Van Wet en Wetgeving. BUITENLAND QNXE i Hei roode testament. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Vierde Blad - Zaterdag 26 Januari 1924 De wettelijke regeling van 't levensverzekeringsbedrijf. De nieuwe Engelsche regeering zal de betrekkingen met Rusland her vatten. De ontreddering op de Engelsche spoorwegen blijft groot. De Pruisische staatsmijnen in particulier bezit. De corruptie in Tsjecho- Slowakije door den Senaatspresident. Onder de Telegrammen: Rechberg's schadevergoedingsplan door den Aartsbisschop van Keulen aanbevolen. Een nieuwe behandeling van het Ruhr-probleem door de nieuwe Britsche regeering. Een be moedigende rede van Barthou. Weer een separatistisch leider dood geschoten. Petrograd wordt Leningrad. Pluimveetentoonstelling te Haarlemmermeer. Pluimveetentoonstelling te Haarlemmermeer. FEUILLETON. Er zullen weinig bedrijven zijn, waarbij sen zoo groote schare van menschen inten sief belang heeft als de levensverzekerings- oedrijven. De rijke brengt er een gedeelte van rijn overvloed maar ook de minder gesitueer de brengt hetgeen hij kan missen voor zijn moeizaam verdiende gelden, op dat wanneer hij ontijdig wordt opgeroepen, de zijnen niet broodeloos zouden staan. En zeer zeker zijn er zeer velen en zij behooren ongetwijfeld tot de besten der maatschappij die op al les en nog wat moeten besparen om hun pre mie voor levensverzekering te kunnen be talen, wier leven zich beweegt op den rand van het gebrek, omdat van hunne inkomsten de premie voor levensverzekering af moet. Het is dus een zeer groot maatschappelijk belang, dat de levensverzekeringsmaatschap- Eijen op een solieden basis steunen en dat het eheer dier maatschappijen geschiedt op een wijze, die waarborgt, dat een debacle men- schelijkerwijze gesproken uitgesloten is. Waar het particulier initiatief hier intus- schen machteloos staat, is het noodig, dat de Staat ingrijpt. En de Staat heeft dan ook in gegrepen. Alleen heeft de Staat wat lang ge wacht met afdoende in te grijpen ware de kortelings tot stand gekomen wet op het Le venverzekeringsbedrijf een tiental jaren eer der in het Staatsblad verschenen, wellicht waren déconfitures als van de „Aigemeene" en de „Kosmos" nog te voorkomen geweest. Maar wij houden er hier in Holland nu een maal van om een put te dempen, als er één of meer kalveren verdronken zijn. Al heeft het ook lang geduurd, vooraleer tene behoorlijke wettelijke regeling van het Levensverzekeringsbedrijf tot stand kwam, dat neemt niet weg dat deze materie reeds zeer geruimen tijd de aandacht heeft gehad van bestuurderen en regeerders van ons va derland. Reeds bij Koninklijk Besluit van 16 16 Juni 1830 (Stbl. 54) en enkele daarop vol gende besluiten werden bepaalde regelen ge steld) aangaande levensverzekeringsbedrij- ven, doch bij arrest van 12 April 1880 ont- tegde de Hooge Raad verbindende kracht aan de ter zake genomen besluiten, zoodat zij hunne beteekenis als wettelijke regeling ver loren. Herhaaldelijk zijn sindsdien pogingen aan gewend om tot wettelijke regeling der bespro ken materie te geraken, doch aanvankelijk le den die pogingen zonder uitzondering schip breuk. Wel was de overtuiging algemeen, dat wettelijke voorziening noodzakelijk was, doch omtrent den inhoud dier voorziening waren de Igevoelens zeer verdeeld, en wellicht was dat de aanleiding van de wei nige doortastendheid der Regeering om met spoed een wettelijke regeling tot stand te brengen. Zooals boven reeds gememoreerd, waren wij in 1880 tengevolge van het arrest van den Hoogen Raad gespeend van elke