I ELCKWATWILS NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Derde Blad - Zaterdag 2 Februari 1924 BINNENLAND. BINNENLANDSCH NIEUWS. De autotus. TREKJES No 332 RECHTSZAKEN. HET STAPHORSTER BOERE- ZOONTJE. LOGICA. De vereeniging van Ned. Werkgevers doet zooals elke andere Vereeniging en geeft dus ook een orgaan uit genaamd de Werkgever. In het Januari-numm^r vond ik in de sociale-kronieken van Cocles ook een korte beschouwing over den strijd in de Textiel- industie. De wijze waarop deze Cocles de zaken voorstelt lijkt mij al een heel zonder linge, waarnaast ik zou willen opmerken dat het stukje ook op gespannen voet staat met elk logisch denken. „Het zoude onjuist zijn, zoo heet het in be doeld artikel, wanneer ik in deze kronieken het' groote loonconflict, dat onze Twentsche textielnijverheid teistert, met stilzwijgen zoude voorbijgaan. Het is mij onbegrijpelijk hoe de arbeidersleiders de verantwoordelijk heid op zich durfden te nemen, om dezen strijd uit te lokken, in tijden van zoo ernstige malaise als de textielindustrie thans beleeft. Dit conflict is het is goed dit liier nog eens vast te leggen ondanks den vorm uitsluiting, een conflict voor rekening van de arbeidersleiders. Zij immers wisten, dat op het oogenblik, dat de arbeiders het werk zou den neerleggen in een der fabrieken in dit geval op Kremersmaten van de firma van Heek Co. de overige textielfabrikanten zich solidair zouden verklaren. Op het oogenblik dus, dat de arbeidersleiders de arbeiders het werk deden neerleggen op Kremersmaten, proclameerden zij de algemeenen^ staking 'in de Twentsche textielnijverheid." Het is verklaarbaar zooals ook bij elk conflict opnieuw blijkt, dat er omtrent de 'waardeering der feiten meeningsverschil be staat. En daarom kan ik mij indenken dat er kunnen zijn, die maar niet begrijpen hoe de arbeidersleiders de verantwoordelijkheid op zich durfden nemen om dezen strijd te aan vaarden wat nog iets anders is dan uitlokken, i Voor mij is die zaak niet moeilijk, integen deel ik kan me zeer goed voorstellen dat die 'leiders kennend de mentaliteit van de Tex- 'tielfabrikanten tenslotte tot het aanvaarden van het conflict besloten hebben. Zij konden dunkt mij al niet veel anders doen want lieten zij ook dezen bruten aanslag op het levens peil der arbeiders maar weer zonder meer decreteeren, dan stonden zij het volgend jaar voor dezelfde moeilijkheid. En als men dan toch ziet, dat men ondanks alle toegeeflijkheid den strijd niet kën ontloo- pen, dan kan men hem ook beter aanvaarden dar te wachten tot de economische positie van de arbeiders reeds beduidend verzwakt is. Wat mij' betreft t ik kan dus de nouding van die leiders best begrijpen maar het blijkt Ida' men daarover anders kan denken I Maar het is ook voor den buitenstaander jniet het eenigst opject van beoordeeling en 'het is zelfs de vraag of men zonder de wor dingsgeschiedenis van een conflict te heb- iben meegeleefd wel tot oordee en bevoegd [kan worden geacht, tenzij men alles te voren nauwkeurig onderzoekt. Al neb ik dus een geheele andere opvatting van de verantwoor delijkheid der betrokken leiders, met stellig- jheid zou ik zonder onderzoek niet durven [uitspreken waar de schuld van dit of een an- ider conflict ligt als er geen andere zaken wa ren waarop een oordeel kan steunen en heel iwat vaster kan steunen dan op dergelijk voos igegeven. Van veel meer waarde is b.v. wie van partijen bemiddeling onmogelijk, maakt ofwel de uitspraak van onpartijdigen wei gert en waar vast staat dat om mij daar bij te bepalen de R.K. Textielarbcidersfcond in geen geval arbitrage zou weigeren, daar kan men ook m. i. niet met eenigen redelijken grond de arbeidersorganisaties aansprakelij k stellen. Het weigeren van arbitrage zonder meer stempelt m.i. hem die dat doet tot de feitelijke schuldige. Het gaat immers om recht? Welnu ook tusschen particulieren ont- jstaan geschillen, die moeilijk te beslissen i zijn» maar in een geordende samenleving 'redeneert men toch niett deze zaak is moei lijk vatbaar voor beslechting door den rech ter dus ik zal de tegenpartij maar afranse len Evenzoo staat het met geschillen op sociaal terrein. Zoo moeilijk kan een geschil niet Zijn of hoogstaande en onpartijdige men- schen kunnen daarin wel beslissing nemen en de schade, die theoretisch kan ontstaan door een min of meer onjuiste conclusie weevi zeker niet op tegen al die schade en al iie 1 /.de welke uit een zuiveren machtstrijd Voortvloeit. Het conflict duurt nu al maanden en wie durft nu zeggen dat hij