Java aan het woord. Derde Blad Vrijdag 1 Februari 1924 Parijsche hotelratten. Een nachtelijk drama. Meisje ontvoerd. Een gevecht tusschen politie en een dievenbende. Stremming van de Scheepvaart. Een leugenachtige schavuit en een gedegenereerd landgenoot. De moord in den juwelierswinkel te Parijs. De Zuidelijke filmkeuring. Nederlandsche visschers door Belgische politieagenten „Billijk is hel, dat men daarna {d.i. na de Centr. Missie-genootschappen) in 'Nederland bijzonder gedenkt de missies van de eigen kolonies en ze rijkelijk steunt." Kardinaal van Rossum- „Aan mijn kath. Landgenooten". Het Hoofdbestuur van het St. Meiania- Cerk in Nedarland ontving bet volgende ar- ikel van de Melania-Commissie ie Djokja Ned. O.-Indië) ter plaatsing in „De Kath. /rouw" en andere Kath. bladen. Wij ver zoeken vriendelijk aan alle leden van het St. Melania-Werk en aan allen, die belang stel len in het onderwijs en de opvoeding van de Jnlandsche vrouw in onze koloniën, dezen oproep nauwkeurig te lezen en te trachten een of meerdere beurzen (van 120 per laar) voor onderhoud en studie van een In- landsch meisje te plaatsen of daarvoor klei nere giften in te zamelen. Alle gelden met vermelding van dit doel gelieve men te zenden aan de alge- mcene penningmeesteressè, mevr. J. van Arcken-Couvreur, van Schevichavenstraat 13. Nijmegen. Met groote vreugde kunnen we melden, dat in de afdeeling Nijmegen de eerste beurs fegeven werd door den beer en mevr.. J. Nijst-Karthaus. Het Hoofdbestuur v. h. St. Meiank-Werk: Mevr. W. Brom-Struick, Nijmegen, pres. zn waam. secr. Mevr. M. de Graaf-Sandcrs, Hengelo, vice- arcs. Mevr. J. van Arcken-Couv.reur, Nijmegen, jcnningm. Mevr. L. Jongmans-Stadhouder, Groes- rcek, lid. Mei. T. van Oppen, Maastricht, lid. Mej. M. Trooster. Zwolle, lid. Mevr. E. v. d. Velden-v. d. Ven, Nijmegen, 'id. Mevr. L. Noyons-Schmutzer, Leuven, toe gevoegd lid. Ir. E. A. van Arcken, oud-hoofdingenieur V. O.-Indië, Nijmegen, toegevoegd lid. J. J. M. H. Nijst. accountant, Nijmegen, begevoegd lid. DE JA VA-MISSIE KAN NIET WACHTEN, MAG NIET WACHTEN, ZAL NIET WACHTEN. Humbug? Neen geen Hurnbug. Er is geen enkele katholieke vrouw, die dit artikel leest of zij zal het' na lezing voor zich zelf herhalen: daarginder kan noch noch mag noch zal men wachten en ik zal evenmin wachten nu ik den weg ken, om zoo effectief mogelijk te helpen. Wat is do kwestie? Luistert, wij zullen iet U vertellen heel nuchter en zakelijk. DE JA VA-MISSIE BLOEIT. Heusch, ffoc klein de missie op Midden- Java ook moge zijn.zij bloeit, d. w. z. zij ontwikkelt zich, en dit nog wel onweer staanbaar. Wat kunnen wij meer verlangen? Wilt Gij bewijzen? In 1911 leverde Pater van Lith U weet wel, die Pastoor, die op Java zoowel als in Nederland bekend is wegens zijn activiteit en productiviteit. in dat jaar dan leverde hij af zijn vier eerste kwee- kelingen van Moentilan. En thans in 1923 bezit de Missie behalve de Kweekschool Van. Moentilan ook een Normaalschool al daar en een dito te Ambarawa; zij bezit het uitgestrekte internaat der zusters Francis canessen te Mendoet en last not least II Hol landse!)-Indische scholen met 2499 leerlin gen en 28 tweede-klasse-scholcn met 3005 ■leerlingen. Dat is het werk van R. K. Nederland, dat zoo enorm ijvert voor de oprichting van scholen op Java. En als er geen malaise was en de bronnen vloeiden ruimer, dan schoten de 2e klasse-scholer. als paddestoelen uit den grond Bekeeren die kinderen allemaal? Neen. Hoeveel bekeeren dan wél? Op sommige scholen 20 pet., op andere 30, 40 pet., op wees andere 75 en op één zelfs van 95 tot 100 petdus allemaal. Dus lezeressen: de Missie bioeit! DE LEEMTE. De Missie bloeit, maar.... hoe rijker zij lloeit en boe krachtiger zij groeit zoo ont staat er ook steeds meer een groote leemte, die binnen niet al te langen tijd zich fataal ral doen gevoelen en voor lange jaren zal beletten, dat de Java-Missie gezond en so- liede kan worden bevestigd. Een. paradox, een raadsel, waarvan de op lossing in enkele cijfers zich vanzelf aan biedt. Bovenstaande leerlingen van beide soorten scholen samentellend komt men tot hel cijfer: 5594 leerlingen op de lagere dag scholen. Welnu, van die 5594 leerlingen zijn er 4743 jongens en....' 761 meisjes. En hoe meer scholen er komen, des te meer jon gens zullen zich bekeeren en des te schrij nender wordt gevoeld het tekort aan meisjes. Wie is daarvan de schuld? De Javaan zelf. Hij kan zijn kinderen naar onze scholen zenden, maar hij doet het niet, daar hij van j geen coëducatie houdt, waarin men hem trouwens geen ongelijk geven kan. Daaren- roven verlangt hij voor de meisjes niet zoo •naar onderwijs, als voor de jongens, daar om is er geen run van. meisjes naar de school gelijk die er wel is van jongens. Nieuwe scholen loopen vol jongens, maar meisjes komen nauwelijks opdagen. Die