NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad - Zaterdag 9 Februari 1924 Van groote beteekenis. Evanals bij ons. DE KOSTEN VAN HET LEVENSON DERHOUD. B.NNENLANDSCH NIEUWS Minister Aalberse over Automobilisme. Onze kwijnende scheepsbouw- industrie. RECHTZAKEN. KUNST EN KENNIS. Veroordeelingen wegens ver koop van ondeugdelijke melk. Cassatie-beroep van de Hanze Bank te Utrecht. LEGER EN VLOOT. HANDEL EN NIJVERHEID. Tiende Nederl. Jaarbeurs. EEN BEHOORLIJKE VERTEGEN WOORDIGING. In de pers circuleerde deze week ee.i klein berichtje, dat er zoo oppervlakkig al heel on schuldig uitzag, maar waarover toch nog wel eenige opmerkingen zijn te maken. Het betreft hier een bericht waarin word ter kerneis gebracht, dat het personeel van de Coöp. Suikerfabriek „Roozendaal" aan de Regeering heeft verzocht om buiten de Cam pagne 56 uur per week te mogen werken. Wie niet ter zake kundig is, zou allicht ge neigd zijn om te gelooven, dat het aan die fabriek wel zeer noodig is om langer te wer ken dan volgens de Arbeidswet is aangege ven. Als toch het personeel zelf vraagt om ar- beidstijdverlenging dan moet het wel ten vol- e overtuigd zijn van de noodzakelijkheid, zou men wellicht meenen. Niets is echter minder waar dan een derge lijke opvatting. Wie ook maar even bekend is met de werkzaamheden in de suikerfabrie ken, die weet dat er van drukte buiten de campagne geen sprake kan zijn. Het is in hoofdzaak technisch personeel hetwelk aan het werk wordt gehouden omdat het uiteraard niet wenschelijk wordt geacht om elk jaar het risico, aan nieuw personeel zerbonden, te beloopen. Dat is niet zoo maar een persoonlijke op vatting, bij verschillende besprekingen ge voerd "tusschen heeren Directeuren van sui kerfabrieken met vertegenwoordigers van de op die fabrieken werkzaam zijnde arbeiders, is dat overduidelijk gebleken. Maar ook al was zulks niet uitdrukkelijk ge zegd, dan v/eet iedereen die ter zake kundig is dat er allerminst reden kan zijn voor ar beidstijdverlenging buiten de Campagne. In de naaste omgeving van de betrekkelijke fabriek staan nog verschillende andere fa brieken waarbij er zijn die heel wat meer be- teekenen dan die te Roozendaal, doch daar van wordt een dergelijk verzoek niet verzon den. Maar er moet toch een reden zijn zal men zeggen voor een dergelijke actie van het per soneel doch voor ik uaarover een oordeel geef zou ik eerst willen wijzen op het feit, dat de Directie van de Coöp. Fabriek Roozendaal zeer kennelijk geen enkel middel heeft on beproefd gelaten om te bewerken, dat de organisatie zoo min mogelijk haar invloed op verschillende toestanden kan uitoefenen. De arbeidersvoorwaarden zijn er dan ook steeds minder dan op andere fabrieken en de ver houdingen laten letterlijk alles te- wenschen over. Het is niet vermetel om te beweren, dat de Directie dan ook reeds lang haar houding zou 'lebben moeten wijzigen, ware het niet dat de Zroote werkloosheid het den campagne-ar beiders zeer moeilijk maakt om met eenige kracht op te treden. De daar bestaande verhouding geeft mij dan ook voldoende vrijmoedigheid om de ge- heele actie als een opgedwongen actie te be schouwen. Het is gewoon buitengesloten dat bedoeld personeel met vrijen wil en dus uit overtuiging dit adres heeft kunnen verzenden. Wie zich aan anderen spiegelt, spiegelt zich zacht en het adres van dat personeel moge een waarschuwing zijn voor vele arbeiders die meenen het wel zonder organisatie af te kun nen. Voor mij is met de hoofdzaak, of er al dan niet een paar uur per week langer gewerkt wordt. Daar is overheen te komen wanneer zulks door de economische omstandigheden werkelijk wordt gevorderd, maar het ergste is, dat arbeiders zoodanig onder den druk kunnen komen dat ze het tegenovergestelde vragen van wat zij in hun hart wenschen. Dat lijkt mij het verschrikkelijke in deze onver kwi kkelij ke geschied enis. Er is destijds nogal kritiek uitgeoefend op de bepaling in de Arbeidswet, dat de Minis ter een regeling, getroffen tusschen een be hoorlijke vertegenwoordiging van arbeiders in een bedrijf en een of meerdere werkge vers, kon goedkeuren en men vond het ver keerd dat de arbeidersorganisaties feitelijk het in hun hand hebben om een dergelijke re geling te doen mislukken. Natuurlijk, voor elke overeenstemming is nu eenmaal de wilsovereenstemming van minstens twee partijen noodig, maar wie het bovenstaande goed nagaat zal toch wel tot de overtuiging komen, dat we van adviezen van fabriekspersoneelen, vooral als die slecht ge organiseerd zijn, niets kunnen verwachten. Daarvoor is de afhankelijkheid, vooral in neergaande tijden, van dergelijk personeel veel te groot. Daarvoor hebben we krachtiger en vooral onafhankelijker lichamen noodig en die onafhankelijkheid zal