L
ui
VOOR DE
TJSLTZ A
f lp
n
«*lV
1
MOPPENTROMMEL
NUMMER Z7 DERDE JAARGANG 1924
^lil!!l!!!I!lliil!lillSillil!li"llillIl£Jili83ii!ll!lllinilIIIiillll!I]3!l!ilS3S!iSIi!IISSilS!n!!liiSIII!!SniSn!:iiilLl!iill!ll!iyS'ilill!liil!Ü^C
^!!3IISI!!3ii3lll3il!l3il3IISil!!3i!llii!3it3!3III3illIi3!3!ii33!i!iS9i!3i:ifi33illi3l3IIIIii!'1Il!g339i!L1!31iii tIiOi«ilffS3Hlilli!il!33l3!i33i:2^
DOOR EEN MISVERSTAND. jj^
"S
gen vader beklaagde zijn arm kind, als
hij van hef kantoor thuiskwam, en de rol
van zieke beviel Marielje zoo goed, dat
zij die telkens weer koos.
In de pauzen tusschen de aanvallen
van hoofdpijn of koorts bladerde Marie
in een sprookjesboek of ving ze vliegen.
Dit vroeg ontwikkeld talent, om door
bewegingen van stil lijden medelijden en
hartelijkheid pp te wekken, had zich niet
verder kunnen ontwikkelen. Maar zoo
dra Marie tot het oude komediespel haar
toevlucht nam, meende zij pleizier te
hebben, en ze zuchtte, wanneer de ver
veling haar weer overviel, alsof er misschien
hier of daar nog een melktandje was
overgebleven.
Het meest verkeerde Marie in die ziek
testemming op dagen, dat huiselijke ar
beid haar riep. En wanneer dan haar
moeder in keuken of kamer bezig was,
vloog er een glimlachje over haar gelaat
en bekeek zij met welgevallen haar goed
onderhouden handen.
Klonk de schel, dan meende zij, dat
eindelijk de langverwachte vrijer daar
was, of dat de brievenbesteller een brief
met een liefdesverklaring zou brengen.
Op elke ontgoocheling volgde een zucht.
Het kwam Marie voor, dat zij werkelijk
ziek was en een dokter r.oodig had. Maar
moeder, die spaarzaam was, wilde hier
niets van weten.
Dan maakte Marie zichzelf wijs, dat
zij ongelukkig was, en zong met hier en
daar een valsch toontje een of ander
ballade of liefdelied, om uiting te geven
aan haar smart.
Moederlief kwam dan gewoonlijk met
een echt huismiddeltje voor den dag.
Marie moest dan haar peignoir uittrekken
en zich kleedden, om met haar de frissche
lucht in te ademen, wat met andere woor
den zeggen wilde, dat beiden de meest be
zochte wandelwegen opzochten.
Als een goede dochter, maar met een
uitdrukking op het gezicht van een zacht
moedig offerlam volgde Marie den wil
harer moeder.
Zij ging vol hoop uit en kwam wanho
pend terug. De mannen namen geen no
titie van haar en in de oogen van haar
medezusters meende zij de boosaardige
woorden te lezen „Neen, die is voor ons
niet meer gevaarlijk."
En dan ging zij gelooven, dat zij werke
lijk op weg was, om een oude juffrouw te
worden. Een gemengd gevoel van toorn
en droefheid j r;ep Marie aan en zij dwong
haar moeder, om naar huis terug te keeren.
Zij voelde zich werkelijk ellendig cn
was het liefst maar gestorven, als dat
tenminste even gemakkelijk ging als
het uitstrekken in een fauteuil.
„Is er dan geen redding mogelijk?
Zal ik aileen begraven woró-n, of een
maal naast een man ecu plaats in een
familiegraf vinden?" zuchtte de ver
latene.
Zij, die zich aan die droeve gedachten
overgaf, dacht niet, dat de verlossing zoo
nabij was en dat de hemel zich eindelijk
over haar erbarmd had.
Op 't zelfde uur, dat zij alle hoop had
opgegeven, hield een der driehonderd
vereenigingen in de hoofdstad eed ge
wichtige vergadering, die zich door eigen
aardige, humane grondstellingen ken
merkte. Of deze vereeniging in 't adres
boek is aangegeven, weet ik niet. Maar
ik kan naar waarheid verzekeren, dat zij
werkelijk bestaat.