toestand is niet alleen in de missie zoo, neen, ook bij het gouvernementsonder- wijs. Dit te kort aan meisjes nu is EEN WARE NOOD OF RAMP. Niet alleen omdat daardoor zoo weinig vrouwtjes worden gedoopt en geheiligd, maar omdat de R. K. Javaan geen R. K echtgenoote kan vinden en daarenboven geen echtgenoote van ontwikkeling. Wat is het lot van den Javaan zonder R. K vrouw? Een onderwijzer b.v., die de Normaalschool afliep, daar bekeerde en gedoopt werd en het Katholieke Geloof edelmoedig in prak tijk. bracht, legt eindexamen af, treedt in Gouvernementsdienst en wordt geplaatst in een dessa, waar geen pastoor komt, of althans zoo»goed als nooit. In een Mobam- medaansche omgeving, waar alles de dwaling en het bijgeloof ademt, waar niemand met hem medeleeft, doch integendeel hem of beklaagt of wel minacht, moet bij zich staande houden. Als hij geen held is of een apostel en die zijn er ook onder ge beurt het maar al te dikwijls, dat hij tot dingen komt onvereenigbaar met zijn geloof, "a zelfs, dat hij in een moskee trouwt voor den mohamedaanschen priester. Had deze man een echtgenoote, katholiek gelijk bij, genoegzaam ontwikkeld ook om belang tc. kunnen stellen in zijn taak, wat zou lijn leven andets worden! Welk een steun zou hij vinden! Te midden van een laag ge zonken omgeving zou dit huisgezin als een klein heiligdom zijn. waarbinnen men zich veilig voelt door eikaars woord en voor beeld en zich met zorg wijdend kan aan de heilige taak van de R K. opvoeding der kinderen. Doch niet alleen is het noodig dat de Ja vaansche man een katholieke vrouw heeft, Imaar hij heeft ook een vrouw van eenige ont wikkeling en kennis noodig. naar gelang van zijn stand. Die ontwikkeling moet de vrouw krijgen op school. Zonder die hulp zinkt het Javaansche gezin, gedurig terug in het moe ras, waarin de meeste Javaansche gezinnen steken. In Javaansche gezinnen, waaraan geen ont wikkeling van buiten werd toegevoerd, heerscht ordeloosheid: men eet als men hon ger heeft en slaapt als men slaap heeft; daar heerscht slordigheid met verwaarloo- zing; daar is geen spaarzaamheid en geen zorgzaamheid; daar is geen karaklervorming en ook geen welstand. Dat alles verandert nog niet door het doopsel, want de catechis muskamer is geen huishoudschool; daarvoor zijn noodig de lessen op school aan het kind gegeven, riet allerbeste middel is het inter naat bij de zusters, doch daar dit slechts mogelijk is voor een élite heeft men zich voor de andere te beperken tot een langeren weg langs de dagschool. Dit is een langere weg daar men aldus meer geslachten noodig heeft om tot volledige verbetering van den toestand te komen. Toch moogt u den invloed van het onder wijs ten goede niet onderschatten. Hoezeer werkelijk de Javaansche vrouw wordt opge heven uit den toestand van verwaarloozing en ellende door het onderwijs, blijkt uit het schetsje van Raden Kamil, den bekenden hoogstaanden Javaanscheu Inspecteur van het Javaansch onderwijs dat hieronder volgt. Hst werd overgenomen uit het Gedenkboek van Nederl. O. I. 1898—1923. Hij spreekt hier over het gewone neutrale onderwijs, dat door den staat wordt gegeven, zonder gods dienstige veredeling. Zeker, op de eerste plaats geldt zijn getuigenis voor de Hol- landsch-Irdandsche school, doch servatis servandis ook voor de 2de klasse school. DE VERHEFFENDE INVLOED VAN HET ONDERWIJS. Door het onderwijs op Westerschen grond slag en misschien ook door den tijdgeest', is in menig ambtenaarsgezin een groote ver andering waar te nemen. De verhouding tusschen man en vrouw is niet meer, die tusschen meerdere en mindere, maar tusschen gelijken, die in vele zaken overleg met elkaar plegen, wal niet anders dan heilzaam kan zijn. Aan de opvoeding van kinderen wordt meer zorg besteed. Waar vroeger ieder zijn maaltijd gebruikte, wan neer hij honger had terwijl de vader op etenstijd dikwijls weg bleef zonder daarvan kennis te geven aan zijn vrouw, wordt nu gezamenlijk gegeten. Er heerscht meer orde en harmonie tusschen de echtgenooten. Het verderfelijke dobbel- en kaartspel wordt na gelaten; op bijeenkomsten wordt over dege lijker onderwerpen gesproken. De luidruch tige tandak-partijen van voorheen, waarbij men zich aan den drank te huiten ging en zich aan. uitspattingen overgaf, behoore.il tot het verleden, dank zij den invloed der vrouw. Door de moderne opvoeding hebben reeds nu vele vrouwen van dezen stand dezelfde plaats veroverd, als bare zusters in meer be schaafde landen toekomt. De meisjes hebben meer vrijheid gekregen in den omgang met jonge mannen buiten de familie en het is thans uitgesloten dat een huwbare dochter zoo maar aa.n den man. wordt gebracht. Bij de keuze van een schoonzo&n moeten de ouders terdege rekening houden met haar wenschen. Hier en daar bestaan reeds vrouwenver- eenigingen; op dc vergaderingen wordt druk