RECHTSZAKEN.
Hei gosdkoope slokkie
De ramp met de
„Rijper kerk".
Het onderzoek door den Raad
voor de Scheepvaart. De
hardnekkige scheepsbrand.
De Benzine-ontploffing op de
„Wilhelmina."
Een wielrijder zonder armen.
HANDEL EN NIJVERHEID.
Vereeniging tot het houden van
Jaarbeurzen in Nederland.
Indexcijfers handelsprijzen.
Ongebanderoleerde tabaksfabri
katen en de Jaarbeurs
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Invoer van schoenwerk.
Mid d enstandscongres.
Een hulde aan minister Colijn.
Steenkolen in den achterhoek.
Overtreding der loterijwet?
Hugo de Groot herdacht.
De petroleumkachel-kwestie.
De pensioenen van het
Spoorwegpersoneel.
LUCHTVERKEER.
Vliegtuigen voor Ned. Koloniën
Het wereldhoogte-record
verbeterd?
ORDE EN ARBEID
Uit het bouwvak.
De facultatieve 10-urendag
verzocht.
De loonen der havenarbeiders.
D© Neef van Curapao.
lil de gist- en spiritusfabriek „De Maas"
te Schiedam bestaat de gewoonte om aan de
arbeiders, evenals dat wel aan boord van
schepen geschiedt, een oorlam uit te deelen.
In een kastje, waarvan de meesterknecht den
sleutel had, stond een flesch met z.g. „ver
sneden" spiri us en aan dit vocht konden de
werklui hun hart ophal Een stoker uit dé
fabriek evenwel gaf niet om een borrel en
gebruikte er dan ook nooit van, tot op zekeren
dag één van zijn kameraden na een har
tigen slok zeide
Bé je betoetert, kerel, jij heb' toch net
zoo goed recht op een slokkie. Weet je
wat je doet, inplaats je 'n glaassie neemp,
doe je het in een flesch en als die dan vol is,
welnou, dan koop ik hem van je."
Daar had de stoker wel ooren naar. Een
tijdie ging het goed en de kameraad kwam
goedkoop aan z;jn borrel, doch ziet, nu kwam
'ook het geldduiveltje een woordje meepra
ten het ging den stoker n.l. veel te lang
zaam. Telkens één zoo'n glaasje in de flesch
dat schoot niet op, je merkte haast niet dat-ie
voller werd En toen op een goeien dag de
meesterknecht even weg was, nam de sto-
,ker de flesch met spiritus en goot die voor
het grootste deel over in zijn eigen flesch,
'die nu heel wat vlugger vol was. Dit herhaal
de hij eenige malen, tot de stoker gesnapt
werd. Dezer dagen moest hij zich voor den
politierechter, Mr. ÏJssel de Schepper, ver
in twoorden.
RechterHoe kwam je daar nu toe, om
dien spiritus te stelen?
1 Bekl.: Te stelen Ik zag daar geen kwaad
|in, edelachtbare. Ik doch' wat in die flesch
zit, is net zoo goed van mij als van de anderen,
i Rechter Ja, ja, maar hoeveel zat er in die
flesch
Bekl. Ik denk zoowat 2% L.
Rechter En hoeveel hebt U er uitgehaald?
Bekl. Zoowat 2 L., edelachtbare.
Rechter En met zijn hoevelen waren
Jullie.
Bekl.Met zijn vieren, edelachtbare.
Rechter Nou dan, een vierde van 214
ts toch zeker geen twee? Je staat hier te
draaien man en dat is heel stom van je. Bij
de instructie heb je alles volmondig bekend
en daarom heeft het Leger des Heils een
rapport over je uitgebracht, waarin gead
viseerd wordt je voorwaardelijk te veroor-
deelen, maar bij iemand die zelf niet inziet, dat
hij verkeerd gehandeld heeft, is een voor
waardelijke veroordeeling niet op zijn plaats
dat begrijp je zeker wel. Die spiritus was om
aan die andere menschen een borrel te geven
en niet om door u te worden verzameld en
dan verkocht te worden. Dat is diefstal.
De Politierechter leest daarop de bekente
nis van bekl. bij den rechter-commissaris voor
Bekl. Dat is zoo, wat daarin staat.
Rechter Waarom zeg je dat niet dadelijk?
Bekl. Ja ziet u, ik heb zoo'n groot huis
houden en zes kinderen
Rechter Maar u moogt uw huishouden
niet op kosten van een ander onderhouden.
Na het getuigenverhoor eischte het O. M.,
waargenomen door mr. J. G. Holsteyn, we
gens diefstal 1 maand gevangenisstraf.
Bekl. Zou ik geen voorwaardelijke veroor
deeling kunnen krijgen Ik heb er zoo'n ont
zettende spijt van. Ik heb me er al half gek
over geprakkizeerd. Ik doe niks as prakkizee-
ren d'r over.
Rechter Ik wil aannemen dat u meer spijt
•oelt, dan u zeggen kan. De één kan dat beter
teggen, dan de ander. Ik zal nog eens vertrou
wen in u hebben en u tot 2 maanden gevange
nisstraf veroordeelen, voorwaardelijk met een
proeftijd van 3 jaar.
Daarna stond de kameraad van den vorigen
beklaagde terecht, wegens het koopen van
den door diefstal verkregen spiritus.
Rechter U wist toch zeker wel, dat die
spiritus gestolen was.
