m Het Legaat. Een Humoreske Eon Vomuurkantoor m''n miin'leer de voorpooten met heet Hipp Wat een leven daar in de schuur. „Ik ben het, ik, de kapitein I" riep op dit oogenblik de zeeman, met inspan ning zijner laatste krachten, toen hij in den maneschijn zijn neef ontwaarde. „Open toch het luik en verlos mij uit mijn gevangenis De farmer liep de schuur binnen, richt te de ladder omhoog en bevrijdde ziin bloedverwant uit den kerker. „Hoe kom je toch hier vroeg de goe de man. „Ik meende, dat jij met alle ove rigen uit was „Die vlegel van een Tom heeft mij hier opgesloten f" kreet de verbitterde zee man van ontsteltenis en koude bevend. „Ik laat mij een dergelijke behandeling niet aanleunen. Morgen vertrek ik 1" „Zooals ie wilt," antwoordde Wells, die er eigenlijk niets op tegen had dezen las- tigen bczoeke' kwijt te raken „Ik zal met Tom een ernstig woord preken." „En ik zeker niet Ik breek hem eerst nog armen en beenen Doch de jongen, die wegens al de mishandelingen van den zeeman wraak had genomen, kon denzelfden avond noch den volgenden dag ergens gevonden wor den. Intusschen bracht vrouw Wells, die bij een buurvrouw even op bezoek was geweest, de .boodschap mede, dat juffrouw Casey zich gedurende den vroolijken rit over het gladde sneeuwkleed met Kan' Hallet verloofd had. Frank Sheppard hield zijn woord, in zooverre althans, als dit hem mogelijk was Hij vertrok cn Maud Casey heeft hem niet meer gezien. Op de bruiloft werd Tom gul getrac- teerd Hij is thans naast zijn goede meesters de baas op de boerderij. Maud en Charlie zijn overgelukkig. Als de kapitein op zee is bromt hij vaak nog onverstaanbare woorden over spoken «B domkoppen en nog wat. „Wat zal ik mijn sctiatje medebrengen va' reis vroeg een matroos, een ster ke u in het midden zijner jaren, wiens gelaat door de zon geheel gebruind was. In zijn armen droeg hij een klein zes jarig meisje, dat het lieve blonde kopje op zijn breede borst liet rusten, en weende alsof haar arm hartje op 't punt was te breken. „O, ga toch met heen 1" zuchtte het kind. „Ik heb tl veel liever dan alle mooie dingen in uw woning Ik wil niets meer hebben, als u maar hier blijft" Deze woorden waren even oprecht als vleiënd, want de verzameling buitenland- sche schatten in Reuter Doyle's huisje was voor het kleine Liesje het aanschou welijk beeld van alle rijkdommen der wereld „Ik moet heen gaan, liefje," zeide hij, het kind liefdevol de gouden lokken stree- lend, „doch wat zal ik je van den anderen kant van de zei medebrengen „Bloemen," antwoordde het kind,' „een paar van die mooie roode bloemen, die wij hier niet hebben, maar die daar ginds bloeien, waar apen en papegaaien wonen." „Bloemen sprak hij. „Welnu, ja, ik zal bloemen meebrengen. Wij zullen het Zaad in moeders tuintje zaaien en al die bloemen zullen jou dan toebehooren." „Mij alleen „Ja Liesje, alle bloemen, die Reuter voor je medebrengt, zijn voor jou al leen I" Een uurtje later had Reuter Doyle zijn moeder vaarwel gezegd, zijne vrienden en buren de hand gegeven en het kleine dorp Merton verlaten, om zich per trein naar New-York te begeven en vandaar aan boord der Langhin Jallin naar Zuid- Amerika te zeilen. Zestien jaren waren sinds dien tijd ver- loopen. Met een zwaren bundel onder den arm en op den anderen een bleek ziekelijk kindje, van twee jaai ongeveer, steeg een jonge vrouw pijnlijk de trappen op van een groot vervallen huis te New-York, waarin talrijke gezinnen hun woning hadden. Moeder en kind waren opmerkelijk schoon, niettegenstaande honger en el lende haar wangen gebleekt en diepe groeven onder de groofe blauwe oogen gegraven hadden. Hooger en booger steeg zij, de trappen op, tot onder het dak, waar zij armoedig huisde Met een gedwongen lachje op de lippen trad zij over den drempel van haar ka mertje, dat wel ts waar zeer behoeftig was ingericht, maar