over de positie der vrouw gesproken 'en wordt de egoïstische man gehekeld en de wensch geuit dat de bevoorrechting van den man zoo spoedig mogelijk plaats maakt voor gelijke behandeling. Tot hun eer dient' ver meld, dat vele mannen de billijkheid daar van inzien, hetgeen blijkt uit verschillende artikelen in dc Inlandschc pers. Door de opgedane ervaringen is men in den laatsten tijd tot het inzicht gekomen, dat de tegenwoordige richting een groote leemte aankleeft. Het onderwijs in den gods dienst, dat lang verwaarloosd werd, zoodat het jongere geslacht niets, om hel geloof geeft, alle houvast mist, wordt naast karak tervormend onderwijs een noodzakelijk deel der opvoeding geacht." Tot zoover Raden Kamil, Welnu, als net onderwijs zonder geloof reeds zooveel tot stand brengt, wat zal dan wel het Missie- Onderwijs, dal van den godsdienst doortrok ken is, in het hart der kinderen uitwerken? DE REDDING. Lezeressen wat antwoordt U, als wij wederom de vraag stellen; Kunnen wij wachten en mogen wij wach ten? Zou er onder u ééne, ook maar ééne ge vonden worden, die koeltjes zou durven zeg gen: ja, wacht u nog maar een tijdje? On denkbaar.... Doch al zou die ééne er we! zijn, ja zelfs al zouden alle vrouwen van Holland vinden, dat wij nog maar wat moeten wachtëli met de redding onzer R. K. jongens, en met de vorming van degelijke katholieke huismoe dertjes, dan antwoordt Java: wij zullen niet wachten al laten ons de vrouwen van Hol land in den steek, al is het Melania-Werk niet in staat ons tc steunen. Wat gaat er dan gebeuren? Luistert'. Er is in het Noorden van Midden-Java een Normaalschool voor jongens, onder leiding der Paters Jezuïten. Dc plaats heet Amba- rawa of wel in Europeesche klanken Wil lem 1. Alle jongens, die daar den cursus op 't in ternaat volgen zijn geheel vrijwillig tot ons H. Geloof overgegaan. Zoo iemand, dan gaat het den Directeur, Pastoor van Kalken aan het hart, die flinke, godsdienstige jongens na hun examen, te zien verdwijnen in de dessa's waar het gouvernement hun plaatst en te weten dat hen daar een strijd wacht, die hun het geloof en de katholieke zeden kan kosten en die daarenboven verhindert, dat de mis sie doorgroeit in het R. K. huisgezin. Erf niet alleen zijn normaalschoolleerlingen, ook zijn lagere-school]eerlingen wacht eenzelfde lot. Welnu, het stond vast: er moeten speciale meisjesscholen en alléén voor meisjes toe gankelijk komen, waarheen de Javaan zijn dochtertjes liever heen zendt, dan zooais tegenwoordig, naar de jongensscholen. Maar dan moeten er ook eerst vrouwelijke onder wijzeressen worden gevormd, want de Javaan wil geen man bij zijn dochtertjes op school... en dus is het eerst noodzakelijke: de oprich ting van eene NORMAALSCHOOL VOOR MEISJES. Doch het' Gouvernement hééft geen sub sidie en voorioopig is daarop ook geen kijk en wellicht wordt die kijk hoe langer hoe kleiner in den loop der malaise-jaren. Ge lukkig zijn de Z.Z, Franciscanessen voor dit alles niet teruggeschrikt en hebben gezegd, dat zij. niettegenstaande alles, haar deel in den last willen dragen en de leiding der Nor maalschool op zich willen nemen, zoodat wij ineens een idcaal-opieiding krijgen voor onze onderwijzeresjes die ook later voorbeeldige huismoeders zuilen worden; want tl weet, dat op de meisjesnormaalscholen op Java ook practischc huishoudelijke kennis wordt bij gebracht en dat de meisjes ook dc handen flink uit de mouw leerèn steken. Die school begint 1 Mei 1924, dus dit jaar nog. Over eenige jaren, in 1928 verlaten de eerste Normaalschoolleeraressen de inrich ting en dan worden de meisjesscholen inge richt; daarheen strooinen dan de kleintjes, en gelijk elders de jongens. Zoo ontvangen daar dan de meisjes als zij mei de genade mede- werken, het heilig geloof en leeren tevens veel nuttige dingen voor hun verder leven, zoodat als de roomsche jongen tot haar komt met het verzoek hem te lielpen funK en braaf door het leven te gaan, zij ook werkelijk in staat is, niet alleen „ja"' te antwoorden, doch ook die gelofte in te lossen. ttmidden van een atmosfeer van bijgeloof, polygamie en andere ellende staat' dan hun huisje, waarbinnen orde en nelheid een sym bool zijn van den geest van fucht en liefde, die in dat gezin zullen heerschen. De vrouw staat haar man als zijn waardige echtgenoot bij, pleegt overleg met hem, bemoedigt hem als hij eens probeert' te spreken bij zijn kin deren of in ruimeren kring over hun heilig geloof.... m één woord, hel zal daar toe gaan lezeressen gelijk het toeging in het echt christelijk gezin, waaruit gij zijt voortgeko men of in het gezin, dat gij thans als moeder bestuurt in éénheid met uw echtgenoot. Ziet, als Java veel van dergelijke gezinnen tellen gaat, dan klaart de gezichtseinder der Java-missie op. Tot dusverre vielen er in onze heerlijke kleine missie als wonderbare paarlen priesterroepingen uit den hemel in het hart van jongens die hun jeugd hadden doorgebracht in heidensche en mohamedaan- sche gezinnen hun ouders en broeders zijn heidertsch of mohamcdaansch. .Dat waren wonderen van een oneindig goedertieren God, die ook op de dorre rots bloemen ver mag te doen bloeien. Doch lezeressen won deren blijven uitzonderingen. Zoodra nu het R.