Bekl. Ja da' kon 'k wel snappe.
Rechter Waarom deed u het dan
Bekl. Omda'k graag een slokkie lus.lj
Rechter Ik vind 't nog al stom van iemand
die al eens voorwaardelijk veroordeeld is ge
weest, 'n ander over te halen spiritus te stelen
alleen om u een slokkie te bezorgen. Uw slok
kies brengen niet alleen u zelf in den goot,
doch ook anderen in gevaar, want de gevan
genisdeuren hebben voor dien man openge-
itaan.
Bekl. Dat is allemaal goed en wel, maar
>en ik daar nou alle.cn de schuld van
Rechter Natuurlijk.
Bekl. Hoe dat zoo?
Rechter U weet toch wel, dat u dat niet
doen mag. U mag niemand overhalen te gaan
stelen.
Bekl. Moet-ie zich niet late' overhale.' Die
man had toch ook zijn verstand en azzie
aou toch een goedkoop slokkie kan krijgen,
lan wazzie wel gek azzie da' nie' dee."
Wegens heling eischte het O.M. twee maan-
len gevangenisstraf.
Bekl. Zou 'k geen voorwaardelijke veroor-
ieeling kenne' krijge
Rechter Voor iemand als u, die blijkbaar
zco aan den drank verslaafd is, is geen voor-
waarfleiïjKe verooraeenng weggeiegd. Het is
misschien wel eens goed, dat u uw slokkie een
paar maanden onthouden wordt. Vonnis 2
maanden gevangenisstraf.
Zoo werd het goedkoope „slokkie" ten
slotte toch nog duur
De Raad voor de Scheepvaart heeft Vrij
dag een onderzoek ingesteld naar de oorzaak
van den brand aan boord van het stoomschip
„Rijperkerk",toebehoorende aan de Vereenig-
de Nederlandsche Scheepvaartmaatschappij.
De 2e stuurman de heer K. W. van Beau
mont werd als getuige gehoord. Hij deelde
mede, dat de „Rijperkerk" 53 koppen be
manning telde. Het schip maakte de vijfde
reis, welke via Antwerpen naar Durban ging
en vervolgens langs de Oostkust van Afrika
door het Suezkanaal naar Marseille. Op dit
laatste gedeelte der reis werd de brand ont
dekt. Op 3 November vertrok de „Rijperkerk'
van Port Said. Op 11 November bevond het
schip zich in de Middellandsche Zee. Toen
werd brand ontdekt in een der kolenbunkers.
Er kwam een massa rook uit. De kolen,
waarvan een groote hoeveelheid roodgloeiend
was, werden verwerkt. Eenige dagen werd
voortgegaan met het verwerken der kolen,
ook werd er stoom ingelaten. Na eenigen
tijd leek het, alsof de brand gebluscht was,
doch weldra kwam er weer rook te voorschijn.
Aan den kolenbunker grensde ruim 3.
Daarin bevond zich als lading, 1700 zakken
sesam, voorts 400 balen katoen en 700 pakken
sisal. Onder de zakken sesam waren eenige
nat aan boord gebrachtook van de balen
katoen waren eenige vochtig. Deze lagen
verspreid in het ruim.
Op 16 November bevond de „Rijperkerk"
zich op 12 mijl afstand van de haven van
Bastia op Corsica. Op dien dag kwam uit
ruim 3 rook. Vlammen waren er niet te zien.
Alle luiken werden gesloten. Er werd scheeps
raad gehouden, en besloten ter reede de
aake. s te laten vallen, en werkvolk te vragen,
om de lading te verwerken. Stoom werd toe
gelaten in ruim 2. In ruim 3 was geen ge
leiding. Er kwam daar meer en meer rook uit.
De „Rijperkerk" mocht eerst niet de haven
in, maar tenslotte gaven de havenautoriteiten
toestemming, naar binnen te gaan, indien er
geen explosieve stoffen aan boord waren.
Reeds waren eenige leden der bemanning
bewusteloos geworden door de dampen.
Lichters en werkvolk waren niet te krijgen.
Het schip, dat slagzij had, werd aan den
wal gemeerd. In de haven lag een Fransch
oorlogsschip. Op den wal werd een hand-
s puit met twee slangen in werking gezet. De
bemanning was dag en nacht bezig de lading
te verwerken of te lossen. Ten slotte kwam
ook werkvolk van den wal. Er werd steeds
doorgespoten, 's Nachts kwam er nog een
pomp bij. Door den rook was het niet meer
doenlijk te werken. Toen men bezig was,
ruim 2 onder water te zetten, kwam er ook
rook uit dit ruim, dat met een houten schot
gescheiden is van ruim 3.
De marconist had inmiddels verbinding
gekregen met Hr. Ms. „Tromp", die in de
Middellandsche zee kruiste. Dit oorlogs
schip stoomde de haven binnen en kwam
naast de „Rijperkerk' te liggen. De „Tromp"
gaf met twee slangen water. In het geheel
werd toen met 12 slangen gespoten. Het gaf
evenwel niet veel. De bemanning van het
oorlogsschip boorde eenige gaten in den huis
ter hoogte van de waterlijn, om water in het
schip te doen stroomen.
Er is ook gevraagd, of de „Tromp" eenige
gaten onder de waterlijn in de „Rijperkerk"
wilde schieten. Doch het geschut was te
zwaar en de haven niet geschikt voor de be-
noodigde manoeuvre. De „Tromp" ging na
eenige uren weg. De commandant zeide, dat
er toch niets aan te doen was.
