsrechten inbreuk zon worden gemaakt. Rechberg, die met Fransche
autoriteiten zijn nieuwe schadevergoedingsplan besprak is een ander dan
de Kali-magnaat. Het laatste Ehiitsche memorandum aan Poincaré is
uitvoerig door de Britsche regeering aan Reuter medegedeeld, waarover
de Fransche premier zich zeer verstoord toont. Het Iersche leger wordt
teruggebracht tot op minder dan twee derden van het toegestane contin
gent. Venizelos wordt heden te Athene verwacht. Het Mexicaansche
oetroletungebied zou in handen der rebellen zijn, die de petroieumrechten
opeiscken. De V. S. verkoopen oorlogsmateriaal aan Mexico. Een kruiser
van .de V. S. naar Honduras tot de ongeregeldheden daar en In Mexico
geëindigd zuilen zijn. Het huwelijk van den Japanschen prins-regent
uitgesteld wegens de Kabinetscrisis?
Onder de Telegrammen: Rechberg gedesavonreerd door von Hoesch.
De Engelsche regeering zou besloten hebben, haar protecti-poiitiek te
'aten varen. In conservatieven kringen wordt een ernstige drang waarge
nomen om zich met de liberalen te verstaan en een arbeiderskabmet te
voorkomen. Het Spaansche Directorium heeft officieel verklaard, dat
het Tanger-statuut, zooais het daar nu ligt, aanvaard moet worden. De
kwestie der Sowjet-propaganda in Rusland.
GEM. BUiTENL. BEROTEH.
HET VERGAAN VAN HET FRANSCHE
LUCHTSCHIP „DIXMUDE".
EEN ONGELUK BIJ HET RODELEN.
rechtbanken.
FEUILLETON.
Ce commissies der C. v. H.
Volgens een bericht uit New-York zijn de
Atnerikaansche deskundigen in de door de
Z. v. H. ingestelde commissies Zaterdag aan
boord van de „Paris" naar Europa vertrokken.
Engeland en de Fransche
militaire credieten aan
Polen, Roemenie en Zuid-
Slavie.
Een H. N.-bericht in ons blad van Maan
dag meldde, dat de Engelsche en de Ameri-
kaansche regeering in verband met de weige
ring der Fransche regeering om prioriteit te
verleenen aan levenstniddelencredieten voor
Duitschland, opheldering zouden verzoeken
ar ngaande de militaire credieten, die Frank
rijk aan Roemenië, Poler. en Zuid-Slavië
heeft ,-erstrekt. Dit zou dan weer samenhan
gen met een aandringen op afbetaling der
vorderingen van Engeland cn Amerika op
Frankrijk..
Volgens de „Evening Standard" staat de
taak echter eenigszins anders. Ode heer
Poincaré heeft onlangs in de Fransche Kamer
verklaard, dat de credieten aan bedoelde
taten volkomen gewaarborgd zouden zijn.
ingevolge de vredesverdragen hebben even-
vel d: voornaamste geallieerde mogendheden
en Amerika prioriteitsrechter, ten aanzien
der financieele verbintenissen, welke de be
trokken staten hebben aangeg-aan in hun
toedanigheid van opvolgers der Ooster.-
rijksch-Hongaarsche monarchie.
Op grond hiervan informeert de Britsche
egcering bij bedoelde regeeringen in hoe-
»er.--' op deze prioriteitsrechten inbreuk zou
worden gemaakt door den voorgesteldenwaat-
borg aan Frankrijk van de door dit land te
geven r ure credieten.
Het sehadevergoedings-
plan-Rechberg.
Er wordt op gewezen, naar aanleiding van
de berichten over de te Parijs door den Duit-
schen industrieel Rechberg ontwikkelde plan
nen welke plannen in Duitschland al da
delijk volkomen gedesavoueerd zijn dat
deze heer Rechberg blijkbaar niet de kali-
magnaat is, zooals aanvankelijk uit Parijs werd
gemeld, dcch de beeldhouwer Rechberg, die
voor der. oorlog reeds te Parijs woonde. Ook
hij is wel industrieel, ma3r toch niet van de
beteekenis als die van den groot-industrieel,
voor v ier hij ten onrechte is gehouden.
Het memorandum
von Hoesch.
van
Aan de publicatie van „Reuter" is het vol
gende ontleend
De Duitsche mededeeling constateert ter
inleiding, dat de Duitsche vertegenwoordi
ger te Parijs bereids met Poincaré van ge
dachten gewisseld had, om dezen op de ur
gente noodzakelijkheid van het voeren van
onderhandelingen tusschen de beide regee-
ringen te wijzen.
Die onderhandelingen zouden moeten be
treffen
le. Het verkeer tusschen het bezette en
onbezette gebied. Vóór alles is noodig de op
heffing van de beletselen welke thans nog
ten opzichte van het handelsverkeer tusschen
beide gebieden bestaan, b.v. de binnenland-
xche douane-grens de opheffing van de in-
en uitvoervergunningen intrekking van dc
bepalingen betreffende het personenverkeer
der bewoners van het bezet en onbezet ge
bied regeling van het goederentransport,
uit het bezette gebied naar het buitenland
Het Fransch-Belgische douane-bestuur
heeft in de bezette zóne andere tarieven dan,,
in Duitschland gelden. Het is wenschelijk
dat deze tarieven gelijk worden.
