lil
VOOR DE
xmimiiiiimujiiiMMuiiii::iiiiHmiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiuiim!'.!uniiiwiiiiiiirmtmiiii:miiii iiit.!i.iiiiiiim>iiimiiiiiiiii:i::
gjiiiiiHiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiii::iiiiiiiiiiii[iiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii.!iiiiiii)ii8ii'miH[iiim«
NUMMER SS
DERDE JAARGANG No. 1121
OP HET EERSTE GEZICHT.
Het was in een roes van gelukzaligheid,
dat zij elkander hadden gevonden. Hij
was haar op de straat tegengekomen,
Het eerste gezicht was voor hem overwel
digend,
„Ah, dit verrukelijke wezen I" riep
hij voor en na.
Zij had goudblond haar, dat in twee
lange vlechten over haar rug hing en oogen
zoo helder blauw als slechts aan weinige
uitverkorenen op den weg door het leven
worden meegegeven.
Zijn vriend, die hem vergezelde,had
bij zijn geestdrift glimlachend de schou
ders opgehaald, en toen de andere haar
achterna wilde zetten, hem tegenhouden
met de woorden „Je bent gek, Johan 1"
Ja, hij was een beetje gek 1 Zijn leven
lang had alleen de wetenschap zijn hart
verwarmd en zijn hoofd gevuld. Hij was
germanist uit hartstocht en behalve zijn
boeken was hem alles onverschillig. Hij
bekommerde zich niet om zijn collega's
en bezocht hun gezelschappen niet.
Ook leidde hij geen kroegleven en had
geen andere vrienden dan den eenen, die
thans naast hem ging.
„Je kunt je voor 't overige geruststel
len, mijn jongen," voegde zijn vriend en
collega Louis erbij, ik kan je haar naam,
haar leeftijd, haar afkomst, haar familie
omstandigheden en alles wat je verlangt
te weten, verraden."
Johan bloosde. Hoe kinderachtig was
hei van hem, zich door twee wel is waar
schoone blauwe oogen, twee blonde haar
vlechten en een fijn gesneden neusje zoo
in verrukking te laten brengen.
„Och, dat interesseert mij zoozeer niet,
maar ik was in het eerste oogenbiik in
vervoering zij is zoo moot
,,Dat hebben ook anderen. .cpjjs opge
merkt. Het verwondert-.mij allee:!,, dat zij
niet eerder je .aandacht .beef- getrokken.
„Wie is zij dan V'
„Juffrouw Marga, <sau< dliéi ng, doch
ter van den overleden bankdirecteur. Zij
leeft met haar moeder Mtnea, doet veel
aan muziek, rijdt graag vlaken,
veel en is overigens een ije£ .ihrisje, dja?
ook op zeer veel andere ha»- a. Jan het
jouwe indruk gemaakt en vetacfieideuc
blauwtje heeft laten loopen."
„Waarom
„Ja, Johan, dat weet ik nietz "Dat-moet
je haar zelf vragen,"
„Je schertst. Ook hehoef je het niet
zoo ernstig op te nemen l Je zult toch
niet gelooven, dat ik direct verliefd ben
zoo op het eerste gezicht, als een Ro
meo Ik heb dat altijd zeer belachelijk
gevonden.
Maar dat belette met, dat hij in den
loop van den dag en van de volgende da
gen verscheidene malen op de lieve
blonde schoonheid terugkwam.
En er gebeurde iets ongehoords. Doc
tor Johan Brettschneider, privaat-docent
die zich sedert zijn vestiging in de aca
demiestad zoo goed als nooit in gezel
schappen had laten zien, maakte plotse
ling visites en nam invitaties aan.
„Ik geloof dat doctor Brettschneider
het plan heeft om te trouwen," zeiden
verscheidene moeders reeds na korten
tijd tot haar echtgenooten. Zij hadden een
goeden neus voor zulke zaken, .Maar hoe
fijn haar neuzen ook waren, het gebraad
roken zij niet.
De anders zoo onkundige geleerde
overlegde het zeer fijn. Zijn vriend Louis
introduceerde hem bij de families, waar
hij Greta leerde kennen. Greta bloosde
bij de voorstelling want de heer een
docent .was haar sedert eenigen tijd op
haar weg van en naar de muziekschool
eiken dag tegengekomen. Zoo iets be
merkt een meisje toch.
Maar van beide kanten was men zoo
terughoudend, dat ten slotte de verlovings
aankondiging als een bliksemslag bij
helderen hemel in de voornaamste kringen
der kleine academiestad sloeg.
„Onmogelijk ongelooflijk ver
rassend gek belachelijk 1" Met deze
woorden ongeveer begroette de meerder
heid van hen, die zich daarvoor interes
seerden, de verlovingskaarten.
