BUITENLAND Het roode testament. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad De Britsche gezant heeft Poincaré het Engelsche standpunt tegenover de autonome Palts-regeerjng uiteengezet. Men verwacht Maandag avond den val van het Britsche kabinet. De maatregelen der Fransche regeering hebben voor het oogenblik den val van den franc gestuit. De nieuwe aardbevingen in Japan en Columbia. Onder de Telegrammen: Spiers weigert een boete aan de separatis ten te betalen. De bezuinigingsmaatregelen zijn door den Franschen ministerraad goedgekeurd. In de Kamer vond de regeering een groote meerderheid. De Engelsche liberalen zullen definitief Labour steunen. GEM, BUITENL. SERISNïEM. BINNENLAND. De Rijksmiddelen. Roode actie BINNENLANDSCH NIEUWS. FEUILLETON. Installatie Burgemeester. De nieuwe vorstperiode. 4 IFrankrijk en Duitschland, en zegt dat deze \r -1 10 1 rio a t£gïn0vergesteld zijn aan elkaar, daar Duitsch Vrijdag' lo Januari iy<Êo4>land debiteur en Frankrijk crediteur isl Het Britsche onderzoek in de Palts. De Britsche gezant heeft Woensdag een .bezoek bij Poincaré afgelegd. Engeland 'dringt er op aan, dat de hooge Rijncommissie niet het recht heeft de daden van het separa tistische directorium te Spiers te erkennen, welks verordeningen zij besloot met twee stemmen tegen één te „registreeren." Dit bësluit werd niet uitgevoerd en de quaestie werd uitgesteld op voorstel van België. Doch Londen stelt zich niet met een eenvoudig uitstel tevreden, doch eischt een duidelijken toestand, welke geen enkele mogelijkheid eener de facto-erkenning van de z.g. auto nome regeering insluit. Gisteren was de indruk dat de verorde ningen in quaestie ten gevolge van het B»it- >che standpunt geen enkele kans hebben door de hooge intergeallieerde commissie te worden geregistreerd. De separatistische beweging. De „N. Pfalzische Landesz." bevatte in het nummer van 11 Jan. een protest van de éatholieke geestelijkheid in de Palts tegen e „Paltsregeering." In den middag van dienzelfden dag verscheen een bende separa tisten in het gebouw van de courant, naar de „Frankf. Ztg." meldt, om arrestaties te doen. Zij vonden slechts één redacteur, dien {ij gevangen namen. Toen een employé van de krant den journalist de hand tot afscheid reikte, werd hij door de separatisten afge wezen met de woorden, dat hij dit maar moest nalaten, daar hij anders ook zou wor den gearresteerd, waar een andere separatist aan toevoegde, dat zij „met al dat tuig ter dege zouden afrekenen." De redacteur werd vervolgens onder geleide van vijf gewapende separatistische soldaten weggevoerd, tot groote .woede van de samengestroomde menigte, 's Avonds kwamen de separatisten om den hoofdredacteur te arresteeren, maar weer te vergeefs. Den volgenden morgen werden alle bureaux bezet, waarna twee sepa ratistische leiders verschenen (van wie de een een Amerikaansche uniform droeg) den bedrijfsraad ontboden en dezen verzochten mede te gaan naar het „Bezirksamt" voor een bespreking ever de voortzetting van het bedrijf, echter zonder de tegenwoordige directie. Dit voorstel werd door den bedrijfs- ■yad afgewezen, waarop het geheele bedrijf erd gesloten. Amendementen op de En gelsche troonrede. Behalve het offideele Labour-amendement waarin wordt uitgesproken, dat de huidige raadslieden van den koning niet het vertrou wen van het Huis hebben, zijn er nog ver schillende andere amendementen ingediend. Zoo hebben vijf van de Clyde-leden der La- bour-partij Kirkwood, Maxtou, Bucha nan, Rev. Campbell Stephen en Nichol een amendement ingediend, waarin zij ver klaren het te betreuren, dat niets in de Troon rede eenige hoop in uitzicht stelt op verbe tering voor de millioenen der arbeidende klasse in Engeland, die thans, evenals in het verleden, van dag tot dag leven op de grens van gebrek, in een tijd waarin het bestaande vermogen en de macht om meer vermogen voort te brengen voldoende zijn om een ze ker bestaan en overvloed aan het volk in zijn geheel te verzekeren. Naar de „Times" opmerkt, is er geen uit zicht dat men aan dit amendement zal toe komen (daar het officieele Labour-amende ment het eerst in stemming zal worden ge bracht), maar het toont dat althans een deel van de Clyde-groep vastbesloten is van den aanvang af het volledige program van socia lisme op den voorgrond te plaatsen. Ofschoon de liberalen het amendement van Labour zullen steunen, hebben zij eveneens een eigen amendement