-K. Javaansch gezin zich vermenigvuldigt wordt er een teelaarde bereid, waarin de zaden der roeping tot God welig kunnen ont kiemen. Niet alleen roepingen tot het Priesterschap doch ook roepingen onder de meisjes, zoodat met den aangroei der Missie de Javaansche zusters als vanzelf ontstaan, om haar aandeel in de kersten.ng harer bruine zusjes op zich te nemen. WAT VERWACHTEN WIJ VAN HET MELANIA-WERK? De Melania-Commissie voor Midden-Java heeft- een onwrikbaar vertrouwbaar vertrou wen op de groeikracht en draagkracht van het Melania-Werk in Holland U weet' dat deze Commissie, namens het Hoofdbestuur door den Gedelegeerde voor Ned. O.-Indië, Dr. J. Schmutzer werd be noemd in overleg met den HoogEerwaarden Provicaris Deze commissie is een commissie van studie, van initiatief, en van uitvoering. Wij kijken uit wat er voor de Roomsch Ka tholieke Javaansche vrouw nuttig of noodig is, wij trachten hek tot stand te brengen en indien wij dat hier niet kunnen, vragen wij uwe aandacht en tenslotte zien wij toe of de gelden door Melania in Holland verzameld, luer oordeelkundig worden besteed voor het gestelde doel. Dit willen wij u wel zeggen: als onze com missieleden niet zulk een enorm vertrouwen hadden in de groeikracht van de Vereeniging het Malania-Werk en in de edelmoedigheid en offervaardigheid der Hollandsche vrou wen, dan zou geen der drie leden de benoe ming hebben aanvaard, want, wat betreft de financiën.... Zullen wij voorloop;" grooten- deels op het Melania-Werk in Holland zijn aangewezen. Als wij u nu voorstellen gaan doen inzake het onderwijs der R. K. Javaansche vrouw, wil dit zeggen, dat vrij onderstellen, dat het Melania-Werk deze voorstellen kan ver wezenlijken zonder haar óeuvres, die zij reeds tot stand bracht, te verwaarloozen. V/at bedoelen wij? Luistert. in den loop van het jaar 1923 werd door het Melania-Werk eene verpleegster ttfl ons gezonden, mej. C. Fischer. Deze dame is thans bij ons op midden-Java gevestigd en het is ons een genot het hier te kunnen zeg gen; het werk stapelt zich rond haar op en van haar gaat werkelijk een zegenrijke wer king uit op de R. K. Javaansche vrouw en het Javaansche meisje. Diegenen, die wel licht bij haar vertrek meenden, dat hier slechts van illusies en desillusies sprake kon z,ijn, zien hieruit hoe zij zich vergissen. Maar het onderhoud van een verpleegster brengt groote onkosten mee en nooit mag het gebeuren, dat wegens het ondernemen van nieuwe werken dit eerste noodzakelijke werk ineenstort. Mevr. Brom zeide laatst, dat om Zuster Fischer te onderhouden, het M. W. 2000 leden noodig had, die geregeld haar ge wone contributie betalen. Als wij dus met nieuwe voorstellen komen is dit. wijl de Melania-Commissie voor mid den-Java meent dat deze te verwezenlijken zijn met behoud van hetgeen reeds is be gonnen. Wat stellen wij voor? Het onderhoud van één Javaansch meisje op de Normaalschool te Ambarawa zal kos ten ongeveer tien gulden per maand. Dat maakt in een jaar 120.en daar de eur- sus vier jaren duurt, een ronde som van oOO gulden. Eén meisje dus, eenmaal den cursus te doen doorloopen, kost vijfhonderd gulden. De Melania-Commissie voor midden-Java heeft gemeend niet te veel le zeggen toen zij aan Ambarawa mededeelde dat zij wel de stichting var, een tientalfceurzen in Neder land verwachtte. Zij onderetell, dat groolere afdeelingen in de groote steden er een eer in zullen stejler haar eigen Javaansche kweekeling te hebben op de Normaalschool, kleinere afdeelingen kunnen groepsgewijze zich vcreenrgen tot bijeenroeping van een beurs, of haar bijdragen inzenden bij het H. B., dat uit deze sommen weer beurzen vormen kan. Ziedaar lezeressen wat wij uit Java aan U hebben voor te stellen. Men spreekt hier veel over de malaise en over de slechte tij den en met recht, en dan gaat men twijfelen of in het Moederland deze nieuwe oproep wel gehoor zal vinden.... maar wie er mo ge twijfelen, de Melania-Commissie niet. Wij lazen in den loop van dit jaar in het Or gaan van R.