LAATSTE NIEUWS
TWEEDE KAMER.
Debat Regeeringsverklaring.
LUCHTVERKEER.
ORDE EN ARBEID.
De uitsluiting in de Textiel
industrie.
KERK EN SCHOOL.
SPORT EN SPEL.
ATHLETIEK.
VAN ON%£
JDRAAOLOOZE
I f—-'*
TELEFOON
MARKTNIEUWS.
GEMENGD NIEUWS.
De Notawisseüng.
De financiëele toestand van
Duitschland.
De Separatistische beweging.
De pogingen tot het herstel van
de Fransche financiën.
Het debat over het edres van
antwoord op de En jelsche
Troonrede.
UMBBël'W EN V1S$PHER!J<
l
X De Neef van Curacao.
(Wordt vervolgd.)
I Op die manier moeten wij nu ook deze
nieuwe vorstperiode bekijken. Natuurlijk
valt er niets met zekerheid van te zeggen
of de vorst lang of kort zal duren, matig
'O k zal worden, maar men moet wc-
z k "n aanmerking nemen, dat juist in
de-cn van den winter de vostkans het
grootst is
Sympto:: in voor een verlenging van deze
vors.- .riode zijn op het oogenblik de stij
gende barometer en de sterke Oostenwind.
Daarentegen is het Europeesch vorstge-
bied niet zoo sterk ontwikkeld als voor
eenigen tijd het geval was, zoodat nog za!
moeten worden afgewacht, hoe de toestand
Vich daar verder ontwikkelt.
Vergadering van Donderdag 17 Januari,
namiddag 1 uur.
I Voortgegaan wordt met het debat over de
afgelegde regeeringsverklaring.
'De heer NOLENS 1R.-K.) zegt, dat hij
uiterst gereserveerd moet zijn. Het aanblij
ven van het Kabinet is niet de meest ge-
wenschte oplossing van de crisis. Vi'ie meent
dat is aangestuurd op het aanblijven, dan
geldt dit zeker niet voor spr. en zijn fractie
en spr. vermoedt dat hetzelfde gezegd kan
worden van de andere fracties. Het is niet
onmogelijk, dat «Is een andere oplossing
was gevonden, men zou ervaren hebben
dat het maar beter ware geweest het oude
Kabinet te houden. Welk Kabinet ware dan
aet beste geweest? In ieder geval hebben
wij een verantwoordeliik Kabinet noodig,
want een ander Kabinet kent onze Consti
tutie niet. De grondsla" voor de verant
woordelijkheid van dat Kabinet ligt in het
berusten bij de weigering van het ontslag
door de Koningin. Het is in zijn wezen een
rechtsch Kabinet; de groepen waaruit het is
voortgekomen, zullen bun nauwere betrek
king tot het Kabinet niet kunnen verloo
chent. Wat de toekomst is van dit Kabi
net? Krakende wagens loopen dikwrls het
langst. Het Kabinet heeft ook wel iets ge
leerd en nu gezien, dat het misschien op
meer steun van links kan reken e~u
Aan de groepen der rechterzijde kan de
lange duur en de oplossing der crisis wor
den toegeschreven. De rechterzijde is tekort
geschoten en bet is moeilijk te bepalen
hoeveel ieder der drie groepen er schuld
aan heeft. Men bedenke dat een rechtsch
Kabinet de Kabinetskwestie stelde en het
zou voorbarig zijn af te leiden, dat de
jamenwerking tusschfn de drie groepen
roor goed van de baan is.
Sommigen wenschen dit wel, maar die
samenwerking bestaat reeds lang en heeft
•vel eens verkoeling gekend. Zij berust nog
altijd op een gemeenschappelijke wereld- en
levensbeschouwing, ook op politiek terrein.
Daardoor is verschil van opvatting óver
concrete vragen niet uitgesloten. Daarbij
kunnen zich moeilijkheden voordoen, die
zen vergelijk noodig maken. Spr. heeft al
27 jaar lang gehoord dat er een andere
aartijgroepeering moet komen, maar dat
moet men afwachten en niet afdwingen.
Het verloop der crisis besprekende,
vraagt spr. of voldoende pogingen zijn aan
gewend om tot een andere oplossing te
komen. Spr. is niet voor het verloop ver
antwoordelijk. Hij gaat de verschillende op
drachten na. De opdracht van een rechtsch
Kabinet mislukte; die van een extra-parle
mentair Kabinet eveneens. Er is toen een
opdracht geweest aanzie rechterzijde. Wie
daartoe geadviseerd heeft, weet spr. met.
Die opdracht is niet aanvaard. Het denk-
beeld was niet van spr. uitgegaan. Een
antecedent !s er geweest in 1907, toen de
opdracht is gegeven aan de rechterzijde,
gezegd is, dat rechts en links moesten
samenwerken. Bedoelde men dan de ge
heele rechterzijde en de geheele linkerzijde?
Dat zou niet gemakkelijk geweest zijn. Met
een deel der linkerzijde zou de rechterzijde
hebben kunnen samenwerken om een z.g.
burgerlijk bloc te vormen. Daarvoor waren
[de omstaniu-*heder niet geschikt. Voor een
zj}. democratisch Kabinet is gepleit. Maar
zouden dan de drie groepen rechts hebben
meegewerkt?
j Spr. zegt, dat in het verloop van de crisis
spr. zich heeft moeten vergewissen van de
stemming in zijn frtctie. Zij was bereid de
samenwerking met de andere rechtsche
fracties voor. te zetten, ook na de misluk
king van Mr. Kooien en niet bereid samen
te werken met de sociaal-democratische
(fractie.
De regeeringsverklaring staat op den
grondslag van de realiteit. Het votum van
26 October ben! te op verschillende motle
ven: het Kabinet aanvaardde het als een
feit en die aanvaarding rechtvaardigt zijn
aanblijven. Spr. hoopt, dat de fin.mcieele
toestand zoo spoedig mogelijk hersteld
moge zijn.