Zoowat drie dozijn in rok gekleede
heeren zaten rondom een tafel in een
restaurant. Zij vierden het gedachtenis-
feest van een man, die op het kerkhof
even weinig plaats innam als in 't leven
en die tochmaar hoor, wat een der
leiders der vergadering zegt„Mijne
heeren Diep geroerd, herinner ik u de
beginselen onzer vereeniging. Het is
een oud cn goed gebruik, om de mannen
te eeren, welke in dezen donkeren tijd
een licht zijn geweest, welke ons vaan
del hoog hebben geheven, 't vaandel,
dat ook wij trouw zullen blijven.
„Den uitvinder van de huwelijks
annonce wijd ik dit glas wijn. Gezegend
zij zijn aandenken. Hij heeft de echte
loosheid, die kanker van onzen tijd, met
vrucht bestreden. Hij leeft in den geest
in waarheid met ons voort.
Daarom cere aan hem,.die het Per
zische insectenpots. het jong-
gezellendom heeft uitgevonden."
De aanwezenden stieten hun glazen
aan en namen daarna weder hun plaats
in.
De redenaar, een weldoorvoed man
met brecde borst, langen baard en weil-
luidende stem, droogde zich de zweet
droppels van het voorhoofd af. Hij was
tevreden over zichzelf en zijn wangen
gloeiden van geestdrift.
Daarna deed zich een hoog geluidje
liooren, 't v/elk aan een niet meer jongen
man toebehoorde.
„En nu, mijne heeren, tot den prac-
tischen arbeid onzer vereeniging. Den
dooden de eere en den levenden de daad.
In 't vorige jaar zijn naar onze statuten
12 leden uitgehuwelijkt. In 't loopende
jaar komen twaalf andere aan de beurt.
Zijn er liefhebbers, die zich willen aan
bieden, of moet er geloot worden?"
De mannelijke nederigheid, welke niet
genoeg geprezen kan worden, voerde
tot het resultaat der loting. De namen der
aanwezigen werden op sprookjes ge
schreven, in een houten urn geworpen
en zorgvuldig geschud. Daarna werd aan
den jongste van het gezelschap opge
dragen, om de trekking te beginnen. Hij
verklaarde vooraf, dat de dragers der
twaalf eerste namen verplicht waren,
binnen 't jaar in het huwelijk te treden
langs den weg van de annonces. De ver
eeniging zou de kosten dragen.
Wie op den volgenden gedenkdag niet
getrouwd was, zou honderd rijksdaalders
boete moeten betalen aan de kas der ver
eeniging.
De loting had plaats. Zij, wier namen
werden afgelezen en ook zij, wier namen
in de urn bleven, gaven door een zuur
of vroolijk gezicht hun gevoelens te ken
nen anderen hielden zich teruggetrok
ken bij de algetneene gelukwensching.
Ook waren er, die verdrietig of onte
vreden waren, dat het fatale huwelijksjaar
nog niet voor hen was aangebroken.
Weder sprak de man met de hooge
stem. Hij begroette de gekozene als de
dragers van een heilige plicht, welke
in dezen tijd zoo gruwelijk wordt ver
waarloosd.
Hij gaf verder kond, dat in de meest
verspreide bladen der hoofdstad en in de
meest gelezen provinciale bladen huwe-
lijksadvertentiën geplaatst zouden wor
den. Daarvoor was het noodig, dat de
twaalf huwelijkscandidaten beroep, gods
dienst en allerlei mannelijke deugden
nauwkeurig opgaven. Hun gebreken kon
den zij gerust verzwijgen. De antwoorden
en aanvragen, welke op de advertentiën
inkwamen, waren het bezit van al'en.
De leider ging aldus voort ..Lief
hebbers van schoonheid, geld, vrouwe
lijke karaktervoortreffelijkheden, enz.,
hebben wij niet noodig in onze vereeni
ging. Die moeten bedanken, zoo lang
het nog tijd is, cn liever hun boete be
talen.
Het is genoeg, dunkt mij, dat wij el-
ken man een dragelijke vrouw bezorgen,
die niet te oud en niet te leelijk is, en een
uitzet meebrengt.
Het pleizier van een bruiloft, die vrij
allen als vrienden komen meevieren,
is zoo groot, dat men eenige onaange
naamheden wel op den koop toe kan
nemen. Gij zijt toch noch schoone, noch
rijke, noch in alle opzichten deugdzame
mannen. Aan u allen kleven eenige kleine
gebreken. Anders waart gij geen lid der
vereeniging geworden, die netjes voor u
tot stand brengt, datgene, waartoe gij
alleen geheel onbekwaam bleek. Gij zijt
nu tenminste zeker, dat gij geen blauwtje
loopt.
