Java aan het woord.
Derde Blad
Vrijdag 1 Februari 1924
Parijsche hotelratten.
Een nachtelijk drama.
Meisje ontvoerd.
Een gevecht tusschen politie en
een dievenbende.
Stremming van de Scheepvaart.
Een leugenachtige schavuit en
een gedegenereerd landgenoot.
De moord in den juwelierswinkel
te Parijs.
De Zuidelijke filmkeuring.
Nederlandsche visschers door
Belgische politieagenten
„Billijk is hel, dat men daarna {d.i.
na de Centr. Missie-genootschappen)
in 'Nederland bijzonder gedenkt de
missies van de eigen kolonies en ze
rijkelijk steunt."
Kardinaal van Rossum-
„Aan mijn kath. Landgenooten".
Het Hoofdbestuur van het St. Meiania-
Cerk in Nedarland ontving bet volgende ar-
ikel van de Melania-Commissie ie Djokja
Ned. O.-Indië) ter plaatsing in „De Kath.
/rouw" en andere Kath. bladen. Wij ver
zoeken vriendelijk aan alle leden van het St.
Melania-Werk en aan allen, die belang stel
len in het onderwijs en de opvoeding van de
Jnlandsche vrouw in onze koloniën, dezen
oproep nauwkeurig te lezen en te trachten
een of meerdere beurzen (van 120 per
laar) voor onderhoud en studie van een In-
landsch meisje te plaatsen of daarvoor klei
nere giften in te zamelen.
Alle gelden met vermelding van dit
doel gelieve men te zenden aan de alge-
mcene penningmeesteressè, mevr. J. van
Arcken-Couvreur, van Schevichavenstraat
13. Nijmegen.
Met groote vreugde kunnen we melden,
dat in de afdeeling Nijmegen de eerste beurs
fegeven werd door den beer en mevr.. J.
Nijst-Karthaus.
Het Hoofdbestuur v. h. St. Meiank-Werk:
Mevr. W. Brom-Struick, Nijmegen, pres.
zn waam. secr.
Mevr. M. de Graaf-Sandcrs, Hengelo, vice-
arcs.
Mevr. J. van Arcken-Couv.reur, Nijmegen,
jcnningm.
Mevr. L. Jongmans-Stadhouder, Groes-
rcek, lid.
Mei. T. van Oppen, Maastricht, lid.
Mej. M. Trooster. Zwolle, lid.
Mevr. E. v. d. Velden-v. d. Ven, Nijmegen,
'id.
Mevr. L. Noyons-Schmutzer, Leuven, toe
gevoegd lid.
Ir. E. A. van Arcken, oud-hoofdingenieur
V. O.-Indië, Nijmegen, toegevoegd lid.
J. J. M. H. Nijst. accountant, Nijmegen,
begevoegd lid.
DE JA VA-MISSIE KAN NIET
WACHTEN, MAG NIET WACHTEN,
ZAL NIET WACHTEN.
Humbug? Neen geen Hurnbug.
Er is geen enkele katholieke vrouw, die
dit artikel leest of zij zal het' na lezing voor
zich zelf herhalen: daarginder kan noch
noch mag noch zal men wachten en ik zal
evenmin wachten nu ik den weg ken, om
zoo effectief mogelijk te helpen.
Wat is do kwestie? Luistert, wij zullen
iet U vertellen heel nuchter en zakelijk.
DE JA VA-MISSIE BLOEIT.
Heusch, ffoc klein de missie op Midden-
Java ook moge zijn.zij bloeit, d. w. z.
zij ontwikkelt zich, en dit nog wel onweer
staanbaar. Wat kunnen wij meer verlangen?
Wilt Gij bewijzen? In 1911 leverde Pater van
Lith U weet wel, die Pastoor, die op Java
zoowel als in Nederland bekend is wegens
zijn activiteit en productiviteit. in dat
jaar dan leverde hij af zijn vier eerste kwee-
kelingen van Moentilan. En thans in 1923
bezit de Missie behalve de Kweekschool
Van. Moentilan ook een Normaalschool al
daar en een dito te Ambarawa; zij bezit het
uitgestrekte internaat der zusters Francis
canessen te Mendoet en last not least II Hol
landse!)-Indische scholen met 2499 leerlin
gen en 28 tweede-klasse-scholcn met 3005
■leerlingen.
Dat is het werk van R. K. Nederland, dat
zoo enorm ijvert voor de oprichting van
scholen op Java. En als er geen malaise was
en de bronnen vloeiden ruimer, dan schoten
de 2e klasse-scholer. als paddestoelen uit
den grond
Bekeeren die kinderen allemaal? Neen.
Hoeveel bekeeren dan wél?
Op sommige scholen 20 pet., op andere 30,
40 pet., op wees andere 75 en op één zelfs
van 95 tot 100 petdus allemaal.
Dus lezeressen: de Missie bioeit!
DE LEEMTE.
De Missie bloeit, maar.... hoe rijker zij
lloeit en boe krachtiger zij groeit zoo ont
staat er ook steeds meer een groote leemte,
die binnen niet al te langen tijd zich fataal
ral doen gevoelen en voor lange jaren zal
beletten, dat de Java-Missie gezond en so-
liede kan worden bevestigd.
Een. paradox, een raadsel, waarvan de op
lossing in enkele cijfers zich vanzelf aan
biedt.
Bovenstaande leerlingen van beide soorten
scholen samentellend komt men tot hel
cijfer: 5594 leerlingen op de lagere dag
scholen. Welnu, van die 5594 leerlingen zijn
er 4743 jongens en....' 761 meisjes. En hoe
meer scholen er komen, des te meer jon
gens zullen zich bekeeren en des te schrij
nender wordt gevoeld het tekort aan meisjes.
Wie is daarvan de schuld? De Javaan zelf.
