NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Zaterdag 9 Februari 1924
Van groote beteekenis.
Evanals bij ons.
DE KOSTEN VAN HET LEVENSON
DERHOUD.
B.NNENLANDSCH NIEUWS
Minister Aalberse over
Automobilisme.
Onze kwijnende scheepsbouw-
industrie.
RECHTZAKEN.
KUNST EN KENNIS.
Veroordeelingen wegens ver
koop van ondeugdelijke melk.
Cassatie-beroep van de Hanze
Bank te Utrecht.
LEGER EN VLOOT.
HANDEL EN NIJVERHEID.
Tiende Nederl. Jaarbeurs.
EEN BEHOORLIJKE VERTEGEN
WOORDIGING.
In de pers circuleerde deze week ee.i klein
berichtje, dat er zoo oppervlakkig al heel on
schuldig uitzag, maar waarover toch nog wel
eenige opmerkingen zijn te maken.
Het betreft hier een bericht waarin word
ter kerneis gebracht, dat het personeel van de
Coöp. Suikerfabriek „Roozendaal" aan de
Regeering heeft verzocht om buiten de Cam
pagne 56 uur per week te mogen werken.
Wie niet ter zake kundig is, zou allicht ge
neigd zijn om te gelooven, dat het aan die
fabriek wel zeer noodig is om langer te wer
ken dan volgens de Arbeidswet is aangege
ven.
Als toch het personeel zelf vraagt om ar-
beidstijdverlenging dan moet het wel ten vol-
e overtuigd zijn van de noodzakelijkheid,
zou men wellicht meenen.
Niets is echter minder waar dan een derge
lijke opvatting. Wie ook maar even bekend
is met de werkzaamheden in de suikerfabrie
ken, die weet dat er van drukte buiten de
campagne geen sprake kan zijn.
Het is in hoofdzaak technisch personeel
hetwelk aan het werk wordt gehouden omdat
het uiteraard niet wenschelijk wordt geacht
om elk jaar het risico, aan nieuw personeel
zerbonden, te beloopen.
Dat is niet zoo maar een persoonlijke op
vatting, bij verschillende besprekingen ge
voerd "tusschen heeren Directeuren van sui
kerfabrieken met vertegenwoordigers van de
op die fabrieken werkzaam zijnde arbeiders,
is dat overduidelijk gebleken.
Maar ook al was zulks niet uitdrukkelijk ge
zegd, dan v/eet iedereen die ter zake kundig
is dat er allerminst reden kan zijn voor ar
beidstijdverlenging buiten de Campagne.
In de naaste omgeving van de betrekkelijke
fabriek staan nog verschillende andere fa
brieken waarbij er zijn die heel wat meer be-
teekenen dan die te Roozendaal, doch daar
van wordt een dergelijk verzoek niet verzon
den.
Maar er moet toch een reden zijn zal men
zeggen voor een dergelijke actie van het per
soneel doch voor ik uaarover een oordeel
geef zou ik eerst willen wijzen op het feit, dat
de Directie van de Coöp. Fabriek Roozendaal
zeer kennelijk geen enkel middel heeft on
beproefd gelaten om te bewerken, dat de
organisatie zoo min mogelijk haar invloed op
verschillende toestanden kan uitoefenen. De
arbeidersvoorwaarden zijn er dan ook steeds
minder dan op andere fabrieken en de ver
houdingen laten letterlijk alles te- wenschen
over.
Het is niet vermetel om te beweren, dat de
Directie dan ook reeds lang haar houding zou
'lebben moeten wijzigen, ware het niet dat de
Zroote werkloosheid het den campagne-ar
beiders zeer moeilijk maakt om met eenige
kracht op te treden.
De daar bestaande verhouding geeft mij
dan ook voldoende vrijmoedigheid om de ge-
heele actie als een opgedwongen actie te be
schouwen. Het is gewoon buitengesloten dat
bedoeld personeel met vrijen wil en dus uit
overtuiging dit adres heeft kunnen verzenden.
Wie zich aan anderen spiegelt, spiegelt zich
zacht en het adres van dat personeel moge een
waarschuwing zijn voor vele arbeiders die
meenen het wel zonder organisatie af te kun
nen.
Voor mij is met de hoofdzaak, of er al dan
niet een paar uur per week langer gewerkt
wordt. Daar is overheen te komen wanneer
zulks door de economische omstandigheden
werkelijk wordt gevorderd, maar het ergste
is, dat arbeiders zoodanig onder den druk
kunnen komen dat ze het tegenovergestelde
vragen van wat zij in hun hart wenschen.
Dat lijkt mij het verschrikkelijke in deze
onver kwi kkelij ke geschied enis.
Er is destijds nogal kritiek uitgeoefend op
de bepaling in de Arbeidswet, dat de Minis
ter een regeling, getroffen tusschen een be
hoorlijke vertegenwoordiging van arbeiders
in een bedrijf en een of meerdere werkge
vers, kon goedkeuren en men vond het ver
keerd dat de arbeidersorganisaties feitelijk
het in hun hand hebben om een dergelijke re
geling te doen mislukken.
Natuurlijk, voor elke overeenstemming is
nu eenmaal de wilsovereenstemming van
minstens twee partijen noodig, maar wie het
bovenstaande goed nagaat zal toch wel tot de
overtuiging komen, dat we van adviezen van
fabriekspersoneelen, vooral als die slecht ge
organiseerd zijn, niets kunnen verwachten.
