Sport- en wedstrijden.
ROODE DUIVELS-2WALUWEN 3 3.
BINNENLAND.
Het afwentelingssysteem.
BINNENLANDSCH NIEUWs
Minister Colijn over den
economischen toestand.
Het Kamerlid Ter HalL
Voor de redders v. St. Sauveur.
Ned. Landbouwarbeiders
in Frankrijk.
Nationale Vereeniging van
H andelsondertvijs.
VERKEER EN POSTERIJEN.
Grensverkeer.
De postcheque' en girodienst.
Spoorweg AlmeloSalzbergen
UIT ONZE WEST.
Amerikanen op bezoek.
Hevige storm.
GEMENGD NIEUWS.
Een dure les.
Een Nederlandsch stoomschip
op een koraalrif.
Inkrimping Rijksveldwacht.
RECHTSZAKEN.
Arbeider tegen arbeider.
De aanvaring tusschen de „Rijn'
en de „Holtby."
LANDBOUW EN ¥ISSGHERh).
Paarden voor Duitschland
Een inzender in „De R.K. Werkgever"
terinnert er aan, dat de Regeering de wij
ziging van de Stoomwet afwenteling van
de kosten van de industrie in de Eerste
Kamer er door heeft gekregen door middel
/an een belofte, dat zij op dezen weg niet
erder zou gaan. Toch is er nu weer iets
dergelijks aan de hand.
Tot voor kort was het den ondernemer
geoorloofd, na bekomen vergunning, water
te onttrekken aan net publiek domein, zon
der dat daarvoor vergoeding werd gevor
derd. Dit was volkomen logisch, omdat het
openbare v/ater en de lucht nu eenmaal za
ken zijn, die niet in den handel zijn. In
normale omstandigheden heeft het grootste
deel van ons land water te veel: op aller
lei kunstige wijzen moet dat water, water
waartegen onze voorouders met man en
macht gevochten hebben, naar zee worden
geloosd en als de fabrikant helpt, om van
den overvloed iets tot zich te nemen, dan
is dit allerminste een motief, om hem nag
bovendien een geldelijk offer te vragen.
Plotseling wordt in dezen toestand, die
jarenlang bestaan heeft, verandering ge
bracht. In September 1923 gaat van de af-
deeling „Domeinen" van het Departement
van Financiën een instructie uit, om voor
taan van verguninghouders wél betaling te
vragen voor het watergebruik, voor zoover
dat uit kanalen plaats heeft.
Over deze nieuwigheid is geen overleg
gepleegd met de nijverheid en hare organi
saties, evenmin is door het Departement
het redelijke of noodzakelijke van de reti-
butie bepleit: zonder waarschuwing en zon
der overleg wordt een niet geringe last op
de industrie gelegd.
Schr. hoopt, dat ter zake een schriftelijke
vraag zal worden gesteld, en raadt de R.K.
werkgevers aan, deze retributie niet te be
talen, alvorens aan het secretariaat der A.
R. K. W. V, en van het R.K. Verbond een
advies te hebben ingewonnen.
Over dezelfde kwestie schrijft ook de re
factie van „De Ned. Nijverheid" in het
laatst verschenen nummer: „Bedenkelijk
voornemen" is hier hef hoofd.
De bedoeling was aanvankelijk een ver
goeding te eischen van 1 cent per H.L. wa
ter. dat verbruikt wordt of 'A cent, indien
dat water weder terugvloeide in de betrok
ken rivier of het betrokken kanaal, Intus-
schen is een wijziging van dit tarief in voor
bereiding, waarbij dit onderscheid zal ver
vallen en voor iedere 100 M3 water 50 cent
zal worden gevraagd, of 50 voor 10.000
M3., voor iedere 100 M3 die meer ver
bruikt wordt dan 10.000 M3 3711, cent,
voor iedere 100 M3, die meer verbruikt
wordt dan 50.000 M3, 25 cent, voor iedere
100 M3 die meer wordt dan 100.000 M3.
121cent, voor iedere 100 M3 die meer
verbruikt wordt dan 260.000 M3 1/i cent,
voor iedere 100 M3 die meer verbruikt
wordt dan 500.000 M3 5 cent, voor iedere
100 M3. die meer verbruikt wordt dan
1.000.000 M3. 2XÓ cent, voor 2.000.000 M3.
of niet meer dan 1200.
