BUITENLAND ORDE EN ARBEID Het roode testament. NIEUWE HAARLEMSCHE Maandag 3 Maart 1924 COURANT. Tweede blad De zetel der Goldnotenbank toch in Nederland. De Duitsche Rijksdag en de a.s. verkiezingen. Handtastelijkheden in de Fransche Kamer. De Engelsche vlootbasis te Singapore nog niet opgegeven, -r- Een aan slag op den Albaanschen minister president. Het kabinet afgetreden. Onder de Radio-berichten: Een caken-kabinet-Theunis in België? Onderhandelingen tusschen Mexico en Amerikaansche olie-industrieelen Bezuiniging op de Engelsche leger-uitgaven. De tekst der corres pondentie tusschen MacDonald en Poincaré. C£Sfi. ilHTEML. BERICHTEN, UIT DEN RUSSISCHEN BURGER OORLOG. VANUIT HET AND- t Qverwerkvergunning in de sigaren-industrie. De briefwisseling tusschen MacDonald en Poincaré. FEUILLETON, De zetel der Duitsche „goidnoten" bani B "afin" meent te w ten, dat i t ::omité fan iundigen definitief heeft oesioten den Zetel der geldnotenbank in Nederland te vestigen. De. laatste dagen van den D uitschep Rijksdag. De Duitsche Rijksdag zal voor enkele lagen zijn besprekingen schorsen, opdat de leden gelegenheid zullen hebben deel te nemen aan de betooging voor de Palts te Mannheim. Daar deze besprekingen toch ook eigenlijk niets dan betoogingen zijn en van geen practisch nut zijn, is het zeker niet zoo heel erg, dat de discussiën nu dus nog weer wat langer tijd in beslag'zullen nemen. Waar het in Duitschland om gaat zijn de aanstaan de verkiezingen en wat er thans in den Rijksdag wordt gesproken is eigenlijk alles alreeds verkiezingspropaganda. Eenigen in vloed op den gang van zaken, uit het oog punt van practische politiek, hebben de redevoeringen der heeren afgevaardigden niet. De regeering doet wat ze noodig acht en de eenige zorg van de verschillende par tijen is om de zaken zoo lang gaande te hou den tot het voor de eigen partij meest gun stige tijdstip van de algemeene verkiezin gen- In de verschillende fractievergaderin- géh wordt dan ook druk beraadslaagd over de vaststelling van een datum voor de Rijks dagontbinding. En het verkiezingsbelang, niet de politiek der regeering, waaraan men feitelijk toch niets kan veranderen, nu de Rijksdag stervende is, bepaalt de houding van de verschillende groepen. In deze omstandigheden is het zeker nau welijks noodig aan de besprekingen in den Rijksdag veel aapdacht te wijden. Op het oogenblik is deze vrijwel uitgeschakeld en geen factor meer in de Duitsche politiek dan alleen in zooverre, dat zijn houding de ver kiezingen wat kan bespoedigen of vertragen. In verband met de naderende verkiezingen in Duitschland is hetgeen thans bij het pro ces-Hitier aan het licht komt ongetwijfeld van belang. In hoeverre hetgeen hier over de actie der rechtsche heeren van alle schakee ring aan den dag komt, op de stemming van het kiezersvolk invloed zal oefenen, is zeker niet te voorspellen. Men mag alleen hopen, dat.de middenpartijen versterkt uit den ver kiezingsstrijd te voorschijn zullen komen en dat de Beiersche gebeurtenissen het Duitsche volk de oogen zullen openen voor de gevaren, die het land van rechtschen kant bedreigen, waar „waanzinnige fantasten," gelijk de „Frankf. Ztg." ze noemt, een zoo grooten invloed oefenen. De opwinding in de Fran sche Kamer. Nu de Fransche Kamer de volgende zit ting op Donderdag heeft bepaald, zullen de parlementaire leiders van deze „eritre-acte" gebruik maken om het eens te worden over de noodzakelijkheid een herhaling van de in cidenten, welke, de interpellatie van Mandel Vrijdag heeft uitgelokt, te voorko men. De hartstochten zijn ontketend dooi de nadering der verkiezingen, en het tu mult en de wederzijdsche beleedigingen zijn te talrijk. De waardigheid van het parlement lijdt er onder, vooral onder de persoonlijke lijke woordenwisselingen en de handtastelijk heden, die eertijds zeer zelden in de Fran sche Kamer voorkwamen, zijn thans als 't ware het natuurlijk gevolg van alle levendige gedachtewisseling. De Kamer was dan ook niet verwonderd Vrijdag de socialisten op de royalisten te zien toeloopen en een botsing te zien uitlokken, maar zij was gechoqueerd toen de groote geleerde en voormalig minis ter-president Painlevé aan de ruzie deelnam. Painlevé verzekerde weliswaar niet voorne mens te zijn tot gewelddaden over te gaan. Men hoopt dat de andere tegen Poincaré gerichte interpellaties in een kalmer atmos feer zullen worden gehouden. De briefwisseling tus schen' Mac Donald en Poincaré. Hedenmorgen zullen gelijktijdig te Parijs en te Londen de brieven worden gepubliceerd tusschen Mac Donald ën Poincaré gewisseld. Deze brieven zijn een vervolg op, en een