overal toch de grootste orde en reinheid toonde. Op het bed lag een man, wiens bleek ge laat en verbonden arm duidelijk genoeg verkondigden, dat hij het slachtoffer was geworden van een groot ongeluk. „Ik heb weer werk, David," zei de jonge wouw, „en mijnheer Walton heeft mijn vongen arbeid betaald. Nannie en dit pak zal ik hier laten en spoedig heengaan om imddagetejj te halen.Hoe is 't nu met de pijn „De pijn is op 't oogenblik heel goed te dragen, Lize," antwoordde hij, zijn vrouw vol liefde in de oogen starend, „maar als ik zie, hoe jij ie voor'mij opoffert, dan breekt mij het hart." „Stil Stil zei de vrouw. „Wie ar beidde er voor mij, eer je het ongeluk trof Wanneer men elkander werkelijk liefheeft, dan is 't wel hetzelfde, wie de kostwinner is." David zweeg. Wat kon hij ook zeggen Niets anders dan eeuwig herhalen, wat hij haar gedu rende de vier maanden, dat hij op het ziek bed had ereleeen, reeds zoo vaak gezegd had. Terwijl mj bij den brand m zijn winkel gepoogd had iets te redden, was een zware ba! k op hem nedergestort en deze had hem de beide beenen en armen verpletterd. Zijn zaakje en de boeken gingen in de vlammen op en geheel bewusteloos werd hij weggedragen Dne jaren geleden had hij de lieve Lize getrouwd, die in een magazijn van modeartikelen werkte en zich rijker achtte dan een koningin, toen David FlnruV haar ten huwelijk vroeg. Hij had wel is waar slechts een kleinen winkel van boeken, schrijfbehoeften en andere dergelijke artikelen, doch zij waren veel gelukkiger dan vele gegoede lieden, vooral toen de hemel hun echt met een aardig meisje zegende, dat beider liefde in de grootste teederheid op zich vereenig- de en in de oogen der goede moeder als het bekoorlijkste wezen gold, dat er ct> aarde kon gevonden worden. Toen de vlammen geheel hun voorraad, waarvan nog slechts een gedeelte hun eigen eigendom was, verteerd hadden, waren zij doodarm en konden slechts enkele dollars hun eigendom noemen. Daags te voren had David nog verschil lende betalingen gedaan, en de ongein kki- gen hadden niets verzekerd. En toch was dit nog slechts het kleinste ongeluk, in vergelijking met het verschrik kelijk leed, dat David had getroffen. Lize wilde hem niet naar het hospitaal laten brengen, maar huurde een armza lige woning op de vliering eener huurka zerne in de nabijheid van het modemaga zijn, waar zij vroeger gewerkt had, hopende dat zij daar ook thans nog wel arbeid zou verkrijgen. Zij had zich vergist. Voor hongerloon verrichtte zij naai werk. Moedig wist zij er zich door heen te slaan, in de hoop dat de weder keerende lente haar goeden David nieuwe kraebtm mocht brengen. Toen hij de goede kleine modeiiaaister tot vrouw nam, had Blanie niet vermoed, dat er in dit zwakke lichaam zooveel kracht en volharding huisde. Maar toch, wat moest er eindelijk van hen geworden Beiden wisten maar al te goed, dat de doffe heete lucht, welke op het zolder kamertje werd ingeademd, een langzaam werkend gift was, zoowel voor denman, die op het ziekbed lag uitgestrekt, als voor het arme kind, die in 't oog vallend begon te kwiin"- L^ic was al lange jaren in New-York. Na den dood harer moeder had een daar wonende tante het meisje tot zich genomen en haar in 't naaien en allerlei fijne handwerken onderricht. Toen tante stierf, was zij dan ook vol kortten in staat voor haar onderhoud te zorgen. Wat ware liefde kan ingeven en een trouw en dapper vrouwenhart vermag ten uitvoer te bren gen, daarnaar streefde T.fze uft al haai kracht. Toen zij de trappen afging om efcrug kleine inkoopen te doen, toen overmees terde haar een gevoel, alsof de krachten haar begonnen te kort te schieten om man en kind van een zekeren dood te redden. Aan den voet van de trap stond een net gekleede heer die een kaartje in de hand hield. Op 't oogenblik dat Lize hem voorbij wilde gaan, nam