Weet een van u een knappe dame, die
nog met te veel uit den tijd is, zoo staat
het hem vrij, haar op galante wijze op
het doel van onze vereeniging opmerk
zaam te maken.1
Een lange pauze trad daarna in. Me
nigeen werd het niettegenstaande zijn
moedig besluit een weinig benauwd om het
hart. Het gold hier een weg in een on
bekend land. waaruit geen jonggezel
terugkeert.
Onder deze gevoelige mannen bevond
zich een soort van Judas, die bij deze
huwelijkslotiug van het huwelijk vrij
was gebleven. In zijn donkere ziel rijpte
een duivelsch plan. Hij had vroeger eerige
maanden als commensaal bij de moeder
va a Mane gewoono er, een bepaalden
afkeer tegen het ouwelijke, luir meisje
opgevat Sedert dien tijd kende hij slechts
één angst dat een of ander dol toeval
naar lot met het zijne zou kunnen ver
binden
Wisr hij haar m den loop van het jaai
aan den man te brengen, dan had hij niet
al.een zijn vereemgingsplicht volbracht,
maar ook het dreigend gevaar dar hem
boven het hoofd zweefde, weggenomen.
En hij kreeg her valsch vermoeden, dat
Mane zich sedert lang bezig hield met
de huwelijksjacht door annonces.
De leden der vergadering, die den
wijn rijkelijk hadden laten vloeien, om
hun zorgen te verdrijven, scheidden tegen
de morgenschemering in de meest opge
wekte stemming Tegen den middag
bracht de brievenbesteller Marie Maule
een brief.
Met sidderende handen opende zij
dezen.
Zou dan eindelijk ds vervulling harer
vurige wenschen aanbreken
Fa 1 Zij liet een vreugdekreet hooren
en wierp zich aan de borst harer moeder,
die verschrikt de kamer kwam binnen
stormen. Deze greep het schrijven en las:
Hoogvereerde lullrouw Mane.
Een mijner beste vrienden, een wak
kere maar schuchtere natuur, wil trou
wen. Daar het hem, door zijn blooheid,
aan dames-kennissen ontbreekt, zal hij
in een der eerst verschijnende bladen een
huwelijksaanvraag plaatsen onder de let
ters V. Z, F. d. M., welke ik uw zacht
voelende ziel ten zeerste aanbeveel. U
zult een edel hart vinden en gelukkig
maken.
Uw steeds getrouwe V.
De moeder zag den brief met eemgen
twijfel aan hét handschrift kwam haar
bekend voor.
Mane deed zeer haar best, om haar
moeder allen twijfel te ontnemen.
Verscheen er een dergelijke advertentie
in de bladen, dan was de zaak gezond.
Wie de onbekende weldoener was, dat
was haar volkomen onverschillig.
De bladen werden nagelezen en ja,
daar stond de advertentie.
Marie schreef een lief antwoord. Daarin
schilderde zij den stillen drang van haar
hart en vergat ook niet, om hei bedrag
van liaar spaarboekje, de sierlijke meu
belen, waarmede zij haar toekomstig
huis zou sieren, haar goede opvoeding
en verheven gedachten met de noodige
overdrijving op te geven.
Bovendien werd haar laatste portret
twaalf of tien jaar geleden gemaakt
bij den brief ingesloten.
En vervuld van zoete gedachten sliep
zij den daarop volgenden avond in
dat zondagskind. Het verdere verloop
der geschiedenis behoef ik niet te ver
tellen. Zelfs de beschrijving van den als
offer gekozen bruidegom laat ik achter
wege, ten spijt der nieuwsgierigheid
onzer lezeressen.
De vereeniging deed haar plicht en
beval den zachten band des huwelijks aan.
Een drietal maanden slechts en het
luisterrijk huwelijksfeest van het jonge
paar dat samen 80 a 90 jaar telde
werd gevierd.
Toasten en gelukv/enschen volgden
en hij, die zich daarbij het best bevond,
was dc briefschrijver, die zijn bescheiden
invloed in deze zaak cok niet openbaarde.
GEVOLGEN VAN TROTS.