Daarvoor is de afhankelijkheid, vooral in
neergaande tijden, van dergelijk personeel
veel te groot. Daarvoor hebben we krachtiger
en vooral onafhankelijker lichamen noodig
en die onafhankelijkheid zal ongetwijfeld
het meest benaderd worden door de vakorga
nisatie.
Het gebeurde aan de „Roozendaal" is dan
ook niet alleen leerzaam voor de arbeiders die
hun organisatie den rug toekeerden, maar ook
voor hen die ter goeder trouw bezwaar had
den tegen den invloed van die organisatie bij
het maken van regelingen welke dienen moe
ten om als algemeene regeling in plaats van
de Wet te treden.
A. J. L.
ADMINISTRATIEVE ROMPSLOMP.
Dat er nu nog sociale wetten zijn, 'dat is
og tot daaraan toe, maar de administratieve
rompslomp die er aan vastzit, is 't voorname
lijk wat een afkeer tegen die wetten oproept.
Noodelooze paperasserij en als tien ambte
naren niet genoeg zijn, welnu riemen snijden
van andersmans leer gaat gemakkelijk en ze
nemen er twaalf, vijftien of zelfs twintig, als
ze toch vooral maar hun gewichtig doenerij
en ambtenaars wellust kunnen botvieren.
Zóó ongeveer meen ik het best te kunnen
teekenen het verzet wat er in steeds breeder
sringen komt tegen sociale maatregelen en
tl wat daaraan vastzit.
Nu kan men bezwaarlijk van mij verwach
ten dat ik een verdediging ga schrijven van
mnoodige „paperasserij" of „ambtenarij"
bf hoe men dat ook noemen wil. Wie deze
rubriek volgt, kan weten dat volgens mijn op
vatting veel wat van thans door de Overheid
wordt verricht, aan het georganiseerde be
drijf moet worden opgedragen en deze mee
ning verdraagt zich moeilijk met heffsysteem
wat nu gevolgd wordt en waarover men dan
de hierboven aangegeven klachten uit.
Maar al is men nog zoo'n voorstander van
„Zelfdoen" dan kan men toch maar niet zon
der meer dergelijk soort bemerkingen
voor ernstig aanvaarden.
Ondanks alle yinphatie voor een systeem
waarbij de uitvoering van sociale wetten aan
de betrokken sociale organisaties wordt gela
den, wordt men toch onwillekeurig gedwon
gen om op te komen tegen een voorstelling
van zaken als door sommigen gegeven wordt.
Door verschillende omstandigheden kar
ik eenigztns op de hoogte zijn van de werk
wijze van verschillende Raden van Arbeid.
En al vindt ik deze Raden zéker zoolang
de ziektewet nog niet in working is als uit
voerend College niets beteeken le lichan en
al zou m.i. het gebied van die Raden als ad
ministratief orgaan belangrijk grooter kun
nen zijn en dus relatief goedkooper, dat
neemt toch niet weg dat die administratieve
lichamen een der meest belangrijke sociale
wetten, n.l. de invaliditeits-en ouderdoms
wet hebben uit te voeren.
Wij moeten in deze van het standpunt uit
gaan dat de Wet er is en dus ook nageleefd
moet worden. Dit nog te meer om haar sociale
strekking waarbij zeker niet mag vergeten
worden dat men jaren achtereen den arbei
ders de zegeningen van dez - wet heeft voor
gehouden als een begeerlijk goed, dat, ook
vanuit Christelijk standpunt bezien het beste
was wat men hun kon aanbieden.
We herinneren ons allen nog de verschil
lende verkiezingen bij welke gelegenheid
personen van gezag getracht hebben, duide
lijk te maken, dat Staatspensioen slechts be-
'reg en in alle geval principieel - onjuist was,
m ar dat we van Rechtsche bewindslieden
ets beters konden verwachten het resul
taat daarvan zijn de Talma-wetten, nog slechts
ten deele uitgevoerd.
Ik herinner daaraan, omdat er velen zijn
waarvan men, naar hun handelingen te
oordeelen, mag gelooven dat zij vergeten
zijn hoe deInvaliditeits en Ouderdomsver-
zekering gedurende tal van jaren aan het volk
als iets van Christelijke huize is voorgehou
den zoodat men wel bezwaren mag hebben
tegen het systeem van uitvoering, maar niet
tegen de verzorging als zoodanig.
En nu valt het op, dat juist zij die zoo
klagen dat het de administratieve rompslomp
is die alles zoo duur maakt, juist, of althans
in veel gevallen, de menschen zijn die de
kosten zoo geweldig opvoeren.
Ik meen goed te doen hierover niet langer
te zwijgen. Er zijn mij geheele streken be
kend waar b.v. een groot gedeelte werkgevers
eenvoudig niet „plakken."
Het zou de moeite loonen daarvan ben ik
volkomen verzekerd om b.v. in N. Brabant
eens een onderzoek in te stellen en men zou
verbaasd staan, vooral in het meer Oostelijk
gedeelte, van het aantal wat op een of andere
wijze de wet ontduikt.
Ook in andere plattelandsstreken is het aan
tal werkgevers niet soms gering dat met het
„plakken" simuleert.
Wat ik hier neerschrijf is wèl overwogen
en heeft met fantasie niets uitstaande. Maar
dan is het duidelijk dat bij een dergelijke op
vatting onder werkgevers de administratie
van een Raad van Arbeid voor de moeilijke
keuze staat, óf veel kosten te maken en
de „rompslomp" te vergrooten, óf de arbei
ders er aan te wagen.