De schrijver van het artikel ontwikkelt
dan verder juridische bezwaren tegen het
„voornemen" Zij komen hierop neer, dat
het beheer van het openbaar domein, waar
toe de staatswateren behooren, wel bij het
departement van financiën is, maar dat het
departement daarbij geen handelingen mag
verrichten, in strijd met de letter of den
geest van de wet. De staat, als privaatrech-
telijk eigenaar, is aan de wet evenzeer on
derworpen als de particuliere burger. Wil
hij als eigenaar iets doen, wat de bestaande
wetgeving niet toelaat, dan dient hij eerst
die wetgeving veranderd te krijgen.
In geen geval mag bij Koninklijk Besluit
of bij Ministeriëele beschikking als uitvloei
sel van het beheer over de domeinen eenige
daad worden verricht welke in strijd komt
met hetgeen de wet bepaalt. Een beroep op
het eigendomsrecht en de daaruit voort
vloeiende bevoegdheden, kan de staat niet
baten om te handelen tegen de wet in. Uit
drukkelijk bepaalt art. 625 Burgerlijk Wet
boek: „Eigendom is het recht om van een
zaak het vrij genot te hebben en daarover
op volstrekte wijze te beschikken, mits men
er geen gebruik van make strijdende tegen
de wetten of de openbare verordeningen,
daargesteld. door zoodanige macht die
daartoe volgens de Grondwet, de bevoegd
heid heeft," enz.
Nu bepaalt art. 9 van de Rivierwet, dat
aan de vergunning (die men van den minis
ter van Waterstaat volgens art. 7 moet krij
gen, om aan eenig gedeelte van het water
van een rivier of stroom een nieuwe
stroombaan te geven, welke vergunning al-
•een wordt geweigerd of opgezegd indien
dit noodig wordt geoordeeld op gronden
aan het openbaar rivier of stroombelang
antieend) geen andere voorwaarden mogen
worden verbonden, dan die strekken tot
bescherming van het openbaar rivier of
stroombelang.
Niemand kan beweren, dat de bedoelde
heffing die strekking heeit; ze is eenvoudig
een poging om geld in de schatkist te krij
gen. En voor de kanalen geldt iets derge
lijks; deze vallen onder de wet van 28 Febr.
1891 en het daarop steunend reglement van
politie door rivieren, kanalen havens,1 etc.;
met de uitvoering van dit reglement is de
minister van waterstaat, belast, waarmede
de zaak is onttrokken aan het bonvouloir
van den minister van Financiën.
Bovendien zou nog de zeer interessante
vraag kunnen worden opgeworpen of in
derdaad de eigendom van deze rivieren en
kanalen den eigendom impliceert van al
het water dat daardoor stroomt.
Op al deze gronden acht „De Nijverheid
he: optreden van het dep. van Financiën
onrechtmatig.
Op het Dinsdag te Amsterdam gehouden
:ongres der Ver. Boaz, Federatie der Chr.
Werkgeversvereniging en van den Chr.
Bóeren- en Tuindersbond, heeft de Minister
van Financiën, de heer Colijn het woord ge
voerd over „Den economischen toestand van
Nederland".
Na een overzicht gegeven te hebben van
den toestand op economisch gebied, zeide de
minister, dat zich na den ommekeer in 1920
/rijwel overal werkloosheid heeft voorge
daan. Ook in ons land. Ongetwijfeld wcffdt
het werkloosheidsprobleem beïnvloed door
den kostprijs der geproduceerde goederen,
in verband met de koopkracht der wereld,
i.i. met de mogelijkheid van afzet. Is die
kostprijs hoog, is hij met name hooger dan
die in andere landen, dan zal de afzet en
daardoor de produtie en de saamhangende
werkgelegenheid er de nadeelige gevolgen
van ondervinden. Het is derhalve niet alleen
een algemeen volksbelang, maar met name
een belang voor de arbeidende klasse zelve,
dat de productie hier te lande goedkooper
wordt.
