Voor onze Jeugd
r
BUITENLAND
6E81UTENL. BERICHTEN.
m
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Derde Blad - Zaterdag 9 Februari 1924
Het oordeel der onderzoekcommissie omtrent Duitschland's betaal-
feracht. Hoe Lloyd George ziln mond voorbij gepraat beeft. De
wedstrijd tusschen Engeland en Italië, wie Sovjet-Rusland het eerst
erkend heeft. Frankrijk en het separatisme. Zou de Duitsche ambas
sadeur te New-York thans aftreden? Een Duitsch-Chineesch verdrag.
Onder de Telegrammen: De arbeid der Onderzoekscommissies. Het
officieele Russische antwoord aan Engeland inzake de erkenning.
Rumoerige tooneelen in de Fransche Kamer. Poincaré verlaat uit protest
de zaal. Een Duitsche Toelichting omtrent de houding der Duitsche
ambassade te Washington bij Wilson's dood
Oplossingen van onze laatste
oefenraadsels.
Nieuwe oefenopgaven.
i
Mariette's Droom.
De avonturen van drie vrienden
Uit d© Moppentrommel.
hvlp
De Ontwapeningscom
missie van den Volken
bond.
De ontwapeningscommissie van den Vol
kenbond heeft haar zitting beëindigd. Zij
besloot, aan de -eerste subcommissie de
conventie van Saint-Germain en de ont
werpen nopens het toezicht op den handel
in wapens en de particuliere vervaardiging
van wapens en oorlogsmaterieel over te
dragen. De subcommissie ontwierp twee
ontwerpconventies. De commissie nam ken
nis van den tegenwoordigen stand van de
studiën betreffende den chemischen oorlog.
Het secretariaat zal een ontwerp-memoran-
dum inzake de vermindering der bewape
ningen door middel van regionale overeen
komsten ontwerpen.
De deskundigencommissies
In welingelichte Berlijnsche kringen meent
-««en te weten dat de commissie van des
kundigen tot de conclusie is gekomen, dat
Duitschland hoogstens een bedrag van 50
milliard goudmark zou kunnen betalen uit
hoofde der schadevergoeding en dat het
deze som in geruimen tijd, 30 tot 40 jaar,
»u kunnen afdoen.
De regeling zou dan vermoedelijk worden
dat voor een dergelijk bedrag discontabel pa
pier door den Duitschen staat zou moeten
worden uitgegeven. Het spreekt echter van
zelf, dat de commissies van deskundigen
in dit opzicht slechts een adviseerende stem
hebben en dat de beslissing bij de commissie
van herstel ligt.
De „onthullingen" van
Lloyd George.
In de „Times" vinden wij den tekst van
de verklaring, welke Lloyd George tegenover
een vertegenwoordiger van de „New York
World" zou hebben afgelegd. (Men heeft
gelezën, dat de Britsche oud-premier zulks
ten stelligste heeft ontkend).
Die verklaring luidde als volgt „Dan was
er de militaire bezetting van de Rijngrens ge
durende 15 jaren door de geallieerden. Ik
was er tegen. Ik scheen te voorzien, dat als
de Franschen eenmaal de grens bezetten zij
deze niet zouden verlaten en mijn voorspel
ling is reeds door de gebeurtenissen bewaar
heid. Maar ik werd naar Londen weggeroe
pen op het critieke oogenblik in die onder
handeling door den beruchten aanval in het
Lagerhuis op touw gezet door Lord North-
cliffe's telegram (Northcliffe had aan Lloyd
George verweten, dat hij door zijn te zacht op
treden tegenover de Duitschers zijn verkie
zingsbeloften had geschonden).
„Toen ik terugkwam, bemerkte ik, dat
president Wilson gecapituleerd had voor
Clemenceau en aldus verwierven de Fran
schen dat recht om het Rijnland te bezetten,
hetwelk ten slotte in het verdrag werd opge
nomen. Ik heb pas zeer onlangs ontdekt, dat
gedurende mijn afwezigheid, toen ik te Lon
den was, Clemenceau en president Wilson
een"geheime overeenkomst over deze quaestie
hadden geteekend. Toch ben ik steeds door
vele menschen in Engeland aangevallen als de
verrader in dat stuk („the villain of that pie
ce"). Ik heb het stuk juist van het departe
ment van buitenlandsche zaken ontvangen.