Is een voorzitter van een Raad van Arbeid
iemand die gaarne als „zuinig" wordt aan
gemerkt dan zal hij in de verleiding komen
om den „buitendienst" zoo klein mogelijk
te houden met het gevolg dat de arbeiders
de dupe zijn, en nóg erger wordt het als
het zoo'n voorzitter aan sociaal voelen man
gelt.
In 't andere geval moeten echter de kosten
van administratie geweldig stijgen opsporen,
navorderen, correspondeeren tot in het on
mogelijke toe, zóó zelfs dat de navorderings-
kosten het verschuldigde bedrag eenige ma
len overtreft.
Alle onnoodige ambtenarij en papierver-
mosserij vind ik uit den booze, maar klagen
over zulke dingen en ze zelf oproepen is een
bewijs van weinig oprechtheid en daarnaast
teekent het een gemis aan sociaal voelen. Wie
zal het verklappen hoeveel millioenen gul
dens vermorst zijn om nalatige werkgevers op
te sporen en te vermanen, afgezien nog van
het treurige gevolg, dat reeds tal van arbei
ders het slachtoffer zijn geworden.
Zelfs onder den rook van Amsterdam
moest ik ervaren hoe aan de nabestaanden
van een mijner vrienden, onlangs aan infec
tie overleden, geen uitkeering kon worden
verstrekt omdat er niet of niet voldoende voor
hem was geplakt.
Waarmede ik maar zeggen wil, dat men
de kritiek tegen de z.g. administratieve
rompslomp met eenige reserve moet aan-
hooren, omdat niet zelden zij, die er het
hardst over klagen juist die rompslomp ver
oorzaken of vergrooten.
Dat heeft dus met het beginsel van zelfdoen
mets te maken, want ook onder dat systeem
zal medewerking moeten betoond worden
en anders zou ondanks het mooie beginsel
de zaken evenzeer verkeerd gaan.
Nu ik het toch over de Inv. Wet heb, meen
ik gelijktijdig een argument te mogen bespre
ken dat men tegen de arbeiders aanvoert.
Toegegeven, zoo redeneert men dat de
werkgevers hun plicht niet doen, maar dan
moesten de arbeiders zorgen, dat zulks niet
gebeurde want zij zijn het die per resto toch
het meeste belang hebben bij de naleving van
de Wet.
Men bedenke echter, dat ik de hierboven
aangegeven beschuldiging in hoofdzaak heb
gericht tegen de groote en kleine onderne
mers in het Landbouwbedrijf en dat men
in dat bedrijf van den arbeider iets derge
lijks moeilijk kan vorderen en zeker niet in
een tijd als waarin wij sedert eenige iaren
leven.
Zij kunnen eenvoudig van hun recht geen
gebruik maken eerstens omdat het kwaad
zóó algemeen is dat zij in zoo'n plattelands
plaatsje daarvan de gevolgen zouden onder
vinden maar ook omdat zij vaak voor de keu
ze worden gesteld öf niet plakken, óf geen
werk.
Voor zoover er bij veel arbeiders van
schuld kan worden gesproken, zou het moe
ten zijn, dat zij door al die jeremiades te
weinig waardeering toonen voor hetgeen
hun, hoe onvolmaakt ook, toch nog door deze
wet wordt geboden. Maar hen beschuldigen
dat zij niet de onheilen trotseeren aan t e
opeischen van dat recht verborgen, dat zou
onbillijk zijn.
A. J. L.
In „de Bouwer" het orgaan van den Alg.
Ned. Bouwvakbond komt een beslissing voor
van den Kantonrechter te Groningen, welke
van groote beteekenis kan worden geacht
Het betreft een procedure wegens onvol
doende uitkeering voor de Kerstdagen en
Nieuwjaarsdag aan een lid van dien Bond,
ofschoon in het Collectief Contract duidelijk
bepalingen waren opgenomen.
De werkgever was echter niet georgani
seerd en door den Kantonrechter is nu het
volgende overwogen
„dat Schenkel (de aannemer, bij wien
et lid in dienst was) aanvoerde niet aan
sloten te zijn bij eenigen bond
dat dit met wegneemt, dat hij als na
jon in een bedrijf als het onderwerpelijke.
tarin een Landelijke collectieve overeen
komst gesloten was, krachtens den algemee-
nen aard van dat contract daaraan onder
worpen was
dat dus Schenkel het door «scher ge
vorderde, alsnog moet betalen."
Door deze uitspraak van den Kantonrechter
zijn dus ook de ongeorganiseerde patroons
gehouden zich aan de bepalingen van het
afgesloten contract te onderwerpen.
In hoeverre deze zaak vatbaar is om in hoo-
ger beroep te worden beslist, valt moeilijk te
zeggen, maar vast staat wel, dat een derge
lijke uitspraak} voor de toekomst van groot
belang is en de positie van de ongeorganiseer
de Patroons niet sterker maakt.
Zij toch hadden vaak een voorsprong op
hun georganiseerde collega's evenals bij de
arbeiders vaak gebeurd, ofschoon bij beide
groepen het toch de georganiseerden zijn die
het werk moeten verrichten en de lasten moe
ten dragen.