hij den hoed af en vroeg op zeer beleefden toon „Kunt u mij misschien zeggen, of juffrouw Blanie in dit huis woont „Dat ben ik I Ik ben juffrouw David Blanie," antwoordde Lize bevend, vol angst voor nieuwe slagen van het bitter lot. „Uw plan is uit te gaan?" bemerkte de heer, „maar wellicht hebt u wel een oogenblikje voor mij over. Ik heb u eenige vragen te stellen en wellicht een zeer goede boodschap te brengen. Mijn bureau is met ver van hier verwijderd. Wilt u zoo goed zijn even met mij mede te gaan Ik zal u niet lang ophouden." „Mijn man is zeer ziek," antwoordde Lize, „en een klein kind vraagt al mij zorgen. Ik mag hen niet lang alleen laten." De vreemdeling nam een notitieboekje uit den zak, dat hij even raadpleegde. „Mag ik uw voornaam vragen, juf frouw hernam dan de heer. „Elisabeth." „Uw geboorteplaats „Merton, in Connecticut." „Kent u een zekeren Reuter Doyle „Ja." „Was dat met een zeeman?" „Ja zeker O, ik herinner mij den goeden man nog zeer goed I Hij woonde met zijn moeder in een huisje, dat aan het onze grensde. Hij had een menigte mooie schelpen en zeldzaamheden, waar mede ik spelen mocht, toen ik nog klein was. Ik weet nog zeer goed, hoe hij mij op de armen droeg en hoe ik weende, toen hij weer heen ging." „Nog één vraag, juffrouw Blanie 1 Kunt u zich ook nog een belofte herinneren, die hij u deed op 't oogenblik vati te ver trekken „Ja wel, hij beloofde mij eenige tropi sche planten en bloemen mede te bren gen De vrouw was den vreemdeling naar zijn bureau gevolgd. „Luister nu eens," zeide hij, een stoel vooruitschuivend. „Ik heb u een belang rijke mededeeling te doen. Toen Reuter Doyle van zijn driejarige zeereis terug keerde, v/as hij verminkt en totaal on geschikt voor den zeedienst. Zijn woning vond hij ledig, want zijn moeder was reeds ten grave gedaald, en het kind, dat de man zoozeer bemind had, was ook niet meer daar. Niemand kon hem zeggen, waar het meisje gebleven was. Spaar penningen had hij niet, doch hem behoor de de eenvoudige woning en een paar stukken land daar achter. Nadat hij zijn huisje zoo goed mogelijk had ingericht, dacht hij aan de verzameling wortelen en zaden, die hij uit de tropenlanden had medegebracht om het kleine Liesje ge noegen te doen. Hij plantte en zaaide al wat hij had en het gelukte hem zeer voor spoedig menige plant te kweeken, die in deze et»»'--- onbekend was. Weiara „...ipt mei na vragen van liefhebbers en kweekers e*- verdiende heel war geld Dan nam hij een bediende, begon te sparen en veroorloofde zich slechts de noodzakelijkste uitgaven. Nog geen jaar geleden kwam hij naar New-York om zijn testament te maken en dne maanden later stierf hij. Sinds dien tijd heb ik u overal gezocht, totdat ik u thans eindetijk heb gevonden. Reuter Doyle beschouwde zijn eigendom als een hem door u toevertrouwd goed en zijn bloemen en planten als uw eigendom, en daar hij geen familiebetrekkingen kende, heeft hij u zijn huisje te Merton, den tuin, die nu in den bloemenhandel een bizon der belang heeft verkregen, en eindelijk vijfduizend dollars, die veilig op de Bank zijn geplaatst, vermaakt." „Wat zegt u mijnheer, heelt die goede man mij dat alles nagelaten vroeg de diep ontroerde vrouw „Ja, en om onmiduellijk, rieden nog in het rechtmatig bezit van uw eigendom te treden, hebt ti mij slechts het bewijs te leveren, dat u werkelijk den naam Lize David draagt, en, waaraan ik in 't geheel niet twijfel, als een persoon van goeden naam bekend staat." Vol verbazing-had de vrouw naar deze woorden geluisterd. 