Hij kan zijn kinderen naar onze scholen
zenden, maar hij doet het niet, daar hij van j
geen coëducatie houdt, waarin men hem
trouwens geen ongelijk geven kan. Daaren-
roven verlangt hij voor de meisjes niet zoo
•naar onderwijs, als voor de jongens, daar
om is er geen run van. meisjes naar de school
gelijk die er wel is van jongens. Nieuwe
scholen loopen vol jongens, maar meisjes
komen nauwelijks opdagen.
Die toestand is niet alleen in de missie
zoo, neen, ook bij het gouvernementsonder-
wijs. Dit te kort aan meisjes nu is
EEN WARE NOOD OF RAMP.
Niet alleen omdat daardoor zoo weinig
vrouwtjes worden gedoopt en geheiligd,
maar omdat de R. K. Javaan geen R. K
echtgenoote kan vinden en daarenboven
geen echtgenoote van ontwikkeling.
Wat is het lot van den Javaan zonder
R. K vrouw?
Een onderwijzer b.v., die de Normaalschool
afliep, daar bekeerde en gedoopt werd en
het Katholieke Geloof edelmoedig in prak
tijk. bracht, legt eindexamen af, treedt in
Gouvernementsdienst en wordt geplaatst in
een dessa, waar geen pastoor komt, of
althans zoo»goed als nooit. In een Mobam-
medaansche omgeving, waar alles de dwaling
en het bijgeloof ademt, waar niemand met
hem medeleeft, doch integendeel hem of
beklaagt of wel minacht, moet bij zich
staande houden. Als hij geen held is of een
apostel en die zijn er ook onder ge
beurt het maar al te dikwijls, dat hij tot
dingen komt onvereenigbaar met zijn geloof,
"a zelfs, dat hij in een moskee trouwt voor
den mohamedaanschen priester.
Had deze man een echtgenoote, katholiek
gelijk bij, genoegzaam ontwikkeld ook om
belang tc. kunnen stellen in zijn taak, wat zou
lijn leven andets worden! Welk een steun
zou hij vinden! Te midden van een laag ge
zonken omgeving zou dit huisgezin als een
klein heiligdom zijn. waarbinnen men zich
veilig voelt door eikaars woord en voor
beeld en zich met zorg wijdend kan aan de
heilige taak van de R K. opvoeding der
kinderen.
Doch niet alleen is het noodig dat de Ja
vaansche man een katholieke vrouw heeft,
Imaar hij heeft ook een vrouw van eenige ont
wikkeling en kennis noodig. naar gelang van
zijn stand. Die ontwikkeling moet de vrouw
krijgen op school. Zonder die hulp zinkt het
Javaansche gezin, gedurig terug in het moe
ras, waarin de meeste Javaansche gezinnen
steken.
In Javaansche gezinnen, waaraan geen ont
wikkeling van buiten werd toegevoerd,
heerscht ordeloosheid: men eet als men hon
ger heeft en slaapt als men slaap heeft;
daar heerscht slordigheid met verwaarloo-
zing; daar is geen spaarzaamheid en geen
zorgzaamheid; daar is geen karaklervorming
en ook geen welstand. Dat alles verandert
nog niet door het doopsel, want de catechis
muskamer is geen huishoudschool; daarvoor
zijn noodig de lessen op school aan het kind
gegeven, riet allerbeste middel is het inter
naat bij de zusters, doch daar dit slechts
mogelijk is voor een élite heeft men zich
voor de andere te beperken tot een langeren
weg langs de dagschool. Dit is een langere
weg daar men aldus meer geslachten noodig
heeft om tot volledige verbetering van den
toestand te komen.
Toch moogt u den invloed van het onder
wijs ten goede niet onderschatten. Hoezeer
werkelijk de Javaansche vrouw wordt opge
heven uit den toestand van verwaarloozing
en ellende door het onderwijs, blijkt uit het
schetsje van Raden Kamil, den bekenden
hoogstaanden Javaanscheu Inspecteur van
het Javaansch onderwijs dat hieronder volgt.
Hst werd overgenomen uit het Gedenkboek
van Nederl. O. I. 1898—1923. Hij spreekt
hier over het gewone neutrale onderwijs, dat
door den staat wordt gegeven, zonder gods
dienstige veredeling. Zeker, op de eerste
plaats geldt zijn getuigenis voor de Hol-
landsch-Irdandsche school, doch servatis
servandis ook voor de 2de klasse school.
DE VERHEFFENDE INVLOED VAN HET
ONDERWIJS.
Door het onderwijs op Westerschen grond
slag en misschien ook door den tijdgeest', is
in menig ambtenaarsgezin een groote ver
andering waar te nemen.
De verhouding tusschen man en vrouw is
niet meer, die tusschen meerdere en mindere,
maar tusschen gelijken, die in vele zaken
overleg met elkaar plegen, wal niet anders
dan heilzaam kan zijn. Aan de opvoeding
van kinderen wordt meer zorg besteed. Waar
vroeger ieder zijn maaltijd gebruikte, wan
neer hij honger had terwijl de vader op
etenstijd dikwijls weg bleef zonder daarvan
kennis te geven aan zijn vrouw, wordt nu
gezamenlijk gegeten. Er heerscht meer orde
en harmonie tusschen de echtgenooten. Het
verderfelijke dobbel- en kaartspel wordt na
gelaten; op bijeenkomsten wordt over dege
lijker onderwerpen gesproken. De luidruch
tige tandak-partijen van voorheen, waarbij
men zich aan den drank te huiten ging en
zich aan. uitspattingen overgaf, behoore.il tot
het verleden, dank zij den invloed der vrouw.
Door de moderne opvoeding hebben reeds
nu vele vrouwen van dezen stand dezelfde
plaats veroverd, als bare zusters in meer be
schaafde landen toekomt. De meisjes hebben
meer vrijheid gekregen in den omgang met
jonge mannen buiten de familie en het is
thans uitgesloten dat een huwbare dochter
zoo maar aa.n den man. wordt gebracht. Bij
de keuze van een schoonzo&n moeten de
ouders terdege rekening houden met haar
wenschen.