die in dit conflict de machtigste blijkt te zijn ook het Richt aan zijn zijde heeft. Toch beroepen beide partijen -,ich op hun goed recht, waardoor ik tot geen andere conclusie kan komen dan dat hij, die om „recht" te verkrijgen, alle rechtsmid delen weigert en machtsmiddelen gebruikt, in waarheid, de verantwoordelijkheid draagt /oor alles wat daaruit voortvloeit. Logisch vind ik dus de redeneering van „Cocles" niet. Maar hij maakt het nog bruter als hij beweert de arbeiders wisten vooruit dat de Textielfabrikanten zouden uitsluiten ergo voor die uitsluiting draagt gij arbeiders evenzeer de schuld. Niet de fabrikanten die de uiting afkondig den dragen daarvan de verantwoordelijkheid, maar de arbeiders die wisten dat de fabri kanten zouden handelen zooals ze gehandeld hebben. Tegenover een dergelijke logica staat men toch lichtelijk verbaasd. En voor zoover ik het kan nagaan, meen ik te mogen zeggen dat men dergelijke rede- neerfouter, slechts kan maken als men te vo- neer zullen leggen óf wel steeds luider om protectie zullen gaan roepen." De klemtoon ligt dus wel degelijk op het bezwaar dat de werkloosheid zou kunnen verminderen en men zou zoo zeggen, dr.". de schrijver van het artikel, die zooveel be zwaar schijnt te hebben tegen den toch waar lijk niet te overvloedigen steun welken de werkloozen ontvangen, zich daarover zou verheugen. Maar de draad wordt teneinde uitgespon nen en we zien het resultaat in al zijn wreed heid voor ons. In den gedachtengang van den schrijver moeten de werkloozen niet ge steund en ook niet aan emplooi geholpen worden zij moeten honger krijgen en zulle#; dan bereid zijn het tempo van loonsverla ging te versnellen. Dat is m. i. de onafwijsbare conclusie die we uit een dergelijk argument moeten trek ken en dan verwondert men er zich nog ever dat de arbeiders, die dergelijke economisten als hun werkgever moeten aanvaarden, wei nig vertrouwen in hun beweringen hebben wanneer deze hen omtrent den bedrijfstoe- stand iets mededeelen Men verwondert zich dan nog dat de ver houdingen zoozeer geschokt zijn veeleei moest men zich verwonderen dat het nie" nóg erger gesteld is. In hetzelfde artikel wordt er op gewezen. dat de Overheidswerkverschafting in de rich ting van socialisatie gaat wat ik meen te mo gen ontkennen maar voor mij staat vast dat ren reeds een oordeel geveld heeft en pas daarna gaat redeneeren wat nog steeds een dergelijke wreede economische theoriën verkeerde volgorde is. Veel juister zou „Codes'* geweest zij al hij gezegd had wie er gelijk heeft, beste menschen, laten we daarnaar zoo weinig mogelijk vragen, maar laten we liever trach ten den verstoorden bedrijfsvrede te her stellen die slechts schade, wrok en ellende kan brengen benoem een zoo onpartijdig mogelij ke commissie, laat haar uitspraak doen en zoo slecht kan de uitspraak niet wezen of zij is toch altijd nog duizendmaal beter dan deze strijd. 't Is wel een Roomsch middel maar 't behoeft daarom zelfs in liberale oogen nog niet verkeerd te zijn als men met die oogen de werkelijkheid maar wil zien. A. J. L. ALS TWEE HETZELFDE DOEN. Wanneer twee hetzelfde doen, is het daar om nog niet hetzelfde. De waarheid van dat spreekwoord ondervond ik ook dezer dagen toen ik „De Nederl. Nijverheid" doorlas. In een der artikelen worden de nadeelen opgenoemd die er bestaan tegen emigratie en de zaak zal zelfs een lapmiddel genoemd. Reeds eenigen tijd terug, heb ik als mijn meening kenbaar gemaakt, dat men met emigratie bijzonder voorzichtig moet zijn vooral om zedelij k-Godsdienstige redenen en ik ben dus heusch niet zoo warm voor emigratie. Ook de Nederl. Nijverheid maant tot voorzichtigheid maar hoofdzakelijk op an dere gronden die mij echter niet alle even juist toeschijnen,. Wie de scherp liberale richting van bedoeld orgaan kent zal zich daarover niet al te zeer verwonderen. Toegegeven kan worden dat we bij emi gratie de kans beloopen, dat de beste typen onder de arbeiders worden weggezonden, waten strijd van onze eigen industrie dus zou kunnen verzwaren hierbij dient echter opgemerkt dat het geschetste gevaar niet heel groot is omdat in algemeenen zin dergelij ke typen het langst en het best ook hier in Nederland emplooi zullen vinden en boven dien steeds blijkt, dat het grootste aantal emigranten wordt gevonden onder de land arbeiders ofwel ongeschoolde arbeiders die zich als landarbeider aangeven. En het is bekend, dat voor het landbouw bedrijf een surplus van arbeiders bestaat dat op welke wijze dan ook ergens anders een onderkomen moet zoeken. Maar al is het gevaar dus wellicht minder groot dan de Ned. Nijverheid het zich voor stelt, men kan evenmin zeggen, dat het niet bestaat. Het is trouwens voor aat orgaan met de meest zwaarwichtige reden waarom het voor emigratie niets kan gevoelen en waarom zij het zelfs een bedenkelijk lapmiddel noemt. De hoofdzaak is voor het blad, dat het, voor zoover het gelukt de tendenz heeft om de loonsverlaging en langer werken tegen te houden „Het wordt eveneens vrij algemeen toege geven, dat het langzame tempo, waarin het proces van loonsverlaging bij ons zich voltrekt, voornamelijk aan een tweetal oorzaken te wijten is, n.l. 