wet telijke voorziening van het Levensverzeke ringsbedrijf. Dit gaf de Regeering in 1883 aanleiding om een Staatscommissie te benoe men, die haar omtrent deze aangelegenheid van advies zoude dienen. Daarmede hing de Zaak voorloopig aan den kapstok. Op 15 Mei 1885 bracht de Staatscommissie verslag uit. Op dit verslag kon wel een poosje worden ge teerd, want de zaak was voor eenigen tijd van de baan. In 1892 bleek een nieuwe kapstok ge- wenscht. En dit maal was het een goede kap stok, want het duurde tot 27 Februari 1897 vooraleer de Staatscommissie, benoemd bij Koninklijk Besluit van 4 April 1892, aan de Regeering haar rapport uitbracht. Ook dit rapport bleef zonder praktisch resultaat. Eindelijk werd in 1912 men zie, hoe langzaam de wettelijke molen hier maait een meer ernstige poging ondernomen. Bij Koninklijke Boodschap van 12 Juli 1921 werd zan de Staten-Generaal een ontwerp van wet, regelende het levensverzekeringbedrijf, aan geboden. Over dit ontwerp werd den 26 Ja nuari 1914 door de Commissie van Rappor teurs uit de Tweede Kamer Voorloopig ver slag uitgebracht. In dit Voorloopig Verslag werden tegen het door de Regeering ingedien de ontwerp velerlei bezwaren ten berde ge bracht. Of het lag aan deze veelvuldige be zwaren of aan den kort nadien uitgebroken wereldoorlog weten wij niet, maar één ding is zeker, de Regeering Cort van der Linden Jiet het voorloopig verslag der Tweede Kamer onbeantwoord en de wettelijke regeling van het Levensverzekeringsbedrijf was weder voor een tijdje van de baan. Zoo stonden de zaken toen in het najaar van 1918 het ministerie Ruys de Beeren- brouck optrad, met als minister van Justitie de heer Heemskerk, onder wiens Ministerie het regeeringsontwerp, in 1912 aan de Sta ten-Generaal aangeboden, was geconcipieerd. In dit verband zij er den lezer op gewezen, dat de uitvoering van de wet op het levens verzekeringbedrijf berust bij het Departe ment van Justitie. Reeds in het eerste begin van 1919 benoemde de Regeering eene com- mis.i», onder voorzi:terschap van den beken den deskundige op levensverzekering gebied, den heer J. W. Niemeijer, welke commissie tot taak had de bezwaren te onderzoeken die in de Tweede Kamer waren gerezen tegen het door de Regeering in 1912 ingediende ontwerp van wet. Deze commissie, de juist heid erkennende van de grondbeginselen neergelegd in het door de Regeering aange boden ontwerp, meende toch dat zoo diep in grijpende wijzigingen in dit ontwerp noodza kelijk waren, dat zij er de voorkeur aangaf een nieuw ontwerp samen te stellen. Dit ont werp werd de Regeering in November 1920 ingezonden. Intusschen was, in verband met de penible financieele omstandigheden waarin de „Ai gemeene" en de „Kosmos" verkeerden, on middellijk ingrijpen der Regeering noodza kelijk om ander nadeel voor de betrokken polishouders te voorkomen. Op 29 April 1921 Stbl. 695 kwam dan ook eene noodwet tot stand, welke noodwet in hoofdzaak be- stond uit een insolventie-regeling, d.w.z. deze 'noodwet hield maatregelen in, die zouden worden toegepast, wanneer de financiën va» eene of andere maatschappij niet meer in orde waren. Nadat de door de Regeering benoemde commissie haar ontwerp had aan gevuld met eene insolventie-regeling in den zelfden geest als in de noodwet van 1921 vervat, heeft de Regeering 't door de Com missie ingediende ontwerp nagenoeg onver anderd overgenomen. Vrij spoedig vond het zijn weg naar het Staatsblad. 