Een zeer „fatsoenlijk" heer maakt een
visite bij een fanilie en reikt zwijgend aan
het dienstmeisje zijn kaartje hij is te
voornaam om tegen haar een woord te
zeggen. De dienstbode brengt het kaartje
binnen en zegt „Mijnheer, daar is een
stomme heer, om u te spreken."
OOK EEN DIERENVRIE.
Oude dame „Gij zijt zeker ook een
dierenvriend, mijnheer?"
Heer„O, zeer zeker Mevrouw, 't
meest houd ik van hazepeper."
EENE VOORZICHTIGE VROUW.
„Lieve man Ik ben uit met de fan-
sens. De sleutel van de deur heb ik voor
je ouder de pendule gelegd. Je liefhebben
de Mane." Dit briefje van zijn vrouw
vond een man 's avonds op de tafel van
zijn huiskarrter, nadat hij een half uur
h!d staan schellen en kloppen, en er einde
lijk met veel moeite in geslaagd was door
een achterraam naar binnen te komen.
OP SCHOOL.
„Wat beteekent ex, vriendje, ais het
voor een woord staat?" „Gewezen,
Meester 1" „Goed geef eens een voor
beeld 1" „Extra-trein 1"
HOOGERE SCHEEPSBOUW.
Een Amcrikaansch scheepsbouwmeester
heeft een giek vervaardigd die zoo tuuw
luistert, dat de roeiers allen de scheiding
in 't midden moeten dragen, wijl anders
het evenwicht in gevaar komt.
NAAR GELANG.
Voor hoeveel kan ik met je schuit naar
A. komen, vroeg een werkman aan een
schipper. Wanneer je in de schuit gaat,
antwoordde deze, kost het tien stuivers,
als je de schuit aan de lijn langs den kant
voorttrekt, neem ik ie 'voor niemendal mee.
DUBBELZINNIG.
A. Waarom zijt gij in den laatsten tijd
zoo melancholiek
B. Helaas! Ik wilde trouwen, doch de
vader mijner beminde zegt dat hij zijn
dochter niet aan een kunstschilder geeft.
A. Heeft hij dan reeds schilderijen van
u gezien
PRACTISCH.
In een herberg verlangt een bezoeker
bij zijn bier een stuk kaas. Daar dit er
verre van smakelijk uitziet, roept hij den
waard en eischt hij een beter stuk. Deze
echter keert het eenvoudig om, zoodat de
goed-uitziende kant boven komt te lig
gen en zegt „Zoo hoort het
LABLACHE IER AUDIëNTIE.
Lablache, de beroemde baszanger,
was te Napels bij den Koning ter audiën
tie ontboden in de wachtkamer vroeg hij
aan de aanwezigen verlof zijn hoed te mo
gen ophouden, omdat hij zoo erg ver
kouden was. Terwijl hij in een druk ge
sprek verdiept was, werd hij onverwachts
bij den Koning geroepen, en in der haast
vergetend, dat hij den hoed op het hoofd
had, greep hij den eersten den besten,
dien hij zag staan en volgde den hof
bediende. De Koning ontving hem over
luid lachend en vroeg aan den verschrik
ten zanger „Wel, nxijn waarde Lablache,
hebt gij twee hoeden meegebracht uit
vrees dat gij er hier een zoudt laten staan?"
„Wat is dat riep de zanger, die zich
spoedig hersteld had. „twee hoeden
dat is inderdaad te veel voor iemand,
die zijn hoofd kwijt is
BIJ DE MANOEUVRES.
Overste „Maar Luitenant, ziet ge dan
niet dat de vijand van die hoogte af uw
soldaten in den ransel schiet."
Luitenant„Dat heeft niets te be
duiden, Overste, ze hebben de oude
ransels aan
VERSTROOID.
Professor van Rimpelen is zoo ver
strooid dat hij in zijn kamer bij 't uitklop
pen zijner pijp luide „binnen" roeof
GEVOEL VAN EIGENWAARDE
„Ik heb gisteren een zeer geestigen
brief van den beroemden Professor X,
ontvangen, ik zal u aanstonds mijn ant
woord voorlezen."
Jan
Gast
Jan
Gast
TELEURGESTELD.
,Nu krijgt u nog vijf centen
„Och 1 hou die maar
„Dank u Mijnheer 1"
„En breng me daar nog eet»
halfje voor 1"
FRAGMENT VAN EEN FEESTREDE.