Het beroep op de Staten-Generaal sluit
de verklaring De afgeloopen maanden zijn
rijk aan ervaring op staatkundig gebied en
hebben geleerd dat deze Kamer en deze
(Regeering het met elkaar moeten trachten
[eens te worden. Spr. verwacht van het Ka
binet overleg met een geheele Kamer. Het
[verheugt hem dat de hccren Dresselhuys en
uMarchant dien steun zullen verleener en
[wat apr.'a fractie betreft, zal zij gaarne het
'Kabinet steunen en er mee aan het werk
gaan.
Mej. VAN DORP (LIB.) acht de positie
van het Kabinet volkomen constitutioneel,
want 't beeft zich bij de beslissing van 26
October neergelegd. Spr. steunt het Kabinet
voorzoover het wil werken in de richting
van de economische reconstructie.
De heer SCHOKKING (C.-H.) acht de op
lossing ook niet de gelukkigste, maar het
sleepend blijven van de crisis acht spr. een
groot nadeel. Of de coalitie nog bestaat?
Spr. meent, dat de opvatting van den heer
de Savomin Lohman dat de coalitie niet
meer bestaat, duidt op het accoord van
1922. Er is geen gesloten rechterzijde, er zijn
drie groepen die een accoord plegen te slui
ten. De beteekenis van de rechterzijde
hangt voor een deel af van de linkerzijde.
Tusschen rechts en links bestaan verschillen
waarbij die tusschen Protestantsch en Ka
tholiek klein zijn.
Bij de oplossing is van sabotage bij de
rechterzijde geen sprake geweest.
De pogingen van den heer Beelaerts zijn
bij spr.'s actie niet op tegenstand gestuit.
Wat echter precies een extraparlementair
Kabinet is, weet niemand te zeggen.
Afsprakeb met dit Kabinet zijn er thans
niet gemaakt. Er zal nu en dan overeen
stemming zijn en dan weer verschil van op
vatting. Spr. vertrouwt, dat het Kabinet re
kening zal houden met het votum van 26
October, maar in dien zin dat de defensie
niet verwaarloosd zal werden. Bij herindie-
ning van de Vlootwet zal de Regeering re
kening houden met de geopperde bezwaren
zoodat niet alleen de geheele rechterzijde
maar ook de Vrijheidsbond kan meegaan.
Naar spr.'s oordeel moet ieder Kabinet
zooveel mogelijk naar steun in de Kamer
zoeken bij alle partijen of zooveel mogelijk
partijen. Spr. zegt zijn steun toe.
De heer WIJNKOOP (C. P.) betóogt, dat
de heer Ruys is gebleven, omdat ook de heer
Colijn met de olie achter hem stond. Ove
rigens bepleit hii de noodzakelijkheid van
Kamerontbinding.
De heer RUTGERS (A. R.] zegt met ze
ker genoegen het oude Kabinet terug te
zien. De Regeering aanvaardt de beslissing
van 26 October. Zij kan moeilijk anders
doen. Het Kabinet heeft indertijd verklaard,
dat het de verantwoordelijkheid voor de
verwerping van d^ Vlootwet niet kan dra
gen. Nu het toch weer zit, is er iets abnor
maals in. Het draagt de verantwoordelijk
heid slechts ten deele en legt een deel
daarvan op de Kamer. Dat is een merk
waardige constitutioncele toestand.
De heer KERSTEN (St. Geref. partij)
meent, dat de ministers niet op hun ontslag
aanvrage konden terugkomen en dat dus wei
geren de eenige oplossing was. Hij hoopt,
dat het kabinet met kracht de teugels zal
voeren en vooral de defensie niet zal ver-
waarloozen,
De heer SCHAPER (S D.A.P.) zegt, dat de
Kamer door de redevoeringen van rechts
niet wijzer is geworden.
Misschien zal het Kabinet nu mededeelin-
gen doen. Spr. wil weten waarom dit Kabinet
er weer zit. Het is de voordeur uitgegaan en
de achterdeur weer in gekomen. Het bewijs,
dat het niet anders kon, is niet geleverd.
Waarom hebben de Ministers de weigering
niet afgewezen? Het was onmogelijk dat ze
bleven na de weigering der anti-rev, fractie.
Spr. had andere pogingen willen wagen en
wilde weten of die andere pogingen niet zijn
gedaan.
Overigens bestrijdt hij de rede van den
heer Schokking en vraagt meer licht over de
gansche crisis Waarom is de Kamer niet
naar huis gestuurd? Minister Ruys heeft
daarmede gedreigd.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
de heer RUYS DE BEERENBROUCK, inter
rumpeerend, zegt, dat dit onwaar is.
De heer SCHAPER (S D.) zegt. dat het
misschien niet in de Handelingen staat, maar
gezegd is het en meer dan eens zelfs.
Ten slotte verdedigt hij Kamerontbinding.
De Minister van Binnenlandsche Zaken, de
heer RUYS DE BEERENBROUCK, dankt de
afgevaardigden die het wederoptreden van
het Kabinet welwillend bespraken. Na de
beslissing van 26 October dacht geen der
Ministers aan de noodzaak, dat zij de ver
antwoordelijkheid weer op zich moesten ne
men.'De steun des heeren Marchant en Dres
selhuys heeft moed om de regeeringstaak
weer op te vatten. Gaarne wil spreker ant
woord geven op de vragen die gesteld zijn.
Veel daarvan echter valt buiten het gebied
van 's Ministers verantwoordelijkheid. Om te
beginnen: het geheele verloop der crisis. Het
Kabinet is daar buiten gebleven. Als een lid
geraadpleegd is door de Koningin, dan is dit
niet als lid der regeering geschied. Op dc
vragen of een ander Kabinet mogelijk was,
kan spr. niet antwoorden
Wat een nationaal Kabinet is, weet spr.
niet.