Hier en daar bestaan reeds vrouwenver-
eenigingen; op dc vergaderingen wordt druk
over de positie der vrouw gesproken 'en
wordt de egoïstische man gehekeld en de
wensch geuit dat de bevoorrechting van den
man zoo spoedig mogelijk plaats maakt voor
gelijke behandeling. Tot hun eer dient' ver
meld, dat vele mannen de billijkheid daar
van inzien, hetgeen blijkt uit verschillende
artikelen in dc Inlandschc pers.
Door de opgedane ervaringen is men in
den laatsten tijd tot het inzicht gekomen, dat
de tegenwoordige richting een groote
leemte aankleeft. Het onderwijs in den gods
dienst, dat lang verwaarloosd werd, zoodat
het jongere geslacht niets, om hel geloof
geeft, alle houvast mist, wordt naast karak
tervormend onderwijs een noodzakelijk deel
der opvoeding geacht."
Tot zoover Raden Kamil, Welnu, als net
onderwijs zonder geloof reeds zooveel tot
stand brengt, wat zal dan wel het Missie-
Onderwijs, dal van den godsdienst doortrok
ken is, in het hart der kinderen uitwerken?
DE REDDING.
Lezeressen wat antwoordt U, als wij
wederom de vraag stellen;
Kunnen wij wachten en mogen wij wach
ten?
Zou er onder u ééne, ook maar ééne ge
vonden worden, die koeltjes zou durven zeg
gen: ja, wacht u nog maar een tijdje? On
denkbaar....
Doch al zou die ééne er we! zijn, ja zelfs
al zouden alle vrouwen van Holland vinden,
dat wij nog maar wat moeten wachtëli met
de redding onzer R. K. jongens, en met de
vorming van degelijke katholieke huismoe
dertjes, dan antwoordt Java: wij zullen niet
wachten al laten ons de vrouwen van Hol
land in den steek, al is het Melania-Werk
niet in staat ons tc steunen. Wat gaat er dan
gebeuren? Luistert'.
Er is in het Noorden van Midden-Java een
Normaalschool voor jongens, onder leiding
der Paters Jezuïten. Dc plaats heet Amba-
rawa of wel in Europeesche klanken Wil
lem 1.
Alle jongens, die daar den cursus op 't in
ternaat volgen zijn geheel vrijwillig tot ons
H. Geloof overgegaan. Zoo iemand, dan gaat
het den Directeur, Pastoor van Kalken aan
het hart, die flinke, godsdienstige jongens na
hun examen, te zien verdwijnen in de dessa's
waar het gouvernement hun plaatst en te
weten dat hen daar een strijd wacht, die hun
het geloof en de katholieke zeden kan kosten
en die daarenboven verhindert, dat de mis
sie doorgroeit in het R. K. huisgezin. Erf niet
alleen zijn normaalschoolleerlingen, ook zijn
lagere-school]eerlingen wacht eenzelfde lot.
Welnu, het stond vast: er moeten speciale
meisjesscholen en alléén voor meisjes toe
gankelijk komen, waarheen de Javaan zijn
dochtertjes liever heen zendt, dan zooais
tegenwoordig, naar de jongensscholen. Maar
dan moeten er ook eerst vrouwelijke onder
wijzeressen worden gevormd, want de Javaan
wil geen man bij zijn dochtertjes op school...
en dus is het eerst noodzakelijke: de oprich
ting van eene
NORMAALSCHOOL VOOR MEISJES.
Doch het' Gouvernement hééft geen sub
sidie en voorioopig is daarop ook geen kijk
en wellicht wordt die kijk hoe langer hoe
kleiner in den loop der malaise-jaren. Ge
lukkig zijn de Z.Z, Franciscanessen voor dit
alles niet teruggeschrikt en hebben gezegd,
dat zij. niettegenstaande alles, haar deel in
den last willen dragen en de leiding der Nor
maalschool op zich willen nemen, zoodat wij
ineens een idcaal-opieiding krijgen voor onze
onderwijzeresjes die ook later voorbeeldige
huismoeders zuilen worden; want tl weet,
dat op de meisjesnormaalscholen op Java ook
practischc huishoudelijke kennis wordt bij
gebracht en dat de meisjes ook dc handen
flink uit de mouw leerèn steken.
Die school begint 1 Mei 1924, dus dit jaar
nog. Over eenige jaren, in 1928 verlaten de
eerste Normaalschoolleeraressen de inrich
ting en dan worden de meisjesscholen inge
richt; daarheen strooinen dan de kleintjes, en
gelijk elders de jongens. Zoo ontvangen daar
dan de meisjes als zij mei de genade mede-
werken, het heilig geloof en leeren tevens
veel nuttige dingen voor hun verder leven,
zoodat als de roomsche jongen tot haar komt
met het verzoek hem te lielpen funK en braaf
door het leven te gaan, zij ook werkelijk in
staat is, niet alleen „ja"' te antwoorden, doch
ook die gelofte in te lossen.
ttmidden van een atmosfeer van bijgeloof,
polygamie en andere ellende staat' dan hun
huisje, waarbinnen orde en nelheid een sym
bool zijn van den geest van fucht en liefde,
die in dat gezin zullen heerschen. De vrouw
staat haar man als zijn waardige echtgenoot
bij, pleegt overleg met hem, bemoedigt hem
als hij eens probeert' te spreken bij zijn kin
deren of in ruimeren kring over hun heilig
geloof.... m één woord, hel zal daar toe
gaan lezeressen gelijk het toeging in het echt
christelijk gezin, waaruit gij zijt voortgeko
men of in het gezin, dat gij thans als moeder
bestuurt in éénheid met uw echtgenoot.
