UI VOOR DE 1Y€LU A XA1 ET O liflv t Li Li - L F Xlllllllllllllimillllllllilir'I«!Sli![JiSI!iIllsa!ISSi!SgilISlI8!Iili3illilSililIi!!(^lll!gSni!ISii!illIl!iiysi:iilI[ llSISEiililfirililSÜSlUH^ 1 ^sinisiinjnijiiiiiiiigiiiinii:innsni:iiiiiiisnsii§iniiin2iiinigr:3igiiimii8iiniii •mngmo;n;i- üii;ihmiim§iifiiiniiiisnH:tès De zwerversjaren van Kees Melders Een duel op zee. Ss&L UIT DE MOPPENTROMMEL DERDF, JAARGANG fO?i eenaar van het koffiehuis, „sedert fen rain- onder sijn geoliede Heeding, aaii den hals man iemand te zien, die, Sich vasthoü- sie veertien dagen komt een schurk in en aan de polsen v/at ingehaald om het dend aan de verschansing, op hem'af- ht„, Pn telkenmale ra zim vertrek inloopeu van het water te beletten, klopte kwam n 1 cc tlink zeemanshart, dat -onder vrees Pierre herkende den man, die onge censureerde men de^ verdwijning van een merk. uit het ruim was gekomen; ter- hoed der klanten zucclaat oen niet, wij j|{j cevo-.d zich alleen aan dek yi dien stond hebben nem op heeterdaad betrapt vreeselijken nacht, op dit schip waarover „Didier!" ,Maar." nep Goedbioed uu, „ik heb me he' water heenstroomde ;n dat zulke Het was inderdaad de matroos, die op alleen in den hoed vergist het bewijs is dwaze sprongen maakte hem aankwam. Didier, tn beschonken dat ik maar. één noed heb had ik dezen gestolen dan had ik er rwee „Neen mannetie we kennen ie stre- en daarna kom te den uwen haten. Maar dn maal hebben wc er ie den tijd met toe gelaren .Maar ik ben geen diet," zuchtte de Tweemaal had de kapitein zijn getaand toestand, en met het mes tusschen zijn gelaat tuf lier luik pestoken en aan Pierre tanden. Toen hij vlak bij vm- zei hij gevraagd al hij nog <eetde. „Morgen zullen we te Paimpoi sijn. H„„ hno i Maar dan was hij maar weer gauw naar Een van ons beiden is clan te vee! Beter ken wel te oraagt daar den „e. o cc hcnecjen gekropen, bij de equipage die is het. de zaak hier even uit te vechten I, Ats «iitron li ATon P»;l a T e - daar ekkei warm zat tn tien tabakswalm neem je mes, ik heb het mijne, en den geur van teer en vtsch. en die zich „Didier. ga heen 1 riep Pierre uit je den tijd kortte met kaartspelen weet met wat ie zegt Pierre verdubbelde zijn attentie. Hij „Trek ie mes, zeg ik ie;...." ongelukkige beschuldigde ,,Ik ben een meende, das men me» ver van dc kust „Didiei, hinder me nier!.... Ik heb eerlijk man; men mag mij gerusi kennen.' was, en dat die wilde 'acht over de go:- toch al moeite genoeg den koers te hou- Hij gat naam en woonplaats op en de den schoener wel eens te laimpoi den 7fm,i na„, w ,9n. kon brengen vee! vroeger dan men wel „Wat hindert dat iAls we naar den commissaris zond een agent naar het aan En ,0, ,weemalen t e had Hij kelde; gaan, zooveel te beter 1.... We geduide acies soo 1U)SI gelne.ncj) }iecj veT m den nacht zijn alleen. Begrijp je me niet? Ik wil een ttchi te hebben zien schitteren, dat jeannie jij ook Trek ie mes!..,." Een uur tater kwam de agent terug, nitt anders kon zijn dan dat van een „Ga heen. Didier beladen als een muilezel met hoeden van vuurtoren „Wil je niet?.... Goed!..., Ver allerhande soort, kleur en model Dan was alles weer verdwenen m den dedig je dan anders I" „Zie." zei de hij, „dat heb tktn zijn huis groottn zwarien chaos, en hij had tot En Didier wierp zich op den tongen gevonden de vrouw van dien kerel was 3»chseiven gezegd dat liij droomde, man T.n r 1« de med die me m miin hmw-oe- dat Paimpoi nog ver weg was. heel ver! Zich van het gevaar