Behalve door vervolmaking van het be
drijf, kan dit alleen verkregen worden door
verlaging van het loon in verhouding tot
bet geproduceerde, dus ook door voor het
zelfde loon meer arbeid te presteeren. Het is
hieruit, dat de conflicten tusschen onder
nemer en arbeider voortkomen, met al de
schadelijke gevolgen voor het productie
proces, daaraan verbenden.
Men duide het den arbeiders niet euvel,
dat zij zoo lang mogelijk vasthouden aan
wat zij verwierven, In den grond van de
zaak doen middensa^ders en groot-industri-
eeler, vaak hetzelfde. Tactvolle leiding ten
opzichte der arbeiders kan niet alleen ver
zoenend werken, maar °°k terugkeeren tot
het juiste inzicht verhaasten.
Er is echter nog een gewichtiger zaak het
bevolkingsaccres "geeft, bij niet gelijkwaar-
digen groei van het kapitaal, een percentage
van ongeneeslijke werkloosheid en misschien
van pauperisme. Dit is ht benauwendste pro
bleem in de Nederlandsche economie, vooral
omdat we er weinig aan veranderen kunnen
en ons voorhands wel tevreden zullen moeten
stellen, om door verschuiving van ons belas
tingwezen in de richting van verteringsbelas
tingen tot verlaging der directe belastingen te
geraken. Maar opgelost kan het probleem
alleen worden door vermeerdering van werk
gelegenheid en die komt alleen door meerdere
productie, terwijl deze weer in hoofdzaak
afhankelijk is van den kostprijs van het ge
produceerde.
Ten slotte wat onze betalingbalans en
Indië betreft
In 1923 bijv. komt Indië voor meer dan
300 millioen onder het actief onzer belas
tingbalans voor. Nederland heeft in de
moeilijke iaren, die achter ons liggen, onein
dig veel meer kunnen importeeren dan anders
het geval zou zijn
Ook is Nederïand's aandeel in den invoer
weer toegenomen, hoewel dit nog veel ruimer
kan worden.
Wat de financiën aangaat, in. de dagen
van schijnwelvaart zijn maatregelen genomen,
die het budget boven de draagkracht van het
land hebben bezwaard en wei voor een aan
zienlijk deel voor langen tijd. De nadeelige
saldi van den buitengewonen dienst der
jaren 1918 tot 1923 overschrijden het milliard;
alleen vcor woningbouw zit hierin rond ze
venhonderd millioen.
Alleen de dienst van de staatsschuld vor
dert dan ook in de komende jaren een bedrag
van 150 millioen per jaar meer dan 1913.
Van groote beteekenis voor de beoor
deeling van den financieel-economischen
toestand is voorts nog dit feit te achten, dat
in 1922 en 1923 de verschillende publieke
lichamen resp. 1083 en 983 millioen gulden
van de geldmarkt hebben gevraagd, tegen
resp. 138 en 36 millioen aan emissies voor
particuliere doeleinden.
De minister kwam tenslotte tot de con
clusie, dat de achteruitgang van het nationaal
vermogen in vergelijking met de toeneming
der bevolking en met de vermindering van
de waarde van het geld, geschat kan worden
op ongeveer twintig procent.
Het groote bezwaar is nu, dat men dit nog
niet in alle kringen inziet. Men kan toch de
jaren van den oorlog in drie deelen verdeelen
1. de opleving men is arm, doch waant
zich rijk
2. er komt een somber vermoeden van
den toestand, doch men aarzelt nog de waar
heid te aanvaarden
3. de aanvaarding van den toestand en het
pogen om het leven daarmede in overeen
stemming te brengen.
Het stemt dankbaar, dat steeds meerderen
bij het derde stadium zijn aangeland. Wordt
dit door de meerderheid aanvaard, dan is
psychologisch het gevaar voorbij en gaat men
het leven daarop inrichten. Evenwel, zoo
ergens, dan werkt hier de wet der traagheid.
Maar juist daarom moeten zij, die de lei
ders van het volk zijn, met tact te werk gaan.