'l bestaande sys teem van werkloosheidsheidsuitkeering en de hooge loonen die betaald worden voor overheidsdiensten. Deze beide facto ren houden het aanbod van arbeid in belang rijker mate terug dan anders het geval zou zijn en werken derhalve vertragend op het herstel tot gezonder toestanden. Het wil ons nu voorkomen, dat het plan om door bemiddeling van de Emigratie Centrale Holland den export van Neder landers in het groot te bevorderen en te organiseeren, wel degelijk een derde be lemmerende factor in dit herstelproces ;ou kunnen gaan opleveren. Immers wan neer dit nieuwe lichaam er eens in zou •lagen om werkloozen in zulk een mate naar elders overgebracht te krijgen, dat hierdoor de in ons land heerschende werkloosheid inderdaad op bespeurbare wijze zou worden verminderd, hefgeen toch het uitgesproken streven is, dan zal Us consequentie hiervan het aanbod van arbeid nog meer worden tegengehouden Jan thans reeds het geval is en daardoor het herstel naar normale verhoudingen neg anger duren. Onder de ondernemers met grensbe- irijven, die hoewel verliezende, in de hoop op een eerlang gunstiger wending het hoofd nog boven water trachten te houden, zul len er vele zijn, die dan óf het bijltje er brij waarbij in geen enkel opzicht rekening wordt gehouden met den evenmensch, reeds lang tol socialisatie en zelfs tot socialisme zouden h b ren geleials ookjjdat niet een even groote dwaling was gebleken. Bij goede verhoudingen behoeven we ze ker ons niet bevreesd te maken vooi socia lisatie, maar wanneer men het volk door werkloosheid tot wanhoop wil drijven en van een volslagen verarmd volk alle heil ver- wac' t, dan moet men de schuld niet zoek n bij de arbeiders als zij dwaasheden begaan, maar bij hen, die stelselmatig hen tot wan hoop brachten. Het is m.i. ook economisch gedacht een misvatting om van een verarmd volk heii te verwachten voor onze industrie. Ik vrees dat het de industrie zal vergaan als vele mid denstanders die voor een jaar geleden bij het zoeken naar een zondenbok waarop zij hun zwaren last konden leggen, hebben meege- roepen in het koor van hen, die in bet neer halen van het levenspeil der arbeiders alle heil zagen en in de „hooge* loonen en 8 urendag de zondenbok zagen, maar nu al lang gevoeld en begrepen hebben, dat zij met den arbeidersstand zóó nauw zijn verbon den, dat ze weer zouden juichen als bef de arbeiders wat beter ging. Daarom mocht ik hierboven gerust wijzen op het feit, dat als twee hetzelfde doen, het daarom nog niet hetzelfde is. Men kan om zeer vele reden maar matig ingenomen zijn met emigratie, maar het wil mij voorkomen dat het toch wat al wreed is om de werkloos heid op „peil" te willen houden teneinde tot de idealen „loonsverlaging en „langer wer ken" te kunnen komen. Wanneer dat de vooropgezette bedoeling gaat worden, dan behoeft men zich ook niet meer te verwonderen over de luchthartig heid waarmede men het feit tracht goed te praten, dat een groot werk, zooals het maken van een groot schip, naar 't buitenland wordt gebracht, terwijl hier duizenden naar arbeid hunkeren. En als dan daarnaast nog gemopperd wordt over de toch waarschijnlijk niet hooge uitkeeringen aan werkloozen, dan vraagt men zich toch wel eens af wat zulke menschen toch eigenlijk denken van hun medemensch. Of in deze richting van 192?, n.l. vermin dering van de waarde der ingevoerde fabri katen en vermeerdering var. de waarde van de uitgevoerde fabrikaten in 1924 en vol gende jaren, zal worden voortgegaan, is be zwaarlijk te zeggen, maar toch lijkt dit nri' geheel onwaarschijnlijk. Na den oorlog toi h heeft de Nederlandsche Nijverheid, met hoe- vêle moeilijkheden zij ook te kampen had, zich verder ontwikkeld en poogt zij steeds meer het eigen land van de noodige fabrika ten te voorzien en daarenboven den export va hare producten te bevorderen Wel is dit niet steeds even gemakkelijk geweest de neiging