bewust, had deze uit. is de meid die me tn mijn hmszoe £n cejj df „^chf was uif sijn borsf halverwege het touw losgeknoopt, dat king tieeti geleid. geweld hem vastgebonden hield „Welnu zei de commissaris tot den Want de vreugde, dat hij wederkeerde, Mc een satanischen lach brulde dc beschuldigde, „zal je nog langer looche- was bjj den jongen man vermengd met matroos nen, dat jij den hoedenchef benteen vrees, die hem onstuimig het hart „Ben je vast gebonden?Zooveel „ja. ik loochen zeker Die hoeden heb deed ïdoppen de vrees zich van aange- te erger voor je We zijn alleen, ik gekocht, ik draag ze niet meer, ziedaar zicht 'o> aangezicht geplaatst te vinden mannetje 1 den eenvoudigen uitleg tegenover het liefste, het aardigste het „Didier!.... bega geen misdaad!" üi rfruoi W ni»r meVpn ie hliift re mooiste hei beminnelijkste van alle De ander barstte opnieuw »n een hooh- ,"j metstes van Paimpoi, tegenover Jeannié. de lachen uit. Dan het breken van een zware maar opstapelen dochter van Jean Gottèdic „olf op her dek, een snijdende kreet, en „Mijnheer, mijn vrouw zegt me amjcl 2ij waren buurmans kinderen en het Didier lag in zee. een oud-kleerkooper te roepen, tk denz jjWam hun voorhem zoowel als haar, „Man overboord er noon aan ik ben zeer vergeetachtig dat ze elkaar altijd gekend hadden En Op dezen kreet was de equipage toe- Zoo heb ik vandaag mijn parapluie ver- grooter wordend was hun vriendschap gesneld Hef schip dai»3tte nog steeds als geten, ik weet nic waar ik het hoofd heb in een vee. levendiger gevoel veranderd, bezeten ïe weet ntei waar je hoofd staat en ie tn beiden hadden elkaar trouw beloofd. Nog geen armlengte kon mei. voor z*cn hebt acht-en-nviutig hoeden I" Vader Ledantee dacht ei zelfs ernstig uitzien De hemel eu de zee wilden dood De beschuldiging tegen een man, wi,ns gaan vr,„cn roen ceusk(aps een on- Verschrikt sagen de matrozen elkander fortuin en goeue laam tn het ronde bekend voorsicnï gebeurtenis zich voordeed aan. zich vastklemmend'aan de verscaan- wares. hield gelukkig geen stand. De po- Vóór er nog een woord over dit planring of aan de touwen om niet meege- htiecommissaris zijner wijk kwam er tus- gesproken was. had jean Gouédic reeds slcurd te worden. schcn, de ongegrondheid der beschuldi- aan heel Paimpoi doen weten, dat Louis Daar klonk weei een kreei ceti ander ging werd erkend en Goedbioed losgela- Didier, de .zoon van Didier den reeder, aar. het roer En met de lijn, met welke- fen marinematroos en nog maar een paar hij was vastgebonden, nu slechts eenmaal Hij haastte zich huiswaarts te keeren. dagen uit dienst terug -- een pracht van om zich heen, sprong Pierre zijn vijand Gelukkig was zijn vrouw afwezig en ver- cen kerel nam zij mets V3n het gebeurde Maar bij haar thuiskomen bemerkte zij 2;cb gelukkig zou rekenen hem ah schor,, den zonderlingen toestand van den meu- 200n rL. mogen begroeten -ten volgenden dag, met een wolne- wen hoed cu zij stond er over verwon- Pierre had een gevoel aisoi bent oen loozen lieme! en een vriendelijke lachende derd, dat 28 oude hoeden zoo opeens wa- grond onder de voeten wegzonk! Het zon over de tot kalmte gekomen zee, hep ren verdwenen. was cle vermenging van al zijn droo- de „Josephine met a. haar blanke zeilen men, vati ai zijn verwachtingen 1 Er tegen bol van een lekker briesje, statig en tier, strijden? Hij dacht er zelfs niet aan! de haven van Paimpoi binnen Was ei 'e strijden tegen Didier, een Een groote menigte, daar tegenwoordig, moeien