De aanval op den 8-urendag in België, door
den Heer Devèze gedaan, wekt het levendig
verzet der Vakbeweging. Het A. C. V. heeft
volgende dagorde aangenomen
„Het bestuur van het Algemeen Christen
Vakverbond van België, vergaderd te Brussel
op 19 December 1923, ter behandeling van
het ter Kamer door de Heeren Devèze en
consorten neergelegde wetsvoorstel houden
de herziening van de wet van 14 Juni 1921 op
den achturigen arbeidsdag en de 48-urige
arbeidsweek
Gezien
a. de traditioneele christelijke sociale
leer steeds heeft voorgehouden, dat de Ar
beidsvoorwaarden en de arbeidsduur in elk
bedrijf dienen te worden geregeld door de
genen die daartoe bevoegd zijn, er de verant
woordelijkheid van dragen en wier belangen
erbij betrokken rijn, met name door de ge
zaghebbende vertegenwoordigers der werk
geversorganisaties eenerzijds en der werk
nemersorganisaties anderzijds
b. de Staat dient tusschen te komen om
de zelfstandige bedrijfssregeling te bekrach
tigen en, waar zij te kort schiet, aan te vullen
c. de wet op den achturigen arbeidsdag
noodzakelijk is en blijft, zoolang de georga
niseerde bedrijfsregeling niet voldoende uit
gebouwd is
Overwegende
a. dat de werkgevers over het algemeen
niet het noodige hebben gedaan, om de inner
lijke inrichting hunner nijverheid en hun han
delsorganisaties in overeemtunming te bren
gen met de nieuwe omstandigheden, die door
den achturendag voor de voortbrenging wer
den medegebracht
b. dat de georganiseerde arbeiders, bij
monde hunner afgevaardigden in de onder
scheidene lichamen, die geroepen zijn zich
over aanvragen tot afwijking van de wet uit
te spreken, steeds tot groote tegemoetko
mingen bereid gevonden werden en altijd
poogden deze wet zoo soepel mogelijk te doen
toepassen, wat er toe leidde een groot aantal,
dikwerf belangrijke afwijkingen te doen ver-
leenen
c. dat de wet ontegensprekelijk groote
voordeelen heeft opgeleverd voor het maat
schappelijk leven en het gezinsleven der ar
beiders
d. dat de economische bedrijvigheid ge
richt moet zijn op de volkswelvaart en dat de
ze niet mag verward worden met de winst
makerij van de industrieelen
e. dat de arbeiders niet beter vragen dan
hun volle verantwoordelijkheid te nemen op
het gebied van de volkswelvaart, maar dat
zij zulks slechts kunnen, naarmate zij mede
zeggenschap verkrijgen in de leiding der be
drijven
f. dat met den invloed van de geestesge-
steltenis der arbeiders op de voortbrenging
moet rekening gehouden worden, en de op
heffing of een ingrijpende herziening van de
wet niet de voordeelen zou opleveren, die
in sommige middens daarvan verwacht wor
den
g. dat het voorstel Devèze stelselmatig al
le tusschenkomst weert van de arbeidersor
ganisaties in de toepassing der wet, deze ge
heel aan het uitsluitelijk oordeel der werk
gevers en der openbare besturen overlaat en
aldus in den grond een poging is om terug te
keeren naar de traditioneele beginselen van
volstrekte economische vrijheid, waartoe de
vakorganisatie zich in geenen deele leenen
kan
h. dat de aanvaarding van genoemd voor
stel in feite de afschaffing zou beteekenen
van de wet van 14 Juni 1921, en de algemee
ne invoering zou medebrengen van een ar
beidsdag van minstens negen uren
i. dat het niet volstaat, het beginsel van
den achturigen arbeidsdag te erkennen, maar
dat practische werkelijkheden aan dit begin
sel moeten beantwoorden
j. dat de oorzaken van den huidigen eco-
nomischen toestand van België niet in de eer
ste plaats moeten gezocht worden in den
achturigen arbeidsdag, maar veeleer in den
wankelenden internationalen toestand, in de
veelvuldige, plotselinge en beduidende schom
melingen der wisselkoersen, in de vernietiging
der koopkracht van geheele volkeren, alsme
de in sommige lasten die zwaar drukken op
's lands financieel-economischen toestand als
b.v. de militaire uitgaven
Besluit
a. zich krachtdadig en zonder voorbe
houd te verzetten tegen het voorstel Devèze;
b. zijn standpunt door woord en schrift
aan de bevolking en bijzonder aan de werk
lieden kenbaar te maken
Dringt aan
bij de regëering, opdat zij duidelijk positie
zou nemen tegen het voorstel Devèze
Rekent erop,
dat de vertegenwoordigers der Christelijke
arbeiders in het Parlement en alle volksver
tegenwoordigers wien het welzijn en de toe
komst van den arbeidersstand ter harte gaat,
eenparig het voorstel zullen verwerpen
Wijst op
de hervormingen, die het sinds lang voorstaat,
om de voortbrenging de beste vruchten te
doen afwerpen voor de volkswelvaart, in het
bijzonder op
1. zijn voorontwerp van wet op het be
roepsonderwijs
2. het wetsontwerp Heyman op de gelijk-
tallige bedrijfscommissiën, als eerste stap in
de richting van medezeggenschap der ar
beiders in het bedrijfsleven
Roept de arbeiders op
zich krachtig aaneen te sluiten in de Christe
lijke vakvereenigingen, om aldus alle aan
slagen op de maatschappelijke hervormingen
te ontzenuwen."
(Maandschrift van het Int.
Chr. Vakverbond)
Als bijlage bij het Maandbericht van het
Bureau van Statistiek der gemeente Amster
dam is verschenen de opgave van den stand
der kosten van het levensonderhoud bij ar
beidersgezinnen in de maand December 1923.