De Franschen willen thans de overeenkomst
tusschen president Wilson en den heer Cle
menceau openbaar maken en wenschen, dat
ik er mee instem. Het is ietwat laat om mijn
toestemming te vragen. Ik heb de stukken
nooit tevoren gezien."
Daar Clemenceau zich vast Heeft voorge
nomen niet meer uit zijn afzondering naar
voren te treden om opheldering te geven
over zijn houding tijdens de vredesonderhan
delingen, heeft Tardieu zich als zijn verde
diger opgeworpen. Men heeft gelezen dat hij
aanstonds een categorische tegenspraak heeft
gegeven op de ..onthullingen" van Lloyd
George. De „Echo National" bevat den .vol
lediger) tekst van deze tegenspraak, waarin
Tardieu geen blad voor den mond neemt.
Het document (nl. het interview van
Lloyd George met de „New York Herald")
is de vrucht eerier „imagination en délire",
zoo zegt Tardieu. Er heeft nooit een geheime
conventie tusschen Clemenceau en Wilson
bestaan. Alle Fransche voorstellen en nota's
met betrekking tot den linker Rijnoever zijn
zonder uitzondering tegelijkertijd aan Lloyd
George en Wilson voorgelegd. De tekst, dien
Wilson den 20sten April, om zes uur *s avonds
heeft aangenomen in een bespreking met
Clemenceau en mij (Tardieu) was sedert veer
tien dagen in handen van Lloyd George zoo
wel als van Wilson. Het is dezelfde tekst
als die, welken Lloyd George, die den 20sten
April niet te Parijs aanwezig was, Dinsdag-
fochtend den 22en na een laatste verzet heeft
aanvaard. De clausules daarvan zijn de art.
428 tot 432 van het vredesverdrag gewor
den. Het quaiificeeren van een plan, dat zich
sedert twee weken in handen bevond der
Britsche en Amerikaansche delegaties en dat
tengevolge van de afwezigheid van Lloyd
George 36 uur vroeger door Wilson was goed
gekeurd tot een „geheime conventie" is een
onzinnig of kwaadwillig procédé, of bei
de misschien. Indien Wilson nog leefde zou
zijn tegenspraak zich aansluiten bij die, wel
ke ik tot mijn leedwezen den Britschen oud
premier moét toevoegen. De vitale waarbor
gen, welke wij aan den Rijn voor Frankrijk
hebben verworven, werden slechts na maan
den van gruwelijker, strijd verkregen. Doch
wij zijn er trotsch cp ze loyaal te hebben
verworven ten opzichte van al onze geallieer
den.
Lloyd George heeft wel een journalist
den heer Harold Spender ontmoet, maar
dezen geen interview toegestaan, noch hem
gemachtigd een interview te publiceeren, zoo
als ons telegram gisteren reeds meldde. Ver
moedelijk heeft dus de heer Lloyd George
toch wel met Spender gepraat een parti
culier praatje, over de Fransche documenten
die hem pas onder oogen waren gekomen
en heeft Spender van deze mededeelingen
voor een bericht aan de „World" gebruik ge
maakt en er zijn eigen draai aan geven. Want
na de verklaringen van Lloyd George in de
„Daily Chron", over de hem voorgelegde
stukken is nauwelijks meer aan te nemen, dat
hij zich tegenover Spender zou hebben uit
gelaten in den vorm, waarin deze het ge
sprek met den oud-minister weergaf. Maar
of deze toch niet zijn mond wat heeft voor
bijgepraat Nu de heer Spender de verant
woordelijkheid voor het interview op zich
neemt, behoeven we hiernaar niet verder te
vragen. Die verklaring wascht Lloyd George
schoon, al zal men hem blijven verwijten dat
hij toch zeer onvoorzichtig heeft gedaan om
stukken, die hern van regeeringswege werden
toegezonden, nu maar dadelijk in een parti
culier gesprek te berde te brengen.