Van die traagheid moeten zij begrip hebben
zij moeten gevoel hebben voor de pijnlijk
heid van het proces, dat zich in de breede
kringen, des volks moet afspelen voor 't tot
de werkelijkheid is doorgedrongen en daar
uit de noodzakelijke consequenties het
brengen van offers getrokken zijn.
We hebben erger dingen doorstaan, dan
we nu moeten doormaken.
Maar voorwaarde van slagen is, naar den
mensch gesproken, om de waarheid te zien
en te zeggen. De plicht om zoo te handelen,
rust niet het minst op hen,.die belijdenis doen
van het voorzienig bestel van Hem, die ook
het lot van landen en volken heeft bepaald.
De toestand niet te willen zien, zooals hij
is, is niet minder dan verzet tegen wat God
ook over ons land heeft beschikt.
En voor den Christen moeten inzicht en
handeling één zijn.
Het kamerlid de heer H. J Ter Hall komt
Maandagavond 10 dezer te Rijswijk terug
uit Menton, waar hij om gezondheidsredenen
vertoefde.
Het verblijf aldaar is zijn "gezondheidstoe
stand zeer ten goede gekomen, maar van al
te drukke werkzaamheden zal hij zich voor-
loopig nog moeten onthouden.
De Ned. Reisvereenigir.g heeft dezer dagen
haar stoffelijke blijken van dankbaarheid ver
zonden aan hen, die zich, in sommige geval
len met levensgevaar, hebben ingespannen bij
het reddings- en bergingswerk te Saint-Sau-
veur.
Aan ieder der redders van den heer Kuy-
pers schonk zij een bedrag van 1000 den
heeren Philip, Sous-Préfet te Argelès (Hau-
tes Pyrenées), Raoul Naudin, Zeeofficier,
Abbé Gauthier, Vergez, Garde Rëpublicain,
en Bajet, Koopman, schilderijen van onze
schilders Akkeringa, Van%Bloem, Koster,
W. Maris, Jbzn., en W. Roelofs Jr., voorts
aan de heeren Brubalia en Gaben ieder 100,
en aan den heer Tha 25De Reisvereeni-
ging stelde ook nog plm. 150 ter beschik
king voor de armen te Luz.
In samenwerking met de Ned. Reisvereeni-
ging, die daartoe aangezocht, een belangrijke
bijdrage gaf, heeft de stichting „Kunstgroep
Bilthoven", afwijkend van haar oorspronke
lijk plan, de plaquette met oorkonde niet al
leen gezonden aan de beide redders van den
heer Kuypers, de heeren Hourcadet en Bla-
vet, doch ook aan vijf andere personen, die
zich bij de autoramp op bijzondere wijze
hebben verdienstelijk gemaakt.
De plaquette, in brons uitgevoerd, toont
in het midden een F. in cartouche, gedekt
door een Jacobijnenmuts. Dit geheel rust op
een basement, waarvoor een bloemenhulde,
en wordt aan weerszijden geflankeerd door
drievoeten met reukoffers, het is aan drie
zijden omgeven door het randschrift Aux
Sauveurs de Saint-Sauveur, la Hollande
Reconnaissante". Het geheel is van onder af
gesloten door een drieledige profileering met
vertikaal gekartelde afsneden. Op het ge
profileerde basement staat het meesterteeken
van den ontwerper, C. J. v. d. Heef.
Rapport van het R.-K. Vakbtireau.
Doordat van verschillende zijden aan het
bestuur van het R.K. Vakbureau advies werd
gevraagd, in verband ook met van overheids
wege op de arbeiders uitgeocfenden drang
tot het aanvaarden van landbouw-werk in
Noord-Frankrijk, besloot genoemd bestuur
in zijn vergadering van 19 November 1923
een commissie te benoemen met het doel
te doen nagaan onder welke omstandig
heden de Hollandsche arbeiders daar leven
en werken, speciaal bezien uit godsdienstig-
zedelijk oogpunt. Als leden der commissie
werden benoemd de Zeereerw. Heer pastoor
J. G. van Schaik, geestelijk adviseur van
het R. K. Vakbureau, de heer P. J. S. Serra-
rens, secretaris van het Internationaal Chris
telijk Vakverbond en de heer A. C. de Bruijn,
secretaris van het Vakbureau.