Ziet, als Java veel van dergelijke gezinnen
tellen gaat, dan klaart de gezichtseinder der
Java-missie op. Tot dusverre vielen er in
onze heerlijke kleine missie als wonderbare
paarlen priesterroepingen uit den hemel in
het hart van jongens die hun jeugd hadden
doorgebracht in heidensche en mohamedaan-
sche gezinnen hun ouders en broeders zijn
heidertsch of mohamcdaansch. .Dat waren
wonderen van een oneindig goedertieren
God, die ook op de dorre rots bloemen ver
mag te doen bloeien. Doch lezeressen won
deren blijven uitzonderingen. Zoodra nu het
R.-K. Javaansch gezin zich vermenigvuldigt
wordt er een teelaarde bereid, waarin de
zaden der roeping tot God welig kunnen ont
kiemen. Niet alleen roepingen tot het
Priesterschap doch ook roepingen onder de
meisjes, zoodat met den aangroei der Missie
de Javaansche zusters als vanzelf ontstaan,
om haar aandeel in de kersten.ng harer
bruine zusjes op zich te nemen.
WAT VERWACHTEN WIJ VAN HET
MELANIA-WERK?
De Melania-Commissie voor Midden-Java
heeft- een onwrikbaar vertrouwbaar vertrou
wen op de groeikracht en draagkracht van
het Melania-Werk in Holland
U weet' dat deze Commissie, namens het
Hoofdbestuur door den Gedelegeerde voor
Ned. O.-Indië, Dr. J. Schmutzer werd be
noemd in overleg met den HoogEerwaarden
Provicaris Deze commissie is een commissie
van studie, van initiatief, en van uitvoering.
Wij kijken uit wat er voor de Roomsch Ka
tholieke Javaansche vrouw nuttig of noodig
is, wij trachten hek tot stand te brengen en
indien wij dat hier niet kunnen, vragen wij
uwe aandacht en tenslotte zien wij toe of de
gelden door Melania in Holland verzameld,
luer oordeelkundig worden besteed voor het
gestelde doel.
Dit willen wij u wel zeggen: als onze com
missieleden niet zulk een enorm vertrouwen
hadden in de groeikracht van de Vereeniging
het Malania-Werk en in de edelmoedigheid
en offervaardigheid der Hollandsche vrou
wen, dan zou geen der drie leden de benoe
ming hebben aanvaard, want, wat betreft de
financiën.... Zullen wij voorloop;" grooten-
deels op het Melania-Werk in Holland zijn
aangewezen.
Als wij u nu voorstellen gaan doen inzake
het onderwijs der R. K. Javaansche vrouw,
wil dit zeggen, dat vrij onderstellen, dat het
Melania-Werk deze voorstellen kan ver
wezenlijken zonder haar óeuvres, die zij
reeds tot stand bracht, te verwaarloozen.
V/at bedoelen wij? Luistert.
in den loop van het jaar 1923 werd door
het Melania-Werk eene verpleegster ttfl ons
gezonden, mej. C. Fischer. Deze dame is
thans bij ons op midden-Java gevestigd en
het is ons een genot het hier te kunnen zeg
gen; het werk stapelt zich rond haar op en
van haar gaat werkelijk een zegenrijke wer
king uit op de R. K. Javaansche vrouw en
het Javaansche meisje. Diegenen, die wel
licht bij haar vertrek meenden, dat hier
slechts van illusies en desillusies sprake kon
z,ijn, zien hieruit hoe zij zich vergissen.
Maar het onderhoud van een verpleegster
brengt groote onkosten mee en nooit mag het
gebeuren, dat wegens het ondernemen van
nieuwe werken dit eerste noodzakelijke werk
ineenstort. Mevr. Brom zeide laatst, dat om
Zuster Fischer te onderhouden, het M. W.
2000 leden noodig had, die geregeld haar ge
wone contributie betalen.
Als wij dus met nieuwe voorstellen komen
is dit. wijl de Melania-Commissie voor mid
den-Java meent dat deze te verwezenlijken
zijn met behoud van hetgeen reeds is be
gonnen.
Wat stellen wij voor?
Het onderhoud van één Javaansch meisje
op de Normaalschool te Ambarawa zal kos
ten ongeveer tien gulden per maand. Dat
maakt in een jaar 120.en daar de eur-
sus vier jaren duurt, een ronde som van oOO
gulden. Eén meisje dus, eenmaal den cursus
te doen doorloopen, kost vijfhonderd gulden.
De Melania-Commissie voor midden-Java
heeft gemeend niet te veel le zeggen toen zij
aan Ambarawa mededeelde dat zij wel de
stichting var, een tientalfceurzen in Neder
land verwachtte. Zij onderetell, dat groolere
afdeelingen in de groote steden er een eer
in zullen stejler haar eigen Javaansche
kweekeling te hebben op de Normaalschool,
kleinere afdeelingen kunnen groepsgewijze
zich vcreenrgen tot bijeenroeping van een
beurs, of haar bijdragen inzenden bij het
H. B., dat uit deze sommen weer beurzen
vormen kan.
Ziedaar lezeressen wat wij uit Java aan
U hebben voor te stellen. Men spreekt hier
veel over de malaise en over de slechte tij
den en met recht, en dan gaat men twijfelen
of in het Moederland deze nieuwe oproep
wel gehoor zal vinden.... maar wie er mo
ge twijfelen, de Melania-Commissie niet. Wij
lazen in den loop van dit jaar in het Or
gaan van R.-K. Verpleegsters ongeveer het
volgende:
Op een missie tentoonstelling hing een
plaat. Daarop stond een meisje, dat op haar
rug haar broertje droeg, bijna even groot als
zij-zelf. Een dame 'Taagt haar; Wat heb jij
daar een zware wrachten het kind ant
woordt: dat is geen vracht, dat is mijn broer
tje.