Een echte patriot moet voor zijn va
derland weten te sterven, zelfs al zou het
hem zijn leven kosten
OP SCHOOL.
Onderwijzer: ,.In welke verhouding
staat «Je maan tot de aarde."
Leerling,: „In eene goede, meester."
v.vi. -
ni,
„Niets, de middelen daartoe ontbreken hem wenschte te spreken,
mij te eenen male. Men heeft niet precies Hij gelastte, dat men haar zou toelaten,
den dag en het uur kunnen vaststellen, terwijl hij tner zijn hoed in de hand staan
JjDien morgen was de rechter van in- uren na het vinden van het lijk, had deze waarop de misdaad gepleegd is. Ik kan bleef, als iemand, die gepresseerd is cn
structie, Elié Gérard, het kabinet, dat jongeman zonder eenige aarzeling ter- mij dus niet op een „alibi" beroepen." die vast besloten is, een onderhoud, waar-
hem in het Paleis van Justitie te Parijs stond bekend, dat hij tot de gouvernante „Maar uit uw verhaal uwer verhouding aan hij zich niet kan onttrekken, zoo kort
was aangewezen, binnentredend, niet in betrekking stond en dat hun relaties tot Lucy Volney kan voor mij het over- mogelijk te maken
Weinig verrast er een dossier op zijn reeds van geruime» tijd her dagteekende tuigend bewijs worden geput, dat gij en Maar dat verlangen om zich spoedig
schrijftafel te vinden, waarop met blauwe van het oogenblik n.l. waarop zij elkan- niemand anders de moordenaar zijt." van de bezoekster te ontdoen, verdween
potloodletters geschreven stond „zeer der op de wandeling hadden ontmoet. Zij Opnieuw bewaarde Raoul Berteux het als bij tooverslag, toen hij de vrouw zag
dringend." zouden zich binnenkort in het huwelijk stilzwijgen enkele oogenblikken. Dan binnentreden, die hem om een onderhoud
Bij afwezigheid van zijn griffier, die hebben begeven. zuchtte hij diep en terwijl hij zich liet had verzocht. Zij was een slank blond
nog niet op 't bureau was, deelde de jong- „Al deze omstandigheden," dus luidde neervallen op een stoel, die achter hem meisje, smaakvol en eenvoudig tegelijk
ste bediende hem mede, dat het dossier een bij de stukken gevoegde nota, „en stond, biggelden de tranen hem langs de gekleed.
eenige oogenblikken te voren was ge- de houding van Raoul Berteux in aan- wangen en riep hij uit „Waarmede kan ik u van dienst zijn
bracht door een der secretarissen van merking genomen, is het niet gewaagd de „Welnu, ik heb daartegen niets in te vroeg hij op hoffelijken toon, onder de
defl procureur der republiek, die den conclusie te trekken, dat Lucy Volney en brengen." bekoring der mooie blauwe oogen, terwijl
rechter van instructie uitnoodigde, zoo de in de Seine gevonden ongelukkige een „Denk er om dat is een bekentenis," hij haar uitnoodigde te gaan zitten,
s oeJig mogelijk het onderzoek in deze en dezelfde persoon zijn en dat Berteux hernam de rechter. „Is u belast met het onderzoek in de
Zaak te beginnen. en niemand anders, de moordenaar is." „Een bekentenis, het zij zoo," luidde zaak-Raoul Berteux?" vroeg zij.
Onmiddellijk begaf de rechter-commis- Dit alles voorloopig nader te onderzee- het antwoord van Raoul Berteux, die op- „Ja, dat ben ik."
Saris zich aan den arbeid en zette hij zich ken, was de taak van den rechter van in- staande een besluit scheen genomen te „Welnu, mijnheer, ik ben gekomen
neder om één voor één alle stukken, structie en hij gaf dus bevel, dat men on- hebben. „Schrijft u maar op, dat ik die om een betreurenswaardige dwaling te
die het dossier bevatte, met groote zorg- middellijk den persoon vóór hem brengen vrouw heb vermoord," voegde hij er herstellen, of tenminste u te helpen de
vuldigheid na te zien en aan een onderzoek zou, op wien zoo zware verdenking rustte, eenigszins opgewonden bij. „Ik beminde zaak-Berteux tot een oplossing te brengen,
te onderwerpen. Eenige oogenblikken later trad, ver- haar, zij had beloofd m'j te zullen trou- Ik ben Lucy Volney."