't Was te veel geluk voor het arm mensch, te veel vreugde voor het onder al lerlei zorgen gebukt gaande wezen, dat slechts aan ellende en ontberingen ge woon was. Het hoofd draaide haar en alles liep in een kringbeweging voor haar oogen in 't rond. Zij was opgestaan en wankelde op de beenen,doch de vreemde "heer ving haar in zijn armen op. „Ga hier zitten," zeide hij, „ik zal u een glas water laten brengen. Stond het dan zoo lammerlijk met u geschapen „Ik meende den dood voor oogen te zien, mijnheer," antwoordde zij zacht. „De tijding, die gij mij gebracht hebt, redt het leven van mijn goeden man, van mijn arm kind." Ons verhaal is ten einde, lezer. David Blanie werd korte dagen later naar zijn nieuwe womng overgebracht, en onder invloed van een goede verple ging, reine lucht en de zoo hoog noodige rust herstelde hij spoedig in zooverre, dat hij Reuter Doyle's winstgevende zaak als kweeker kon voortzetten. Hij kreeg naam in de wereld. Op Nannie's en Lize's wangen bloeiden weer de rozen der sezondheid. De rechtsgeleerde Klaasseus moest op een goeden dag ter zake van een proces bij den Hoogen Raad naar de residentie reizen. Hij zou in een hoogst belangrijke zaak gaan pleiten. Zijn uitrusting voor zulk een klein tochtje vereischte niet veel omslag gewoonlijk legde hij eenvoudig niet meer gereed dan zijn geschriften, d.w.z. de processtukken. De rest liet hij verder kalm aan zijn zorgzame echtgenoote over. Deze pakte de papieren met zijn on- misbaren rok en toga, een overhemd en eenige toiletbehoeften in een handkoffer. De heer Klaassens kwam natuurlijk nooit een enkele minuut te vroeg aan den trein, maar moest zich in den regel nog reppen, om een plaatskaartje te krijgen en in den waggon te komen. De meid stond thans ook op 't oogenblik, dat dit verhaal begint, ouder gewoonte met het koffertje aan het spoor en reikte 't haar heer door het raampje van het portier over. „Wacht u even," sprak de meid, ter wijl zij den reeds in beweging zijnden trein naliep, „daar zou ik haast het voor naamste vergeten." Meteen reikte zij hem het sleuteltje van den koffer over, dat Klaassens aanstonds in zijn vestzak borg. Daarop vlijde hij zich met zeker welbehagen in de kussens van de coupé neder en maakte, terwijl hij eens diep adem schepte, het vaste besluit een volgen de maal niet weer te laat te komen. Aan een der eerste tusschen-stationa stapte zijn vriend Pecal in. Deze goede man was nogal zwaarlijvig en ook wat men noemt „nogal moeilijk ter been." daarom bood Klaassens hem de hand, die krampachtig werd vastgehouden en zette zijn koffer <J- /4"~' Winen n<"1 .w»cii v,.— „..«.i, over ueste bier, over de jaolitiek, gleden over een paar doctoren en advocaten van naam, en tuimelden al spoedig over een kleine familie-kwestie, waarbij beide hee- ren het woord erfenis-schandaal ontviel. Zij praatten door, totdat de conducteur den naam van het station deed weer schatten, waarvoor vriend Pecal „zitting" had genomen. Klaassens toonde zich andermaal even gedienstig en zorgde voor het uittillen van den koffer van den dikken man en overhandigde hem, toen zijn voeten op het perron stonden, ook zijn parapluie. De heeren drukten elkaar hartelijk de hand de portieren werden gesloten en Klaassens zat weer alleen. Hij sluimerde kort daarop in en ontwaak te eerst, toen hij d'Haag hoorde schreeu wen. 't Was schemerdonker, toen hij een blik naar buiten wieii Toen hij bij het uitstappen naar zijn koffer greep, die hem reeds zoo dikwijls naar de hofstad had vergezeld, overviel hem plofsolfne' een allerzonderlingst ge- werkelijk behoefte had, miste hij al VOp dadelijk. Zoodra de noodige bezigheden p „wat is Oatï Het handvat van mijn aan de waschtafel waren afgeloopen, koffertje is toch rond en geheel van leder begaf hij zich naar den portier van het en nu....wat voel ik....een paar vast- hotel en vroeg haastig of er niet een tele- gegespte riemenEen akelige gram voor hem was. De man verzekerde rilling ging door zijn ledematen. Met dat hij nergens van wist. koortsachtige haast begaf hij zich met het Te half 10 uur moest Klaassens voor ding onder de gaslantaarn. Jfa, het ergste, het Hof verschijnen hij kon