Aan de rechtmatigheid van dit verwijt doet
niets af. dat, naar nu schijnt te blijken, de
heer MacDonald, de leider van het Foreign
Office, van de door de Fransche regeering
toegezonden stukken en het daarbij behoo-
rend verzoek niets afwist, en blijkbaar een
der ambtenaren van het departement op
eigen hand Lloyd George de stukken toezond
en om advies vroeg.
Een zonderlinge historie blijft dit alles dan
toch wel.al blijkt de zaak zelf waarom het
gaat, van weinig beteekenis. Van een „ge
heim" en van een misleiding van Lloyd Geor
ge door Clemenceau en Wilson is geen sprake,
dat erkent Lloyd George thans zelf in de
„Daily Chron"
De Fransche bladen betuigen hun in
stemming met de houding van MacDonald in
het incident inzake het interview van Lloyd
George. Zij achten haar veelbelovend voor
de toekomstige betrekkingen tusschen Frank
rijk en Engeiand. De „Petit Parisien" zegt,
dat de manoeuvre van Lloyd George als
toetssteen diende voor de Fransch-Britsche
betrekkingen. De Matin" zegt dat Poincaré
de houding van MacDonald hoogelijk waar
deert. De „Gaulots" schrijft dat Frankrijk
zich gelukkig acht met de hartelijkheid var,
het Arbeiderskabinet. De „Echo de Paris"
betoogt dat men MacDonald oneindig dank
baar moet zijn voor zijn groote oprechtheid.
De „Excelsior" wijst er op dat het incident-
Lloyd George op gelukkige wijze de samen
werking der beide 'ander, bepalen ban.
De erkenning van Sowjet-
Rusland.
Is in den svedstrijd over de erkenning van
Rusland nu toch Mussolini de eerst-aange-
komene In een interview, da' Donderdag
bekend tverd, deed Litwinow de mede-
deeling, dat Mussolini reeds op 31 Januari
ir< de laatste bijeenkomst met de Russische
onderhandelaars verklaarde de erkenning
de jure van de Russische regeering als een
afgedane zaak te beschouwen. Een bericht
van het officieuse Italiaansche telegraaf-
agentschap Stefani bevestigde gisteren (zie
onze telegranmmen var. gisteren) deze mede-
deeling. Italië heeft de Russische regeenng
erkend, zonder op de onderteekening van het
handelsverdrag te wachten en dus onafhan
kelijk van dit verdrag. Mussolini zou dus
hebben gehandeld gelijk MacDonald en men
heeft nu nog alleen vast te stellen of de
Britsche of Italiaansche verklaring der er
kenning het eerst aan de regeering te Moskou
bekend is geweest. Maar wij mogen deze
quaesties wel overlaten aan de Engelschen en
Italianen, die in de beantwoording van deze
vraag belangstellen. Ter zake dienende is zij
niet. Waar het op aankomt is dat dus niet
alleen de Britsche, maar ook de Italiaansche
regeering de Sovjet-regeering hebben er
kend, zonder daaraan voorwaarden te ver
binden. Beide staan dus nu in zooverre gelijk,
alleen heeft Italië ai de onderhandelingen
over een verdrag ter regeling van de onder
linge betrekkingen achter den rug, waarmede
de Britsche Regeering nog zal moeten be
ginnen. Maar dit voordeel is ook toch weer
eenigszins problematiek, nu de Russische
regeering voornemens schijnt op het laatste
oogenblik en nadat men het te Rome eens
was geworden, het ontwerp-verdrag te her
zien. hetgeen leert dat onderhandelingen
met de heeren van Moskou nog altijd eigen
aardige moeilijkheden hebben en men daarbij
steeds aan verrassingen blootstaat.
De Duitsche belastingen.
De noodverordening inza
ke de belastingen.
Het verzet tegen de derde belasting-nood
verordening neemt toe. Behalve de soc.-dem.
en de democraten moeten thans ook de D.~
nat. en de communisten besloten hebben de
verordening na het weder bijeenkomen van
den Rijksdag ten val te brengen.
