I
ELCKWATWILS
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Derde Blad - Zaterdag 2 Februari 1924
BINNENLAND.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
De autotus.
TREKJES No 332
RECHTSZAKEN.
HET STAPHORSTER BOERE-
ZOONTJE.
LOGICA.
De vereeniging van Ned. Werkgevers
doet zooals elke andere Vereeniging en
geeft dus ook een orgaan uit genaamd de
Werkgever.
In het Januari-numm^r vond ik in de
sociale-kronieken van Cocles ook een korte
beschouwing over den strijd in de Textiel-
industie. De wijze waarop deze Cocles de
zaken voorstelt lijkt mij al een heel zonder
linge, waarnaast ik zou willen opmerken dat
het stukje ook op gespannen voet staat met
elk logisch denken.
„Het zoude onjuist zijn, zoo heet het in be
doeld artikel, wanneer ik in deze kronieken
het' groote loonconflict, dat onze Twentsche
textielnijverheid teistert, met stilzwijgen
zoude voorbijgaan. Het is mij onbegrijpelijk
hoe de arbeidersleiders de verantwoordelijk
heid op zich durfden te nemen, om dezen
strijd uit te lokken, in tijden van zoo ernstige
malaise als de textielindustrie thans beleeft.
Dit conflict is het is goed dit liier nog
eens vast te leggen ondanks den vorm
uitsluiting, een conflict voor rekening van
de arbeidersleiders. Zij immers wisten, dat op
het oogenblik, dat de arbeiders het werk zou
den neerleggen in een der fabrieken in dit
geval op Kremersmaten van de firma van Heek
Co. de overige textielfabrikanten zich
solidair zouden verklaren. Op het oogenblik
dus, dat de arbeidersleiders de arbeiders het
werk deden neerleggen op Kremersmaten,
proclameerden zij de algemeenen^ staking
'in de Twentsche textielnijverheid."
Het is verklaarbaar zooals ook bij elk
conflict opnieuw blijkt, dat er omtrent de
'waardeering der feiten meeningsverschil be
staat. En daarom kan ik mij indenken dat er
kunnen zijn, die maar niet begrijpen hoe de
arbeidersleiders de verantwoordelijkheid op
zich durfden nemen om dezen strijd te aan
vaarden wat nog iets anders is dan uitlokken,
i Voor mij is die zaak niet moeilijk, integen
deel ik kan me zeer goed voorstellen dat die
'leiders kennend de mentaliteit van de Tex-
'tielfabrikanten tenslotte tot het aanvaarden
van het conflict besloten hebben. Zij konden
dunkt mij al niet veel anders doen want lieten
zij ook dezen bruten aanslag op het levens
peil der arbeiders maar weer zonder meer
decreteeren, dan stonden zij het volgend jaar
voor dezelfde moeilijkheid.
En als men dan toch ziet, dat men ondanks
alle toegeeflijkheid den strijd niet kën ontloo-
pen, dan kan men hem ook beter aanvaarden
dar te wachten tot de economische positie van
de arbeiders reeds beduidend verzwakt is.
Wat mij' betreft t ik kan dus de nouding
van die leiders best begrijpen maar het blijkt
Ida' men daarover anders kan denken
I Maar het is ook voor den buitenstaander
jniet het eenigst opject van beoordeeling en
'het is zelfs de vraag of men zonder de wor
dingsgeschiedenis van een conflict te heb-
iben meegeleefd wel tot oordee en bevoegd
[kan worden geacht, tenzij men alles te voren
nauwkeurig onderzoekt. Al neb ik dus een
geheele andere opvatting van de verantwoor
delijkheid der betrokken leiders, met stellig-
jheid zou ik zonder onderzoek niet durven
[uitspreken waar de schuld van dit of een an-
ider conflict ligt als er geen andere zaken wa
ren waarop een oordeel kan steunen en heel
iwat vaster kan steunen dan op dergelijk voos
igegeven.
Van veel meer waarde is b.v. wie van
partijen bemiddeling onmogelijk, maakt
ofwel de uitspraak van onpartijdigen wei
gert en waar vast staat dat om mij daar bij
te bepalen de R.K. Textielarbcidersfcond in
geen geval arbitrage zou weigeren, daar kan
men ook m. i. niet met eenigen redelijken
grond de arbeidersorganisaties aansprakelij k
stellen.
Het weigeren van arbitrage zonder meer
stempelt m.i. hem die dat doet tot de feitelijke
schuldige. Het gaat immers om recht?
Welnu ook tusschen particulieren ont-
jstaan geschillen, die moeilijk te beslissen
i zijn» maar in een geordende samenleving
'redeneert men toch niett deze zaak is moei
lijk vatbaar voor beslechting door den rech
ter dus ik zal de tegenpartij maar afranse
len
Evenzoo staat het met geschillen op sociaal
terrein. Zoo moeilijk kan een geschil niet
Zijn of hoogstaande en onpartijdige men-
schen kunnen daarin wel beslissing nemen en
de schade, die theoretisch kan ontstaan
door een min of meer onjuiste conclusie
weevi zeker niet op tegen al die schade en al
iie 1 /.de welke uit een zuiveren machtstrijd
Voortvloeit.