Het Fransche oorlogsvaartuig heeft da. r a
zes schoten op het voorschip van de „Rijper
kerk" gelost, waarvan eenige boven, eenige
onder water troffen. Het schip kreeg wel
zware slagzij, maar zonk nog niet. De bedoe
ling was, dat het voorschip onder water zou
komen.
Vervolgens is ook nog brand ontstaan in
ruim 1. Eerst den nacht daarop zonk einde
lijk de „Rijperkerk" tot op den bodem der
haven. De brug stak boven water uit.
De kapitein, le machinist, le stuurman
en assistent-machinist bleven te Bastia achter.
De overire officieren en bemanning keerden
naar Holland terug.
Op de vraag van den voorzitter, prof. mr.
Taverne, deelde getuite mede, dat z.i. de
oorzaak onbekend is. Het kan zijn, dat door
de broeiing in den kolenbunker brand in het
ruim is ontstaan. Het kan ook zijn, dat de
branden onafhankelijk na elkaar zijn ont
staan. De temperatuur in ruim 3 is dezelfde
gebleven.
De machinist C. L. van Hees deelde mede,
dat in den kolenbunker geregeld tempera
tuur werd opgenomen. Deze gaf geen aan
leiding tot het vermoeden van brand. Get.
zeide, dat het mogelijk was, dat de brand in
het ruim zou ontstaan zijn, en dat hierna in
den bunker de kolen zijn gaan broeien. De
kolen zijn te Durban ingenomen.
De inspecteur voor de scheepvaart, de heer
Van der Boom, zeide over de oorzaak zich
nog geen oordeel te kunnen vormen. Hij
achtte het wenschelijk, dat ook de kapitein
en le machinist gehoord zouden worden.
Het onderzoek der zaak, waarvoor veel
belangstelling bestond, werd hierop gesloten.
Later volgt uitspraak.
Aan de grove onvoorzichtigheid te wijten.
Vrijdag j.l. heeft de Raad voor de Scheep
vaart te Amsterdam uitspraak gedaan in de
zaak van de benzine-ontploffing aan boord
van het motorvaartuig „Wilhelmina". De
Raad is van oordeel, dat deze noodlottige
ramp aan grove onvoorzichtigheid is te wij
ten. Toen de dekknecht in de motorkamer
een benzinelucht waarnam, had hij geen open
vuur moeten gebruiken alvorens het benzine-
gas was verdwenen.
Overigens meent de Raad met klem te
moeten wijzen op het groote gevaar, waarin
opvarenden en zij niet alleen zich be
vinden, indien het vervoer van benzine en
soortgelijke stoffen plaats heeft onder om
standigheden als hier is geschied.
Waar het onderhavige vaartuig was ver
huurd, hangt het van de bepalingen der tus-
schen partijen gesloten overeenkomst af, in
welke mate de eigenaar of de huurder aan
sprakelijk is voor de gebreken aan het schip
met het oog op het doel waarvoor het werd
gebruikt. De Raad wil zich dus bepalen tot
het blootleggen van den. toestand, zooals deze
hier is gebleken, betreffende de veiligheid in
de Rotterdamsche haven.
Vooreerst blijkt, dat de „Wilhelmina", ge
laden met 30.000 liter benzine, als 't ware
midden in de stad ligplaats heeft genomen. De
vraag dringt zich op of het toezicht hier vol
doende is gewfcst. Voorts was het schip voor
het vervoer van een dergelijke gevaarlijke
lading geheel ongeschikt. De motorkamer
was niet afgesloten van het ruim, langs ver
schillende wegen konden gassen en ook
vloeistoffen van het ruim in de motorkamer
komen. Daarbij komt nog, dat de motor
slechts met een vuur kon worden aangesto
ken. Zelfs in die motorkamer waren benzine-
blikken aanwezig. Deze waren volgens ver
klaring van den dekknecht ledig, doch waren
op andere tijden wel gevuld.
In de ruimte zelf dus, waar open vuur
moest worden gebruikt om den motor in wer
king te brengen, waren alle voorwaarden aan
wezig voor de vorming van een ontplofbaar
mengsel.
Wel is waar had reeds matige voorzichtig
heid van den dekknecht nog alle onheil voor
komen, maar dit neemt niet weg dat aller
eerst moet worden belet, dat dergelijke onbe
kwaamheid en onvoorzichtigheid zulke heil-
looze gevolgen kan hebben en daarom is noo-
dig, dat de inrichting van een schip, dat voor
vervoer van benzine wordt gebruikt, geheel
anders is dan met de motorboot „Wilhelmina"
het geval was. De Raad meent deze aange
legenheid ten dringendste in de aandacht
van de autoriteiten in de Rotterdamsche
haven te moeten aanbevelen.
Een bijzondere zaak werd deze week door
net kantongerecht te Purmerend behandeld.
Een persoon te Wormer, die zijn beide
armen mist, kan niettegenstaande toch fiet
sen op een gewoon rijwiel, waarop een zeer
hoog stuur is bevestigd.
Hij stuurt dan met de kleine armdee'en,
waarover hij nog beschikt en zoo kan hij be
hoorlijk wielrijden.