Begrijpt U 't, Lezeressen? Waar bemind
wordt kunnen do grootste lasten worden ge
torst, zonder dat het als een last wordt ge
voeld. Dat is liet geheim. En als de Neder-
landsche vrouw de Javaansche bemint, dan
kan zij de opheffing harer bruine zusters tor
sen al kost het vele offers, doch die offers
worden niet als ofiers gevoeld, want .waar
bemind wordt, wordt niet geleden En aldus
zal het mogelijk worden, dat de vrouw van
het kleine Holland van 7 millioen inwoners
de vrouw steunt van hel 35 millioen tellende
Java. Menschelijker wijze is de vracht bo
ven hare krachten, doch de bovennatuur
lijke liefde voor de zielen harer bruine zus
ter doet baar alles overwinnen, want. de
liefde overwint nu eenmaal alles!
De Melania-Commissie voor
midden-Java:
Mevr. C. SCHMUTZER-van Rijckevorsel
Mevr. R. A. SOEJADI-Sasraningrat
Pastoor H. KOCH. S. J„ G. A.
Djokja, in de maand van
St. Melania 1923.
Dal er geen vrees behoeft te bestaan,
dat het Missieonderwijs het gouvernement's-
of andersdenkend particulier onderwijs on
der den voet loopen zal, blijkt wel uit dc
volgende gegevens, dateerend van 1920 en
later:
Mohamedaansche godsdienstschooltjes op
Java 13000.
Dessaschoten op Java en Madoera in 1920:
6496, leerlingen: 406000.
2e klasseschblen in geheel Indië 4034,
leerlingen: 397000.
Hoïl. In!, scholen in geheel Indië 1921:
206, leerlingen 40000.
(Gedenkboek van Ned. Indië 1923
art, Onderwijs).
Een Nederlandsche dame slachtoffer
Blijkens een telegram uit Parijs aan de
„Morning Post" is een welgestelde Neder
landsche dame, mevr. Vischraper, in een
Parijsch hotel het slachtoffer van een hotelrat
geworden. Toen zij dezer dagen 's avonds
van het theater terugkwam, legde zij haar
bontmantel ter waarde van ongeveer 30.000
francs op een stoel in haar kamer den vol
genden ochtend was zij ten zeerste verbaasd
toen zij ontdekte dat de mantel was verdwe
nen.
Zij deelde den hoteldirecteur mede een
vage herinnering te hebben, dat zij geduren
de den nacht, toen zij half in slaap was, een in
een nauwsluitend zwart costuum gekleed man
zag. Zij bracht het alarmsignaal niet in wer
king daar zij dacht een soort nachtmerrie te
hebben. De politie kwam evenwel tot de con
clusie dat hier een hotelrat aan het werk was
geweest. De uitrusting van deze dieren, vrou
welijke als mannelijke, bestaat gewoonlijk
uit een nauwsluitend zijden of satijn costuum,
dat hen in staat stelt gemakkelijk los te ko
men, wanneer zij mochten worden gepakt.
Korten tijd na de vetmissing van den man
tel hield de politie in een nachtrestaurant op
Montmartre een meisje aan, die een bontman
tel droeg, geheel overeenkomend met den
ontvreemde. Op het politiebureau werd de
mantel dadelijk als de gestolene herkend.
Het meisje legde verklaringen af, welke leid
den tot de arrestatie van een jongen Ru-
meenschen keliner, in wiens kamer men het
volledige costuum van een hotelrat aantrof.
Zijn mededeelingen hadden voorts de aan
houding van twee medeplichtigen, een
Italiaan en een Algerijn, lot resultaat.
De gevolgen van burenruzie.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
te ongeveer vier uur hoorde een nachtwaker
van in aanbouw zijnde huizen aan den Hoofd
weg te Amsterdam gelegen, rumoer, gevolgd
door een hevig gegil. Hij ging kijken en vond
toen een man met een ernstige wonde aan het
voorhoofd. Met behulp van een controleur
van den Gec. Part. Nachtveihgheidsdienst
werd de gewonde die vrij veel bloed verloor
en in overspannen toestand verkeerde, naar
een keet gedragen en daar verbonden.
Wat er precies gebeurd is, weet men niet.
Zeker is het, dat de bewuste persoon twist
heeft gehad met den bewoner van een der hui
zen in de nabijheid.
De wonde is vermoedelijk met een hamer
toegebracht.
Na verbonden te zijn, werd de gewonde
weer naar huis vervoerd.
ERNSTIGE VAL.
Men meldt uit Terwinselen (Lim) De
electricien v. W. is Dinsdag van een 10 Me
ter hoog bordes gevallen. Met het hoofd
kwam hij terecht öp een ijzeren rail. Ernstig
gewond moest hij naar het gasthuis vervoerd
worden. Hij was werkzaam op de briketfa-
briek alhier.
Aan de Oost-Groningsche grens wordt
sedert eenige dagen door een Duitsch echt
paar'onderzoekingen gedaan naar de 8'/j-
jarige dochter, die in gezelschap van een
woonwagenfamilie uit Rheine naar onze grens
zou zijn meegenomen.
EEN GEVECHT TUSSCHEN LEEU
WEN, TIJGERS, EN MENSCHEN.
Maandagavond kwam te Bordeaux een
circus aan. Bij de overlading van de bij dit
circus behoorende menagerie was de eigenaar
zoo onvoorzichtig, drie tijgers en zeven leeu
wen tijdelijk in één kooi te laten. Nauwelijks
waren de beesten bij elkaar, of een verschrik
kelijk gevecht begon.
De oppassers, met den eigenaar aan het
hoofd, gingen de kooi binnen om de vechten
den te scheiden daarop schenen de tijgers
hun geschil met de leeuwen te vergeten en
gingen zij de menschen te lijf. De eigenaar
werd ernstig gewond.