Aan het eind van dit rapport komt de
commissie, na ernstige overweging, tot de
conclusie, dat zij, op grond van haar infor
maties en waarnemingen, niet zonder meer
do emigratie naar Frankrijk kan aanbevelen.
Den arbeiders wordt dringend aangeraden
niet naar Frankrijk te gaan dit advies
geldt op de eerste plaats voor de Katholieke
arbeiders dan in geregeld overleg met hun
vakorganisaties.
De commissie is van oordeel, dat de Neder
landsche autoriteiten groote verantwoording
op zich laden, wanneer, zonder meer, op
de arbeiders druk wordt uitgeoefend om naar
Frankrijk te emigreeren.
Wanneer de Nederlandsche overheden of
overheidsinstellingen de emigratie direct of
indirect bevorderen, moeten zij er voor zorgen
dat den arbeider in het emigratie-land
loonend werk en behoorlijke slaapgelegenheid
verzekerd is dat, zoo noodig, hulp kan ge
boden worden door het benoemen van eeni
ge (onbezoldigde) vice-consuls dat een con
tract tot stand komt, waardoor de rechts
toestand en arbeidsvoorwaarden worden
geregeld dat door samenwerking met de
daarvoor geëigende organisaties, maatrege
len worden genomen, waardoor de gods
dienstige belangen der emigranten behoorlijk
behartigd worden.
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan
van de Nationale Vereeniging van Handels
onderwijs, gaf Zaterdagavond de heer Ch.
E. H. Boissevain, voorzitter der jubileerende
vereeniging een feestmaaltijd in het
Paviljoen Vondelpark te Amsterdam voor
belangstellenden in het handelsonderwijs uit
de handelswereld en onderwijswereld.
Vele autoriteiten, o.w. burgemeester de
Vlugt, waren aanzwezig.
Bij den aanvang van den maaltijd stelde
de heer Boissevain voor een telegram van
hulde te zenden aan de Koni'ngin, daarin
den wensch uitsprekend dat Zij nog verder
getuige moge zijn van den bloei en de verdere
ontwikkeling van het handelsonderwijs.
Dit voorstel werd luide begroet, waarna
de voorzitter, een huldedronk instelde op de
Koningin.
De heer O. de Groot hield een rede, waarin
hij hulde bracht aan den heer Boissevain als
voorzitter der vereeniging en den wensch
uitsprak dat deze nog jaren zijn krachten zal
wijden aan het handels-onderwijs.
De burgemeester, de heer de Vlugt, zeide,
niettegenstaande de moeilijke iareni, niet
bevreesd te zijn voor de toekomst van het
handelsonderwijs. Er is wel eens gesproken,
zei spr. van een animositeit tusschen Am
sterdam en Rotterdam uit welke laatste stad
de heer C. A. P. van Stolk als curator van
de Handelshoogeschool aanwezig was.
Maar dan was er ongetwijfeld sprake van
nobele animositeit, want als eerlijke part
ners mogen de beide steden elkaar ont
moeten.
De heer Tjeenk Willink wees op, de nood
zakelijkheid van een internationaal congres
op het gebied van handelsonderwijs. Ver
schillende andere sprekers voerden nog het
woord, onder wie de heer Tetrode, directeur
van de Ned. Bank, de heer Ketelaar en de
heer Du Mosch.
De gastheer stelde tenslotte een dronk in
op den groei en welvaart van Groot-Neder
land.
A.s. Woensdag zal het grensverkeer Venlo-
Kaldenkirchen per spoorweg worden hervat.
Er zullen voorioopig in elke richting twee'
treinen per dag Joopen, welke een directe
verbinding met Keulen tot stand brengen.
De vertrektijden van Venlo zijn 11 u. 30 min.
v.m. en 4 u. 43 min.; aankomst te Keulen
2 u. 14 min. en 7 u. 19 min. nam. De aan
komsttijden te Venlo zijn: 10 u. 59 min. v.m.
en 11 u. 7 min. nam.; vertrektijden van Keu
len 7 7. 33 min. v.m. en 12 u. 40 min. nam.
