Van Wet en Wetgeving.
BUITENLAND
QNXE
i
Hei roode testament.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Vierde Blad - Zaterdag 26 Januari 1924
De wettelijke regeling van 't levensverzekeringsbedrijf.
De nieuwe Engelsche regeering zal de betrekkingen met Rusland her
vatten. De ontreddering op de Engelsche spoorwegen blijft groot.
De Pruisische staatsmijnen in particulier bezit. De corruptie in Tsjecho-
Slowakije door den Senaatspresident.
Onder de Telegrammen: Rechberg's schadevergoedingsplan door den
Aartsbisschop van Keulen aanbevolen. Een nieuwe behandeling van
het Ruhr-probleem door de nieuwe Britsche regeering. Een be
moedigende rede van Barthou. Weer een separatistisch leider dood
geschoten. Petrograd wordt Leningrad.
Pluimveetentoonstelling te Haarlemmermeer.
Pluimveetentoonstelling te Haarlemmermeer.
FEUILLETON.
Er zullen weinig bedrijven zijn, waarbij
sen zoo groote schare van menschen inten
sief belang heeft als de levensverzekerings-
oedrijven. De rijke brengt er een gedeelte van
rijn overvloed maar ook de minder gesitueer
de brengt hetgeen hij kan missen voor zijn
moeizaam verdiende gelden, op dat wanneer
hij ontijdig wordt opgeroepen, de zijnen niet
broodeloos zouden staan. En zeer zeker zijn
er zeer velen en zij behooren ongetwijfeld
tot de besten der maatschappij die op al
les en nog wat moeten besparen om hun pre
mie voor levensverzekering te kunnen be
talen, wier leven zich beweegt op den rand
van het gebrek, omdat van hunne inkomsten
de premie voor levensverzekering af moet.
Het is dus een zeer groot maatschappelijk
belang, dat de levensverzekeringsmaatschap-
Eijen op een solieden basis steunen en dat het
eheer dier maatschappijen geschiedt op een
wijze, die waarborgt, dat een debacle men-
schelijkerwijze gesproken uitgesloten is.
Waar het particulier initiatief hier intus-
schen machteloos staat, is het noodig, dat de
Staat ingrijpt. En de Staat heeft dan ook in
gegrepen. Alleen heeft de Staat wat lang ge
wacht met afdoende in te grijpen ware de
kortelings tot stand gekomen wet op het Le
venverzekeringsbedrijf een tiental jaren eer
der in het Staatsblad verschenen, wellicht
waren déconfitures als van de „Aigemeene"
en de „Kosmos" nog te voorkomen geweest.
Maar wij houden er hier in Holland nu een
maal van om een put te dempen, als er één of
meer kalveren verdronken zijn.
Al heeft het ook lang geduurd, vooraleer
tene behoorlijke wettelijke regeling van het
Levensverzekeringsbedrijf tot stand kwam,
dat neemt niet weg dat deze materie reeds
zeer geruimen tijd de aandacht heeft gehad
van bestuurderen en regeerders van ons va
derland. Reeds bij Koninklijk Besluit van 16
16 Juni 1830 (Stbl. 54) en enkele daarop vol
gende besluiten werden bepaalde regelen ge
steld) aangaande levensverzekeringsbedrij-
ven, doch bij arrest van 12 April 1880 ont-
tegde de Hooge Raad verbindende kracht aan
de ter zake genomen besluiten, zoodat zij
hunne beteekenis als wettelijke regeling ver
loren.
Herhaaldelijk zijn sindsdien pogingen aan
gewend om tot wettelijke regeling der bespro
ken materie te geraken, doch aanvankelijk le
den die pogingen zonder uitzondering schip
breuk. Wel was de overtuiging algemeen, dat
wettelijke voorziening noodzakelijk was,
doch omtrent den inhoud dier voorziening
waren de Igevoelens zeer verdeeld, en
wellicht was dat de aanleiding van de wei
nige doortastendheid der Regeering om met
spoed een wettelijke regeling tot stand te
brengen.