en hij mocht wat hem kon gebeuren, was waar. Hij niet wegblijven, wilde hij de zaak van had een vreemd koffertje in de hand zijn partij naar behooren dienen. Er kwa- Dat raadsel was gauw opgelost de men bij de gedachte er aan een paar mo- koffer behoorde aan zijn vriend Pecal, gelijke gevallen voor zijn geest. Misschien wien hij zelf in vergissing bij het uit- konden rechters zijn zaak uitstellen. Maar stappen den zijnen had gegeven. Hij had om dit te gaan verzoeken, had hij een rok derhalve niemand iets te verwijten. noödig. In elk geval kon hij niet zonder Wat een geval I Geen rok en toch, zon- rok onder de oogen der heeren komen, der zulk een noodzakelijk kleedingstuk Daar gaat hem een licht op. Dat kwaad kon hij nergens officieel verschijnen, een is spoedig weg te nemen. Hij zou naar een toga was nog minder, die kon hij misschien kleedennagazijn gaan en binnen een kwart wel leenen. Maar, wat zeker het aller- er in 't bezit komen van een zwarten rok. ergste nog was zijn akten, waar zouden Dit plan was even spoedig uitgevoerd als zich zijn akten bevinden Wel is waar ontworpen. De rok zijner keuze paste niet had hij het proces goed bestudeerd en alleen uitmuntend, maar was daarenboven had hij het „plan de campagne" best in ook naar de laatste mode, terwijl zijn oude Zijn hoofd, maar hij had nog zoo eenige in den koffer gesloten rok reeds eenige bewijzen, die moesten worden gelezen, jaren dienst had. Dat zou hij allemaal missen. Klaassens begon thans ruimer adem te Om de maat van zijn verlegenheid halen. Hij kon nu ten minste persoonlijk vol te meten, wist hij met eens waar zijn naar den President gaan en beleefdelijk vriend gebleven was. Deze toch had hem een paar dagen of een dag uitstel vragen, met duidelijk gezegd, waar hij heenging. Wat zou hij vragen? Wat zou hij voor- Met den vinger had hij in zuidelijke geven Wat zou hij vertellen Zijn enge- richting gewezen, dat hij een paar dagen luk was van dien aard, dat zelfs de ernstige ging uitrusten. Een stille hoop koesterde heeren der rechtbank wel een vroolijk hij, dat zijn koffer hem uit vrije beweging kwartiertje zouden hebben, als zij het fijne zou worden nagezonden, maar dat het ervan wisten. Maar zouden de rechters toch moeilijk te raden zou zijn in welk hem ten slotte wel uitstel geven Was zijn hotel der residentie hij logeerde. nalatigheid wel 'n wettige reden, of moest Al deze dingen gingen bliksemsnel de tegenpartij niet juist gehoord worden door zijn hoofd, honderdmaal sneller en zouden zij niet juist aanhouden, als dan men ze zou kunnen lezen. Buiten zij hoorden, dat de bewijsstukken zoek was het bar koud, maar hij transpireerde waren. Toen deze gedachte in zijn geest ais iemand, die pas een bad had genomen, voltooid was, wierp hij haar met verach- Hij moest toch wat doen. Maar wat dan ting van zich af. Zoo onedel zouden de te- Collega Pecal was een vrijgezel en woonde gcnStanders niet zijn. Maar toch, wie weet in een hotel garni, daarom kon een tele- hoeveel dingen er tegen zouden zijn gram aan zijn huis niets helpen, daar hij Eindelijk viel hij weer op den koffer toch bij den portier wel geen adres zou terug en weer kwam een nieuw licht voor hebben achtergelaten. zijn geest opdagen, 't Zou kunnen gebeu- De eenige mogelijkheid, otn iets te ren, dat er in de koffer van vriend Pecal weten te komen, zou zijn een telegram eene kleine aanwijzing van zijn adres lag. met antwoord betaald aan beider gemeen- Met die waarschijnlijkheid kon hij in zoo- schappelij ken vriend, den heer S'taphart, verre zijn voordeel doen, dat hij dan zijn redacteur van de „Zou". Deze zou akten kon gaan halen. De lezer begrijpt, misschien weten waar Pecal was heen- dat de zenuwachtige advocaat zich als een gestoomd. Hij telegrafeerde fluks „waar drenkeling aan een stroohalm vastklemde, is Pecal zend nauwkeurig