RECHTSZAKEN. Hei gosdkoope slokkie De ramp met de „Rijper kerk". Het onderzoek door den Raad voor de Scheepvaart. De hardnekkige scheepsbrand. De Benzine-ontploffing op de „Wilhelmina." Een wielrijder zonder armen. HANDEL EN NIJVERHEID. Vereeniging tot het houden van Jaarbeurzen in Nederland. Indexcijfers handelsprijzen. Ongebanderoleerde tabaksfabri katen en de Jaarbeurs BINNENLANDSCH NIEUWS. Invoer van schoenwerk. Mid d enstandscongres. Een hulde aan minister Colijn. Steenkolen in den achterhoek. Overtreding der loterijwet? Hugo de Groot herdacht. De petroleumkachel-kwestie. De pensioenen van het Spoorwegpersoneel. LUCHTVERKEER. Vliegtuigen voor Ned. Koloniën Het wereldhoogte-record verbeterd? ORDE EN ARBEID Uit het bouwvak. De facultatieve 10-urendag verzocht. De loonen der havenarbeiders. D© Neef van Curapao. lil de gist- en spiritusfabriek „De Maas" te Schiedam bestaat de gewoonte om aan de arbeiders, evenals dat wel aan boord van schepen geschiedt, een oorlam uit te deelen. In een kastje, waarvan de meesterknecht den sleutel had, stond een flesch met z.g. „ver sneden" spiri us en aan dit vocht konden de werklui hun hart ophal Een stoker uit dé fabriek evenwel gaf niet om een borrel en gebruikte er dan ook nooit van, tot op zekeren dag één van zijn kameraden na een har tigen slok zeide Bé je betoetert, kerel, jij heb' toch net zoo goed recht op een slokkie. Weet je wat je doet, inplaats je 'n glaassie neemp, doe je het in een flesch en als die dan vol is, welnou, dan koop ik hem van je." Daar had de stoker wel ooren naar. Een tijdie ging het goed en de kameraad kwam goedkoop aan z;jn borrel, doch ziet, nu kwam 'ook het geldduiveltje een woordje meepra ten het ging den stoker n.l. veel te lang zaam. Telkens één zoo'n glaasje in de flesch dat schoot niet op, je merkte haast niet dat-ie voller werd En toen op een goeien dag de meesterknecht even weg was, nam de sto- ,ker de flesch met spiritus en goot die voor het grootste deel over in zijn eigen flesch, 'die nu heel wat vlugger vol was. Dit herhaal de hij eenige malen, tot de stoker gesnapt werd. Dezer dagen moest hij zich voor den politierechter, Mr. ÏJssel de Schepper, ver in twoorden. RechterHoe kwam je daar nu toe, om dien spiritus te stelen? 1 Bekl.: Te stelen Ik zag daar geen kwaad |in, edelachtbare. Ik doch' wat in die flesch zit, is net zoo goed van mij als van de anderen, i Rechter Ja, ja, maar hoeveel zat er in die flesch Bekl. Ik denk zoowat 2% L. Rechter En hoeveel hebt U er uitgehaald? Bekl. Zoowat 2 L., edelachtbare. Rechter En met zijn hoevelen waren Jullie. Bekl.Met zijn vieren, edelachtbare. Rechter Nou dan, een vierde van 214 ts toch zeker geen twee? Je staat hier te draaien man en dat is heel stom van je. Bij de instructie heb je alles volmondig bekend en daarom heeft het Leger des Heils een rapport over je uitgebracht, waarin gead viseerd wordt je voorwaardelijk te veroor- deelen, maar bij iemand die zelf niet inziet, dat hij verkeerd gehandeld heeft, is een voor waardelijke veroordeeling niet op zijn plaats dat begrijp je zeker wel. Die spiritus was om aan die andere menschen een borrel te geven en niet om door u te worden verzameld en dan verkocht te worden. Dat is diefstal. De Politierechter leest daarop de bekente nis van bekl. bij den rechter-commissaris voor Bekl. Dat is zoo, wat daarin staat. Rechter Waarom zeg je dat niet dadelijk? Bekl. Ja ziet u, ik heb zoo'n groot huis houden en zes kinderen Rechter Maar u moogt uw huishouden niet op kosten van een ander onderhouden. Na het getuigenverhoor eischte het O. M., waargenomen door mr. J. G. Holsteyn, we gens diefstal 1 maand gevangenisstraf. Bekl. Zou ik geen voorwaardelijke veroor deeling kunnen krijgen Ik heb er zoo'n ont zettende spijt van. Ik heb me er al half gek over geprakkizeerd. Ik doe niks as prakkizee- ren d'r over. Rechter Ik wil aannemen dat u meer spijt •oelt, dan u zeggen kan. De één kan dat beter teggen, dan de ander. Ik zal nog eens vertrou wen in u hebben en u tot 2 maanden gevange nisstraf veroordeelen, voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daarna stond de kameraad van den vorigen beklaagde terecht, wegens het koopen van den door diefstal verkregen spiritus. Rechter U wist toch zeker wel, dat die spiritus gestolen was. Bekl. Ja da' kon 'k wel snappe. Rechter Waarom deed u het dan Bekl. Omda'k graag een slokkie lus.lj Rechter Ik vind 't nog al stom van iemand die al eens voorwaardelijk veroordeeld is ge weest, 