-K. Verpleegsters ongeveer het volgende: Op een missie tentoonstelling hing een plaat. Daarop stond een meisje, dat op haar rug haar broertje droeg, bijna even groot als zij-zelf. Een dame 'Taagt haar; Wat heb jij daar een zware wrachten het kind ant woordt: dat is geen vracht, dat is mijn broer tje. Begrijpt U 't, Lezeressen? Waar bemind wordt kunnen do grootste lasten worden ge torst, zonder dat het als een last wordt ge voeld. Dat is liet geheim. En als de Neder- landsche vrouw de Javaansche bemint, dan kan zij de opheffing harer bruine zusters tor sen al kost het vele offers, doch die offers worden niet als ofiers gevoeld, want .waar bemind wordt, wordt niet geleden En aldus zal het mogelijk worden, dat de vrouw van het kleine Holland van 7 millioen inwoners de vrouw steunt van hel 35 millioen tellende Java. Menschelijker wijze is de vracht bo ven hare krachten, doch de bovennatuur lijke liefde voor de zielen harer bruine zus ter doet baar alles overwinnen, want. de liefde overwint nu eenmaal alles! De Melania-Commissie voor midden-Java: Mevr. C. SCHMUTZER-van Rijckevorsel Mevr. R. A. SOEJADI-Sasraningrat Pastoor H. KOCH. S. J„ G. A. Djokja, in de maand van St. Melania 1923. Dal er geen vrees behoeft te bestaan, dat het Missieonderwijs het gouvernement's- of andersdenkend particulier onderwijs on der den voet loopen zal, blijkt wel uit dc volgende gegevens, dateerend van 1920 en later: Mohamedaansche godsdienstschooltjes op Java 13000. Dessaschoten op Java en Madoera in 1920: 6496, leerlingen: 406000. 2e klasseschblen in geheel Indië 4034, leerlingen: 397000. Hoïl. In!, scholen in geheel Indië 1921: 206, leerlingen 40000. (Gedenkboek van Ned. Indië 1923 art, Onderwijs). Een Nederlandsche dame slachtoffer Blijkens een telegram uit Parijs aan de „Morning Post" is een welgestelde Neder landsche dame, mevr. Vischraper, in een Parijsch hotel het slachtoffer van een hotelrat geworden. Toen zij dezer dagen 's avonds van het theater terugkwam, legde zij haar bontmantel ter waarde van ongeveer 30.000 francs op een stoel in haar kamer den vol genden ochtend was zij ten zeerste verbaasd toen zij ontdekte dat de mantel was verdwe nen. Zij deelde den hoteldirecteur mede een vage herinnering te hebben, dat zij geduren de den nacht, toen zij half in slaap was, een in een nauwsluitend zwart costuum gekleed man zag. Zij bracht het alarmsignaal niet in wer king daar zij dacht een soort nachtmerrie te hebben. De politie kwam evenwel tot de con clusie dat hier een hotelrat aan het werk was geweest. De uitrusting van deze dieren, vrou welijke als mannelijke, bestaat gewoonlijk uit een nauwsluitend zijden of satijn costuum, dat hen in staat stelt gemakkelijk los te ko men, wanneer zij mochten worden gepakt. Korten tijd na de vetmissing van den man tel hield de politie in een nachtrestaurant op Montmartre een meisje aan, die een bontman tel droeg, geheel overeenkomend met den ontvreemde. Op het politiebureau werd de mantel dadelijk als de gestolene herkend. Het meisje legde verklaringen af, welke leid den tot de arrestatie van een jongen Ru- meenschen keliner, in wiens kamer men het volledige costuum van een hotelrat aantrof. Zijn mededeelingen hadden voorts de aan houding van twee medeplichtigen, een Italiaan en een Algerijn, lot resultaat. De gevolgen van burenruzie. In den nacht van Dinsdag op Woensdag te ongeveer vier uur hoorde een nachtwaker van in aanbouw zijnde huizen aan den Hoofd weg te Amsterdam gelegen, rumoer, gevolgd door een hevig gegil. Hij ging kijken en vond toen een man met een ernstige wonde aan het voorhoofd. Met behulp van een controleur van den Gec. Part. Nachtveihgheidsdienst werd de gewonde die vrij veel bloed verloor en in overspannen toestand verkeerde, naar een keet gedragen en daar verbonden. Wat er precies gebeurd is, weet men niet. Zeker is het, dat de bewuste persoon twist heeft gehad met den bewoner van een der hui zen in de nabijheid. De wonde is vermoedelijk met een hamer toegebracht. Na verbonden te zijn, werd de gewonde weer naar huis vervoerd. ERNSTIGE VAL. Men meldt uit Terwinselen (Lim) De electricien v. W. is Dinsdag van een 10 Me ter hoog bordes gevallen. Met het hoofd kwam hij terecht öp een ijzeren rail. Ernstig gewond moest hij naar het gasthuis vervoerd worden. Hij was werkzaam op de briketfa- briek alhier. Aan de Oost-Groningsche grens wordt sedert eenige dagen door een Duitsch echt paar'onderzoekingen gedaan naar de 8'/j- jarige dochter, die in gezelschap van een woonwagenfamilie uit Rheine naar onze grens zou zijn meegenomen. EEN GEVECHT TUSSCHEN LEEU WEN, TIJGERS, EN MENSCHEN. Maandagavond kwam te Bordeaux een circus aan. Bij de overlading van de bij dit circus behoorende menagerie was de eigenaar zoo onvoorzichtig, drie tijgers en zeven leeu wen tijdelijk in één kooi te laten. Nauwelijks waren de beesten bij elkaar, of een verschrik kelijk gevecht begon. De oppassers, met den eigenaar aan het hoofd, gingen de kooi binnen om de vechten den te scheiden daarop schenen de tijgers hun geschil met de leeuwen te vergeten en gingen zij de menschen te lijf. De eigenaar werd ernstig gewond. Ten slotte wisten drie man met behulp van gloeiende ijzeren staven de tijgers naar e#i andere kooi te jagen. De leeuwen kropen benauwd in een hoek. Ze hadden