De Duitsche regeering heeft het uitvoer
vergunningen-systeem nagenoeg geheel af
geschaft, en ook het systeem van invoerver
gunningen wordt weinig toegepast. De in-
tergeailieerde autoriteiten daarentegen hand
haven het systeem van in- en uitvoervergun
ningen, zoodat de industrie van het niet be
zette gebied genoodzaakt is, aan het in- en
uitvoerbureau te Ems vergunningen te vra
gen, tegen betaling van een hoog tarief, voor
goederen, welke in onbezet gebied op de lijst
der „vrije goederen" voorkomen.
Het zou wenschelijk zijn, dat het bureau te
Eras, het bezette gebied van Duitschland in
dit opzicht in een gelijke positie plaatst, als
het onbezette gebied.
2e. Het geldwezen. Voor de doorvoering
van de overeenkomst met de Micura heeft
het bezette gebied groote credieten noodig
op stabielen grondslag.
De uitvoering van die overeenkomst hangt
grootendeeis af van het besluit der Rijnland
commissie, om de circulatie der rentemark
toe te laten, maar ook om de wetgeving der
rentebank te doen toepassen in het bezette
gebied.
Behalve de rentexnark is ongelukkigerwijze
nog een waardehoudende munt noodig, om
het door de gemeenten uitgegeven noodgeld
te vervangen. Dit noodgeld moet worden
afgeschaft, omdat de rijksbank dat geld niet
kan aanvaarden.
De Duitsche regeering heeft daarom de
Landesbank in dc Rijnprovincies en te Düs-
seldorf gemachtigd een waarde hauden de
munt uit te geven namens de respect. Steden
en gemeenten.
Deze munt zou door de steden en gemeen
ten van het bezette gebied en door de Landes
bank zelf gewaarborgd worden.
Er was aangekondigd, dat Poincaré een
Nieuwjaarsrede zou houden voor Engeland,
welke rede draadloos hier zou worden opge
vangen.
Zondag werd radiografisch medegedeeld
dat dit niet geschieden zal. Men v aagt zich
af, wat hiervan de oorzaak kan zijn en de Pa-
rijsche correspondent van de „Express" ver
neemt, dat Poincaré erover verstoord is, dat
de Britsche regeering aan Reuter den inhoud
van het gesprek tusschen den Franschen pre
mier en de Duit chen zaakgelastigde te Pa
rijs heeft medegedeeld.
Poincaré verklaarde, dat de inhoud van dit
gesprek uit beleefdheid aan het foreign of
fice werd gezonden. Van zijn verstoordheid
geeft hij thans blijk, door geen Nieuwjaars
groet naar Engeland te zenden.
Geen Duitsche gevangte-
ccn naar Guyana.
Maandagochtend meldden wij, dat de
Duitsche bladen er op aandrongen, dat de
Duitsche regeering zou protesteeren tegen
het transporteeren van drie Duitschers, die
wegens sabotage door den krijgsraad in het
Ruh gebied zijn veroordeeld, naar de Fran
sche strafkolónie Guyana, resp. het Duivels
eiland.
„Havas" seint thans, dat dit onjuist is. Zij
werden slechts naar de strafgevangenis St.
Martin op het eiland de Ré (dep. Charente)
gedirigeerd, welke zij niet zullen verlaten.
Een uitspraak van den
nieuwen ambassadeur der
V.S. te Londen.
Kellogg, de nieuwe ambassadeur der V.S.,
is te Londen aangekomen en verklaarde, dat
de economische en politieke chaos, die in
vele deelen der wereld bestond, een zeer ver
draagzaam en breed staatsmansbeleid eischte
met name van de groote mogendheden.
Hij geloofde evenwel, dat 1924 gunstiger
zou zijn dan 1923, daar de wereld zich ge
leidelijk moeizaam herstelde van den grooten
oorlog.
Wijziging in den Engel-
schendiplomatieken dienst.
Sir Horace Rumbold is benoemd tot am
bassadeur te Madrid als opvolger van Sir
Esrae Howard, die (zooals gemeld) ambas
sadeur *te Washington wordt in verband met
met het aftreden van Geddes.
Demobilisatie van het
Iersche leger.
De Iersche Vrijstaat is bezig, zijn leger
snel op vredesvoet terug te brengen. De mi
nister van financiën heeft beslist, dat de uit
gaven voor het leger beperkt moeten worden
tot 4 miliioen pond en thans wordt bericht,
dat het bestaande leger zal bestaan uit on
geveer 20.000 man, hetwelk minder dan 2/3
is van het aantal, toegestaan bij het Engelsch-
Iersche verdrag.