22 December 1922 werd de wet tot regeling van het Le vensverzekeringbedrijf door de Koningin be krachtigd en in Staatsblad 716 van dat jaar opgenomen 15 November 1923 is de wet in werking getreden. De inhoud der wet zullen wij een volgende maal bespreken. De Enge'.sche betrekkingen met Rusland. Volgens de „Daily Express" is MacDo- nald voornemens een commissie van onder zoek naar Moskou te zenden, teneinde na te gaan met wie de hervatting der betrekkingen moet worden besproken. O'Grady zal naar Moskou vertrekken als gezant. MacDonald bracht Donderdag het groot ste deel van den dag door op het Foreign Of fice, waar hij de Russische quaestie met de permanente ambtenaren besprak. O'Grady en Rakofsky, de Russische handelsafgevaar digde, woonden de besprekingen bij. Vol gens de „Daily News" zal Mac Donald Rus land waarborgen vragen, ten aanzien van de propaganda. De spoorwegstaking in Engeland. Een draadloos bericht uit Londen meldt, dat de onderhandelingen op een dood punt zijn gekomen. De treindienst is iets ver beterd, maar de ontreddering in het handels- verkeer wordt grooter. De Great-Western, die Maandag 1300 personen- en goederentreinen liet loopen, kon er Woensdag 2500 laten rijden. Maar de dienst is toch nog ver onder normaal. Tienduizenden arbeiders zijn buiten werk. In Zuid-Wales is de toestand het ergst. De arbeid in de meeste kolenmijnen daar ligt stil en vele fabrieken zijn gesloten. Meer dan 100.000 man zijn werkeloos. De boottreinen voor Hoek van Holland en Antwerpen functioneeren nog. De treinboot voor Vlis- singen zal de passagiers te Folkestone ont schepen dan naar Dov:r varen' om de pa. - sagiers voor Holland in te nemen. De officieele Britsche draadlooze dienst seint nog, dat er tusschen de spoorwegdirec ties en den machinistenbond een cortespon- dentie is gevoerd over de uitspraak van den loonraad. De machinistenbond wilde daar over nog onderhandelen, maar de directies waren niet van zins om over een revisie van deze uitspraak te confereeren. Op verzoek van den premier zal de nieuwe minister van Arbeid, Shaw, een rapport over den toestand uitbrengen, als bron van inlichtingen voor het kaninet. Een speciaal ingestelde commissie uit het bestuur der vakvereenigingen houdt bijna permanent zitting voor het geval zij van nut mocht zijn. Het H, N. deelt uit Londen nog over het rapport door minister Shaw uit te bren gen, mee Dit rapport wordt ten spoedigste verwacht, naar men hoopt nog voor het einde der week, hetgeen zeer goed mogelijk is, daar de inhoud der gevoerde onderhan delingen aan verschillende leden van het kabinet zooals Thomas en Henderson reeds bekend is. Vermoedelijk zal het in te dienen rapport als basis dienen voor een aanbod to bemiddeling. Gisteren hebben de leden van den Natio- nalen Bond van Spoorwegpersoneel te Huil, welke zich bij de staking hadden aangesloten, ten getale van driehonderd, den arbeid her vat. Ook wordt gemeld, dat de stakers der beide bonden in de centra Newcastle en Liverpool den arbeid hervatten, terwijl daarentegen uit Carlisle wordt gemeld, dat een vijfhonderdtal leden van den Nationalen Bond zich bij de stakers aansloten. Ge vreesd wordt, dat de staking te Carlisle zich tot het stationspersoneel zal uitbreiden, in dien het geschil niet spoedig wordt beslecht. De separatistische bewe ging. De separatisten hebben alle bladen voor drie dagen verboden, daar zij een vlugschrift.heb- ben gepubliceerd, waarin zij protesteeren tegen het inbreuk maken op de persvrijheid door de z.g. autonome regeering. Te Lauterrecken is het bij een betooging van de bevolking tegen de separatisten tot een vechtpartij gekomen, waarbij de separa tisten blindelings op de menigte