jongen, den knapstt-n, in vrouwen- scheen met angs' de terugkomst van het oogeo, van heel Pat mbo I Bn rijk daaren- schip verbeid te hebben bo"-*~ vw een reeder. terwijl Toen het vaartuig vastgemeerd lag, x sprongen twee mannen aan wal. De een, „eva, daartegen was niets te groot, sterk, welgebouwd, een mooie Dc storm was opgestoken, en rte ,.jo- oegtnnen iongen, trok zijn metgezel bijna met ge- sephinc" danste een wilden dans op de Toen de oude Gouédic van de r;va- weid mede, naar een groep me Zich op onstuimige golven. Zich saampakkende "'teit tusschen de beide mannen had ge- eemgen afstand hield. Daar aangekomen 'wolken verduisterden het licht van den boord, had hij sleohfc gezegd er nog eens bleven beiden staan voor een verrukkelijk hemel en het water was, nis de spiegel rijpelijk over te willen nadenken hij had schoon meisje van achttien of negentien daarvan, al donkerder en zwarter ge- geeischt, dat zij zich voorloopig zouden taai, dat hen reeds had gezien, een weinig worden, zoo swart als inkt. En oo die on- verwijderen, 'cmtiic wjs bovendien nog ver ïuisil wel, cl2t ze 200 liasvJ in hsn 1 he lellende wateroppervlakte buitelden i°ng genoeg liepen, en terwijl Didier Pierre vooniit- de taiven met koppen van wit schuim, al Zij moest gelegenheid hebben liaar hart duwde, zetde de eerste grooter cn haastiger.nog eens te raadplegen; de beide min- „Jeannie, ik ruim voor hem het veld, Rondom, alk-s even doodstil, angstig naars, eenmaal ver weg, zouden haar trouw hem, ivees met hem gelukkig, zwijgend, alsof dc geheimzinnige krach- misschien vergeten.,.. Als zij ze mis- want hij is je meer tvaard dan ik." ten. die den wind vóór zich uitstuwden cn schien zelf al niet vergatDe visch- de golven opjoegen, een oogenblik op vangst was geopend zes maanden kon adem wilden komen, alvorens de elemcn- men dus nadenken ten geheel te ontketenenDan eens- Didier en Pierre hadden dienst ge- klaps de orkaan m heel zijn gcweldge nomen, en het toeval had gewild, dat ztj kracht, zijn woeste grootheidwaren aangemonsterd aan boord van het- De luiken van den schoener waren zelfde schip gesloten, de zeilen geborgen de man aan Tusschen beide mannen was de vei- het roer was stevig vastgesjord met een houding erg gespannen gebleven. Pierre sterk koord dat hem ontelbare malen deed meestal alsof hij zijn medeminnaar over, Jeannie voor zijn zoon ten huwelijk en verderf een die overal heen geva- achterna en verdween hij in dc donkere ren had, op tn oog hopende wijze zich dieote. met zijn dochter bezig hield en dat hit om het" lijf gebonden was. dé" masten niet zag. Maar kruiste zijn blik dien van den schurk ziet men in uwe oogen. Tl - - t t 1 „1.11,. 7 1 Ir mint llf i f fl l< RAAK - Advocaat. Hoor eens Van Zwabberen, kraakten onheilspellend. En de „Jose- Didier, clan las hij er een geweldigen hine" danste steeds voort, dan op de haat in. hoogte van een reusachtige golf. dan ver in de diepte tusschen twee golven in, ondanks de hevige pijn, die haar het III. wegslaan van de brug en van een deel van het tuigage veroorzaakte. Ja, zij hield zich goed, dc.