Het conflict duurt nu al maanden en wie
durft nu zeggen dat hij die in dit conflict
de machtigste blijkt te zijn ook het Richt aan
zijn zijde heeft. Toch beroepen beide partijen
-,ich op hun goed recht, waardoor ik tot geen
andere conclusie kan komen dan dat hij,
die om „recht" te verkrijgen, alle rechtsmid
delen weigert en machtsmiddelen gebruikt,
in waarheid, de verantwoordelijkheid draagt
/oor alles wat daaruit voortvloeit.
Logisch vind ik dus de redeneering van
„Cocles" niet. Maar hij maakt het nog bruter
als hij beweert de arbeiders wisten vooruit
dat de Textielfabrikanten zouden uitsluiten
ergo voor die uitsluiting draagt gij arbeiders
evenzeer de schuld.
Niet de fabrikanten die de uiting afkondig
den dragen daarvan de verantwoordelijkheid,
maar de arbeiders die wisten dat de fabri
kanten zouden handelen zooals ze gehandeld
hebben. Tegenover een dergelijke logica
staat men toch lichtelijk verbaasd.
En voor zoover ik het kan nagaan, meen ik
te mogen zeggen dat men dergelijke rede-
neerfouter, slechts kan maken als men te vo-
neer zullen leggen óf wel steeds luider om
protectie zullen gaan roepen."
De klemtoon ligt dus wel degelijk op het
bezwaar dat de werkloosheid zou kunnen
verminderen en men zou zoo zeggen, dr.".
de schrijver van het artikel, die zooveel be
zwaar schijnt te hebben tegen den toch waar
lijk niet te overvloedigen steun welken de
werkloozen ontvangen, zich daarover zou
verheugen.
Maar de draad wordt teneinde uitgespon
nen en we zien het resultaat in al zijn wreed
heid voor ons. In den gedachtengang van den
schrijver moeten de werkloozen niet ge
steund en ook niet aan emplooi geholpen
worden zij moeten honger krijgen en zulle#;
dan bereid zijn het tempo van loonsverla
ging te versnellen.
Dat is m. i. de onafwijsbare conclusie die
we uit een dergelijk argument moeten trek
ken en dan verwondert men er zich nog ever
dat de arbeiders, die dergelijke economisten
als hun werkgever moeten aanvaarden, wei
nig vertrouwen in hun beweringen hebben
wanneer deze hen omtrent den bedrijfstoe-
stand iets mededeelen
Men verwondert zich dan nog dat de ver
houdingen zoozeer geschokt zijn veeleei
moest men zich verwonderen dat het nie"
nóg erger gesteld is.
In hetzelfde artikel wordt er op gewezen.
dat de Overheidswerkverschafting in de rich
ting van socialisatie gaat wat ik meen te mo
gen ontkennen maar voor mij staat vast dat
ren reeds een oordeel geveld heeft en pas
daarna gaat redeneeren wat nog steeds een dergelijke wreede economische theoriën
verkeerde volgorde is.
Veel juister zou „Codes'* geweest zij al
hij gezegd had wie er gelijk heeft, beste
menschen, laten we daarnaar zoo weinig
mogelijk vragen, maar laten we liever trach
ten den verstoorden bedrijfsvrede te her
stellen die slechts schade, wrok en ellende
kan brengen benoem een zoo onpartijdig
mogelij ke commissie, laat haar uitspraak doen
en zoo slecht kan de uitspraak niet wezen of
zij is toch altijd nog duizendmaal beter dan
deze strijd.
't Is wel een Roomsch middel maar 't
behoeft daarom zelfs in liberale oogen nog
niet verkeerd te zijn als men met die oogen
de werkelijkheid maar wil zien.
A. J. L.
ALS TWEE HETZELFDE DOEN.
Wanneer twee hetzelfde doen, is het daar
om nog niet hetzelfde. De waarheid van dat
spreekwoord ondervond ik ook dezer dagen
toen ik „De Nederl. Nijverheid" doorlas.
In een der artikelen worden de nadeelen
opgenoemd die er bestaan tegen emigratie
en de zaak zal zelfs een lapmiddel genoemd.
Reeds eenigen tijd terug, heb ik als mijn
meening kenbaar gemaakt, dat men met
emigratie bijzonder voorzichtig moet zijn
vooral om zedelij k-Godsdienstige redenen
en ik ben dus heusch niet zoo warm voor
emigratie.
Ook de Nederl. Nijverheid maant tot
voorzichtigheid maar hoofdzakelijk op an
dere gronden die mij echter niet alle even
juist toeschijnen,. Wie de scherp liberale
richting van bedoeld orgaan kent zal zich
daarover niet al te zeer verwonderen.
Toegegeven kan worden dat we bij emi
gratie de kans beloopen, dat de beste typen
onder de arbeiders worden weggezonden,
waten strijd van onze eigen industrie dus
zou kunnen verzwaren hierbij dient echter
opgemerkt dat het geschetste gevaar niet heel
groot is omdat in algemeenen zin dergelij
ke typen het langst en het best ook hier in
Nederland emplooi zullen vinden en boven
dien steeds blijkt, dat het grootste aantal
emigranten wordt gevonden onder de land
arbeiders ofwel ongeschoolde arbeiders die
zich als landarbeider aangeven.
En het is bekend, dat voor het landbouw
bedrijf een surplus van arbeiders bestaat
dat op welke wijze dan ook ergens anders
een onderkomen moet zoeken.
Maar al is het gevaar dus wellicht minder
groot dan de Ned. Nijverheid het zich voor
stelt, men kan evenmin zeggen, dat het niet
bestaat.