vuurden. Fransche gendarmen kwamen de separa tisten te hulp, terwijl des avonds te hunner bescherming Marokkaansche troepen kwa men. Werkloozenondersteuning in Duitschland. Om de financieele lasten der openbare li chamen voor de werkloozenondersteuning te verlichten, had de minister van arbeid op 15 October een verordening uitgevaardigd inzake het opbrengen der middelen daartoe door werkgevers en arbeiders. In het onbe zette gebied heeft deze verordening reeds goede resultaten opgeleverd. In het bezette gebied evenwel is de uit voering der verordening nog steeds niet moge lijk geweest wegens het gebrek aan medewer king der Rijnland-commissie, die de inwer kingtreding om niet bekende redenen heeft uitgesteld. De Pruisische staatsmij nen. De Pruisische Landdag heeft de verorde ning goedgekeurd inzake de overdracht van het bestuur en de exploitatie der staatsmij nen aan een vennootschap op aandeelen. Een nieuw conflict in Thuringen. In Thüringen is een nieuw conflict uitge broken tusschen de regeering en de militaire autoriteit, waardoor voor de zooveelste maal de aandacht wordt gevestigd op de kwestie van de wenschelijkheid den staat van beleg op te heffen. Volgens de „Vorwarts" heeft de militaire bevelhebber in Thüringen, generaal Hasse- onder verwijzing naar de betreffende beschik king van den minister van landsverdediging' de Thuringsche regeering dringend verzocht hem van te voren te kennen in de afkondi ging van verordeningen, noodregehngen en maatregelen van aigemeene beteekenis. Te vens verzocht de generaal de regeering hem niet in de noodzakelijkheid te brengen, even tueel toch afgekondigde verordeningen op te heffen en maatregelen te treffen tegen de betrokken autoriteiten. De Thuringsche regeering heeft geant woord, in deze houding een door niets ge rechtvaardigde inmenging in het landsbe stuur te zien. Tevens heeft zij zich tot den rijkskanselier gewend met een scherp protest tegen het optreden van den generaal, dat in rechtstreekschen strijd wordt geacht te zijn met het resultaat van de onderhandelingen, onlangs te Berlijn gevoerd en blijkbaar be doeld, om.op deze wijze 'n „rijkscommissaris" aan de Thuringsche regeering op te dringen. Deze wijst op de gevaren van zulk optreden en betoogt, dat het beste middel om erger te voorkomen, is den geheelen militairen staat van beleg op te heffen. Het aftreden van den Tsjechischen Senaats president. Met het, gisteren vermelde, aftreden van den president van d_n senaat Prasjek, is de eerste episode afgesloten van een corruptie- geschiedenis, welke reeds eenigen tijd de ge moederen bezig houdt en die de aigemeene aandacht trek sinds president Masaryk op de Nieuwjaarsreceptie weigerde den presi dent van den Senaat toe te staan zijn geluk- wenschen aan te bieden. Nadien werd het „spiritus-Panama" hèt onderwerp van den dag. Het fijne van de zaak is niet bekend, maar men schijnt aan te nemen, dat Prasjek met de gelden van den door hem gestichten agrarischen „spiritusbond", een der machtig ste agrarische lichamen van de republiek, verschillende partijen van de nationale coalitie heeft omgekocht, waartegenover voordeelen van den boud op belastinggebied stonden. Voorzitter van den bond was de president van den Senaat Prasjek, terwijl de minister president Svehla president van de agrarische partij is, waarvan ook Prasjek lid is. Het be stuur van de agrarische partij heeft thans Prasjek doen begrijpen, dat hij de conse quenties uit de hoogst pijnlijke situatie moest trekken, met het gevolg, dat deze thans als president van den Senaat is