De uitgebreide demobilisaties, welke heb
ben plaats gehad, gepaard met het in vrij
heidstellen van meer dan 10,000 gevangenen,
zullen waarschijnlijk zwaar drukken op de
arbeidsmarkt, maar hierin zal eenigermate
worden voorzien door he: voorstel van het
parlement van den Vrijstaat, 2 miliioen pond
uit te geven voor noodmaatregelen Vele man
nen zullen aan het w«k worden gesteld/
om het deel van Dublin te herbouwen, dat
verwoest werd in de onrustige tijden van
drie jaren geleden. In het nieuwe jaar zal
een aanvang worden gemaakt met het her
stel van Sackville-street tot hare oude groot
heid zij was n.l. een der schoonste hoofd
straten van Europa.
Venizelos vertrokken.
Venizelos is Zondag uit Marseille ver
trokken en wordt heden in Athene verwacht.
Het Grieksche Kabinet heeft besloten af te
treden na de eerste bijeenkomst der Nationale
Vergadering.
De opstandige beweging
in Mexico.
Een telegram uit Vera Cruz meldt, dat het
garnizoen der haven van Tuxpan zich bij
de revolutionnairen heeft aangesloten. Dit
wordt van belang geacht daar hierdoor c e re
volutionairen de volledige macht hebben over
het petroleumgebied, waarvan Tuxpan de
haven is.
De la Huerta heeft een besluit uitgevaar
digd, dat alle rechten op de petroleumpro-
ductie aan de revolutionairen moeten worden
betaald.
De regeering der Vereenigdc Staten heeft
er in toegestemd om een hoeveelheid oorlogs
materiaal aan de regeering van Obregon in
Mexico te verkoopen. Naar men gelooft, be
vinden zich daaronder geweren, opgeslagen
in de legerdepóts nabij de grens en vermoe
delijk ook ammunitie. Het departement van
buitenlandsche zaken heeft meegedeeld, dat
de regeering zich tot dien verkoop bereid
heeft verklaard met het oog op haar betrek
kingen met de Mexicaansche regeering, die
in September officieel werden erkend.
Volgens een Reuter-bericht zou'den er
zich onder het oorlogsmateriaal ook tien
vliegtuigen bevinden.
De kruiser „Rochester" heeft order ge
kregen zich naar de haven van Amapala in
Honduras te begeven en daar te blijven tot
dc huidige ongeregeldheden in Honduras
en Zuid-Mexico zijn bedaard. Van officieele
zijde werd verklaaard, dat dit optreden een
voorzorgsmaatregel is tegen nadeel aan
Amerikaansche levens en eigendommen. Er
zullen alleen in geval van nood troepen aan
land worden gezet.
Er schijnen in Honduras presidentsver
kiezingen te zijn gehouden, waarbij geen der
candidaten een voldoende meerderheid ver
kreeg, zoodat de verkiezing nu zal moeten
geschieden door.het Congres. Nu echter doet
zich de omstandigheid voor, dat de candidaat,
die bij de verkiezingen de meeste stemmen
kreeg, in het congres niet op een meerderheid
kan rekenen. En zoo ziet deze mar., de gene
raal Carias, zich de preridentieele waardig
heid ontgaan. Dat schijnt hem aanleiding
te hebben gegeven tot een zeer rumoerige
agitatie en op verzoek van een anderen, in
het ccngres meer gezienen candidaat, die
door deze agitatie nu op zijn beurt zijn kansen
weer in gevaar ziet, is de nog'aan het bewind
zijnde president Gutierrss er toe overgegaan
de al te rumoerige aanhangers van Carias
achter slot en grendel te zetten. Het is na
tuurlijk mogelijk dat het hier dus alleen
gaat om zuiver persoonlijke of zuivere partij-
quaesties, mazr het is toch evengoed mogelijk,
dat ook achter dezen strijd van candidaten
voor het presidentschap zekere Amerikaan-
sche belanghebbenden sta3n, gelijk dat zoo
herhaaldelijk bij de troebelen in Mexico het
geval bleek te zijn.
Het aftreden van het Ja-
pansche kabinet.
Berichten uit Tokio melden, dat het af
treden van het kabine -Yar a noto den poli
tie ken toestand verscherpt heeft. Het is mo
gelijk dat het huwelijk van den prins regent
met prinses Nagaka, dat reeds herhaaldelijk
is uitgesteld, opnieuw uitgesteld zal worden.
Gelijk reeds in het kort gemeld, heeft
koning George van Engeland een telegram
van deelneming aan president Millerand ge
zonden, in verband met den nu als zeker te
beschouwen ondergang van het Fransche
luchtschip „Dixmude".
De tekst van het telegram luidt als volgt
„Daar ik uit de laatst ingekomen berich
ten vrees, dat het maar al te waarschijnlijk
is, dat het luchtschip „Dixmude" verongelukt
is, verzoêk ik u, mijnheer den president, om
in naam der Engelsche natie te willen aan
vaarden mijn betuiging van diepe deelneming
in het verlies van zooveel dappere mannen,
wier te vroegtijdige dood hier niet minder
dan in hun eigen land betreurd wordt."
Ook sir Samuel Hoare, staatssecretaris voor
de luchtvaart en sir Hugh Trenchard, chef
van den luchtvaartstaf, zonden telegrammen
van deelneming.