ont wikkeling van de briefwisseling van eenige weken geleden tusschen de beide premiers. Zij vormen een algemeene uiteenzetting van het standpunt der beide regeeringeri en van de geschikte middelen om tot een oplossing te komen van de vraagstukken der buiten- landsche politiek, waarbij beiden belang hebben. De brieven zijn in denzelfden geest van oprechte samenwerking vervat. Men legt er van officieuse'zijde 'nadruk op, dat het initiatief van de openbaarmaking der brieven, tusschen Poincaré en Mac Do nald bewisseld, uitgaat van de Fransche di plomatie en dat zij van meening is, dat deze publicatie niet mocht uitgesteld worden. Voor de Quai d'Orsay is het niet voldoende, dat de beide regeeringshoofden het reeds met elkaar beginnen eens te worden, maar men moet voer al onverwijld inwerken op de open bare meening in beide landen en haar toonen, hoe onbillijk en ongegrond de verwijten zijn, die men in Engeland tegen de Fransche poli tiek richtte. De Quai d'Orsay heeft er steeds aan ge hecht groote openbaarheid te geven aan de Engelsch-Fransche diplomatieke geschillen als beste middel Om ér het gewicht van te verminderen. Zoo werd de polemiek in brie ven van verleden jaar tusschen Baldwin, Curzon en Poincaré in een Geelbqek uiteen gezet. Een nieuw Geeiboek is in voorberei ding met Engelsch-Fransche documenten, tot de publicatie waarvan de nieuwe Britsche regeeriug op Fransch verzoek machtiging verleende en welke betreffen het ontwerp verdrag van veiligheid aan den Rijn. Frank rijk wenscht in deze quaesties de methode der openbare diplomatie in toepassing te brengen. Lloyd George over de arbeidërsregeering. Te West-Hartlepool Zaterdag het woord voerend, drong Lloyd George er met het oog op den erustigen toestand in Binnen- en Buitenland op aan verdraagzaamheid en sympathie te betrachten ten aanzien der arbeidersregeering, welker fouten tot dusver hoofdzakelijk fouten waren geweest van on ervarenheid. Hij voegde er bij „Laat hen eenigen tijd tusschen de handvatten van de ploeg. Ze zullen weldra pijnlijke ruggen en vermoeide harten hébben, maar veel ver standiger hoofden." Het vlootbasisplan voor Singapore. Blijkens een bericht van de „Daily News" is het. plan tot het leggen van een vlootbasis te Singapore nog niet bepaald van de baan. Het blad verneemt n.l., vólgens eén Reuter- telegram, dat vooraanstaande ministers niet meer zóó tégen het plan zijn gekant als vroe ger en gelooft, dat de regeering ten slotte zijn plan zal góedkeuren. Het blad zelf'blijft het plan intusscheo bestrijden. De Britsche regeering heeft, onder voor zitterschap van Clynes, een speciale commis sie ingesteld, die tot taak heeft de geheele quaestie van de marine-basis- te Singapore te onderzoeken. Een aanslag op dén Al baanschen minister-pre sident. Volgens inededeeling van de „Stampa" is door een Albaansch student opnieuw een aanslag gepleegd op den Albaanschen mi- nister-president Zogoe, terwijl deze de zaal der Constitutioneels Vergadering binnentrad. Er werden zes schoten op hem gelost, waar van er twee raakten, n.l. aan den rechter arm en den linkervoet. De dader wqrd n? hevig verzet door de politie gegrépen. Als reden tot den aanslag gaf hij op, dat de minis ter-president" door zijn politiek ten opzichte van Zuid-Slavië een gevaar vormde voor den Albaanschen Staat. De Albaansche regeering is afgetreden om plaats te maken voor een Coalitie kabinet. PRINSES LOUISE OVERLEDEN. Een telegram uit Wiesbaden meldt het overlijden, tengevolge van dubbele longont steking, van prinses Louise, de oudste doch ter van Leopold II. EEN NIEUW SCHANDAAL IN AMERI KA. Amerika is opnieuw geschokt door een schandaal, bekend gemaakt door de Federal Grandjury, die den oud-directeur van het rijksbureau voor veteranen en een aannemer té Chicago beschuldigt van samenspanning tot omkooperij. Het rapport der jury zegt, dat regeeringsfondsen zijn gebruikt voor spe culaties en dat gelden betaald zijn aan twee Congresleden. NOODLOTTIGE ONTPLOFFING. Tengevolge eeiier ontploffing in de ni- traatfabriek. Nixen aan de. rivier de Raritan (ten Z- van New York) zijts acht personen Zaterdag gedood. Een twaalftal wordt ver mist. Meer dan honderd personen werden gewond. Een mijl in den omtrek van de plaats des onheils werden ruiten verbrijzeld en deuren uit hun scharnieren geslagen. MEVROUW ROOSEVELT. Mevr. Roosevelt, de weduwe van den.vroe- gcren president der Ver. Staten, toeft te Pa rijs na een bezoek te hebben gebracht aan de slagvelden van de Aisne, waar zich het graf van één harer gesneuvelde zoons bevindt. DE AMERIKAANSCHE REGEERINGS- VLOOT TE KOOP AANGEBODEN. Volgens een