De opening van het Engelsehe Parlement Enkele mei kwaardige figuren uit het Lagerhuis.
Indische Brieven.
BUITENLAND
L
Het roode testament.
NIFUWE HAARLEMSCHE COURANT,
i .we..e Blad - Donderdag 17 Januari 1924
J. A. M. d. F.
De overeenkomst betreffende de spoorweg-regie in de Engelsehe be
zettingszone niet door Frankrijk verworpen? v. Kahr en v. Lossow
evenals v. Seeckt bedreigd. Verdere debatten in het Engelsehe parle
ment. De Fransche regeering zal de kwestie van vertrouwen stellen bij
haar ingrijpende maatregelen ter bescherming van den franc. Ook in Bel
gië is men op de valuta nie* gerust. De Amerikaansche congres-cofn-
missie adviseert tot een h; delsovereenkomst met Sowjet-Rusland.
Onder de Telegrammen: De geestelijkheid van de Palts bij Clive.
Nadere bijzonderheden over 't complot tegen v. Seeckt. De leider van
de Hitier-Putsch heeft zich aangemeld. Bezuiniging in de Fransche mi
nisteries.
Het stuurmanshuisje van de nieuwe Amerikaansche
vliegbooten.
Een nieuwe wegwijzer.
FEUILLETON.
De openingsplechtigheid van het nieuwe Engelsehe
Parlement door den Koning.
I neer de betrokken personen meenen, dat nu
aan alle verdere praatjes een einde gemaakt
XXXXI.
wanneer ik ^noet schrijven over hetgeen
hier tot „the topic of the day" behoort, dan
komt daarvoor allereerst in aanmerking het
complex van schandalen in de ambtenaars
wereld.
In de dagbladen is de uitdrukking „een
jolf van"corruptie" een veel gebruikte ge
worden.
Kas-tekorten, fraude's, diefstallen, schrift-
vervalschingen, slechts weinige dagen bren
gen daaromtrent geen nieuwe berichten
berichten, waarin hcog-geplaatste en laag-
jgebleven ambtenaren als mede-betrokkenen
fof mede-schuldigen genoemd worden.
Nog is het rumoer over het pclitie-schan-
daal, met zijn aanhang van opium- en zeden-
schandaaltjes niet verstomd, of de verhalen
omtrent een accijnzen-schandaal komen los,
waarbij het getal van drie ton genoemd wordt
als» het bedrag, waarvoor de gouvernements-
kas werd benadeeld. i
Ik ga al die schandalen en schandaaltjes
voor de Hollacdsche lezers niet uitpluizen.
In elk land worden ze tegenwoordig bij
ristjes opgediend, ze zijn uitingen van de
wereld-malaise op geestelijk gebied, ook
behoorend tot de na-oor!ogsche verschijn
selen.
In een kolomaal land als Indië zijn ze na
tuurlijk des te bedenkelijker ?n des te ver
derfelijker voor heel het maatschappelijk
organisme. Het Nederlandsche gezag steunt
voor het allergrootste deel op het moreele
prestige, dat het „overheerschende" ras
bezit over het „overheerschte ras. En de
schade, welke aan dat prestige wordt toe
gebracht door de wandaden door Neder
landsche ambtenaren bedreven kan men niet
gering Schatten.
De bekende journalist Zentgraaf, gewend
om op duidelijke wijze de puntjes op dp i's
te zetten, karakteriseert de uitwerking van
deze wandaden als volgt
„Zeer veel, waarop het Westen prat
ging boven het Oosten, bleek onzuivere
munt, en wij voelen den komenden glim
lach van den Oosterling nu wij tuimelen
van ons voetstuk. Het schijnt alsof wij
plots vallen naar het typisch Oostersch
niveau, en alsof alles, waarop wij ons
steeds verhoovaardigden, niet was ge
baseerd op superieu .-e eigenschappen, doch
slechts geboren was uit een waan. Kas
tekorten, diefstallen, retour-commissies,
bons-in-kas, zij hebben bewezen dat bij
ons o: tzettend veel „rotten in tlfe state" is.