'n ander over te halen spiritus te stelen alleen om u een slokkie te bezorgen. Uw slok kies brengen niet alleen u zelf in den goot, doch ook anderen in gevaar, want de gevan genisdeuren hebben voor dien man openge- itaan. Bekl. Dat is allemaal goed en wel, maar >en ik daar nou alle.cn de schuld van Rechter Natuurlijk. Bekl. Hoe dat zoo? Rechter U weet toch wel, dat u dat niet doen mag. U mag niemand overhalen te gaan stelen. Bekl. Moet-ie zich niet late' overhale.' Die man had toch ook zijn verstand en azzie aou toch een goedkoop slokkie kan krijgen, lan wazzie wel gek azzie da' nie' dee." Wegens heling eischte het O.M. twee maan- len gevangenisstraf. Bekl. Zou 'k geen voorwaardelijke veroor- ieeling kenne' krijge Rechter Voor iemand als u, die blijkbaar zco aan den drank verslaafd is, is geen voor- waarfleiïjKe verooraeenng weggeiegd. Het is misschien wel eens goed, dat u uw slokkie een paar maanden onthouden wordt. Vonnis 2 maanden gevangenisstraf. Zoo werd het goedkoope „slokkie" ten slotte toch nog duur De Raad voor de Scheepvaart heeft Vrij dag een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van den brand aan boord van het stoomschip „Rijperkerk",toebehoorende aan de Vereenig- de Nederlandsche Scheepvaartmaatschappij. De 2e stuurman de heer K. W. van Beau mont werd als getuige gehoord. Hij deelde mede, dat de „Rijperkerk" 53 koppen be manning telde. Het schip maakte de vijfde reis, welke via Antwerpen naar Durban ging en vervolgens langs de Oostkust van Afrika door het Suezkanaal naar Marseille. Op dit laatste gedeelte der reis werd de brand ont dekt. Op 3 November vertrok de „Rijperkerk' van Port Said. Op 11 November bevond het schip zich in de Middellandsche Zee. Toen werd brand ontdekt in een der kolenbunkers. Er kwam een massa rook uit. De kolen, waarvan een groote hoeveelheid roodgloeiend was, werden verwerkt. Eenige dagen werd voortgegaan met het verwerken der kolen, ook werd er stoom ingelaten. Na eenigen tijd leek het, alsof de brand gebluscht was, doch weldra kwam er weer rook te voorschijn. Aan den kolenbunker grensde ruim 3. Daarin bevond zich als lading, 1700 zakken sesam, voorts 400 balen katoen en 700 pakken sisal. Onder de zakken sesam waren eenige nat aan boord gebrachtook van de balen katoen waren eenige vochtig. Deze lagen verspreid in het ruim. Op 16 November bevond de „Rijperkerk" zich op 12 mijl afstand van de haven van Bastia op Corsica. Op dien dag kwam uit ruim 3 rook. Vlammen waren er niet te zien. Alle luiken werden gesloten. Er werd scheeps raad gehouden, en besloten ter reede de aake. s te laten vallen, en werkvolk te vragen, om de lading te verwerken. Stoom werd toe gelaten in ruim 2. In ruim 3 was geen ge leiding. Er kwam daar meer en meer rook uit. De „Rijperkerk" mocht eerst niet de haven in, maar tenslotte gaven de havenautoriteiten toestemming, naar binnen te gaan, indien er geen explosieve stoffen aan boord waren. Reeds waren eenige leden der bemanning bewusteloos geworden door de dampen. Lichters en werkvolk waren niet te krijgen. Het schip, dat slagzij had, werd aan den wal gemeerd. In de haven lag een Fransch oorlogsschip. Op den wal werd een hand- s puit met twee slangen in werking gezet. De bemanning was dag en nacht bezig de lading te verwerken of te lossen. Ten slotte kwam ook werkvolk van den wal. Er werd steeds doorgespoten, 's Nachts kwam er nog een pomp bij. Door den rook was het niet meer doenlijk te werken. Toen men bezig was, ruim 2 onder water te zetten, kwam er ook rook uit dit ruim, dat met een houten schot gescheiden is van ruim 3. De marconist had inmiddels verbinding gekregen met Hr. Ms. „Tromp", die in de Middellandsche zee kruiste. Dit oorlogs schip stoomde de haven binnen en kwam naast de „Rijperkerk' te liggen. De „Tromp" gaf met twee slangen water. In het geheel werd toen met 12 slangen gespoten. Het gaf evenwel niet veel. De bemanning van het oorlogsschip boorde eenige gaten in den huis ter hoogte van de waterlijn, om water in het schip te doen stroomen. Er is ook gevraagd, of de „Tromp" eenige gaten onder de waterlijn in de „Rijperkerk" wilde schieten. Doch het geschut was te zwaar en de haven niet geschikt voor de be- noodigde manoeuvre. De „Tromp" ging na eenige uren weg. De commandant zeide, dat er toch niets aan te doen was. Het Fransche oorlogsvaartuig heeft da. r a zes schoten op het voorschip van de „Rijper kerk" gelost, waarvan eenige boven, eenige onder water troffen. Het schip kreeg wel