Het is trouwens voor aat orgaan met de
meest zwaarwichtige reden waarom het voor
emigratie niets kan gevoelen en waarom zij
het zelfs een bedenkelijk lapmiddel noemt.
De hoofdzaak is voor het blad, dat het,
voor zoover het gelukt de tendenz heeft om
de loonsverlaging en langer werken tegen te
houden
„Het wordt eveneens vrij algemeen toege
geven, dat het langzame tempo, waarin
het proces van loonsverlaging bij ons zich
voltrekt, voornamelijk aan een tweetal
oorzaken te wijten is, n.l. 'l bestaande sys
teem van werkloosheidsheidsuitkeering
en de hooge loonen die betaald worden
voor overheidsdiensten. Deze beide facto
ren houden het aanbod van arbeid in belang
rijker mate terug dan anders het geval zou
zijn en werken derhalve vertragend op het
herstel tot gezonder toestanden.
Het wil ons nu voorkomen, dat het
plan om door bemiddeling van de Emigratie
Centrale Holland den export van Neder
landers in het groot te bevorderen en te
organiseeren, wel degelijk een derde be
lemmerende factor in dit herstelproces
;ou kunnen gaan opleveren. Immers wan
neer dit nieuwe lichaam er eens in zou
•lagen om werkloozen in zulk een mate
naar elders overgebracht te krijgen, dat
hierdoor de in ons land heerschende
werkloosheid inderdaad op bespeurbare
wijze zou worden verminderd, hefgeen
toch het uitgesproken streven is, dan zal
Us consequentie hiervan het aanbod van
arbeid nog meer worden tegengehouden
Jan thans reeds het geval is en daardoor het
herstel naar normale verhoudingen neg
anger duren.
Onder de ondernemers met grensbe-
irijven, die hoewel verliezende, in de hoop
op een eerlang gunstiger wending het hoofd
nog boven water trachten te houden, zul
len er vele zijn, die dan óf het bijltje er brij
waarbij in geen enkel opzicht rekening wordt
gehouden met den evenmensch, reeds lang
tol socialisatie en zelfs tot socialisme zouden
h b ren geleials ookjjdat niet een even groote
dwaling was gebleken.
Bij goede verhoudingen behoeven we ze
ker ons niet bevreesd te maken vooi socia
lisatie, maar wanneer men het volk door
werkloosheid tot wanhoop wil drijven en
van een volslagen verarmd volk alle heil ver-
wac' t, dan moet men de schuld niet zoek n
bij de arbeiders als zij dwaasheden begaan,
maar bij hen, die stelselmatig hen tot wan
hoop brachten.
Het is m.i. ook economisch gedacht een
misvatting om van een verarmd volk heii
te verwachten voor onze industrie. Ik vrees
dat het de industrie zal vergaan als vele mid
denstanders die voor een jaar geleden bij het
zoeken naar een zondenbok waarop zij hun
zwaren last konden leggen, hebben meege-
roepen in het koor van hen, die in bet neer
halen van het levenspeil der arbeiders alle
heil zagen en in de „hooge* loonen en 8
urendag de zondenbok zagen, maar nu al
lang gevoeld en begrepen hebben, dat zij met
den arbeidersstand zóó nauw zijn verbon
den, dat ze weer zouden juichen als bef de
arbeiders wat beter ging.
Daarom mocht ik hierboven gerust wijzen
op het feit, dat als twee hetzelfde doen, het
daarom nog niet hetzelfde is. Men kan om
zeer vele reden maar matig ingenomen zijn
met emigratie, maar het wil mij voorkomen
dat het toch wat al wreed is om de werkloos
heid op „peil" te willen houden teneinde tot
de idealen „loonsverlaging en „langer wer
ken" te kunnen komen.
Wanneer dat de vooropgezette bedoeling
gaat worden, dan behoeft men zich ook niet
meer te verwonderen over de luchthartig
heid waarmede men het feit tracht goed te
praten, dat een groot werk, zooals het maken
van een groot schip, naar 't buitenland wordt
gebracht, terwijl hier duizenden naar arbeid
hunkeren.
En als dan daarnaast nog gemopperd wordt
over de toch waarschijnlijk niet hooge
uitkeeringen aan werkloozen, dan vraagt
men zich toch wel eens af wat zulke menschen
toch eigenlijk denken van hun medemensch.
Of in deze richting van 192?, n.l. vermin
dering van de waarde der ingevoerde fabri
katen en vermeerdering var. de waarde van
de uitgevoerde fabrikaten in 1924 en vol
gende jaren, zal worden voortgegaan, is be
zwaarlijk te zeggen, maar toch lijkt dit nri'
geheel onwaarschijnlijk. Na den oorlog toi h
heeft de Nederlandsche Nijverheid, met hoe-
vêle moeilijkheden zij ook te kampen had,
zich verder ontwikkeld en poogt zij steeds
meer het eigen land van de noodige fabrika
ten te voorzien en daarenboven den export va
hare producten te bevorderen Wel is dit niet
steeds even gemakkelijk geweest de neiging
van vele Nederlanders om goederen uit het
buitenland.te betrekken, ook al zijn uit eigen
land even goede fabrikaten tegen geen hoo-
gere prijzen beschikbaar, is nog steeds, zij het
in mindere mate dan vroeger, aanwezig, ter
wijl wat den export aangaat, in vele landen
een begeerte is om de producten van vreem
den, dus ook van Nederlandschen oorsprong',
moeilijkheden bij den invoer in dén weg te
leggen.