afgetreden hij behoudt echter zijn functie van senator, zoo dat het hem mogelijk is in de politiek te blij ven in afwachting van den verderen gang van zaken, terwijl de soc. partijen, die het aftreden van Prasjek eischten, hun zin hebben gekregen. Prasjek staat in zooverre sterk, dat de parlementaire commissie van onderzoek in de zaak verklaard heeft, dat zijn eer onaan getast is, zoodat het heet, dat hij met zijn af treden een „persoonlijk offer" heeft gebracht. Dezer dagen is de soc. „Pravo Lidu" met een sensationeele onthulling gekomen, door de publicatie van een brief, door den broeder van den Senaatspresident, Wenzel Prasjek be gin Augustus'14 aan de keizerlijke kabinets kanselarij geschreven, waaruit zou volgen, dat hij aanbood Weenen op de hoogte te hou den an hvetgeen er in Tsjechische kringen omging. Terwijl de schrijver van den brief tegen de „Pravo Lidu" een vervolging heeft doen in stellen, deelt de Senaatspresident in de pers DE PRACTISCHE ANNIE. Vrijer: „Geloof me, Annie, ik zou voor j* door een vuur loopen."' Annie: „Zeg, ga liever door die kamer naar de andere en vraag het mijn vader." EXCUUS. Een man kwam met een gnoote buil or, zijn hoofd op het politiebureau. „Bent u getrouwd?" vroeg de inspect-.".; „Nee," zei de man verontschuldigend. -Ik ben van de trap gevallen. LACONIEK. Vader (een rijk man. tot den sollicitant naar de hand van zijne dochter): „U houdt dus veel van mijne dochter?Bezit u ook sermogen?" SolKdtant: „Neen, niets.. Vader: „O, dan houdt u eigenlijk veelaa mij." mee, met'zijn broer geen betrekkingen te on derhouden, nooit met hem over politiek tc hebben gesproken, en in politiek opzicht an ders georiënteerd te zijn. Daar de toenmalige directeur van de rijks kanselarij verklaard heeft niets van een danigen brief af te weten en aat aeze, zo: ontvangen is, in het archief is gelegd, wor. thans aangedrongen op een onderzoek van het Weensche archief door een onpartijdige commissie, en op publicatie van het gevonden materiaal. Het z.g. spiritus schandaal kan dus, be halve voor de politieke verhoudingen in Tsjc- cho-Slowakije (reeds wordt Prasjek het voor nemen toegeschreven een eigen partij te stichten en de bestaande coalitie omver te werpen, waarvan een regeeringscrisis en Wit licht verkiezingen het uitvloeisel kunnen zijn) ook nog ten gevolge hebben, dat meer licht wordt geworpen op de Tsjechisch: nationale beweging tijdens den oorlog en de verhoudingen tusschen Praag en Weenen i:? den laatsten tijd van het leven van de dubb' monarchie. De dood van Lenin. Morgen, Zondag, zal de begrafenis van Le nin te Moskou plaats hebben. Talrijke delegaties uit alle deelen des lande hebben zich reeds op weg naar Moskou De- geven om deze plechtigheid bij te wonen. Kalinin, Kamenew en de andere leiders der communistische partij, die onder Lenin gewerkt hebben, ontvangen nog vele .ne grammen van deelneming van verschillende regeeringen en officieele lichamen uit het buitenland. Fred. Adler heeft namens de tweede in ternationale een telegram gezonden van den volgenden inhoud „Ontvangt mijn oprechte gevoelens van deelneming bij het overlijden van den groo- ten meester en werker voor de arbeiders, Le nin. Zijn heengaan is een groot verlies voor het geheele proletariaat, ook buiten Rusland." Voorts zijn een onnoemelijk aantal kran sen aan het vakvereenigingsgebouw ontvan gen. Te Edam waar de malaria meer dan ergens anders fceerscht, worden ernstige maatregelen genomen om lese te bestrijden. Het desinfectiemiddel wordt in hoenderhokken gespoten. Het geboortehuis van