De besprekingen over heropening van het
grensverkeer langs andere overgangsstations
zullen binnenkort worden gehouden. Waar
schijnlijk zal met 1 April het internationale
verkeer via Duitschland beperkt worden her
vat.
Het bestuur van den postcheque- en giro
dienst zal dezer dagen aan onderscheidene
directeuren een opgaaf doen toekomen van
rekeninghouders, die zijn uitgenoodigd, hun
debet-saldo aan te zuiveren door storting
op eigen postrekening.
Het „Osnabrücker Tageblatt" van 1 Maar
meldt, dat de spoorweg SalzbergenNeder
landsche grens 1 Mei e.k. zal overgaan aan
de Duitsche Rijksspoorwegen.
Curagao wordt door Amerikaanse!:; toe
risten druk bezocht. Zoo bracht een bezoek
van 300 Amerikanen met het s.s. Reliance
op Maandag 21 Januari heel wat bedrijvig
heid in Willemstad. Aan het slot van zijn ver
slag schrijft de Amigoe di Cura gao
„Wat velen zeker niet lullen gelooven,
doch waarvoor wij kunnen instaan is dat de
Amerikanen over ons eiland in de wolken
waren. Uver de keurige inrichting van onzen
Gezondheidsdienst en het quarantaine- ge
bouw van Caracasbaai, over de karakteris
tieke mengeling van tropischen en oud-Hol-
landschen huizenbouw in de stad, de netheid
en zindelijkheid in onze straten, het schilder
achtige landschap in onze prachtige haven
dwars door de stad heen, nergens haveloos
gekleede bedelaars die, gelijk elders, hen
overal naliepen en lastig maakten, enz. enz.
Over dat alles konden zij geen woorden ge
noeg vinden om hun bewondering uit te
drukken,"
De „Amigoe-di Cur", meldt d.d. 26 Jan.
Eerst gistermorgen kwam de Stuyvesant
binnen, dus twee dagen te laat. Deze vertra
ging was het gevolg van een ontzettenden
storm, dien het schip in de Golf van Biscaye
opliep, waarbij zelfs een reddingsboot van
het sioependek werd weggeslagen.
Twee der booten werden zwaar bescha
digd. Verschillende passagiers bekwamen
ernstige verwondingen.
Van een dame werd het been openge
scheurd. Drie der Isla-werklui werden^door
den geweldigen golfslag, die over het lage
dek heensloeg, meegesleurd en tusschen het
ijzerwerk van de donkey ingedrukt, terwijl
al hun kleeren in flarden van hun lichaam
waren gescheurd.
Zelfs de oudste matrozen herinneren zich
niet ooit zoo'n storm te hebben meegemaakt.
De vrachtboot „Médea" is Donderdag
morgen hier binnèngeloopen en hiermede is
aan de groote ongerustheid omtrent déze
boot een einde gekomen. Als men weet, dat
deze boot tegelijk met de Stuyvesant uit Am
sterdam vertrok en eveneens den hevigen
storm in de Golf van Biscaye heeft meege
maakt, dan was er alle reden voor deze onge
rustheid. Daar deze boot geen draadloos
toestel aan boord heeft, kon zij van haar a-.s.
komst eerst toen zij Dinsdag in La Guavra
aankwam, bericht zenden.
Eenige dagen geleden is Manchester in op
schudding gebracht door den bekenden En-
gelschen tooneelspeler Fred Barnes. Deze
had, op egn goeden middag, in de club de
meening geopperd, dat de menschen over het
algemeen bijzonder weinig opmerkings-ver-
mogen bezitten. Dit werd door een zijner
vrienden bestreden. Het kwam tot een wed
denschap en Barnes bood aan, in een drukke
straat te Manchester Market Street
een bankbiljet van 100 pond sterling te ver
stoppen. Hij wedde, dat niemand in staat zou
zijn hét biljet te vinden. „Accoörd" zeide
zijn vriend „maar dan op voorwaarde,
dat de vinder het geld mag behouden. Deze
bepaling werd door Barnes aanvaard.