„Josephine" met haar nat zeil, dat zij hangen liet als Van Zwabberen, lk wist waarlijk niet dat mijne oogen spiegels waren, mijnheer de advocaat. OP HET BUREAU VAN DEN BUR GERLIJKEN STAND. Ambtenaar. Uw naam Tooneelspeler. Van Bom melen Ambtenaar. Beroep Tooneelspeler. Acteur. Ambtenaar. Spreek asjeblieft goed Hol- Vast^ebonden bij het roer, in dien vreesdij ken nacht, in welken de storm gierde en een ondoordringbare duister nis het schip omhulde, dacht Pierre etaati een aangeschoten vogel zijn gekwetsten hoe den volgenden dag misschien dc vleugel zij dacht niet aan haar toilet, „Josephine" te Paimpoi zou binnenvallen, noch aan hare pijnen, maar richtte zich hoe hij er Jeannie zou wederzien cn hoe fier op al haar kracht verzamelend in deze wellicht den knappen Didier boven landsch met een ambtenaar als ik wij haren voorsteven, waarmede zij met ge- hem verkiezen zou, dien Didier, die praten niet van acteur, manr van actiün- welcl de watermassa doorsneed, de woe- daar beneden was, onder zijn voeten, handelaar. tiende elementen trotseerde. m het ruim, met de anderen zich be- vam i;i:m rpwiiiNCFDii drinkend, terwijl hij waakte en streed, VOORSTEL VAN EEN G^RUINbERl J II hij, alleen in den oninetelijken zwarten AANDEELHOUDER. nacht, voor de veiligheid van allen. Zou men voortaan de aasdeelen met op Die aan het roer stond, Pierre Ledantee, Plotseling, op cenige passen afstands, linnen kunnen drukken. Dan zou men was een stevige knaap van vierentwintig d-'ar waar onophoudelijk de golven over zc{ als ze geen waarde meer hebben,ten- jaren. Hij gedroeg zich kranig, want het schip heensloegen, meende de jonge minst* nog als servet kunnen gebruiken. R!7WmC? TTAItT tfl TTCÏPJJJJQ Zeker iemand was geuurenoe eenigen tijd in Amerika geweest en verhaalde van dat werelddeel allerlei zaken, waarbij het gewoonlijk niet aan leugens ontbrak. Om een denkbeeld te geven van de snelheid, waarmee daar alles gebéurde vertelde hij ,,'s morgens begon tneu een koffie huis te bouwen eu 's avonds had de waard, reeds den eersten gast buiten de deur ge worpen." NOODLOTTIG.' „Ja, ziet ge vrienden," zegt v. Puffelen, „als men in vreemde landen reist en men kent de taal niet, dan is het geen wonder dat men dikwerf in een onaangename po sitie bomt. Daarvan zal ik tt een voorbeeld vertellen. Onlangs was ik te Parijs 't was op een kouden dag cn ik wilde mij derhalve aan bouillon vergasten. Ik wist echter niet hoe Douillon in 't Fransch ge noemd wordt en ik moest mij dus met een kop koffie tevreden stellen. BAAS BOVEN BAAS. „O, zeg eens, wat heb ik gisteren mooie zaken gemaakt. Verbeeld je, ik heb van baron Windheim, een prachtige schim mel gekocht voor zes honderd gulden. „Nou zeg, dan heb ik eergisteren r.afg betere zaken gemaakt, ik heb baton Wind heim dien schimmel voor drie honderd gulden aangepraat PURISTISCH RAADSEL. Onder welke omstandigheden is het volgens de wet geoorloofd een ander op de tong te bijten Als de andere een os en zijn tong ge rookt is. IN 't ZIEKENHUIS. Professor „Zooals ge ziet, mijnheer de candidaat, is de toestand van den zieke sinds gisteren zeer ernstig geworden. Wat zoudt ge nu doen Candidaat (na een lange pauze) „Ik zou wachten tot morgen, mogelijk is hij dan weer iets beter." AAN 't. STATION. „Hé, am.ee, waarom zijt ge zoo uiter mate vroolijk, zijt ge iemand wachtende V' B. „Neen, maar ik wacht op het ver trek van mijn schoonmama." GEGROND MOTIEF. „Zeg eens, Van Piekeren, gaat ge nooit naar de opera V' „Neen, als ik muziek hoor, moet ik kunnen meezingen, anders amuseer ik mij niet SARCASTISCH. Eenige luitenante van onbereden korp sen kregen bevel, ten einde aan de exer citiën van een regiment cavalerie deel te kunnen nemen, zich in 'f paardrijden te oefenen. Nadat hun de paarden zijn aan gewezen zegt de ritmeester tegen hen s „Mijnehceren, ik heb slechts een verzoek geeft den paarden geen zuurkool