Mgr. A. v, Velsen, wiens portreet wij reeds publiceerden, te Overveen a.d. Houtvaart, annex kantoor en bloembollenmagazijn van wijlen Mgr. vader. De spoorwegstaking te Engeland kan Eng duren, daarom worden studenten van de technische scho len ingewijd in de geheimen ran het machinisten- beroep om als werkwilligen hen over te nemen. liaan van M. W. v. d. Schans te Bovenkerk. Mr. John Bromley (rechts) en Mr. d. T. Cramp (links), vooraanstaande leiders van het Engelsche spoorwegpersoneel, waarvan een belangrijk gedeelte thans in staking is. i ir.qe van de nieuwe R.-K. Kerk te Beverwijk aen de Brcestraat, De kerk wordt toegewijd aan St. Agatha, de patroonheilige van Beverwijk. Zooals op de ioto is te zien, wordt dit kerkgebouw een sieraad van Kennemerland. De kerk zal hopelijk einde Maart voltooid zijn. Fraaie Indische loopeenden van den heer Biesheuvel Jr., die bekroond werden met een Isten en tweeden prijs. 72. Raymond ging naar de prefectuur en liet zich aandienen. „U komt naar mijn bevelen hooren, mijn heer Fromental?" „Ja mijnheer, en ik kan u tegelijkertijd •en tfelukkig nieuws mededeelen" ..Wat?" „Wij hebben den boekenkoopman uit de Guenegaudstraat." „Antoon Fauvel?" „Ja mijnheer." „Heeft hij zich zonder tegenstand laten •rresteeren?" „De ongelukkige was buiten staat zich te verweren „Hoe dat?" „Hij is dood." „Dood?" „Ja, verdronken.... Hier is het proces verbaal, waarin vermeld staat, dat hij van morgen uit de Seine is opgevischt in mijn tegenwoordigheid De chef zag het proces-verbaal in. „Denkt u, dat het een vrijwillige dood is geweest?".... „Op die vraag zou ik u geen antwoord kunnen geven." I „Droeg het lijk sporen van mishandeling?" 1 „Ik heb het lijk slechts oppervlakkig onccrzocht, doch ik heb niets gevonden, dat die veronderstelling waarschijnlijk zou ma ken".. „Zou Fauvel dan zelfmoord gepleegd heb ben?" ,,'t Is niet zeker, doch wel waarschijn lijk.... Toen hij hoorde, dat zijn spel ver loren was, heeft hij zelfmoord boven de gevangenis verkozen" „Dat kan wel, maar als 't bewezen was, dat hij geld bij zich had, zou hij het slacht- offer van roovers geworden kunnen zijn" Raymond schudde ontkennend het hoofd. „Het lijk is gevonden met alle voorwer- j pen van waarde, zooals een horloge, ring 'en een som gelds.... Van diefstal kan dus niet gesproken worden".... „Is u volkomen zeker, dat het Antoon Fauvel is?" „Ja, volkomen zeker.... Ik ben den dag voor de huiszoeking bij hem geweest, en heb zijn gelaatstrekken zorgvuldig bestu deerd.... Ik heb hem vanmorgen beslist herkend". „In het proces-verbaal staat niet vermeid, dat er papieren op hem bevonden zijn".... „Die zijn er ook niet gevonden.... Bo vendien, als u er aan twijfelt of de drenke ling Antoon Fauvel is, kunt u zich gemak kelijk van de waarheid overtuigen." „Hoe?" „Door zijn medeplichtigen en zijn familie leden met het lijk te confronteeren". „Die confrontatie moet geschieden.... Ik zal den dokter waarschuwen, die het lijk moet onderzoeken".... Een half uur later waren zij met z'n drieën in het lijkenhuis. De geneesheer beschouwde het gelaat. „U zegt, dat die man uit de Seine is op gevischt?" „Ja, mijnheer, onder mijn oogen is hij uit het water gehaald." „Hij is toch niet in hét water gestorven." „Wat!?" „Neen.... Hij was dood, vooraleer hij in het water werd geworpen".... „Er is toch geen spoor van verwonding," merkte de chef op. „Dat weet u nog niet. Dat zullen we nog onderzoeken moeten." XXVI. De dokter ging tot een nauwkeurig on derzoek over. Geen spoor van wonde of geweldpleging was te vinden. De dokter stond in gedachten verzonken, het voorhoofd fronsend. Hij lichtte de ledematen op. De gewrichfen hadden nog dezelfde veer kracht als tijdens het leven. „Eigenaardig, zeer eigenaardig," mom pelde de chirurg. „Wat, dokter?" „Het lijk heeft minstens drie dagen in het water gelegen, en toch is geen teeken van opzwelling of ontbinding te vinden.... De huid is overal doorschijnend.... 