Ten slotte wisten drie man met behulp van
gloeiende ijzeren staven de tijgers naar e#i
andere kooi te jagen. De leeuwen kropen
benauwd in een hoek. Ze hadden absoluut
geen flinke rol bij deze heele geschiedenis
gespeeld.
Onder de gemeente Kohlscheid, in de na
bijheid der Hollandsch-Duitsche grens, stiet
de politie des nachts op een dievenbende, die
zware zakken op den rug droeg. Tusschen de
politie en de dieven had een vuurgevecht
plaats met revolvers. Een der dieven werd
aangeschoten doch allen konden ontkomen,
met achterlating van het gestolene, dat uit
manufacturen bestond.
DE DOMTOREN AFGEMIJND.
In de raadsvergadering van Utrecht tikt
de voorzitter in een razend tempo de ver
dere posten af.
Plotseling roept de heer Lambeck Mijn.
De Voorzitter, die ziet dat hij juist is bij
den post „herstelling van den Domtoren"
U heeft 'in, den Domtoren. (Luid gelach.)
De ijsinlichtingsdienst rapporteert d.d
Donderdag
De scheepvaart wordt niet belemmerd
Stavoren Gracht.
De zeilvaart ondervindt hinder Zoutkamp
Lauwerzee en Reitdiep, Schokland West
kust, Urk Noordkust, Elburg.
Zeilvaart gesloten, stoomvaart nog moge
lijk Nw. Statenzijl Aa, Stavoren, Zuiderzee,
Lemmer Zuiderzee en Rien, Schokland Oost
kust, Urk Zuidkust, Deventer Overijsselsch
Kanaal.
EEN HERINNERING AAN PROF.
KOUWER.
In het Algemeen Weekblad ,,De Midden
slandsbond" vertelt Jonker Frans iets over
Prof. Dr. B. J. Kouwer, de Utrechtsche
hoogleeraar, die onlangs zijn 25-jarig ambts
jubileum herdacht. Deze herinnering is als
volgt:
Een dorpsdokter, een vriend van tientai-
ien beroemde collega s en ook van Prof.
Kouwer gaf een schitterenden maaltijd ter
gelegenheid van zijn 50-jarig artsjubileum.
De professoren Treub, Kouwer, Hal-
bersma. Pekelharing e.a. zaten aan. Toen
de maaltijd met een toespraak van Prof.
Hector Treub zou aanvangen, werd een der
artsen weggeroepen, daar een patiënte zijn
hulp noodig had.
Na de toespraak van Prof. Treub zou
men „aanvallen". Meteen kwam de gerant
van het hotel in de kleine stad, waar de
maaltijd werd genuttigd, oo Professor
Kouwer toe en fluisterde hem iets in hei
oor.
Wat toen geschiedde was bewonderens-
waard. Onvergetelijk. Zonder aarzeling
vouwde de heer Kouwer- zijn servet samen,
legde het naast zijn bord, stond op en
verwijderde zich.
„De dokter van Straten roept den Pro
fessor in consult", vertelde de ober.
Het diner duurde lang, heel lang. Hel
menu was onuitputtelijk in weer nieuwe
verassingen, die moesten worden genoten.
Toen, op een oogenblik dat al onze aan
dacht gevraagd werd voor Siberische Ijs
puddingen, met een omvang en een weelde
als ik er nooit na dezen meer een gezien
heb, zagen we, als terloops (barbaren dat
we waren) Kouwer weer naar de tafel ko
men.
Hij had nog niets gegeten, nog niets ge
dronken. Hij zag er vermoeid uit, nochtans
tevreden. Want. dit hoorden we later, hij
had een menschenleven gered, terwijl wij
schranrsden.
Hij zette zich op z'n zetel en wenkte den
ober.
„Breng me een glas champagne", zeide
hij „en kijk eens na, hoe laat de laatste
trein naar Utrecht gaat. Ik moet bepaald
vanavond nog weg."
„De laatste trein, Professor", schrok zijn
buurman, een dokter uit het stadje; „Dan
hebt u nog maar tien minuten."
„Tien minuten!"
Nu sprong Professor Kouwer op. nu
smeet hij z'n servet neer. Hij zij „bonsoir"
en liep met driftige stappen de zaal uit.
Niets had hij gegeten, niets gedronken.
Het slotbedrijf van het drama hebben »ve
pas later gehoord. Veel later, toen de maal
tijd. de wijnen, de geestige redevoeringen
reeds als een schoone droom in onze herin
nering was verstild.
Professor Kouwer, die den laatsfen trein
hebben moest, niet missen kon, kwam het
station binnen, toen de trein reeds in be
weging was. Hij sprong in een bagagewagen,
kreeg een proces-verbaal, werd beboet door
een kantonrechter voor vijftig gulden....
Dit is de herinnering, die ik, nu deze
voortreffelijke medicus een jubileum vierde,
niet wil achterhouden.
Want ik zie hem sinds dien tijd eigenlijk
als een held.
In staat een heerlijken maaltijd af te wij
zen, moedig tot in hel laatste oogenblik
de wet zelfs trotseerend.
Maar bij had een menschenleven gered.
D,e voldoening had hij tenminste.
AANRIJDING TE ARNHEM.
Dinsdagavond heeft op den Amsterdam-
schenweg tê Arnhem een vrij ernstige aan
rijding plaats gehad. De chauffeur van een
automobiel reed in de richting Ede, en wilde
een wagen voorbijrijden die geen licht aan
had. Hij haalde links uit, doch toen bleek dat
de wagen juist een andere richting uitreed.
Een aanrijding was niet meer te vermijden.
Op den wagen zat bij de aanrijding een aard
appelenhandelaar met de beide beenen langs
een der zijkanten. Hij geraakte met zijn been
tusschen auto en wagen met het gevolg dat
hij een ernstige beenbreuk bekwam. Hij is
naar het ziekenhuis vervoerd. De wagen
bestuurder zal zich vermoedelijk ook nog te
verantwoorden krijgen voor het niet hebben
van verlichting op zijn wagen.