ingediend op naam van den heer Mosley. Daarin wordt gezegd, dat aangezien de raadslieden van Z.M. zichzelf niet in staat hebben verklaard het vraagstuk der werkloosheid te regelen zonder een poli tiek van protectie, die beslist verworpen is door de kiezers, en gefaald hebben zoowel in net leiden der binnenlandsche als der inter nationale aangelegenheden, zij niet met voordeel voor den openbaren dienst langer kunnen worden belast met de verantwoorde lijkheid voor de regeering. Met het oog op de geruchten waarin de naam van den heer Mosley (die tot de onaf hankelijke partij behoort) in verband wordt gebracht met het onderministerschap van buitenlandsche zaken, acht de „Times" een imerdem nf van belang, dat door Moslev met den liberaal Kenworthy is ingediend en waarin leedwezen wordt uitgesproken, dat de troonrede geen aankondiging bevat van een regeling van met de regeering van Rus land hangende vraagstukken. Het is thans zeker, wanneer de beslissing over het officieele amendement van Labour Zal vallen. De conservatieven en Labour zouden morgen de beslissing wenschen. Laatstgenoemde partij zou dit daarom willen, omdat voor het geval Zaterdag de spoorweg staking mocht uitbreken, Ramsay MacDo- nald met meer gezag zou kunnen optreden, wanneer hij dan inmiddels reeds met de regeering was belast. De liberalen willen evenwel, dat het debat nog de heele week zal duren. In verband hiermede is, naar de Britsche draadlooze dienst meldt, thans definitief besloten, datde stemming zal plaats hebben Maandag a.s. kort voor mid dernacht. Dé bladen verwachten, dat er een meer derheid van zestig a zeventig stemmen tegen de regeering zal zijn. Na de stemming zal het parlement waar. schijnlijk voor drie weken worden verdaagd, opdat Macdonald zijn ministerie kan vormen en om het nieuwe kabinet de gelegenheid te geven zijn program op te stellen. De dreigende spoorweg staking in Engeland. Ofschoon de toestand in het spoorwegbe drijf -kritiek blijft, hebben zich Woensdag volgens het arbeidersblad de „Daily Herald" dingen voorgedaan, die wellicht heden tot een keer in den toestand zullen leiden. Ge meld wordt, dat de spoorwegmaatschappijen haar houding hebben gewijzigd ten aanzien van onderhandelingen en andere bladen, die de meening hebben gepolst onder leden van den machinisten en stokershond, melden, dat dezen middelen om uit den neteligen toe stand te geraken, algemeen met ingenomen heid zouden begroeten. De pogingen tot herstel der Fransche financiën. Het spreekt vanzelf dat maatregelen, welke de Fransche regeering zoo juist heeft vastgesteld om den financieelen toestand te verbeteren, voornamelijk bestaande in be- lastingverhoogingen en drastische bezuini ging, zoo'vlak vóór de verkiezingen niet door alle partijen met onverdeelde instemming worden begreet. Men is er zich weliswaar van bewust, dat verzet bezwaarlijk gaat, maar ducht het gevaar van het stemmen vóór be lastingvoorstellen aan de vooravond der ver kiezingen. Vandaar, dat er een beweging gaande is om te „marchandeeren", d. w.,z. om de regeering te steunen in haar financieele politiek, mits deze er in toestemt de verkie zingen tot October of November uit te stel len. Op deze wijze zou men de gelegenheid hebben „de kiezers beter in te lichten over de maatregelen, die zullen worden aangeno men." Binnen acht of negen maanden zullen, naar men veronderstelt, de maatregelen hun uitwerking doen geden en zal de verbetering van den algemeenen toestand genoegzaam aantoonen dat zij noodig waren. En in April zou dit nog niet het geval kunnen zijn. Verwacht wordt echter, dat Poincaré hier van niet zal willen hooren en aan de pressie van de voorstanders van een uitstel der ver kiezingen tegenstand zal bieden. In de „Oeuvre" wijst Robert de Jouvenel er op, dat de republiekeinen, ofschoon zij de noodzakelijkheid der te treffen maatregelen inzien, van oordeel zijn dat het wat overdre ven is om hun fiscale besluiten op te leggen, welke zij steeds bestreden hebben met het argument dat de personen, die verantwoor delijk zijn voor de débacle, zichzelf ten ge volge hunner zorgeloosheid in een toestand zonder uitzicht op een spoedig einde bebben laten drijven. Zij meenen dat, nu de regee ring zelf het bedrag op twee milliard schat, hetwelk jaarlijks door de fraude der belas tingplichtigen verloren ging, dit voldoende is om de zorgeloosheid aan te toonen, waar mede zij gedurende twee jaren een dergelijke fraude