Zoo is er strijd in binnen- en buitenland en
het is een verblijdend feit voor de Nederland-
sche nijverheid, dat Zij in 1923 in dezen strijd
zoowel op'binnenlandsche als op buitenland-
sche overwinningen kan wijzen.
Indien onze industrie met den afzet harêr
producten zóó gunstig blijft doorgaan als ir
1923 en eveneens in dezelfde verhouding als
in 1923 de neiging om fabrikaten uit den
vreemde te koopen in ons land vermindert,
dan zal in enkele jaren de waarde van de uit
ons land uitgevoerde fabrikaten die van de
.ingevoerde fabrikaten zeer dicht nabijkomen.
(„De Ned. Mercuur").
HET R. K. VAKBUREAU.
Het Vakbureau heeft een nieuwe brochure
uitgegeven, getiteld „is het te laat
Óp zeer bevattelijke wijze wordt uiteenge
zet, jvat zij, die de organisatie verlieten, de
beweging hebben geschaad en daarnaa
wordt gewezen op de groote taak die on: e
vakbeweging nu en in de naaste toekomst
moet verrichten.
Het is een geschrift, dat er op berekend
schijnt voor massa-verspreiding te moeten
dienen en waarvoor het, bij de opleving w 1 ;e
er in de organisatie's valt waar te nemen,
zeker goede diensten zal bewijzen.
niseerden aan zich niet „naar het buitenland
te laten brengen", voordat men zich met zijn
Vakbondsbestuur of met het Bestuur van het
R. K. Vakbureau in verbinding heeft ge
steld."
WAAR DE S, O. A. P. VAN MOET
LEVEN.
Mr. P. J. Troelstra in een artikel in de
Socialistische pers:
„Van strijd en actie moet onze beweging
leven. Hij is ons orood en champagne".
Dat verklaart veel, (Vrijheid.)
IN-
A. J. L.
EN UITVOER VAN FABRIKA
TEN IN 1923.
Het is een eigenaardig feit in de laatste ja
ren, dat, wanneer het bedrag der uit ons land
uitgevoerde fabrikaten wordt afgetrokken
van de waarde der in ons land ingevoerde fa
brikaten, het verschil steeds kleiner wordt.
In 1920 was de waarde der ingevoerde fa
brikaten f 613.706.458 grooter dan die d
uitgevoerde fabrikaten in 1
f 418.413.241 in 1922 f 369.669.587 en
1923 f 249.224.506 of ruim 120 mtllioen
gulden kleiner dan in 1922. De vermindering
in vergelijking met 1922 is hierdoor ontstaan,
dat in 1923 voor 87 millioen gulden minder
werd ingevoerd en voor ruim 33 millioen
gulden meer werd uitgevoerd.
Deze cijfers, hoe dor zij op zichzelf ook
mogen zijn, zijn voor onze nijverheid zeer
bevredigend en bij nader onderzoek blijkt
o.a., dat de waarde van den export van ka
toenen manufacturen en van katoen?n dekens
in 1923 een grooter waarde van 9 millioen
gulden had dan in 1922 en dat dit bedrag voor
de gloeilampenindustrie ruim 3.5 millioen
gulden bedroeg.
Aan den anderen kant is de vermindering
van de waarde van den invoer van fabrikante
met ca. 87 millioen gulden in 1923 in verge
lijking met 1922 toch stellig een bewijs, dat
meer dan vroeger het eigen Nederlandsch fa
brikaat is gebezigd.
Natuurlijk zijn er ook andere oorzaken
Tengevolge van het Roërcor'lict is de moge
lijkheid van den invoer van Duit.che fabri
kanten in 1923 verminde:..1 e 'ok zullen, in
de laatste jaren, tengevolge n den wellicht
te groeten invoer van fabrikaten de voor
raden zich heb ea opgestapeld, en zal in 2o
een sterke liquidatie.van di voorraden heb
ben plaats gehad. Eveneens, zal ten gevolge
van de malaise, de koopkracht van breed
lagen der bevol i g ij a verminderd, waar
door veel minder haten zijn gekocht dan
in de vorige 3 jaren. Maar hoe dit ook zij,
het feit blijft bestaan, dat het bedrag der uit
gevoerde fabrikaten in 1923 ongeveer 2/3
bedroeg van de waarde der ingevoerde fa
brikaten.
WERKSTAKINGEN EN UITSLUI
TINGEN.
Volgens de gegevens van het Centraal
Bureau voor de Statistiek bleef het aantal
stakingen in de jaren 19011910 gemiddeld
belangrijk beueden 200. In 1911 was dat 217,
in 1912 283 en in 1913 427. In het tijdvak
19141918 kwamen er gemiddeld 317 con
flicten uit waarbij gemiddeld 1379 onderne
mingen, 24000 stakers en uitgestotenen be
trokken waren en gingen 416000 arbeidsda
gen verloren,
In 1919 was het aantal conflicten het
grootst met 649 geschillen waarbij 4935 onder
nemingen en 6170 personen betrokken waren
en 2094700 arbeidersdagen verloren gingen.
Het aantal verloren arbeidsdagen was het
grootst in 1920 n.l. 2333900 in 481 conflicten
waarbij 3014 ondernemingen en 66500 per
sonen betrokken waren. In 1921 waren er
299 conflicten waarbij 2430 ondernemingen
en 47700 personen waren betrokken het aan
tal verloren arbeidsdagen was 1108300.