Op 7 Januari heeft de Koningin meege
deeld het ontslag niet te kunnen aanvaarden.
Overleg heeft vooraf niet plaats gehad. Dit
Kabinet kan zich niet onttrekken aan den
plicht en het was volkomen in overeenstem
ming met goede constitutioneele gebruiken.
Spr. neemt dus de volle verantwoordelijkheid
op zich en 13 bereid rekenschap te geven van
zijn gedrag. Overleg van het accoord van
1922 is het program geopenbaard.
Wat het Kabinet wil, heeft het in de ver
klaring gezegd. Het is niet tot de meening
van den heer Dresselhuys bekeerd, maar aan
vaardt de beslissing van 26 October als feit.
Het bezuinigingsolan zal in hoofdzaak ge
handhaafd blijven.
Overleg met de Kamer zal spr. op hoogen
prijs stellen. Ontbinding Van de Kamer is niet
noodig, omdat niets doet vermoeden dat
overleg met de Kamer onmogelijk is.
De vergadering wordt verdaagd tot Vrijdag
één uur.
EEN LUCHTSCHIP VAN ZIJN ANKER
GESLAGEN.
Het luchtschip Shenandoah van de Ame-
rikaansche marine, dat bestemd was voor
verkenningstochten in de Poolstreken, is,
naar uit New Yersey wordt geseind, gedu
rende een storm van zijn ankermast losge
rukt en, als speelbal van den wind, wegge
blazen. Er was een bemanning van 39 kop
pen aan boord. Het luchtschip is blijkbaar
beschadigd, want er zijn stukken van de take-
lage op den grond aangetroffen. Toen het
ongeluk gebeurde stond er een storm van
90 K.M. windsnelheid.
Van boord van het luchtschip is later een
draadloos telegram ontVangen van den vol
genden inhoud
„AT:s wel. Wij laten ons maar voortblazen.
Vermoedelijk zijn wij boven Nieuw-Bruns-
wijk. Wij houden het uit."
Een later bericht luidt
De Shenandoah is vanmorgen te 3 uur 20
te La' e'iurst geland. Alles is wel aan boord.
Uit Enschede wordt gemeld
In zake de steunbeweging kan gemeld wor
den, dat de Coöperatie tot steun in den strijd
te Enschede" heeft besloten, aan hare uitge
sloten leden, hoofden van gezinnen, gedu
rende een week 1 ng, gratis brood te v. r jtrek-
ken, berekend naar het normale verbruik.
Te Den Haag hebben eenige leden van het
comité der ongeorganiseerden op het depar
tement van Binnenlandsche Zaken 'n onder
houd gehad met mr. Hardus, waarbij de
steunregeling te Losser, die door de comité
leden onvoldoende werd geacht, werd be
sproken. In verband daarmede, is, naar wordt
medegedeeld, de Burgemeester van Losser
naar Den Haag ontboden en wordt verbe
tering van de ondersteuning te Losser ver
wacht.
De door de C. P. in Ons Huis te Enschede
gehouden vergadering zal tot gevolg hebben,
dat een rich noemend „Comité van Actie"
morgen aan de gemeentebesturen van En
schede en Lonneker de volgende motie zal
aanbieden.
„De groote openbare vergadering enz., be
treffende de uitkeering der gemeente En
schede en Lonneker aan de textielarbeiders,
protesteert met kracht tegen deze lage uit
keering wenscht van betrokken gemee te-
besturen een uitkeering van f 12 voor man
en vrouw en f 1.25 voor ieder kind onge-
huwden boven de 20 jaar f 10 beneden 20
jaar f 6.
UIT DE BETON-NIJVERHEID.
De betonfabrikanten in Nederland hebben
in verband met de slechte bedrijfsresultaten
den minister van arbeid verzocht, voor de
betonnijverheid een gemiddelde arbeidsweek
van 53 uur mogelijk te maken.
PASTOOR B. J, J. SCHIJF.
De Zeereerw. heer B. J. J. Schijf, pastoor
te Rijpwetering, die sinds eenigen tijd in het
St. Elisabeths-gasthuis te Leiden verbleef,
is van de laatste H. H. Sacramenten voor
zien.
Zijn toestand fs zeer zorgwekkend.
(Msb.)
De Athletiek-Commissie N. V. B. heeft
„Olyraphia" de organisatie van de jaarlijk-
sche atletiekwedstrijden voor voetballers,
afd. „West", opgedragen.
Dc wedstrijden zullen waarschijnlijk in
Juli plaats hebben. Nadere bijzonderheden
zullen binnen korten tijd nog volgen.
|T^
mc«
lldi
ma—aa—11—
hij zelf erbij betrokken is, zal bij de hand
niet leenen tot een of andere manoeuvre vaa
dezen aard.
Asquit'h wees er op, dat de arbeiderspartij,
indien zij de tegenwoordige regeering zal op
volgen, binnen de grenzen van den parle
mentairen toestand blijven, zooals die door
de verkiezingen is geschapen. De arbeiders
partij zal geen vrijbrief voor alles hebben.
BRAND IN EEN D.-TREIN,
Van den D-trein, die om 7.43 te Gouda
moest aankomen, was Woensdagavond door
het heetloopen der assen, brand ontstaan
in een der wagens.
Een der reizigers waarschuwde onmiddel
lijk den conductteur, die den trein, door aan
dc noodrem te trekken, tot stilstand bracht.
De vlammen werden spoedig met water
gebluscht. De trein moest echter zoo spoe
dig mogelijk weer doorrijden, daar de snel
trein UtrechtRotterdam met drie minuten
tijdsverschil achter hem reed. De vlammen
sloegen weldra opnieuw uit de assen. Thans
werd echter tot Gouda doorgereden, voor
de wagen Werd afgehaakt.