heeft toegelaten. De interventie van den heer De Lasteyrie, die, na eenige vage beursspeculanten de schuldigen der cata strofe te hebben genoemd, er plotseling „be paalde persartikelen" voor verantwoordelijk stelde, discrediteert dezen minister volgens De Jouvenel defenitief. Men is voorts van oordeel, dat een regeering, die acht milliard eischt om een budget sluitend te maken, waar van zij enkele dagen geleden had verklaard dat het een batig saldo aanwees, de verant woordelijken kwalijk buitenhuis mag zoeken, vooral nu zij thans de maatregelen aanbe veelt, die de pers der oppositie reeds lang heeft geëischt. De „Temps" bepaalt er zich in een kort hoofdartikel toe er op te wijzen, dat de daling van den franc pas werkelijk vruchtdragend zal zijn voor hen, die er zich op spitsen, in dien het Fransche publiek haar zelf verhaast en accentueert door zich aan een paniek over te geven. Het blad, dat de daling alleen aan buitenlandsche-speculatie toeschrijft, maakt een vergelijking tusschen de positie van Poincaré ontving Woensdag-avond in te genwoordigheid van de Lasteyrie de voor naamste directeuren der credietinstellingen ter bespreking der middelen om de belasting ontduiking tegen te gaan. Poincaré zette de maatregelen der regee- ring uiteen voor het in evenwicht brengen van de begrooting. In financieele kringen heeft men een zeer gunstigen indruk ge kregen en is men bereid de regeering den meest mogelijken steun te verleenen. In de ministersconferentie zijn bezuini gingen voorgesteld ten bedrage van ruim 600 millioen francs. Nu de daling van den franc tot staan is gebracht schijnt de uoor de crisis van den wisselkoers in politieke kringen veroorzaak te agitatie te zijn gekalmeerd. Men zou on stuimige debatten over een dergelijk onder werp wenschen te vermijden en vooral de interventie der oppositi^, die ongunstige en gevaarlijke argumenten te berde zou bren gen op een oogenblik, waarop wordt ge streden om den wisselkoers te stabiliseeren. De regeering zal dus trachten de interpella ties op te schorten. Poincaré zou gisteren een verklaring in de Kamer afleggen daarna zou de meerderheid een onverwijlde be raadslaging weigeren om /de commissie van financiën in de gelegenheid te stellen van te voren de regeerings-voorstellen te onder zoeken. De bladen stellen met voldoening de reactie ten gunste van den franc vast, die zich tot op de buitenlandsche markten heeft doen gevoelen. De „Petit Parisien" geeft in een telegram den indruk weer, welken de maatregelen tot bescherming van den franc in Nederland hebben gemaakt. Borah over de Fransche oorlogsschuld. In den Noord-Amerikaansche Senaat sprak Borah Woensdag over de Fransche oorlogs schuld en zeide, dat Frankrijk niet bereid is met Amerika een regeling te treffen, terwijl het inmiddels groote sommen aan de Euro- peesche regeeringen leende. Frankrijk is de grootste militaire macht, welke Europa ooit gekend heeft, terwijl de Amerikaansche belastingbetalers aan de kosten er van bij droegen. Borah geloofde niet, dat Italië en Frank rijk hun schuld aan Amerika wilden looche nen, maar het was duidelijk, dat de regeer ders dier landen de volken dezer landen tot zulk een standpunt wilden opvoeden. De fascistische samen zwering te Warschau. De correspondent van de „N. Fr. Presse" in de Poolsche hoofdstad deelt nog enkele bijzonderheden medé over de ontdekte fascistische samenzwering. Aan het hoofd van de „patriottische" beweging stond de ingenieur Penkoslowski, terwijl er verschil- 1 :nde nationalistisch extremoistische militai ren en burgers toe behoorden. Bij huiszoe kingen zijn groote voorraden van allerlei materiaal in beslag genomen, waaruit blijkt, dat een Putsch was voorbereid en dat de ingenieur Penkoslowski dictator zou worden. De organisatie had tevens monarchistische plannen een niet genoemd persoon was door de samenzweerders uitverkoren koning te worden. Ook zou een volledig archief van den generalen staf van de organisatie zijn ontdekt, met kaarten van geheel Polen waarop bepaalde strategische punten waren aangegeven. Verder de lijst van personen, die bij het gelukken van den staatsgreep-de leidende functies op zich zouden nemen. Onder de papieren bevindt zich ook een plattegrond, van Warschau, waarop de pun ten staan aangegeven, waar mitrailleurs moes ten worden opgesteld. Voor de uitvoering van de plannen waren eenige regiments commandanten aangewezen. Uit verschillende documenten