Het indexcijfer der totale kosten van het
levensonderhoud vertoont sedert Maart 1920
een daling van 16.9 pet. Indien men laatstge
noemde maand op 100 stelt, bedraagt het
dus 83.1. Waar dit cijfer bij de vorige drie
maandelij ksche periode 81.0 of een daling van
19.0 pet. beneden het peil van Maart 1920 be
droeg, heeft zich sedert September 1923 een
niet onaanzienlijke stijging voorgedaan, en
wel van 2.6 pet. Sedert September 192Ó, in
welke maand de duurte haar hoogtepunt be
reikte met een stijging van 6.8 pet. boven het
peil van Maart 1920, bedraagt de daling thans
22.2 pet., tegen 2jt.2 pet. in September 123.
Voor de voedine afzonderlijk is de daling
jedert Maart 1920 in December 1923 17.6
pet., tegen 21.9 pet. in September 1923, he t
welk een stijging uitmaakt van 5.5 pet. sedert in ieder opzicht is hetgeen ten deze Amerika
drie maanden te voren. ons leert.
Voor een deel is deze stijging het gevolg ik gelool, dat velen de opvatting met mij
van seizoens-invloeden, voor zoover nij n.l. zuuen deelen, dat in meer dan één opzicht de
voordeelen grooter zijn dan de nadeelen, wei
betrekking heeft op de posten eieren, vetten
(hoofdzakelijk natuurboter) fruit en aardap-
ke gesteld kunnen worden op rekening van
pelen Voor een ander, niet onbelangrijk deel - iane2amer tempo dan elders ons aan-
wordt zij echter veroorzaakt door den post ons ln langzamei ie,i
- nassen aan de vorderingen der automobiel-
melk, die in het algeloopen kwartaal verschei
dene prijsverhoogingen heeft ondergaan. Ooi
de posten grutterswaren (erwten, capucijners,
bruine boonen), visch (versche visch) en krui
denierswaren (thee) ondergingen eer, stijging
welke echter betrekkelijk gering blijft. Brood,
beschuit en koek en kaas bleven ongewijzigd,
hoewel van sommige artikelen uit beide groe
pen de statistiek enkele, kleine prijswijzigin
gen te noteeren kreeg, die niet tot uiting ko
men in de berekening van de uitgave per ge
zinseenheid per week (wat de eerste groep
betreft n.l. een prijsverlaging van beschuit).
Een drietal posten vertooneu een daling
vleesch, suiker, groenten. Voor groenten
is de oorzaak hiervan gelegen in het feit, dat
het jaargetijde enkele goedkoopere soorten
aan de markt bracht, terwijl de daling van
de groep vleesch het gevolg is hiervan, dat de
in het midden van September i.l. ingetreden
afslag der prijzen van bevroren rundvleesch
toentertijde slechts voor het gedeelte der
maand, dat nog moest verloopen en dus niet
voor het gedeelte, dat reeds verstreken was,
in rekening werd gebracht, terwijl deze ver
laging thans geheel bijdraagt tot de bepaling
van de uitgave voor de groep vleesch.
In het overige gedeelte van net budget is
sedert September 1923 niet veel beweging
waar te riemen. Alleen brandstof en enkele on-
derdeelen van den post huisraad vertoonen
een geringe daling, waartegenover een verdere
stijging staat van den post huishuur. Het eind
cijfer wordt echter het meest beïnvloed door
bovengenoemde sterk gestegen onderdeelen
van de voeding, hoewel de verhooging op deze
laatste begrijpelijkerwijze door de werking op
het geheel een gedeelte van haar intensiteit
verliest, zoodat de op de voeding geconsta
teerde stijging van 5.5 pet. ten slotte slechts
een totale stijging van 2.6 pet. veroorzaakt.
De omrekening van het bovenstaande in
dexcijfer van 83.1 voor December 1923 op
de basis van cijfers 213.7 voor Maart 1920 en
100 voor 1911/13 volggns de oude metho
de, gebaseerd op de prijzen en op de levens
wijze van vóór den oorlog, geeft voor De
cember 1923 een eindcijfer van 177.6 of een
stijging van 77.6 boven het peil van vóór den
oorlog tegen 73.1 in September 1923.
ONBEGONNEN WERK.
Vragen om loonsverhooging is een dwaas
heid.
Pogingen doen tot verbetering van arbeids
voorwaarden onzin.
Staking om loons, ftrek, bewe.e d dat men
dan te weinig heeft voor een menschwaardig
bestaan, ongerijmd,
Strijden voor betere woningtoestanden
nutteloos.
Lid zijn eener standsorganisatie of vakver-
eeniging meestal vruchteloos.
Werken voor zijn zaak, om den omzet te
vergrooten, zonder succes, indien men een
gewoontedrinker is, d. w. z. tijd en geld ver
kwist aan drank meer dan goed is en beroep
en portemonnaie veroorloven. Want men
vraagt dan om loonsverhooging en neemt er
zelf een groot deel van af voor iets dat geest
en lichaamskracht schaadt
men wil betere arbeidsvoorwaarden en is
zelfs niet in de beste conditie
men staakt om loonsaftrek, en trekt zich
zelf voor drank het meeste loon af
men strijdt om betere woningtoestanden,
en is dan zelf nooit in huis of maakt van de
mooiste woning een hel van ruzie en oneenig-
heid
men wil in vereeniging met anderen door
Stands of vakorganisatie de geestelijke en
stoffelijke belangen behartigen en schaadt
deze dan het meest door te drinken
men werkt voor zijn zaak, en spoelt de
meerdere winst weg.
Daarom is werken voor betere sociale
toestanden, met voorbijzien van drankbestrij
ding, een onbegonnen werk 1
In „De Auto" schrijft minister Aalberse
„Weer trekt het bekende tentoonstellings
gebouw der Nederlandsche Vereeniging „De
Rijwiel- en Automobiel-Industrie" te Am
sterdam de aandacht tot zich.