absoluut geen flinke rol bij deze heele geschiedenis gespeeld. Onder de gemeente Kohlscheid, in de na bijheid der Hollandsch-Duitsche grens, stiet de politie des nachts op een dievenbende, die zware zakken op den rug droeg. Tusschen de politie en de dieven had een vuurgevecht plaats met revolvers. Een der dieven werd aangeschoten doch allen konden ontkomen, met achterlating van het gestolene, dat uit manufacturen bestond. DE DOMTOREN AFGEMIJND. In de raadsvergadering van Utrecht tikt de voorzitter in een razend tempo de ver dere posten af. Plotseling roept de heer Lambeck Mijn. De Voorzitter, die ziet dat hij juist is bij den post „herstelling van den Domtoren" U heeft 'in, den Domtoren. (Luid gelach.) De ijsinlichtingsdienst rapporteert d.d Donderdag De scheepvaart wordt niet belemmerd Stavoren Gracht. De zeilvaart ondervindt hinder Zoutkamp Lauwerzee en Reitdiep, Schokland West kust, Urk Noordkust, Elburg. Zeilvaart gesloten, stoomvaart nog moge lijk Nw. Statenzijl Aa, Stavoren, Zuiderzee, Lemmer Zuiderzee en Rien, Schokland Oost kust, Urk Zuidkust, Deventer Overijsselsch Kanaal. EEN HERINNERING AAN PROF. KOUWER. In het Algemeen Weekblad ,,De Midden slandsbond" vertelt Jonker Frans iets over Prof. Dr. B. J. Kouwer, de Utrechtsche hoogleeraar, die onlangs zijn 25-jarig ambts jubileum herdacht. Deze herinnering is als volgt: Een dorpsdokter, een vriend van tientai- ien beroemde collega s en ook van Prof. Kouwer gaf een schitterenden maaltijd ter gelegenheid van zijn 50-jarig artsjubileum. De professoren Treub, Kouwer, Hal- bersma. Pekelharing e.a. zaten aan. Toen de maaltijd met een toespraak van Prof. Hector Treub zou aanvangen, werd een der artsen weggeroepen, daar een patiënte zijn hulp noodig had. Na de toespraak van Prof. Treub zou men „aanvallen". Meteen kwam de gerant van het hotel in de kleine stad, waar de maaltijd werd genuttigd, oo Professor Kouwer toe en fluisterde hem iets in hei oor. Wat toen geschiedde was bewonderens- waard. Onvergetelijk. Zonder aarzeling vouwde de heer Kouwer- zijn servet samen, legde het naast zijn bord, stond op en verwijderde zich. „De dokter van Straten roept den Pro fessor in consult", vertelde de ober. Het diner duurde lang, heel lang. Hel menu was onuitputtelijk in weer nieuwe verassingen, die moesten worden genoten. Toen, op een oogenblik dat al onze aan dacht gevraagd werd voor Siberische Ijs puddingen, met een omvang en een weelde als ik er nooit na dezen meer een gezien heb, zagen we, als terloops (barbaren dat we waren) Kouwer weer naar de tafel ko men. Hij had nog niets gegeten, nog niets ge dronken. Hij zag er vermoeid uit, nochtans tevreden. Want. dit hoorden we later, hij had een menschenleven gered, terwijl wij schranrsden. Hij zette zich op z'n zetel en wenkte den ober. „Breng me een glas champagne", zeide hij „en kijk eens na, hoe laat de laatste trein naar Utrecht gaat. Ik moet bepaald vanavond nog weg." „De laatste trein, Professor", schrok zijn buurman, een dokter uit het stadje; „Dan hebt u nog maar tien minuten." „Tien minuten!" Nu sprong Professor Kouwer op. nu smeet hij z'n servet neer. Hij zij „bonsoir" en liep met driftige stappen de zaal uit. Niets had hij gegeten, niets gedronken. Het slotbedrijf van het drama hebben »ve pas later gehoord. Veel later, toen de maal tijd. de wijnen, de geestige redevoeringen reeds als een schoone droom in onze herin nering was verstild. Professor Kouwer, die den laatsfen trein hebben moest, niet missen kon, kwam het station binnen, toen de trein reeds in be weging was. Hij sprong in een bagagewagen, kreeg een proces-verbaal, werd beboet door een kantonrechter voor vijftig gulden.... Dit is de herinnering, die ik, nu deze voortreffelijke medicus een jubileum vierde, niet wil achterhouden. Want ik zie hem sinds dien tijd eigenlijk als een held. In staat een heerlijken maaltijd af te wij zen, moedig tot in hel laatste oogenblik de wet zelfs trotseerend. Maar bij had een menschenleven gered. D,e voldoening had hij tenminste. AANRIJDING TE ARNHEM. Dinsdagavond heeft op den Amsterdam- schenweg tê Arnhem een vrij ernstige aan rijding plaats gehad. De chauffeur van een automobiel reed in de richting Ede, en wilde een wagen voorbijrijden die geen licht aan had. Hij haalde links uit, doch toen bleek dat de wagen juist een andere richting uitreed. Een aanrijding was niet meer te vermijden. Op den wagen zat bij de aanrijding een aard appelenhandelaar met de beide beenen langs een der zijkanten. Hij geraakte met zijn been tusschen auto en wagen met het gevolg dat hij een ernstige beenbreuk bekwam. Hij is naar het ziekenhuis vervoerd. De wagen bestuurder zal zich vermoedelijk ook nog te verantwoorden krijgen voor het niet hebben van verlichting op zijn wagen. GEHEIME BRANDERIJ. Dinsdagavond hebben zes belastingambte naren en twee rechercheurs