Er is door de schandalen- der laatste
weken ontzettend veel kwaad gesticht, en
men zal later ervaren, dat de gevolgen
oneindig grooter zijn dan door de meesten
wordt vermoed. De politie-schandalen
hebben ons gezag zeer ernstig geschaad,
en men zal er ons lange jaren aan herinne
ren, als wij het weer hebben over Wester-
sche integriteit en Oostersche corruptie.
Zoo hebben wij eene nivelleeringdoor
de misdaad, welke ongeacht ras of kleur
ééne massa vormt, bezield door denzelfden
wilden drang naar weelde en genot en
behept met dezelfde wormstekige mo
raal."
Zooals ik een vorige maal reeds schreef,
zijn er hier menschen, die juist om des
prestiges wille de openbaarmaking van al
deze misdrijven verkeerd achten.
Mij dunkt, dat, hoe duidelij ker de Ihdische
regeèring toont, dat ze niet aarzelt om het
mes waar noodig diep in de wonde te
zetten, hoe beter de Oosterling hier zal gaan
inzien, dat er ondanks de „nivelleering door
de misdaad", toch nog aanmerkelijk verschil
blijft tusschen avondlandsche en mergen-
landsche moraliteit, hoe beter hij zal inzien,
dat de westersche geest in zich de kracht
bezit tot zelf-verbetering.
De Regeering heeft in vele gevallen ge
toond inderdaad niet te aarzelen. Men heeft
mij zelf gevallen genoemd, waar vroeger
geen haan naar gekraaid zou hebben, doch
welke in dezen tijd van verscherpte controle
en strengere afstraffing, aan den dag worden
gebracht.
Of ze in alle gevallen, ook daar waar het
zeer hooggeplaatste ambtenaren betrof, zoo
krachtig heeft doorgetast als het publieke
rechtsbewustzijn zich dat had voorgesteld,
is een vraag, welke ik bij gebrek aan ken
nis der feiten onbeantwoord laat.
In deze abnormale tijden heeft ze ontegen
zeggelijk ook abnormale dingen gedaan.
Om een dame uit de groote wereld, echt-
genoote van een hooggeplaatst ambtenaar,
te zuiveren van de blaam, welke haar door
velerlei geruchten was aangewreven, werd
docjf de regeering zelf een communiqué aan
de pers verstrekt. Men zal toe moeten geven
dat dit een zeer ongewone wijze van doen is,
althans voor de overheid. "Wellicht werd het
in dit geval bij uitzondering noodig geacht,
waar eene benoeming tot een zeer hooge
betrekking daarmede in verband stond. Ik
kan echter het nut van deze handelwijze niet
inzien, het zou heusch eene illusie zijn, wan
ts.
Van uit de burgerij is evenzoo eene actie
begonnen tegen de corruptie. Men is gaan
begrijpen, dat de belastinggelden, door de
burgers met moeite en dikwijls met bloedend
hart opgebracht, door de „oneindig reeks"
dit woord is wederom nie van mij
van misdrijven voor een belangrijk deel aan
hunne bestemming worden onttrokken. Eeni-
ge particulieren hebben nu gepoogd, in na
volging van de Nederlandsche Maatschappij
van Nijverheid en Handel, een lichaam in
het leven te roepen, dat controle gaat uit
oefenen op de publieke geldmiddelen.
Het daartoe gestichte „anti-corruptie co
mité" heeft zich eenigen tijd geleden tot het
groote publiek gewend om steun voor haar
pogen te krijgen. Op een openbare vergade
ring, met dat doel uitgeschreven, gelukte het
een honderdtal belangstellenden bijeen te
zamelen, en de stichting van een anti-cor
ruptie-bond, of zoo iets dergelijks, werd
geannonceerd.
Met dat al geloof ik niet gezien de
wijze waarop men hier de zaak heeft geor
ganiseerd en de personen die zich voor de
zaak hebben gespannen dat er veel succes
van deze poging te verwachten is.
Tot diegenen, die het zich bij de bestrij
ding van deze moreele verwildering wel het
makkelijkst maken, behooren zeker wel de
sociaal-democraten, communisten en derge
lijke .anti-kapitalistische groepen.
Volgens hen ik haal hier eenige regels
uit het Afdeeh'ngsverslag van den Volksraad
aan werkt het kapitalistische productie
stelsel de misbruiken in de hand."