adres. Klaas- Klaassens leefde in elk geval wel op sens, Hotel Zwaan." zulk een vertrouwelijken voet met zijn Nu eerst begaf hij zich naar zijn loge- collega, dat hij zich gerechtigd achtte ment en kreeg daar een mooie kamer, even een kijkje te mogen nemen in den Maar al spoedig ondervond hij de on- koffer, maar als jurist wilde hij dat niet gemakken der akelige vergissing. Zijn zonder getuigen doen. En wel moest, naar laarzen hinderden hem geweldig ze hij meende, de politie erbij tegenwoordig waren pas nieuw en knelden hem. In het zijn. Een dienstman werd geroepen en de spoor had hij reeds zitten verlangen naar koffer op het politiebureau gedeponeerd, zijn pantoffels, die in den koffer waren. Daar vertelde hij aan een inspecteur, hoe Weldra zat hij aan een malschen biefstuk de vork eigenlijk in den steel stak en ver en een glas bier,...te smullen, zou men zocht hem als ambtenaar de opening van denken. O neen, hij wist dat het goed den koffer bij te wonen. In een oogwenk moest smaken, maar hij voelde 't met had de politiedienaar, die de eerlijkheid want hij was bekommerd over zijn pa- der zaak niet in 't mine* verdacht, met een pieren. Daarom ging hij eenvoudig zoo haakje het siot ereooci.„. gauw mogelijk naar he. w.» zou Kiaasseu» near believen kunnen Hijsliep.... i* uiuar noe 'i Hij aroom- zov.,,en „vtnop lagen twee donken, de van zijn pleidooi voor de rechtbank, kleeamgstukken, een rok en een toga. De rechters zaten in ambtsgewaad voor „Hm 1 wat doet Pecal op reis met deze hem hij sprak met gloed en overtuiging, twee stuks," vroeg Klaassens zich af. Hij Na hem nam de advocaat der tegenpartij snuffelde voort en zag plotseling ook een het woord. Zijn bewijzen werden een portefeuille voor akten te voorschijn ko- voor een teniet gedaan en terwijl hij half men. „Nu wordt 't niet beter, mijn col sidderend voor zich staarde, viel zijn oog lega en ik verkeeren beiden in dezelfde op zijn kamerjapon. Verschrikt sprong verlegenheid 1" riep hij verbaasd uit. In de hij op..ontwaakte en rekende zich akten zou hij evenwel kunnen zien, naar gelukkig, dat 't eenvoudig een droom was w.ike stad zijn vriend was afgereisd. Hij geweest. Zijn eerste gedachte was nu greep naar de portefeuille, sloeg haar open weder aan zijn zwarten rok. en las „Processtukken van Mr. J. Klaas- Weemoedig gestemd en zenuwachtig sens, advocaat en procureur in de zaak geworden, kon hij het beeld van zijn P. tegen S." met eigen hand geschreven, droomen niet loslaten. De advocaat van Hier had hij dtis zijn eigen akten, de Zijn tegenstander wierp hem een zegen- bewijsstukken, die hij niet kon ontberen, vierenden blik toe, dien hij kalm door- 't Draaide en schemerde hem voor stond want voor hem lag de porte- oogen. Droomde hij nog weer Maar aan feuille met bewijsstukken. Hij stond op, goochelspel kon hij niet denken. De sloeg deze open....maar niets anders koffer bevatte bij nader onderzoek zijn dan het menu van zijn souper lag er in. eigen toiletbehoeften en linnengoed. Ér En de akten....dl» wi» weet, ontbrak niets aan. Maar de koffer dan, waar die was toch niet van hem I Zouden de De uacut ging ue laaisit heksen hier een ouden streek hebben van een ter dood veroordeelde vóór zijn uitgehaald? Soortgelijke dingen be terechtstelling. Toen hij zich gereed ijiaak- hooren in den goeden ouden tijd thuis, te om op te staan, viel zijn oog allereerst In 't laatst der negentiende eeuw moest op den vreemden koffer, die op de tafel het onmogelijk kunnen gebeuren want lag. Bij 't aankleeden, voelde hij zich het tooveren is niet zonder Arabieren, alles behalve op zijn gemak. Zijn toilet- Sultans en Perzische Kalifs denkbaar, benoetten, waaraan hii al« bescnaafd mau. De inhoud van den koffer was uit ziiu woning genomen; daaromtrent bestond winter komt, als de laatste nakomers uit geen twijfal. De dienstmaagd luwi hem