GEHEIME BRANDERIJ.
Dinsdagavond hebben zes belastingambte
naren en twee rechercheurs van politie een
inval gedaan in de woning van zekeren J. K.
op den Rotferdamschendijk te Delft. Zij
betrapten op den zolder den bewoner en
zekeren J. v. G. aan den arbeid bij .een in
werking zijnd distilleer-toestel.
Het toestel is in beslag genomen. Tegen J.
K. en J. v. G. is proces-verbaal opgemaakt.
De Belgische politie zoekt al eenigen tijd
een Franschman, genaamd Jules Belleuvre,
wiens uitlevering de Fransche justitie had
verzocht wegens een diefstal te Parijs, waar
hij een bont ter waarde van 30.000 ff. en ju-
weelen van groote waarde zou hebben ont
vreemd. Nadien had hij te Brussel bij een
kameraad gelogeerd, wien hij 10.000 fr. ont
stal, waarmee hij naar Parijs terugkeerde.
Kort daarna was hij weer te Brussel en ver
huurde zich als kamerdienaar bij een groot
fabrikant. Enkele dagen later was hij weer
verdwenen met medeneming van verschillen
de kostbare voorwerpen, die bij de opkoopers
werden opgespoord.
Deze dief is Vrijdagavond door de politie
te Elsene, een voorstad van Brussel, aange
houden. Hij dischre een verhaal cp, dat door
de Parijsche Matin op de volgende wijze
wordt naverteld.
„Belleuvre heeft den politiemannen een
vreemde geschiedenis verhaald, die op het
eerste gezicht door enkele omstandigheden
schijnt te worden gestaafd. Hii verzekert na
melijk, dat hij in het bezit is van dossiers,
welke gedurende den oorlog in België zijn aan
gelegd door zijn vriend, den Hollandschen di
plomaat graaf .van Aersolt van Dom, die twee
jaar geleden gestorven is. De stukken van
deze dossiers schijnen te bewijzen, dat Hol
land aan Duitschland rechtstreeks hulp heeft
verleend bij het voeren van den oorlog. Het is
in ieder geval zeker, dat de graaf van Aersolt,
die na den wapenstilstand zijn kasteel in
Doorn moest afstaan aan den ex-keizer, ge
durende den oorlog in België vertoefde. Het
is eveneens zeker, dat de familie bij testament
verplicht werd aan Belleuvre een pensioen te
betalen, dat verscheidene honderden guldens
in de maand bedraagt.
De graaf van Aersolt had overigens zijn
geheele fortuin aan den oplichter nagelaten,
maar zijn familie was tegen deze beschikking
in verzet gekomen.
Gedurende de bezetting smeet Belleuvre op
dolle wijze met het geldDe documenten,
waarvan hij spreekt, zouden zich te Parijs
bevinden.
De Nieuwe Apeld. Crr. teekent hierbij aan
„Dit is nu weer eens een staaltje van het
vieze soort journalistiek, dat tijdens en na den
oorlog Nederlands naam in den vreemde zoo
vaak heeft beklad, en dat zelfs in de Neder
landsche pers was aan te treffen.
De beschuldiging, zoogenaamd door Bel
leuvre geuit, is zoo bespottelijk, dat men het
bericht negeeren kon. Wij zijn echter toeval
lig in de gelegenheid, de juiste lezing van het
geval te geven, en dus de leugenachtigheid
van den berichtgever van de Matin in het
licht te stellen.
Reeds lang voor den oorlog leefde in Else
ne een lid van een bekende Overijsselsche
familie, baron A. F. R. E. van Haersolte van
den Doorn. Bij zijn Hollandsche familie
stond hij zeer slecht aangeschreven, en geen
wonder hij was een dronkaard van de ergste
soort, met afschuwelijke, ziekelijke afwij
kingen en bevriend met iemand van Fran
sche nationaliteit, genaamd Jules Belleuvre.
Deze baron Van Haersolte was echter geen
diplomaat en was nooit in dienst der Neder
landsche regeering geweest. Met Doom en
den ex-keizer had hij nooit iets uit te staan
Den Doorn ligt in Overijsel. Gedurende der?
oorlog bleef hij in Brussel. Af en toe kwam hi;
wel naar Nederland maar spftedig weigerder
de Duitschers, waarschijnlijk om zijn Fransch-
gezindheid, hem een pas te verstrekken.
Na den oorlog viel Jules Belleuvre in han
den van de Fransche politie. Hii was n.l. de-
serteiff van het Fransche leger. Men veroor
deelde hem tot een zware gevangenisstraf
die hij in Toeion heeft uitgezien.
De baron van Haersolte volgde hem naai
Zuid-Frankrijk en vestigde zich in Monaco
Boulevard Charles III no. 25, waar hij woon
de met een broer van den genoemden Belleu
vre.
Op den 14den Januari van het jaar 1922 is
hij daar overleden. Jules Belleuvre had al
voor jaren een lijfrente van hem gekregen.
Veertien dagen voor zijn dood had hij nu ook
op diens broeder een rente vastgezet. Beide
uirkeeringen geschieden in franken.
Het testament bevatte groote verrassingen.
De erflater, zooals gezegd, een ontoereken
baar, door drankzucht gedegenereerd mensch
had bepaald, dat zijn geheele vermogen zot
dienen om een fonds te vormen, waaruit
die twee bescheiden lijfrenten zouden wor
den betaald Een notaris is secretaris van dk
fonds en geniet als zoodanig een jaarlijkse!
salaris van 3000. plus 10 pCt. van het batig
saldo der inkomsten. Een der broeders trek
ook uit dit fonds, terwijl een andere gehee
onterfd werd.