Het eerste, wat hem in de handen kwam, gezeld van een dienaar der gerechtigheid wen. Op het laatste oogenblik heeft ze De rechter sprong niet weinig verrast op.
was een rapport dat twee dagen oud was en stevig geboeid, het kabinet van den haar woord terug willen nemen. Ik heb „WatLucy Volney Die is dus niet
en dat was opgesteld door den comraissa- rechter binnen een jongmensch met in- ha3r gesmeekt, mij niet te verlaten, ik vermoord 1"
ris van politie van Auteuil. nemend uiterlijk en onbeschroomde» heb haar herinnerd aan al de blijken mij „U ziet het mijnheer, anders zou ik
„Hedennacht," zoo stond er, „heeft een oogopslag. ner genegenheid, die zij geaccepteerd niet levend voor u staan."
schipper, niet ver van de brug van Billan- „Die man", een misdadiger dacht de heeft, haar fomieele belofte, en ten slotte „Maar het lijk dan dat in de Seine is
court, uit de Seine het lijk opgehaald van rechter van instructie. „Dat is niet te ge- heb ik mij aan haar voeten geworpen, gevonden?"
een jonge elegant gekleede vrouw, dat looven 1" En deze overtuiging vatte al Maar zij is ongevoelig gebleven voor „Daarin heeft men zich vergist, evenals
aan de rechterzijde, van het hoofd een aanstonds bij hem post, dat, mocht Raoul mijn wanhoop, voor mijn tranen. Toen in de beschuldiging van Raoul Berteux."
diepe wonde vertoonde. De trekken waren Berteux zich aan het hem ten laste gelegde was het, dat een dolle drift zich meester „Maar hij heeft bekend.'
Sier veranderd en bijna onherkenbaar misdrijf hebben schuldig gemaakt, niets maakte van mij en ik niet meer wist wat De verbazing van Lucy was zichtbaar
terwijl het gelaat en de handen door een anders dan jaloezie de oorzaak kon ge- ik deed. Ik doodde de ongelukkige, osn, op haar gelaat.
lang verblijf in het water zeer waren op weest zijn, waardoor hij misschien in daarna tot bezinning gekomen, haar lijk „Ik weet niet of hij bekend heeft,"
gezet. drift was ontstoken. Een lage, gemeene in de Seine te doen verdwijnen cn zoo zeide zij, „noch waarom. Wat ik weet, is,
Men heeft op het lijk geen papieren en schurk kon deze man onmogelijk zijn. de sporen der misdaad uit te wisschen." dat hij gelogen heeft."
geen enkele andere aanwijzing gevonden. Hij liet de boeien afnemen, zond den „Ja, zoo moet de zaak zich wel hebben „Maar met welk doel?"
De eenige aanwijzing die de justitie op garde of veldwachter heen en begon het toegedragen," merkte de rechter van „Laat hem hier komen, hij zal het dan
het spoor der waarheid zou kunnen bren- voorloopig verhoor. Na de vragen betref- instructie op. „Maar ik heb u nog andere wel uitleggen."
gen, bestaat daarin, dat haar linnengoed fen.de naam, ouderdom, beroep enz vragen te doen." De rechter schreef een klein briefje,
gemerkt is met dc letters L. V. waarop Raoul Berteux met de grootste „Dat is volkomen nutteloos, mijnheer," riep zijn jongsten bediende en Zond hem
Uit het geneeskundig onderzoek is ge- kalmte en de meeste vrijmoedigheid ant- gaf de beschuldigde te kennen. „Ikheb daarmede weg. Een uur ging voorbij
bleken, dat de vrouw gedood is door een woordde, vroeg de rechter hem alles gezegd, wat ik te zeggen heb. U zult met wachten.
mes- of dolkitcek eu daarna in het water „Ge weet, van welke misdaad men u geen woord meer uit mij krijgen." Gedurende dien tijd vertelde Lucy
is geworpen. Alle pogingen om haar iden- beschuldigt?" En hij deed, zooals hij gezegd had. Volney, hoe zij tengevolge van een paar
titeit vast te stellen, zijn tot heden zonder „Ik weet het, mijnheer." Noch dien dag, noch de volgende dagen woorden, die zij met haar verloofde had
gevolg geweest." „Wat hebt ge daar tegen in te bren- kon de rechter van instructie iets meer gehad, gemeend had. de conclusie te
Dan volgde een brief, drie weken gele- gen?" van hem te weten komen. moeten trekken, dat deze haar niet meer
den aan den prefect van politie verzonden Dé beschuldigde zweeg eenige oogen- „Ik heb niets meer te zeggen," her- als vroeger beminde, en hoe zij, bevreesd
door een officier, in garnizoen te Parijs, blikken, alsof hij haar zijn woorden zocht, haalde hij telkens voor een ongelukkig huwelijk, het besluit
en waarin mededeeling werd gedaan van Vervolgens zeide hij op doffen toon: Dc instructie werd dus gesloten. had genomen van het huwelijk af te zien en
het verdwijnen van mejuffrouw Lucy „Niets, totaal niets.Inniddels was aan de pers medegedeeld, spoorloos was verdwenen.
