Van Wet en Wetgeving.
WÊMmÊmWi-
111
W
Onze Vrouwenrubriek.
1
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Dinsdag 15 Januari 1924
VQBIslHK mÊBÈm*
mm
IIP 4 émërni IPS
Een moderne kluizenaar.
'öïflSife lü
PELS EN PELSDIEREN
Egypte.
Palestina.
nv v g
m wn w
Et?- m,
ROEST
EIEREN BEWAREN NIEUWE
METHODE
DE GEMEENTEONTVANGER.
Het naderende einde.
Toen in 1851 de Gemeentewet tot stand
kwam, werd voor elke Gemeente en Bur
gemeester, een secretaris en op het voet
spoor der Belgische gemeentewet ook een
Ontvanger voorgeschreven.
Dit laatste was feitelijk een fout, althans
eene mindere gelukkige gedachte.
Wat de kleinere gemeenten betreft, kan
zonder bezwaar datgene, wat tot de taak van
den gemeei tjontvanger behoort, ter secre
tarie worden verricht. De voorbereiding van
het werk, dat de ontvanger te doen krijgt,
moet toch ter secretarie gebeuren. De belas
tingkohieren, die de ontvanger ter invorde
ring krijgt, worden ter secretarie gereed ge
maakt, de bevelschriften van betaling, waarop
de ontvanger de uitgaven doet, worden ter
secretarie geschreven daarbij komt dat hij
zooals in onze voorgaande besch >uwiig
wel duidelijk gebleken is in verschillende
gemeenten zijn werk zonder hulp der secre
tarie niet behoorlijk kan verrichten. Het feit,
dat in vele kleinere gemeenten óf de secre
taris óf een ambtenaar ter secretarie tevens
gemeenteontvanger is, bewijst de juistheid
der stelling, dat de ontvangerswerkzaamhe
den geen afzonderlijken met die werkzaam
heden speciaal belasten functionaris be
hoeven. Bovendien werd juist, doordat de
Gemeentewet een afzonderlijken ontvanger
eischtte, het geldelijk beheer der gemeente
lijke middelen een bijbaantje. En een bij
baantje, dat meermalen werd waargenomen
door personen, die daarvoor niet voldoende
waren onderlegd of niet den noodigen tijd
disponibel hadden.
In de grootere en grootste gemeenten was
bij de invoering der gemeentewet inderdaad
alle reden tot aanstelling van een afzonder
lijken kasbeheerder, een onafhankelijk amb
tenaar, die den titel van Ontvanger zoude
voeren en in de uitoefening zijner functie
eene volledige dagtaak zouden vinden. Maar
hier deed zich dra een ander bezwaar voor.
Het terrein der gemeentelijke bemoeienissen
werd steeds meer omvattend, de overheids
bedrijven begonnen zich te ontwikkelen en
al spoedig bleek de onmogelijkheid om be
drijven te administreeren. Zoo ontstonden
naast de eigenlijke gemeentebegrooting be
grootingen van baten en lasten van winsten
en verliezen der bedrijven. Naast deze Ont
vanger kwamen afzonderlijke kasbeheerders
voor de verschillende diensten en bedrijven.
Op de gemeenterekening door den Ontvan
ger op te maken pareerde slechts een enkele
post der bedrijven en wel een bepaald winst
of verliescijfer, voor de rest werd de rekening
van het bedrijf geheel door den kasbeheer
der van het bedrijf en onder diens verant
woordelijkheid in elkaar gezet.
Deze toe (y d druischte feitelijk lijnrecht
tegen de bepalingen der Gemeentewet in
maar de praktijk dwong hier tot een oplos
sing, het kon niet anders. Intusschen sanc-
tionneerde de wetgever bij de wet van 30 De
cember 1909 (Stbl. 416) de ter zake bestaan
de toestanden. Daarbij werd bepaald, dat
bij speciale door den Raad onder goed e -
ring van Gedeputeerde Staten vast te stellen1
verordening, kan worden afgeweken van de
bepalingen der Gemeentewet, die inhouden,
dat de Ontvanger is belast met de invordering
van alle inkomsten der gemeente en dat door
hem alle betalingen uit de gemeentekas ge
schieden.