Ziedaar wederom het universeele middel
tegen allerlei maatschappelijke kwalen ver
los de wereld van het kapitalismé en alle
menschen
De Regeering wijst deze opvatting af met
dezen dooddoener, dat„de ervaring heeft
geleerd, dat in dit (d.i. het kapitalistische)
stelsel een intègre ambtenaarscorps zeer we
bestaanbaar is."
Dan voegt ze er aan toe
„Veeleer zoekt de Regeering de diepere
oorzaak dan ook met andere leden bij het
individu zelf en zal haars inziens het moreel
peil der ambtenaren door een doelmatig
ingericht contróle-stelsel zijn te schragen."
Ik heb toen ik dit antwoord las een
spotlachje niet kunnen weerhouden 5 oök de
ze methode ter corruptie-bestrijding, al is ze
dan der Regeering zelve, is wel erg simplis
tisch of beter nog onvolledig.
De Regeering denkt dan een intègre amb
tenaren-corps te krijgen door controle al
leen
Wordt dat geen goed geld naar kwaad geld
gooien
Of weet zij, dat er meer gedaan moet
worden, dat ze toonen moet de goede diensten
van goede ambtenaren op prijs te stellen
Waarom zegt zij dat dan er niet bij
Waarom worden hier weer alle ambtenaren
over den zelfden kam geschoren, en moeten
er handen vol geld uitgegeven worden om
deze controle te organiseeren
En moet er later geen controle zijn om te
controleeren of de eerste controle wel be
hoorlijk controleert?
En ten slotte sinds wanneer is een over
heid, en vooral een „neutrale", dus beginsel-
looze overheid, gebleken een deugdelijk
controleur te kunnen zijn van de publieke
deugdzaamheid
het spoorwegverkeer in de zóne van Keulen
hebben verworpen.
De plannen van Rech-
berg.
Naar aanleiding van de besprekingen van
Arnold Rechberg te Parijs heeft de rijksdag
fractie der D. V. P. tot de rijksregeering de
vraag gericht, of zij bereid is te onderzoeken
of langs wettelijken weg of op andere doel
treffende wijze een parallel met regeerings-
onderhandelingen gevoerde bespreking door
hiertoe niet gemachtigde particuliere per-'
sonen met officieele vertegenwoordigers der
buitenlandsche politiek kan worden ver
hinderd of bemoeilijkt.
Het onderzoek in - Palts.
De Münchensche correspondent an de
„Frankf. Z." meent, dat de Frans eisch
tot begeleiding van den Britse' tonsul
Clive door een Fransch officier civiel
ambtenaar, licht werpt op de reder waar
om de pauselijke legaat mgr. Test rigezien
heeft van zijn voorgenomen reis naar de
Palts.
De overeenkomst inzake
het beheer der spoor
wegen in het Britsche
Eezettingsgebied.
Volger een B. T. A.-bericht uit Parijs
Zou men in bevoegde kringen het gerucht
tegenspreken, als zou de Fransche regeering
de Engelsch-Fransche overeenkomste inzake
De communistische actie
9 in verband met de staking
in het bezette gebied.
Naar de bladen uit Essen melden, ontwik
kelen de communisten en syndicalisten op
gro id van het communistisch-syndicalistisch
besluit tot afkondiging der algemeene staking
voor Rijnland en Westfalen in alle groote
plaatsen van het Ruhrgebied een levendige
propaganda-actie. De beweging bleef tot nu
toe beperkt tot de werkloozen, die hier en
daar poogden de arbeiders te belemmeren in
hun werk.
Het complot tegen gene
raal v. Seeckt.
Een V. D.-telegram uit Berlijn meldt, dat
het Beiersché kabinet van de Pruisische re
geering, die van het bestaan van dit plan op
de hoogte was, vernomen heeft, dat de samen
zweerders voornemens zouden zijn geweest
von Seeckt, von Kahr en von Lossow uit den
weg te ruimen en daardoor een omwenteling
te bevorderen, en het proces tegen Hitier en
Ludendorff te verhinderen. De gearresteerde
28-jarige koopman en oud-officier Thor-
mann en twee medeplichtigen, die ontkomen
zijn, behooren tot de bekende organisatie
„Rossbach".
De rechts georiënteerde bladen betwijfelen
het bestaan van een dergelijke samenzwering.
Het Hitjerproces.