van vele Nederlanders om goederen uit het buitenland.te betrekken, ook al zijn uit eigen land even goede fabrikaten tegen geen hoo- gere prijzen beschikbaar, is nog steeds, zij het in mindere mate dan vroeger, aanwezig, ter wijl wat den export aangaat, in vele landen een begeerte is om de producten van vreem den, dus ook van Nederlandschen oorsprong', moeilijkheden bij den invoer in dén weg te leggen. Zoo is er strijd in binnen- en buitenland en het is een verblijdend feit voor de Nederland- sche nijverheid, dat Zij in 1923 in dezen strijd zoowel op'binnenlandsche als op buitenland- sche overwinningen kan wijzen. Indien onze industrie met den afzet harêr producten zóó gunstig blijft doorgaan als ir 1923 en eveneens in dezelfde verhouding als in 1923 de neiging om fabrikaten uit den vreemde te koopen in ons land vermindert, dan zal in enkele jaren de waarde van de uit ons land uitgevoerde fabrikaten die van de .ingevoerde fabrikaten zeer dicht nabijkomen. („De Ned. Mercuur"). HET R. K. VAKBUREAU. Het Vakbureau heeft een nieuwe brochure uitgegeven, getiteld „is het te laat Óp zeer bevattelijke wijze wordt uiteenge zet, jvat zij, die de organisatie verlieten, de beweging hebben geschaad en daarnaa wordt gewezen op de groote taak die on: e vakbeweging nu en in de naaste toekomst moet verrichten. Het is een geschrift, dat er op berekend schijnt voor massa-verspreiding te moeten dienen en waarvoor het, bij de opleving w 1 ;e er in de organisatie's valt waar te nemen, zeker goede diensten zal bewijzen. niseerden aan zich niet „naar het buitenland te laten brengen", voordat men zich met zijn Vakbondsbestuur of met het Bestuur van het R. K. Vakbureau in verbinding heeft ge steld." WAAR DE S, O. A. P. VAN MOET LEVEN. Mr. P. J. Troelstra in een artikel in de Socialistische pers: „Van strijd en actie moet onze beweging leven. Hij is ons orood en champagne". Dat verklaart veel, (Vrijheid.) IN- A. J. L. EN UITVOER VAN FABRIKA TEN IN 1923. Het is een eigenaardig feit in de laatste ja ren, dat, wanneer het bedrag der uit ons land uitgevoerde fabrikaten wordt afgetrokken van de waarde der in ons land ingevoerde fa brikaten, het verschil steeds kleiner wordt. In 1920 was de waarde der ingevoerde fa brikaten f 613.706.458 grooter dan die d uitgevoerde fabrikaten in 1 f 418.413.241 in 1922 f 369.669.587 en 1923 f 249.224.506 of ruim 120 mtllioen gulden kleiner dan in 1922. De vermindering in vergelijking met 1922 is hierdoor ontstaan, dat in 1923 voor 87 millioen gulden minder werd ingevoerd en voor ruim 33 millioen gulden meer werd uitgevoerd. Deze cijfers, hoe dor zij op zichzelf ook mogen zijn, zijn voor onze nijverheid zeer bevredigend en bij nader onderzoek blijkt o.a., dat de waarde van den export van ka toenen manufacturen en van katoen?n dekens in 1923 een grooter waarde van 9 millioen gulden had dan in 1922 en dat dit bedrag voor de gloeilampenindustrie ruim 3.5 millioen gulden bedroeg. Aan den anderen kant is de vermindering van de waarde van den invoer van fabrikante met ca. 87 millioen gulden in 1923 in verge lijking met 1922 toch stellig een bewijs, dat meer dan vroeger het eigen Nederlandsch fa brikaat is gebezigd. Natuurlijk zijn er ook andere oorzaken Tengevolge van het Roërcor'lict is de moge lijkheid van den invoer van Duit.che fabri kanten in 1923 verminde:..1 e 'ok zullen, in de laatste jaren, tengevolge n den wellicht te groeten invoer van fabrikaten de voor raden zich heb ea opgestapeld, en zal in 2o een sterke liquidatie.van di voorraden heb ben plaats gehad. Eveneens, zal ten gevolge van de malaise, de koopkracht van breed lagen der bevol i g ij a verminderd, waar door veel minder haten zijn gekocht dan in de vorige 3 jaren. Maar hoe dit ook zij, het feit blijft bestaan, dat het bedrag der uit gevoerde fabrikaten in 1923 ongeveer 2/3 bedroeg van de waarde der ingevoerde fa brikaten. WERKSTAKINGEN EN UITSLUI TINGEN. Volgens de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek bleef het aantal stakingen in de jaren 19011910 gemiddeld belangrijk beueden 200. In 1911 was dat 217, in 1912 283 en in 1913 427. In het tijdvak 19141918 kwamen er gemiddeld 317 con flicten uit waarbij gemiddeld 1379 onderne mingen, 24000 stakers en uitgestotenen be trokken waren en gingen 416000 arbeidsda gen verloren, In 1919 was het aantal conflicten het grootst met 649 geschillen waarbij 4935 onder nemingen en 6170 personen betrokken waren en 2094700 arbeidersdagen verloren gingen. Het aantal verloren arbeidsdagen was het grootst in 1920 