Reuterbericht aan de Engel sche bladen heeft de Shipping Board, door tusschen komst van de Emergency Fleet Cor poration, de geheele vloot van 1335 schepen, waarvan ongeveer 420 geëxploiteerd worden, te .koop aangeboden. Inschrijvingen worden ingewacht vóór 14 M art. De Board zal na schatting een minimumprijs vaststellen. On der de schepen zijn ook de „Leviathian" en zusterschepen. JAPANSCHE OFFICIEREN GEARRES TEERD TE WLADIWOSTOCK. Volgens berichten uit Wladiwostock zijn daar acht Japansche officieren en tolken door de Russen gearresteerd. In antwoord op een Japansch protest verklaarden de Russen, dat het hun vrij stond iederen vreemdeling, op wien verdenking rustte, te arresteeren. DE PROFITEERENDE VREEMDELIN GEN IN FRANKRIJK. De Parijsche gemeenteraad zal beraadsla gen over een aan de regeering te richten ver zoek om maatregelen te treffen tegen den aankoop van huizen in de hoofdstad door vreemdelingen, die van de daling van den franc profs'eer en. Deze aankoopen zijn n.l. te veelvuldig geworden. ARRESTATIE VAN OFFICIEREN IN TSJECKO-SLOWAKIJE. In het Praagsche ministerie van oorlog werden Zaterdag plotseling een aantal offi cieren gearresteerd. Bijzonderheden aan gaande dit opzienbarend voorval werden voorioopig niet gepubliceerd. Een buiten gewone ministerraad zou zich Zaterdagavond met deze aangelegenheid bezighouden. DE OPSTANDIGE BEWEGING IN MEXICO. De rebellen hebben Jalapa zonder tegen stand aan de troepen van Obregon overge geven. De rebellen beweerden zonder muni tie te zijn en trokken overhaast terug. ONDERHANDSCHE BESPREKINGEN TUSSCHEN FRANKRIJK EN RUS LAND. Tot dusver heeft de Fransche regeering zich steeds halsstarrig van elk contact met de Russische Sovjet-regeering onthouden en niets over een officieele hervatting der han delsbetrekkingen willen booren. Thans weet de „Echo National" echter te vertellen dat er te Parijs „op. verzoek van Poincaré" een Société Franfaise d' Etudes Petrolières" is opgericht volgens de door Poincaré aan geduide richtsnoeren. Het doel der maat schappij zou zijn alle petroleumproblemen, waarbij Frankrijk is betrokken, op te lossen, Hierbij zou het voornamelijk om Mesopota mia gaan. De eerste stap in deze richting zou dezer dagen zijn gedaan in den vorm van een verzoek aan Rakofsky, Russisch zaakgelastigde te Londen, tot het verkrijgen eener belangrijke Petroleumconcessie. De woordvoerder der maatschappij zou hier dus feitelijk tevens de woordvoerder van Poincaré zijn. Het blad meent dat het in deze omstan- difgheden niet noodig is om de officieele be sprekingen met Rusland, welke de heer de Mor.zie sedert lang reeds eischt, te weigeren, terwijl men ze intusschen onderhands voert, door middel van iusschenpersonen en met allerlei bepaalde Of onbepaalde bedoelingen. HET FASCISME TE PARIJS. Dezer dagen heeft een zekere Bonomini, kellner in een der Italiaar.sche restaurants te Parijs, naar men weet, een moordaanslag gepleegd op den neer Bonservizi, president der fascistische organisatie in Frankrijk en tevens hoofdredacteur van een Italiaansch tijdschrift. Bonservizi werd ernstig, doch niet doodelijk gekwetst. Eergisteren is de dader voor het eerst ver hoord. Hij verklaarde dat „zijn hersenen dachten en zijn hart klopte." Hij was de gewelddaden, die in Italië worden gepleegd, moede en had zijn land verlaten om niet behoeven te dienen in het officieele leger, welks voornaamste taak volgens hem is den burgeroorlog te voeren. Hij zeide zijn daad niet te betreuren. Hertog Lanza de Carhastra, president van de fascistische propaganda te Parijs, wees op het schitterend verleden van Bonservizi, die in den oorlog roem heeft verworven en tot de oprichters van de „Pepoio" behoort. Hij is een tegenstander van geweld en voert geen politieke propaganda te Parijs. De fascistische organisatie verleent slechts bijstand aan behoeftige Italianen zonder onderscheid van politieke richting. Kort geleden is door de Russische regee ring een verzameling van documenten gepu bliceerd, die betrekking hebben op den bur geroorlog, die het gevolg was van den bols- jewistischen coup d'état. Onder anderen bevat het boek ook de mémories van Poe gatsjewsky, een van de eerste roode com mandanten. Deze mémoires zijn levendig geschreven en geven een goed beeld van de toestanden, die toen in Rusland hebben ge- heerscht. Poegatsjewsky was bij het uitbieken van de bolsjewistische omwenteling militair chauf feur. Hij heeft zich bij de bolsjewiki aange sloten en werd berucht door zijn krankzin nig snel rijden door de drukke straten van* Petersburg. Lang bleef hij echter deze nede rige functie, niet vervullen, want weldra werd