EMIGRATIE.
Nu er met steeds meer kracht geijverd
wordt voor emigratie naar Canada kan het
nuttig zijn in deze rubriek de circulaire op te
nemen welke door het Vakbureau onlangs
aan de Vakbladen is verstrekt en waaruit
blijkt, dat bedoeld Vakbureau ondanks het
feit, dat zich voor deze emigratie ook perso
nen interesseeren die een bekenden naam
hebben in onze R. K. beweging het toch tot
voorzichtigheid aanmaant
„Uit persberichten blijkt, dat men zich
in sommige kringen speciaal gaat toeleggen
op het doen emigreeren van Nederlandsche
'arbeiders. „Dit jaar," aldus een mededeeling
in de pers, „hoopt de centrale een blijk
baar daarvoor gesticht werfbureau 2000
werklieden naar het buitenland te brengen."
Wij stellen er prijs op te verklaren, dat
onze Katholieke vakbeweging met bedoelde
„centrale" niets gemeen heeft
Afgescheiden van de vraag, ot het al dan
met wenschelijk is, dat onze Nederlandsche
arbeiders de tegenwoordige malaise dienen
te ontvluchten, krijgen wij den indruk, dat
men al te gemakkelijk werklieden naar het
buitenland brengt
Het is niet onmogelijk, dat, wanneer men
de zaak louter van den economischen kant
bekijkt, men voor het doen emigreeren van
onze arbeiders iets zou kunnen gaan gevoe
len toch is het nog de vraag,, of onze Nijver
heid gediend is, wanneer haar een groot aan
tal goede vaklieden wordt ontnomen. Op
dit oogenblik zou zij er misschien niet on-
dei iijden, wanneer echter de industrie
weer op gang komt zullen de 'gevolgen ^zich
ongetwijfeld, doen gevoelen. Het afstaan
van goede arbeidskrachten onzerzijds be-
teekent, dat men de concurreerende buiten
landsche industrie nog meer in de hand werkt.
Wij, Katholieken, bezien de kwestie echter
ook, en voornamelijk, vanuit godsdienstig-
zedelijk oogpunt. En dan kan, in 'f ilge-
meen, worden gezegd, dat aan emigra- e reer
groote gevaren verbonden zijn.
Tenzij redelijke zekerheid bestaat, ua: de
godsdienstig-zedelijke belangen onzer, ar
beiders in het emigrarieland niet in hei ge-
Cr ing komen, is het voor ons moeili k onze
medewerking «an emigratie te verleenen
Juist op greno van de laatste overweging, be
sloot de K.S.A het emigratie-vraagstuk on
der het oog te zien, een Katholieke emigratie
vereeniging is in voorbereiding
In elk geval rad^n wij de Katholiek-geoi ga-
In het heden verschenen nummer van het
Haagsch Maandblad vinden we een uitvoe
rig artikel van Ir. j. D. Ruys over den autobus
De schrijver schetst daarin hoe het alge
meen belang is gediend door de verschijning
van den autobus, en zet vervolgens uiteen
hoe dat belang medebrengt dat van boven af
gerege.d wordt ingegrepen, doch dat daartoe
de bestaande wetgeving dringende wijziging
van noode heeft.
„Er ontbreekt," jchrijft de heer Ruys, „ir.
Nederland een autoriteit, die de bevoegdheid
heeft om elk interlocaal vervoermiddel te
steunen binnen de grenzen, waar het op zijn
plaats is, en te weren overal waar zulk niet
het geval is. En met de locale vervoermidde
len is het slechts weinig beter gesteld. Im
mers elke in wezen locale autobusdienst kan
zich interlocaal maken door zij het slechts
weinig de grens der gemeente te over
schrijden. Het nut van artikel 11 (laatste ali
nea) van de Wet van 1880 wordt dan illusoir
De beslissing in den huidigen concurrentie
strijd, waarin de tramwegen voorloopig nog
7%oo zwaar gehandicapt zijn, ligt in Nederland
niet bij een hoog boven de partijen staande
autoriteit, maar bij het publiek, dat voor het
overgroote deel de situatie niet kan overzien
zich niet afvraagt of de autobus zoo deze
den strijd mocht winnen ir. staat zou zijn
om tegen hetzelfde tarief blijvend denzelfden
dienst te geven en dezelfde capaciteit ter
beschikking van het publiek te stellen ais de
tramweg thans. Het oordeel van het publiek
wordt ongelukkigerwijze nog vertroebeld
door verschillende verwarring brengende
factoren, waarvan de voornaamste hieronder
volgen
a. door autobusondernemers werd een
busdienst vaak begonnen met behulp van al
lerlei zaken „die men toch reeds had" en met
de werkkracht van huisgenooten of familie
leden of vrienden. Als gevolg daarvan leken
de exploitatiekosten den in vele gevallen niet
met voldoende administratieve kennis toe-
gerusten ondernemers aanvankelijk veel la
ger, dan zij in werkelijkheid onder voorden
huidigen tijd normale omstandigheden nu
eenmaal moeten zijn. De invloed van e en
concurrentiestrijd deed de rest. Het resultaat
was lage tarieven, te lage veelal.