De man schrijft met een kunsthand en is
boekhouder te Amsterdam. En hij had zich nu
te verantwoorden wegens het rijden zonder
licht. Hij was met den trein van zijn werk
naar Wormerveer gekomen en ging naar ge
woonte vandaar per rijwiel naar huis. Onder
weg geraakte zijn electrische lantaarn de
fect, zoodat hij geen licht aan zijn fiets had.
En daar hij wegens het gemis van zijn armen
de lantaarn niet kon herstellen en volgens
zijn verklaring ook niet loopende zijn fiets
kan voortduwen, meende hij niet anders te
kunnen doen dan op zijn rijwiel te blijven
zitten.
Hij ontmoette toen den gemeenteveld
wachter, die hem bekeurde.
De ambtenaar van het O. M. mr. Hoef-
felman, deelde mede, dat er vroeger ook al
eens een proces verbaal tegen dezen be
klaagde was ingekomen wegens rijden zon
der licht, welke zaak spreker toen niet heeft
vervolgd. Doch nu het weer gebeurde, wilde
hij wel eens den verbalisant hooren.
De betrokken veldwachter verklaarde
daarop, dat hij gemeend heeft met dezen
beklaagde geen uitzondering te moeten ma
ken, daar hij, volgens hem, wel had kunnen
lcopen. Hij had hem wel meer zien loopen
met zijn fiets.
De beklaagde zeide hierop, dat hij dit ook
wel kan, maar een heel klein stukje, b.v.
de fiets van de schuur op den weg brengen.
Doch op dien avond moest hij nog wel 20
minuten loopen eer hij thuis was en dat was
voor hem onmogelijk.
Nog zeide beklaagde, dat de politie in
Amsterdam met deze omstandigheden altijd
rekening heeft gehouden.
De ambtenaar kon niet anders dan het
ten laste gelegde bewezen achten. Maar hij
wilde aannemen dat het voor beklaagde bij
zonder bezwaarlijk is om bij zijn fiets te
loopen, weshalve hier overmacht aanwezig
was. Derhalve vond hij het ten laste gelegde
niet strafbaar en vroeg ontslag van rechts
vervolging.
De kantonrechter wilde zoo ver niet gaan,
omdat toch een strafbaar feit is begaan. Maar
hij vond ook, dat hier sprake was van over
macht en maakte daarom gebruik van zijn
recht om geen straf op te leggen.
De ongelukkige man was hiermede te
vreden.
Tot lid van het Algemeen Bestuur van de
Vereeniging tot het houden van Jaarbeurzen
in Nederland is door de Ledenvergadering
benoemd de heer Dr. W. Lulofs, Directeur
der Gemeente Electriciteitswerken te Am
sterdam.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
deelt weer een en ander mede betreffende de
in- e ;cijfers der graot- en kleinhandelspri.z :tl.
Evenals in de voorafgaande maanden van
voor Januari 1924 in vergelijking met De
cember 1923 weder een stijging van het index
cijfer (met basis 1913) te constateeren. De
stijgingen sedert Augustus 1923 de maand
waarin het laagste indexcijfer na den oorlog
werd genoteerd, bedragen thans voor het
algemeen indexcijfer 14 punten voor dat der
voedingsmiddelen e. d. 21 pynten
Bij vergelijking met December 1923 staat
tegenover een prijsstijging van 27 artikelen
met in totaal 203 punten, een prijsdaling
van 7 artikelen met in totaal 140 punten.
Gestegen zijn de artikelen hooi (met 12
punten), o:ge (1) ge t (13) ave maïs
(6), rijst (15), zemelen (5) macaron. (7),
erwten (2), aardappelen (42), koffie (3), thee
(1), cacao (2), peper (2), melk (11), kaas (4),
boter (9), zwavelzure ammoniak (4), lijnolie
(10), terpentijnolie (12), hennep (7), paarde-
huiden (5), runderhuiden (3), tin (6), zilver
(2), hars (4) en krantenpapier (9). Daaren
tegen daalden de artikelen tarwe (1), suiker
(2), eieren (70), zout (5), ijzer (9), steenen
(34) en kalfsvleesch (met 19 punten)
De minister van Financiën heelt bepaald
dat ten aanzien van het exposeeren van de
ongebanderoleerde tabaksfabrikaten en de
vervaardiging ervan bij inzendingen aan de
Jaarbeurs te Utrecht, kan worden gehandeld
onder dezelfde voorwaarden als bij de vorige
jaarbeurs waren gesteld. Deze mededeeling
geldt ook voor de volgende te houden jaar
beurzen.
„N ederlandsch Fabrikaat."
In de Februari aflevering van het orgaan
der Ver „Nederlandsch fabrikaat" treffen
wij o. a. aan
Een artikel waarin de opzet van de ten
toonstelling, uitgaande der Vereeniging „Ne
derlandsch Fabrikaat" wordt besproken, en
waarin in het bijzonder de aandacht wordt
gevestigd op de in voorbereiding zijnde
tentoonstelling van Nederlandsche Nijverheid
dezen zomer te Scheveningen te houden.
„De arbeidsmarkt" geeft o.a. belangrijke
cijfers in verband staande met het werkloo-
zenvraagstuk. Inderdaad moeten de cijfers
die de schrijver van dit overzicht, de Heer
Meyer de Vries, geeft van het aantal werkloo-
zen, de overtuiging geven, dat het voorbij
gaan van nationale voortbrengselen ontoelaat
baar moet worden genoemd.