Weer is daar een expositie gearrangeerd,
Zooals de leiders dier Vereeniging met hunne
betrouwe medewerkers dat verstaan eene
tentoonstelling, die pakt en trekt, omdat zij
den belangstellenden bezoeker het nieuwste
en het beste te aanschouwen geeft, wat er
sinds haar voorgangster op het door haar be
streken gebied van industrieele bedrijvigheid
uitkwam.
Kon ik het vórig jaar op deze plaats de op
merking uiten „men wil in deze tentoon
stelling, gelijk in zoovele andere, door de ge
legenheid, welke zij biedt tot vergelijking,
als het ware opbouwende kritiek leveren op
het reeds technisch bereikte", thans zal net
mij niet verwonderen, of van deze nieuwe
expositie zal worden getuigt, dat zij een cri-
tisch beeld geeft van dm vooruitgang der
automobiel-techniek.
Immers deze tentoonstelling zal uitsluitend
zijn gewijd aan het vierwielige motorvoertuig
en de onderdeelen, banden en toebehooren
daarvan. Rijwielen en motorrijwielen zal men
er ditmaal vergeefs zoeken.
De beteekenis van het vierwielige motor
rijtuig kan niemand ontgaan, die niet met ge
sloten oogen langs 's-Heeren wegen gaat, en
de omkeering, de evolutie, volgt, die zich in
het verkeer langs den openbaren weg vol
trekt hier misschien iets langzamer en iets
later dan elders, maar niettemin met even
groote stelligheid.
Het klinkt misschien een beetje strijdig met
het wezen van de automobiel en van het auto-
mobielverkeer, dat ik boven dit artikeltje een
zoo geheel tegenovergestelde these aanduiden
de uitdrukking tot titel verkoos.
Toch heeft die titel onder de tegenwoor
dige economische verhoudingen, dunkt mij,
zin.
Wanneer hetgeen er op net gebied van de
automobiel-industrie en het auto-verkeer
zooal voorvalt, ons niet is ontgaan, dan moet,
bij het zien van die zoo groote en zoo van stij
ging sprekende cijfers, welke de beteekenis
van het autowezen kenmerken, het begrip
geest hebben vastgekoppeld aan dat van den
krachtwagen.
Dan is ons gebleken, dat het jongste won
der der techniek, dj motor en dat in hoe
wonderlijk korten tijd het rij- en trekpaard
als het ware tot een wonder op den openba
ren weg heeft gemaakt dat dientengevolge
de rij- en voertuigenbouw de wagenma
kerij op weg is te verdwijnen, althans aan
merkelijk en opmerkelijk in te krimpen
dat het verbruik en dus ook de bouw van
krachtwagens grooter wordt en naarmate deze
wagens meer en meer zich populariseeren, de
industrieele ondernemingen, welke zich op
hun bouw toeleggen, groeien. Buitengewoon
t chniek.
Terwijl ons het nut van den krachtwagen
allerminst ontgaat, of ontgaan zal ook hier
zal deze voorshands terrein blijven winnen
heeft het geleidelijk ons aanpassen, de voor
zichtiger overgang van paarden-tractie naar
die van den motor, het voordeel, dat wij kun
nen profiteeren van at wijze lessen der kwade
ondervindingen, die men elders opdoet.
Nederland auto-mobiliseert zich met oud-
vaderiandsch beleid, docr omzichtig de ge
vaarlijke krommingen, welke zich bij deze
evolutie voordoen, te nemen.
De tijd zal leeren, dat we, door die tactiek
te volgen, niet achter bleven."
In de memorie van antwoord op het ver
lag van de Tweede Kamer over de begroo
ting van marine voor 1924, zegt de minister:
het ligt in de bedoeling dat de bouw var
de vier aangevraagde schepen ook voor
zoover zulks voor de onderdeelen mogelijk
is hier te lande zal plaats hebben, het
geen een belangrijke opdracht voor onze
kwijnende scheepsbouw- en machine-in
dustrie zal beteekenen.
Ten slotte wordt nog aangevraagd een be
drag van f 1000, als begintermijn voor den
bouw van een onderzeeboot-mijnenlegger
voor de vloot in Indië, zulks omdat de er
varing heeft geleerd, dat ook nog in dezen
tijd de voorbereidingen, die aan den bouw
van een eersteling van zulk een bijzonder
soort vaartuig zijn verbonden, een vaartuig,
waaraan bovendien verschillende voor het
gebruik in de tropen onmisbare eischen
moeten worden gesteld, zeer veel tijd vor
deren.
Daarenboven zal ook voor dit vaartuig,
waarvan de kosten van aanbouw geraamd
worden op f 5.500.000 met 'n buitenland-
sche firma gecontracteerd moeten worden,
met dien verstande, dat de bouw zélf hier te
'ande zal moeten geschieden.
Van het aangevraagde bed rag zal eveneens
de helft uit de Indische middelen aan die in
Nederland worden teruggegeven.
BEGRÓOTING STAATSBOSCHBEDRIJF
1924.
Aan het Voorloopig Verslag wordt ont
leend, dat verscheidene leden het bedrijf al
lerminst van zóó groote beteekenis achten,
dat voor 1924 een offer van 1.100.538 voor
de instandhouding daarvan gerechtvaardigd
zou zijn. Andere leden, die van meening wa
ren, dat de beteekenis van hef bedrijf niet
te gering mag worden aangeslagen, achtien
ook het door het Rijk te dekken tekort zeer
hoog en meenden, dat door wijziging van den
dienst dit tekort tot een aanzienlijk lager
bedrag zou kunnen worden teruggebracht.