van politie een inval gedaan in de woning van zekeren J. K. op den Rotferdamschendijk te Delft. Zij betrapten op den zolder den bewoner en zekeren J. v. G. aan den arbeid bij .een in werking zijnd distilleer-toestel. Het toestel is in beslag genomen. Tegen J. K. en J. v. G. is proces-verbaal opgemaakt. De Belgische politie zoekt al eenigen tijd een Franschman, genaamd Jules Belleuvre, wiens uitlevering de Fransche justitie had verzocht wegens een diefstal te Parijs, waar hij een bont ter waarde van 30.000 ff. en ju- weelen van groote waarde zou hebben ont vreemd. Nadien had hij te Brussel bij een kameraad gelogeerd, wien hij 10.000 fr. ont stal, waarmee hij naar Parijs terugkeerde. Kort daarna was hij weer te Brussel en ver huurde zich als kamerdienaar bij een groot fabrikant. Enkele dagen later was hij weer verdwenen met medeneming van verschillen de kostbare voorwerpen, die bij de opkoopers werden opgespoord. Deze dief is Vrijdagavond door de politie te Elsene, een voorstad van Brussel, aange houden. Hij dischre een verhaal cp, dat door de Parijsche Matin op de volgende wijze wordt naverteld. „Belleuvre heeft den politiemannen een vreemde geschiedenis verhaald, die op het eerste gezicht door enkele omstandigheden schijnt te worden gestaafd. Hii verzekert na melijk, dat hij in het bezit is van dossiers, welke gedurende den oorlog in België zijn aan gelegd door zijn vriend, den Hollandschen di plomaat graaf .van Aersolt van Dom, die twee jaar geleden gestorven is. De stukken van deze dossiers schijnen te bewijzen, dat Hol land aan Duitschland rechtstreeks hulp heeft verleend bij het voeren van den oorlog. Het is in ieder geval zeker, dat de graaf van Aersolt, die na den wapenstilstand zijn kasteel in Doorn moest afstaan aan den ex-keizer, ge durende den oorlog in België vertoefde. Het is eveneens zeker, dat de familie bij testament verplicht werd aan Belleuvre een pensioen te betalen, dat verscheidene honderden guldens in de maand bedraagt. De graaf van Aersolt had overigens zijn geheele fortuin aan den oplichter nagelaten, maar zijn familie was tegen deze beschikking in verzet gekomen. Gedurende de bezetting smeet Belleuvre op dolle wijze met het geldDe documenten, waarvan hij spreekt, zouden zich te Parijs bevinden. De Nieuwe Apeld. Crr. teekent hierbij aan „Dit is nu weer eens een staaltje van het vieze soort journalistiek, dat tijdens en na den oorlog Nederlands naam in den vreemde zoo vaak heeft beklad, en dat zelfs in de Neder landsche pers was aan te treffen. De beschuldiging, zoogenaamd door Bel leuvre geuit, is zoo bespottelijk, dat men het bericht negeeren kon. Wij zijn echter toeval lig in de gelegenheid, de juiste lezing van het geval te geven, en dus de leugenachtigheid van den berichtgever van de Matin in het licht te stellen. Reeds lang voor den oorlog leefde in Else ne een lid van een bekende Overijsselsche familie, baron A. F. R. E. van Haersolte van den Doorn. Bij zijn Hollandsche familie stond hij zeer slecht aangeschreven, en geen wonder hij was een dronkaard van de ergste soort, met afschuwelijke, ziekelijke afwij kingen en bevriend met iemand van Fran sche nationaliteit, genaamd Jules Belleuvre. Deze baron Van Haersolte was echter geen diplomaat en was nooit in dienst der Neder landsche regeering geweest. Met Doom en den ex-keizer had hij nooit iets uit te staan Den Doorn ligt in Overijsel. Gedurende der? oorlog bleef hij in Brussel. Af en toe kwam hi; wel naar Nederland maar spftedig weigerder de Duitschers, waarschijnlijk om zijn Fransch- gezindheid, hem een pas te verstrekken. Na den oorlog viel Jules Belleuvre in han den van de Fransche politie. Hii was n.l. de- serteiff van het Fransche leger. Men veroor deelde hem tot een zware gevangenisstraf die hij in Toeion heeft uitgezien. De baron van Haersolte volgde hem naai Zuid-Frankrijk en vestigde zich in Monaco Boulevard Charles III no. 25, waar hij woon de met een broer van den genoemden Belleu vre. Op den 14den Januari van het jaar 1922 is hij daar overleden. Jules Belleuvre had al voor jaren een lijfrente van hem gekregen. Veertien dagen voor zijn dood had hij nu ook op diens broeder een rente vastgezet. Beide uirkeeringen geschieden in franken. Het testament bevatte groote verrassingen. De erflater, zooals gezegd, een ontoereken baar, door drankzucht gedegenereerd mensch had bepaald, dat zijn geheele vermogen zot dienen om een fonds te vormen, waaruit die twee bescheiden lijfrenten zouden wor den betaald Een notaris is secretaris van dk fonds en geniet als zoodanig een jaarlijkse! salaris van 3000. plus 10 pCt. van het batig saldo der inkomsten. Een der broeders trek ook uit dit fonds, terwijl een andere gehee onterfd werd. Had de baron v. H., zijn geheele vermogen zonder meer aan beide broeders B. willen ver maken, dan zou niets hem dit