ongetwijfeld het meest benaderd worden door de vakorga nisatie. Het gebeurde aan de „Roozendaal" is dan ook niet alleen leerzaam voor de arbeiders die hun organisatie den rug toekeerden, maar ook voor hen die ter goeder trouw bezwaar had den tegen den invloed van die organisatie bij het maken van regelingen welke dienen moe ten om als algemeene regeling in plaats van de Wet te treden. A. J. L. ADMINISTRATIEVE ROMPSLOMP. Dat er nu nog sociale wetten zijn, 'dat is og tot daaraan toe, maar de administratieve rompslomp die er aan vastzit, is 't voorname lijk wat een afkeer tegen die wetten oproept. Noodelooze paperasserij en als tien ambte naren niet genoeg zijn, welnu riemen snijden van andersmans leer gaat gemakkelijk en ze nemen er twaalf, vijftien of zelfs twintig, als ze toch vooral maar hun gewichtig doenerij en ambtenaars wellust kunnen botvieren. Zóó ongeveer meen ik het best te kunnen teekenen het verzet wat er in steeds breeder sringen komt tegen sociale maatregelen en tl wat daaraan vastzit. Nu kan men bezwaarlijk van mij verwach ten dat ik een verdediging ga schrijven van mnoodige „paperasserij" of „ambtenarij" bf hoe men dat ook noemen wil. Wie deze rubriek volgt, kan weten dat volgens mijn op vatting veel wat van thans door de Overheid wordt verricht, aan het georganiseerde be drijf moet worden opgedragen en deze mee ning verdraagt zich moeilijk met heffsysteem wat nu gevolgd wordt en waarover men dan de hierboven aangegeven klachten uit. Maar al is men nog zoo'n voorstander van „Zelfdoen" dan kan men toch maar niet zon der meer dergelijk soort bemerkingen voor ernstig aanvaarden. Ondanks alle yinphatie voor een systeem waarbij de uitvoering van sociale wetten aan de betrokken sociale organisaties wordt gela den, wordt men toch onwillekeurig gedwon gen om op te komen tegen een voorstelling van zaken als door sommigen gegeven wordt. Door verschillende omstandigheden kar ik eenigztns op de hoogte zijn van de werk wijze van verschillende Raden van Arbeid. En al vindt ik deze Raden zéker zoolang de ziektewet nog niet in working is als uit voerend College niets beteeken le lichan en al zou m.i. het gebied van die Raden als ad ministratief orgaan belangrijk grooter kun nen zijn en dus relatief goedkooper, dat neemt toch niet weg dat die administratieve lichamen een der meest belangrijke sociale wetten, n.l. de invaliditeits-en ouderdoms wet hebben uit te voeren. Wij moeten in deze van het standpunt uit gaan dat de Wet er is en dus ook nageleefd moet worden. Dit nog te meer om haar sociale strekking waarbij zeker niet mag vergeten worden dat men jaren achtereen den arbei ders de zegeningen van dez - wet heeft voor gehouden als een begeerlijk goed, dat, ook vanuit Christelijk standpunt bezien het beste was wat men hun kon aanbieden. We herinneren ons allen nog de verschil lende verkiezingen bij welke gelegenheid personen van gezag getracht hebben, duide lijk te maken, dat Staatspensioen slechts be- 'reg en in alle geval principieel - onjuist was, m ar dat we van Rechtsche bewindslieden ets beters konden verwachten het resul taat daarvan zijn de Talma-wetten, nog slechts ten deele uitgevoerd. Ik herinner daaraan, omdat er velen zijn waarvan men, naar hun handelingen te oordeelen, mag gelooven dat zij vergeten zijn hoe deInvaliditeits en Ouderdomsver- zekering gedurende tal van jaren aan het volk als iets van Christelijke huize is voorgehou den zoodat men wel bezwaren mag hebben tegen het systeem van uitvoering, maar niet tegen de verzorging als zoodanig. En nu valt het op, dat juist zij die zoo klagen dat het de administratieve rompslomp is die alles zoo duur maakt, juist, of althans in veel gevallen, de menschen zijn die de kosten zoo geweldig opvoeren. Ik meen goed te doen hierover niet langer te zwijgen. Er zijn mij geheele streken be kend waar b.v. een groot gedeelte werkgevers eenvoudig niet „plakken." Het zou de moeite loonen daarvan ben ik volkomen verzekerd om b.v. in N. Brabant eens een onderzoek in te stellen en men zou verbaasd staan, vooral in het meer Oostelijk gedeelte, van het aantal wat op een of andere wijze de wet ontduikt. Ook in andere plattelandsstreken is het aan tal werkgevers niet soms gering dat met het „plakken" simuleert. Wat ik hier neerschrijf is wèl overwogen en heeft met fantasie niets uitstaande. Maar dan is het duidelijk dat bij een dergelijke op vatting onder werkgevers de administratie van een Raad van Arbeid voor de moeilijke keuze staat, óf veel kosten te maken en de „rompslomp" te vergrooten, óf de arbei ders er aan te wagen. Is een voorzitter van een Raad van Arbeid iemand die gaarne als „zuinig" wordt aan gemerkt dan zal hij in de verleiding komen om den „buitendienst" zoo klein mogelijk te houden met