moet blijken dat bijv. de oud-minister van oorlog, graaf Szeptycki en de leider der nationaal-demo- craten Glombinski bij de affaire betrokken zijn. De perste zou een zeer groot bedrag ter beschikking hebben gesteld. DE VERKIEZINGEN IN EGYPTE. In deze verkiezingen is Zaghloelpasja, gelijk reeds gemeld, onbetwist overwinnaar gebleven. Blijkens de officieele cijfers zijn er niet minder dan 150 aanhangers van Zagh- loel gekozen, tegen 14 liberale constitutiona- listen, twee Watanisten (de oude nationali stische partij) en vier onafhankelijken. Er moeten nog 41 nieuwe verkiezingen plaats hebben. Met de volkomen nederlaag van de uiterste extremisten troost men zich in Enge land, troost zich althans Reuter in een tele gram van Maandagavond. Niettemin is deze uitslag van de verkie zingen voor de Engelschen wel een teleur stelling. Een zoo duchtige overwinning van Zaghloel was niet verwacht, een overwinning die vrijwel de oppositie in het Egyptische parlement, gelijk de „Times" opmerkt, dost verdwijnen. Weliswaar merkt de „Daily News" op, dat de uftslag der verkiezingen in officieele Britsche kringen geen onrust wekt. De onafhankelijkheidsverklaring van Egypte van 22 Febr. 1922 erkent het beginsel, dat Egypte vrij is de r'egeering te kiezen welke het wenscht. Maar dat Egypte nu juist een regeering wenscht van Zaghloel, dien het officieele Ei geland dan toch aanvankelijk heeft gevan gen gezet en verbannen, omdat hij leider was van een „extremistische minderheid" moet velen in Engeland een eenigszins wrangen smaak in den mond geven. Het blijkt nu wel dat de Britsche vertegenwoordigers in Egypte op het verkeerde paard hebben gewed en zich in de kracht van de Zaghloelisten heb ben vergist. Engeland zal nu moeten berusten in een Zaghloelistisch bewind en de „Times", die nog eens verklaart, dat Zaghloel in de „latei- stages of British rule a disturber of order" was, maakt nu bonne mine bij het slechte spel en zegt, dat Engeland met sympathieke belangstelling zijn pogingen zal volgen om Egypte te besturen „onder de voorwaarden die hij gevraagd en gewenscht heeft." Zaghloel is voorstander van de volledige onafhankelijkheid van Egypte, die volgens hem nu slechts schijn is, tegenstander van koning Foead, dien de Engelschen ten troon verhieven en het is dus te vreezen, dat deze „sympathieke belangstelling nog wel eens tot moeilijkheden kan voeren als het zal gaan om de voorwaarden, die in de onafhankelijkheids verklaring zijn opgenomen, ter bescherming van Engelands positie. Die voorwaarden be treffen Engelands recht tot bescherming der imperiale verbindingen ((Suezkanaal,) tot bescherming der vreemdelingen en min derheden en maken verder een voorbehoud ten aanzien van den toekomsti- gen status van Soedan. Mogelijkheden van wrijving zijn er dus te over met een regeering, die Egyptes volledige onafhankelijkheid wil. DF. RAMP VAN DE „DIXMUCDE". In de „Frankf. Z." wijst Joseph Mayer te Friedrichshafen erop, dat moeilijk valt aan te nemen, dat kapitein Du Plessis zulk een bijzonder gewicht zou hebben gehecht aan het voorkomen van een scheur in een der gascellen. Zooiets is in oorlogstijd ten gevolge van een schot meermalen voorgekomen liep al een gascel leeg, dan werden de gevolgen opgeheven door het verplaatsen van den bal last, zoodat het schip volkomen in evenwicht bleef. Het groote voordeel van de constructie der Zeppelins is juist, dat er vele cellen zijn (de D^xmude de oude L. Z. 72 had er 16). De Dixmude" is indertijd gebouwd voor vaarten van één of twee dagen daarop was het geheele schip ingericht. De zes moto ren beschikten slechts over 260 P.K. De bouw was er op gericht, dat het schip zéér hoog kon stijgen. Voor vaarten van vier of vijf dagen was het echter niet berekend. Het was dus een groote fout van liet Fransche departe ment van marine, meent Mayer, met de „Dixmude" recprdtochten te laten doen. Hij concludeert, dat het schip niet door storm ont redderd is (sinds lang hebben de Zeppelins in den strijd met de elementen overwonnen) en veronderstelt, dat van de motoren te veel gevergd is, dat zij ten slotte geweigerd heb ben, en dat bij een noodlanding dientenge volge het schip beschadigd is. Bij de voort zetting van den tocht zal het toen niet meer strijdvaardige luchtschip ten slotte in zee zijn gestort. FRANSCHE DAGBLADEN GERECH TELIJK VERVOLGD. De directeuren van een aantal groote •Parijsche bladen, de „Matin," het „Jour nal," de „Peuple," het „Théatre" en „Co- moedia", zijn eergisteren bij den rechter van instructie ontboden om zich te verant woorden over het feit dat hun blad voor de lezers een soort van loterij heeft georgani seerd, waarbij geldelijke prijzen beschikbaar worden gesteld, hetgeen een inbreuk op de wet Vah 21 Mei 1836 wordt geaacht. Alle directeuren, hoewel protesteerend tegen de vervolging/ aanvaardden de ver antwoordelijkheid voor de geïncrimineerde feiten, met uitzondering van den heer Serpin, gérant van de „Matin," die verklaarde dat de raad van commissarissen van zijn blad verantwoordelijk is. BEROOVING IN EEN MAILTREIN. Twee gemaskerde en zwaargewapendende bandieten zijn Woensdagmorgen een mail- trein binnengedrongen in de nabijheid van Metz. Zij losten een aantal schoten op den dienstdoenden postbeambte, wien zij op drie plaatsen in het hoofd troffen, waarna zij ijlings de vlucht namen met medeneming van- de aangeteekende brieven ter waarde van circa 330.000 fres. Gevreesd wordt dat de beambte aan de be komen verwondingen zal bezwijken. DE AARDBEVING IN JAPAN. Behalve een paar lichte Schokken, is er sinds zes uur Dinsdagmorgen te Tokio niets bijzonders meer voorgevallen. Het aantal dooden wordt thans x>p 30 geschat, welke allen Japanners zijn. Alle verbindingen zijn hersteld. Een telegram uit Osaka meldt, dat de be volking van Yokohama op straat kampeer} uit vrees voor nieuwe aardschokken. In de badplaats Kamasoera, op elf mijl afstands, vertoonden 'zich groote scheuren. Schepen leveren water de tram dienst is gestaakt. Er zijn drie personen als gedood en twaalf als gewond vermeld, maar scholen, fabrieken en ziekenhuizen zijn omvergeworpen. NIEUWE AARDBEVING IN COLUM BIA. Uit Bogota (Columbia) wordt gemeld, da1 Woensdag te Gachala( twee sterke aard schokken zijn gevoeld, welke de bevolking ten zeerste verontrusten. In de nabijheid van den vulkaan Cumbal te Ipiabs, Garlc» same en Tulcan (in Ecuador) wordt een aanhoudend oorverdoovend onderaardsch gerommel waargenomen. De bewoners vluchten naar het platteland uit vrees \%or een herhaling van de catastrofe van Decem ber 1.1. KONING HOESSEIN BIJNA ONTVOERD. Uit Amman in Transjordanië wordt gemeld dat koning Hoessein, die een rondreis maakt door de Arabische landen, ternauwernood er aan is ontkomen, ontvoerd te worden. Lieden van den stam der Wahibi's lieten zijn gevolg in een hinderlaag vallen en slechts na hevigen strijd slaagde het escorte er in de aanvallers af te slaan. AMERIKAANSCHE BANKROOVERS. Zes gewapende mannen hebben een inval gedaan in een bankgebouw te St. Louis en 20.000 dollar medegevoerd. STAKING ONDER DE NOORSCHE HAVENARBEIDERS. De staking der havenarbeiders in alle Noorsche havens heeft een aanvang genomen. De onderhandelingen tusschen werknemers en werkgevers om een staking te voorkomen, hebben sinds November geduurd en zijn thans afgebroken. Deze havenarbeiderssta king zal waarschijnlijk gevolgd worden door een algemeene staking onder de transport arbeiders. HET TE OBSERVATORIUM TASJKENT. De bekende Russische archeoloog Wjat- kin, die de opgravingen in Toerkestan leidt, heeft de ruines ontdekt van een groot van marmer opgetrokken gebouw, het reeds lang gezochte observatorium, dat in 1420 door Oeloek-Bey, den kleinzoon van den groote- Mongoolschen veroveraar Tamerlan, bij Tasjkent werd opgericht. Oeloek-Bey was een van de meest merk waardige astronomen van zijn tijd. Hij heeft zich omringd door geleerden, die hij uit alle landen van de wereld naar Tasjkent liet ko men en met hun hulp heeft hij een uitvoeri- gen sterrencatalogus samengesteld, den eer sten sinds Hipparchus. Het observatorium, dat nu te Tasjkent op kosten van de Russische regeering wordt ingericht, heeft bij Zeiss een telescoop be steld, met een spiegel van een meter middel lijn. DE KERSTVIERING IN RUSLAND. De Synode van de Russische kerk heeft, zooals wij medegedeeld hadden, besloten de nieuwe (Gregoriaansche) jaartelling ook in de Oostersche kerk in Rusland in te voeren. Verschillende gemeenten hebben daarom dit jaar Kerstmis gevierd tegelijk met de Room- schen en Protestanten. De overgroote meer derheid der priesters heeft echter geweigerd de beslissing van de Synode te aanvaarden en stelde de viering van Kerstmis volgens den Russischen kalender op 13 dagen later vast. Sinds de bolsjewistische omwenteling was het gewoonte de Kerstdagen te gebruiken om het atheisme op schreeuwende wijze te propageeren. Er