b. Op het publiek maakten deze prijzen
te meer indruk, daar de autobus juist ver
scheen in een tijd, dat de tramwegen door ver
meerderd; overheidsbemoeienis en loonsver-
hoogingen voor een buitensporige verhooging
van hun exploitatiekosten waren komen te
staan, waar geen evenredige vermeerdering
van inkomsten tegenover stond J daardoor ge
dwongen waren geweest tot regoureuze be
zuinigingsmaatregelen en tariefsverhoogin-
gen, en dus de goede gezindheid van het pu
bliek verbeurd hadden.
c. De nadeelen van den autobus de min
dere bedrijfszekerheid, de geringe capaciteit,
werden door het publiek niet ondervonden,
want ingeval van pannes of plaatsgebrek,
konden de reizigers altijd met de tram ver
voerd worden. Het voordeel echter de groo-
tere snelheid werd wèl ondervonden en even
als de prijsdrukkende invloed gewaardeerd.
Een zeer opmerkelijk gevolg hiervan is, de
groote toegeeflijkheid van het publiek te
genover den autobus-exploitant.
d. Vele omstandigheden werken er dus toe
mede om het publiek de belangengemeen
schap, die het met een bestaande, behoorlijke
tramwegonderneming heeft, uit het oog te
doen verliezen."
De heer Ruys besluit zijn artikel met een
beroep op het buitenland om aan te tooncn,
hoe gewensch het is dat het monopolistische
karakter der publieke vervoermiddelen zoo
spoedig mogelijk worde hersteld doordat de
tramondernemingen de bevoegdheid erlan
gen en daarvan gebruik maken om bussen
in dienst te stellen.
Oliebollen
Eigenaardig.
Door 'n toevalletje, door 't zien va: n
huis, 'n voorwerp, 'n gezicht word je vaak
lotseüng herinnerd aan 'n gebeurtenis van
„eel lang geleden, die wellicht nooit meer
in je gedachten zou zijn gekomen als je dat
toevalletje huis voorwerp, gezicht niet had
ontmoet.
Ik vooi mij althans heb dat veel.
De onbenulligste. „allerdaagste" dinge
tjes smijten je soms eensklaps terug naar n
plek waar je 'n twintig jaar geleden zat of
itond.... waar je getuige was mis
schien wel he' 'eidend of lijdend voorwerp
van 'n mootje levens-tragiek of 'n voorval
waarom 'e in eentje nog smakelijk kunt
lachen.
Nog eens ik heb dai veel.
En deze herhaalde mededeeling zij dan
tevens 'n antwoord op de meermalen aan
ondergeteekende gestelde vraag „Hoe is t
mogelijk, dat jij telkens maar weer iets an
ders kunt verzinnen
Overduidelijk zegt deze inleiding u re-ds,
dat er in de meeste gevallen van verzinnen
geen sprake is.,., en deze vriendelijke
vraagsters en vragers zich dus niet ongerust
hoeven te maken, dat ik menige week mijn
duim 'ot 'n sponsje moet sabbelen, om er n
trekje uit te zuigen.
Ook de hiei volgende herinnering aan
m'n „jonchelinchstijd" dank ik aan 'n dood
gewoon ietsje
En wel aa. het in-ademen van versche
oliebollen-lucht terwijl ik wandelde langs
een winkel waar deze versnapering wordt
bereid en verhandeld.
Ik was lid van n loterij-club, die na elke
vijfde klasse der Staatsloterij winst of
geen winst 'n gezellig avondje organi
seerde, waarop teven: nieuwe leder werden
geïnstalleerd, besprekingen werden gehou
den aangaande de plannen voor de volgende
loterij en wat er meer in zoo'n club valt te
verhandelen.
nis met het nieuwe lid Bart van Putten, n
joviale, goedlachsche vrijgezel met 'n lichaams
gewicht, dat zonder gevaar voor overdnjver
te worden uitgemaakt, op honderd kilo kon
worden geschat.
Bart was al direct ingeburgerd en uei zich
reeds dat eerste avondje met al z'n gemoe
delijkheid „De Bul" npemen.
Oj de daarop volgende avonden van ge
zellige bijeenkomst werden we heel gauw
gewaar, dat Bart van Putten's maag voor geen
klein geruchtje vervaard was.
Zoo onder 'i kaarten of schaken door
dronk hij rustigjes zijn vier tot. zes potjes
donker waarbij hij met gemak beginnende
na z'n derde glas 'r, achttal balletjes ge
hakt verorberde
Maar toen we, ter gelegenheid van n ilink
prijsje, 'n dineetje hadden maakten we eerst
goed kennis met de capaciteit van Bart's
maag
Hij zat aan 't eind der tafel en kreeg alle
schalen 't laatst in handen.
Als de inhoud ervan voor zijn doen „schap
pelijk" genoemd kon worden werd die in
houd in z'n geheel op zijn bord overgebracht
Was 'n bij Bart arriveerende schaal niet
Oo een van die avonden maakten we ken-[meer voldoende voorzien, dan liet hij deze
opnieuw vullen en gaf ze doorgaans ledig
of bijna edig aan de kellner terug.
En 't mooiste was nog, dat Bart, die
telkens t laatst werd bediend en minstens
'f dubbele "verslond van wie der aanzitten-
den dan ook, steeds z'n bord het èerst leeg
had :n dan met de handen in de zakken
begon te foeteren dat wij allemaal zulke
ellendig-langzame eters waren
Zoo werd Bart's „maag-vermogen' n
buitengewone attractie, waartegen voo.-
drachten en oiano-muziek het finaal moesten
afleggen
Bij 'n, volgende gelegenheid 'n ou-
per zat „De bul" recht tegenover me.