Het Hitler-proces zal een der grootste recht
zaken worden, welke sedert langen tijd de ju
stitie te Münche.n hebben bezig gehouden.
De datum is nog niet vastgesteld. Drie of
ficieren van justitie zullen als aanklagers op
treden. De beklaagden zullen door negen ver
dedigers ter zijde worden gestaan.
Het proces zal waarschijnlijk vele weken
duren.
De debatten in het Engel
sehe parlement.
De debatten over het adres van antwoord
op de troonrede werden zoowel in het Lager-
als in het Hoogerhuis op een hoog en waardig
peil gehouden. Als gewoonlijk liepen zij over
een groot aantal onderwerpen en werden
verschillende aspecten der buitenlandsche
politiek aangeroerd.
In het Hoogerhuis sprak graaf Grey, de;
liberale leider, een ernstig waarschuwend
woord ten aanzien der separatistische bewe
ging hij zeide, dat de aspecten daarvan zeer
bedroevend waren voor die Engelschen,
welke het meest verlangen naar een samen
werking met de Franschen. Het is een poli
tiek, die een samenwerking tusschen beide
regeeringen onmogelijk maakt en moet lei
den tot -ernstige en naar Grey geloofde
ten slotte tot noodlottige gevolgen in Europa.
Zij beteekent in werkelijkheid, dat als er
een separatistische beweging is, die leidt tot
een afscheiding dezer gebieden van Duitsch-
land tegen den wil van de groote meerder
heid der inwoners, wij in de toekomst ic
Europa een quaestie Elzas-Lotharingen zul
len krijgen, die de heele atmosfeer van de
toekomst der buitenlandsche politiek op
grooter schaal en erger zal vergiftigen dan
de quaestie van Elzas-Lotharingen zoovele
jaren heeft gedaan.
Lord Curzon zeide in zijn antwoord, dat
er volgens de inlichtingen der regeering geen
werkelijke separatistische beweging in de
Palts was.
In beide Huizen werd algemeen voldoe
ning uitgesproken over de aanstaande rege
ling van de quaestie van het Amerikaanscha
drankverdrag. Baldwin zette uiteen, dat de
Ver. Staten het recht van onderzoek zullen
hebben tot op een bepaalden afstand buiten
de driemijlsgrens en dat aan Britsche sche
pen zal worden toegestaan om drank onder
zegel binnen Amerikaansche havens te
brengen, zoodat drank voor het gebruik
van bemanning en passagiers ongemoeid zou
worden gelaten vóór de terugreis. Het voor
gestelde verdrag is thans ter onderzoek voor
gelegd aan de betrokken dominions, maar
van die zijde worden geen moeilijkheden
verwacht. Er valt niet aan te twijfelen, al
dus Baldwin, dat de ratificatie van het ver
drag meer goed zal doen tusschen onze beide
volken dan welhaast alle andere dingen, die
men zich kan voorstellen.
Een Engelsch verdrag
met Tsjecho-Slowakije
ophanden
Benesj, de minister van buitenlandsche
zaken van Tsjecho-Slowakije, is te Londen
aangekomen in verband met de Hongaarsche
leening, maar naar de „Evening Standard"
meldt, zou zijn bezoek ook ten doel hebben
een verdrag met Engeland te sluiten, onge
veer in denzelfden geest als dat tusscher
Tsjecho-Slowakije en Frankrijk.
De daling van den Fran
schen franc. I
Poincaré had Dinsdag een langdurig on
derhoud met den minister van financiën, den
syndicus, de wisselagenten en den directeur
van de Banque de France. Gisteren zou hij
achtereenvolgens met alle ministers confe-
reeren om met hen definitief de bezuinigingen
vast te stellen, welke aan de Kamer zullen
worden voorgeslagen.
De stoppen op het apparaat geven nauwkeurig alle bewegingen
van het schip weer.
'n Bekend genad oord in Guadeloup. Volgens de overlevering,
zou de H. Maagd len put met haar mantel hebben aangeraakt.
Het verbannen Grieksche Koningspaar op reis aan boord van de
„Dapne".
Op den Pofzdammerplatz te Berlijn is een sieenen oriënteertaiet
geplaatst.
Oe voorbijgangers kunnen hierop hun weg zoeken.