het gevolg dat de arbeiders de dupe zijn, en nóg erger wordt het als het zoo'n voorzitter aan sociaal voelen man gelt. In 't andere geval moeten echter de kosten van administratie geweldig stijgen opsporen, navorderen, correspondeeren tot in het on mogelijke toe, zóó zelfs dat de navorderings- kosten het verschuldigde bedrag eenige ma len overtreft. Alle onnoodige ambtenarij en papierver- mosserij vind ik uit den booze, maar klagen over zulke dingen en ze zelf oproepen is een bewijs van weinig oprechtheid en daarnaast teekent het een gemis aan sociaal voelen. Wie zal het verklappen hoeveel millioenen gul dens vermorst zijn om nalatige werkgevers op te sporen en te vermanen, afgezien nog van het treurige gevolg, dat reeds tal van arbei ders het slachtoffer zijn geworden. Zelfs onder den rook van Amsterdam moest ik ervaren hoe aan de nabestaanden van een mijner vrienden, onlangs aan infec tie overleden, geen uitkeering kon worden verstrekt omdat er niet of niet voldoende voor hem was geplakt. Waarmede ik maar zeggen wil, dat men de kritiek tegen de z.g. administratieve rompslomp met eenige reserve moet aan- hooren, omdat niet zelden zij, die er het hardst over klagen juist die rompslomp ver oorzaken of vergrooten. Dat heeft dus met het beginsel van zelfdoen mets te maken, want ook onder dat systeem zal medewerking moeten betoond worden en anders zou ondanks het mooie beginsel de zaken evenzeer verkeerd gaan. Nu ik het toch over de Inv. Wet heb, meen ik gelijktijdig een argument te mogen bespre ken dat men tegen de arbeiders aanvoert. Toegegeven, zoo redeneert men dat de werkgevers hun plicht niet doen, maar dan moesten de arbeiders zorgen, dat zulks niet gebeurde want zij zijn het die per resto toch het meeste belang hebben bij de naleving van de Wet. Men bedenke echter, dat ik de hierboven aangegeven beschuldiging in hoofdzaak heb gericht tegen de groote en kleine onderne mers in het Landbouwbedrijf en dat men in dat bedrijf van den arbeider iets derge lijks moeilijk kan vorderen en zeker niet in een tijd als waarin wij sedert eenige iaren leven. Zij kunnen eenvoudig van hun recht geen gebruik maken eerstens omdat het kwaad zóó algemeen is dat zij in zoo'n plattelands plaatsje daarvan de gevolgen zouden onder vinden maar ook omdat zij vaak voor de keu ze worden gesteld öf niet plakken, óf geen werk. Voor zoover er bij veel arbeiders van schuld kan worden gesproken, zou het moe ten zijn, dat zij door al die jeremiades te weinig waardeering toonen voor hetgeen hun, hoe onvolmaakt ook, toch nog door deze wet wordt geboden. Maar hen beschuldigen dat zij niet de onheilen trotseeren aan t e opeischen van dat recht verborgen, dat zou onbillijk zijn. A. J. L. In „de Bouwer" het orgaan van den Alg. Ned. Bouwvakbond komt een beslissing voor van den Kantonrechter te Groningen, welke van groote beteekenis kan worden geacht Het betreft een procedure wegens onvol doende uitkeering voor de Kerstdagen en Nieuwjaarsdag aan een lid van dien Bond, ofschoon in het Collectief Contract duidelijk bepalingen waren opgenomen. De werkgever was echter niet georgani seerd en door den Kantonrechter is nu het volgende overwogen „dat Schenkel (de aannemer, bij wien et lid in dienst was) aanvoerde niet aan sloten te zijn bij eenigen bond dat dit met wegneemt, dat hij als na jon in een bedrijf als het onderwerpelijke. tarin een Landelijke collectieve overeen komst gesloten was, krachtens den algemee- nen aard van dat contract daaraan onder worpen was dat dus Schenkel het door «scher ge vorderde, alsnog moet betalen." Door deze uitspraak van den Kantonrechter zijn dus ook de ongeorganiseerde patroons gehouden zich aan de bepalingen van het afgesloten contract te onderwerpen. In hoeverre deze zaak vatbaar is om in hoo- ger beroep te worden beslist, valt moeilijk te zeggen, maar vast staat wel, dat een derge lijke uitspraak} voor de toekomst van groot belang is en de positie van de ongeorganiseer de Patroons niet sterker maakt. Zij toch hadden vaak een voorsprong op hun georganiseerde collega's evenals bij de arbeiders vaak gebeurd, ofschoon bij beide groepen het toch de georganiseerden zijn die het werk moeten verrichten en de lasten moe ten dragen. De aanval op den 8-urendag in België, door den Heer Devèze gedaan, wekt het levendig verzet der Vakbeweging. Het A. C. V. heeft volgende dagorde aangenomen „Het bestuur van het Algemeen Christen Vakverbond van België, vergaderd te Brussel op 19 December 1923, ter behandeling van het ter Kamer door de Heeren Devèze en consorten neergelegde wetsvoorstel houden de herziening van de wet van 14 Juni 1921 op den achturigen arbeidsdag en de 48-urige arbeidsweek Gezien a. de traditioneele christelijke sociale leer steeds heeft voorgehouden, dat