„Van Alles Wat" geeft, als naar gewoonte
korte belangwekkende mededeelingen op ver
schillend gebied.
Het artikel „Voorkeur voor Nederlandsch
Fabrikaat" hekelt met recht de onverschillig
heid die nog veelal wordt betoond bij het
olaatsen van bestellingen en opdrachten in het
buitenland, zonder dat werl'.el jk van te voren
is onderzocht of zulks niet evengoed hier te
lande had kunnen geschieden, en zeer zeker
is het te betreuren, dat nog zoovele openba
re lichamen dit „laat maar waaien" systeem
volgen.
„In en Uitvoercijfers" geven ditmaal een
overzicht van het verloop in de laatste ja
ren van den uitvoer van lijnolie en van su-
perphosphaat.
Zeer belangwekkend is het artikel. „De
Nederlandsche handel met het buitenland
in 1923."
Van de officieele berichten vestigen wij
allereerst de aandacht op een stukje „Een
schitterend voortbrengsel van onze Neder
landsche Industrie waarin wordt medege
deeld op welk eene misleidende wijze ge
bruik werd gemaakt van een Nederlandsch
etiket op een artikel van buitenlandsch fabri
kaat.
Overigens vindt men in deze aflevering
nog de gewone officieele rubrieken: o.a. Het
nationaliteitsmerk van Nederlandsche pro
ducten, Exportrubriek-Bemiddeling voor
Werkgevers en Werkzoekenden, enz.
ns:sss3s:s3ss:
Volgens het Vakbl. v. d. Schoenmaker
bedroeg in Januari 1924 de invoer van
schoenen 68.574 paren, ter waarde van
196.000, waarvan uit Duitschland 35.226
paren, ter waarde van 99.000, België 4156
paren, ter waarde van 17.000, Engeland
458 paren, ter waarde van 5000, Tsj. Slo
wakije 1280 paren, ter waarde van 9000,
tegen in Jan. 1923 totaal 271.817 paren, ter
waarde van 1.089.000.
De uitvoer bedroeg ruim het dubbele van
het maandgemiddelde in 1923.
Dit jaar wordt het Middenstandscongres
zoo mogelijk te Amersfoort gehouden.
B. en W. hebben den gemeenteraad een
subsidie van500 voorgesteld.
De Anti-Rev. Kiesvereeniging Nederland
en Oranje te Winschoten heeft bet volgende
telegram aan Minister Colijn gezonden:
„D A.-R. Kiesvereeniging N. en O. tc
Winschoten, bijeen in vergadering, spreekt
haar weerzin uit tegen de laffe wijze, waar
op Z. Excellentie's persoon en werken in
Kamer en Pers worden bestreden en betuigt
haar volle vertrouwen in haar partijleider
en in de wijze, waarop door hem de belan
gen van Land en Volk worden behartigd en
bidt hem Gods zegen toe."
Nieuwe boringen.
De boortoren te Gorle wordt naar Groenlo
overgebracht. Bij de boerderij „Ruimzicht
zal een begin worden gemaakt met het bo
ren naar steenkool.
100.000 loten in beslag genomen.
De Centrale Recherche te Rotterdam
heeft bij wtederverkoopers van „Ulilé" al
daar 100.000 loten m beslag genomen, spe
lende op de 435ste Staatsloterij.
(Tel.)
Uit New-York wordt gemeld, dat onder
leiding van de Netherland-American Foun
dation een vereenigng van Amerikanen van
Nederlandsche afkomst en van in Amerika
wonende Nederlanders een fonds wordt ver
zameld, met het doel, in de Nieuwe Kerk te
Delft 'n gekleurd ve..-ter te plaatsen, gewijd
•ran de nagedachtenis van Hugo de Groot.
Het is de bedoeling, dat tot deze stichting
voornamelijk zullen bijdragen Amerikaan-
sche advocaten en rechters, leden van de
American Bench and Bar. Het raam zou in
1925, het jaar waarin het 300 jaar geleden
zal zijn, dat De Groot's „De Jure Belli ac
Pacis verscheen, overhandigd worden. Men
hoopt voor dit doel tienduizend dollars bij
een te krijgen.
De Minister handhaaft zijn standpunt.
De Middenstandsraad heeft in zake het
verwarreen van winkels met petroleumka
chels aan den Minister van Arbeid verzocht
de districtshoofden der Arbeidsinspectie er
op te wijzen, dat niet verboden behoort te
worden, wat naar algemeene opvatting zon
der bezwaar kan worden toegelaten. De
Minister antwoordde dat hij geen aanleiding
vindt een wenk in dezen zin te geven.
SPOEDIGE INVOERING VERZOCHT.
Het hoofdbestuur van den B. A. N. S.
heeft een schrijven aan de ministers van Wa
terstaat en van Financiën gezonden, waarin
verzocht wordt, de toegezegde verbeteringen
in de pensioenregeling voor het spoorweg
personeel binnen zoo kort mogelijken termijn
bij de Staten-Generaal aanhangig te maken.
In de bij dit schrijven gevoegde toelichting
wordt er o.m. op gewezen, dat de door den
loonraad voorgestelde loonregeling bij in
voering op 1 Januari 1921 door de directie
met 4 werd verminderd, omdat van het
rijkspersoneel geen korting voor de pensioe
nen werd geheven en dezelfde regeling voor
het spoorwegpersoneel gewenscht werd.