Ik heb hem toen de-halve schaal hors
d'oeuvre, vijf croquetjes twee borden ossen
haas met doperwtjes, 'n pond tarbot min
stens. 'n halve kip met abrikozen, 'n ge-
wel digt schots pudding en 'n ordentelijk
schaaltje fruit zien naar binnen werken,
ongerekend hetgeen ik me niet meer kan
herinneren
Hij deelde me zoo onder 't smikkelen
mee dat ie met 'n te groote maag was gebo
ren en dat z'n kostjuffrouw voor hem alleen
eiken middag precies vijf kop aardappelen
schilde, waarvan meestal niet veel overbleef.
NA ZESTIEN JAAR GEARRESTEERD.
Woensdag heeft voor het Gerecjitshof
_e 's Hage terecht gestaan D. S„ 47 jaar,
nok te Rotterdam, die in verzet was geko
men tegen een verstek-vonnis van het Ho
dd. 2 April 1908, waarbij was bevestigd
een vonnis van de Haagsche Rechtbanx
houdende veroordeeling van dezen bekl.
tot 6 jaren gevangenisstraf wegen diefstal
in vereeniging en met braak gepleegd in
1907 in het Postkantoor in de Parkstraat,
aldaar
De bekl., die het ten laste gelegde volledig
bekende, was des'*" is naar het buitenland
-evlu-rit. De dra g am naar let vade 1 nd
Terug te keeren, was hem echter te groot ge
worden en bovendien meende hij, dat de
traf reeds verjaard was. Toen hij evenwel
een paar dagen in Rotterdam was, werd hij
gearresteerd. De bekl., die zeide na hst ge
beurde in 1907 steeds goed te hebben opge
past, riep de clementie van het Hof in, om
dat het zeer hard voor hem is nu zijn straf,
Tegen tien uur was het souper geëindigd
en om elf uur zat „De bul" 'wee uitsmijters
die haast verjaard was, nog te moeten onder
gaan.
De Procureur-Generaal meende, dat het
moeilijk is voor het Hof om verandering 'e
brengen in de straf, omdat de bekl. het in
dertijd goed heeft gevonden zich er aan te
onttrekken. Er zit evenwel iets hards vooi
den bekl. in, vooral als het waar is, dat hij
zich sinds 1907, goed heeft gedragen. Het
Hof kan echter niet anders doen dan het
vonnis bevestigen. Voor den bekl. zijn er dan
nog andere middelen. Zoo zou hij gratie
kunnen vragen en dan zijn alle termen aan
wezig om hem clement te behandelen
Bekl.'s raadsman, Mr. van Blerkom, wees
er op, dat de bekl. in 1907 als misdadiger is
vertrokken en dat hij zich sindsdien, hoewel
hij onder moeilijke omstandigheden leefde,
steeds heeft opgewerkt. Thans is hij chef-kok
op een groote boot. Was de bekl. 2 i 3 m a ï-
den later teruggekomen, dan had de wetgever
geen termen meer aanwezig geacht, nog straf
op hem te executeeren. Correctie heeft deze
bekl. niet meer noodig hij is reeds volkomen
gereclasseerd.
Onder deze omstandigheden was er naar
Di.'s meening alle aanleiding voor het op
leggen van een voorwaardelijke straf. Hij
verzocht het Hof onmiddellijk vonnis te wii
zen.
Het Hof ging daarna geruimen tijd in raad
kamer. De President deelde vervolgens 3e,
dat het Hof onmiddellijk vonnis zou wii .en.
Het bij verstek gewezen vonnis van 2 April
1908 werd bekrachtigd. Het Hoff achtte even
wel termen aanwezig om bekl.'s in vrijheid
stelling te gelasten.
EEN PAAR MOOIE BROERS.
De gebroeders A. en F. Rosinski, respec
tievelijk 23 en 22 jaar oud, geboren te Scherle-
beek (D-), thans gedetineerd, waren "'t
Duitschland naar Holland gekomen en had
den in den loop van het vorige jaar een reeks
inbraken gepleegd. Thans werden hun vooi
de Rechtbank te Maastricht vier inbraken
ten laste gelegd. In den nacht van 3 op 4 Juli
hadden zij ingebroken in het gemeentehuis
te Nutfa, de brandkast geforceerd en uit een
kistje een bedrag van f 549.37 weggenomen
In den nacht van 13—14 Juli bezochten zij
de school te Guttekoven, braken eenige les
senaars open en namen wat kleinigheden
weg. Het Gemeentehuis te Grevenbich'
bezochten zij in den nacht van 1415 J :i
Ook daar werd de niet al te solide brandkast
opengebroken en 20 gulden er uit gehaald
Uit een lederen portemonnaie die in de k -si
lag namen zij nog 33 gld„ benevens nc- twee
revolvers, die in een kast lagen. Te Berg Ur-
mond stalen zij op dezelfde wijze uit :c
woning van H.M. v. d. Bongard, een b~ :s
iret 6 gld. horloge met ketting en twee z:
doeken. Alle gestolen voorwerpen wc en
bij hun aanhouding in hun bezit gevonden.