Verscheidene leden drongen er op aan, dat
de Kamer zal kunnen kennis nemen van een
balans van het bedrijf.
Eenige leden merkten op, dat de werklie
den bij het Staatsboschbedrijf veel lager wor
den bezoldigd dan de overheidswerklieden.
Ook de loonen van de losse werklieden, bij
het bedrijf werkzaam, achtten zij onvol
doende.
VOORSTEL-RUTGERS TOT WIJZIGING
DER DRANKWET.
Aan de memorie van antwoord wordt ont
leend, dat de voorstellers niet kunnen inzien,
dat vernieuwde indiening van een te voren
verworpen voorstel in strijd zou zijn met
goede parlementaire gebruiken.
De stelling, dat drankbestrijding moet steu
nen op zedelijke overtuiging en dat dwang
hier niet het gewensebte middel is, kunnen
de voorstellers goeddeels onderschrijven,
doch juist in verband daarmede wordt het
stelsel van plaatselijke keuze aanbevolen.
Het drinken van sterken drank wordt daar
door niet belet, doch de verleiding tot het
gebruiken wordt ingeperkt, en geenszins is
het de bedoeling, om, gelijk in Amerika,
aan de burgers onmogelijk te maken sterken
drank te gebruiken.
in
en
en maan en sterren omgeven haar. Een bree<f
rand omlijst het geheel. Boven in dien rand
ziin de duidingen der tien geboden (1. II,
III, IV enz.l aangebracht: hieronder over de
volle breedte een band met de H. Hostie te
midden van gestv.eerde vlammen ter herin
nering aan he! H.H. Sacrament van Mirakel
van Amsterdam. Aan de hoeken vindt men
den rand voorts bovenaan druiventrossen
onderaan korenaren, terwij] ter weerszij
den in den rand de figuren van Adam en
Eva zeer subtiel werden ontworpen met
slang en appel.
De schets leek mij mooi van amieting,
van verhouding, gelukkig van onmid'de.iijke
vertolking voor iedereen van het congres-
doel. zinrijk van symboliek en prachtig van
kleur. Want de penteekening was synibo-
Usch op het blanke wit van he! papier met
licht blauw en donker r.ood krijt, in aller
gelukkigste wisseling gekleurd
Onderaan verkondigen drir zeer spreken'..e
regpis: 2227 Juli 1924: XXVIIste Interna
tionaal Eucharistisch Congres. Amsterdam.
HET AMSTERDAMSCHE TAXI-BEDRIJF.
Het nieuwe tarief vastgesteld.
Naar de „Tel." verneemt, hebben B. en W.
van Amsterdam definitief het taxitarief ver
laagd van 3714 ct. tot 30 ct. per K.M., met
dien verstande, dat voor de eerste 666 M.
60 ct. (tot dusverre 37/2 ct.) betaald zal wor
den. Om technische redenen is afgezien van
de invoering van het nieuwe tarief op zeer
korten termijn.
De taximeters worden op het nieuwe tarief
omgebouwd en geleidelijk op de wagens ge
plaatst. Voor elke auto, welke van den nieu
wen taximeter voorzien is, geldt bet tarief
van 30 cl. Doch vóór 1 Maart a.s moet de
reorganisatie voltooid en het verlaagde tarief
dus algemeen van kracht zijn. Met den om
bouw der taximeters wordt onmiddellijk be
gonnen.
TÖOROP'S NIEUWSTE WERK.
De Congresplaat.
De heer L. van den Broeke. bestuurslid
en voorzitter van het Algemeen Comité voor
pers en propaganda voor het Internationaal
Eucharistisch Congres, schrijft ons:
Dezer dagen noodigde de heer Jan Toorop
mij uit zijn ontwerp te bezichtigen voor de
czmgresplaal. welke weldra zal worden afge
drukt, om in binnen; en buitenland door de
apologetische kracht der kunst van dezen
meester, wiens naam binnen- en buiten onze
grenzen met eere wordt genoemd, te spreken
van ons a s. Internationaal Eucharistisch
Congres van 22 tot 27 Juli in N'eerland's
hoofdstad te houden.
Voorop zij gesleld, dat het hier geldt een
voorloopig ontwerp, waarin misschien nog
enkele wijzigingen zullen worden aange
bracht, maar waarvan de hoofdgedachte
hier toch kan wor< en me.'lcg" Veld Hoe juist
heeft de kunstenaar ons bedoeïen begrepen:
een plaat te ontwerpen, die onmiddellijk en
top de meest sprekende wijze aangeeft het
zuiverste Doelwit van ons Congres, en wel
7. -ncarig. dal de symho iek or kunstzinni
ge en leek, door inwikkelde en ongelelter-
de kan worden begrepen. „Ik heb er naar
gestreefd door ieder te worden verstaan en
een zekere blijheid in mijn ontwerp te leg
gen." verzekerde mij de ontwerjver.
Hél alles domineerend middelpunt der
plaat is: H. Hostie en kelk. Hei Brood der
Engelen rijst boven de kelk van Christus'
bloed, terwijl twee in wollen zwevende enge
len de kelk dragen: geen prae-rafaelislische
figuren maar renaissance-enge.tjes, als 't
ware door Vondels Altaargeheimenissen ge
ïnspireerd Achter Hostie en kelk treft ons de
figuur van de voorspreekster der menseh-
heid, de Onbevlekte Moeder Gods die in
blijde opstuwing der banden, ais hief zij het
Magnificat aan. den achiergrond vormt. Zon
Door den kantonrechter te Amsterdam
mr. Th. I. B. Hilterman, werd Woensdag
uitsoraak gedaan in verschillende zaken,
wegens overtreding van de Keuringsveror
dening voor de gemeente Amsterdam.