Zooals boven reeds gememoreerd, waren
wij in 1880 tengevolge van het arrest van
den Hoogen Raad gespeend van elke wet
telijke voorziening van het Levensverzeke
ringsbedrijf. Dit gaf de Regeering in 1883
aanleiding om een Staatscommissie te benoe
men, die haar omtrent deze aangelegenheid
van advies zoude dienen. Daarmede hing de
Zaak voorloopig aan den kapstok. Op 15 Mei
1885 bracht de Staatscommissie verslag uit.
Op dit verslag kon wel een poosje worden ge
teerd, want de zaak was voor eenigen tijd van
de baan.
In 1892 bleek een nieuwe kapstok ge-
wenscht. En dit maal was het een goede kap
stok, want het duurde tot 27 Februari 1897
vooraleer de Staatscommissie, benoemd bij
Koninklijk Besluit van 4 April 1892, aan de
Regeering haar rapport uitbracht. Ook dit
rapport bleef zonder praktisch resultaat.
Eindelijk werd in 1912 men zie, hoe
langzaam de wettelijke molen hier maait
een meer ernstige poging ondernomen. Bij
Koninklijke Boodschap van 12 Juli 1921 werd
zan de Staten-Generaal een ontwerp van wet,
regelende het levensverzekeringbedrijf, aan
geboden. Over dit ontwerp werd den 26 Ja
nuari 1914 door de Commissie van Rappor
teurs uit de Tweede Kamer Voorloopig ver
slag uitgebracht. In dit Voorloopig Verslag
werden tegen het door de Regeering ingedien
de ontwerp velerlei bezwaren ten berde ge
bracht. Of het lag aan deze veelvuldige be
zwaren of aan den kort nadien uitgebroken
wereldoorlog weten wij niet, maar één ding
is zeker, de Regeering Cort van der Linden
Jiet het voorloopig verslag der Tweede Kamer
onbeantwoord en de wettelijke regeling van
het Levensverzekeringsbedrijf was weder
voor een tijdje van de baan.
Zoo stonden de zaken toen in het najaar
van 1918 het ministerie Ruys de Beeren-
brouck optrad, met als minister van Justitie
de heer Heemskerk, onder wiens Ministerie
het regeeringsontwerp, in 1912 aan de Sta
ten-Generaal aangeboden, was geconcipieerd.
In dit verband zij er den lezer op gewezen,
dat de uitvoering van de wet op het levens
verzekeringbedrijf berust bij het Departe
ment van Justitie. Reeds in het eerste begin
van 1919 benoemde de Regeering eene com-
mis.i», onder voorzi:terschap van den beken
den deskundige op levensverzekering gebied,
den heer J. W. Niemeijer, welke commissie
tot taak had de bezwaren te onderzoeken die
in de Tweede Kamer waren gerezen tegen
het door de Regeering in 1912 ingediende
ontwerp van wet. Deze commissie, de juist
heid erkennende van de grondbeginselen
neergelegd in het door de Regeering aange
boden ontwerp, meende toch dat zoo diep in
grijpende wijzigingen in dit ontwerp noodza
kelijk waren, dat zij er de voorkeur aangaf
een nieuw ontwerp samen te stellen. Dit ont
werp werd de Regeering in November 1920
ingezonden.
Intusschen was, in verband met de penible
financieele omstandigheden waarin de „Ai
gemeene" en de „Kosmos" verkeerden, on
middellijk ingrijpen der Regeering noodza
kelijk om ander nadeel voor de betrokken
polishouders te voorkomen. Op 29 April
1921 Stbl. 695 kwam dan ook eene noodwet
tot stand, welke noodwet in hoofdzaak be-
stond uit een insolventie-regeling, d.w.z. deze
'noodwet hield maatregelen in, die zouden
worden toegepast, wanneer de financiën
va» eene of andere maatschappij niet meer
in orde waren. Nadat de door de Regeering
benoemde commissie haar ontwerp had aan
gevuld met eene insolventie-regeling in den
zelfden geest als in de noodwet van 1921
vervat, heeft de Regeering 't door de Com
missie ingediende ontwerp nagenoeg onver
anderd overgenomen. Vrij spoedig vond het
zijn weg naar het Staatsblad. 22 December
1922 werd de wet tot regeling van het Le
vensverzekeringbedrijf door de Koningin be
krachtigd en in Staatsblad 716 van dat jaar
opgenomen 15 November 1923 is de wet
in werking getreden.