De rijksminister van volksvoeding en land
bouw, graaf Kanitz, heeft in een rede te Ko
ningsbergen o.a. verklaard, dat er verbete-
tering kwam in de voedselvoorziening, doch
dat er een ernstige crisis in den landbouw
was ontstaan, weike evenwel slechts
een overgangsverschijnsel was en een gevolg
van de wereldcrisis in den landbouw. De be
lastingdruk was voor den landbouw slechts
tijdelijk draagbaar. De regeering begreep dit,
doch het was noodzakelijk om de rentemark
te steunen tot de goudmark de economische
saneering van Duitschland zou brengen.
De president van de rijksbank, Schacht,
heeft te Koningsbergen een rede gehouden,
waarin hij verklaarde, dat de belasting van
den landbouw in de toekomst iets meer dan
de helft van de zuivere winst zou bedra-
gen
Uit de Engelsche politieke
kampen.
Naar vernomen word' is op de vergadering
der unionistische leiders, die Donderdag door
Baldwin waren bijeengeroepen en waarbij
ook Balfour, Birkenhead en Chamberlain te
genwoordig waren, besloten om de algemeene
protectie-politiek uit het partijprogram te
schrappen, maat te blijver, pleiten voor een
protectietarief ten behoeve van bijzonder
noodlijdende industrieën, indien de „Board
of^Trade" dit noodig acht. Het beginsel van
rij ksvoor keur werd eveneens gehandhaafd
en binnen de grenzen'van de rijksconferentie
vastgesteld.
Men heeft tot nog toe in het onzekere ge
tast ten aanzien van de houding der Arbei
derspartij tegenover de preferentievoorstel-
len, door de rijkseconomisc'ne conferentie
aangenomen. Het schijnt thans zeker dat, of
schoon de Arbeiderspartij in beginsel tegen
preferentieele tarieven gekant is van de re-
geeringsbanken in het Lagerhuis de beslui
ten der conferentie zullen worden ingediend.
De regeering is van meening, dat de voorstel
len, die het weloverwogen oordeel der ver
tegenwoordigers der Dominions represen-
teeren, met het grootste respect dienen te
worden behandeld, door den verantwoorde
lijken minister ten volle dienen te worden
uiteengezet en aan een vrije stemming der
leden dienen te worden onderworpen
MacDonald en de pers.
Ramsay MacDonald heeft Donderdag een
precedent geschapen door het ontvangen der
vertegenwoordigers der pers.
Hij ontving de journalisten in vijf verschil
lende groepen. Eerst kwamen de vertegen
woordigers der Europeesche bladen, daarna
de correspondenten der pers in de koloniën
en dominions, dan de provinciale pers, ver
volgens de Amerikaansche journalisten en
ten slotte de Londensche persmannen.
Het doel dezer bijeenkomsten was niet een
formeel interview toe te staan, doch zij wer
den gehouden, omdat de Labourregeering
op de eenvoudigste wijze contact wenscht te
zoeken met alle volken der wereld.
MacDonald ontving de journalisten in
het Ministerie van buitenlandsche zaken op
zeer hartelijke wijze. Hij verklaarde dat het
hem genoegen deed kennis te maken met de
vertegenwoordigers der buitenlandsche pers
en hij verklaarde zich bereid steeds wanneer
de journalisten dit wenschen, zooveel mo
gelijk inlichtingen te verstrekken.
De begrafenis van Wilson.
De correspondent van de „Daily Tel." te
New-York meldt aan zijn blad nog het vol
gende omtrent de begrafenis van Woodrow
Wilson en de indrukwekkende rouw welke
door de geheele natie is bewezen.
Het lijk van Woodrow Wilson, den oor
logspresident van de Vereenigde Staten ge
broken in den grooten strijd is ter ruste ge
legd in de kathedraal op den heuvel, welke
Washington overschouvpt. De belangstelling
voor den doode wordt wel bewezen door het
feit, dat ongeveer 10.000 telegrammen van
rouwbeklag werden ontvangen.
Toen de klokken om half vier in den na
middag begonnen te luiden, stond de machi
nerie van den handel stif van den Pacific tot
den Atlantischen Oceaan, van de -Canadee-
sche tot de Mexicaansche grens. Het Ameri
kaansche volk zelf onthield zich drie minuten
van den arbeid als een hulde-bewijs aan der
gevallen leider. De soldaten der oorlogssche
pen eerden hun vroegeren chef door het af
vuren van saluutschoten.