hij benoemd tot ondercommissaris vah den staf te Moskou en eenige weken later tot com mandant van de roode troepen, die tegen ge neraal Kaledin (den leider der kozakken), opereerden. Voordat hij het commando over deze troe pen op zich had genomen, moest hij de orde te Kostrosna herstellen, waar de soldaten alles plunderden en de groote branderij be legerden. Poegatsjewsky liet dé zoo begeerde wodka in de Wolga stroomen en toen de menschen met emmers, flesschen enz- naar de rivier snelden, werden zij met handgrana ten en geweersalvo's verdreven. Poegatsjewsky kondigde daarna den staat van beleg af en gaf het bevel, dat iedereen, militair of burger, die de bevelen van de door hem benoemde autoriteiten niet zou op volgen op staanden voet gefusilleerd moest worden. Hij zelf echter volgde de t?evelen van zijn superieuren niet altijd op, hetgeen her haaldelijk tót botsingen leidae. Intusschen brokkelde het front steeds meer af en de laatste resten van discipline verdwe nen. Eerst werd de trein van Poegatsjewsky omringd door stomdronken soldaten. Het geen verder gebeurde vertelt Poegatsjewsky op de volgende wijze „rk probeerde de menigte ontzag in te boe zemen door de verklaring, dat ik de plaats vervanger van den legercommandant was, maar ik bereikte het tegenovergestelde van hetgeen ik beoogde. De soldaten besloten mij en mijn adjudant te fusilleereu. Wij werden uit den wagon gesleurd en werden gedwon gen ons uit te kleeden onze leeren kostuums hadden de begeerte der soldaten gewekt. De beulen begonnen met elkaar te twisten, wie van hen mij moest doodschieten. Ik zocht naar een middel om net bijtijds onder den wagon te duiken. De dronken kerels zetten hun twist voort. Plotseling hoorde ik op een korten afstand in de duisternis de stem van een mijner ondercommandanten. Hij riep „in looppas, vooruitIk gaf. het bevel „Vuur 1" en wierp mij op den grond. Er volgde een salvo. De dronken bende smeet haar wapenen neer en vluchtte met achter lating van eenige gewonden." De 1 olsjewistische troepen zetten hun op marsen tegen Nowotsjerkassk, waar de ko zakken-generaals zegelden, voort. Zij ont moetten weinig weerstand, omdat de ko zakken nog niet wisten wat bolsjewiki eigen lijk waren en een gedeelte der kozakken onder aanvoering van Goloebow liep naar de rooden over. „Drie kwart der kozakben waren stom dronken. Overal in de steppen weerklonken hun gezang en 'geschreeuw", zoo schrijft Poegatsjewsky over zijn nieuwe landgenooten. 5 Maart 1918 drongen de bolsjewiki Nowo tsjerkassk. binnen. Zij werden er niet ver wacht en de legerraad, die zich van geen gevaar bewust was, had toen net een zitting. „Wij hebben besloten", schrijft Poegat sjewsky, „het geheele legerbestuur gevangen te nemen en onder het uiten van kreten en Jiet afvuren van de geweren reden wij in vollen galop naar het regeéringsgebouw. Wij lieten bij den .ingang een wacht van 15 rui ters en begaven óns naar binnen. Bij de deus- van de vergaderzaal stonden portiers, die ons den weg wilden versperreu wij smeten hen echter op zij. Ik opende met een ruk de deur. Aan de tafel zat de kozakkenregeering met hetmari Nazarow aan het hoofd. Naza- row keek op en vroeg „Wat is dat? Wat doet gij hier? Wie zijt gij Hoe hebt gij gedurfd hier binnen te komen Hier heeft nu plaats een zitting van het legerbestuur." „Opstaan, schurken De sowjet-hetman Goloebow is gekomen om de macht van jelui over te nemen, antwoordde ik. Zij stonden op. Er ontstond een verwar ring. Ik richtte mijn browning op Nazarow, maar twee kozakken van Goloebow'grepen mijn hand vast. Toen heb ik met de andere hand een epaulette van Nazarow afgerukt. Goloebow rukte de tweede epaulette af. De kozakken wierpen zich op de overige leden van de regeering en begonnen hun epauletten af te rukken en hen te fouilleeren." Intusschen had generaal Kaledin zich in zijn slaapkamer doodgeschoten en terwijl de bloedsporen nog niet uitgewischt waren, begon reeds de plundering van zijn huis. De heerschappij van.Poegatsjewsky duurde ech ter niet lang. Hij schrijft aldus „Hoe het ons gelukt was Nowotsjerkassk in te nemen is voor mij een raadsel. Meer dan de helft van de kozakkeu waren ons vijandig gezind. Onder den invloed van de contra- revolutionnaire agitatie smolten onze afdeelin- geri ais sneeuw in het voorjaar. Ik liet twee bisschoppen arresteeren en sindsdien ver drongen zich iederen ochtend een troep nonnen en oude vrouwtjes voor mijn hotel en smeekten „Vadertje, bevrijd de bisschop pen De toestand werd voor Poegatsjewsky steeds moeilijker. De bevolking werd steeds overmoediger en Poegatsjewsky voelde, hoe zijn macht aan het tanen