Sinds 1 Januari 1923 wordt bovendien op
de loonen van het spoorwegpersoneel vooi
premie aan het pensioenfonds 8 V2 gekori
als gevolg van de vanaf dien datum eveneen:
ingevoerde verplichte bijdrage door het over
heidspersoneel voor de pensioenen. Hierbi;
moet nadrukkelijk de aandacht erop geves
tigd worden, dat daarbij voor het spoorweg
personeel geen rekening gehouden wordt met
vroeger betaalde afloopende korting, zooals
ten aanzien van het rijkspersoneel wel ge
schiedt.
Proefvliegen in Soes ter berg.
In verband met het voornemen tot den
aankoop van 14 vliegtuigen 7 verkenners-
jagers en 7 verkenners, tot een bedrag van
f 70Q.00C voor koloniën, is besloten, dat eenige
machines van verschillende fabrieken op het
vliegkamp Soesterberg vergelijkende vlieg-
proeven zullen afleggen onder toezicht van
den heer Vreeburg, hoofdingenieur der In
dische Luchtvaart-afdeeling.
Met deze proeven wordt heden, Dinsdag
een aanvang gemaakt. Slechts machines van
de Nederlandsche industrie, n.l. een Fokker
en een Koolhoven-toestel zullen er aan deel
nemen, waaruit mag worden afgeleid, dat
onze eigen industrie voor levering in aanmer
king zal komen. Aanvankelijk zou ook een
Breguet-vüegtuig aan de proeven deelnemen,
doch hiervan zag de Fransche onderneming
af, waardoor deze haar aanspraken op de le
vering verkliest.
Het Fokker toestel is een C IV met Na
pier Lion-motor, terwijl Koolhoven met een
jagerverkenner verschijnt, voorzien van een
Bristol Jupiter-motor.
Van deze proeven, die enkele dagen zullen
voortduren, is de beslissing omtrent de be
stelling afhankelijk.
Mac Ready stijgt tot 12.469 M.
Een telegram uit New-York meldt, dat het
den Amerikaanschen vliegofficier John Mac
Ready is gelukt het werelahoogrerecord te
verbeteren. Hij bereikte een hoogte van
12.469 M. en sloeg daarmede het record vzn
den Franschman Sadi Lecomte met 1269 M.
Vrijdag heeft te Amsterdam een conferen
tie plars gehad tusschen vertegenwoordigers
van aen Patroonsbond in de bouwbedrijven
in Nederland en den Nederl. R.K. Bond van
bouwpatroons met afgevaardigden van de
Moderne, R. K. en Christelijke bonden vaa
bouwvakarbeiders, den Neutralen timmer-
liedenbond, en de Federatie van bouwvak
arbeiders.
De conferentie werd ge eid door het Eerste
Kamerlid den heer W. Fransen Jzn. uit
Leeuwarden, in zijn kwaliteit van voorzitter
van den Nederl. R. K. Bond van bouwpa
troons.
De patroons gaven eene toelichting op de
door hen gedane voorstellen tot wijziging vbd
het thans afgeloopen collectief contract.
Daarop volgden uitvoerige besprekingen
tusschen beide partijen, welke echter niet toe
overeenstemming tusschen de werkgevers
hebben geleid.
De werknemers zullenjnu, vermoedelijk in
den loop van de v olgen e weelhunne hou
ding nader bepalen.
De Middenstandsraad heeft den Minister
van Arbeid verzocht ae huidige Arbeidswet
in dier voege te wijzigen, dat het mogelijk
zou worden, dat arbeiders, die langer dan
8% uur per dag willen arbeiden, in overleg
met hun werkgevers ook in dienst van dezen
werkgever tot ten hoogste 10 uur per dag
arbeid mogen verrichten.
De besturen der bonden van transport
arbeiders le Rotterdam, hebben aan de
Scheepvaartvereeniging Zuid aldaar ver
klaard, dat zij slechts dan geniegd zijn den
arbeiders in overweging te geven te be-
rusten in dezelfde loonen als tc Amster
dam worden betaald, indien de handhaving
van de overige arbeidsvoorwaarden in de
overeenkomst verzekerd wordt.
Heb het uitstekendste aan te bieden daf
iemand wenschen kan, boe zal de wereld
bet weten, indien gij met adverteert
JOHN. P. ROCKEFELLER.
ioUandsche tajereelen tut hel begin t
J der vorige eeuw,
DOOR
JOS. P. H. HAMERS J
EIND GOED, AL GOED.
Ounoodig er over tiit te weiden, met welk
een gespannen aandach': het verhaal van den
kapitein, door alle aanwezigen werd aange
hoord. Maar ook, niet gering was het onge
duld, waarmee de gasten hun verlangen te
kennen gaven, om uit den mond van Louise
zelf te vernemen, welke goede beschermgeest
naar ,toen zij de woning van mevrouw Pa-
ionnier ontvlucht was, onder het herberg
zame dak van mevrouw Swarthoven had ge
voerd. Vooral Renberg en Burnagel drongen
daarop aan de laatste omdat hij brandde van
nieuwsgierigheid om te weten, wat de heldin
van ons verhaal aanleiding had gegeven, om
hem van een samenspanning met mevrouw
Palonnier te verdenken, getuige den brief,
dien zij hem geschreven had en door welks
'nhoud hij zoo'n grievend leed had onder
vonden.