te eten, op al het overtve ben ik voorbereid." VEREFFENING. Baron „Ge zegt als ik u uw gcid terug geef, dan zult gc mij ook weer leeaen." Schuldeischer „Zeer zeker mijnheer." Baron „Welnu, dan zullen we een voudig zoo handelen, ik geef u niets terug en gij leent mij niets meer." PROBATUM EST. Een geneesheer werd dikwijls 's nachts in een zeer verafgelegcne gemeente bij zieken geroepen. Meestentijds was de ongesteldheid van weinig of geene be- teekenis. Dit verdroot den dokter cn of schoon hij reeds meermalen zich had uitgelaten over deze onbeleefdheid tegen over zijn persoon, niets hielp. Eindelijk komt hij op de gedachte een lantaarn te laten maken, die 25 kilo weegt. Die hen» 's nachts kwam roepen, was verplicht de zware lantaarn te dragen. Sinds dien tijd slaapt de geneesheer vrij wat rusti ger slechts bij dringende noodzakelijk heid wordt hij 's nachts ontboden. VAN KWAAD TOT ERGER. Hoofdambtenaar „Ik heb bericht ontvangen dat uw overplaatsing naar hier, het gevolg is van uw speelzucht. Dat spelen moet hier niet meer plaats vinden. Ambtenaar: „Ja, datverwenschtebrid ge beeft mij reeds veM verdriet berok kend. Hoofdambtenaar „wat, q.eett gij bridge Dat is uitmuntend, wij hebben hier juist een vierden man noodig." «i—ar jvjttmji*rn' ni t 0 Door Tine Langenhorst IIL SMOKKELEN. Een paar dagen logeerde er in het ho tel een heer, die erg veel belang iit Kees stelde. Hij maakte altijd n praatje als hij hem op de gang tegen kwam en liet hem boodschappen doen waarvoor hij meer betaalde dan een van de an dere gasten Zoo kwam die heer bij Kees in „dc gratie," zooals de jongen zeide cn toen hij hem vroeg eens 'n dag vrijaf te vragen otn een kleine reis op zijn kosten te maken, stemde Kees dadelijk toe. De vrijen dag kreeg hij spoedig van zijn patroon en toen hij dat aan den heer vertelde sprak deze met hem al, 's mor gens vroeg aan het station te komen, 'daar zou hij hem verder over het doel van de reis inlichten Kees was al lang op het perron toen cle heer kwam. hem een kaartje gaf tol Elten, en oen briefje van tien gulden voor vertering Hij moest aan het sla tion te Ellen wachtct» tot een heer met een slappen zwarien hoed op, hem aan sprak. Die heer zou legen hem aan loo- pen en hem een standje schoppen en Kees moest hem dan ongemerkt een klein pakje in den zak duwen. Dat pakje gaf de heer hem toen de trein naur Elfen al voorreed en Kees had geen gelegenheid nog iets te vrager. Hij borg het pakje irf dc voering van zijn mouw. want de heer van het hotel had gezegd, dat hij het moest verstoppen en aan niemand er iets van mocht zeggen Kees maakte een heerlijk reisje over Utrecht cn Arnhem naar de Duitsche grens In Elten stapte hij uit en moest aan het douanekantoor onderzocht wor den, maar voor hij aan de beurt kwam, liep ecu heer met ccn vaart bet perron op, bonsde tegen Kees aan, maakte hem een standje en Ivces gromde dat mijn heer hem pijn had écdaan, deed alsof hij hem ce«» stomp gaf «n liet het pakje in den zak van mijnheer's overjas glijden De map draaide zich, schijnbaar nog boos, om en sprong in den trein dia Kees ver laten had en di* verder Duitschkmd in reed. Kees Ucelc den vertrskkendon trein na. en ging toen. na door de doua nen onderzocht ie zijn het perron af. In Elten at hij Iets. kocht goede sigaretten cn ging mét den eerst komenden trein weer naar Amsterdam terug, waar hij heel laat in den avond aankwam. Den volgenden dag toen de heer in het hol»! hoorde dat het pakje in Tilten in 't bezit