De inhoud der wet zullen wij een volgende
maal bespreken.
De Enge'.sche betrekkingen
met Rusland.
Volgens de „Daily Express" is MacDo-
nald voornemens een commissie van onder
zoek naar Moskou te zenden, teneinde na te
gaan met wie de hervatting der betrekkingen
moet worden besproken. O'Grady zal naar
Moskou vertrekken als gezant.
MacDonald bracht Donderdag het groot
ste deel van den dag door op het Foreign Of
fice, waar hij de Russische quaestie met de
permanente ambtenaren besprak. O'Grady
en Rakofsky, de Russische handelsafgevaar
digde, woonden de besprekingen bij. Vol
gens de „Daily News" zal Mac Donald Rus
land waarborgen vragen, ten aanzien van
de propaganda.
De spoorwegstaking in
Engeland.
Een draadloos bericht uit Londen meldt,
dat de onderhandelingen op een dood punt
zijn gekomen. De treindienst is iets ver
beterd, maar de ontreddering in het handels-
verkeer wordt grooter.
De Great-Western, die Maandag 1300
personen- en goederentreinen liet loopen,
kon er Woensdag 2500 laten rijden. Maar
de dienst is toch nog ver onder normaal.
Tienduizenden arbeiders zijn buiten werk.
In Zuid-Wales is de toestand het ergst. De
arbeid in de meeste kolenmijnen daar ligt stil
en vele fabrieken zijn gesloten. Meer dan
100.000 man zijn werkeloos. De boottreinen
voor Hoek van Holland en Antwerpen
functioneeren nog. De treinboot voor Vlis-
singen zal de passagiers te Folkestone ont
schepen dan naar Dov:r varen' om de pa. -
sagiers voor Holland in te nemen.
De officieele Britsche draadlooze dienst
seint nog, dat er tusschen de spoorwegdirec
ties en den machinistenbond een cortespon-
dentie is gevoerd over de uitspraak van den
loonraad. De machinistenbond wilde daar
over nog onderhandelen, maar de directies
waren niet van zins om over een revisie van
deze uitspraak te confereeren.
Op verzoek van den premier zal de nieuwe
minister van Arbeid, Shaw, een rapport
over den toestand uitbrengen, als bron van
inlichtingen voor het kaninet. Een speciaal
ingestelde commissie uit het bestuur der
vakvereenigingen houdt bijna permanent
zitting voor het geval zij van nut mocht
zijn.
Het H, N. deelt uit Londen nog over
het rapport door minister Shaw uit te bren
gen, mee Dit rapport wordt ten spoedigste
verwacht, naar men hoopt nog voor het
einde der week, hetgeen zeer goed mogelijk
is, daar de inhoud der gevoerde onderhan
delingen aan verschillende leden van het
kabinet zooals Thomas en Henderson reeds
bekend is. Vermoedelijk zal het in te dienen
rapport als basis dienen voor een aanbod to
bemiddeling.
Gisteren hebben de leden van den Natio-
nalen Bond van Spoorwegpersoneel te Huil,
welke zich bij de staking hadden aangesloten,
ten getale van driehonderd, den arbeid her
vat. Ook wordt gemeld, dat de stakers der
beide bonden in de centra Newcastle en
Liverpool den arbeid hervatten, terwijl
daarentegen uit Carlisle wordt gemeld, dat
een vijfhonderdtal leden van den Nationalen
Bond zich bij de stakers aansloten. Ge
vreesd wordt, dat de staking te Carlisle zich
tot het stationspersoneel zal uitbreiden, in
dien het geschil niet spoedig wordt beslecht.
De separatistische bewe
ging.
De separatisten hebben alle bladen voor drie
dagen verboden, daar zij een vlugschrift.heb-
ben gepubliceerd, waarin zij protesteeren
tegen het inbreuk maken op de persvrijheid
door de z.g. autonome regeering.
Te Lauterrecken is het bij een betooging
van de bevolking tegen de separatisten tot
een vechtpartij gekomen, waarbij de separa
tisten blindelings op de menigte vuurden.
Fransche gendarmen kwamen de separa
tisten te hulp, terwijl des avonds te hunner
bescherming Marokkaansche troepen kwa
men.
Werkloozenondersteuning
in Duitschland.