De Bethlehem-kapel, waar de rouwdiens
werd gehouden, was door 500 menschen be
zet. De toelatingskaarten waren in verbanc
met de ontzaglijk vele aanvragen om toela
ting slechts door mevr. Wilson uitgegeven
Door middel van de draadlooze echter wert
de dienst over het geheele land verstaanbaa.
gemaakt.
De gezonden bloemenmassa was enorm.
Practisch was er van alle regeeringen en voor
name diplomaten een krans of bloemstul
aanwezig.
Te New-York waren de effectenbeurs et
alle andere markten in den middag gesloten
In het algemeen werd in den namiddag aief
gewerkt, terwijl om drie uur het geheele
spoorweg-, tram- en auto-verkeer gedurende
drie minuten werd stopgezet.
In de kerken, kapellen en op meetingter
reinen hadden door het geheele land speciale
diensten plaats en terwijl zoowel te Was
hington als elders van uiterlijk praalvertoon
weinig te bespeuren viei, zal wel geen na
tionale leider, zegt de correspondent, ooi«
onder zulk een indrukwekkende getuigend
van eerbeid en nationale rouw begraven zijn»
Er bestaan plannen, om op het Arlington
kerkhof, waar toivele veteranen voor hur.
ja:id gevochten hebben en gestorven zijn, eer
nationaal schrijn ter nagedachtenis aan ejr
president Wilson op te richten.
Treedt Wiedfeld als ge
zant te New York af?
Een particulier telegram aan het „Bert
Tagebl." uit New-York meldt, dat men ir
diplomatieke kringen aldaar spreekt van hei
voornemen van den Duitschen ambassadeui
om af te treden. De heer Wiedfeld weigerd'
omtrent deze geruchten eenige inlichtinga
te geven.
Duitschland en China.
De „North China Daily News" verneemt
uit betrouwbare bron, dat Duitschland en
China een overeenkomst hebben gesloten,
volgens welke Duitschland aan China een
oorlogsschadeloosstelling van 100.400.000
dollar zal betalen.
NIEUWE SNEEUWSTORMEN IN
NOORD-AMERIKA.
Een tiental personen zijn omgekomen
bij een nieuwen blizzard, die de Noordwes
telijke en centrale Amerikaansche staten
geteisterd heeft. Chicago was drie uur lang
geheel geïsoleerd van het westelijk deel des
lands op één telegraaflijn naar Des Moines na.
1. Op zijn kop.
2. Nederland heeft onder Napoleon on
ttroonden, wat onderdrukking is.
3. Een tusschenstation.
4. Ponjaard.
5. Baldakijn,
1. Een 1, 2, 3, 5 is een ontredderd schip.
Een 1, 3, 5 is een zwakke plek in het ijs.
De I, 2, 3, 4, 5 is den mensch niet geoor-
oofd.
2. 1, 2, 5, 6 is een meisjesnaam.
Een 3, 4, 6, 5 is heel dun.
Een 5, 6 vindt men op een schip.
Mijn geheel is een zeer dorre, onvrucht
bare vlakte.
3. Van voren naar achteren gelezen, ben
ik een slachtoffer van den dood. Van ach
teren naar voren gelezen ben in een ver
schijnsel. Wie ben ik
4. 1, 2, 3 zou iedereen wel graag willen
wezen.
4, 5, 6 wil niemand graag zijn.
4, 1, 5, 6 is een dichte massa menschen.
Mijn geheel vindt bijna iedereen zeer be-
geerenswaardig.
5- Ik ben een knecht, die nooit klaagt
of mort, maar ook nooit uit zich zelf
komt. Roepen helpt niet, ge moet tnij komen
halen. Ook wil ik voorzichtig behandeld wor
den, maar ik doe dan ook voorbeeldig mijn
plicht. Eén ding is nog al gelukkig. Als ge
mij eenmaal hebt, zult ge nooit onkosten aan
mij hebben, want eten of drinken doe ik niet
en loon vraag ik heelemaal niet.