de Ar beidsvoorwaarden en de arbeidsduur in elk bedrijf dienen te worden geregeld door de genen die daartoe bevoegd zijn, er de verant woordelijkheid van dragen en wier belangen erbij betrokken rijn, met name door de ge zaghebbende vertegenwoordigers der werk geversorganisaties eenerzijds en der werk nemersorganisaties anderzijds b. de Staat dient tusschen te komen om de zelfstandige bedrijfssregeling te bekrach tigen en, waar zij te kort schiet, aan te vullen c. de wet op den achturigen arbeidsdag noodzakelijk is en blijft, zoolang de georga niseerde bedrijfsregeling niet voldoende uit gebouwd is Overwegende a. dat de werkgevers over het algemeen niet het noodige hebben gedaan, om de inner lijke inrichting hunner nijverheid en hun han delsorganisaties in overeemtunming te bren gen met de nieuwe omstandigheden, die door den achturendag voor de voortbrenging wer den medegebracht b. dat de georganiseerde arbeiders, bij monde hunner afgevaardigden in de onder scheidene lichamen, die geroepen zijn zich over aanvragen tot afwijking van de wet uit te spreken, steeds tot groote tegemoetko mingen bereid gevonden werden en altijd poogden deze wet zoo soepel mogelijk te doen toepassen, wat er toe leidde een groot aantal, dikwerf belangrijke afwijkingen te doen ver- leenen c. dat de wet ontegensprekelijk groote voordeelen heeft opgeleverd voor het maat schappelijk leven en het gezinsleven der ar beiders d. dat de economische bedrijvigheid ge richt moet zijn op de volkswelvaart en dat de ze niet mag verward worden met de winst makerij van de industrieelen e. dat de arbeiders niet beter vragen dan hun volle verantwoordelijkheid te nemen op het gebied van de volkswelvaart, maar dat zij zulks slechts kunnen, naarmate zij mede zeggenschap verkrijgen in de leiding der be drijven f. dat met den invloed van de geestesge- steltenis der arbeiders op de voortbrenging moet rekening gehouden worden, en de op heffing of een ingrijpende herziening van de wet niet de voordeelen zou opleveren, die in sommige middens daarvan verwacht wor den g. dat het voorstel Devèze stelselmatig al le tusschenkomst weert van de arbeidersor ganisaties in de toepassing der wet, deze ge heel aan het uitsluitelijk oordeel der werk gevers en der openbare besturen overlaat en aldus in den grond een poging is om terug te keeren naar de traditioneele beginselen van volstrekte economische vrijheid, waartoe de vakorganisatie zich in geenen deele leenen kan h. dat de aanvaarding van genoemd voor stel in feite de afschaffing zou beteekenen van de wet van 14 Juni 1921, en de algemee ne invoering zou medebrengen van een ar beidsdag van minstens negen uren i. dat het niet volstaat, het beginsel van den achturigen arbeidsdag te erkennen, maar dat practische werkelijkheden aan dit begin sel moeten beantwoorden j. dat de oorzaken van den huidigen eco- nomischen toestand van België niet in de eer ste plaats moeten gezocht worden in den achturigen arbeidsdag, maar veeleer in den wankelenden internationalen toestand, in de veelvuldige, plotselinge en beduidende schom melingen der wisselkoersen, in de vernietiging der koopkracht van geheele volkeren, alsme de in sommige lasten die zwaar drukken op 's lands financieel-economischen toestand als b.v. de militaire uitgaven Besluit a. zich krachtdadig en zonder voorbe houd te verzetten tegen het voorstel Devèze; b. zijn standpunt door woord en schrift aan de bevolking en bijzonder aan de werk lieden kenbaar te maken Dringt aan bij de regëering, opdat zij duidelijk positie zou nemen tegen het voorstel Devèze Rekent erop, dat de vertegenwoordigers der Christelijke arbeiders in het Parlement en alle volksver tegenwoordigers wien het welzijn en de toe komst van den arbeidersstand ter harte gaat, eenparig het voorstel zullen verwerpen Wijst op de hervormingen, die het sinds lang voorstaat, om de voortbrenging de beste vruchten te doen afwerpen voor de volkswelvaart, in het bijzonder op 1. zijn voorontwerp van wet op het be roepsonderwijs 2. het wetsontwerp Heyman op de gelijk- tallige bedrijfscommissiën, als eerste stap in de richting van medezeggenschap der ar beiders in het bedrijfsleven Roept de arbeiders op zich krachtig aaneen te sluiten in de Christe lijke vakvereenigingen, om aldus alle aan slagen op de maatschappelijke hervormingen te ontzenuwen." (Maandschrift van het Int. Chr. Vakverbond) Als bijlage bij het Maandbericht van het Bureau van Statistiek der gemeente Amster dam is verschenen de opgave van den stand der kosten van het levensonderhoud bij ar beidersgezinnen in de maand December 1923. Het indexcijfer der totale kosten van het levensonderhoud vertoont sedert Maart 1920 een daling van 16.9 pet. Indien men laatstge noemde maand op 100 