BERLIJN, 17 Jan. De Duitsche zaak
gelastigde te Parijs, von Hösch, is heden
morgen te Berlijn aangekomen. Het kabinet
zal zich nog hedenavond met het Fransche
en het Belgische antwoord bezig houden.
BERLIJN, 17 Januari, In de eerste 10
dagen van 1924 hebben de rijksinkomsten,
naar van bevoegde zijde wordt medege
deeld, voor de eerste maal de uitgaven
overtroffen. De ontvangsten bedroegen
circa 100 trillioen, de uitgaven nog geen 64
trillioen, zoodat in deze 10 dagen een over
schot van 36 trillioen werd verkregen.
SPIERS, 17 Januari. De gemeenteraad
weigerde de betaling der door de separa
tisten aan de stad opgelegde boete van
20.C00 goudmark en der begrafeniskosten
van Heinz-Orbis.
PARIJS, 17 Jan. De heden onder presi
dium van Millerand gehouden ministerraad
hechtte zijn goedkeuring aan de verschil
lende maatregelen, gisteren in een speciale
conferentie vastgesteld tot herstel van den
franc, te weten: le. onderdrukking van fis
cale fraude door een strenger toezicht op
de geldswaardige papieren en verscherping
van de strafbepalingen; 2o. onderdrukking
van de speculatie in francs en openbare
fondsen; 3o. instelling van een dubbel recht
op alle ingevoerde goederen; 4o. machtiging
om bij decreet over te gaan tot de noodige
maatregelen tot reorganisatie van de admi
nistratie tot het verkrijgen van een bezui
niging van één milliard.
De regeering zal de quaestie van vertrou
wen (stellen ten aanzien van de verschil
lende ontwerpen en aan de commissie ver
zoeken, zonder vertraging rapport uit te
brengen, opdat Dinsdag reeds met de be
sprekingen een aanvang kan worden ge
maakt.
Op voorstel van den minister van handel
besloot de ministerraad een wetsontwerp in
te dienen, dat de regeering machtigt bij de
creet den invoer van artikelen te verbieden,
die niet beantwoorden aan de behoefte des
lands.
PARIJS, 17 Januari. De Fransche ka
mer is bijzonder woelig geweest, maar het
krachtig vasthouden door Poincaré aan de
eenmaal door de regeering uitgestippelde
lijnen heeft haar de oude meerderheid vol
komen doen behouden.
De zitting ving aan met het indienen van
de verschillende wetsontwerpen tot verde
diging van den franc. Onmiddellijk daarop
legde Poincaré een uitvoerige verklaring af.
Hoewel het spreken hem door de oppositie
van uiterst links zeer moeilijk werd ge
maakt, bleef hij voortdurend meester van
het debat. Hij zette uiteen, welke maatre
gelen de regeering voorstelt en eischte
vooral vertrouwen. Hij zeide, dat de regce-
ring zich verzetten zal legen elke nieuwe
uitgave, die niet van te voren door bepaal
de inkomsten gedekt is.
Tijdens het verloop van het debat gaf hij
te kennen, dat voor wat de aanhangige
wetsvoorstellen op de pensioenen en het
complex van sociale wetten betreft de re
geering zich absoluut verzetten blijft tegen
de invoering zoolang de kamer daar niet
speciale bronnen van inkomsten voor heeft
aangewezen. Trouwens de verdediging van
den franc en de zuivering van de Fransche
financiën zal het beste middel zijn om die
sociale maatregelen te kunnen doorvoeren.
Poincaré zeide voorts tijdens het debat,
dat het kiezerscorps begrijpen zal, waarom
het gaat. Er is geen enkele regeering en
geen enkele volksvertegenwoordiging, die
met blijheid van harte nieuwe bejastingver-
hoogingen zal goedkeuren. Maar waar het
hier gaat om een aanval op den franc af te
slaan, daar vertrouwt hij op den gronden
zin van de massa, en doet hij een neroep
op de kamer. En terwijl de socialistische
hoek Poincaré'» stem probeert te over
schreeuwen met interrupties, zegt hij met
klem, dat men in de kamer wel iets anders
te doen heeft dan aan zijn populariteit te
werken. Tijdens de redevoering bleek reeds
voldoende, dat het midden der kamer en de
rechterzijde Poincaré zou steunen. Toen net
op stemmen aankwam over het vaststellen
van het oogenblik van behandeling van de
wetsvoorstellen en van de verschillende
interpellaties, die met de financieele crisis
verband houden, kreeg de regeering, du de
kwestie van vertrouwen had gesteld, jen
meerderheid van 394 tegen 180 stemmen.
De verschillende ontwerpen zijn thans in
handen van de commissie van financiën, die
ze als spoedeischend zal behandelen. De
behandeling daarvan in de kamer werd ge
steld op a.s. Dinsdag.
LONDEN, 17 Jan. Tn het Lagerhuis heeft
Asquith medegedeeld, dat de liberalen het
door de Arbeiderspartij voorgestelde amen
dement op het adres van antwoord op de
Troonrede, waarin zij verklaren geen ver
trouwen >n de regeering te stellen, zul
len steunen. Dientengevolge is de val der
regeering onvermijdelijk.
Aan een Reuter-telegram ontleenen wij
nog het volgends;
Asqu.th zeide, dat de regeering in de her
innering zal blijven voortleven wegens haar
weifelmoedigheid en onmacht zoowel in de
binnenlandsche als buitenlandsche politiek.