65.
Zoodra hij het rijtuig zag stilhouden,
kwam hij toegeloopen.
„U is goed op tijd, mijnheer Fauvel,"
merkte dokter Thompson op. „Stap maar
in"
Het rijtuig reed verder.
..Is 't een lange reis?' vroeg Fauvel.
„Ruim een uur, denk ik.... We kunnen
vanavond gezellig onder elkaar blijven en
dan morgen beginnen aan de schatting.
Dat zeldzaam boek, dat u mij beloofd had,
heeft u misschien nog niet?"
„De gedenkschriften van Graaf de Roche-
fort?'
„Ja.
„Daaraan heb ik gedacht, en ik heb het
hier meegebracht."
„Goed zoo.'
Het rijtuig reed snel voort. De koetsier,
die niemand anders was dan Pascal, die- een
pruik had oprezet en een koetsiersunilorm
had aangetrokken, volgde den kortsten weg
door Parijs, langs de bosschen naar Creteil.
Kwart over zes hield hel rijtuig voor de
ingang van het „Kasteeltje" stil.
Angèle kwam opendoen.
„Nicht," begon dokter Thompson, „ik
breng hier een van de meest bekende boek
handelaren van Parijs, mijnheer Fauvel...
Mijnheer Fauvel, dit is mijn nicht, een goede
vrouw, die hier alleen woont, zonder eenig
gezelschap, in afwachting, dat mijn huis in
Parijs gereed is."
Fauvel groette zeer beleefd en trad bin
nen.
In de groote ontvangkamer kwam het
licht van buiten in volle stroomen in en gaf
aan het geheel een buitengewone bekoor
lijkheid, .die nog door de smaakvolle inrich
ting verhoogd werd.
Op dat oogenblik kwam Pascal binnen,
die zich weer had verkleed. Deze, aan
Fauvel voorgesteld als de secretaris Pascal,
kwam bij het gezelschap zitten.
Den geheelen dag tevoren had Paul Fro-
mental in zijn bootje rondgezworven in de
nabijheid van het „Kasteeltje", in de
grootste onrust, wie die man zou kunnen
zijn, die hij bij het meisje v^n het „Kasteel
tje" had gezien.
Hij verwachtte steeds nog, dat hij Martha
nog eens zou kunnen zien, maar zijn hoop
was ijdel, want Martha was naar Parijs ver
trokken.
Hij sliep des nachts* ternauwernood en
Madeleine zag met klimmende ongerust
heid, dat de jongeman hoe langer hoe blce-
ker werd en bijna niet meer wilde eten.
oude meid ondervroeg Paul herhaai-
i delijk, maar kreeg geen antwoord, doch ze
nam zich voor aan Raymond te schrijven,
om hein mede te deelen, dat zijn zoon hoe
langer hoe erger werd en de buitenlucht
l m eerder kwaad danvgoed scheen te doen.
Dezen morgen ging Paul niel in zijn
bootje, maar volgae den weg langs dé- rivier,
waarlangs hij bij het buitengoed kon komen.
Hij kwam aan het hek en zag alle blinden
van het huis gesloten.
„Zou zij vertrokken zijn?" vroeg hij zich
ongerust af.
Teleurgesteld ging* hij aan den kant van
den weg in het gras zitten.
XVI.
Op een van de vlotten beneden in de
rivier, welke vlotten zich over een lengte
van driehonderd meter uitstrekken, stond
een man te visschen.
De visscher scheen niet gelukkig, want hij
kreeg niet beet.
Paul werd in zijn overpeinzingen ge
stoord, toen hij zijn naam hoorde roepen.
Hij keek naar de rivier en herkende Jules
Boulenois.
„Zit u daar met de armen over elkaar
maar zoo in het gras in plaats van te vis
schen?"
„Och, ja," antwoordde Paul gemelijk,
„Waarom?"
„Het visschen verveelt mij."
„Dat is onmogelijk," riep de Fluwijn, op
zijn beurt naar boven klauterend. was
1 zoo'n uitst onde leerling van mij, dat ik
trotsch op o :on z i. U had bij den eersten
slag al beet en er was niets, dat u liever
deed dan i- ..chen En nu zoudt u er
ineens geen lust meer in hebben? Kom,
kom, dat is niet mogelijk, ik geloof er geen
woord vanIs u soms ziek?"