was. Poegatsjewsky begaf zich. naar Woronjezj om Trotsky te overtuigen van de wensche- lijkheid, de kozakken te laten voelen, wie de baas waS. Maar intusschen brak aan den Don de opstand uit, die snel om zich heen greep, en (le sowjet-eommandant moest vluchten. In een soldatenuniform onder een vreemden naam verliet hij het kosakkengetieden slechts met veel moeite is het hem gelukt Moskou te bereiken. De Minister van A„ H cn N. besclukkc ide op een verzoek van dé Nederlandsche ti. K. Verèeniging van Sigarenfabrikanten te Eind hoven, tot h?t bekomen van êen vergunning, als bedoeld in art. 28, zevende ltd, der Ar beidswet 1919, heeft toegestaan, dat in de ondernemingen van werkgevers, aangesloten bij de Nederlandsche R. K. Véreeniging van Sigarenfabrikanten, door arbeiders van 16 jaren of ouder in het tijdvak van 3 tot en met 22 Maart 1924, in afwijking van het bepaalde bij art. 24 der Arbeidswet 1919, gedurende 10 üren per dag en 55 uren per week arbeid wordt verricht, onder voorwaarde, dat de arbeidstijd van bedoelde arbeiders in zijn geheel gelegen is tusschen 7 uur des voor middags en 7 uur des namiddags. ONZE HANDELSBETREKKINGEN MET PORTUGAL. H ivas seint uit Lissabon, dat tusschen Nederland en Portugal een commercieel modus vivendi is geteekend voor den duur van zes maanden. LONDEN. 2 Maart. De Engelsche premier Ramsay MacDonald. heeft op 21 Februari een schrijven aan den Franscben premier Poincaré gericht, waarin hij begint met zijn voldoening uit te spreken over het welwil lende antwoord, dat Pij op zijn vorig schrij ven heeit ontvangen. Dit moedigt hem aan, thans een verdere phase van besprekingen van de verschillende, tusschen Engeland en Frankrijk bestaande moeilijkheden te betre den. De Engelsche premier wenscht in bedoeld schrijven den sveg voor te bereiden voor een volledige wederkeerige verstandhouding, door zonder eenige reserve de moeilijkbeden op te sommen, waarmee men te kampen heeft, en dén toestand uiteen te zetten, zooals hij dien persoonlijk inziet. MacDonald verklaart dan op dit moment niet in details te willen afdalen en evenmin eenigerlei omschreven voorstel te willen doen. Het is slechts zijn doel. aan zijn Fran- schen collega 'duidelijk te maken, dat zijns inziens de geschillen van het verleden niet altijd onvermijdelijk te noemen waren. Voorts wenscht hij Poincaré de verzeke ring te geven van zijn bereidwilligheid om in de toekomst het gebeele probleem in zijn hoofdlijnen te onderzoeken. „In de briefwisseling, welke reeds heeft plaats gehad,'' zoo zegt MacDonald, „hebhen wij den nadruk gelegd op de belangrijkheid van de publieke opinie zoowel in Frankrijk als in Engeland. Ik zelf heb niet alleen ge poogd de gezichtspunten en wenschen van mijn eigen landgenootcn uiteen te zetten, doch eveneens getracht, de opinies en wen schen van Frankrijk, te rqalisccren. Vele Engelschen zijn van gevoelen, dat Frankrijk, in tegenstelling me! de bepalingen van het verdrag van Versailles, een situatie tracht te scheppen, waardoor het zou verkrij gen, hetgeen het gedurende de vredesonder handelingen van 1919 niet heeft kunnen be reiken: De opinie van dit deel van het Engel sche volk is. dat deze politiek van Frankrijk slechts onzekerheid en de gevaren van den bestaanden toestand kan bestendigen ed dat zij ten slotte zal leiden tot de vernietiging van alle tijdelijke waarborgen, welke Frank rijk verkregen mocht hebben. Er waren veie lieden in Frankrijk, die ver wachtten. dat de volledige nederlaag van Duitschland, hun automatisch de bevrijding zou hebben gebracht van de bedreigingen, welke, zooals ik ten volle besef, zeer reëg) zijn. Sommigen waren van ineening, dat het noodig zou zijn, dat de Fransche grenzen werden uitgebreid lot den Rijn Zij werden in deze verwachting echter teleurgesteld. In plaats daarvan werd bun een Waarborg door Engeland en de Ver. Staten aangeboden. Toen de Amerikaansche waarborg ten slotte niet gegeven werd, verviel dit aanbod van zelf, en sindsdien kan het Fransche volk met eenig récht naar andere en mee; tastbare waarborgen zoeken. Ook met betrekking tot de schadevergoe ding heetf het Fransche volk een teleurstel ling moeten dragen: Nocb dt vrijwel onbe perkte verwachting van' den dag der over winning, noch het officieele voorstel van een bedrag in 1921, staan thans meer in eenig verhand tot de economische situatie van het «ogenblik Engelands positie is daarvan geheel ver schillend. Zijn veiligheid te land en ter /.ee blijft onbedreigd. Maar zijn economisch be staan is ernstig in gevaar gebracht. Dit is niet alleen te wijten aan Duitschlands onbe- kwamheid om een bepaald bedrag aan