zware slagzij, maar zonk nog niet. De bedoe ling was, dat het voorschip onder water zou komen. Vervolgens is ook nog brand ontstaan in ruim 1. Eerst den nacht daarop zonk einde lijk de „Rijperkerk" tot op den bodem der haven. De brug stak boven water uit. De kapitein, le machinist, le stuurman en assistent-machinist bleven te Bastia achter. De overire officieren en bemanning keerden naar Holland terug. Op de vraag van den voorzitter, prof. mr. Taverne, deelde getuite mede, dat z.i. de oorzaak onbekend is. Het kan zijn, dat door de broeiing in den kolenbunker brand in het ruim is ontstaan. Het kan ook zijn, dat de branden onafhankelijk na elkaar zijn ont staan. De temperatuur in ruim 3 is dezelfde gebleven. De machinist C. L. van Hees deelde mede, dat in den kolenbunker geregeld tempera tuur werd opgenomen. Deze gaf geen aan leiding tot het vermoeden van brand. Get. zeide, dat het mogelijk was, dat de brand in het ruim zou ontstaan zijn, en dat hierna in den bunker de kolen zijn gaan broeien. De kolen zijn te Durban ingenomen. De inspecteur voor de scheepvaart, de heer Van der Boom, zeide over de oorzaak zich nog geen oordeel te kunnen vormen. Hij achtte het wenschelijk, dat ook de kapitein en le machinist gehoord zouden worden. Het onderzoek der zaak, waarvoor veel belangstelling bestond, werd hierop gesloten. Later volgt uitspraak. Aan de grove onvoorzichtigheid te wijten. Vrijdag j.l. heeft de Raad voor de Scheep vaart te Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van de benzine-ontploffing aan boord van het motorvaartuig „Wilhelmina". De Raad is van oordeel, dat deze noodlottige ramp aan grove onvoorzichtigheid is te wij ten. Toen de dekknecht in de motorkamer een benzinelucht waarnam, had hij geen open vuur moeten gebruiken alvorens het benzine- gas was verdwenen. Overigens meent de Raad met klem te moeten wijzen op het groote gevaar, waarin opvarenden en zij niet alleen zich be vinden, indien het vervoer van benzine en soortgelijke stoffen plaats heeft onder om standigheden als hier is geschied. Waar het onderhavige vaartuig was ver huurd, hangt het van de bepalingen der tus- schen partijen gesloten overeenkomst af, in welke mate de eigenaar of de huurder aan sprakelijk is voor de gebreken aan het schip met het oog op het doel waarvoor het werd gebruikt. De Raad wil zich dus bepalen tot het blootleggen van den. toestand, zooals deze hier is gebleken, betreffende de veiligheid in de Rotterdamsche haven. Vooreerst blijkt, dat de „Wilhelmina", ge laden met 30.000 liter benzine, als 't ware midden in de stad ligplaats heeft genomen. De vraag dringt zich op of het toezicht hier vol doende is gewfcst. Voorts was het schip voor het vervoer van een dergelijke gevaarlijke lading geheel ongeschikt. De motorkamer was niet afgesloten van het ruim, langs ver schillende wegen konden gassen en ook vloeistoffen van het ruim in de motorkamer komen. Daarbij komt nog, dat de motor slechts met een vuur kon worden aangesto ken. Zelfs in die motorkamer waren benzine- blikken aanwezig. Deze waren volgens ver klaring van den dekknecht ledig, doch waren op andere tijden wel gevuld. In de ruimte zelf dus, waar open vuur moest worden gebruikt om den motor in wer king te brengen, waren alle voorwaarden aan wezig voor de vorming van een ontplofbaar mengsel. Wel is waar had reeds matige voorzichtig heid van den dekknecht nog alle onheil voor komen, maar dit neemt niet weg dat aller eerst moet worden belet, dat dergelijke onbe kwaamheid en onvoorzichtigheid zulke heil- looze gevolgen kan hebben en daarom is noo- dig, dat de inrichting van een schip, dat voor vervoer van benzine wordt gebruikt, geheel anders is dan met de motorboot „Wilhelmina" het geval was. De Raad meent deze aange legenheid ten dringendste in de aandacht van de autoriteiten in de Rotterdamsche haven te moeten aanbevelen. Een bijzondere zaak werd deze week door net kantongerecht te Purmerend behandeld. Een persoon te Wormer, die zijn beide armen mist, kan niettegenstaande toch fiet sen op een gewoon rijwiel, waarop een zeer hoog stuur is bevestigd. Hij stuurt dan met de kleine armdee'en, waarover hij nog beschikt en zoo kan hij be hoorlijk wielrijden. De man schrijft met een kunsthand en is boekhouder te Amsterdam. En hij had zich nu te verantwoorden wegens het rijden zonder licht. Hij was met den trein van zijn werk naar Wormerveer gekomen en ging naar ge woonte vandaar per rijwiel naar huis. Onder weg geraakte zijn electrische