De Engelsche bladen geven uiting aan hun
leedwezen over de ramp en herinneren aan de
catastrofe, die 13 maanden geleden aan het
Britsche luchtschip R 38, onder soortgelijk#
omstandigheden is overkomen.
Maar aanleiding van de jongste ramp wei
den zij uit over de groote belangstelling, die
in Engeland bestaat voor het plan van een
luchtvaartdienst naar Indië en Australië, en
vergelijken op sympathieke wijze de moeilijk
heden, aan den tocht van de „Dixmude" naar
tie Sahara verbonden, met die, welke aan den
voorgenomen tocht naar de antipoden vast
zitten.
Dc Fransche minister van marine deelt
mede, wijl het verongelukken van het lucht
schip „Dixmude" als zeker moet worden be
schouwd, dat de commatldeerende admiraal
der Zuidelijke maritieme linie een commissie
van onderzoek heeft benoemd, zooals bij de
creet van het jaar 1920 is voorgeschreven.
DUITSCHLAND'S HOUDING OP DE
HAAGSCHE CONFERENTIES.
De betrokken subcommissie van de met
het onderzoek oyer de voqrgeschiedenis van
den wereldoorlog belaste parlementaire com
missie heeft in verband met de quaestie van
Duitschland op de Haagsche vredesconferen
tie in 1899 en 1907 een resolutie aangenomen,
waarin, naar het W. B. meldt, erop wordt ge
wezen, dat de in 1899 door Rusland in Den
Haag gedane voorstellen zoo waren opgesteld,
dat de vermoelijke tegenstanders van Duitsch
land in een voordeelige positie zouden zijn ge
komen. Toen na verwerping in 1899, de quae
stie opnifuw aan de orde zou worden gesteld,
meende de Duitsche regeering zich al dade
lijk daarbuiten te moeten houden wegens
de geografische ligging van Duitschland en
het reeds in 1899 aan volkskracht sterkere
en sinds 1907 door Engeland nog versterkte,
Russisch-Fransche verbond. Duitschland
heeft zijn voordeelige positie tijdens den
Boerenoorlog of den Russisch-Japanschen
oorlog niet benut om anderen mogendheden
vernederende voorwaarden te stellen.
Betreffende Duitschland's houding con
stateert de commissie, dat de Duitsche regee-
ruing met de afwijzing van een ontwerp van
een algemeen arbitrageverdrag volstrekt niet
alleen stond, daar elf staten het ontwerp ver
wierpen. Duitschland zocht het liever in
speciale overeenkomsten. Hebben andere
mogendheden zich uiterlijk gunstiger gezind
getoond ten opzichte van een dergelijk ver
drag, dan maakten zij daarbij voorbehoud,
waardoor de practische handhaving twijfel
achtig werd.
E*EN MILITAIRE OPERATIE IN
NOORD-AFRIKA.
V. D. maakt in een bericht uit Rome
melding van een ernstige botsing tusschen
Italiaansche troepen zuidoostelijl van Ti Wi
lis. De Mahallas-arabieren hadden in Wcst-
Italiaansch Lybië vijf colonnes van tezamen
7000 man op de been gebracht, die tegen
de Italianen oprukten. In een strijd, die
veertien dagen heeft geduurd, hebben de
Italianen de rebellen verslagen, talrijke ge
vangenen en een groote buit gemaakt.
DE LAWINES IN ZWITSERLAND.
In verschillende streken van Zwitserland
komen nog steeds lawines voor. Het verkeer
op de spoorlijn van den St. Gothard is thans
tot Göschcnen gestoord.
Uit de berichten in de Zwifsersche bla
den blijkt, dat hoofdzakelijk in het Berner
Oberland lawines ongelukken hebben ver
oorzaakt.
Uit mededeelingrn uit Chur blijkt intus-
scheri, dat ook in het andere gedeelte van
Zwitserland schade is aangericht, terwijl vele
storingen in het verkeer zijn voorgekomen
door den zwaren sneeuwval.
Aan de overzijde van de grens heeft een
lawine, van de Aiguilles Rouges komende,
den verkeersweg tusschen Chamouix en de
Zwitsersche grens versperd over een afstand
van 100 M., terwijl een huis werd vernield
en ecnige andere weningen werden bescha
digd. Het spoorwegverkeer naar Chamouix
is in beperkte omvang hervattea detache
ment van 100 genie-soldaten is naar het
lawine-gebied gezonden.
Van de Diablerets wordt gemeld, dat een
lawine in het geheel twintig huizen heeft
vernield en een schade heeft aangericht van
ruim 100.000 frs. Bij Bellegarde werden
vier hutten meegesleurd. Personen zijn niet
verongelukt, maar ook hier is de schade groot.
Het op een hoogte van 1044 M. gelegen
badhotel van Alliaz, zes K.M. van Blonay,
heeft zeer geleden door de geweldige sneeuw
massa's Een deel van het dak van het restau
rant werd ingedrukt. De brandweer van
Blonay is naar Alüaz gegaan om bij het op-
ruimingswerk te helpen. Het badhotel wordt
's winters alleen door den eigenaar bewoond.
Nader wordt van de Diablerets gemeld,
dat een nieuwe lawine weer twee chalets
heeft meegesleept, waarbij een bewoonster,
mevrouw Gallaz, het leven verloor.