Geen enkele regeering had méér kwaad ge
sticht, of het bewind met minder achting
verlaten. Asquith wees er op dat, ofschoon
cd liberalen het amendement der arbeiders
liberalen het amendement der arbeiders
zouden steunen, zij toch hun onafhankelijk
heid zouden behouden. Er waren fundamen-
teele verschillen tusschen de liberalen en
arbeiders, doch in sociale en andere vraag
stukken zou samenwerking tusschen alle
parti,en mogelijk zqn. Joytison Hicks, de mi
nister van Gezondheid, deed een heiligen
aanval op de liberalen, omdat zii door hun
houding oer arbeiders in staat zouden stellen,
hun rngen politiek uit te voeren, welke door
het kiezerskorps beslister was veroordeeld
dan de politiek der conservatieven.
Het deoat wordt morgen voortgezet.
Maandagnacht valt de stemming.
LONDEN, 17 Januari. In de heden gehouden
Lagerhuiszitting diende Clynes een amende
ment xn op het adres van an iwoord op de
troonrede, nelwelk, naar men verwacht, tot
de nederlaag der regeering zal leiden.
In dit amendement wordt o.a. gezegd dat
de tegenwoordige adviseurs van den xtonmg
het vertrouwen van het Huis met bezitten.
Clynes wijst op de verwerping bi) de alge-
meeue verkiezingen van de regeenngsmaat-
regelen ter bestrijding der werkloosneid.
wat de buiteniandsche aangelegenheden
betreft, dr.ngt hij aan op een verstandig en
krachtig gebruik der Bntsche maent en van
den Bntschen invloed. Onze offers in den
oorlog geven ons recht op besi.ssend aandeel
in de regeling der buitenlandsche betrekkin
gen. Onze aanspraak op invloed op de vre
despolitiek woidt door die offers gerecat-
vaardigd, evenals door het oprecht verlan
gen, t'rank rijks toekomstige veiligheid ver
zekerd te zien.
Vervolgens legt Clynes nadruk op de
vriendscnap met Frankrijk,
Hij zegt dan verder, dat een behandeling
van Duiischland, erger dan dit land Frank
rijk vijftig jaar geleden behandelde, een
nieuwen groolen oorlog voorbereidt.
Wij kunnen niet langer toezien en wach
ten.
Wal de kwestie der imperiale preferentie
betreft, zegt Clynes, dat het Huis heeft te
beslissen, in hoeverre de handel met de
overzeesche dominions kan worden aange-
moedige zonder nieuwe belastingen voor dit
land en zonder de grondslagen van ons be
lastingstelsel te vernietigen.
Asquith (leider der liberalen) verklaarde
zich voor het amendement en adviseerde
zijn vrienden, er voor te stemmen. Liberalen
en labours konden niet anders dan het on
dersteunen zeide hij.
Het is zeker, dat de leden van het parle
ment niet gekozen zijn om de tegenwoordige
regeering aan het bewind te houden,
Het is duidelijk, dat als de tegenwoordige
regeering aftreedt, de partij, de van nature
en vanzelf de regeeringstaak moet aanvaar
den, die partij moet zijn, welke naar het le
dental het sterkst in de oppositie is. De toe
stand bij drie onafhankelijke en georgani
seerde partijen is, dat geen enkele partij
naar het ledental onbeteekenend is. dat geen
enkéle partij over een meerderheid beschikt,
wat tot nu toe zonder voorbeeld in de ge
schiedenis is. Doch onder deze omstandig
heden, hoe ongekend die ook zijn, heeft de
arbeiderspartij een absoluut en onbetwist
baar recht om aanspraak te maken op de re
geering.
Dit beteekent dat voor de eerste maal een
socialistische regeering de macht in handen
zal hebben.
Asquith was er van overtuigd, dat de
groote meerderheid van, zoo niet de geheele
liberale partij, het denkbeeld van een sa-
jnengaan tusschen liberalen en conservatie
ven om de arbeiders buiten het bewind te
houden, zal afwijzen, en hij had ook geen
reden om aan te nemen, dat eenig aanmer
kelijk deel van de conservatieve partij voor
een dergelijk samengaan was. Voorzoover
AMSTERDAM, 17 Jar;, Eieren. (Veiling
Prinsengracht.) Aanvoer 50.000 stuks. Kip
pen. Prijzen hoogste ƒ13, midden- 12
12.50, laagste 9. Har.del vlug.
BARNEVELD, 17 Tan. Pluimvee. Tam
me eenden 1.502.25. wilde eenden 0.9C
1, jonge hanen 1.75; oude hanen
f 1.50—2.25, jonge hennen .504, oude
kip oen 1.252.50, tamme duiven 23
0.28, vette ganzen 46, tamme konijnen
0.503, wilde konijnen 0.90—1, alles
per stuk.
Eieren 1112.75 per 100 stuks, aanvoer
100.000 bierhandel vlug.
HOOFDDORP, 17 Jan. Granen. Tarwe
oude'roode f 10—10.75, id. nieuwe witte
f 10.5011.50, rogge f 910, gerst chevalier
f 10.7511.75, wintergerst f 99.50, haver
f 9.7500.75, witte duiveboonen f 16.50—
18, paardeboonen f 1212.50, groene erw
ten f 2324, vale erwten f 2332, karwei
f 128132, geel mosterd f 2331, blauw
maanzaad f 35—39, koolzaad f 2021,
kanariezar.d f 1920 per 100 K.G.
MIDDELBURG. 17 Jan. Granen. Ter
Graanmarkt was de aanvoer redelijk. De
noteering is als volgt tarwe f 11.75—12.25,
witte boenen f 2036, ronde bruine boonen
f 3545, kroonerwten f 1923.50, maanzaad
f 3639, lange bruine boonen f 2037, alles
per 100 K.G.
UITHOORN, 17 Tan. Kaas. Op de markt
waren aangevoerd 46 partijen. Prijs Goud-
schc kaas 1ste soort f 6266, 2e soort f 58
61, zwaardere f 6669, Rijksmerk f 6068.