dt baden teruggekeerd zijn, bespeurt bij het overhandigen van den koffer te men het tegendeel dan zijn er menipen gelijk een sleutel gegeven. Zou die er keer 40 tot 50 dames te vinden, die meken ook soms op kunnen passen Hij nam willen huren, en er verschijnen dan maar den sleutel uit zijn vestzak, probeerde 4 3 5 meiden, die zich daarvoor aanbieden, hem en ziet, hij paste uitstekend. Dus de Dan heeft er een ware wedstrijd om de koffer was uit zijn huis gekomen I Maar gunst 'dezer meisjes plaats. De dames hij bezat maar één koffer. Bovendien, 't wedijveren niet alleen in vriendelijkheden, kon ook geen pas gekochte zijn, want hij maar ook met loonaanbiedingen, en het zag er alles behalve nieuw uit. komt dikwijls tot rumoerige tooneelen Pas op, daar ging den goeden advocaat tusschen de dames, die elkander op ailer- Klaassens alweer een lichtstraal op. hande wijze de dienstboden trachten af- (Hij had er zoo eenige noodig, sedert han fig te maken. hij de eenige noodzakelijke niet gesnapt De huisvrouw moet met alleen bij had.) Vóór acht dagen had zijn schoon- het huren der meiden een oog dicht moeder bij hem gelogeerd en hij herin- houden en op gevaar af, een misgreep te nerde zich, dat zij een soortgelijk ding doen, de meid engageeren, zij moet zich had medegebracht. Nu was hem eerst ook bij het engagement zelf, bij het huren alles duidelijk. Bij zijn laatste reis had zeer dikwijls dingen laten welgevallen, hij de opmerking gemaakt, dat het koffer- waarover onze dames versteld zouden slot een beetje defect was en bevel ge- staan. geven de koffersluiting dadelijk te doen Reeds voor de deur van bedoeld kan- herstellen. Daar dit kleine reisje nogal toor is het druk. Daar staan de meiden onverwacht was opgekomen, had men in groepjes bij elkaar, de boden-besteed den koffer waarschijnlijk nog niet laten sters zoeken hier reeds haar keuze. Zij repareeren en zijn vrouw nam eenvoudig trachten hier reeds de zaken af te doen, het koffertje van haar moeder. Dit moest om de onkosten op het kantoor te be de oplossing van het raadsel zijn. snaren. Maar ook vindt men hier vrien- Thans viel hem een vreeselijke be- dinnen der meiden eer zij het kantoor nauwdheid van het gemoed. Hij keek op binnentreden, om haar diensten aan te zijn horloge 't was kwart voor elf. Den bieden, vertellen zij elkander haastig haar koffer sloot hij weer haastig dicht en wederwaardigheden, sinds zij elkaar het stuurde hem met een dienstman naar zijn laatst mochten zien. Daar staan dne van hotel, zelf nam hij zijn portefeuille met die „Fr3uleins", laten wij haar eens be- processtukken, roept een huurkoetsier luisteren. aan, stapt in het rijtuig en rijdt onmiddel- „Wil je al weer veranderen, Louise lijk naar het gebouw, waar de Hooge „Dat zou ik denken, ik maak liever met Raad hem geen vijf minuten later wachtte, bloote voeten op gloeiende kolen een Of de zenuwachtige spanning van den parademarsch, dan dat ik nog acht dagen nacht en den morgen nog eemgen na- bij die heks wü blijven 1" deeligen invloed op zijn pleidooi had uit- „Nou, gooi de mijne ook met weg, dat geoefend, durven wij niet verzekeren. Wij is er eentje 1 Die moet je hooren Nu, weten alleen dat Klaassens het proces Goddank, ik ben ook niet op mijn mondje voor zijn partij gewonnen heeft en na gevallen Ik heb haar behoorlijk met afloop van zijn speech de portefeuille met woorden gediend, en daarop hebben wij bewijsstukken aan zijn hart drukte. Het elkander wederkeerig den dienst op- diner in „de Zwaan" smaakte hem uit- gezegd." muntend zoowel als het souper ont- „Met de mijne was liet eemgszins uit bijten had hij in zijn spanning volstrekt te houden. Maar het miserabele eten was niet gedaan. Niettegenstaande de onvoor- niet te slikken en de honger stond op zienc uitgaaf van een nieuwen rok be- wacht. Stel je eens zul - een familie voor