lantaarn de fect, zoodat hij geen licht aan zijn fiets had. En daar hij wegens het gemis van zijn armen de lantaarn niet kon herstellen en volgens zijn verklaring ook niet loopende zijn fiets kan voortduwen, meende hij niet anders te kunnen doen dan op zijn rijwiel te blijven zitten. Hij ontmoette toen den gemeenteveld wachter, die hem bekeurde. De ambtenaar van het O. M. mr. Hoef- felman, deelde mede, dat er vroeger ook al eens een proces verbaal tegen dezen be klaagde was ingekomen wegens rijden zon der licht, welke zaak spreker toen niet heeft vervolgd. Doch nu het weer gebeurde, wilde hij wel eens den verbalisant hooren. De betrokken veldwachter verklaarde daarop, dat hij gemeend heeft met dezen beklaagde geen uitzondering te moeten ma ken, daar hij, volgens hem, wel had kunnen lcopen. Hij had hem wel meer zien loopen met zijn fiets. De beklaagde zeide hierop, dat hij dit ook wel kan, maar een heel klein stukje, b.v. de fiets van de schuur op den weg brengen. Doch op dien avond moest hij nog wel 20 minuten loopen eer hij thuis was en dat was voor hem onmogelijk. Nog zeide beklaagde, dat de politie in Amsterdam met deze omstandigheden altijd rekening heeft gehouden. De ambtenaar kon niet anders dan het ten laste gelegde bewezen achten. Maar hij wilde aannemen dat het voor beklaagde bij zonder bezwaarlijk is om bij zijn fiets te loopen, weshalve hier overmacht aanwezig was. Derhalve vond hij het ten laste gelegde niet strafbaar en vroeg ontslag van rechts vervolging. De kantonrechter wilde zoo ver niet gaan, omdat toch een strafbaar feit is begaan. Maar hij vond ook, dat hier sprake was van over macht en maakte daarom gebruik van zijn recht om geen straf op te leggen. De ongelukkige man was hiermede te vreden. Tot lid van het Algemeen Bestuur van de Vereeniging tot het houden van Jaarbeurzen in Nederland is door de Ledenvergadering benoemd de heer Dr. W. Lulofs, Directeur der Gemeente Electriciteitswerken te Am sterdam. Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt weer een en ander mede betreffende de in- e ;cijfers der graot- en kleinhandelspri.z :tl. Evenals in de voorafgaande maanden van voor Januari 1924 in vergelijking met De cember 1923 weder een stijging van het index cijfer (met basis 1913) te constateeren. De stijgingen sedert Augustus 1923 de maand waarin het laagste indexcijfer na den oorlog werd genoteerd, bedragen thans voor het algemeen indexcijfer 14 punten voor dat der voedingsmiddelen e. d. 21 pynten Bij vergelijking met December 1923 staat tegenover een prijsstijging van 27 artikelen met in totaal 203 punten, een prijsdaling van 7 artikelen met in totaal 140 punten. Gestegen zijn de artikelen hooi (met 12 punten), o:ge (1) ge t (13) ave maïs (6), rijst (15), zemelen (5) macaron. (7), erwten (2), aardappelen (42), koffie (3), thee (1), cacao (2), peper (2), melk (11), kaas (4), boter (9), zwavelzure ammoniak (4), lijnolie (10), terpentijnolie (12), hennep (7), paarde- huiden (5), runderhuiden (3), tin (6), zilver (2), hars (4) en krantenpapier (9). Daaren tegen daalden de artikelen tarwe (1), suiker (2), eieren (70), zout (5), ijzer (9), steenen (34) en kalfsvleesch (met 19 punten) De minister van Financiën heelt bepaald dat ten aanzien van het exposeeren van de ongebanderoleerde tabaksfabrikaten en de vervaardiging ervan bij inzendingen aan de Jaarbeurs te Utrecht, kan worden gehandeld onder dezelfde voorwaarden als bij de vorige jaarbeurs waren gesteld. Deze mededeeling geldt ook voor de volgende te houden jaar beurzen. „N ederlandsch Fabrikaat." In de Februari aflevering van het orgaan der Ver „Nederlandsch fabrikaat" treffen wij o. a. aan Een artikel waarin de opzet van de ten toonstelling, uitgaande der Vereeniging „Ne derlandsch Fabrikaat" wordt besproken, en waarin in het bijzonder de aandacht wordt gevestigd op de in voorbereiding zijnde tentoonstelling van Nederlandsche Nijverheid dezen zomer te Scheveningen te houden. „De arbeidsmarkt" geeft o.a. belangrijke cijfers in verband staande met het werkloo- zenvraagstuk. Inderdaad moeten de cijfers die de schrijver van dit overzicht, de Heer Meyer de Vries, geeft van het aantal werkloo- zen, de overtuiging geven, dat het voorbij gaan van nationale voortbrengselen ontoelaat baar moet worden genoemd. „Van Alles Wat" geeft, als naar gewoonte korte belangwekkende mededeelingen op ver schillend gebied. Het artikel „Voorkeur voor Nederlandsch Fabrikaat" hekelt met recht de onverschillig heid