De weddenschap werd aan het publiek be
kend gemaakt. Er ontstond enorme belang
stelling voor. Den geheelen dag en tot ver na
middernacht was Market Street zwart van
de menschen. Tegen den ochtend werd het
zoeken voortgezet. Nu en dan was het ver
keer gestremd. Er was politie-assistentie
noodig om de orde te handhaven.
Om elf uur verscheen Barnes zelf ter
plaatse, blijkbaar overtuigd, dat niemand
het biljet zou vinden. Op den hoek van
Newmarket Place en Market Street lag
een hoop zand met eenige steenen er boven
op. Hier daacht de tooneelspeler zijn biljet
van 100 pond terug te vinden. Juist op dat
oogenblik kwam een arbeider aanloopen.
Triomfantelijk hield hij het 100-pond-bil-
jet in de hand. In den vroegen ochtend had
hij het daar, tusschen de steenen en het zand
gevonden. Barnes vergeleek de nummers.
Zij klopten. En de 65-jarige arbeider, die
nog vertelde, dat hij reeds sinds geruimen
tijd werkloos is, ging zijns weegs, ten zeerste
verheugd over dit buitenkansje,
Het laat zich aanzien, dat Barnes afge
zien van het verlies van zijn 100-pond-biljet
en een belangrijke som gelds ter betaling van
de verloren weddenschap ook nog de
schade, welke door dé zoekende menigte aan
winkels en andere gebouwen is toegebracht,
zal hebben te vergoeden De politie is reeds
in deze zaak gemengd.
ELF DAGEN TEN PROOI AAN WIND
EN GOLVEN.
Het s.s. Holland heeft in 't laatst van 't vo
rig jaar 11 dagen vastgezeten op het koraal
rif van Moma-Eiland ten Z. van Mozam
bique (Afrika). Eindelijk is het gelukt opeen
vindingrijke wijze dit schip van de Holland-
Oost-Afrika-lijn, vlot te krijgen, waarna het
betrekkelijk weinig gehavend, op eigen krach
ten naar Beira stoomde, om daar gekalefaterd
te worden.
De tweede officier en marconist dezer boot,
de heer R. Faubel, vertelt in de Tel. de vol
gende bijzonderheden omtrent de stranding
welke in den nacht van 24 op 25 December
j.l. plaats had.
De „Holland" liep bij zwaar stormweer
in dien donkeren nacht op het koraalrif van
het genoemde eiland, dat tien Engelsche
mijl uit de kust ligt. Men trachtte door ach
teruit te stoomen het schip los te werken doch
er was geen beweging in te krijgen het zat
zoo vast als een muur. Ofschoon de „Holland"
bij hoog water strandde, bleek den volgenden
dag het water niét minder van 12 Eng. voet
gevallen te zijn en op Kerstmorgen 10 uur
lag het geheel droog, zoodat dé officieren en
manschappen een wandeling rond de boot
maakten. Door middel van draadlooze tele
grafie kreeg men contact met 't Portugeesche
stoomschip „Luabp" en omstreeks elf uur
lag deze boot reeds ongeveer 180 meter van
de „Holland" verwijderd, om hulp te bieden.
Intusschen was wederom een storm opgesto
ken en gingen weer hooge golven over het ko
raalrif. De kapitein van de „Luabo" liet met
een reddingsboot een lijn overbrengen doch
toen deze aan den tros bevestigd was en de
„Luabo" het gestrande schip uit zijn netelige
positie trachtte te sleepen, .werd de tros, die
langs de scherpe kanten van het rif schuurde,
doormidden gesneden.
Denzelfden namiddag kwam ook de
„Heemskerk" ter plaatse, welke eyeneens po
gingen aanwendde om de „Holland" vlot te
krijgen, evenwel met hetzelfde negatieve
resultaat tegen de scherpe kanten van het rif
was geen tros bestand.