hebben kunnen beletten. Met politiek of spionnage of hulp van een Nederlander aan de Duitschers in den oorlog heeft het geheele geval dus niets te maken. Dat nu een schavuit als Jules Belleuyre bij zijn gevangenneming een fraai verhaal verzint, is niet zoo bijzonder. Dat dit verhaal in de kranten komt, is nier verwonderlijk. Maar dat het sprookje wordt aangedikt, zoödat de geestelijk en lichamelijk veronge lukte baron een Hollandsche diplomaat wordt, die op last van zijn regeering, de Duitschers helpt en 't stilzwijgen van zijn Fransche hel pers met veel geld moet koopen dat de be richtgever van de bespottelijke leugens die het individu B. opdischt, zegt, dat ze er zeer geloofwaardig uitziendat is een soort journalistiek, waarvoor we in ons woorden boek het passende epitheton nog niet hebben gevonden. /- Wij vinden het niet aangenaam, een zoo droevige en intieme familiegeschiedenis te moeten ophalen. Maar wij achten de zaak van te groote algemeen belang, dan dat wij ze zouden mogen verzwijgen DE VOLBLOEDIGE STUDENT. Een student aan de universiteit te Ohïo^ (Ver. Staten) heeft zich, ten behoeve van ernstige patiënten in een ziekenhuis, niet minder dan acht maal bloed laten aftappen. De student, die zes voet lang is, zeide na de1 operatie zich in het geheel niet ziek te gevoe len, maar wel erg hongerig. HEET GEBAKERDE SPANJAARDEN In het Casino te Salamanca ontstond Dins dagavond tusscheft twee vroeger parlements- afgevaardigden een heftige discussie over poli tieke aangelegenheden. De respectieve sup porters der twee ex-deputé's mengden zich ii de woordenwisseling, met het gevolg, da binnen een minimum van tijd een der voor naamste woordvoerders een tegenstande met 'n pistool bedreigde. Een andere tegen stander in de meening, dat zijn vader wer» bedreigd, loste twee schoten op den pistool- zwaaienden disputant. Stervend werd de; weggedragen. DE MOORD IN DEN JUWELIERS WINKEL TE PARIJS. Ondanks het. ijverig politie-onderzoek, heeft de recherche tot nog toe niet veel aan- wijzigingen omtrent de inbraak op de place Vendóme, te Parijs waarbij de Nederlandei Limburg als slachtoffer viel, verkregen. D« tweede gewonden bediende van de firm; Ostertag,, die naar het ziekenhuis was over gebracht, heeft verklaard, dat de aanvallen drie in getal zijn geweest. De heer Ostertag meent zich te herinneren, dat sedert eenigen tijd zijn zaak werd be- spionneerd. Hij gelooft echter niet, dat een zijner vroegere bedienden bij deze inbraak- poging is betrokken geweest. De heer Oster-, tag zal voor het vinden van de daders een premie uitloven. AMSTERDAM, 31 Jan. Naar wij verne men, heeft de Burgemeester van Bergen cp Zoom bepaald, dat de regeling der „Ver eeniging van Noord-Brabantsche en Limburg- sche Gemeenten vpor Gemeenschappelijke filmkeuring," nog niet in werking zal tre den en de bestaande bepalingen met betrek king tot het toezicht op film-vertooningen in zijne gemeente gehandhaafd worden. Als gevolg van deze beschikking zullen de the aters te Bergen op Zoom evenals, naar reeds 1 gemeld is, in de gemeenten Waalwijk, Hoens- broek en Brussen, na 1 Februari geopend blijven. De Breskensche Ct. meldt „Donderdagavond is te Ostende een ern stig politie-misdrijf tegen een zestal Neder landsche visschers gepleegd; Het was ongeveer 10 uur des avonds, dat de Bres kensche visschers P. C. van den Heuvel, Abr. Notebaart, Jannis Notebaart en H. Erasmus zich aldaar in een café bevonden en een glas bier dronken, toen plotseling een politiecommissaris met vier agenten binnen kwam en hun vroeg of ze Hollanders waren. Op hun bevestigend antwoord werden zij gesommeerd mede te gaan en als 't ware naa» het bureau geslagen. Op hun vragen wat zij hadden misdaan om zoo mishandeld te worden, was het eenige antwoord slagen en scheldwoorden. Een van hen werd geheel bewusteloos geranseld. Des anderen daags werden zij vrijgelaten en konden zij maken dat zij wegkwamen, terwijl de politie hun nog gemeene scheld woorden nariep. De oorzaak van dit politie-schandaal moet zijn gelegen in het feit, dat te voren een po litieagent is geslagen en een Spiegelruit was ingegooid. Dit zou door Nederlanders ge schied zijn.Toen dit gebeurd is, waren bedoel de visschers op zee zij staan dan ook geheel buiten een of ander voorval dat daar plaat- gehad moet hebben. Belgische visschers en de burgerij waren de ongelukkigen behulpzaam om naar hun vaartuigen te gaan. De zaak is bij hoogerhand in onderzoek, zoodat dit muisje nog wel een staartje zal hebben. VERDACHTE BRAND. Dezer dagen is er een begin van brand ge weest in de Electrobioscoop te Middelburg. Daar de operateur, --^ie men uit de cabin» heeft zien komen, nadien spoorloos is ver dwenen, heeft de politie te Vlissingen, op verzoek van de aldaar wonende ouder- opsporing verzocht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 9