„Neen, waarom vraag je dat?"
„Omdat u er zoo bleek uitziet.... U
kijkt zoo bedrukt,... Zou hier de streek
misschien ongezond voor u zijn?"
„Dat geloof ik niet"....
„U is toch niet, zooals gewoonlijk"....
„Och, 't gaat nogal met mij.... *t zal wel
gauw beter worden."
„God, maar dan moei u wat verstrooiing
zoekenWillen we samen wat gaan vis
schen in den anderen arm van de Marne?"
„Neen dank jeVandaag niel."
„Kom dan bij mij op het vlot, dan zal ik
u les in het visschen geven."
Paul aarzelde, maar in de veronderstel
ling, dat de jonge visscher, die nacht en dag
in deze streek rondzwierf misschien iets
meer omtrent het „Kasteeltje" zou weten,
zei hF:
„Goed, vooruit dan maar."
„Kom maar mee.... Pas op, dat u niet
langs de hel'ing uitglijdtWilt u de hen
gel hebben?"....
„Neen, ik wil liever toezien."
„Zooals u verkiest."
„Ben je hier al den hcelen nacht aan 't
visschen?"
„Neen, ik ben vanmorgen vroeg pas ge
komen om te zien of ik wat kon vangen."
„Heb je een goede vangst gehad?"
„O, neen, h^elemaal niet.... Zie maar
eens in mijn net. Paul lichtte het net uit het
water.
„Ziet u wel.... Twee brasems.... De
moeite niet waard, maar misschien krijg ik
nu wel beet."
Een oogenblik zaten ze stil toe te kijken,
de visscher naar zijn hengel, Paul naar bo
ven naar het kasteeltje."
„Ik heb beet, ik voel het.... "t Moet een
groote zijn.... Waarschijnlijk een karper...."
Paul antwoordde niets, maar keek steeds
voor zich.
„Waar kijkt u toch zoo naar?" vroeg de
Fluwijn, verwonderd over Paul's stilzwijgen.
„Och nietsWat is dat voor een huis?"
„Welk?"
„Daar, tegenover ons."
„O, dat heet „het Kasteeltje".... Dat is
een van mijn vele goederen...."
„Een van je goederen?"
„Ja, waar ik 's nachts blijf visschen en
wanneer ik te vermoeid ben, ga slapen, on
der de boomen, even heerlijk als in een
bedU ziet wel, dat ik een groot grond
bezitter ben."
„Je bent dus wei eens in dien hm ge
weest?"
„Dikwijls genoeg.... 's Nachts en ook wel
overdag."
„Maar als men ie nu eens gezien had?"
„Daar was ik niet bang voor.... Het huis
stond leeg.... Dat was nog voordat het ver
kocht was
„Zoo, is het huis verkocht?"
„Ja, nog niet lang geleden.ongevee*
twee of drie weken...."
„Weet je, wie het gekocht heeft?"
Neen.... Al wat ik er van weet, is, dat
er twee vrouwen zijn."
„Zoo! twee vrouwen?"....
„Ja, een van ongeveer .veertig jaar, de an
dere kan hoogstens achttien of negentien
jaar oud zijn. Ze is zeker de dochter van
een heer, dien ik eenige dagen geleden in
het restaurant op het eiland heb gezien, 't
Is een beeldschoon meisje, u kunt me gerust
gelooven."
„Heb je dat meisje met een heer in het
restaurant op het eiland gezien?"
„Ja, den nieuwen eigenaar, als ik het wel
heb."
„Weet jt zeker dat dit meisje op het
„Kasteeltje" woont?"
„Zeker!.... Ik heb haar zelf gezien en ge
sproken.
„Jij?.... Hoe dat?"
Wordt vervolgd.
Stanley Baldwin, de premier, op weg naar
het parlementsgebouw.
Ramsey Macdonald, de leider der Labour-
partij en vermoedelijk opvolger v. Baldwin.
De traditioneele stoet trok, zooals altijd, bijzonder veel
bekijks. -
Miss Margaret Bondfïeld, de eerste
vrouwelijke Laboiu cvaardigde.
Lady Astor, het eerste vrouwelijke, thans
herkozen Lagerhnislid.