Had de baron v. H., zijn geheele vermogen
zonder meer aan beide broeders B. willen ver
maken, dan zou niets hem dit hebben kunnen
beletten.
Met politiek of spionnage of hulp van een
Nederlander aan de Duitschers in den oorlog
heeft het geheele geval dus niets te maken.
Dat nu een schavuit als Jules Belleuyre bij
zijn gevangenneming een fraai verhaal verzint,
is niet zoo bijzonder. Dat dit verhaal in de
kranten komt, is nier verwonderlijk.
Maar dat het sprookje wordt aangedikt,
zoödat de geestelijk en lichamelijk veronge
lukte baron een Hollandsche diplomaat wordt,
die op last van zijn regeering, de Duitschers
helpt en 't stilzwijgen van zijn Fransche hel
pers met veel geld moet koopen dat de be
richtgever van de bespottelijke leugens die
het individu B. opdischt, zegt, dat ze er zeer
geloofwaardig uitziendat is een soort
journalistiek, waarvoor we in ons woorden
boek het passende epitheton nog niet hebben
gevonden. /-
Wij vinden het niet aangenaam, een zoo
droevige en intieme familiegeschiedenis te
moeten ophalen. Maar wij achten de zaak van
te groote algemeen belang, dan dat wij ze
zouden mogen verzwijgen
DE VOLBLOEDIGE STUDENT.
Een student aan de universiteit te Ohïo^
(Ver. Staten) heeft zich, ten behoeve van
ernstige patiënten in een ziekenhuis, niet
minder dan acht maal bloed laten aftappen.
De student, die zes voet lang is, zeide na de1
operatie zich in het geheel niet ziek te gevoe
len, maar wel erg hongerig.
HEET GEBAKERDE SPANJAARDEN
In het Casino te Salamanca ontstond Dins
dagavond tusscheft twee vroeger parlements-
afgevaardigden een heftige discussie over poli
tieke aangelegenheden. De respectieve sup
porters der twee ex-deputé's mengden zich ii
de woordenwisseling, met het gevolg, da
binnen een minimum van tijd een der voor
naamste woordvoerders een tegenstande
met 'n pistool bedreigde. Een andere tegen
stander in de meening, dat zijn vader wer»
bedreigd, loste twee schoten op den pistool-
zwaaienden disputant. Stervend werd de;
weggedragen.
DE MOORD IN DEN JUWELIERS
WINKEL TE PARIJS.
Ondanks het. ijverig politie-onderzoek,
heeft de recherche tot nog toe niet veel aan-
wijzigingen omtrent de inbraak op de place
Vendóme, te Parijs waarbij de Nederlandei
Limburg als slachtoffer viel, verkregen. D«
tweede gewonden bediende van de firm;
Ostertag,, die naar het ziekenhuis was over
gebracht, heeft verklaard, dat de aanvallen
drie in getal zijn geweest.
De heer Ostertag meent zich te herinneren,
dat sedert eenigen tijd zijn zaak werd be-
spionneerd. Hij gelooft echter niet, dat een
zijner vroegere bedienden bij deze inbraak-
poging is betrokken geweest. De heer Oster-,
tag zal voor het vinden van de daders een
premie uitloven.
AMSTERDAM, 31 Jan. Naar wij verne
men, heeft de Burgemeester van Bergen cp
Zoom bepaald, dat de regeling der „Ver
eeniging van Noord-Brabantsche en Limburg-
sche Gemeenten vpor Gemeenschappelijke
filmkeuring," nog niet in werking zal tre
den en de bestaande bepalingen met betrek
king tot het toezicht op film-vertooningen
in zijne gemeente gehandhaafd worden. Als
gevolg van deze beschikking zullen de the
aters te Bergen op Zoom evenals, naar reeds 1
gemeld is, in de gemeenten Waalwijk, Hoens-
broek en Brussen, na 1 Februari geopend
blijven.
De Breskensche Ct. meldt
„Donderdagavond is te Ostende een ern
stig politie-misdrijf tegen een zestal Neder
landsche visschers gepleegd; Het was
ongeveer 10 uur des avonds, dat de Bres
kensche visschers P. C. van den Heuvel,
Abr. Notebaart, Jannis Notebaart en H.
Erasmus zich aldaar in een café bevonden en
een glas bier dronken, toen plotseling een
politiecommissaris met vier agenten binnen
kwam en hun vroeg of ze Hollanders waren.
Op hun bevestigend antwoord werden zij
gesommeerd mede te gaan en als 't ware naa»
het bureau geslagen.
Op hun vragen wat zij hadden misdaan
om zoo mishandeld te worden, was het eenige
antwoord slagen en scheldwoorden. Een van
hen werd geheel bewusteloos geranseld.
Des anderen daags werden zij vrijgelaten
en konden zij maken dat zij wegkwamen,
terwijl de politie hun nog gemeene scheld
woorden nariep.
De oorzaak van dit politie-schandaal moet
zijn gelegen in het feit, dat te voren een po
litieagent is geslagen en een Spiegelruit was
ingegooid. Dit zou door Nederlanders ge
schied zijn.Toen dit gebeurd is, waren bedoel
de visschers op zee zij staan dan ook geheel
buiten een of ander voorval dat daar plaat-
gehad moet hebben.
Belgische visschers en de burgerij waren
de ongelukkigen behulpzaam om naar hun
vaartuigen te gaan.
De zaak is bij hoogerhand in onderzoek,
zoodat dit muisje nog wel een staartje zal
hebben.
VERDACHTE BRAND.
Dezer dagen is er een begin van brand ge
weest in de Electrobioscoop te Middelburg.
Daar de operateur, --^ie men uit de cabin»
heeft zien komen, nadien spoorloos is ver
dwenen, heeft de politie te Vlissingen, op
verzoek van de aldaar wonende ouder-
opsporing verzocht.