Om de financieele lasten der openbare li
chamen voor de werkloozenondersteuning
te verlichten, had de minister van arbeid op
15 October een verordening uitgevaardigd
inzake het opbrengen der middelen daartoe
door werkgevers en arbeiders. In het onbe
zette gebied heeft deze verordening reeds
goede resultaten opgeleverd.
In het bezette gebied evenwel is de uit
voering der verordening nog steeds niet moge
lijk geweest wegens het gebrek aan medewer
king der Rijnland-commissie, die de inwer
kingtreding om niet bekende redenen heeft
uitgesteld.
De Pruisische staatsmij
nen.
De Pruisische Landdag heeft de verorde
ning goedgekeurd inzake de overdracht van
het bestuur en de exploitatie der staatsmij
nen aan een vennootschap op aandeelen.
Een nieuw conflict in
Thuringen.
In Thüringen is een nieuw conflict uitge
broken tusschen de regeering en de militaire
autoriteit, waardoor voor de zooveelste maal
de aandacht wordt gevestigd op de kwestie
van de wenschelijkheid den staat van beleg
op te heffen.
Volgens de „Vorwarts" heeft de militaire
bevelhebber in Thüringen, generaal Hasse-
onder verwijzing naar de betreffende beschik
king van den minister van landsverdediging'
de Thuringsche regeering dringend verzocht
hem van te voren te kennen in de afkondi
ging van verordeningen, noodregehngen en
maatregelen van aigemeene beteekenis. Te
vens verzocht de generaal de regeering hem
niet in de noodzakelijkheid te brengen, even
tueel toch afgekondigde verordeningen op te
heffen en maatregelen te treffen tegen de
betrokken autoriteiten.
De Thuringsche regeering heeft geant
woord, in deze houding een door niets ge
rechtvaardigde inmenging in het landsbe
stuur te zien. Tevens heeft zij zich tot den
rijkskanselier gewend met een scherp protest
tegen het optreden van den generaal, dat in
rechtstreekschen strijd wordt geacht te zijn
met het resultaat van de onderhandelingen,
onlangs te Berlijn gevoerd en blijkbaar be
doeld, om.op deze wijze 'n „rijkscommissaris"
aan de Thuringsche regeering op te dringen.
Deze wijst op de gevaren van zulk optreden
en betoogt, dat het beste middel om erger te
voorkomen, is den geheelen militairen staat
van beleg op te heffen.
Het aftreden van den
Tsjechischen Senaats
president.
Met het, gisteren vermelde, aftreden van
den president van d_n senaat Prasjek, is de
eerste episode afgesloten van een corruptie-
geschiedenis, welke reeds eenigen tijd de ge
moederen bezig houdt en die de aigemeene
aandacht trek sinds president Masaryk op
de Nieuwjaarsreceptie weigerde den presi
dent van den Senaat toe te staan zijn geluk-
wenschen aan te bieden. Nadien werd het
„spiritus-Panama" hèt onderwerp van den
dag. Het fijne van de zaak is niet bekend,
maar men schijnt aan te nemen, dat Prasjek
met de gelden van den door hem gestichten
agrarischen „spiritusbond", een der machtig
ste agrarische lichamen van de republiek,
verschillende partijen van de nationale coalitie
heeft omgekocht, waartegenover voordeelen
van den boud op belastinggebied stonden.
Voorzitter van den bond was de president
van den Senaat Prasjek, terwijl de minister
president Svehla president van de agrarische
partij is, waarvan ook Prasjek lid is. Het be
stuur van de agrarische partij heeft thans
Prasjek doen begrijpen, dat hij de conse
quenties uit de hoogst pijnlijke situatie moest
trekken, met het gevolg, dat deze thans als
president van den Senaat is afgetreden hij
behoudt echter zijn functie van senator, zoo
dat het hem mogelijk is in de politiek te blij
ven in afwachting van den verderen gang
van zaken, terwijl de soc. partijen, die het
aftreden van Prasjek eischten, hun zin hebben
gekregen. Prasjek staat in zooverre sterk, dat
de parlementaire commissie van onderzoek
in de zaak verklaard heeft, dat zijn eer onaan
getast is, zoodat het heet, dat hij met zijn af
treden een „persoonlijk offer" heeft gebracht.