't Is eigen aardig.... Ik zal het bloed moeten onder zoeken." Hij probeerde eenig bloed af te tappen. De slagaders waren leeg.... „Wat moet dat beteeken en?"' riep Ray mond.„Die man heeft geen druppel bleed meer in het lichaam".... 11§ onverklaarbaar," mompelde dokter. Hij onderzocht het hoofd en de hals en plotseling maakte hij een gebaar van ver rassing. Aan den hals had hij een kleine streep van twee a drie centimeter lengte ontdekt. „Hier heeft u de oplossing van het raad sel.... Zie maar" „Dat is een wonde." zeide de chef. „Ja mijnheer.... Die man is ver moord" „Kan hij zich niet bij toeval verwond hebben?" „OnmogelijkMen heeft hem eenvou dig laten doodbloedenIn de slagader is een lange snede gemaakt, waardoor al het bloed uit het lichaam is geloopen.... Die- ongelukkige heeft te doen gehad njet iemand, die de chirurgie wel kende".... „Is u daar zeker van, dokter?" „Volkomen zeker ....Ik had de snede niet beter kunnen aanbrengen.... Wie zou die misdaad gepleegd kunnen hebben?" „En met welk doel?" mompelde de chef. „Een van zijn medeplichtigenkon er, in de vrees, ontdekt te worden, belang bij gehad hebben, hem tc dooden." merkte Raymond op „Dan is die medeplichtige een bekwaam chirurg.... 'tls een zonderling geval.... Is die man herkend?" „Ja," beaamde Raymond. Op dat oogenblik werden dc medeplichti gen van Fauvel voorgebracht. Alle drie herkenden zij zonder aarzelen den boekenkoopman uit de Guenegaud straat. Er was geen twijfel meer mogelijk. De dokter maakte zijn verklaring op en liet die teekenen. Dc chef der prefectuur ging weg en Ray mond ging met hem medeHij wilde hem spreken. Hij wilde hem voor eenige weken verlof vragen, als dat mogelijk was. Daarenboven was de toestand nu niet dezelfde. Zijn opdracht was klaar, nu men wist, wat er met Fauvel was gebeurd en men hem dood in handen had. Hij was dus van meening, dat zijn verzoek nu meer kans had, ingewilligd te worden. Een eindweegs liepen ze zwijgend naast elkander voort. .Mijnheer.... zou ik vandaag geluk kiger zijn dan gisteren?" begon Raymond. „Gelukkiger, mijnheer Fromental,.... hoe bedoelt u dat?" „U herinnert zich misschien nog mijn verzoek?" „Ha, ja.... dat verlof.... U is er nog al op gesteld." „Zeer, mijnheer. Als ik hel zou krijgen, zou ik u er zeer dankbaar voor zijn" „Ik wil wel aan uw verzoek voldoen, maar onder zekere voorwaardenIk geef u veertien dagen verlof, maar behoud mij het recht voor u te laten roepen, als ik u noodig mocht hebben" „U doet, wat u kunt, mijnheer, en ik ben er u dankbaar voor" Raymond nam afscheid en keerde naar huis terug. In het huis in de Miromesnilstraat heersch- te in dien .morgen een ongewone bedrijvig heid. Er was bekend gemaakt, dat op dien dag dokter Thompson zijn kliniek voor de pa tiënten zou openstellen en alles deed ver onderstellen dat de toeloop van zieken en nieuwsgierigen bijzonder groot zou zijn. Reeds vroeg in den morgen wachten me'? dan twintig personen in de wachtkav»» om toegelaten te worden. Deze kamer, ruim en prachtig gemeubi leerd, ontving haar licht door hooge bree- de vensters met zware gordijnen gedra peerd. (Wordt vervolgd.) i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 13