n.l. 2333900 in 481 conflicten waarbij 3014 ondernemingen en 66500 per sonen betrokken waren. In 1921 waren er 299 conflicten waarbij 2430 ondernemingen en 47700 personen waren betrokken het aan tal verloren arbeidsdagen was 1108300. EMIGRATIE. Nu er met steeds meer kracht geijverd wordt voor emigratie naar Canada kan het nuttig zijn in deze rubriek de circulaire op te nemen welke door het Vakbureau onlangs aan de Vakbladen is verstrekt en waaruit blijkt, dat bedoeld Vakbureau ondanks het feit, dat zich voor deze emigratie ook perso nen interesseeren die een bekenden naam hebben in onze R. K. beweging het toch tot voorzichtigheid aanmaant „Uit persberichten blijkt, dat men zich in sommige kringen speciaal gaat toeleggen op het doen emigreeren van Nederlandsche 'arbeiders. „Dit jaar," aldus een mededeeling in de pers, „hoopt de centrale een blijk baar daarvoor gesticht werfbureau 2000 werklieden naar het buitenland te brengen." Wij stellen er prijs op te verklaren, dat onze Katholieke vakbeweging met bedoelde „centrale" niets gemeen heeft Afgescheiden van de vraag, ot het al dan met wenschelijk is, dat onze Nederlandsche arbeiders de tegenwoordige malaise dienen te ontvluchten, krijgen wij den indruk, dat men al te gemakkelijk werklieden naar het buitenland brengt Het is niet onmogelijk, dat, wanneer men de zaak louter van den economischen kant bekijkt, men voor het doen emigreeren van onze arbeiders iets zou kunnen gaan gevoe len toch is het nog de vraag,, of onze Nijver heid gediend is, wanneer haar een groot aan tal goede vaklieden wordt ontnomen. Op dit oogenblik zou zij er misschien niet on- dei iijden, wanneer echter de industrie weer op gang komt zullen de 'gevolgen ^zich ongetwijfeld, doen gevoelen. Het afstaan van goede arbeidskrachten onzerzijds be- teekent, dat men de concurreerende buiten landsche industrie nog meer in de hand werkt. Wij, Katholieken, bezien de kwestie echter ook, en voornamelijk, vanuit godsdienstig- zedelijk oogpunt. En dan kan, in 'f ilge- meen, worden gezegd, dat aan emigra- e reer groote gevaren verbonden zijn. Tenzij redelijke zekerheid bestaat, ua: de godsdienstig-zedelijke belangen onzer, ar beiders in het emigrarieland niet in hei ge- Cr ing komen, is het voor ons moeili k onze medewerking «an emigratie te verleenen Juist op greno van de laatste overweging, be sloot de K.S.A het emigratie-vraagstuk on der het oog te zien, een Katholieke emigratie vereeniging is in voorbereiding In elk geval rad^n wij de Katholiek-geoi ga- In het heden verschenen nummer van het Haagsch Maandblad vinden we een uitvoe rig artikel van Ir. j. D. Ruys over den autobus De schrijver schetst daarin hoe het alge meen belang is gediend door de verschijning van den autobus, en zet vervolgens uiteen hoe dat belang medebrengt dat van boven af gerege.d wordt ingegrepen, doch dat daartoe de bestaande wetgeving dringende wijziging van noode heeft. „Er ontbreekt," jchrijft de heer Ruys, „ir. Nederland een autoriteit, die de bevoegdheid heeft om elk interlocaal vervoermiddel te steunen binnen de grenzen, waar het op zijn plaats is, en te weren overal waar zulk niet het geval is. En met de locale vervoermidde len is het slechts weinig beter gesteld. Im mers elke in wezen locale autobusdienst kan zich interlocaal maken door zij het slechts weinig de grens der gemeente te over schrijden. Het nut van artikel 11 (laatste ali nea) van de Wet van 1880 wordt dan illusoir De beslissing in den huidigen concurrentie strijd, waarin de tramwegen voorloopig nog 7%oo zwaar gehandicapt zijn, ligt in Nederland niet bij een hoog boven de partijen staande autoriteit, maar bij het publiek, dat voor het overgroote deel de situatie niet kan overzien zich niet afvraagt of de autobus zoo deze den strijd mocht winnen ir. staat zou zijn om tegen hetzelfde tarief blijvend denzelfden dienst te geven en dezelfde capaciteit ter beschikking van het publiek te stellen ais de tramweg thans. Het oordeel van het publiek wordt ongelukkigerwijze nog vertroebeld door verschillende verwarring brengende factoren, waarvan de voornaamste hieronder volgen a. door autobusondernemers werd een busdienst vaak begonnen met behulp van al lerlei zaken „die men toch reeds had" en met de werkkracht van huisgenooten of familie leden of vrienden. Als gevolg daarvan leken de exploitatiekosten den in vele gevallen niet met voldoende administratieve kennis toe- gerusten ondernemers aanvankelijk veel la ger, dan zij in werkelijkheid onder voorden huidigen tijd normale omstandigheden