die nog veelal wordt betoond bij het olaatsen van bestellingen en opdrachten in het buitenland, zonder dat werl'.el jk van te voren is onderzocht of zulks niet evengoed hier te lande had kunnen geschieden, en zeer zeker is het te betreuren, dat nog zoovele openba re lichamen dit „laat maar waaien" systeem volgen. „In en Uitvoercijfers" geven ditmaal een overzicht van het verloop in de laatste ja ren van den uitvoer van lijnolie en van su- perphosphaat. Zeer belangwekkend is het artikel. „De Nederlandsche handel met het buitenland in 1923." Van de officieele berichten vestigen wij allereerst de aandacht op een stukje „Een schitterend voortbrengsel van onze Neder landsche Industrie waarin wordt medege deeld op welk eene misleidende wijze ge bruik werd gemaakt van een Nederlandsch etiket op een artikel van buitenlandsch fabri kaat. Overigens vindt men in deze aflevering nog de gewone officieele rubrieken: o.a. Het nationaliteitsmerk van Nederlandsche pro ducten, Exportrubriek-Bemiddeling voor Werkgevers en Werkzoekenden, enz. ns:sss3s:s3ss: Volgens het Vakbl. v. d. Schoenmaker bedroeg in Januari 1924 de invoer van schoenen 68.574 paren, ter waarde van 196.000, waarvan uit Duitschland 35.226 paren, ter waarde van 99.000, België 4156 paren, ter waarde van 17.000, Engeland 458 paren, ter waarde van 5000, Tsj. Slo wakije 1280 paren, ter waarde van 9000, tegen in Jan. 1923 totaal 271.817 paren, ter waarde van 1.089.000. De uitvoer bedroeg ruim het dubbele van het maandgemiddelde in 1923. Dit jaar wordt het Middenstandscongres zoo mogelijk te Amersfoort gehouden. B. en W. hebben den gemeenteraad een subsidie van500 voorgesteld. De Anti-Rev. Kiesvereeniging Nederland en Oranje te Winschoten heeft bet volgende telegram aan Minister Colijn gezonden: „D A.-R. Kiesvereeniging N. en O. tc Winschoten, bijeen in vergadering, spreekt haar weerzin uit tegen de laffe wijze, waar op Z. Excellentie's persoon en werken in Kamer en Pers worden bestreden en betuigt haar volle vertrouwen in haar partijleider en in de wijze, waarop door hem de belan gen van Land en Volk worden behartigd en bidt hem Gods zegen toe." Nieuwe boringen. De boortoren te Gorle wordt naar Groenlo overgebracht. Bij de boerderij „Ruimzicht zal een begin worden gemaakt met het bo ren naar steenkool. 100.000 loten in beslag genomen. De Centrale Recherche te Rotterdam heeft bij wtederverkoopers van „Ulilé" al daar 100.000 loten m beslag genomen, spe lende op de 435ste Staatsloterij. (Tel.) Uit New-York wordt gemeld, dat onder leiding van de Netherland-American Foun dation een vereenigng van Amerikanen van Nederlandsche afkomst en van in Amerika wonende Nederlanders een fonds wordt ver zameld, met het doel, in de Nieuwe Kerk te Delft 'n gekleurd ve..-ter te plaatsen, gewijd •ran de nagedachtenis van Hugo de Groot. Het is de bedoeling, dat tot deze stichting voornamelijk zullen bijdragen Amerikaan- sche advocaten en rechters, leden van de American Bench and Bar. Het raam zou in 1925, het jaar waarin het 300 jaar geleden zal zijn, dat De Groot's „De Jure Belli ac Pacis verscheen, overhandigd worden. Men hoopt voor dit doel tienduizend dollars bij een te krijgen. De Minister handhaaft zijn standpunt. De Middenstandsraad heeft in zake het verwarreen van winkels met petroleumka chels aan den Minister van Arbeid verzocht de districtshoofden der Arbeidsinspectie er op te wijzen, dat niet verboden behoort te worden, wat naar algemeene opvatting zon der bezwaar kan worden toegelaten. De Minister antwoordde dat hij geen aanleiding vindt een wenk in dezen zin te geven. SPOEDIGE INVOERING VERZOCHT. Het hoofdbestuur van den B. A. N. S. heeft een schrijven aan de ministers van Wa terstaat en van Financiën gezonden, waarin verzocht wordt, de toegezegde verbeteringen in de pensioenregeling voor het spoorweg personeel binnen zoo kort mogelijken termijn bij de Staten-Generaal aanhangig te maken. In de bij dit schrijven gevoegde toelichting wordt er o.m. op gewezen, dat de door den loonraad voorgestelde loonregeling bij in voering op 1 Januari 1921 door de directie met 4 werd verminderd, omdat van het rijkspersoneel geen korting voor de pensioe nen werd geheven en dezelfde regeling voor het spoorwegpersoneel gewenscht werd. Sinds 1 Januari 1923 wordt bovendien op de loonen van het spoorwegpersoneel vooi premie aan het pensioenfonds 8 V2 gekori als gevolg van de vanaf dien datum eveneen: ingevoerde verplichte bijdrage door het over heidspersoneel