Handel ving.
ZWOLLE. 17 Jan. Huiden. Gedurend#
deze week worden de volgende prijzen be
steed Os- en koehuiden, pet K.G. 28
cent, stieren 34 cent, pinken 30 cent. De
handel was statiennair.
AMSTERDAM, 8 Jan. Aardappelen.
(Bericht v. d. makelaar Jac. Knoop). Zeeuw-
sche bonte f 8.509, Zeeuwsche blauwe
f 8.50, Zeeuwsche eigenheimers f 7.257.50.
Zeeuwsche industries f 6.507, Friesche
borgers f 77.50, Zeeuwsche eigenheimer
poters f 55.50, Zeeuwsche blauwe poters
f 55.50, Zeeuwsche bonte poters f 55.50,
Limhurgsche industries f 4.254.50, Drent-
sche eigenheimers 4.755.25, Drentsche
roode star f 55.50, Koinors f 77.50 per
H.L.
ASSEN, 16 Jan. Vee. Ter markt waren
aangevoerd 101 koeien, 18 varkens, 395 big
gen. Prijzen waren vette koeien f 210375
guste koeien f 180400 kalf koeien» f 225'
f 475 melkkoeien f 190- 125 vaarzen f 100
375 pinken f90170 kalveren f50—
80 drachtige varkens f80125 guste var
kens f 6090 biggen f 811 Londensche
varkens f 0.300.31 per K.G.
DELFT, 17 Jan. boter. Ter markt wares
v. te zamen 310 K.G. Prijs f 2.70
per K.G.
ELST, (Bet.) 16 Jan. Fruit Prijzen wa
ren voor 1ste Goudreinetten 2735, 2de
soort 1623, 3de srt 7 3/4—8 3/4, extra 30
48, 1ste Bellefleurs, 2833, 2de soort 15
24, extra 3641. Landsberger Reinetten
1326, Ananasreinetten 1926, Goudpar-
main 2728, Campagnezoet 1718, dubb.
Benderzoete 1721, Jasappels 1820, Gev-
rit koelofs 1821, Zoete Bellefleurs 1720,
Reinzoet 1519, Hu ;smans 12%14%,
Court Pendu 1923; Rabouwen 913%,
Boschappels 1932 ct., alles per Kilo.
Eieren 1010% ct. per stuk.
GOUDA, 17 Jan. Kaas. Aangevoerd 62
partijen le soort f 6264, 2e soort f 58—60,
rijksmerk f 63—68, zware f70. Handel vlug
HOORN, 17 Jan. Kaas. Aangevoerd 9 sta
pels fabriekskaas f 62, 2 st. boerenkaas f 55,
1 st. fabriekscommissie f 58, Totaal 12 stapels
wegende 10.260 K.G. Handel vlug.
GOUDA, 17 Jan. Boter, weinig aanvoer, han
del vlug, goebotpr 1.20—1,30; weiibolei
1,20—1.26.
Veemarkt. Melkvee goede aanvoer, handel
redelijk f 300400; veile varkens groote
aanvoer, handel vlug 3730 ct per half Kg.;
magere varkens groote aanvoer, handel stug
35-40 ct. per half Kg.; magere biggen groote
aanvoer, handel slug 1017 per stuk; vet'te
schapen redelijke aanvoer, handel flauw 34
—38 per luk; nuchtere kalveren goede aan
voer, handel flauw 1218 per stuk. Eieren
weinig aanvoer, handel flauw 10—12 per
100 stuks.
RIJKSZUIVEI.CONSULENTEN IN
ZUID-HOLLAND.
De directeur-generaal van den landbouw
brengt ter kennis vanbelanghebbenden dat,
met ingang van 1 Februari a.s. de splitsing
van de provincie Zuid-Holland ten behoeve
van den dienst der rijkszuivelconsulenten
in twee ambtskringen wordt opgeheven en
in die provincie wordt werkzaam gesteld
de rijkszuivelconsulent W. J. Huisman, met
behoud van zijn tegenwoordige standplaat»
Gouda (voormalig militair hospitaal).
Hollandse he tajereelen n it het begin
der vorige eeuw, J
DOOR
JOS. P. H. HAMERS
Tweede ingesloten brief bij dien van Mau-
Tits Alt aan Frederik Renberg, gezonden uit
Zevenaar, den 3den July 18....
HENDRIK BURNAGEL AAN
MAURITS ALT.
Amsterdam, den 26sten Juny 18..
Waarde Neef,
Weinig had ik, toen ik je mijn laatsten
brief zond, kunnen denken, je zoo spoedig
neer te moeten schrijven.
Ja Maurits, te moeten schrijven, zeg ik
want de zaak waarover ik je thans ga onder
houden, weegt mij te zwaar op het hart, om
je deze niet onverwijld mede te deelen en
voor zoover ge je in staat bevindt mij met
aad of daad bij te staan, je hulp daarbij in
te roepen.
Ik ben op dubbele manier het slachtoffer
van mijn goed vertrouwen of laat ik liever
zeggen iichtgeloovigheid geworden.
Weet dan Maurits, dat die zoogenaamde
mevrouw Palonnier, van wie ik je in mijn
vorigen brief schreef, een doortrapte bc^xeg-
ster, een heimelijke speelhuishotïdster is,
aan wier heische bedoelingen, ik, onwetend,
bijna de lieve Louise Dalman zou opgeof
ferd hebben, ware het niet,,dat zij, nog tijdig
genoeg en eerder dan ik, den strik, welke
haar door die ecriooze vrouw gespannen was,
gemerkt en haar in allerijl ontvloden is.