nu eenmaal moeten zijn. De invloed van e en concurrentiestrijd deed de rest. Het resultaat was lage tarieven, te lage veelal. b. Op het publiek maakten deze prijzen te meer indruk, daar de autobus juist ver scheen in een tijd, dat de tramwegen door ver meerderd; overheidsbemoeienis en loonsver- hoogingen voor een buitensporige verhooging van hun exploitatiekosten waren komen te staan, waar geen evenredige vermeerdering van inkomsten tegenover stond J daardoor ge dwongen waren geweest tot regoureuze be zuinigingsmaatregelen en tariefsverhoogin- gen, en dus de goede gezindheid van het pu bliek verbeurd hadden. c. De nadeelen van den autobus de min dere bedrijfszekerheid, de geringe capaciteit, werden door het publiek niet ondervonden, want ingeval van pannes of plaatsgebrek, konden de reizigers altijd met de tram ver voerd worden. Het voordeel echter de groo- tere snelheid werd wèl ondervonden en even als de prijsdrukkende invloed gewaardeerd. Een zeer opmerkelijk gevolg hiervan is, de groote toegeeflijkheid van het publiek te genover den autobus-exploitant. d. Vele omstandigheden werken er dus toe mede om het publiek de belangengemeen schap, die het met een bestaande, behoorlijke tramwegonderneming heeft, uit het oog te doen verliezen." De heer Ruys besluit zijn artikel met een beroep op het buitenland om aan te tooncn, hoe gewensch het is dat het monopolistische karakter der publieke vervoermiddelen zoo spoedig mogelijk worde hersteld doordat de tramondernemingen de bevoegdheid erlan gen en daarvan gebruik maken om bussen in dienst te stellen. Oliebollen Eigenaardig. Door 'n toevalletje, door 't zien va: n huis, 'n voorwerp, 'n gezicht word je vaak lotseüng herinnerd aan 'n gebeurtenis van „eel lang geleden, die wellicht nooit meer in je gedachten zou zijn gekomen als je dat toevalletje huis voorwerp, gezicht niet had ontmoet. Ik vooi mij althans heb dat veel. De onbenulligste. „allerdaagste" dinge tjes smijten je soms eensklaps terug naar n plek waar je 'n twintig jaar geleden zat of itond.... waar je getuige was mis schien wel he' 'eidend of lijdend voorwerp van 'n mootje levens-tragiek of 'n voorval waarom 'e in eentje nog smakelijk kunt lachen. Nog eens ik heb dai veel. En deze herhaalde mededeeling zij dan tevens 'n antwoord op de meermalen aan ondergeteekende gestelde vraag „Hoe is t mogelijk, dat jij telkens maar weer iets an ders kunt verzinnen Overduidelijk zegt deze inleiding u re-ds, dat er in de meeste gevallen van verzinnen geen sprake is.,., en deze vriendelijke vraagsters en vragers zich dus niet ongerust hoeven te maken, dat ik menige week mijn duim 'ot 'n sponsje moet sabbelen, om er n trekje uit te zuigen. Ook de hiei volgende herinnering aan m'n „jonchelinchstijd" dank ik aan 'n dood gewoon ietsje En wel aa. het in-ademen van versche oliebollen-lucht terwijl ik wandelde langs een winkel waar deze versnapering wordt bereid en verhandeld. Ik was lid van n loterij-club, die na elke vijfde klasse der Staatsloterij winst of geen winst 'n gezellig avondje organi seerde, waarop teven: nieuwe leder werden geïnstalleerd, besprekingen werden gehou den aangaande de plannen voor de volgende loterij en wat er meer in zoo'n club valt te verhandelen. nis met het nieuwe lid Bart van Putten, n joviale, goedlachsche vrijgezel met 'n lichaams gewicht, dat zonder gevaar voor overdnjver te worden uitgemaakt, op honderd kilo kon worden geschat. Bart was al direct ingeburgerd en uei zich reeds dat eerste avondje met al z'n gemoe delijkheid „De Bul" npemen. Oj de daarop volgende avonden van ge zellige bijeenkomst werden we heel gauw gewaar, dat Bart van Putten's maag voor geen klein geruchtje vervaard was. Zoo onder 'i kaarten of schaken door dronk hij rustigjes zijn vier tot. zes potjes donker waarbij hij met gemak beginnende na z'n derde glas 'r, achttal balletjes ge hakt verorberde Maar toen we, ter gelegenheid van n ilink prijsje, 'n dineetje hadden maakten we eerst goed kennis met de capaciteit van Bart's maag Hij zat aan 't eind der tafel en kreeg alle schalen 't laatst in handen. Als de inhoud ervan voor zijn doen „schap pelijk" genoemd kon worden werd die in houd in z'n geheel op zijn bord overgebracht Was 'n bij Bart arriveerende schaal niet Oo een van die avonden maakten we ken-[meer voldoende voorzien, dan liet hij deze opnieuw vullen en gaf ze doorgaans ledig of bijna edig aan de kellner terug. En 't mooiste was nog, dat Bart, die telkens t laatst werd bediend en minstens 'f dubbele "verslond van wie der aanzitten- den dan ook, steeds z'n bord het èerst leeg had :n dan met de handen in de zakken begon te foeteren dat wij allemaal zulke ellendig-langzame eters waren Zoo werd Bart's „maag-vermogen' n buitengewone attractie, waartegen voo.