Maar Louise, wier gemoed nog te diep ge
schokt was, door de verschillende aandoenin
gen, die haar dezen avond hadden bestormd,
verzocht de aanwezigen haar van deze pijn-
.ijke taak te verschoonen, waarop mevrouw
1 wart hoven in hare plaats en ten genoegen
van t gezelschap verhaalde, op welke wijze
rij. met hare jeugdige vriendin bekend was
•eworden.
Het was dan in den vroegen ochtend van
den 22sten Mei, dat Louise Dalman, slechts
van een pakje met het noodige lijflinnen voor
zien, het huis harer tante Barta had verlaten
en, ingevolge afspraak, des avonds te voren
met de huisbewaarster van den heer Hoog-
brand gemaakt, zich op weg begeven had
naar het naburige Tweilo. Daar woonde op
een hofstede van den heer Hoogbrand, een
zwager van deze vrouw, die een weinig met
Louise bekend was, aangezien hij haar wel
eens, van juffrouw Engcner vergezeld, had
ontmoet.
In het huis van dezen man had zij nog
vroeg in den morgen, den ons bekenden brief
aan haar tante geschreven, den zelfden brief,
dien kapitein Van der Stap ongeveer drie
maanden daarna, bij Barta Van Punten, heel
toevallig, onder scheurpapier, in de keuken,
op den rand van den schoorsteenmantel had
gevonden.
Volgens de schikkingen door de huisbe
waarster van den heer Hoogbrand gemaakt,
had Gerrit Holterink, de landman in Twello,
juffrouw Dalman met zijn huifkar en paard bij
z'n zoofi gebracht, die in het dorp Garderen
woonde. Hij had de vluchtelinge bijzonder in
de zorgen van dien zoon aanbevolen en hem
verzocht, haar den volgenden dag naar
Utrecht te brengen. Dat trof bijzonder goed.
Want de jonge Holterink moest juist op dien
dag te Utrecht op de Pinkster-paardenmarkt
wzen, weshalve hij nog op den zelfden mid
dag de reis naar Utrecht dacht aan te vangen.
Met Louise, z'n vrouw en dochter, waren ze
nog den zelfden avond daar aangekomen.
In Utrecht had de nicht van den kapitein
ten huize van goede kennissen van Holte
rink overnacht en daarop, den volgender.
morgen, na een vriendelijk afscheid van deze
hupsche menschen, in de schuit op Am
sterdam plaats genomen, waar zij, zooals we
weten, ook Burnagel had aangetroffen.
Het geval met <fen valschen rijksdaalder
en de aanleiding tot haar onderdak brengen
1 bij mevrouw Palonnier, zijn ons ook bekend.
In de eerste dagen van haar verblijf bij deze
slechte vrouw, had Louise hoegenaamd niets
bemerkt, dat naar eenige onbetamelijkheid
zweemde, of naar de omstandigheid, dat zij
zich ten huize bevond van de houdster van
een speelhuis. Integendeel, de geslepen me
vrouw Palonnier, had met zóóveel overleg
heur maatregelen genomen, dat Louise haar
al heel spoedig heur volle vertrouwen had
geschonken en openhartig haar levensgeschie
denis en lotgevallen had meegedeeld. Maar
het leed niet lang, of de predikantsdochter,
wie het niet aan natuurlijke scherpzinnigheid
mangelde, had de gastvrouw nader keren
kennen en eenigen argwaan tegen haar be
ginnen op te vatten. Die argwaan was al-
lengskens versterkt, toen mevrouw Palon
nier, ofschoon bedektelijk, zich eenige zin
spelingen had laten ontvallen, omtrent het
beroep dat zij uitoefende.
Louise was sindsdien op haar hoede voor
dat measch. Zij begon in te zien, dat zij haar
vertrouwen aan een onwaardige had geschon
ken en hield op met haar vertrouwelijke me
dedeelingen. Die argwaan sloeg over tot af
keer en zij zocht daarom zooveel mogelijk, de
eenzaamheid op heur kamer. Maar dit was
niet naar den zin van mevrouw Palonnier, die
nu zij 't meisje niet naar d'r hand kon zetten,
het masker halverwege oplichtte en zich niet
ontzag haar verbittering op Louise, in laag
hartige en vernederende toespelingen op haar
verlaten toestand, bot te vieren.
Eens, toen de vrouw des huizes afwezig
was en Louise van kommer en droefheid ver
vuld, alleen in haar kamer vertoefde, was
onverwachts Hendrik Burnagel gekomen en
had haar met rood bekreten oogen aange
troffen en in deze treurige stemming verrast.
Ze had daarop, haren vriend en beschermer
onbewimpeld haar verlaten toestand uiteen
gezet en hem gesmeekt, om toch alles in 't
werk te stellen wat in zijn vermogen was, om
haar de een of andere betrekking te bezorgen,
en haar, een weeze, die hij zich zoo groot
moedig had aangetrokken, niet te verlaten.
We weten, dat dit beroep van het ouderlooze
meisje, niet zonder gevolg op het medelijdend
en rechtschapen hart van Burnagel was ge
weest.
Langzamerhand zoo luidde verder het
verhaal van mevrouw Swarthoven was
juffrouw Dalman opmerkzaam beginnen te
worden op de bezoeken, die mevrouw Pa
lonnier op vast gestelde avonden ontving
bezoeken van officieren en burgers van aan
zienlijken huize, die met het kennelijk doel
kwamen, den tijd, voor het grootste gedeelte
van den nacht, met hasardspelen te verdrijven
en wier gesprekken, niet zelden te vrij, on
passend en onvoegzaam waren.