Een lawine heeft verder een deel van het
hotel Bellevue bij Adelboden vernield.
Een V. D. bericht uit St. Moritz meldt,
dat in verband met de weersgesteldheid het
nog niet mogelijk is de sport te beoefenen.
De bezoekers worden gewaarschuwd geen
bergtochten te ondernemen zonder gids, in
verband met het lawinegevaar. Te Zuoz zijn
twee Duitsche toeristen omgekomen.
Uit Vevey wordt bericht, dat tengevolge
van het derailleeren van een goederentrein,
eem groep Engelschen, die Vrijdagavond
Parijs hadden verlaten om in Zwitserland
de wintersport te gaan beoefenen, eenige min
der prettige uren doorbrachten. Telkens
moest de trein stoppen, daar de lijn vol
sneeuw lag. De hongerige reizigers vielen
op elk station op de buffetten aan om wat
levensmiddelen machtig te worden. De trein
kwam tenslotte met vele uren vertraging
aan zijne bestemming.
Draadloos wordt uit Londen gemeld, da1
vier Zwitserische skiloopers in de Engadin
zijn bedolven, terwijl drie toeristen werden
begraven, ofschoon later weer gered, bij een
lawineval op de terreinen van het hotel Motta
bij Airoio.
ONGELUKKEN IN TIROL,
Volgens een draadloos Engelsch telegram
wordt uit Weenen gemeld, dat in Tirol
verschillende ongelukken zijn gebeurd ten
gevolge van hevigen sneeuwval.
Het prachtige winterweer had Zondag
reusachtige scharen rodêl-liefhebbers naar
de naaste omgeving van Berlijn gelokt, en
speciaal in Friedrichshagen trokken duizen
den met hun sleden naar de Müggelbergen.
Op een geïmproviseerde rodelbaan ontstond
een ernstig ongeluk, doordat' een rodelslee
tegen een boom botste en een groot aantal
later komende sleden op de eerste liep. Vijftig
personen werden gewond, onder wie som
mige zee ernstig.
EEN ONTPLOFFING TE POTSDAM.
Naar men uit Berlijn meldt, is in een
„Konditorei" te Potsdam Zaterdagavond de
ketel der centrale verwarming gesprongen,
waardoor een erpstige ontploffing ontstond.
Twee personen werden gedood en twee ge
wond.
„DIE WELT AM MONTAG"
VERBODEN.
Het Berh'jnsche blad „Die Welt am Mon-
tag" is voor vier weken door generaal von
Seeckt verboden, omdat het een niet-zakelij
ke kritiek op de financieele maatregelen der
regeering van rijk en bondsstaten had ge
oefend, waardoor het vertrouwen van het pu
bliek in deze maatregelen in gevaar gebracht
werd.
DE VORST.
De haven van Hamburg is volkomen dicht
gevroren.
VONNISSEN VAN SEPARATISTISCHE
De bijzondere rechtbank der separatisten
te Pirmasens veroordeelde Vrijdag den heer
Sobel, directeur eener uitgeverszaak, en den
directeur der „Pirmasenser Ztg." ieder tot
300 frs. boete wegens het doén drukken van
een bericht uit Heidelberg. Het bedrag moet
vóór Zondagmiddag betaald z:;n, daar beide
personen anders worden verbannen.
Verder had zicli in de geheele gemeenteraad
voor het Standgericht der separatisten te ver
antwoorden. Wegens opruiing tot verzet wer
den alle raadsleden veroordeeld tot 100 frs.
boete.
'HEINR CH DADE.
De voormalige Duitsche landbouwhoog-
leeraar dr. Heinrich Dade, die sedert 1895
aan het hoofd stond van den Duitschen land
bouwraad en gedurende eenigen tijd ook
secretaris-generaal was van liet voormalige
koninklijke Pruisische economisch college en
van het centrailbureau der Pruisische kamer
van landbouw is Vrijdag te Berlijn overleden.
j DE HOOGE WATERSTAND IN
FRANKRIJK.
Ten gevolge van de aanhoudende regens
zijn de rivieren in Frankrijk nog wassende.
Uit verschillende gebieden worden over
stroomingen gemeld.
Draadloos verluidt, dat de Seine sterk is
gestegen en de Parijsche gemeentelijke
autoriteiten tijdelijk houten borstweringen
doen aanbrengen op de gevaarlijke punten.
Er zijn eveneens maatregelen genomen om het
binnendringen van het water in den onder
grondschen spoorweg te verhinderen.
ZEEPFABRIEK VERBRAND.
De zeepfabriek v :n John Krijht te Silver-
town (Engeland) is Zondagavond door brand
vernield. Er hadden geen persoonlijke onge
lukken plaats. De brandweerlieden moesten
het blusschingswerk verrichten in een stroom
van vloeibare zeep.
ROOVERS OVERVALLEN.
Uit Hongkong wordt gemeld, dat twee
Britsche, een «Indische en een Chineesche
politiebeambte gewond zijn bij de omsinge
ling van roovers in een huis. Vier bandieten
werden gevangen genomen een ontsnapte.