- drachten en oiano-muziek het finaal moesten afleggen Bij 'n, volgende gelegenheid 'n ou- per zat „De bul" recht tegenover me. Ik heb hem toen de-halve schaal hors d'oeuvre, vijf croquetjes twee borden ossen haas met doperwtjes, 'n pond tarbot min stens. 'n halve kip met abrikozen, 'n ge- wel digt schots pudding en 'n ordentelijk schaaltje fruit zien naar binnen werken, ongerekend hetgeen ik me niet meer kan herinneren Hij deelde me zoo onder 't smikkelen mee dat ie met 'n te groote maag was gebo ren en dat z'n kostjuffrouw voor hem alleen eiken middag precies vijf kop aardappelen schilde, waarvan meestal niet veel overbleef. NA ZESTIEN JAAR GEARRESTEERD. Woensdag heeft voor het Gerecjitshof _e 's Hage terecht gestaan D. S„ 47 jaar, nok te Rotterdam, die in verzet was geko men tegen een verstek-vonnis van het Ho dd. 2 April 1908, waarbij was bevestigd een vonnis van de Haagsche Rechtbanx houdende veroordeeling van dezen bekl. tot 6 jaren gevangenisstraf wegen diefstal in vereeniging en met braak gepleegd in 1907 in het Postkantoor in de Parkstraat, aldaar De bekl., die het ten laste gelegde volledig bekende, was des'*" is naar het buitenland -evlu-rit. De dra g am naar let vade 1 nd Terug te keeren, was hem echter te groot ge worden en bovendien meende hij, dat de traf reeds verjaard was. Toen hij evenwel een paar dagen in Rotterdam was, werd hij gearresteerd. De bekl., die zeide na hst ge beurde in 1907 steeds goed te hebben opge past, riep de clementie van het Hof in, om dat het zeer hard voor hem is nu zijn straf, Tegen tien uur was het souper geëindigd en om elf uur zat „De bul" 'wee uitsmijters die haast verjaard was, nog te moeten onder gaan. De Procureur-Generaal meende, dat het moeilijk is voor het Hof om verandering 'e brengen in de straf, omdat de bekl. het in dertijd goed heeft gevonden zich er aan te onttrekken. Er zit evenwel iets hards vooi den bekl. in, vooral als het waar is, dat hij zich sinds 1907, goed heeft gedragen. Het Hof kan echter niet anders doen dan het vonnis bevestigen. Voor den bekl. zijn er dan nog andere middelen. Zoo zou hij gratie kunnen vragen en dan zijn alle termen aan wezig om hem clement te behandelen Bekl.'s raadsman, Mr. van Blerkom, wees er op, dat de bekl. in 1907 als misdadiger is vertrokken en dat hij zich sindsdien, hoewel hij onder moeilijke omstandigheden leefde, steeds heeft opgewerkt. Thans is hij chef-kok op een groote boot. Was de bekl. 2 i 3 m a ï- den later teruggekomen, dan had de wetgever geen termen meer aanwezig geacht, nog straf op hem te executeeren. Correctie heeft deze bekl. niet meer noodig hij is reeds volkomen gereclasseerd. Onder deze omstandigheden was er naar Di.'s meening alle aanleiding voor het op leggen van een voorwaardelijke straf. Hij verzocht het Hof onmiddellijk vonnis te wii zen. Het Hof ging daarna geruimen tijd in raad kamer. De President deelde vervolgens 3e, dat het Hof onmiddellijk vonnis zou wii .en. Het bij verstek gewezen vonnis van 2 April 1908 werd bekrachtigd. Het Hoff achtte even wel termen aanwezig om bekl.'s in vrijheid stelling te gelasten. EEN PAAR MOOIE BROERS. De gebroeders A. en F. Rosinski, respec tievelijk 23 en 22 jaar oud, geboren te Scherle- beek (D-), thans gedetineerd, waren "'t Duitschland naar Holland gekomen en had den in den loop van het vorige jaar een reeks inbraken gepleegd. Thans werden hun vooi de Rechtbank te Maastricht vier inbraken ten laste gelegd. In den nacht van 3 op 4 Juli hadden zij ingebroken in het gemeentehuis te Nutfa, de brandkast geforceerd en uit een kistje een bedrag van f 549.37 weggenomen In den nacht van 13—14 Juli bezochten zij de school te Guttekoven, braken eenige les senaars open en namen wat kleinigheden weg. Het Gemeentehuis te Grevenbich' bezochten zij in den nacht van 1415 J :i Ook daar werd de niet al te solide brandkast opengebroken en 20 gulden er uit gehaald Uit een lederen portemonnaie die in de k -si lag namen zij nog 33 gld„ benevens nc- twee revolvers, die in een kast lagen. Te Berg Ur- mond stalen zij op dezelfde wijze uit :c woning van H.M. v. d. Bongard, een b~ :s iret 6 gld. horloge met ketting en twee z: doeken. Alle gestolen voorwerpen wc en bij hun aanhouding in hun bezit gevonden. Te Nuth werden op de gebroken glasruiten vingerafdrukken aangetroffen welke