stelt, bedraagt het dus 83.1. Waar dit cijfer bij de vorige drie maandelij ksche periode 81.0 of een daling van 19.0 pet. beneden het peil van Maart 1920 be droeg, heeft zich sedert September 1923 een niet onaanzienlijke stijging voorgedaan, en wel van 2.6 pet. Sedert September 192Ó, in welke maand de duurte haar hoogtepunt be reikte met een stijging van 6.8 pet. boven het peil van Maart 1920, bedraagt de daling thans 22.2 pet., tegen 2jt.2 pet. in September 123. Voor de voedine afzonderlijk is de daling jedert Maart 1920 in December 1923 17.6 pet., tegen 21.9 pet. in September 1923, he t welk een stijging uitmaakt van 5.5 pet. sedert in ieder opzicht is hetgeen ten deze Amerika drie maanden te voren. ons leert. Voor een deel is deze stijging het gevolg ik gelool, dat velen de opvatting met mij van seizoens-invloeden, voor zoover nij n.l. zuuen deelen, dat in meer dan één opzicht de voordeelen grooter zijn dan de nadeelen, wei betrekking heeft op de posten eieren, vetten (hoofdzakelijk natuurboter) fruit en aardap- ke gesteld kunnen worden op rekening van pelen Voor een ander, niet onbelangrijk deel - iane2amer tempo dan elders ons aan- wordt zij echter veroorzaakt door den post ons ln langzamei ie,i - nassen aan de vorderingen der automobiel- melk, die in het algeloopen kwartaal verschei dene prijsverhoogingen heeft ondergaan. Ooi de posten grutterswaren (erwten, capucijners, bruine boonen), visch (versche visch) en krui denierswaren (thee) ondergingen eer, stijging welke echter betrekkelijk gering blijft. Brood, beschuit en koek en kaas bleven ongewijzigd, hoewel van sommige artikelen uit beide groe pen de statistiek enkele, kleine prijswijzigin gen te noteeren kreeg, die niet tot uiting ko men in de berekening van de uitgave per ge zinseenheid per week (wat de eerste groep betreft n.l. een prijsverlaging van beschuit). Een drietal posten vertooneu een daling vleesch, suiker, groenten. Voor groenten is de oorzaak hiervan gelegen in het feit, dat het jaargetijde enkele goedkoopere soorten aan de markt bracht, terwijl de daling van de groep vleesch het gevolg is hiervan, dat de in het midden van September i.l. ingetreden afslag der prijzen van bevroren rundvleesch toentertijde slechts voor het gedeelte der maand, dat nog moest verloopen en dus niet voor het gedeelte, dat reeds verstreken was, in rekening werd gebracht, terwijl deze ver laging thans geheel bijdraagt tot de bepaling van de uitgave voor de groep vleesch. In het overige gedeelte van net budget is sedert September 1923 niet veel beweging waar te riemen. Alleen brandstof en enkele on- derdeelen van den post huisraad vertoonen een geringe daling, waartegenover een verdere stijging staat van den post huishuur. Het eind cijfer wordt echter het meest beïnvloed door bovengenoemde sterk gestegen onderdeelen van de voeding, hoewel de verhooging op deze laatste begrijpelijkerwijze door de werking op het geheel een gedeelte van haar intensiteit verliest, zoodat de op de voeding geconsta teerde stijging van 5.5 pet. ten slotte slechts een totale stijging van 2.6 pet. veroorzaakt. De omrekening van het bovenstaande in dexcijfer van 83.1 voor December 1923 op de basis van cijfers 213.7 voor Maart 1920 en 100 voor 1911/13 volggns de oude metho de, gebaseerd op de prijzen en op de levens wijze van vóór den oorlog, geeft voor De cember 1923 een eindcijfer van 177.6 of een stijging van 77.6 boven het peil van vóór den oorlog tegen 73.1 in September 1923. ONBEGONNEN WERK. Vragen om loonsverhooging is een dwaas heid. Pogingen doen tot verbetering van arbeids voorwaarden onzin. Staking om loons, ftrek, bewe.e d dat men dan te weinig heeft voor een menschwaardig bestaan, ongerijmd, Strijden voor betere woningtoestanden nutteloos. Lid zijn eener standsorganisatie of vakver- eeniging meestal vruchteloos. Werken voor zijn zaak, om den omzet te vergrooten, zonder succes, indien men een gewoontedrinker is, d. w. z. tijd en geld ver kwist aan drank meer dan goed is en beroep en portemonnaie veroorloven. Want men vraagt dan om loonsverhooging en neemt er zelf een groot deel van af voor iets dat geest en lichaamskracht schaadt men wil betere arbeidsvoorwaarden en is zelfs niet in de beste conditie men staakt om loonsaftrek, en trekt zich zelf voor drank het meeste loon af men strijdt om betere woningtoestanden, en is dan zelf nooit in huis of maakt van de mooiste woning een hel van ruzie en oneenig- heid men wil in vereeniging met anderen door Stands of vakorganisatie de geestelijke en stoffelijke belangen behartigen en schaadt deze dan het meest door te drinken men werkt voor zijn zaak, en spoelt de meerdere winst weg. Daarom is werken voor betere sociale toestanden, met voorbijzien van drankbestrij ding, een