voor de pensioenen. Hierbi; moet nadrukkelijk de aandacht erop geves tigd worden, dat daarbij voor het spoorweg personeel geen rekening gehouden wordt met vroeger betaalde afloopende korting, zooals ten aanzien van het rijkspersoneel wel ge schiedt. Proefvliegen in Soes ter berg. In verband met het voornemen tot den aankoop van 14 vliegtuigen 7 verkenners- jagers en 7 verkenners, tot een bedrag van f 70Q.00C voor koloniën, is besloten, dat eenige machines van verschillende fabrieken op het vliegkamp Soesterberg vergelijkende vlieg- proeven zullen afleggen onder toezicht van den heer Vreeburg, hoofdingenieur der In dische Luchtvaart-afdeeling. Met deze proeven wordt heden, Dinsdag een aanvang gemaakt. Slechts machines van de Nederlandsche industrie, n.l. een Fokker en een Koolhoven-toestel zullen er aan deel nemen, waaruit mag worden afgeleid, dat onze eigen industrie voor levering in aanmer king zal komen. Aanvankelijk zou ook een Breguet-vüegtuig aan de proeven deelnemen, doch hiervan zag de Fransche onderneming af, waardoor deze haar aanspraken op de le vering verkliest. Het Fokker toestel is een C IV met Na pier Lion-motor, terwijl Koolhoven met een jagerverkenner verschijnt, voorzien van een Bristol Jupiter-motor. Van deze proeven, die enkele dagen zullen voortduren, is de beslissing omtrent de be stelling afhankelijk. Mac Ready stijgt tot 12.469 M. Een telegram uit New-York meldt, dat het den Amerikaanschen vliegofficier John Mac Ready is gelukt het werelahoogrerecord te verbeteren. Hij bereikte een hoogte van 12.469 M. en sloeg daarmede het record vzn den Franschman Sadi Lecomte met 1269 M. Vrijdag heeft te Amsterdam een conferen tie plars gehad tusschen vertegenwoordigers van aen Patroonsbond in de bouwbedrijven in Nederland en den Nederl. R.K. Bond van bouwpatroons met afgevaardigden van de Moderne, R. K. en Christelijke bonden vaa bouwvakarbeiders, den Neutralen timmer- liedenbond, en de Federatie van bouwvak arbeiders. De conferentie werd ge eid door het Eerste Kamerlid den heer W. Fransen Jzn. uit Leeuwarden, in zijn kwaliteit van voorzitter van den Nederl. R. K. Bond van bouwpa troons. De patroons gaven eene toelichting op de door hen gedane voorstellen tot wijziging vbd het thans afgeloopen collectief contract. Daarop volgden uitvoerige besprekingen tusschen beide partijen, welke echter niet toe overeenstemming tusschen de werkgevers hebben geleid. De werknemers zullenjnu, vermoedelijk in den loop van de v olgen e weelhunne hou ding nader bepalen. De Middenstandsraad heeft den Minister van Arbeid verzocht ae huidige Arbeidswet in dier voege te wijzigen, dat het mogelijk zou worden, dat arbeiders, die langer dan 8% uur per dag willen arbeiden, in overleg met hun werkgevers ook in dienst van dezen werkgever tot ten hoogste 10 uur per dag arbeid mogen verrichten. De besturen der bonden van transport arbeiders le Rotterdam, hebben aan de Scheepvaartvereeniging Zuid aldaar ver klaard, dat zij slechts dan geniegd zijn den arbeiders in overweging te geven te be- rusten in dezelfde loonen als tc Amster dam worden betaald, indien de handhaving van de overige arbeidsvoorwaarden in de overeenkomst verzekerd wordt. Heb het uitstekendste aan te bieden daf iemand wenschen kan, boe zal de wereld bet weten, indien gij met adverteert JOHN. P. ROCKEFELLER. ioUandsche tajereelen tut hel begin t J der vorige eeuw, DOOR JOS. P. H. HAMERS J EIND GOED, AL GOED. Ounoodig er over tiit te weiden, met welk een gespannen aandach': het verhaal van den kapitein, door alle aanwezigen werd aange hoord. Maar ook, niet gering was het onge duld, waarmee de gasten hun verlangen te kennen gaven, om uit den mond van Louise zelf te vernemen, welke goede beschermgeest naar ,toen zij de woning van mevrouw Pa- ionnier ontvlucht was, onder het herberg zame dak van mevrouw Swarthoven had ge voerd. Vooral Renberg en Burnagel drongen daarop aan de laatste omdat hij brandde van nieuwsgierigheid om te weten, wat de heldin van ons verhaal aanleiding had gegeven, om hem van een samenspanning met mevrouw Palonnier te verdenken, getuige den brief, dien zij hem geschreven had en door welks 'nhoud hij zoo'n grievend leed had onder vonden. Maar Louise, wier gemoed nog te diep ge schokt was, door de verschillende aandoenin gen, die haar dezen avond hadden bestormd, verzocht de aanwezigen haar van deze pijn- .ijke taak te verschoonen, waarop mevrouw 1 wart hoven in hare plaats en ten genoegen van t gezelschap verhaalde, op