Dezer dagen is de soc. „Pravo Lidu" met
een sensationeele onthulling gekomen, door
de publicatie van een brief, door den broeder
van den Senaatspresident, Wenzel Prasjek be
gin Augustus'14 aan de keizerlijke kabinets
kanselarij geschreven, waaruit zou volgen,
dat hij aanbood Weenen op de hoogte te hou
den an hvetgeen er in Tsjechische kringen
omging.
Terwijl de schrijver van den brief tegen de
„Pravo Lidu" een vervolging heeft doen in
stellen, deelt de Senaatspresident in de pers
DE PRACTISCHE ANNIE.
Vrijer: „Geloof me, Annie, ik zou voor j*
door een vuur loopen."'
Annie: „Zeg, ga liever door die kamer naar
de andere en vraag het mijn vader."
EXCUUS.
Een man kwam met een gnoote buil or,
zijn hoofd op het politiebureau.
„Bent u getrouwd?" vroeg de inspect-.".;
„Nee," zei de man verontschuldigend. -Ik
ben van de trap gevallen.
LACONIEK.
Vader (een rijk man. tot den sollicitant
naar de hand van zijne dochter): „U houdt
dus veel van mijne dochter?Bezit u
ook sermogen?"
SolKdtant: „Neen, niets..
Vader: „O, dan houdt u eigenlijk veelaa
mij."
mee, met'zijn broer geen betrekkingen te on
derhouden, nooit met hem over politiek tc
hebben gesproken, en in politiek opzicht an
ders georiënteerd te zijn.
Daar de toenmalige directeur van de rijks
kanselarij verklaard heeft niets van een
danigen brief af te weten en aat aeze, zo:
ontvangen is, in het archief is gelegd, wor.
thans aangedrongen op een onderzoek van
het Weensche archief door een onpartijdige
commissie, en op publicatie van het gevonden
materiaal.
Het z.g. spiritus schandaal kan dus, be
halve voor de politieke verhoudingen in Tsjc-
cho-Slowakije (reeds wordt Prasjek het voor
nemen toegeschreven een eigen partij te
stichten en de bestaande coalitie omver te
werpen, waarvan een regeeringscrisis en Wit
licht verkiezingen het uitvloeisel kunnen
zijn) ook nog ten gevolge hebben, dat meer
licht wordt geworpen op de Tsjechisch:
nationale beweging tijdens den oorlog en de
verhoudingen tusschen Praag en Weenen i:?
den laatsten tijd van het leven van de dubb'
monarchie.
De dood van Lenin.
Morgen, Zondag, zal de begrafenis van Le
nin te Moskou plaats hebben.
Talrijke delegaties uit alle deelen des lande
hebben zich reeds op weg naar Moskou De-
geven om deze plechtigheid bij te wonen.
Kalinin, Kamenew en de andere leiders
der communistische partij, die onder Lenin
gewerkt hebben, ontvangen nog vele .ne
grammen van deelneming van verschillende
regeeringen en officieele lichamen uit het
buitenland.
Fred. Adler heeft namens de tweede in
ternationale een telegram gezonden van den
volgenden inhoud
„Ontvangt mijn oprechte gevoelens van
deelneming bij het overlijden van den groo-
ten meester en werker voor de arbeiders, Le
nin. Zijn heengaan is een groot verlies voor
het geheele proletariaat, ook buiten Rusland."
Voorts zijn een onnoemelijk aantal kran
sen aan het vakvereenigingsgebouw ontvan
gen.
Te Edam waar de malaria meer dan ergens anders
fceerscht, worden ernstige maatregelen genomen om
lese te bestrijden. Het desinfectiemiddel wordt in
hoenderhokken gespoten.
Het geboortehuis van Mgr. A. v, Velsen, wiens portreet wij reeds publiceerden, te Overveen a.d. Houtvaart, annex kantoor
en bloembollenmagazijn van wijlen Mgr. vader.
De spoorwegstaking te Engeland kan Eng duren,
daarom worden studenten van de technische scho
len ingewijd in de geheimen ran het machinisten-
beroep om als werkwilligen hen over te nemen.
liaan van M. W. v. d. Schans te Bovenkerk.