De mannen gunden het schoone meisje
niet aan den afgetrokken, naar het scheen
hoogmoedigen Johan, die geen vriend
schapsrelaties gezocht en aangeknoopt
had. De vrouwen, met name de moeders,
zouden de aan den universiteitshemel
opgaande ster--- de studenten gingen
bij stroomen naar zijn colleges over Ger-
maansche godenleer die bovendien de
eenige erfgenaam van een rijken wijn
handelaar was, maar al te gaarne voor
een harer dochtertjes gekaapt hebben
en waren nu allen jaloersch op de geluk
kige overwinnares,
„Twee zoo verschillende karakters
kunnen zich onmogelijk met elkaar ver
dragen 1" meende de vrouw van den
President der rechtbank Fink. En de
echtgenoote van prof. Hasselman, die nog
voor twee dochters een man moest zoeken,
stemde met haar in. Maar men moest zich
erbij neerleggen. Zij waren verloofd en
trouwden reeds na weinige maanden.
„Ja, ja, de uitspraak is, waar het huwe
lijk is het graf der liefde Althans het
baart teleurstelling l En ik heb mijn
vrouw toch zoo lief 1" Deze en andere
gedachten gingen den jongen echtgenoot
'tds li weinige maanden door het hoofd.
Kij *vs,uokAte rist uit de woonkamer,
•adz-..er weer teine scène had plaats
r e schoonmoeder zich
RCuieggd had. -
.re-. ar- volken aan den echte-
r. ..ciiH.' b- nre paar opgegaan.
Brettschneider -'v- oorbereid in het
huwelijksbootje gesprongen zonder zich
te bedenken en naar rechts en links te
zien.
Er is niets gevaarlij kers.
Dikwijls gaat het goed, meermalen
slecht. Evenals in elk huwelijk uit liefde
had de een in den ander het volmaakte
ideaal gezien. De teleurstelling moest des
te grooter zijn, naarmate de eischen
hooger waren.
Brettschneider had Greta als bruide
gom dikwijls van meester Gottfried en
van Walter von der Vogelweide verteld,en
uit de werken dezer dichters voorgelezen.
Had zij niet vroolijk geglimlacht, als hij
een van de kleine boekjes te voorschijn
haalde En nu vond zij het „goed" ver
velend 1
Voor hem, bestond er mets heerlijkers
dan deze middeleeuwsche gedichten,
niets verheveners dan de Noorsche goden
leer der Edda.'Hoe had hij kunnen denken
-dat zijn uitverkorene destijds meer met
den voorlezer dan met het voorgelezene
sympathiseerde? Eigenlijk had hij met
zijn hoog, schoon voorhoofd niet het
voorkomen van een geleerde, maar van
een dichter, dat wil Zeggen van een dich
ter, zooals de jonge meisjes zich dien
droomen, niet zooals de werkelijkheid ze
vertoond I Zij kon haar oog niet verzadi
gen aan zijn gezicht en zij werd niet moede
den weeken klank zijner stem te hooren.
In tegenstelling met de meesten zijner
collega's las hij daarbij uitstekend voor.
En hij was zich in 't geheel niet bewust
van dit voorrechtja hij had een zeer
verwonderd gezicht gezet, toen Greta
in een zoete opwelling van liefde hem dat
alles in het oor had gefluisterd. Hij was
niet ijdel het verdroot hem zelfs, dat zij
Zooveel waarde aan zijn uitwendige eigen
schappen hechtte hij wilde om zijn in
wendige» mensch bemind zijn. Eu hij
zette haar lang en breed uiteen, dat een
man niet schoon behoeft te zijn.
Zij daarentegen had een sterke behoefte
aan schoonheid, en al de andere mannen
konden die behoefte niet bevredigen. De
meeste jonge geleerde droegen brillen en
slecht zittende kleerea en hoe onhandig
waren allen. Een Ieeraar, die haar voor 't
overige zeer goed beviel, had zij daarom
alleen een blauwtje gegeven. De jonge
handelaars, of de referendarissen, die zij
had leeren kennen, waren weer van een
ander slag: modegekken, met geparfu
meerde haren en den bpwusfen handigen
toon. Zij geraakten voor niets in verruk
king en bekeken alle dingen van een pro
zaïsch standpunt. En van de officiers-
vereèring, die zij even als elk jong meisje
eenmaal had doorgemaakt, was zij grondig
genezen. Toen zij npg op school ging,
had haar vis-a-vis haar stom aangesmacht,
en zij hem. Hij was een knappe jonge man
en de uniform stond hem zoo goed. Later
had zij hem leeren kennen. De eerste
teleurstelling 1 Hij was zoo onbeduidend,
dat zij zich over haar stille genegenheid
begon fe schamen. Sedert waren alle
luitenants voor haar zonder gevaar. Zij
droomde van een kunstenaar, een schilder
of dichter. Haar Johan kon althans in
verrukking geraken ais esn kunstenaar.