Wie ben ik
5. Ge ziet mij alleen des avonds en des
nachts. Voeg één letter aan mijn naam toe
en ik wordt een zeer gevaarlijk dier.
Hier zien jelui het portret van een der ge-
«ukkige prijswinners van onzen laatsten
wedstrijd Joh. van Kolk, met de prachtige
fiets die hij won.
Ik denk, dat jelui, nu je dit keurige kiekje
ziet, wel zult watertanden van zulke prijzen,
hé, en bij een volgende gelegenheid weer
allemaal met alle macht zult meedoen aan
den wedstrijd.
Wil ons nichtje uit Uitgeest, die ook een
fiets won, ons ook een kiekje sturen, waar
ze met haar fonkelnieuwe rijwiel op staat?
Dan plaatsen we dat 'n volgenden keer.
OOM KEES.
PORTRET-PUZZLE..
Calqueer onderstaande strookjes op pa
pier en knip die dan nit. Deze moeten nn
zoo asnééngelegd worden, dat een portret
verkregen wordt, uitgevoerd in de wit-
zwart techniek'
Voor een der laatste groote uitbarstingen
van den Vesuvius, woonde in een der dorpen
aan dien vulkaan gelegen, de landbouwer
Cesare Sevelli met Elena, zijn vrouw, en
Pietro, hun eenig kind, een flink, zesjarig
kereltje. Dat ventje hoedde reeds de kudde
geiten en schapen van zijn vader, alsof hij
een oude scheper was. Naar school ging
Pietro nog lang niet, dat zou pas gebeuren
als hij zijn tiende jaar had bereikt, want
het was in deze streek het gebruik, dat men
alleen dan de school bezocht, één of twee
jaren, vóórdat men zijn eerste H. Communie
deed. En was deze plechtigheid voorbij,
dan was het met schoolgaan voorgoed uit.
En omdat 't nog in den ouden tijd was, dat
de kinderen pas met hun twaalfde jaar hun
eerste H. Communie mochten doen, had
ook Pietro nog vier lange jaren voor zich,
zonder dat hij zijn hoofd behoefde te breken
met te leeren en hanepooten te krabbelen,
want heel veel meer leerden ze op de dorps
school niet. In rust en vrede kon Pietro
dus nog vier jaren de kudden van zijn vader
hoeden. En dat vier jaren een lange tijd is,
waarin o, zoo verbazend veel gebeuren kan,
dat zul jelui zien uit den loop van dit ver
haal.
Onder de vele lind- en wijnbouwers, die
het dorp bewoonden, was het gezin Sevelli
bekend als het braafste, vlijtigste en vroomste
uit heel den omtrek. Trouw iederen morgen
ging vrouw Elena te Communie in de kleine
dorpskerkvaak, als 't werk 't maar eenigs
zins toeliet, vergezeld van haar man. Daarna
ging men vlug en vroolijk aan zijn dagtaak
en bleef met een korte middagrust aan het
werk tot de zon onderging. Dan zette men
rich in de kleine doch zindelijke kamer om
de ruwhouten tafel, waar, na het sobere avond
maal, onder vroolijken scherts Cesare en
Pietro hun vreemdsoortige dieren, en meer
vreemdsoortige menschen uit klei boet
seerden en 2ich beijverden elkaar in de kunst
te overtreffen. Lachend beweerde dan soms
Elena, die vaak voor jury moest optreden,
dat het schaap van Pietro meer op een koe
geleek, en 't paard, dat Cesare haar met trots
toonde, op de geit van buurman Luigi, want
dat het dier een sik had in plaats van manen.
En dan nam ze „om aan hun booze blikken
te ontkomen," zooals ze lachend zei, de gui
taar van den muur cn speelde de schoonste
Napolitaansche volkswijsjes, zong er de
woorden bij, welke dan ook Cesare en Pietro,
die hun „booze blikken" weer op hun bees
ten hadden gericht, met vroolijke stemmen
meé-zongen.
Dit gelukkige leven duurde voort, totdat
Pietro bijna acht jaren oud was. Toen trof
hun 't eerste groote ongeluk, 't Kwam op
eens en in 't holst van den nacht, terwijl men
rustig sliep.