Mr. John Bromley (rechts) en Mr. d. T. Cramp
(links), vooraanstaande leiders van het Engelsche
spoorwegpersoneel, waarvan een belangrijk
gedeelte thans in staking is.
i ir.qe van de nieuwe R.-K.
Kerk te Beverwijk aen de Brcestraat, De kerk
wordt toegewijd aan St. Agatha, de patroonheilige
van Beverwijk. Zooals op de ioto is te zien, wordt
dit kerkgebouw een sieraad van Kennemerland.
De kerk zal hopelijk einde Maart voltooid zijn.
Fraaie Indische loopeenden van den heer Biesheuvel Jr., die bekroond
werden met een Isten en tweeden prijs.
72.
Raymond ging naar de prefectuur en liet
zich aandienen.
„U komt naar mijn bevelen hooren, mijn
heer Fromental?"
„Ja mijnheer, en ik kan u tegelijkertijd
•en tfelukkig nieuws mededeelen"
..Wat?"
„Wij hebben den boekenkoopman uit de
Guenegaudstraat."
„Antoon Fauvel?"
„Ja mijnheer."
„Heeft hij zich zonder tegenstand laten
•rresteeren?"
„De ongelukkige was buiten staat zich te
verweren
„Hoe dat?"
„Hij is dood."
„Dood?"
„Ja, verdronken.... Hier is het proces
verbaal, waarin vermeld staat, dat hij van
morgen uit de Seine is opgevischt in mijn
tegenwoordigheid
De chef zag het proces-verbaal in.
„Denkt u, dat het een vrijwillige dood is
geweest?"....
„Op die vraag zou ik u geen antwoord
kunnen geven."
I „Droeg het lijk sporen van mishandeling?"
1 „Ik heb het lijk slechts oppervlakkig
onccrzocht, doch ik heb niets gevonden, dat
die veronderstelling waarschijnlijk zou ma
ken"..
„Zou Fauvel dan zelfmoord gepleegd heb
ben?"
,,'t Is niet zeker, doch wel waarschijn
lijk.... Toen hij hoorde, dat zijn spel ver
loren was, heeft hij zelfmoord boven de
gevangenis verkozen"
„Dat kan wel, maar als 't bewezen was,
dat hij geld bij zich had, zou hij het slacht-
offer van roovers geworden kunnen zijn"
Raymond schudde ontkennend het hoofd.
„Het lijk is gevonden met alle voorwer-
j pen van waarde, zooals een horloge, ring
'en een som gelds.... Van diefstal kan dus
niet gesproken worden"....
„Is u volkomen zeker, dat het Antoon
Fauvel is?"
„Ja, volkomen zeker.... Ik ben den dag
voor de huiszoeking bij hem geweest, en heb
zijn gelaatstrekken zorgvuldig bestu
deerd.... Ik heb hem vanmorgen beslist
herkend".
„In het proces-verbaal staat niet vermeid,
dat er papieren op hem bevonden zijn"....
„Die zijn er ook niet gevonden.... Bo
vendien, als u er aan twijfelt of de drenke
ling Antoon Fauvel is, kunt u zich gemak
kelijk van de waarheid overtuigen."
„Hoe?"
„Door zijn medeplichtigen en zijn familie
leden met het lijk te confronteeren".
„Die confrontatie moet geschieden.... Ik
zal den dokter waarschuwen, die het lijk
moet onderzoeken"....
Een half uur later waren zij met z'n drieën
in het lijkenhuis.
De geneesheer beschouwde het gelaat.
„U zegt, dat die man uit de Seine is op
gevischt?"
„Ja, mijnheer, onder mijn oogen is hij uit
het water gehaald."
„Hij is toch niet in hét water gestorven."
„Wat!?"
„Neen.... Hij was dood, vooraleer hij in
het water werd geworpen"....
„Er is toch geen spoor van verwonding,"
merkte de chef op.
„Dat weet u nog niet. Dat zullen we
nog onderzoeken moeten."
XXVI.
De dokter ging tot een nauwkeurig on
derzoek over. Geen spoor van wonde of
geweldpleging was te vinden.
De dokter stond in gedachten verzonken,
het voorhoofd fronsend.
Hij lichtte de ledematen op.
De gewrichfen hadden nog dezelfde veer
kracht als tijdens het leven.