scha devergoedingen te betalen, doch eveneens aan de voortdurende dislocatie van de markten van Europa, hetgeen voornamelijk te wijten is aan de onzekerheid in de be trekkingen tusschen Frankrijk en Duitsch land., den vooridurenden economischen chaos in Duitschland, welke zich zoo dui delijk manifesteert in de heftige fluctuaties van de valuta en ten slotte door de onge wisheid in do relaties tusschen Frankrijk en Engeland. Zoodoende is het gekomen, dat het En gelsche volk met ongerustheid dc* houding van Frankrijk gadeslaat. In Engelsche oogen schijnt het Fransche optreden een vast voor nemen in te houden, om Duitschland te rui neeren en om het 'continent te veroveren, zonder acht te slaan op Engelands redelijke belangen en van de gevolgen daarvan in verband met een regeling van het Europee sche probleem. Deze Engelschen gevoelen zich bezorgd omtrent dc groote militaire en luchtvaartor ganisaties,' wzlke in stand worden gehouden zoowel in Oostelijk als in Westelijk Frank rijk. Zij zijn tevens eenigszins verontrust over de belangstelling, welke de Fransche regeering toont in de militaire organisaties van de nieuwgevormde staten in Centraal- Europa en ten slotte vragen zij, waarom toch deze organisaties gefinancierd worden door de Fransche regeering, zonder dat deze laatste acht slaat op het feit, dat de Brit sche belastingbetaler meer dan 30 millioen pond per jaar moet opbrengen tot betaling van den interest op de Amerikaansche lee ningen en dat deze zelfde belastingbetaler eveneens groóte sommen moet opbrengen om de rente te betalen xan Frankrijks schuld aan Engeland Voor de betaling van deze schuld heeft Frankrijk tot dusver geen enkelen stap gedaan en zich geen opoffe ringen getroost, welke ook maar eenigszins te vergelijken zouden zijn met onze eigen opofferingen. Met dergelijke volksopinies, hoe onjuist zij ook mogen zijn, moeten wij beiden re kening houden. Het is naar mijn oordeel te wijlen aan den invloed van deze publieke opinies, dat ónze naties in de laatste jaren vaak niet hebben samengewerkt. .Van harte verlang ik er naar, om met u tezamen met Frankrijk en Engeland het noo- dige vertrouwen te wakken Laat ons in deze briefwisseling eerst overeenstemming bereiken omtrent de aan hangige kwesties alvorens wij overgaan to aangelegenheden als het Roergebied, de be zetting van het Rijngebied en de Palts. In hoofdzaak zijn onzt doeleinden niel zoozeer verschillend Frankrijk wenscht waarborgen voor zijn veiligheid, het Britsche volk beeft hetzelfde ideaal. Maar terwijl Frankrijk dit begrip alleen tot Duitschland uitstrekt, hecht het Britsche rijk er veel uitgebreider bcteekenis ian. Wij wenschen waarborgen tegen den oorlog. Veiligheid is mijns inziens niet alleen een Fransche maar een Europeesche kwestie welke alle staten van Europa betreft. De toekomst zal wellicht algemeene ont- wapening en algemeene beslechting van ge. schillen door arbitrage brengen; in afwach ting daarvan is het echter onze taak, ver trouwen in die toekomst te wekken en de internationale achterdocht en ongerustheic welke thans heerschen. weg te nemer. Of dit doel gedeeltelijk bereikt kan wor den door plaatselijke demilitariseering en neutraliseering door het insteken tusschen sommige staten van neutrale grondgebieden onder wederkeerige of zelfs collectieve waarborgen en controle of wel door eeniger lei ander middel, dit is een kwestie, die in details kan worden onderzocht. Dit is een zaak naar mijn meening, waarin de Volken bond zoowel door bespreking ais door even tueel optreden een belangrijke pro! zal kun nen spelen. Voor deze politiek z- de goede wi! en de medewerking van aile Europeesche naties moeten worden ingeroepen Deze politiek kan alleen verwezenlijkt worden, als Frank rijk en Engeland het eers zijn. Wat de schadevergoeding betreft: dit be grip strekt Frankrijk eveneens slechts uit to de betaling der schulden door Duitschland. Het Britsche volk wer.sch: evenzeer de ver woesting van den oorlog hersteld te zien, maar voor de Engelschen is deze verwoes ting een ruimer begrip, i.ngeland ziet naar in de te gronde gerichte markicn, in de verzwakte koopkracht, in de afDeming van dc scheepvaart en den buitenlandschen nan- del, in de verwarring van de internationale valuta's en in de werkloosheid. Onze verwoeste gebieden zijn wellicht moeilijker waar te nemen en vast te steden. Hun wederopbouw zal minder merkbaar» maar zal langduriger zijn. Voor ons ech ter bestaan zijn evenzeer en in even wreoce werkelijkheid als voor Frankrijk, er: zoo lang geen herstel daarvan is gevonden, zal het lijden van het Britsche rijk voortduren. Voor wij dit