werden optochten georgani seerd, die een fel godslasterlijk karakter droe gen. In de schouwburgen werden tooneel- stukken opgevoerd, waarin de geboorte van Christus op weerzinwekkende wijze werd be handeld. Voor de geloovigen waren dan ook de Kerstdagen de tijd van de gt jotste kwel lingen, daar zij zonder protest moesten aan schouwen hoe hun geloof bespot en gehoond werd. Dit jaar hebben de bolsjewiki besloten van optochten en kwetsende straattooneelen af te zien. Zij hebben zich beperkt tot het be leggen van ontelbare vergaderingen, waar de sprekers hun atheistische denkbeelden uit eenzetten en het Christendom bestreden, aldus de „Prawda". In de laatste maand van het vorig jaar is de opbrengst van 's Rijks middelen bij De cember 1922 met 3.348.600 ten achter ge bleven. Het resultaat zou nog ongupstigar zijn geweest, indien niet de wisselvallige successierechten ditmaal een bijzonder hoo gt opbrengst, "n.l. van circa 5)4 millioen hadden opgeleverd. Afgezien van een vooruitgang van Yi millioen bij de registratierechten, blijven de vermeerderingen binnen bescheiden gran- zen. Zoo brachten de zegelrechten 45,000 meer op, en het statistiek een ongeveer gelijk bedrag, terwijl de domeinen de, op zich zelf beschouwd, niet onaanzienlijke stij ging van 119,700 ondergingen. Verder was er nog een stijging van 30,500 bij de loods gelden, van 25,000 bij het bier en van 11,200 bij de mijnen. Daartegenover stond in de eerste plaats de grondbelasting, die in December zelfs in 't geheel geen bate gaf, tegen 9 ton in 1922 en ver boven het millioen in de voor afgaande jaren. Bij het personeel was een daling van 1.049.000 en bij de inkomstenbelasting op nieuw een achteruitgang van 1.145.000. Maar de grootste tegenvaller en wel tot een bedrag van 1.863.000 was de tabaksaccijns. Verder waren er nog dalingen van 556.000 bij het gedistilleerd, van 468.000 bij den suikeraccijns, van 393.000 bij de dividend- en tantième-belasting, van 172.000 bij de invoerrechten en van 88.000 bij de vermogensbelasting. Voorts bracht de O.W.-belasting 54.000 minder op dan het vorig jaar. Ook de ver dedigingsbelastingen en de opcenten, die de baten leveren voor het Ieeningsfonds 1914,T" toonen zonder uitzondering verminderde op-l brengsten aan, die bij elkaar een nadeeligj verschil van nagenoeg 1 Yt millioen meti December 1922 vormden Wat de ontvangsten over het geheele jaar 1923 betreft, kan worden opgemerkt, dat de vermeerdering, die na den betrekkelijk klei nen terugslag m de eerste twee oorlogsja ren tot en met 1918 nog geleidelijk voort duurde, in 1919 reeds groote afmetingen aannam, welke echter door het daarop vol gende jaar nog aanzienlijk overtroffen wer den Toen kwam 1921 met een lichten te rugslag. Maar het jaar daarop bracht, on danks de verdere inzinking op economisch gebied, een ongewoon krachtig herstel, waarmee niet alleen de ontvangsten van hel jaar tevoren nog :net bijkans ƒ23 mil lioen werden overtroffen, .-naar het ramings- cijfer. dat ruim f 27 millioen hooger was gesteld dan voor 1921. nog met 31)4 rnil- hoen werd te boven gegaan Maar nu :s* 1923 een einde komen maken aan de zoo veel jaren aangehouden stijging. Toch kan worden vastgesteld, cat de zoovee] geringe: opbrengst het bedrag der raming nog me' ruim 23 millioen is te boven gegaan. De Bond van Nederlandsche Onder-| v,-ijzers, de roode Bond van Ossendorp, is' sinds 15 en meer jaren bekend om zijn on besuisde acties, die op niets plegen uit te loopen. De laatste en meest geruchtmakende was de agitatie tegen het loon der onderwijzers. Daar deugde nu letterlijk niets van. Hei was n schandaal. Heel het Nederlandsche volk moest gewaarschuwd. Vooral de moe ders moesten zich in 't oor knoopen, Saar kinderen voortaan vooral geen studie voor onderwijzer meer te laten beginnen. Met groote advertenties werd het den voike aangekondigd. Sandwichmen werden gerequireerd. Wie herinnert zich niet meer de borden, die door de stad wandelden en tegen dc onderwijzersstudie waarschuwden? Dat alles is een paar jaren geleden. En het resultaat? De „School met den Bijbel" geeft het ant» woord: „Het vraagstuk der opleiding is geenszins) opgelost. De schaarschte van leerkrachten.' die'enkele jaren geleden zeer dreigend was, is thans opgevolgd door een bedenkelijk grooten toevloed van kweekelingen naar de opleidingsinrichtingen. Er laat zich een ge weldige overtalligheid van geëxamineerde jonge menschen in een dicht'bijzijnde toe komst verwachten. Vele kweekscholen hebben het aantal ha- rer kweekelingen zien verdubbelen, zoodal er parallelklassen moesten gevormd worden tenzij men vrij vele liefhebbers had willes afwijzen." Ons volk is toch wijzer dan het schijnt! Het laat de roode heeren schreeuwen en doet precies het omgekeerde van wat dt herrieschoppers en zenuwachtigmakerï voorstellen. Ga zoo voort en het land zal er wel bf varen. 