DE TOESTAND IN DE BASJKIEREN
REPUBLIEK.
„Izwestia" wijdt een uitvoerige bescho-
wing aan den toestand in de Basjkieren-
republiek, waaraan wij de volgende gegevens
ontleenen. De bevolking der Basjkieren-
republiek bestaat uit Basjkieren er» Russen
De Russen zijn landbouwers, de Basj kieren
veefokkersnomaden. De economische positie
van de Russische bevolking der republiek
was in het afgeloopen jaar betrekkelijk goed.
De bezaaide oppervlakte is van 974.651 desja-
tinen in 1923. De rijksregeering heeft cre
dieten toegestaan, waardoor de boeren in
staat zijn gesteld vee en trekdieren te koopen
en zich van de allernoodzakelijkste werk-
tuigei^ te voorzien.
Een geheel ander beeld vertoonen echter
de gegevens over de Basj kieren, de oerbewo-
ners van 't land. De Basjkieren, zin hoofd
zakelijk nomaden en nhun eenige ijkdom
b staat uit hun veestapel. Tijdens den'oorlog
en vooral gedurende de burgeroorlogen, die
herhaaldelijk op het gebied der Basjkieren
hebben gewoed, hebben vele requisities van
vee plaats gehad, zoodat de bevolking ten
slotte tot den bedelstaf werd gebracht. Daarna
volgden verschillende epidemiën vpbus,
cholera, e.a.) en ten slot e de honger nood
van 1921. Het gevolg van drze lampen, die
achtereenvolgens het land hebben geteisterd,
was da: 54% der Basjkieren is ges orven en
de overigen e en arnzahg bestaan leiden.
De eenige uitkomst voor deze ongelukki-
gen zou zijn de overgang tot den landbouw,
waa van hier en daar reeds voorbeelden be-
taan. Helaas i; deze oplo sing onmogelijk,
zelfs indien een plotselinge verandering van
nomaden-veefokkers in landbouwers dcor
te voeren was. De voor landbouw geschikte
grond is nl. reeds beze door de Russische
boeren, die hun akkers aan de Bas kieren
niet zullen willen afstaan. Bobendien zou
men allen van werktuigen, dieren, zaaizaad
enz. moeten voorzien en hiervoor zijn er
geen middelen.
Een g deelte van de Basjkieren leefde
voor de bolsjewistische ornwenteli ig in de
bosschen en verdiende zijn brood met het
branden van houtskool, het vervaardigen
van teer enz., doch nu zijn de bosichen tot
staatseigendom verklaard en de bevolking
werd gedwongen haar boschbedrijven op te
geven.
Zooals de zaken dus nu staan moet zelfs
„Izwestia" erkennen, dat de arme Basjkieren
worden bedreigd met algemeenen ondergang.
HET JUBILEUM VAN DE ALLIANCE
FRANCAISE.
Met een groot feestmaal heeft de „Alliance
Franpaise" haar veertigjarig bestaan gevierd,
en haar werken en streven is zoo sympathiek,
dat tal van mannen van beteekenis, diplo
maten, geleerden, generaals, priesters, aan
de uitnoodiging mede aan te zitten hadden
gevolg gegeven. De heer Poincaré presi
deerde, want hij is voorzitter van de „Alli
ance", niet alleen maar eere-voorzitter, maar
„president effectif", zooals hij dat ook is
van „Le Palais Littéraire", de vereeniging
van schrijvende advocaten, en .waarschijnlijk
van nog een stuk of tien andere vereenigingen
van den meest uiteenloopenden aard. Aan
zijn rechterhand had hij den pauselijke»
nuntius, monseigneur Ceretti, aaa zijn linker
den eenigen aanwezigen buitenlandschea
diplomaat met den titel van „ambassadeur",
den Braziliaanschen gezant De Souza-Dantas.
Vele andere diplomatieke vertegenwoordigers
waren er aan de ecre-tafel, onder wie jhr.
Loudon. Voor de Nederlandsche afdeeling
van de vereeniging was de voorzitter, mr.
Van der Schalk, a-nwezig.
In zijn rede, de eenige die uitgesproken
werd, gaf de heer Poincaré 'n overzicht van
het werk der „Alliance" in de veertig jaar
van haar bestaan, ter verdediging van de
Fransche taal over de geheele wereld. Naar
het voorbeeld van Renan, die een dialoog
had uitgedacht tusschen de verschillende
windingen van zijn hersenen, sprak hij in
Zijn qualiteit van president van de „Alliance"
zichzelf toe in zijn hoedanigheid van eerste-
minister, en bezwoer hem het werk van de
vereeniging zooveel mogelijk te steunen
en van haar diensten zoo vee! mogelijk ge
bruik te maken. Negen en negentig jaar
voor de stichting van de „Alliance Fran-
gaise", zoo zei hij, schreef de Berlijnsche
academie 'n prijsvraag uit met als onderwerp:
wat heeft van het Fransch de officieele taal
van Europa gemaakt
Toen wij geboren werden, was er van die
suprematie niet veel overgebleven) én zes-en-
dertig Ij aar later werd, in weerwil van al onze
pogingen om het Fransch te propageeren en
in weerwil van de overwinningen, door een
Franschen maarschalk ah opperbevelhebber
behaald, een in Frankrijk, te Versailles,ge-
teekend verdrag in twee talen opgesteld. Nu
willen wij geen hegemonie voor het Fransch,
maar we meenen dat het qualiteiten heeft,
die in alle rijden zelfs de vreemdelingen heb
ben getroffen. Wij verdedigen onze taal, in
de eerste plaats omdat ze onze moedertaal
is en het beste voertuig onzer gedachten,
maar ook omdat ze op zichzelf een goede oude
taal is, die haar bruikbaarheid getoond heeft
en die in staat is nog vele diensten te bewij
zen aan beschaving e voer uitgang. Er d urna
zijn hoedanigheid van eerste minister aanne
mend, sprak de heer Poincaré de beste wen-
schen uit voor den voorspoed van de „Alli
ance".