De eenheid van financieel beheer, die in
verschillende gemeenten reeds veel te wen-
ichen overliet, ging door bovenstaande
wetswijziging nog verder verloren. Veelvul
dig werd door vele gemeenten gebruik ge
maakt van de bevoegdheid, thans in de wet
neergelegd. Voor alle diensten van eenigen
omvang werden afzonderlijke kasbeheerders
aangesteld, die op eigen verantwoordelijk
heid handelden en met den gemeente jntvan-
ger als zoodanig niets hadden uit te staan.
Vaak was de financieele verantwoordelijk
heid van zoo'n bedrijfskasbeheerder veel
grooter dan die van den gemeenteontvanger.
Zoo zien wij dus eenerzij ds, dat in de kleine
gemeenten de gemeenteontvanger zonder
schade kan worden gemist, omdat hij in zij i
functie geen volledige dagtaak vindt en zijn
werkzaamheden zeer goed docr de plaatse
lijke secretarie kunnen geschieden, anderzijds
dat in de groote gemeenten de financieele
administratie veel te uitgebreid is om door
één persoon te worden voorzien. En de con
clusie ligt voor de hand, het ambt van ge
meenteontvanger heeft zijn tijd overleefd.
Tot die conclusie kwam de staatscommissie
tot voorbereiding van de herziening der ge
meentewet tot die conclusie kwam ook de
Regeering, die in het bij Kon. Boodschap
van 17 Juli 1923 ingediende ontwerp van
wet tot herziening der gemeentewet het ambt
van gemeenteontvanger schrapte.
Zooals te begrijpen was is tegen -deze voor
genomen schrapping van het ontvangerschap
uit de kringen van belanghebbenden verzet
gerezen. Op de eerste plaats verzette men er
Zich tegen, dat de gemeenteontvangers van
het tooneel zouden verdwijnen. D.t verzet
werd vrij poover gemotiveerd hoe kon het
ook anders en vond dan ook buiten den
enger, kring van geinteresseerden weinig
weerklank. De oppositie, die'in de vakpers
werd, gevoerd kantte zich echter ook tegen
de onvoldoende wijze, waarin in het door de
Regeenng voorgedragen wetsontwerp werd
gezorgd voor de ontvangers, die tengevolge
dezer wijziging den dienst zullen verlaten.
En deze oppositie is niet geheel ongemoti
veerd. Immers het Ontwerp van wet tot her
ziening van de Gemeentewet bevat ter zake
uitsluitend deze bepaling, dat door de Kroon
voorschriften zullen worden vastgesteld om
trent den overgang van de oude tot de nieuwe
wettelijke regeling. En blijkens de memorie
van Toelichting op het wetsontwerp is het
de bedoeling, dat de regeling van de positie
der gemeenteontvangers en verdere ambte
naren, wier ambt mocht komen te vervallen,
door de Kroon zal geschieden. Het is te be
grijpen, dat de eerstdaags hun congé krij
gende gemeenteontvangers eenigszins hui
verig zijn voor de Kroon. Tot nu was in
tegenstelling tot die der meeste ambtenaren
hunne rechtspositie vrij goed geregeld.
Tegen hun wil kunnen zij slechts worden
ontslagen door den gemeenteraad onder goed
keuring van Gedeputeerde Staten. Hun
rechtspositie, thans omschreven in de ge
meentewet, is indien de door de Regee
ring voorgedragen herziening ongewijzigd
tou stand komt voortaan in handen der
Kroon. Hierdoor voelen vele gemeenteont
vangers zich bezwaard. Zij wenschen, dat
de wet, die hun ambt overbodig maakt, tevens
bepalingen zal inhouden, zoowel omtrent
het bedrag van 't door hen te genieten wacht-
eld, als de voorwaarden waaronder zij in an-
deze functies kunnen worden overgeplaatst.