welke wijze rij. met hare jeugdige vriendin bekend was •eworden. Het was dan in den vroegen ochtend van den 22sten Mei, dat Louise Dalman, slechts van een pakje met het noodige lijflinnen voor zien, het huis harer tante Barta had verlaten en, ingevolge afspraak, des avonds te voren met de huisbewaarster van den heer Hoog- brand gemaakt, zich op weg begeven had naar het naburige Tweilo. Daar woonde op een hofstede van den heer Hoogbrand, een zwager van deze vrouw, die een weinig met Louise bekend was, aangezien hij haar wel eens, van juffrouw Engcner vergezeld, had ontmoet. In het huis van dezen man had zij nog vroeg in den morgen, den ons bekenden brief aan haar tante geschreven, den zelfden brief, dien kapitein Van der Stap ongeveer drie maanden daarna, bij Barta Van Punten, heel toevallig, onder scheurpapier, in de keuken, op den rand van den schoorsteenmantel had gevonden. Volgens de schikkingen door de huisbe waarster van den heer Hoogbrand gemaakt, had Gerrit Holterink, de landman in Twello, juffrouw Dalman met zijn huifkar en paard bij z'n zoofi gebracht, die in het dorp Garderen woonde. Hij had de vluchtelinge bijzonder in de zorgen van dien zoon aanbevolen en hem verzocht, haar den volgenden dag naar Utrecht te brengen. Dat trof bijzonder goed. Want de jonge Holterink moest juist op dien dag te Utrecht op de Pinkster-paardenmarkt wzen, weshalve hij nog op den zelfden mid dag de reis naar Utrecht dacht aan te vangen. Met Louise, z'n vrouw en dochter, waren ze nog den zelfden avond daar aangekomen. In Utrecht had de nicht van den kapitein ten huize van goede kennissen van Holte rink overnacht en daarop, den volgender. morgen, na een vriendelijk afscheid van deze hupsche menschen, in de schuit op Am sterdam plaats genomen, waar zij, zooals we weten, ook Burnagel had aangetroffen. Het geval met <fen valschen rijksdaalder en de aanleiding tot haar onderdak brengen 1 bij mevrouw Palonnier, zijn ons ook bekend. In de eerste dagen van haar verblijf bij deze slechte vrouw, had Louise hoegenaamd niets bemerkt, dat naar eenige onbetamelijkheid zweemde, of naar de omstandigheid, dat zij zich ten huize bevond van de houdster van een speelhuis. Integendeel, de geslepen me vrouw Palonnier, had met zóóveel overleg heur maatregelen genomen, dat Louise haar al heel spoedig heur volle vertrouwen had geschonken en openhartig haar levensgeschie denis en lotgevallen had meegedeeld. Maar het leed niet lang, of de predikantsdochter, wie het niet aan natuurlijke scherpzinnigheid mangelde, had de gastvrouw nader keren kennen en eenigen argwaan tegen haar be ginnen op te vatten. Die argwaan was al- lengskens versterkt, toen mevrouw Palon nier, ofschoon bedektelijk, zich eenige zin spelingen had laten ontvallen, omtrent het beroep dat zij uitoefende. Louise was sindsdien op haar hoede voor dat measch. Zij begon in te zien, dat zij haar vertrouwen aan een onwaardige had geschon ken en hield op met haar vertrouwelijke me dedeelingen. Die argwaan sloeg over tot af keer en zij zocht daarom zooveel mogelijk, de eenzaamheid op heur kamer. Maar dit was niet naar den zin van mevrouw Palonnier, die nu zij 't meisje niet naar d'r hand kon zetten, het masker halverwege oplichtte en zich niet ontzag haar verbittering op Louise, in laag hartige en vernederende toespelingen op haar verlaten toestand, bot te vieren. Eens, toen de vrouw des huizes afwezig was en Louise van kommer en droefheid ver vuld, alleen in haar kamer vertoefde, was onverwachts Hendrik Burnagel gekomen en had haar met rood bekreten oogen aange troffen en in deze treurige stemming verrast. Ze had daarop, haren vriend en beschermer onbewimpeld haar verlaten toestand uiteen gezet en hem gesmeekt, om toch alles in 't werk te stellen wat in zijn vermogen was, om haar de een of andere betrekking te bezorgen, en haar, een weeze, die hij zich zoo groot moedig had aangetrokken, niet te verlaten. We weten, dat dit beroep van het ouderlooze meisje, niet zonder gevolg op het medelijdend en rechtschapen hart van Burnagel was ge weest. Langzamerhand zoo luidde verder het verhaal van mevrouw Swarthoven was juffrouw Dalman opmerkzaam beginnen te worden op de bezoeken, die mevrouw Pa lonnier op vast gestelde avonden ontving bezoeken van officieren en burgers van aan zienlijken huize, die met het kennelijk doel kwamen, den tijd, voor het grootste gedeelte van den nacht, met hasardspelen te verdrijven en wier gesprekken, niet zelden te vrij, on passend