van den man met den slappen hoed jiekomca was. kreug Keen nog tien gulden voor moeite, zoodat hij s avonds zeventien gulden in /ijn spa ir- pol kon bergen Een week later vroeg de heer hc:n, nog tens n vrijen dag te benutten voor 'n reisje naar de grens Hij beweerde dit hij zulke drukke zaken had, eu geen lijd vond zelf te gaan Wel vond Kees liet vretMad dat mi de pakjes zoo ongezien moest overgeven, manr wal kon liet hem ook schelen. Hij kreeg cr een boel geld met en had ccn prettig dagje, liet duur de echter wc) drie weken voor Kees weer een vrij dagjt kreeg. Ditmaal moest hij het pakje geven ttan en dame, die oj» het perron haar pnra- pitti liet vallen Hij moest die dan zeer voorkomend voor haar het pakje erin stoppen Een derden keer ging hij siapr /.cv - waar een soldaat hem om vuur voor zijl» sigaar zou vragen en zou zeggen, dat zijn lucifers nat waren Ais d. soldaat dat gezegd dat. kon bij hem het pakje ge rust geven, dan had hit den goeden voor. Dc vierden reis zou echter den laatstan zijn en hel einde van al zijn verwachlin- gen. Er waa afgesproken dat Kees het pakje zou overhandigen aan een heer. die met een kiemen jongen rondliep Die heer zou hem vragen even op zijn bagage te j>as- sen, terwijl hij den kleinen jongen hielp. Werkelijk zag Kess in het gewoel op liet perron een heer met een kleine jongen Hét kind huilde cn de heer keek hul peloos rond, vroeg toen aan Kees die daar stond, of hij even zijn tascb wilde vasthouden; toen Kees dit deed ging de heer met het kind. het stationsgebouw in. Toen stapte Kees 't pakje in de tasch vsn den heer, die spoedig terugkeerde, den jongen vriendelijk bedankte en met zijn zoontje in den trein stapte Pas was de lieer ingestapt, of een ander lieer, even eens met een kleine jongen bij zich, kwam het perron op. Kees herkende hem dadelijk nis den man met den slappen zwarten hoed, dte het eerste pakje in ontvangst genomen had Dien man had bij moeten hebben en nu had een ver keerde 't pakje in zijn tasch en de trein zou dadelijk vertrekken cn hij kon het niet terug vragen Hij durfde naar den man met den slappen hoed, die onrustig rondkeek, niet toe gaan cn hem zijn ver gissing vertellen. Dus hield hij zich een beetje schuil cn verliet ongemerkt het perron Toen hij weer in Amsterdam terug was durfde hij zijn lastgever niet onder dc oogenc komen, maar die was, na ont vangst van een telegram uit het hotel vertrokken cn liet niets meer van zieh hooren. Natuurlijk had „de man met den slappen hoed" geseind, dat liet pakje in verkeerde handen gekomen was. De lieer die het ontving had bii de politic aangifte gedaan en een dag oi wal later was men tic smokkelaars op het spoor cn wist de politie, dat één er van in bet hotel 'ogeer- de waar Kees was De man was toen al vertrokken cn Kees moest op het politie bureau komen vertellen welke bood schappen hij voer dien beer gedaan had. Hoe keek hij op zijn neus toen hij hoorde dat hij, zonder het te welen aan smok kelen had meegedaan Dc heer die op de grensstation de pakjes in ontvangst Sara, was de douane al gepasseerd c-n kon dus inct het pakje dat morphine her- Vatte, Duitschland ingaan, De mannen verdienden heel veel niet dat smokkelen van morphine dal in de oorlogsjaren, waarin dit verhaal voorviel, in Duitsch land zeer duur betaald werd. Gelukkig kreeg Koe» geen straf, maar een ciiWligc vermaning van den commis saris van politie, oir zich niet meer met zulke geheimzinnigheden in te laten. „Dat vond ik juist zoo echt, nel as in een detectiveverhaal!" zei Kees, en de hoogc jiolitie beambte lachte en zei, dat zulke dingen hl Werkelijkheid zeer ge vaarlijk waren Maar de straf volgde op 't kwaad tn het spreekwoord „Zoo gewonnen, /or geronnen," wa» ook bier van toepassing. 