Fred Blake leeft als een kluizenaar in de bosschen van Micheldever en vindt zich bij Deze foto toont het intérieur van een beroemde, historische gelagkelder van Lutter en
dat leven zeer gelukkig. Hij is verrukt over de gezelligheid, die zijn ongewone woon
plaats bij elk weder biedt en zijn vrijdom van alle zorgen en lasten in zijn afzondering
in het bosch. Onzea foto's toonen, hoe hij zijn winterverblijf gaat opbouwen.
Wegener aan de Gendarmenmarkt in Berlijn, waar vroeger vele beroemdheden der
Duitsche dicht- en theater-kunst, als Hoffmann, Heine, Foug^ié, Matkowsky, Devrient,
enz., geregeld kwamen en elkander troffen.
Botsing tusschen een melktrein en een
goederenwagen in West Medford (Ver.
Staten). Voor vele weken voedsel ging
verloren.
Horticultural Hall,
Blinden in een Engelsch blindengesticht, luisterend naar een draadloos concert.
Het wereld-record
in het automobiel-
vèrspringen op
naam van Charles
J. Wilson te Elgin
(Illinois). Met een
aanloopsnelheid v,
55 Engelsche mij
len per uur op een
steile baan suisde
de auto in een 68
voet langen sprong
over een diepte van
14 voet.
De geschiedenis van de pels is zoo oud als
de wereld, althans als de menschheid. Maar
wat oorspronkelijk slechts was een weermid
del tegen kou en verdere onaangename
weersgesteldheid of ook 'n overwinningstee-
ken voor dengene, die het wilde dier had ver
slagen, werd later, toen men de schoonheid
van het bont erkende, een weelde-artikel, dat
als sieraad werd gedragen.
Met den vooruitgang der beschaving werd
de smaak voor bont en pelswerk grooter,
maaf verminderde het aantal pelsdieren, dat
ze leverde, waardoor natuurlijk de prijzen
stegen. Enkele pelsdieren zijn in landen,
waar zij vroeger tamelijk talrijk waren, reeds
bijna uitgeroeid. Zoo is het o. a. met de bever
in Duitschland bevervellen komen nu nog,
zoolang het duurt, uit Noord-Amerika.
Ook de marter wordt buiten Rusland in
Europa naar sporadisch aangetroffen en
Canada en de Vereenigde Staten moeten
ons van de vellen voorzien.
Sedert eeuwen al staat het Siberische sa
beldier goed aangeschreven. Nog hooger staat
de zeebeer, die het beroemde sealskin le
vert. In het begin van de vorige eeuw wa
ren deze dieren nog zeer talrijk in den Groo-
ten Oceaan. Maar er is geducht jacht op ge
maakt en in 'n Duitsch blad lezen wij, dat
indertijd van 800.000 vellen er 700.000
opzettelijk werden vernietigd om 't artikel
prijs te houden. Tegenwoordig hebben
deze dieren nog een toevluchtsoord gevonden
en gehou.den tusschen Aljaska en Kamsjatka,
waar zij uit egoïstisch oogpunt min of meer
beschermd worden.
Ook de zee-otter, die wel eens Kamsjatka-
bever wordt genoemd en die eens een hoofd
rol speelde in den handel, werd zoodanig ver
volgd, dat tegenwoordig een zee-ottervel zijn
gewicht aan goud wordt waard geacht.
Merkwaardig fijn bont levert ook de chin
chilla, een diertje ter grootte Van een eek-
Prins Michaël, de toekomstige Koning van
Roemenië (oudste zoon van den Kroonprins).