Ontvloden vraagt gijJa, maar ook mij,
ook mij is ze ontvloden en wat meer zegt,
mij verdacht houdende van deelgenootschap
en medeplichtigheid in den opzet, haar bij
iemand onder dak te brengen, tnet wie een
persoon die op zijn eer en goeden naam ge
steld is, niet in aanraking wenscht te komen.
O, dit vermoeden grieft mij diep in de ziel
Voorzeker moet dat schandelijk mensch
deze verdenking egens mij, in Louise heb
ben opgewekt en versterkt.
Eergisteren werd mij door een jongen, een
briefje gebracht van den volgenden inhoud
Mijnheer,
Toen ik U openhartig mijn omstandighe
den te kennen gaf en mij nadien aan Uw ge
leide toevertrouwde, hield ik u voor een man
van eer èn een rechtschapen mensch, en
dacht ik, dat gij de beginselen, die gij aan den
dag lcgdet, waarlijk zoudt bezitten. Of ik mij
daarin bedrogen heb, moge uw eigen geweten
beslissen
Ik zal u thans wel niet behoeven te zeggen,
of ik uwe oogmerken met mij doorgrond heb,
Niet alleen dat ik door brave menschen
voor die pseudo-mevrouw Palonnier ben ge
waarschuwd geworden, maar ook heb ik uit
het gedrag van deze vrouw, die speelhuis
houdster is, kunnen opmaken, dat u mij haar
als helpster in haar schandelijk bedrijf hebt
willen ter zijde stellen.
Foei mijnheer, handelt zóó de man, die
voorwendt achting voor deugd en godsdienst
te voeden O, wanneer gij nog niet zoo diep
verdorven zijt, als uw handelwijze met mij
aan den dag schijnt te leggen, dan vraag ik aan
uw eigen gevoelwat kon u toch bewegen,
om een ongelukkig, ouderloos meisje, onder
het voorkomen van vriendschap, bij zoo
iemand een te huis te bezorgen
Maar den hemel zij dank, dat ik nog tijdig
uw boozen opzet doorgrond heb. Ik doe U
door dezen weten, dat ik het huis, waar ge
mij bracht, verlaten heb en mij thans bij eer
zame lieden bevindt, die mij voor alle vervol
ging van uwen kant zullen weten te bescher
men.
Ik ben er echter op bedacht geweest, mijn
beugeltasch ten huize van uwe vriendin Pa
lonnier te laten. Daarin bevinden zich een
zilveren breikoker, schaar en knipje, een gou
den etui en dito vingerhoèd, waaruit ge U ge
makkelijk kunt vergoeden, hetgeen ge voor
mijn verblijf bij mevrouw Palonnier hebt
moeten betalen. Het valt mij hard mijnheer,
van deze voorwerpen, die mij aan mijn lieve
overleden ouders heriuneren, op zulk een
wijze te moeten scheiden, maar nog harder èn
onaangenamer zoude het mijwezen, iets, hoe
gering ook, aan U schuldig te blijven.
Ik vertrouw van U, dat, indien ge mij in
't vervolg mocht ontmoeten, gij bezorgd ge
noeg voor uw eigen eer zult zijn, om mij geen
moeite of grieven aan te doen, daar ge mij,
in het tegenovergestelde geval, noodzaken
zoudt, de hulp en tusschenkomst van uwen
principaal, den heer Van der Gaard, in te roe
pen.
Het is mij een raadsel mijnheer, hoe iemand
van Uwen smaak en fijn gevoel, dat gij toch
onmiskenbaar bezit, mij bij een vrouwsper
soon, hoedanig die zoogenaamde mevrouw
Palonnier is, intrek heeft kunnen laten ne
men.
Waarlijk, ik beklaag u, dat gij, met zulke
voortreffelijke hoedanigheden uitgerust, als
ik in u opmerkte, tot zoo iets beneden U
kondt afdalen.
Moogt gij eenmaal uit uw onzalige zelf
misleiding- en verblinding, tot betere in
zichten ontwaken.
Louis Dalman.
Maurits, ik stond als van den donder ver
plet. Nauwelijks kon ik mijn oogen gelooven.
Nadat ik het schrijven van Louise driemaal
had gelezen,' meende ik nog te droomen De
hemel is er getuige van, beminde neef, diep
treft 't mij, in Louise's oog een zoo geweten
loos booswicht te schijnen en ais een ont
maskerd huichelaar daar te staan. Die schan
delijke Palonnier moet haar in die dwaling
gestort hebben I
Van spijt en verontwaardiging was ik bui
ten mij zeiven. Mijn eerste stap was naar den
persoon te gaan, die met den man door wiens
aanbeveling wij dat wijf hadden leeren ken
nen een zekere Fachte, die zich thans el
ders bevindt in 'n nauwe vriendschaps
betrekking plagt te staan, en hem om ophel
dering te vragen, indien hij in staat was die
te geven.
Eer ik je méld, hoe ik bij hem slaagde,
moet ik je met een enkel woord iets zeggen
over de wijze, waarop ik aan die doortrapte
feeks ben gekomen.
Ik bevond mij namelijk in een letterkun
dig gezelschap, waarvan ook de genoemde
Fachte, tijdens zijn verblijf alhier, lid was.
Deze was de man, die ons op zekeren avond
terwijl de leden bijeen waren, een aandoenlijk
verhaal opdischte van een zekere officiers
weduwe van zijn kennis'dat was die Z.g.
mevrouw Palonnier die door een aaneen
schakeling van rampen en tegenspoeden, in
een zeer behoeftigen toestand was gebracht
en thans in kommervolle omstandigheden
verkeerde.
Nu ik alles doorzie, wordt het mij klaar,
dat deze Fachte een schijnheilige schurk is
geweest,, die met Palonnier onder één hoedje
speelde en ons een samenflansel van Iogens
op de geduldige mouv.' spelde, om dat wijf
ten koste van onze goedhartigheid, een ruim-
mer bestaan te bezorgen.