1'pcn Kees op een avond zijn 'pa vivit rilde bijvullen, bemerkte hij dut *1 ziir geld weg was. 'lrantn van schrik spron gen hem ui d" oogen uu hij stormde d.: •'ipPeil nf naar de keuken, waar Trim: ssJsl dc lichten wilde uitdraaien om ook naar haar slaapkamertje te gaan. „Trina, mijn spaarpot is leeg!" riep hij half huilende. „Wat kan ik daar aan doen. Wat heb je met het geld dan gedaan jongen?" vroeg Trina. „Het |'i gestolen Weg is alles, metr dan honderd gulden!' snikte Kees. „Anno jongen. Hoe komt dat nou? Waarom heb je zooveel geld in je ka mertje gelaten Had het mij gegeven cm te bewaren," zuchtte dc keukenmaagd, die cr niet aan dacht, dat verwijten nu toch niet meer hielpen. Toen vertelde Kees dat hij een paar dagen, door zijn bezoeken aan het poli tiebureau, niets verdiend had en niets had kunnen weg leggen. Nu vandaag wil de hij weer ztjn fooien in den spaarpot doen, eu ontdekte dat deze leeg was. „Dat heelt Willemse gedaan!" riep Trina. „Die zal dat niet durven doen. Dal koint toch uit!' meende Koes. „J*. maar eergisteren beeft dc patroon hem zijn ontslag gegeven, omdat er tel kens voorwerpen van waarde vermist werden en een sigarenpijp van een van dc gasten iu zijn zak werd gevonden. Men wilde de zaak niet in handen van de politie geven, maar nu hij jou ook bestolen beeft, Zullen we bet aangeven hoor." Den volgenden dag vertelde KcC3 op het politiebureau, dat zijn spaarpenningen weg waren. Men doorzocht het huis. waar Willemse gewoond had, maar vond niets. Zijn kostjuffrouw vertelde, dat hij al drie (Jagen niet thu;s was geweest en het iiuis werd eenige dagen bewaakt otn te zien of de dief terug zou komen. Toen bleek, dat hij op een boot naar Engeland vertrokken was, waarop inca zijn spoor kwijt raakte Hij was stellig op een an dere boot naar Amerika gegaan en de politie vreesde, dat Kees zijn geld wel nooit weer zou zien Nu moes! Kees weer van voren-af-nan beginnen. Gelukkig werd hem dit gemakkelijk gemaakt, omdat hij nu de plaats innam van Willemse, die als 's morgens het huiswerk gedaan was in het restaurant bediende. Dit moest Kees nu doen, of schoon de patroon hem cr eigenlijk nog wat jong voor vond. Kees was nu tb jaar, maar zeer groot voor zijn leeftijd en met den baard al in dc keel. De lunge broek cn kclncrsjas deden hem nog ouder schij nen dus besloot de patroon bet maar te beproeven Het ging prachtig! Dc vrien delijke vlugge jongen werd weldra de gunsteling van dc stamgasten. Hij vloog voor hen, zonder a! te onderdanig te zijn, had altijd een raak antwoord klaar op een kleine plagerij en keek steeds vrien delijk ook al viel dc fooi wat klein uit. Ov er dat laatste had hij anders niet te klagen en zijn spaarpot zou weer goeden dienst kunnen doen Er kwam echter niets meer Tn want Kees had nu een spaarbankboekje, waarop iedere week een aardig bedrog werd ingeschreven, Een van cis; vaste logeergasten was dc eigenaar van ecu film-atelier rn die heer stelde veel belang in den leuken jon gen. Als er filmopnamen in de groote stad gedaan moestan worden, logeerde mijnheer Fogens altijd in hel hotel, waar Kees was cn zelfs had Kees al eens 'n rol gespeeld in 'n filmopname, die in ccn t t au rant speelde Toen had Kees, als kelluvr e i dief, die