Een melkslijter die terecht had gestaan
wegens het aanwezig hebben van melk waar
aan water toegevoegd was en waaraan boven
dien óf vet onttrokken óf ontroomde melk
toegevoegd was, werd veroordeeld tot een
boete van 300, subsidiair een maand hech
tenis.
Deze melkslijter was volgens den Keurings
dienst reeds zeven maal voor het hebben v a
onvoldoende melk gewaarschuwd.
Een andere melkslijter die voor het te»
verkoop in voorraad hebben van melk, waar
aan ongeveer 12% water toegevoegd was,
had terecht gestaan en ook reeds een waar
schuwing had ontvangen, werd tot een boete
van 450, subsidiair zes weken hechtenis
veroordeeld.
Deze beklaagde had erkend met het oog op
't warme w*eer de overtreding werd 13 Juri
ld. geconstateerd eenig water bij de melk
gedaan te hebben.
De veehouder J. N. trit Nieuwer Amstel
stond terecht wegens het doen afleveren van
melk, waarin zich mastitis streptococcen be
vonden. tl_
Bij herhaling was dit euvel reeds bij melk
van 't vee van dien beklaagde afkomstig ge
constateerd en beklaagde er op gewezen dat
dergelijke melk, afkomstig van aan uierziekte
lijdende koeien, in ondeugdelijken toestand
verkeerde en ongeschikt voor de consumptie
was.
Volgens verklaring van dr. van Raalte.
die als deskundige gehoord werd, was het
voorkomen van mastitis streptococcen in
melk „ongelooflijk vies".
Beklaagde, die klaarblijkelijk de waar
schuwing in den wind had geslagen, wwd
veroordeeld tot een boete van 500, subsidiair
twee maanden hechtenis.
Een melkslijter bij wien gepasteuriseerde
melk werd aangetroffen met ongeveer 8%
toegevoegd water en die ook reeds een waar
schuwing van den keuringsdienst ontvangen
had, zag zich een boete van 350, subs,
drie weken hechtenis opgelegd.
Ten slotte werd een veehouder en melk
handelaar uit Ouder-Amstel, bij wien reeds
vijf maai onvoldoende melk werd aangetrof
fen en bij wien ook vijf maal vuile melk aan
getroffen werd, veroordeeld tot een boete van
400 subs, vier weken hechtenis, omdat hij
melk had doen vervoeren, waaraan ongeveer
8% water toegevoegd was.
Deze beklaagde had reeds driemaal van
den keuringsdienst een waarschuwing ont
vangen.
De Hooge Raad heeft verworpen het cas
satieberoep van de N.lHanzebank te
Utrecht tegen een arrest van het Arnhemache
Hol. waarbij was bevestigd een vonnis van
rechtbank aldaar houdende niet-ontvanke-
lijk-verklaring van de Hanzebank in een vor
dering op de firma Wolters en Stark te Di-
dam tot afgifte der goederen, waarop beriag
was gelegd, terwijl vernietigd werden de 3
gelegde scheepsbeslagen.
De firma W. en S voerd indertijd ver
schillende bouwwerken uit, waarvoor haar
gelden werden verstrekt doo de Hanzebank.
Toen echter de vordering was opgelooDen
tot ongeveer ƒ690 000 werd in Nevamber
1919 het crediet stopgezet. In Januari 1920
wist de Hanzebank verschillende onroerende
goederen der firma met gesloten beurs tct
zich te trekken (bovenbedoelde scheepsbe
slagen) tot gedeeltelijke dekking harer vor
dering.
De firma failleerde daarna en de curator
in bet faillissement, mr. de Wilde, betwistte
de vordering der Hanzebank wegens nietig
heid, omdat de gefailleerde geenszins tot die
transactie verplicht was én omdat de Hanze
bank wist of moest weten, dat door die han
delingen de andere crediteuren zouden wor
den benadeeld
Om deze laatste stellingen te ontzenuwen
deed de Hanzebank een positief bewijsaan-
bod, dat echter door het Hof niet ter zake
werd geacht.
VERPLAATSING VAN DE VELD
ARTILLERIE TE UTRECHT
Men meldt uit Deventer aan de Msb. t
Er loopen hardnekk'ge geruchten cmtrenf
de verplaatsing van de veld-artiilerie te
Utrecht in garnizoen. Gemeld wordt, dat
de stallen aldaar, in gebruik bij de veldartille
rie voor het gebruik zijn afgekeurd.
Overplaatsing naar Deventer of Zutphen
wordt overwogen.
Aangezien te Deventer slechts plaats zou
zijn voor een escadron en te Zutphen voor
twee escadrons, is de mogelijkheid niet uit
gesloten, dat Zutphen zal worden aangewe
zen als garnizoen.
Aangaande de vooruitzichten van de in
Maart a.s. te houden Tiende Nederlandsche
Jaarbeurs kan medegedeeld worden, dat,
niettegenstaande door het aanbrengen van
nieuwe monsterkamers en tafelvlakten de
expositieruimte in het Jaarbeursgebouw aan
merkelijk uitgebreid is, alle beschikbare
ruimte in het Gebouw nu reeds verhuurd is.
Deze week is een aanvang gemaakt met den
opbouw der houten monsterkamers op het
terrein Vredenburg, alwaar eveneens b-t
aantal deelnemers dat der vo-ige beurs reeds
heeft overschreden.