66 „Ik ben eens gaan vragen of men geen visch noodig had.... In een laan van den tuin ontmoette ik twee vrouwen, die jonge in de oudere. Ik liet den. visch zien, dien ik gevangen had. Ik geloof, dat de jongste ze wel graag gehad zou hebben, maat de oudste telde: „Och, Martha, wij hebben reeds vleesch voor vandaag en de visch zou mor gen niet meer versch zijn"Ik kon dus onverrichterzake terugkeeren." „Zoö, dus heet ze Martha!" mompelde Paul. „Ja.... maar.... waarom stelt u daar zoo belang in? Heeft u haar dan gezien?" „Ja, o, ja! Ik heb haar gezien, 't Is een wonderschoon meisje." „Zoo, zoo," riep de Fluwijn lachend. „Nu verwondert het mij niet meer, dat u mij aan den praat houdt.... Alleen om meer van het meisje te hooren. Ik begrijp nu wel, waarom u geen lust meer in het visschen hebt".... Paul, die begreep, dat hij zich verraden bad, bloosde. „Ziet u daarom zoo zwaarmoedig er uit?. Mijnheer Paul, ik heb u gesnapt.... U is op die jongedame verliefd." Paul zeide niets en keek zwijgend voor zich. „Ik zou wel eens willen weten," begon hij na eenige oogenblikken, „of zij de doch ter' is van den man, met wien ge haar in het restaurant hebt gezien." „Wat dat betreft, daarvan weet ik niets." „Ben je er zeker van, dat het huis ver kocht is?" „Verkocht of verhuurd, dat blijft het zelfde." „Alles is nu .gesloten." „Misschien zijn de bewoners op reis ge gaan" „Zouden we dat niet te weten kunnen komen?" „Wel zeker! Dat is heel gemakkelijk".... „Hoe dan?" „Haal u boot, dan varen wij er heen en ik doe alsof ik visch wil komen verkoo- pen. Als ik het een beetje slim aanleg, kan ik nog wel iets te weten komen." „Dan ga ik mijn boot halen," riep Paul. Na verloop van een kwartier was Paul met zijn boot terug. De Fluwijn hing zijn net met visch achter het bootje, nam de riemen en roeide naar de aanlegplaats, die zich bij den tuin van het „Kasteeltje" bevond. In eenige minuten waren ze er en de Flu wijn klom den trap op en verdween in den tuin. Het duurde slechts eenige oogenblikken, toen hij weer terugkwam. „U heeft gelijk.... Ze zijn allemaal weg. Het huis staat leeg." „Hoe weet je het?.... Heeft iemand het gezegd?" „Neen.... maar ik heb het met mijn eigen o'ogen gezienHet is er heelemaal eenzaam en stil.... U kunt best komen zien, als u lust hebt." Paul klom eveneens naar boven en ze gingen samen kijken. Alles was gesloten. „Waar zouden ze heen zijn?.... Zou 't lang duren. Och, misschien zijn ze over een paar dagen weer terug".... „Dat is zeer waarschijnlijk," hernam de Fluwijn. „U moet maar geduldig afwachten, mijnheer Paul, en in afwachting kunt u gaan visschen, dat is het beste, wat u doen kunt." Ze gingen weer in het bootje en de Flu wijn keerde naar de vlotten terug, om zijn vangst voort te zetten. Terneergeslagen en ontmoedigd ging Paul naar huis. XVII. De Fluwijn had onderwijl zijn oude ont redderde boot weer gehaald en was weer aan 't visschen gegaan. Hij bad nu meer geluk, dan enkele oogen blikken tevoren. SlaU on slag ving hij groote karpers Hij had zijn vangst weggeborgen in zijn net en wilde juist weer de lijn uitgooien, toen hij verbaasd bleef staan kijken. De oorzaak van zijn verwondering was zeer eenvoudig. Door de laan van den tuin van het „Kasteeltje" tegen over hem, zag hij een vrouw gaan. Die vrouw was Angèle, die gekomen was om alles in gereedheid te brengen voor den ontvangst van Fauvel, dien avond. „Zoo, zoo!" mompelde de Fluwijn. „De familie schijnt dus niet op reis te zijn. Daar moet ik het mijne van hebben. Misschien kan ik dan mijnheer Paul wel goed nieuws brengen." De Fluwwjn nam de riemen en voer naar de aanlegplaats, waar Angèle hem zag. De Fluwijn ging in zijn boot staan en riep: „Moet u vandaag geen visch hebben, mevrouw?" „Ben jij de visscher van eenige dagen geleden?" Om u te dienen." „Wat heb je voor visch?" „Mooie karpers." „Dikke?" „De kleinste weegt minstens drie pond." „En paling?".... „Ik heb nog twee mooie zootjes in mijn boot." „Hoeveel vraag je voor alles te zamen?" „Twaalf francs.... juist gepast, omdat u het is." breng „Goed, kom dan maar boven de karper en de paling mee. De Fluwijn bracht de visch boven. „Hier is dc visch.... Mooie, nietwaar.... Wil ik de heele partij naar de keuken brengen om schoon te maken?" „Goed." Angèle ging de Fluwijn voor, het huis in .