Er is zooveel in deze toespraak, dat ied-
land, ook het onze, mutatis mutandis, ea
met vooropstelling van zijn eigen taal, lias
onderschrijven, dat men niet anders dan
instemming kangevoelen met den arbeid
van de „Alliance Frangaise", die langzamer
hand al een eerbiedwaardige instelling ge
worden is. Tijdens en na den oorlog heeft ze
haar dikwijls wat verouderde methoden nogal
gemoderniseerd, en ze is thans een groot en
machtig lichaam, dat in 1922 meer dan drie
mü'ioen frangs aan allerlei subsidies heeft
uitgekeerd. In Parijs zelf worden in het ge
bouw aan den Boulevard Raspail verse: i len
de cursussen gegevefï, terwijl diverse comité's
zorgen voor de „inwendige" propaganda door
lezingen en voordrachten. In het buitenland
zurgt z:, dat goede conférencie s den Fran
schen naam hoog houden. In Noord-Amerika
en in het naburige Oosten heeft ze zeer veel
gedaan voor de studie van het Fransch, dat
er een voorname rol speelt.
Er bestaat dus aanleiding voor het bestuur
bij het bereiken van dezen mijlpaal, met vol
doening terug te zien op hetgeen in die veer
tig jaar bereikt werd, en het doel, omschreven
als „resserrer les liens de sympathie littéraire
et morale qui unissent la France aux autres
peuples", is en wordt zeker door de ontwik
kelde activiteit op bevredigende wijze be
reikt.
54.
„Zet het maar fn de eetkamer," zeide
Fauvel.
Dl- vrouw verwijderde zich.
„Heeft ti nog niet ontbeten?" vroeg
Jacques verbaast.
„Ik ben gewoon niet te eten voor den
middag,"
„En is o altijd alleen?"
.„Altijd alleen.... Ik ben vrijgezel.... Die
vrouw zorgt voor mijn huishouden en brengt
mijn eten."
„Vindt u die afzondering dan niet een
tonig?
„Och neen. Mijn boeken zijn mijn gezel
schap... En het werk is een verstrooiing
voor mij."
„U zoudt door dat aanhoudend werken
nog wel eens mijn patiënt kunnen worden."
„Ik heb een sterk gestel."
„Ik hoop het voor u. Tot zien."
Jacques ging heen.
„Op die rekennig," dacht Fauvel, terwijl
hij zich de handen wreef, „win ik een
mooie som. Als ik nu aan hem wat van die
gestolen boeken verkoopen kon, dat was
wel zoo goed.... Die Amerikaan komt pas
is Parijs en weet dus nog van niets af....
Dat zou ik dus zonder vrees kunnen wagen."
Fauvel ging ontbijten.
„Sapristi," zeide hij, toen hij naar verloop
van een kwartier weer terug kwam, „daar
ligt dat kostbare boek van Graaf de Roche-
fort zoo maar op de tafel. Hoe onvoorzich
tig van mij. Ik zal het met „Het Roode Tes
tament" in de donkere kamer bergen."
Hij nam het boek uit de lade en dat van
de tafel.
„Als ik eens tijd heb, wil ik toch eens
onderzoeken, wat" die onderstreepte woor
den moeten betcekenen. Maar zaken gaan
voor."
Hij stak een kaars aan, schoof eenige
boeken op een plank terzijde, en drukte
op een knop, die er achter verborgen was.
Een gekraak liet zich booren en een pa
neel van ongeveer twee meter hoogte draai
de met de plankan op hengsels en een
deurtje in den muur werd zichtbaar.
Feuvel opende het deurtje en trad een
donker vertrek binnen, dat niet grooter was
dan drie vierkante meter, waar een kist <n
een aantal boeken stonden.
„Daar ligt oen mooi fortuin," mompelde
Fauvel, „kostbare boekjes, sommigen wal
hun gewicht in bankbriefjes waard."
Hij rangschikte de twee boekdeelen naast
de andere eu sloot de kamer weer en ging
schrijven. Hij was nauwelijks eenige oogen-
blikken bezig, toen er weer gebeld werd.
,,'t Is waarachtig een dag met bezoek,"
merkt Fauvel wrevelig op. „Ik kan geen
oogenblik rustig werken,"
EINDE VAN HET EERSTE DEEL.