„Eigenaardig, zeer eigenaardig," mom
pelde de chirurg.
„Wat, dokter?"
„Het lijk heeft minstens drie dagen in het
water gelegen, en toch is geen teeken van
opzwelling of ontbinding te vinden.... De
huid is overal doorschijnend.... 't Is eigen
aardig.... Ik zal het bloed moeten onder
zoeken."
Hij probeerde eenig bloed af te tappen.
De slagaders waren leeg....
„Wat moet dat beteeken en?"' riep Ray
mond.„Die man heeft geen druppel
bleed meer in het lichaam"....
11§ onverklaarbaar," mompelde dokter.
Hij onderzocht het hoofd en de hals en
plotseling maakte hij een gebaar van ver
rassing.
Aan den hals had hij een kleine streep
van twee a drie centimeter lengte ontdekt.
„Hier heeft u de oplossing van het raad
sel.... Zie maar"
„Dat is een wonde." zeide de chef.
„Ja mijnheer.... Die man is ver
moord"
„Kan hij zich niet bij toeval verwond
hebben?"
„OnmogelijkMen heeft hem eenvou
dig laten doodbloedenIn de slagader is
een lange snede gemaakt, waardoor al het
bloed uit het lichaam is geloopen.... Die-
ongelukkige heeft te doen gehad njet
iemand, die de chirurgie wel kende"....
„Is u daar zeker van, dokter?"
„Volkomen zeker ....Ik had de snede
niet beter kunnen aanbrengen.... Wie zou
die misdaad gepleegd kunnen hebben?"
„En met welk doel?" mompelde de
chef.
„Een van zijn medeplichtigenkon er,
in de vrees, ontdekt te worden, belang
bij gehad hebben, hem tc dooden." merkte
Raymond op
„Dan is die medeplichtige een bekwaam
chirurg.... 'tls een zonderling geval....
Is die man herkend?"
„Ja," beaamde Raymond.
Op dat oogenblik werden dc medeplichti
gen van Fauvel voorgebracht.
Alle drie herkenden zij zonder aarzelen
den boekenkoopman uit de Guenegaud
straat.
Er was geen twijfel meer mogelijk.
De dokter maakte zijn verklaring op en
liet die teekenen.
Dc chef der prefectuur ging weg en Ray
mond ging met hem medeHij wilde hem
spreken.
Hij wilde hem voor eenige weken verlof
vragen, als dat mogelijk was.
Daarenboven was de toestand nu niet
dezelfde.
Zijn opdracht was klaar, nu men wist,
wat er met Fauvel was gebeurd en men
hem dood in handen had. Hij was dus van
meening, dat zijn verzoek nu meer kans
had, ingewilligd te worden.
Een eindweegs liepen ze zwijgend naast
elkander voort.
.Mijnheer.... zou ik vandaag geluk
kiger zijn dan gisteren?" begon Raymond.
„Gelukkiger, mijnheer Fromental,.... hoe
bedoelt u dat?"
„U herinnert zich misschien nog mijn
verzoek?"
„Ha, ja.... dat verlof.... U is er nog
al op gesteld."
„Zeer, mijnheer. Als ik hel zou krijgen,
zou ik u er zeer dankbaar voor zijn"
„Ik wil wel aan uw verzoek voldoen,
maar onder zekere voorwaardenIk
geef u veertien dagen verlof, maar behoud
mij het recht voor u te laten roepen, als
ik u noodig mocht hebben"
„U doet, wat u kunt, mijnheer, en ik ben
er u dankbaar voor"
Raymond nam afscheid en keerde naar
huis terug.
In het huis in de Miromesnilstraat heersch-
te in dien .morgen een ongewone bedrijvig
heid.
Er was bekend gemaakt, dat op dien dag
dokter Thompson zijn kliniek voor de pa
tiënten zou openstellen en alles deed ver
onderstellen dat de toeloop van zieken en
nieuwsgierigen bijzonder groot zou zijn.
Reeds vroeg in den morgen wachten me'?
dan twintig personen in de wachtkav»»
om toegelaten te worden.
Deze kamer, ruim en prachtig gemeubi
leerd, ontving haar licht door hooge bree-
de vensters met zware gordijnen gedra
peerd.
(Wordt vervolgd.)
i