in dat restaurant /al aan vervolging van de politiedienaren tuovlcti Onttrekken cn de jongen had zoo goed getpecld, dat de heer Fogens vol lof over heni was cn hem voorstelde lid v ut zijn gezelschap te worden. Kees was echter tevreden mol zijn werkkring tn ook Leentje en Trina hadden hem het onzeker bestaan van filmacteur afgera den. In zijn hart verlangde Kees echter naar een avontuurlijk leven cn er zou niet vee! toe noodig zijn om bem dat le ven in te brengen. IV. Filmartist. Zoo was een jaar voorbij gegaan zon der zorg, maar ook zondei' eenige aflei ding Kees begon het lever, tamelijk saai te vinden Het was altijd hard werken en weinig vrijheid, want des Zondags, als andere mensohen van kantoor of werk plaats vrij zijn. moest hij het hardst wer ken. Dan werd het restaurant, dat een onderdeel van het hotel uitmaakte het drukst bezocht Mijnheer Fogens logeerde weer bij hem cn hij riep op een mórgen de hulp in van Kees, om een handdoek terug 'e halen, die uit de slaapkamer van mijn- hccr's slaapkamei gewaaid was. Do handdoek was op een schoorsteen van ccn der nabijzijndc huizen blijven han gen cn, hoewel mijnheer Fogens het dc. moeite niet waard vond, dat Kees voor Ti handdoek een levensgevaarlijken tocht gind ondernemen, was Kees cr niet van af te brengen Hij wilde en moest den handdoek hebben en als n aap klom hij het raam uit, daalde langs de goot pijp naar beneden, op het dak van dc. naburige woning, ldom vandaar door 'n wrakke dakgoot op het volgende dak, toen weer omlaag langs een hoogen tuin muur naar een volgende woning waar bij spcodig weer op het dak zat, zijn oenen arm om den schoorsteenpijp, cn met zijn anderen arm den handdoek zwaai inde. Inplaats van nu hel dakvenster van Jat huis binnen te gaan cn op normalen ma nier de trappen af naa' omlaag te komen, keerde Kees terug langs denzelfden weg als hij gekomen was. Trina die alles met een van angst kloppend hart gezien had, gaf hem 'u duchtig standje, maar mijnheer Fogens was verrukt, zei dat 't jammer was als zoo'n iongzn kellner bleed en bood hem een prachtig salaris als filmacteur, wanneer hij werkjes, zoo als 't geen hij zooeven gedaan had, voor film wilde doen. Kees nam 't voor stel aan en een maand later was hij in dienst van mijnheer Fogens. Nu begon Óen heerlijk Kventje voor hem. Reizen dn trekken naar hartelust. Vandaag was hij met het gezelschap in Brabant en morgen in den Harz of in de rotsachtige Scholsche hooglanden om den volgkmden dag weer eert Ufreel te spelen op een stoomboot of n London's stralen als diel achtervolgd te worden in ccn auto te ontsnappen, die op de rotsen tc plotter gereden werd, of in ccn arm zalige visscht rsliut, iezen cn schrijven te lecrcu aan kleine visschcrskindcren. Mocht Kees nu al 'n heerlijk leventje hebben, bel arme kleine Leenij* had ct verdriet van. Vooreerst zag ze ha.tr broer niet meer cn als zc li< in. een en kele keer zag. kwant hij heel vluchtig. Hij bad het altijd druk. Dat bvweerde hij tenminste, maar hij bad genoeg vrije da gen. die hij bij zijn zuster had kunnen doorbrengen Hij ging echter naar fuiiics met nndcre urtisten, naar voor stellingen in theaters cn restaurant waar veel geld werd uitgegeven. Het spreekt vanzelf dat Kees ook keurig gekleed ging cn liet gevolg van een cn ander was, Jat na het vertrek uit liet hotel er nog uiets op vïm '-..„i.iiI-.",!, .snre- v en Was den p. „ocitde hl) zijn kort bezoek te kunnen goedm v-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 11