Maar niet alleen de Sevelli's, maar allen,
die woonden in den omtrek van den Vesu
vius, werden opgeschrikt uit hun eersten
slaap, en wel door een ontzettende aardbe
ving, die de huizen deed wankelen, de mu
ren vaneen scheurde, en den grond onder
de voeten op en neer deed golven, zoodat
allen hevig verschrikt uit hun bed sprongen.
In het huis van Cesare Sevelli zag het er
vreeselijk uit. De aardbeving had de wit
gekalkte muren vaneen gereten, borden en
lampen lagen aan scherven, de olie had zich
een weg gebaand over een paar platen, die
in lijsten tegen den muur hadden gehangen
en eens het schoonste sieraad waren van het
kleine vertrek. De beeltenis van O. L. Vrouw
lag ook al in scherven, kortom alles was ge
havend en niets was gespaard gebleven dan
het kleine kruisbeeld boven Pietro's bed,
en het wijwaterbakje dat daar onder hing.
En toen nu de eerste schrik wat voorbij was
en men zich weer in de huizen durfde wagen
was het eerste werk van Cesare en Elena
om, met Pietro in hun midden, neer te knie
len voor dit zoo wonderbaar gespaarde kleine
kruisbeeld. Lang lagen zij daar zoo in vroom
gebed. Nog aooit hadden zij zóó lang en
zóó vurig gebeden, als in dien vreeselijken
nacht, zelfs niet op den dag der uitbarsting,
die op de aardbeving gevolgd was. Maar toen
had men geen tijd tot neerknielen gehad,
allen moesten toen in allerijl vluchten om
hun leven te redden, dat telkens bedreigd
werd door de groote, gloeiende steenen die
de kratermond met woest geweld uitbraak
te. Half verblind en tot stikkens toe be
nauwd door den dichten aschregen, die als
een ondoordringbaar grauw gordijn heel de
streek overdekte, baande men zich een weg
langs de paden, welke de kokende lavastroo-
men, die als vurige slangen uit den krater-
mond langs den berg kronkelden, nog niet
hadden bereikt. O, 't was een paniek voor
allen die in het dorp woonden, waar de Se
velli's hun huis hadden, want dit dorp werd
het meest bedreigd. Dit zou bedolven wor
den onder de lava en de asch, zooals eens
Herculanum en PompeiNiets zou er meer
overblijven van de vruchtbare akkers en het
vee, dat men niet had kunnen redden de
wijnbergen waren reddeloos verloren, even
als de huizen en alles wat daar in was
Maar op dit oogenblik dacht men aan dit
alles nietmen moest nu alleen zijn eigen
leven redden en dat van zijn gezin Men
vluchttewaarheen Dat wist men zelf
nietSommigen in radeloozen angst, naar den
zeekantNaar de blauwe golf van Napels
Anderen naar de stad Napels, en onder
dezen bevonden zich Cesare, Elena en Pie
tro. Ach, 't was hun hetzelfde, waarheen ze
gingen, nu ze hun geliefd dorp moesten ver
laten Een droeve glimlach bij de gedachte
aan hun vervlogen geluk speelde om hun
lippen, toen ze Pietro naast zich zagen met
de guitaar aan het blauwe lint over zijn
schouderde arme kleine had ook wat
willen redden (Wordt vervolgd.)
HAAR TRANEN.
Hou toch op Lies, 't is al nat genoeg
(Judge)
u,.u l«V.i v,p
zonder jouw tranen.
door Nico A.
XVIII.
(Slot.)
In het dorp gekomen lieten ze de paarden,
midden op het plein stilhouden, en wilden
ze kunstjes laten doen.
In het circuskamp had men de verdwijning
van de drie paarden eerst niet bemerkt, maar
toen de jongens gezocht werden, waren deze
en de drie paarden weg.
De mannen raasden en tierden en vlogen
meteen naar het dorp, alwaar ze een heelen
volksoploop zagen.
Spoedig waren ze er bij en zagen dat de
vermiste dieren hier te vinden waren.