Maar met zijn pude-dichters moest hij
haar nu eindelijk toch met rust laten. Zij
kende ze allen reeds Men kan dan toch
niet eeuwig Walter von der Vogelweide
en Nibelungen hooren I Zij was toch geen
geleerde, en de Edda boezemde haar
slechts weinig belang in.
Wat viel Johan voor 't overige in, zich
Zoo plotseling van alle kennissen terugfte
trekken 1 Hij wilde in zijn vrijen tijd zijn
werk over de Duitsche dichters der mid
deleeuwen voltooien.
„Ik ben getrpuwd, om e£"-. stil, vreed
zaam familieleven te leiden, niet om van
het eene direr naar hjst andere, gesleept
te worden had hij haar geantwoord,
toen zij zich beklaagde, dat hij voor de
meeste uitnoodjgingcn bedankte.
„Wat,, wil je je jonge vrouw dan be
graven merkte de schoonmoeder op,
die bij hen inwoonde.
Hij zette den vrouwen au inderdaad
zijn standpunt duidelijk uiteen, maar lij
liet zich door zijn vurtg temperament
meeslepen hij werd heftig. En een man
die heftig wordt, heeft altijd ongelijk.
Er is althans niets gemakkelijker voor de
vrouwen, dan hem in 't ongelijk te stellem
Hij was dus „ruw". Iedere heftige man
is in de oogen der vrouw ruw.
Van deze zijde had hij zich echter ah
bruidegom niet doen kennen. Hoe zacht
en lief was hij toen altijd geweestWat
kon hij comedie spelen, de huichelaar
„Ik heb mij grondig in je bedrogen 1"
Van beide kanten viel deze harde uit
spraak. Wel is waar verzoende men zich
weer met elkaar maar de teleurstelling
was er eenmaal en plaatste zich als een
scheidsmuur tusschen beide echtgenooten.
De schoonmoeder droeg er niet weinig
toe bij de vrouw tegen haar man op fe
Zetten. Niet juist met een slechte bedoe<
ling, want in den grond was zij-een dood-
goede vrouw maar zij kon het niet aan
zien, dat men haar dochter tyranniseerde.
En dat deed hij Of hoe moest ze het
anders noemen, als de jonge man zijn
vrouw dagen lang ontweek, omdat zij
geweigerd had, zich met zijn oude dich
ters bezig te houden Zij ergerde zich
daar natuurlijk over, want en dat was
merkwaardig het arme kind bemindï
dezen tyran nog altijd.
Of was het geen tyrannic, als hij haaf
nu eens dit, dan dat genoegen ontzegde,
omdat hij, zooals hij voorgaf, te veel va»
zijn studiën afgetrokken zou worden?
Andere mannen werkten ook en gingen
niettemin toch met hun vrouwen naaf
diners en bals, naar den schouwburg en
elders waar men zich amuseerde. Hef
gedrag van haar schoonzoon was onver
antwoordelijk. Zij reide hem dat meer das
eens. De verplichting, zijn vrouw gelukkig
te maken, was toch grooter dan die, eet)
boek meer .of minder te schrijven.
„Waarde schoonmama," antwoordde
Johan zeer beslist, „dat begrijpt u.njetf
Ik heb verplichtingen tegenover mijn
wetenschap, die boven alles gaan. En da»
kan ik niet inzien, dat een vrouw haai
geluk vindt in een algemeens voedering,
waarbij zij niets anders krijgt dan zij
tehuis aile dagen kan krijgen."
„Jij denkt natuurlijk alleen aan het
eten 1 Een jonge vrouw wil zich echter
ampseeren, zij wil lachen, dansen, zich
een weinig in alle eer en deugd na
tuurlijkhet hpf laten -.maken 1"
„Het laatste is geheel overbodig en
ongepast. Daarvoor zorg ik. alleen 1 Wat
het amusement betreft, is het puur on
begrijpelijk voor mij, hoe men zich bij
zulk een gezelschap kan amuseeren 1"
„Natuurlijk 1 Als men alleen zijn oude
folianten in het hoofd heeft. Mijn man
zaliger was ook philoloog maar hij wist
gezelligheid te waardeeren en onderhield
zijn tafeldame niet over oude goden."
„Ja, het was inderdaad een onvergeef
lijke domheid zulk een gans, excuseel
mij, het is uw nicht een voorstelling
te willen geven van de kracht en poëtische
diepte dezer sagen."
„Mijn man zaliger was bepaald geleerd,
maar nooit heeft hij
„JJw man was een wakkere paedagoog
maar geen ondetzpeker der wetenschap,
geachte schoonmama 1"
„O, jij bent,..."