Volney, een Engelsche van geboorte en De rechter, die een hardnekkige ont- dat de moordenaar van Lucy Volney Zij had zich tot een vriendin gewend
bij hem in dienst, als gouvernante zijner kenning had verwacht en die zich reeds ontdekt was. En deze had zich gehaast op het platte land en had niemand iets
dochter. had scherp gezet om de beschuldigde de ontdekking wereldkundig te maken, van zich doen hooren, opdat daardoor
„Sedert deze juffrouw," dus schreef in het nauw te brengen, was wel ecnigs- Dc meest uiteenloopcnde en de meest haar spoor verloren zou gaan.
de officier, „bij mij in huis werd opge.no- gins ontstemd over dat ontwoord. dramatische verhalen deden de ronde. In de afzondering evenwel, waarin zij
men, heeft haar gedrag tot geen bizondere „Ge bekent dus schuldig te zijn Raoul Berteux was de held geworden leefde, was haar bij toeval een nieuwsblad
aanmerkingen aanleiding gegeven. Den „Zooals u wilt, mijnheer." van een somber drama, waarvan hetjpu- in handen gekomen, waaruit zij kennis
dag harer verd vvijning is zij bij het vallen „Watzooals ik wil? Spot ge met mij?" bliek met het grootste ongeduld en met nam van de zware aanklacht, waarop
Van den avond uitgegaan om ccn bood- „God beware mij. Maar wat zal ik onvermengde belangstelling de ontknoo- Raoul Berteux zich binnenkort zou heb-
schap voor mijn dochtertje te doen. antwoorden! Er is een vrouw vermoord ping afwachtte, overtuigd als het was, dat ben te verantwoorden. En nu was zij
Zij is echter niet teruggekeerd en het en mij heeft men aangehouden als den de beschuldigde der jury wel meer zou opgekomen om de justitie voor te lichten
is niet mogelijk geweest te weten te ko- dader. Indien dc onuitsprekelijke liefde, mededeelen en zeker wel die bizonder- en ook om het leed te herstellen, dat zij
men wat er van haar geworden is." die ik voor haar koesterde, mijn smetteloos heden zou openbaren, die hij den Rechter haar beminde onwillekeurig veroorzaakte.
Eindelijk bevond zich onder het dossier verleden, dc achtenswaardigheid mijner van instructie geweigerd had. Toen hij binnentrad, wierp zij zich in
een bevel tot gevangenneming van zekeren familie en de opvoeding, die ik heb ont- Reeds drie weken ongeveer wachtte zijn armen eu verzocht zij hem vergiffenis.
Raoul Berteux, klerk ten kantore van vangen, niet in staat zijn om de verden- Raoul Berteux, opgesloten in de gevange- Bewogen drukf,s hij haar aan zijn hart
een notaris in het quartier Monceau, dien king, die op mij rust, op te heffen, wat nis te Mazas, het oogenblik af, waarop cn zeide
men verscheidene avonden om het huis zal ik mij dan verdedigen zijn zaak naar het Hof van Assisen zou „Ik wist wel, dat je mij niet zoudt laten
van den officier had zien rondzwerven I k vraag alleen, wat ge tot uw verde- worden verwezen, toen, na een dag van veroordeelen."
cn die daar verscheidene malen tevens digiug, wat gc ter rechtvaardiging van inspannenden arbeid, den rechter van „Maar waarom hebt u dan bekend?"
had aangebeld om juffrouw Lucy Volney de misdaad in het midden hebt te bren- instructie, die juist zijn kabinet verlaten vroeg de rechter van instructie,
te spreken. Aangehouden vierentwintig gen," wilde, werd medegedeeld, dat een vrouw „Omdat dit het eenige middel was,