„Was u op reis? vroeg de Fluwijn op onverschilligen toon. „Waarom?' „Omdat ik gisterenavond ook gekomen ben, om visch te verkoopen en alles geslo ten vond.' „Ja.... Ik was weg." „Dat dacht ik welIk zei zoo bij me zelf, mevrouw is zeker met haar echtgenoot een dagje op reis naar Parijs." „Wien bedoel je met mijn echtgenoot?" vroeg Angèle wantrouwend. „Wel dien knappen heer, die ik hier ge zien heb".... „Dat is mijn man niet" „Zoo!.... ik dacht het.... Maar u is zeker familie van hem?" Angèle antwoordde niet. „Juffrouw Martha is zeker zijn doch ter?" „Hoe ken je haar naam?" vroeg Angèle verwonderd. „Wel, u noemde haar Martha in mijn bijzijn, toen ik een portie visch te koop kwam aanbieden.... 't Is zeker de dochter van mijnheer?" i e Broek in Wat^^and is* Woensdagmid- dag in een buitengewone raadsvergadering- de heer P, J. Peereboom, vroeger particu lier secretaris van den ex-keizer, tot bur« gemeester geïnstalleerd. Den lOden dezer maand hebben wij dem toen ingetreden dooi door een voorloopïgen. dooi genoemd, schrijft C. N. in het „Vad." Daarvoor was reden, omdat het vorstge- bied in het Oosten zich slechts een eind- weegs teruggetrokken had, Nederland en een groot deel van West-Duitschland vrij latende. Bovendien was de vorst in dit ge bied sterk afgenomen, maar er was nog een vorstgebied en er was nog' een alge meene weersverdeeling, die een groote kans overliet op terugkeer van de voost. Door velen is de kwalificatie „voorloopig dooi- weer een beetje ongeloovig opgenomen Men wil nu eenmaal de meteorologen niet gaarne gelooven, vooral wanneer zij iets meenen te kunnen verwachten dat men lie ver niet ziet gebeuren. Het aantal liefheb bers van vorst en ijs is wel groot, maar grooter is het aantal van hen, die toch lie ver geen vriezend weer hebben. Wanneer dan na een lange vorstperiode eindelijk de doo: komt, zijn de meeste menschen toch wel blij en weinig geneigd om te ge looven, dat het opnieuw kan gaan vriezen. Maar het is toch gebeurd; de weerstoestand is opnieuw omgeslagen en de thermometer :s sterk gedaald in den afgeloopen nacht -68 gr. C. Het is dus niet oniuist ge weest om te spreken van een voorloopigen dooi. Bij dit verloop van den winter moet men ook in het oog houden, dat wij nog in de eerste helft van dit seizoen zijn. Over- een groot aantal jaren gerekend vallen de koud ste dagen tegen het einde van Januari en pas daarna begint de temperatuur lang zaam te stijgen. De winter is dus. gemid deld genomen, op de helft tegen het einde van Januari. Daarbij leert de ervaring, dat; omstreeks dien tijd nu en dan vorstperio-j den beginnen, die l\v<£ of drie weken kun-i ner duren. ]n 1917 b.v. begon, na eenige- geringe vorst in de eerste helft van Ja- ?Uaj'i ^en ^e temperatuur sterker te dalen, en het vroor toen tot den 17den f ebruari. In" deze vorstperiode, die samen viel met de kolenschaarschte, kwamen 8 nachten voor met een temperatuur bene— den 10 gr. C. (laagste 15.5 gr. C. in den nacht van 2 op 3 Februari). Zoo n ge val toont voldoende aan. dat men half Ja nuari niet mag verwachten, dat de winter, voorbij is. Integendeel, omstreeks dien tijd begint het spel eerst recht los te komen. „Dat kan we!".... „Mijnheer mag fier op zulk een dochter rijn. Ik heb nog nooit zoo n mooi meisje gezien" „Kom, houd nu je mond maar eu maak voort." „Dus is u weer terug?" „Dat zie je"'j „De jongejuffrouw ook?" „Wat kan jou dat schelen, of de jonge juf» frouw hier is of niet?" „Ik zie altijd graag wat moois."' „Zoo!" „Ik heJ) er verstand van." „Dan zal 't je misschien spijtenmaar, juffrouw Martha zult ge niet meer zien." „Zoo? Is ze vertrokken?" „Ja, gisteren.... naar Amerika. „Dat is niet al te dicht bij.... Is ze met' haar vader gegaan?" „Wien bedoel je met haar vader?" „Wel dien mijnheer, waarover ik zooevet» sprak." Och, dat is haar vader niet. 't Is maai familie van haar".... „Afijn, laat ze in Amerika blijven. Ik zal er w0 nooit komenBlijft u heel dcai zomer hief? „Neen, ik kom van tijd tot tijd, om wat uit te rusten.' „Is u dan in den overigen tijd in Parijs?" „Neen, in China." (Wordt vervolgd'*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5