Ze speelden tegen de jongens op en ook
Dirksen die inmiddels verschenen was nam
de partij voor de circusmenschen op, door
de vrienden mee naar het Raadhuis te ne
men.
Een nauwkeurig verhoor, een strenge
berisping en een pak slaag van hun vader
leerden hun, hoe ze zich te gedragen hadden.
Of het hielp
De schoolmeester hielp hun 's anderen
daags aan een stapel strafwerk, waardoor
ze vooreerst niet bij het circus konden ko
men.
BESLUIT.
De jongens, onze drie vrienden Jaap, Hein
en Kees hebben nog enkele jaren het dorp
met hun streken op stelten gezet. Maar toen
ze van school gingen, verminderde dit
langzamerhand en gingen ze een beter en
ingetogener leven leiden.
Kees scheen aanleg te hebben voor winkel
bediende en kwam zoodoende bij den dorps
kruidenier in den winkel. Later ging hij naar
de stad. En thans heeft dit jongmensch een
grooten kruidenierswinkel geopend. We ho
pen dat het hem goed gaat.
Hein, die graag bij den bakker stond te
kijken, kreeg allengs schik in 'r vak en toen
ook hij oud genoeg was om van school te
gaan, ging hij bij den goedigen dikken bakker
in de leer. Deze had nooit, nooit gedacht,
dat zijn kwelgeesten zoo veranderen
zouden. En nu is HeinJopvolger geworden i
van den bakker, wiens zaak hij heeft over
genomen. De bakker leeft nu rustig en het t
een gemakkelijken ouden dag.
Jaap ging zooals vanzelf spreekt, bij zijn
vader in 't vak en werd slager.
Toen zijn vader het hoofd, vrij jong nog,
ter ruste legde, werd Jaap de eigenaar der
zaak. In de loop der tijden is deze al aardig
uitgebreid en Jaap verdient het volle ver
trouwen van alle dorpsbewoners, welke hij
bijna allen tot .klant heeft.
Zoo rijn de deugnieten en kwajongens
van weleer mannen van willen en kunnen
geworden, waardige leden der maatschappij.
Hieruit blijkt dat het gezegde „Die jon
gens met hun ondeugende streken groeien
voor galg en rad op" niet altijd van toepas
sing is.
EINDE.
ZELFKENNIS.
Dc m eester behandelde in de les de kro
kodil. „Jongens, zei hij, nu moet jelui goed
opletten, want ge krijgt nooit een goed denk
beeld van dit vreeselijke monster, als jelui
me niet goed aankijkt."
DUIDELIJK.
De bezoeker vroeg aan kleine Betsie „En
war ga jij doen als je net zoo'n dame zal zijn
als mammie nu is
„Diëet houden."
FLUISTEREN.
Moeder Marietje, wat heb je met dien
inkt uitgevoerd? Hij schrijft bijna niet!
Marietje Ik heb er alleen wat water bij
gedaan moeder om hem bleek te laten schrij
ven. Ik heb een brief aan vader geschreve;
en ik wou hem iets toefluisteren
EEN EINDELOOZE SOM
Twee provincialen zien voor 't eerst vat
hun leven een baggermachine.
„Zeg Dirk vraagt de één, „weet ji.
precies hoeveel emmers er aan zoo'n machin»
zitten."
„Nou Hannes ik denk wel vijftig."
„Vijftig roept Dirk verachtelijk
„man, ik heb er al driehonderd geteld 1"
AFFREUS
In een donkeren hoek van den theetuin
stond een weeg-automaat. Een corpulente
dame was er stil heengeslopen, stond op de
bascule en wierp een 2'centstuk in de
gleuf.
De wijzer draaide heel het cijferbord ronc
en bleef even vóór het hoogste cijfer staan.
Een kwajongen, die het geval op een af
stand ongemerkt had gadegeslagen, riep de
„omvangrijke" bezoekster toe
„Zeg, juf, hoeveel male is-tie al rondga
draaid
LOGISCH.
„Waarom zijn de visschen eigenlijk stom
„Wel kan jij praten, als je je mond vol wa
ter hebt
SCHADUWBEELD MET HULPSTUK.