Te Nuth werden op de gebroken glasruiten
vingerafdrukken aangetroffen welke pr: s
overeenkwamen met de vingerafdrukken
van beklaagden. Toch ontkennen beiocü
beslist en verklaren het feit, dat al de ges
len goederen in hun bezit werden gevor.c a
alleen hierdoor, dat zij alles van een on: er
kenden persoon aan de grens hebben geko
In het Gemeentehuis te Nuth werd een zak
boekje gevonden van A. Rosinski, en in Je
school te Guttekoven vond men een knev
die aan het vest van één hunner ontbrak.
Ook zijn zij nog door eenige personen op Je
plaatsen der inbraken gezien en gedeelte
lijk herkend. Ook had men hen Duitsch
hooren spreken.
Het O. M„ waargenomen door Mr. Ko- c-
ntsch, somde, nadat 24 getuigen waren ge
hoord, de verschillende aanwijzingen op we
ke als bewijsmateriaal kunnen dienen. K et
zijn beiden aldus spr. gevaarlijke in
dividuen, die ook in Duitschland een ree.:.,
van elf inbraken hebben gepleegd en daar al
in de gevangenis hebben gezeten. Ter zake
van diefstal met inbraak, viermaal gepleegd,
eischte het O. M. tegen ieder der beklaagden
vier jaar gevangenisstraf.
Uitspraak 12 Februari.
De kantonrechter te Arnhem heeft K-
Stegeman, zoon en opvolger van bet Stap
horster boertje, veroordeeld wegens het on
bevoegd uitoefenen der geneeskunst, tct
f 300 boete subs. 60 dagen hechtenis.
EEN GEVAARLIJKE VROUW.
Voor de rechtbank te Arnhem is Dinsdag
de strafzaak behandeld tegen vrouw Van
der B., uit Harskamp, beklaagd van het zen
den van anonieme lasterbrieven.
Verscheidene ingezetenen van dit dorp
vonden op zekeren dag in hun brievenbus op
een vodje papier een gedicht, waarin tegen
het gezin Van V. en den caféhouder M. aldaar
ergerlijke laster werd geuit. Het geheele dorp
sprak ten slotte over deze lasterbrieven en dt
vrouw van V. trok zich het gebeurde zoo aan,
dat zij zenuwziek werd.
B j een huiszoeking; jij vrouw v d. B. werd
daarop een niet verzonden brief gevonden,
welke vrijwel denzelfden laster inhield, ah
de rondgezonden „ge. ichten". De beklaagde
schrok hevig, toen zij den brief in handen
der politie zag, doch verklaarde haastig, dat
zii dezen brief niet had willen verzenden.
Van andere brieven wist zij niets af.
Ter .terechtzitting bleef beklaagde even
eens ontkennen, dat zij iets van de laster
campagne zou afweten.
Als deskundige werd dr. W. F. Hesseling te
Arn hem gehoord, die het handschrift onder
zocht had en constateerde, dat dit door be
klaagde met verdraaide hand op papier is
gezet.
Na een langdurig getuigenverhoor eischte
de Officier van Justi ie teg n beklaagde een
gevangenisstraf van drie ma., .den met bevel
tot onmiddellijke inhechtenisneming.
De Rechtbank wees het verzoek van den
officier toe.
Uitspraak orer 14 dagen.
met ham te verzwelgen
In vroolijke stemming gingen we huis
waarts en kwamen langs 'n oliebollen-
winkel waar alles nog in volle glorie was.
De bul bleef met de handen op z'n rug
voor de etalage staan en maakte dood-nuch-
ter bekend, dat ie best 'n dozijntje van die
twee-cents-dingetjes zou lusten.
Toen zei er opeens een „Bui als je r
vijf-en-twintig opeet zijn ze voor mijn re
kening I"
„Aangenomen' zei de bul en stapte
meteen de winkel binnen.
„Zoo. meester" begroette hij de ohebol-
lenbakker „smijt es even vijf en twintig
van die dingetjes op 'n apart schaaltje."
Ondei getuige van de heele club werden
de bollen afgeteld en Bart van Putten be
gon.... telkens met twee tegelijk.
Bij de helft loosde de Bul 'n bedenkelijke
zucht.... maar toen ie ons zegevierende
blikken aan elkaar zag geven begon ie sma
kelijk te grinniken om z'n fopper en at
rustig door.
Een der aanwezigen had toen de aardigheid
er stilletjes 'n greep oliebollen bij te gooien.
Maar 't werd gemerkt en er ontstond 'n
geschilletje over 't aantal nog op eten olie
bollen. T
De een beweerde, dat „de bul" er zeven
tien op had, 'n ander meende stellig var
negentien en 'n derde schatte het aantal
op hoogstens vijftien.
Bart bleef kalmpjes met de armen ovei
elkaar naar 't geschetter luisteren.
Toen het hem ging vervelen gooide hij
er opeens z'. bulderstem tusschen.
„Is 't nou uit met dat gezanik of niet
zette hij zich breeduit in postuur „Waar
om tellen iullie dan niet beter Maar 'k wil
d'r géén kaskenade onx hebben, „oor 1
Vooruit, ik zal overnieuw beginnen en de
eerste de beste, die nog es 't hart heb an
de schaal te komme. die draai ik 'n been
uit
Hij greep 'a leege schaal en duwde du
onder les oliebollenbakker's neus met de
woorden t „Asjeblieft, meester, vijf en twin
tig stuk" om van voren af-an te beginnen.,
en niet zulke kleinties als daarstraks, hoor!"
G. N.