stelde hij aan het dessert een flesch cham- met zes kinderen, en daarenboven vier pagne. Voor den kellner was het natuur- volwassen dochters 1" lijk een zielkundig raadsel, waarom de „Daar was ik ingeioopen. Mij wilden heer die gisteren zoo verdrietig en knor- ze ook eerst met bloote boterhammen rig was, vandaag zoo spraakzaam en vroo- afschepen. Maar mij kan men niet met lijk kon wezen. Hij zocht met alle heeren den voet op den neus trappen cn zeggen, een praatje en was tegen een ieder gul- dat men mij goeden dag heeft gewenscht. hartig en beleefd. Bij 't betalen van de Den eersten avond den besten, zeide ik rekening gaf hij bovendien een groote haar, dat ik niet gewoon was van den fooi en een fijne sigaar. wind te leven, en vroeg fatsoenlijk eten." Advocaat Klaassens ging m de beste „Zoo Emilie I Waar kom jij vandaan stemming naar huis. Zijn vrouw stond „Waar heb je gezeten Je moet een niet weinig verbaasd, uat haar man bij goede betrekking gehad hebben ik heb zijn thuiskomst behalve den rok in het je in minstens vier maanden niet gezien." koffertje, nog een andere over den arm „Waar heb je zoo lang gezeten V droeg. Éérst werd mevrouw Klaassens „Weet je dan van niets een weinig verstoord, maar later ging „Neen haar toorn over in een gulle blijdschap, „Heb jc dan met gehoord, wat tt toen zij de gansche lijdensgeschiedenis met mij gebeurd is had gehoord. „Neen. wat dan Vertel eens De advocaat besloot echter voor 't ver- „ik was opgesloten 1" „Heb je ge volg zelf ziin reiskoffer in orde te brengen, zeten Heb je gestolen „Neen, ik ben een eerlijk meisje met stelen houd ik mij niet op. Ik heb alleen water een weinig verbrand. Je had hem Een kantoo. lokaal gelijkvloers of op moeten zien springen de eerste ver.'ieping van een Berlijnsch „En hoe kwam dat vertel eens I" huis, gemeubileerd met eenige banken „Ik diende bij zoo'n rekel, dat is ook langs de wanden en een lessenaar, waarop de echte soortMen weet niet waarvan een groot boek opengeslagen 'igt met de bende leeft dikwijls hebben ze geld, muren, welker kaalheid zich verbergt zeer vaak niet 1 Hij was een ware pot- achter de plakkaten, die voor zakken- kijker, had altijd in de keuken iets te rollers waarschuwen is het vertrek, doen en wilde mij chicaneeren. Mij wilde waar voor de Berlijnsche familiën een der hij chicaneeren, nu vraag ik je Nou, gewichtigste vraagstukken, dat der dienst- ik ben ook van kinds af op de wereld en boden namelijk, opgelost wordt. wou hem direct mores leeren. Ik was Zulk een verhuurkantoor is bovendien juist in de keuken aan 't wasschen, toen der plaats, waar maar al te dikwijls de hij binnen kwam en begon te schelden. Ik autoriteit der huisvrouwen door de on- bleef hem natuurlijk geen antwoordje gunstige verhoudingen de meest verne- schuldig, en op eenmaal kwam hij op mij derende nederlagen lijdt, en waar oner- af. Ik had juist een ketel heel water in varen met plaatselijke verhoudingen on- de hand, draaide mij om, de ketel kreeg bekende dames dikwijls urenlang ziele- een zwaai en het heete water vloog hem pijn uitstaan. om de beenen. Toen begon mijnheer te Als in den zomer een groot deel der dansen en een leven te maken, dat de bu- rijke familiën Berlijn verlaat, om, de al- ren er bij te pas kwamen, en toen zei men, gemeene mode te volgen, een zomerver- dat ik hem met opzet verbrand had. Daar- blijf te betrekken of naar een badplaats na kwam het gerecht, en toen hebben ze te gaan, wordt een groot deel der dienst- mij toch drie maanden veroordeeld." boden ontslagen. Dan vindt men op die „Het is je echter heel goed bekomen/' kantoren zeer veel dienstboden en zeer „Nou, natuurlijk, ons "kan men zoo weinig vrouwen, die een meid vragen, licht niet klein krijgen. Maar nu naar b»tt" Maar als het seizoen ten einde is en de ncn."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 10