onbegonnen werk 1 In „De Auto" schrijft minister Aalberse „Weer trekt het bekende tentoonstellings gebouw der Nederlandsche Vereeniging „De Rijwiel- en Automobiel-Industrie" te Am sterdam de aandacht tot zich. Weer is daar een expositie gearrangeerd, Zooals de leiders dier Vereeniging met hunne betrouwe medewerkers dat verstaan eene tentoonstelling, die pakt en trekt, omdat zij den belangstellenden bezoeker het nieuwste en het beste te aanschouwen geeft, wat er sinds haar voorgangster op het door haar be streken gebied van industrieele bedrijvigheid uitkwam. Kon ik het vórig jaar op deze plaats de op merking uiten „men wil in deze tentoon stelling, gelijk in zoovele andere, door de ge legenheid, welke zij biedt tot vergelijking, als het ware opbouwende kritiek leveren op het reeds technisch bereikte", thans zal net mij niet verwonderen, of van deze nieuwe expositie zal worden getuigt, dat zij een cri- tisch beeld geeft van dm vooruitgang der automobiel-techniek. Immers deze tentoonstelling zal uitsluitend zijn gewijd aan het vierwielige motorvoertuig en de onderdeelen, banden en toebehooren daarvan. Rijwielen en motorrijwielen zal men er ditmaal vergeefs zoeken. De beteekenis van het vierwielige motor rijtuig kan niemand ontgaan, die niet met ge sloten oogen langs 's-Heeren wegen gaat, en de omkeering, de evolutie, volgt, die zich in het verkeer langs den openbaren weg vol trekt hier misschien iets langzamer en iets later dan elders, maar niettemin met even groote stelligheid. Het klinkt misschien een beetje strijdig met het wezen van de automobiel en van het auto- mobielverkeer, dat ik boven dit artikeltje een zoo geheel tegenovergestelde these aanduiden de uitdrukking tot titel verkoos. Toch heeft die titel onder de tegenwoor dige economische verhoudingen, dunkt mij, zin. Wanneer hetgeen er op net gebied van de automobiel-industrie en het auto-verkeer zooal voorvalt, ons niet is ontgaan, dan moet, bij het zien van die zoo groote en zoo van stij ging sprekende cijfers, welke de beteekenis van het autowezen kenmerken, het begrip geest hebben vastgekoppeld aan dat van den krachtwagen. Dan is ons gebleken, dat het jongste won der der techniek, dj motor en dat in hoe wonderlijk korten tijd het rij- en trekpaard als het ware tot een wonder op den openba ren weg heeft gemaakt dat dientengevolge de rij- en voertuigenbouw de wagenma kerij op weg is te verdwijnen, althans aan merkelijk en opmerkelijk in te krimpen dat het verbruik en dus ook de bouw van krachtwagens grooter wordt en naarmate deze wagens meer en meer zich populariseeren, de industrieele ondernemingen, welke zich op hun bouw toeleggen, groeien. Buitengewoon t chniek. Terwijl ons het nut van den krachtwagen allerminst ontgaat, of ontgaan zal ook hier zal deze voorshands terrein blijven winnen heeft het geleidelijk ons aanpassen, de voor zichtiger overgang van paarden-tractie naar die van den motor, het voordeel, dat wij kun nen profiteeren van at wijze lessen der kwade ondervindingen, die men elders opdoet. Nederland auto-mobiliseert zich met oud- vaderiandsch beleid, docr omzichtig de ge vaarlijke krommingen, welke zich bij deze evolutie voordoen, te nemen. De tijd zal leeren, dat we, door die tactiek te volgen, niet achter bleven." In de memorie van antwoord op het ver lag van de Tweede Kamer over de begroo ting van marine voor 1924, zegt de minister: het ligt in de bedoeling dat de bouw var de vier aangevraagde schepen ook voor zoover zulks voor de onderdeelen mogelijk is hier te lande zal plaats hebben, het geen een belangrijke opdracht voor onze kwijnende scheepsbouw- en machine-in dustrie zal beteekenen. Ten slotte wordt nog aangevraagd een be drag van f 1000, als begintermijn voor den bouw van een onderzeeboot-mijnenlegger voor de vloot in Indië, zulks omdat de er varing heeft geleerd, dat ook nog in dezen tijd de voorbereidingen, die aan den bouw van een eersteling van zulk een bijzonder soort vaartuig zijn verbonden, een vaartuig, waaraan bovendien verschillende voor het gebruik in de tropen onmisbare eischen moeten worden gesteld, zeer veel tijd vor deren. Daarenboven zal ook voor dit vaartuig, waarvan de kosten van aanbouw geraamd worden op f 5.500.000 met 'n buitenland- sche firma gecontracteerd moeten worden, met dien verstande, dat de bouw zélf hier te 'ande zal moeten geschieden. Van het aangevraagde bed rag zal eveneens de helft uit de Indische middelen aan die in Nederland worden teruggegeven. BEGRÓOTING STAATSBOSCHBEDRIJF 1924. Aan het Voorloopig Verslag wordt ont leend, dat verscheidene leden het bedrijf al lerminst van zóó groote beteekenis achten, dat voor 1924 een offer van 1.100.538 voor de instandhouding daarvan gerechtvaardigd zou zijn. Andere leden, die van