In de bladen van Boekarest wordt hij als de
prachtigste boy van zijn leeftijd beschreven.
hoorn. Vroeger, in overoude tijden waren zij
zoo talrijk, dat het haar, in den tijd der Inka's
van Peru, gebruikt werd om er wollen dc eken
van te maken. Maar zij zijn vervolgd, zelfs
met dynamiet en nu komen ze alleen nog
Groep kinderen in een voorstad van Cairo.
Schilderachtig tafereel aan de Jacobsbron bij Nabulns (Sichem).
De Amerikaansche voedsel-regelaax,
Herbert Hoover.
1 KOBu I
;V
De Engelsche kweeker J. H. Jones ie Lawisham behaalde met zijn chrysanten, die we Interview van den beroemden kunst-historischen „Keiler" te Berlijn, waar vroeger groote
hierboven afbeelden, de gouden medaille op de tentoonstelling in de Royal dichters en tooneelspelers samen kwamen (Hoffmann, Heine, Fouqué, Matkowsky enz.)
voor in de rotsige wildernissen van de Andes.
Het Soort velletjes, dat als „nutria" bekend
staat, is ook' afkomstig van een beverachtig
knaagdier, dat in Zuid-Amerika voorkomt
Onder het grove, rood-bruine dekhaar zit
blauwachtig onderhaar, dat aan den buik veel
dichter is dan op den rug. In het laatst der
vorige eeuw leerde men eerst de vellen zóó
goed te behandelen, dat men er een mooi
bontwerk van kreeg en sedert is dit dier in
de achting der bonthandelaars gestegen. Het
dier is gebleken, zich aan het Europeesche
klimaat aan te passen alleen is er vrees,
dat het er mee kon gaan als met de bisam-
of muskusrat, die spelenderwijze werd in
gevoerd en nu reeds in menige streek van
Duitschland tot een ware plaag is geworden
oodat er prijzen worden uitgeloofd voor de
verdelging. En het merkwaardige is, dat de
vellen van de bisamrat, die uit Amerika wor
den a n :evoerd, na bewerking een zeer ge
zocht oont opleveren, terwijl de vellen der
Duitsche bisamratten haast geen waarde
hebben.
Zeer gezocht is ook 't duurzame diepzwar
te vel van den Noord-Amerikaanschen skunk,
die de grootte heeft van een kat. Dit marter
achtige roofdier draagt den wetenschappelij-
ken naam van „stinkdier" wegens den stank,
dien het verspreidt, wanneer het in gevaar is,
door een vocht uit twee klieren achter aan
het lichaam te werpen.
Een ander Amerikaansch pelsdier is de
waschbeer het vel is geel grauw met donkere
plekken of strepen en de onder wol is blauw
achtig grijs. In vroeger tijd, toen in den winter
postwagens en sleden het verkeer onderhiel
den, werd het wel gebruikt voor reisbontjas
sen tegenwoordig worden er heeren en da
mesmantels van gemaakt of men verft het
vel donker en het vervangt dan skunk.
De boom of edelmarter, die een geelbruin
vel met roodachtig-gele vlekken heeft, levert
ook zeer gezochte garnituren. Deze roover
ontziet niets van de muis, tot de kippen en
het jonge reetje is geen dier in het bosch voor
hem veilig.
Daar zijn vel goed betaald wordt en hij we
gens zijn roofzucht bovendien vervolgd
wordt, zal hij wel spoedig uitgestorven zijn.
Met de hier genoemde dieren is de voor
raad pelsdieren natuurlijk niet uitgeput. Daar
Zijn bijvoorbeeld nog de buidelbeer in
Nieuw-Zuid-Wales, het saphane uit den Bij
bel, die in Afrika leeft, de veelvraat uit het
Noorden der oude en der nieuwe wereld de
Australische fuchskusu, waarvan het vel als
Australisch oppossum in den handel komt,
en nog vele anderen. Maar de meesten van c'i
dieren loopen gevaar, binnen afzienbaren tijd
uitgestorven of liever uitgeroeid te zijn.