TWEEDE DEEL.
Martha Berthfer.
I.
„Goeden dag, mijnheer Fauvel. Ik heb de
eer u te groeten." liet een stem, met een
sterk Duitsch accent zich hooren.
„Zoo Abraham." antwoordde Fauvel en
tiet den bezoeker binnen. „Wat kom je
doen
„Waarde mijnheer Fauvel, ik kom eens
zien, of u mijn diensten vandaag misschien
niet noodig heeft"....
„Kom maar boven, dan kunnen we pra
ten,"
Abraham ging de bibliotheek binnen. Het
was een man van ongeveer vijf en veertig
jaar, zeer netjes gekleed, zwaarlijvigen met
een bolrond gelaat.
Zijn dikke wenkbrauwen overschaduwden
twee grijze levendige oogen, die een ander
ncioit recht in het gelaat zagen.
Onder zijn linkerarm droeg hij een zwart
lederen aktetasch.
Fauvel ging weer achter zijn tafel zitten
en liet den bezoeker staan.
„Waarom heb ik je al in tien dagen niet
gezien, Abraham?"
„U moet het mij niet kwalijk nemen,
mijnheer Fauvel, maar ik had vrceselijke
pijn.ik ben lam".
„Dat wil zeggen, dat je dien tijd hebt
doorgebracht met drinken en nu je geen
roode duit meer hebt, je herinnert, dat ik
er nog ben."
„Neen, neen, mijnheer Fauvel, toch niet.
Beslist, ik heb erge pijnen geleden.... Ik
kon geen voet verzetten't Is waar, ik
heb geen geld meer, want ik heb alles moe
ten uitgeven voor geneesmiddelen"....
„Heb je mij soms weer iets voor te stel
len. Maak een beetje voort, want ik heb
weinig tijdIs 't een ernstige zaak, of
soms maar kletspraat?"
,,'t Is zeer ernstig, mijnheer Fauvel, een
wonder, waarvan maar één exemplaar be
staat
„Wat is 't, maak een beetje voort"..,.
,,'t Is een handschrift."
„Heb je het bij je.'
„Neen, maar ik weel waar het is."
„Waar dan?"
„In de Nationale Bibliotheek".--
„Pas aangekocht?"
„Ja."
„Waar vandaan?"
„Uit Rouaan."
„Een handschrift uit Rouaan?.... Uit de
verzameling I-ebert, misschien?"
„Ja.... ja."
„Wat voor een handschrift?"
„Brieven van den Kardinaal van Lotha
ringen aan Catharina de Medicis en belang-
wekkende mededeelingen over den St. Bar-
tholomeusnacht."
„Is dat handschrift in Parijs?" riep Fauvel
verheugd.
„Ja. Ik dacht wel, dat het u plezier zou
doen."
„Je krijgt duizend francs, als je het mij
brengt"
Abraham gaf geen teeken van goed- of
afkeuring, toen hij het aanbod hoorde.
Fauvel keek verwonderd.
,,'t Is niet genoeg, mijnheer Fauvel," ant
woordde de jood, hoofdschuddend....
„Me dunkt toch van wel"
„Toch niet.... 't Is iets, dat voor een
liefhebber wel dertig duizend francs waard
„Geloof je dat?"
„Zeker."
„Nu, zoek dan een kooper voor dien
prijs."
„Dan laat ik het nog liever, waar het is."
„Ik wil je tweeduizend francs geven"....
„Niet genoeg."
„Drie duizend"
„Geef vijf duizend en ik breng u het boek
binnen acht dagen."
„Vijf duizend"
,,'t Is voor niet!.... Bedenk eens wat
voor gevaar ik loop"....
„Staat het handschrift op den catalo
gus?"
„Ja.... Ik heb het gisteren in handen
gezien van een gewoon bezoeker".,..
„Neem je voorzorgen goed, want de ver
dwijning van het handschrift kan gevaarlijk
worden".
„Ik weet er alles van.... u kunt gerust
zijn,"
„Goed, voor vijf duizend francs, en zoodra
je het boek hebt, breng je het mij"....
„In ordeMaar ik zou graag wat voor
schot willen hebben."
„Hoeveel?"
„Drie honderd francs."
Fauvel gaf den jood het gevraagde en
liet hem een quitantie teekenen.
De jood vroeg nog een paar briefjes op
naam voor de bibliotheek en Fauvel'^af
hem er een aantal van.
De jood groette Fauvel eerbiedig en ver
wijderde zich, nog altijd over zijn „pijnen"
klagend.
In opgewonden stemming in het vooruit
zicht, een mooi buitenkansje te hebben, ging
Fauvel weer eenige brieven schrijven.
Jacques was naar zijn huis in de Miro-
mesnlstraat gegaan en hid Pascal daar zijn
bevindingen medegedeeld.
„Dus denkt u, dat Fauvel het „Roode
Testament" heeft?"
„Ik doe meer dan denken, ik ben er zeker
van".
„Maar dan zullen onze plannen weer ge
heel en al veranderen"....
„Waarom?"
(Wordt Varvoledk j