meening wa ren, dat de beteekenis van hef bedrijf niet te gering mag worden aangeslagen, achtien ook het door het Rijk te dekken tekort zeer hoog en meenden, dat door wijziging van den dienst dit tekort tot een aanzienlijk lager bedrag zou kunnen worden teruggebracht. Verscheidene leden drongen er op aan, dat de Kamer zal kunnen kennis nemen van een balans van het bedrijf. Eenige leden merkten op, dat de werklie den bij het Staatsboschbedrijf veel lager wor den bezoldigd dan de overheidswerklieden. Ook de loonen van de losse werklieden, bij het bedrijf werkzaam, achtten zij onvol doende. VOORSTEL-RUTGERS TOT WIJZIGING DER DRANKWET. Aan de memorie van antwoord wordt ont leend, dat de voorstellers niet kunnen inzien, dat vernieuwde indiening van een te voren verworpen voorstel in strijd zou zijn met goede parlementaire gebruiken. De stelling, dat drankbestrijding moet steu nen op zedelijke overtuiging en dat dwang hier niet het gewensebte middel is, kunnen de voorstellers goeddeels onderschrijven, doch juist in verband daarmede wordt het stelsel van plaatselijke keuze aanbevolen. Het drinken van sterken drank wordt daar door niet belet, doch de verleiding tot het gebruiken wordt ingeperkt, en geenszins is het de bedoeling, om, gelijk in Amerika, aan de burgers onmogelijk te maken sterken drank te gebruiken. in en en maan en sterren omgeven haar. Een bree<f rand omlijst het geheel. Boven in dien rand ziin de duidingen der tien geboden (1. II, III, IV enz.l aangebracht: hieronder over de volle breedte een band met de H. Hostie te midden van gestv.eerde vlammen ter herin nering aan he! H.H. Sacrament van Mirakel van Amsterdam. Aan de hoeken vindt men den rand voorts bovenaan druiventrossen onderaan korenaren, terwij] ter weerszij den in den rand de figuren van Adam en Eva zeer subtiel werden ontworpen met slang en appel. De schets leek mij mooi van amieting, van verhouding, gelukkig van onmid'de.iijke vertolking voor iedereen van het congres- doel. zinrijk van symboliek en prachtig van kleur. Want de penteekening was synibo- Usch op het blanke wit van he! papier met licht blauw en donker r.ood krijt, in aller gelukkigste wisseling gekleurd Onderaan verkondigen drir zeer spreken'..e regpis: 2227 Juli 1924: XXVIIste Interna tionaal Eucharistisch Congres. Amsterdam. HET AMSTERDAMSCHE TAXI-BEDRIJF. Het nieuwe tarief vastgesteld. Naar de „Tel." verneemt, hebben B. en W. van Amsterdam definitief het taxitarief ver laagd van 3714 ct. tot 30 ct. per K.M., met dien verstande, dat voor de eerste 666 M. 60 ct. (tot dusverre 37/2 ct.) betaald zal wor den. Om technische redenen is afgezien van de invoering van het nieuwe tarief op zeer korten termijn. De taximeters worden op het nieuwe tarief omgebouwd en geleidelijk op de wagens ge plaatst. Voor elke auto, welke van den nieu wen taximeter voorzien is, geldt bet tarief van 30 cl. Doch vóór 1 Maart a.s moet de reorganisatie voltooid en het verlaagde tarief dus algemeen van kracht zijn. Met den om bouw der taximeters wordt onmiddellijk be gonnen. TÖOROP'S NIEUWSTE WERK. De Congresplaat. De heer L. van den Broeke. bestuurslid en voorzitter van het Algemeen Comité voor pers en propaganda voor het Internationaal Eucharistisch Congres, schrijft ons: Dezer dagen noodigde de heer Jan Toorop mij uit zijn ontwerp te bezichtigen voor de czmgresplaal. welke weldra zal worden afge drukt, om in binnen; en buitenland door de apologetische kracht der kunst van dezen meester, wiens naam binnen- en buiten onze grenzen met eere wordt genoemd, te spreken van ons a s. Internationaal Eucharistisch Congres van 22 tot 27 Juli in N'eerland's hoofdstad te houden. Voorop zij gesleld, dat het hier geldt een voorloopig ontwerp, waarin misschien nog enkele wijzigingen zullen worden aange bracht, maar waarvan de hoofdgedachte hier toch kan wor< en me.'lcg" Veld Hoe juist heeft de kunstenaar ons bedoeïen begrepen: een plaat te ontwerpen, die onmiddellijk en top de meest sprekende wijze aangeeft het zuiverste Doelwit van ons Congres, en wel 7. -ncarig. dal de symho iek or kunstzinni ge en leek, door inwikkelde en ongelelter- de kan worden begrepen. „Ik heb er naar gestreefd door ieder te worden verstaan en een zekere blijheid in mijn ontwerp te leg gen." verzekerde mij de ontwerjver. Hél alles domineerend middelpunt der plaat is: H. Hostie en kelk. Hei Brood der Engelen rijst boven de kelk van Christus' bloed, terwijl twee in wollen zwevende enge len de kelk dragen: geen prae-rafaelislische figuren maar renaissance-enge.tjes, als 't ware door Vondels Altaargeheimenissen ge ïnspireerd Achter Hostie en kelk treft ons de figuur van de voorspreekster der menseh- heid, de Onbevlekte Moeder Gods die in blijde opstuwing der banden, ais hief zij het