Tot de kleine verdrietelijkheden van de
huisvrouw behoort zeer zeker fiok de last,
die het roesten van ijzeren en stalen ge
bruiksvoorwerpen meebrengt. Het is in veel
gezinnen een gewoonte, om allerlei keuken
materiaal, dat aan roesten onderhevig is,
langs de keukenmuren of aan rekjes op te
hangen. Als al dat ijzér, koper en staal goed
wordt onderhouden, maakt het niet alleen
een keuken gezellig, maar is het ook voor
haar, die op dit terrein den scepter zwaait,
heel gemakkelijk, omdat zij de groote vleesch-
vork, 't pannekoekenmes, het hakmesje, de
koolschaaf en al die andere onmisbare hulp
middelen, zóó maar voor 't grijpen heeft.
Maar een keuken is nu eenmaal de plaats,
waar een groot gedeelte van den dag de lucht
vochtig is van waterdamp en niet in elke
keuken bestaat voldoende gelegenheid om te
ventileeren. Of, zóó die gelegenheid er mis
schien is, dan nog kunnen er velerlei beweeg
gronden zijn, waarom er geen gebruik van
wordt gemaakt. En een direct gevolg van die
vochtige lucht is het roesten van al wat
daarvoor in aanmerking komt.
Verstandiis het, de 1 a kg* chuurde
keuken-ingrediënten, na ze .^.st o 1 ver
pakt te hebben in papier of na ze u .ïebben
ingevet, in de kast te bergen Ze zullen dar.
op elk oogenblik ad' ze fli k zijn afge
veegd, voor het geb uik ?e,c i rt zijn.
Zijn voorwerpen van _ta .1 o, ijz c met een
roestlaagje bedekt, dan kan dat, als het niet
I weer verwijderd worden, door ze af te wrij-
"i met een kurk, die men in slaolie heeft
b 'ochtigd. Als de roest echter reeds n i a of
i eer is ingevreten, moet men afwrijven met
1 olie. Hiervoor gebruikt men ook een kurk.
Laat de roest zich op deze wijze nog niet
verwijderen, dan gebruikt men gl is papier en
zand, zoo noodig een paar druppels wijn
steenzuur. Het blanke politoer van het ijzer
gaat dan echter onherroepelijk verloren en
de roestvlekken blijven zichtbaar in den
vorm van glanslooze plekken. Veel beter
is het dus, de roest niet te diep te laten in
vreten.
Een uitstekend middel om gepolijste
staalwaren tegen roest te bewaren, is het
volgende In een stopflesch wordt 15 gram
paraffine gesmolten door de flesct^ in warm
water te zetten. Dan voegt men er 45 "'am
petroleum bij. De flesch wo dt goedig I ten
«n zoolang geschud tct er bij hef afkoelen een
zalfachtige massa ontstaat. Als deze zalf
met een wollen lap op de gepolijste voorwer
pen wordt gewreven, zal het onzir tbare
laagje het roesten tegenhouden. Vooi fi tsen
die in vochtig weer dienst m< eten doen, is
dit een uitstekend anti-roestmiddel
Het duurst betaalde kindermodel in Frankrijk
is Marietje Ben Hassan, een, volgens de Pa-
rijsche schilders, buitengewoon mooi meisje
uit Tunis. De ouders verdienen er jaarlijks
5000 pond mee!
een mengseltje van fijne trippelaarde, aan
geroerd met een beetje zwavelbloemen sla-
al te zeer is ingeworteld, tamelijk gemakkelijk
Een ingenieur uit San Francisco heeft een
nieuwe methode uitgevonden om eieren te
conserveeren.
De eieren wórden in groote manden ge
legd en voor dertig seconden ondergedom
peld in een bad van slaolie die door electrici-
teit wordt verwarmd.
De olie, die gebracht is op bijna het 1 ook-
punt van water, vult de poriën van de -
schaal en sluit daaidoor de eieren va d
lucht af op de manier dus als het meer La
kende waterglas.