probleem kunnen bespreken, moeten wij evenwel wachten op de rappor ten van de beide commissies van experts, en ik hoop. dat leze rapporten uw land en het mijne tot elkander zullen brengen. IX zie geen reden, waarom het vergoedings probleem. als het behandeld wordt tegelijk niet dat van de internationale scnulden. wet spoedig zou kunnen worden opgelost op zulk een wijze, dat aan Engeland de hoop wordt gegeven op een economische stabili teit in Europa en aan Frankrijk dc verzeke ring, 'dat zijn gerechtvaardigde eischen zul len worden vervuld. Ook hier zal. als Frank rijk en Engeland slechts willen samenwer- ken, de medewerking van andere Europee sche naties verzekerd zijn. Het zal ons dar mogelijk zijn, ons tot de V, S. te wenden niet als schuldenaars, die met elkander twis- len, maar als een vereenigd Europa, dat er op uit is, dc kwalen te genezen, waaraar dc .volkeren thans lijden. Op deze basis zal ik met u onze voor naamste problemen willen bespreken. Als wij het dan eens kunnen worden over dc voornaamste principes en als die principes ran onze respectieve volken en aan de pu blieke opinie van de gansche werelc kunnen worden Uiteengezet, dan twijfel ik met. da de problemen vankleineren omvang zuller kunnen worden opgelost. .Als wij ons daarentegen verwarren m bet netwerk van details, dat zich gevormd bce.t rondom de kwesties als die van het Roer- gebied, het Rijnland en de ralts, dan zuiien onze doeleinden oppieuw worden verduis terd en dan zouden wij weer terugvallen in der ouden kringloop van roeeningsverschil- len en twisten op punten, die, hoe belangrijk ze overigens ook mogen zijn, toch geen fun- damenteele beteekenis hebben. In de hoop, een dergelijke achterwaartsche beweging te voorkomen, heb ik in dit schrij ven aangegeven, wat m. i. de hoofdpunten van bet probleem zijn. Ik herhaal, my dear President, dat naar mijn overtuiging de toestand van Europa al leen verbeterd kan worden door samenwer» king tusschen Engeland en Frankrijk, op basil van wederzijdsche sympathie en inachtne ming van elkanders wenschen en moeilijk heden en daardoor van de belangen van dc wereld in haar geheel. Tot zulk een samen werking ben ik steeds volkfcmen bereid. (w.g.) RAMSEY MACDONALD In den aanvang van zijn brief verklaart Poincaré, met groot genoegen de vriend schappelijke en openhartige uiteenzettingen van MacDonald te hebben gelezen. Hij :s het ten volle met hem eens zoowel wat be treft de kwesties, welke geregeld moeten worden, als wat betreft de methode, welke hij voorstelt voor de oplossing van deze kwesties. Poincaré gaat dan als volgt door: Evenmin als u wenscb ik in deze periooe „Maar nu doet zich een moeilijkheid /oor." „Welke?" „Martha zal zonder twijfel die medaille zelf beleend hebben." „Ja. natuurlijk." „Dan zal Martha haar handteekening ge- ïet hebben." „Dat is niet zoo erg.... Pascal maakt haar handteekening eenvoudig na. Ga nu en maak haast met dc zaak," voeg- a Jacques er bij. Angèle verdween. „Wat doen we met Fabien?" „Daarover praten we als je terugkomt."- „Morgen vroeg met den eersten trein ga ik weg en -ben" dan waarschijnlijk 's avonds veer terug. Jacques gaf het pandbriefje terug. „Heb ie de ochtendbladen al gelezen?" „Nog niet, ik heb er neg den tijd niet voor gehad,antwoordde Pascal. „Dan zullen we ze even doorkijken." Jacques nam een aantal couranten en sloeg er een open. Het was een blad, dal zeer op sensatie belust, soms de meest zonderlinge berichten de wereld in stuurde. „Ha!zoo!" merkte Jacques op, „weer j een sensatie-bericht. Luister maar eens!' En hij las: Afdeeling Recherche. Binnen eenige dagen zullen wij aan onze geachte lezers eenige zeer belang rijke mededeelingen doen omtrent de Afdeeling Recherche. In afwachting zullen wij nu de meest ongehoorde en verbazingwekkende mede deelingen doen omtrent dingen, die op dit oogenblik in Parijs zich voordoen en waarover de Afdeeling Recherche tot nu toe het volkoménste stilzwijgen bewaart, alhoewel het leven van menig burger dagelijks in gevaar verkeert. Die instelling nu, dc Afdeeling Recherche heeft het goed en raadzaam geacht, de misdaden, die sedert meer dan een. maand in Parijs gepleegd zijn. te verbergen, door het diepste stilzwijgen te bewaren. Wij zuilen ons wel wachten de bescheidenheid van de Afdeeling Recherche na te volgen en wij willen verklaren, dat eén bende moordenaars de stad in groot gevaar brengt. Het doel dezer moorden, die op de meest zonderlinge en verschrik kelijke, maar altijd óp dezelfde wijze, wpr- den gepleegd, is tot nog toe onbekend. Wij zijn in staat tc bevestigen, al '.al misschien de Afdeeling Recherche liet niet graag