pr: s overeenkwamen met de vingerafdrukken van beklaagden. Toch ontkennen beiocü beslist en verklaren het feit, dat al de ges len goederen in hun bezit werden gevor.c a alleen hierdoor, dat zij alles van een on: er kenden persoon aan de grens hebben geko In het Gemeentehuis te Nuth werd een zak boekje gevonden van A. Rosinski, en in Je school te Guttekoven vond men een knev die aan het vest van één hunner ontbrak. Ook zijn zij nog door eenige personen op Je plaatsen der inbraken gezien en gedeelte lijk herkend. Ook had men hen Duitsch hooren spreken. Het O. M„ waargenomen door Mr. Ko- c- ntsch, somde, nadat 24 getuigen waren ge hoord, de verschillende aanwijzingen op we ke als bewijsmateriaal kunnen dienen. K et zijn beiden aldus spr. gevaarlijke in dividuen, die ook in Duitschland een ree.:., van elf inbraken hebben gepleegd en daar al in de gevangenis hebben gezeten. Ter zake van diefstal met inbraak, viermaal gepleegd, eischte het O. M. tegen ieder der beklaagden vier jaar gevangenisstraf. Uitspraak 12 Februari. De kantonrechter te Arnhem heeft K- Stegeman, zoon en opvolger van bet Stap horster boertje, veroordeeld wegens het on bevoegd uitoefenen der geneeskunst, tct f 300 boete subs. 60 dagen hechtenis. EEN GEVAARLIJKE VROUW. Voor de rechtbank te Arnhem is Dinsdag de strafzaak behandeld tegen vrouw Van der B., uit Harskamp, beklaagd van het zen den van anonieme lasterbrieven. Verscheidene ingezetenen van dit dorp vonden op zekeren dag in hun brievenbus op een vodje papier een gedicht, waarin tegen het gezin Van V. en den caféhouder M. aldaar ergerlijke laster werd geuit. Het geheele dorp sprak ten slotte over deze lasterbrieven en dt vrouw van V. trok zich het gebeurde zoo aan, dat zij zenuwziek werd. B j een huiszoeking; jij vrouw v d. B. werd daarop een niet verzonden brief gevonden, welke vrijwel denzelfden laster inhield, ah de rondgezonden „ge. ichten". De beklaagde schrok hevig, toen zij den brief in handen der politie zag, doch verklaarde haastig, dat zii dezen brief niet had willen verzenden. Van andere brieven wist zij niets af. Ter .terechtzitting bleef beklaagde even eens ontkennen, dat zij iets van de laster campagne zou afweten. Als deskundige werd dr. W. F. Hesseling te Arn hem gehoord, die het handschrift onder zocht had en constateerde, dat dit door be klaagde met verdraaide hand op papier is gezet. Na een langdurig getuigenverhoor eischte de Officier van Justi ie teg n beklaagde een gevangenisstraf van drie ma., .den met bevel tot onmiddellijke inhechtenisneming. De Rechtbank wees het verzoek van den officier toe. Uitspraak orer 14 dagen. met ham te verzwelgen In vroolijke stemming gingen we huis waarts en kwamen langs 'n oliebollen- winkel waar alles nog in volle glorie was. De bul bleef met de handen op z'n rug voor de etalage staan en maakte dood-nuch- ter bekend, dat ie best 'n dozijntje van die twee-cents-dingetjes zou lusten. Toen zei er opeens een „Bui als je r vijf-en-twintig opeet zijn ze voor mijn re kening I" „Aangenomen' zei de bul en stapte meteen de winkel binnen. „Zoo. meester" begroette hij de ohebol- lenbakker „smijt es even vijf en twintig van die dingetjes op 'n apart schaaltje." Ondei getuige van de heele club werden de bollen afgeteld en Bart van Putten be gon.... telkens met twee tegelijk. Bij de helft loosde de Bul 'n bedenkelijke zucht.... maar toen ie ons zegevierende blikken aan elkaar zag geven begon ie sma kelijk te grinniken om z'n fopper en at rustig door. Een der aanwezigen had toen de aardigheid er stilletjes 'n greep oliebollen bij te gooien. Maar 't werd gemerkt en er ontstond 'n geschilletje over 't aantal nog op eten olie bollen. T De een beweerde, dat „de bul" er zeven tien op had, 'n ander meende stellig var negentien en 'n derde schatte het aantal op hoogstens vijftien. Bart bleef kalmpjes met de armen ovei elkaar naar 't geschetter luisteren. Toen het hem ging vervelen gooide hij er opeens z'. bulderstem tusschen. „Is 't nou uit met dat gezanik of niet zette hij zich breeduit in postuur „Waar om tellen iullie dan niet beter Maar 'k wil d'r géén kaskenade onx hebben, „oor 1 Vooruit, ik zal overnieuw beginnen en de eerste de beste, die nog es 't hart heb an de schaal te komme. die draai ik 'n been uit Hij greep 'a leege schaal en duwde du onder les oliebollenbakker's neus met de woorden t „Asjeblieft, meester, vijf en twin tig stuk" om van voren af-an te beginnen., en niet zulke kleinties als daarstraks, hoor!" G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 9