Het roerend tafereel, dat hij' ons, militairen,
van de omstandigheden dier zoogenaajnde
officiers-weduwe ophing, gepaard aan de
goede berichten, welke hij, te harer aanbe
veling, van haar gedrag en karakter, aan ons
mededeelde, maakte de deelneming en het
medelijden van allen gaande.
Toen de schurk merkte, dat aller gemoe
deren gunstig tot bereiking van zijn doel
gestemd waren, maakte hij van het oogenblik
gebruik, om 'n plan van inteekening voor te
stellen, waarin elk der leden van ons gezel
schap zou deelnemen, om voor de ongeluk
kige officiers-weduwe, uit de gezamenlijke
bijdragen, een vast jaarlij ksch inkomen te
verschaffen.
Die Fachte had mijn Iichtgeloovigheid der
mate weten te verschalken, dat ik een der
ijverigste voorsprekers en begunstigers van
zijn voorstel werd.
Ziedaar beste neef, waarom ik in mijn
vorigen brief meldde, dat mevrouw Palon
nier nog al eenige verplichting aan mij had.
Toen ik den gewezen vriend van Fachte
genoegzaam over de zaak had onderhouden.
gif hij mij te kennen, dat die looze schelm
ook hem dergelijke streken had gespeeld,
waarom hij alle betrekkingen met hem had
afgesneden verder bevestigde hij, dat Fach
te's voorgewer.de officiers-weduwe een slecht
mensch was. Hij had dit sinds lang geweten
en stond er over bevreemd, dat ik zulks nu
eerst was gewaar geworden.
Wat stond mij nu onverwijld te doen Ik
begaf mij naar mevrouw Palonnier. Zij tracht
te, het in 't geheim houden var, 'n speelhuis,
in 't eerst voor mij te bemantelen en wilde
voorgeven, dat juffrouw Dalman er met
een luitenant van door was gegaan. Op deze
valsche beschuldiging geraakte ik in hevige
drift. Ik waarschuwde de bedriegster, dat
zij zich niet langer ten nadeele van het meisje
zou hebben uit te laten of zich ooit aan mijn
eer te wagen, daar ik in dat geval, de ge
strengheid der wetten zou weten in te roepen.
Uit te vorschen, waar juffrouw Dalman
was gebleven en zich thans ophield, was mij
ondoenlijk doch ik deed mij de beugeltasch
met de zich daarin bevindende kostbaarhe
den, welke zij had achtergelaten, ter hand
stellen. Ik zal deze kleinooden in bewaring
houden, totdat het de Voorzienigheid be
haagt, den sluier van dit zonderlinge voorval
op te heffen, en mij in het oog van Louise vol
komen te kunnen rechtvaardigen.
Waar moet ik haar intusschen opsporen Ik
ben tè wel overtuigd, dat zij geen bekenden
had .in A'dam zij moet deze gedurende den
tijd van haar kortstondig verblijf alhier heb
ben opgedaan. Hoe g2arne wen chte ik haar
weder te vinden en de zaak in het ware dag
licht te stellen want Maurits, niets treft een
man van eer gevoeliger, dan zich op deze
wijze door een vrouw, aan wie hij hoogach
ting toedraagt, miskenu te zien.
Dan, dit is nog niet alles hoor dus verder.
Ook mijn Willempje is geheel van gedrag
jegens mij .veranderd. Wat daarvan de oor
zaak is, weet ik niet. Zoude zij van mijn ont
moeting met juffrouw Dalman iets vernomen
hebben Zou die listige Palonnier misschien
Maar daarvoor zal deze zich wel ge
wacht hebben. Ik moet derhalve vermoeden,
dat er gedurende mijn afwezigheid van hier,
terwijl tk mij oo r»<'s naar Noordhorn heb
bevonden, iets voorgevallen is, dat tct deze
omkeering heeft aanleiding gegeven. Maar
wat dan? Ik verklaar het niet te weten. Wat
zeg ik niet eenmaal te kunnen gissen. Hoe
dit zij, Willempje is in de verleden week naai
een buitenplaats in de nabijheid van Haar
lem vertrokken, alwaar zich thans een harer
vriendinnen bevindt. Het heet tot herstel
van hare gezondheid en om eens de buiten
lucht in te ademen, daar zij eenigen tijd licht
ongesteld is geweest.
Ik vernam dit eerst, nadat zij reeds ver
trokken was. Zij had juist een dag, dat ik mij
niet in de stad bevond, maar met eenige
kostleerlingen een uitstapje naar Muiderlerg
deed, tot hare afreize uitgekipt en eenvoudig,
zonder meer, een der meiden met hare groe-
tenis aan mij belast.
Hoe ik dit alles zal moeten zamenknoopen
Maurits, ik weet het niet. De tijd zal, hoop
ik, weldra een oplossing aan de hand doen.
Ik ben nochtans voornemens, Willempje
een ernstig woord te schrijven en haar over
dit zeldzaam en wonderbaar gedrag jegens
mij, met gepasten nadruk te onderhouden.
Wat dunkt je intusschen waarde neef, van
de omstandigheden, waarin ik mij gewikkeld
zie Het geval, zoo als het zich met juffrouw-
Dalman heeft toegedragen is zooals ge zuil
moeten erkennen van een alleszins teede-
ren aard voqr mij. Vurig wensch ik dus, mij
weldra met glans uit deze netelige zaak gered
te zien.
Kunt ge door je raad daartoe iets bijdragen,
verzuim dan niet, mij onverwijld te schrijven,
terwijl ook bovendien je antwoord, dat ik spoe
dig hoop te ontvangen, mij ten hoogste aac
genaam zal wezen.
Na hartelijken groet ben en blijf ik, met
ongeveinsde achting,
je toegenegen neef
Hendrik Bumagel,