In de eerste dagen van Louise's verblijf op
het bovenhuis van mevrouw Palonnier, wa
ren deze bezoeken niet zoo menigvuldig ge
weest maar nadat zij er een paar weken ver
toefd had, was er bijna eiken avond ook speel
avond.
Nu wilde het toeval, dat Louise een paar
malen eenige benoodigdheden om te naaien
ging koopen bij een paar oude, eenvoudige
door en door brave lieden, het echtpaar Van
Brendichem, die een garen- en band-winkel
hadden in een dwarsstraat in de buurt. Reeds
de eerste keer, dat zij in dien winkel iets ge
kocht had, was er een soort hartelijke kennis
making tusschen haar en deze menschen ont
staan, welke daarna menigwerf door een buur
praatje voor de toonbank was onderhouden.
Op zekeren avond, toen mevrouw Palon
nier, verbitterd door de weigering van Louise,
om voor de heeren spelers wijn te schenken,
haar met verwijtingen en beleedigingen over
laadde en in haar woede, Hendrik Burnagel
beschuldigde, met minder eerlijke bedoelin
gen, Louise bij haar onder dak te hebben
gebracht, was het besluit der weeze genomen.
Na een laatsten, slapeloozeu nacht ten hui
ze der z. g. mevrouw Palonnier, bracht zij
een voornemen ten uitvoer, waarover zij reeds
meerdere dagen had gepeinsd. Onder voor
wendsel van een boodschap te moeten doen,
verliet zij voor goed het bovenhuis, haar
beugeltasch met eenige kleinodiën van waar
de achter latend, en begaf zich naar den han
delaar in garen en band, waar zij, na het ver
haal harer lotgevallen, met open armen werd
ontvangen.
Hier schreef Louise den ons bekenden
brief aan Burnagel, en nadat zij eenige dagen
in de woning van Van Brenichem en zijn
vrouw had doorgebracht en deze oude, kin-
derlooze lieden zie'; zeer ingenomen met haar
hadden getoond, was haar door de vrouw des
huizes, een plaats als gezelschapsjuffer be
zorgd bij mevrouw de weduwe Swarthoven,
bij wier ouders juffrouw Van Brendichem
vóór haar huwelijk, jarenlang in dienstbetrek
king was geweest.
Ten zeerste getroffen en diep bewogen
bij het vernemen van Louise's ongelukkig
lot, had mevrouw Swarthovén beloofd voor de
toekomstige bestemming der arme weeze te
zullen zorgen, en het was ten huize dezer ach
tenswaardige dame, dat kapitein Van der
Stap, zijn geliefde .verloren gewaande nicht,
mocht weervinden.
Op deze wijze kwam al het raadselachtige
aan den dag; dat tot hier toe, in de geschiede
nis van sommige' personen van ons verhaal,
was verholen gebleven.
Zóó vroolijk, met zóóveel ongeveinsde
vreugde, was binnen Amsterdam, misschien
sinds dagen, geen avondpartij gevierd. Lustig
ging de beker der vriendschap en der vreugde
rond en het was lang na middernacht, eer
'smand van scheiden sprak.
Louise Dalman zou voorloopig haar ver
blijf houden ten huize harer moederlijke
vriendin, mevrouw Swarthoven, totdat door
het verlof van Z. M. den Koning, luitenant
Renberg z'n vurieste wensch. zijn vereeni
ging met de beminde zijns harten voor hel
leven, zou vervuld zien.
De Neef van Curacao betrok weldra zijn
pas aangekochte, prachtige woning, die hi;
door het aanbrengen van tal van verbeterin
gen en verfraaiingen, geheel naar zijn sin
had laten inrichten. Hier sleet de brave, oude
zeeman, tot ia hoogen ouderdom, rustige en
genoegelijke dagen, zijn aanzienlijk vermogen
na zijn dood nalatend aan zijn eenige nabe
staande, mevrouw Louise Renberg.
Enkele maanden na de partij die kapitein
7an der Stap ten huize van Barend Prouwel-
man had gegeven, mochten zich twee paar
gelukkige menschen door den echt vereenigd
zien.
Hendrik Burnagel en zijn Willempje waren
de eersten van het tweetal, die in de huwe
lijksboot stapten daarop volgden Renberg
met zijn Louise. En op de luisterrijke partij,
lie de Neef van Curasao tot viering van hel
huwelijk van zijn redder met zijn geliefde
nicht gaf, waren behalve de familie Prouwel-
:nan, mevrouw Swarthoven en Van Brendi
chem met z'n vrouw, ook juffrouw Gronne en
de heer Christophorus Kuuppelbusch uit de
Kalverstraat, genoodigd, benevens diens
dochters Hortense en Juliette.
Ditmaal waren die twee kostbare dochters
van onzen ouden kennis, gelukkiger in hun
uitgaan, dan we bij den aanvang dezer tafe-
reelen hebben verhaald.
Gedoscht in splinternieuwe costuums uit
het befaamde atelier van madame Perroquel
deden Hortense en Juliette, behouden en wel,
'aa^r „entree" in dan Franschen Tuin in de
Elandstraat, waar het huwelijksfeest, zooals
gezegd, met veel praal en luister, werd ge
vierd-
'EINDE.