zien, dat, ongeveer een maand geleden het "lijk van een man uit de Seine is opgehaald. Die man was ver moord, het was Anioon Fauvel. Daarenboven bevestigen wij, op niet minder besliste wijze, dat acht dagen later in het Bois de Boulogne een jonge man en jonge vrouw gevonden zijn, op dezelfde wijze vermoord, maar de Afdeeling Recherche onthield zich ook van eenige mededee- ling: de twee slachtoffers waren Arncdée Duvernay en zijn jónge vrouw Virginie. Verder verklaren wij, dat vijf of zes dagen na die dubbele moord men op de rails van dc spoorlijn ParijsOrleans het lijk gevonden heeft van een jongeman. Ook deze was op dezelfde wijze ver moord als de andere slachtoffers. De jon geman heette René Labarre. Waarom houdt dc Afdeeling Recherche opzettelijk die misdaden geheim? Waarom doet men, alsof men van niets afweet? Indien de AideeJng Recherche haar onderzoek niet doet, zullen wij het onze doen, en wanneer dat geëindigd is, zullen wij het ons als een plicht rekenen, er den uitslag van mede te deelen. „Duivels!" riep Pascal. „Dat windt ge vaarlijk. Waar zou het blad de inlichtingen van daan hebben?" „Dat weet ik niet." ..Afijn, dat doet ook niets ter zake.... Wc moeten nu oppassen. De verdwijning van Fabien de Chatelux zal weldra bekend wordenen dan zult ge weer wat hoo- ren." ,,'t Zal er gaan spannenWe mogen nu wel dubbele voorzorg nemen." Toch was de schrik bij het lezen van het artikel bij Jacques spoedig verdwenen. Op het hoofdbureau van politie waren deze mededeelingen eveneens gelezen cn de hoofdcommissaris had den chef der re cherche bij zich laten roepen. Dc mannen raadpleegden het bericht nau wkeurig. „Wie zou die mededeelingen gedaan heb ben?" Was er dan op het bureau of bij de re cherche iemand, die om de een of andere reden geheimen zou verraaen? "„Volgens mij." mérkte de chef der re cherche óp, moeten wij dit zeer hoogop nemen en antwoorden, dat het van onbe kwaamheid getuigt en zeer gevaarlijk is een geheim te publiceeren, waarvoor mén niet het recht heeft te beschikken. Het geheim werd door de recherche bewaard, om bet onderzoek te vergemakkelijken, dat op 't punt was. tol een goed einde gebracht te zullen worden, dopb dat nu gevaar loopt te mislukken" „Het eenige goede antwoord zou zijn de arrestatie der moordenaars.... Dat ant woord zou onweerlegbaar zijn.... Zie dus de zaak zoo spoedig mogelijk op te helde ren". De chef van de recherche vertrok. Dc minister van justitie was na een ka binetsraad op zijn bureau teruggekomen. Verschillende dossiers waren voor hein gelegd. Een ervan droeg het stempel van het hoofdbureau van politie. „Welk dossier is dat?" vroeg hij aan zijn secretaris. „Dat is van den agent Raymond Fromen- ial. Excellentie, wiens vrijstelling u gisteren gete.ekend hebt.Er moet melding van gemaakt worden in het dossier." „Is die vrijstelling naar het hoofdbureau teruggezonden?" „Ik heb er dezen morgen zelf voor ge zorgd, Excellentie." „Ik had van dien Fromental al eens hoo- reh sprekenHij is mij steeds afgeschil derd als een rnan met een flink verstand en groote eerlijkheid.... Zijn vrijstelling zal de recherche van een bekwamen beambte berooven, maar 't was niet meer dan plicht, hem vrijstelling te geven.... Heeft u gra vin de Chatelux ook bericht gezonden om trent mijn besluit?" „Ik zal het aanstonds doen, Excellentie.' Er werd geklopt. Gravin de Chatelux werd aangediend. „Laat aanstonds binnenkomen." gelastte de. minister. Geheel ontsteld, .wcenenid, trad de gra vin het vertrek binnen. „Aan welke reden, heb ik de eer van uw bezoek te danken, mevrouw? vroeg de minister opstaande en naar haar toeko- mend,Ik vrees, dat het een droevige reden is" „Excellentie't is verschrikkelijk...,. mijn zoon.Fabienis ontvoerd vermoord". I „Uw zoon, mevrouw?" riep de secretaris ontsteld.... „Is uw zoon vermoord?" „Hij is %-ermoord, want hij is verdwenen." „Maar.... dat is onmogelijk.... 'tkaii niet," antwoordde de minister.... Wie zou hem dan ontvoerd kunnen hebbenWie heeft hem dan vermoord?" „Wie?Wie denkt ge?Ik weel 't.... Het zijn de geheimzinnige moorde naars, die heel Parijs onveilig maken en mi mijn kind ontstolen hebben." „Mevrouw, u weet niet, wat u zegt.". „Geef mij dan mijn kind terug, mijnheer. „Niets bewijst, dat uw zoon dood ia." t „Ik weet 't.ik voel het.... Hij ji laaghartig vermoord." „Er zal onmiddellijk een onderzoek wor den ingesteld." Mevrouw de Chatelux haalde de schou ders op. I Een onderzoek! een onderzoek.'" be». haalde ze schamper.... „Zeker zulk :eee onderzoek als bij Fauvel, Amedée Duver,- nay en zijn vrouw en René Labarre." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5