Magnificat aan. den achiergrond vormt. Zon Door den kantonrechter te Amsterdam mr. Th. I. B. Hilterman, werd Woensdag uitsoraak gedaan in verschillende zaken, wegens overtreding van de Keuringsveror dening voor de gemeente Amsterdam. Een melkslijter die terecht had gestaan wegens het aanwezig hebben van melk waar aan water toegevoegd was en waaraan boven dien óf vet onttrokken óf ontroomde melk toegevoegd was, werd veroordeeld tot een boete van 300, subsidiair een maand hech tenis. Deze melkslijter was volgens den Keurings dienst reeds zeven maal voor het hebben v a onvoldoende melk gewaarschuwd. Een andere melkslijter die voor het te» verkoop in voorraad hebben van melk, waar aan ongeveer 12% water toegevoegd was, had terecht gestaan en ook reeds een waar schuwing had ontvangen, werd tot een boete van 450, subsidiair zes weken hechtenis veroordeeld. Deze beklaagde had erkend met het oog op 't warme w*eer de overtreding werd 13 Juri ld. geconstateerd eenig water bij de melk gedaan te hebben. De veehouder J. N. trit Nieuwer Amstel stond terecht wegens het doen afleveren van melk, waarin zich mastitis streptococcen be vonden. tl_ Bij herhaling was dit euvel reeds bij melk van 't vee van dien beklaagde afkomstig ge constateerd en beklaagde er op gewezen dat dergelijke melk, afkomstig van aan uierziekte lijdende koeien, in ondeugdelijken toestand verkeerde en ongeschikt voor de consumptie was. Volgens verklaring van dr. van Raalte. die als deskundige gehoord werd, was het voorkomen van mastitis streptococcen in melk „ongelooflijk vies". Beklaagde, die klaarblijkelijk de waar schuwing in den wind had geslagen, wwd veroordeeld tot een boete van 500, subsidiair twee maanden hechtenis. Een melkslijter bij wien gepasteuriseerde melk werd aangetroffen met ongeveer 8% toegevoegd water en die ook reeds een waar schuwing van den keuringsdienst ontvangen had, zag zich een boete van 350, subs, drie weken hechtenis opgelegd. Ten slotte werd een veehouder en melk handelaar uit Ouder-Amstel, bij wien reeds vijf maai onvoldoende melk werd aangetrof fen en bij wien ook vijf maal vuile melk aan getroffen werd, veroordeeld tot een boete van 400 subs, vier weken hechtenis, omdat hij melk had doen vervoeren, waaraan ongeveer 8% water toegevoegd was. Deze beklaagde had reeds driemaal van den keuringsdienst een waarschuwing ont vangen. De Hooge Raad heeft verworpen het cas satieberoep van de N.lHanzebank te Utrecht tegen een arrest van het Arnhemache Hol. waarbij was bevestigd een vonnis van rechtbank aldaar houdende niet-ontvanke- lijk-verklaring van de Hanzebank in een vor dering op de firma Wolters en Stark te Di- dam tot afgifte der goederen, waarop beriag was gelegd, terwijl vernietigd werden de 3 gelegde scheepsbeslagen. De firma W. en S voerd indertijd ver schillende bouwwerken uit, waarvoor haar gelden werden verstrekt doo de Hanzebank. Toen echter de vordering was opgelooDen tot ongeveer ƒ690 000 werd in Nevamber 1919 het crediet stopgezet. In Januari 1920 wist de Hanzebank verschillende onroerende goederen der firma met gesloten beurs tct zich te trekken (bovenbedoelde scheepsbe slagen) tot gedeeltelijke dekking harer vor dering. De firma failleerde daarna en de curator in bet faillissement, mr. de Wilde, betwistte de vordering der Hanzebank wegens nietig heid, omdat de gefailleerde geenszins tot die transactie verplicht was én omdat de Hanze bank wist of moest weten, dat door die han delingen de andere crediteuren zouden wor den benadeeld Om deze laatste stellingen te ontzenuwen deed de Hanzebank een positief bewijsaan- bod, dat echter door het Hof niet ter zake werd geacht. VERPLAATSING VAN DE VELD ARTILLERIE TE UTRECHT Men meldt uit Deventer aan de Msb. t Er loopen hardnekk'ge geruchten cmtrenf de verplaatsing van de veld-artiilerie te Utrecht in garnizoen. Gemeld wordt, dat de stallen aldaar, in gebruik bij de veldartille rie voor het gebruik zijn afgekeurd. Overplaatsing naar Deventer of Zutphen wordt overwogen. Aangezien te Deventer slechts plaats zou zijn voor een escadron en te Zutphen voor twee escadrons, is de mogelijkheid niet uit gesloten, dat Zutphen zal worden aangewe zen als garnizoen. Aangaande de vooruitzichten van de in Maart a.s. te houden Tiende Nederlandsche Jaarbeurs kan medegedeeld worden, dat, niettegenstaande door het aanbrengen van nieuwe monsterkamers en tafelvlakten de expositieruimte in het Jaarbeursgebouw aan merkelijk uitgebreid is, alle beschikbare ruimte in het Gebouw nu reeds verhuurd is. Deze week is een aanvang gemaakt met den opbouw der houten monsterkamers op het terrein Vredenburg, alwaar eveneens b-t aantal deelnemers dat der vo-ige beurs reeds heeft overschreden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5