en onvoegzaam waren. In de eerste dagen van Louise's verblijf op het bovenhuis van mevrouw Palonnier, wa ren deze bezoeken niet zoo menigvuldig ge weest maar nadat zij er een paar weken ver toefd had, was er bijna eiken avond ook speel avond. Nu wilde het toeval, dat Louise een paar malen eenige benoodigdheden om te naaien ging koopen bij een paar oude, eenvoudige door en door brave lieden, het echtpaar Van Brendichem, die een garen- en band-winkel hadden in een dwarsstraat in de buurt. Reeds de eerste keer, dat zij in dien winkel iets ge kocht had, was er een soort hartelijke kennis making tusschen haar en deze menschen ont staan, welke daarna menigwerf door een buur praatje voor de toonbank was onderhouden. Op zekeren avond, toen mevrouw Palon nier, verbitterd door de weigering van Louise, om voor de heeren spelers wijn te schenken, haar met verwijtingen en beleedigingen over laadde en in haar woede, Hendrik Burnagel beschuldigde, met minder eerlijke bedoelin gen, Louise bij haar onder dak te hebben gebracht, was het besluit der weeze genomen. Na een laatsten, slapeloozeu nacht ten hui ze der z. g. mevrouw Palonnier, bracht zij een voornemen ten uitvoer, waarover zij reeds meerdere dagen had gepeinsd. Onder voor wendsel van een boodschap te moeten doen, verliet zij voor goed het bovenhuis, haar beugeltasch met eenige kleinodiën van waar de achter latend, en begaf zich naar den han delaar in garen en band, waar zij, na het ver haal harer lotgevallen, met open armen werd ontvangen. Hier schreef Louise den ons bekenden brief aan Burnagel, en nadat zij eenige dagen in de woning van Van Brenichem en zijn vrouw had doorgebracht en deze oude, kin- derlooze lieden zie'; zeer ingenomen met haar hadden getoond, was haar door de vrouw des huizes, een plaats als gezelschapsjuffer be zorgd bij mevrouw de weduwe Swarthoven, bij wier ouders juffrouw Van Brendichem vóór haar huwelijk, jarenlang in dienstbetrek king was geweest. Ten zeerste getroffen en diep bewogen bij het vernemen van Louise's ongelukkig lot, had mevrouw Swarthovén beloofd voor de toekomstige bestemming der arme weeze te zullen zorgen, en het was ten huize dezer ach tenswaardige dame, dat kapitein Van der Stap, zijn geliefde .verloren gewaande nicht, mocht weervinden. Op deze wijze kwam al het raadselachtige aan den dag; dat tot hier toe, in de geschiede nis van sommige' personen van ons verhaal, was verholen gebleven. Zóó vroolijk, met zóóveel ongeveinsde vreugde, was binnen Amsterdam, misschien sinds dagen, geen avondpartij gevierd. Lustig ging de beker der vriendschap en der vreugde rond en het was lang na middernacht, eer 'smand van scheiden sprak. Louise Dalman zou voorloopig haar ver blijf houden ten huize harer moederlijke vriendin, mevrouw Swarthoven, totdat door het verlof van Z. M. den Koning, luitenant Renberg z'n vurieste wensch. zijn vereeni ging met de beminde zijns harten voor hel leven, zou vervuld zien. De Neef van Curacao betrok weldra zijn pas aangekochte, prachtige woning, die hi; door het aanbrengen van tal van verbeterin gen en verfraaiingen, geheel naar zijn sin had laten inrichten. Hier sleet de brave, oude zeeman, tot ia hoogen ouderdom, rustige en genoegelijke dagen, zijn aanzienlijk vermogen na zijn dood nalatend aan zijn eenige nabe staande, mevrouw Louise Renberg. Enkele maanden na de partij die kapitein 7an der Stap ten huize van Barend Prouwel- man had gegeven, mochten zich twee paar gelukkige menschen door den echt vereenigd zien. Hendrik Burnagel en zijn Willempje waren de eersten van het tweetal, die in de huwe lijksboot stapten daarop volgden Renberg met zijn Louise. En op de luisterrijke partij, lie de Neef van Curasao tot viering van hel huwelijk van zijn redder met zijn geliefde nicht gaf, waren behalve de familie Prouwel- :nan, mevrouw Swarthoven en Van Brendi chem met z'n vrouw, ook juffrouw Gronne en de heer Christophorus Kuuppelbusch uit de Kalverstraat, genoodigd, benevens diens dochters Hortense en Juliette. Ditmaal waren die twee kostbare dochters van onzen ouden kennis, gelukkiger in hun uitgaan, dan we bij den aanvang dezer tafe- reelen hebben verhaald. Gedoscht in splinternieuwe costuums uit het befaamde atelier van madame Perroquel deden Hortense en Juliette, behouden en wel, 'aa^r „entree" in dan Franschen Tuin in de Elandstraat, waar het huwelijksfeest, zooals gezegd, met veel praal en luister, werd ge vierd- 'EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 7