Op draadloos verzoek, kwam van Beira,
400 Eng. mijl van de plaats, een sleepboot,
waarna de „Luabo" en de „Heemskerk" ver
trokken. Deze sleepboot d§ „Inkomati",
gelukte het bij hoog water een tros aan de ge
strande boot te bevestigen. De machines van
de „Holland" liet men op volle stoom wer
ken en zoo probeerde men met vereende
krachten de redding tot stand te brengen.
Helaas, er was geen beweging in het schip te
krijgen, en wanneer men den tros niet door
gehakt had, had de „Inkomati" eenzelfde lot
met de „Holland" gedeeld. De „Holland"
zat thans geheel zonder trossen.
Na eenigen tijd kwam ook een loodsboot op
de plaats des onheils. Deze achtte den toe
stand van de „Holland" zoo gevaarlijk, dat ze
adviseerde de lading overboord te werpen en
een stoomketel te laten leegloopen. Aldus
geschiedde. Men hield nog slechts voldoende
brandstof, om den eenen ketel te stoken, en
het draadlooze toestel te laten werken.
Hetiweder bleef slecht en de branding was
zoo hevig, dat de sleepboot schuil moest zoe
ken in de luwte van het kleine eiland, onge
veer twee mijl verder op.
Tengevolge van den sterken stroom en dê
hevige winden was de „Holland" na elf dagen
ongeveer anderhalf mijl verder op het rif ge
stuwd. Daardoor kwam men op de gedachte
het stoomschip over het rif heen te sleepen.
Den 4den en 5dën Januari was geconstateerd,
dat de boot in gunstiger positie was geraakt,
om losgewerkt te worden.
De groote kwestie bleef echter hoe den tros
te bevestigen. Nood maakt den mensch echter
vindingrijk zoo ook hier. Men kwam op het
denkbeeld een 40a 50-tal leege vaten onder
ling te bevestigen en die te gebruiken om den
tros vrij te houden van de scherpe rifkanten.
Aldus geschiedde. De vaten liet men tusschen
de sleepboot en de „Holland" in zee en toen
ze voldoende vast lagen, haalde men den tros
er overheen. Dat bracht uitkomst. Den 6den
Januari, 's middags 3 uur, liet men de mari
nes van de „Holland" weer op volle kracht
werken en trokken de sleepboot en de loods
boot het gestrande schip van het koraalrif
van Moma Eiland in open zee.
Gedurende elf etmalen was de bemanning
van de „Holland", o.w. vele Nederlanders, in
het getouw geweest. Elkeen roemde haar
kranige houding.
Naar het Vad. verneemt, wordten maat
regelen getroffen tot inkrimping van de
niéuwe jachtwet de veiligheid op het plat
teland voldoende verzekerd is.
Deze jaarlijks terugkeerende ontmoeting,
is na een meer feilen dan fraaien strijd ge
ëindigd in een draw, hetgeen als een juist
resultaat kan worden beschouwd. Welis
waar speelden de Belgen voornamelijk op
Holland's helft, speciaal vóór de rust, maar
hun vporhoede spel was geen haar beter
dan het onze. Het was een echte wedstrijd
van verdedigingen. Bij beide ploegen was
het backstei dan ook uitstekend in vorm,
zoodat de doel verdedigers het betrekkelijk
gemakkelijk hadden. De zes doelpunten
kwamen dan ook niet van mooi opgezette
aanvallen, maar meestal door toevallige om
standigheden.
Van aer Aieulen maakte n betrouwbaren
indruk. Dat weinige, dat hij te doen kreeg,
deed hij met buitengewone kalmte. Van de
backs was Verwey de beste al deed Hans
Telzner weinig voor hem onder. Toch le
vert Tetzner's .onbesuisdheid dikwijls ge
vaarlijke momenten op. in den miadenmoot
was het spel van Hulsman min of meer een
désillusie en waarschijnlijk zou Van Linge
hier beter 'hebben voldaan. Krom daaren
tegen speelde schitterend. Wèl riep Tetzner
hem herhaaldelijk uit de voorhoede terug,
maar juist dat naar voren gaan van Kro.u
heeft voor de tegenpartij iets buitengewoon
gevaarlijks en het eerste doelpunt was er
dan ook een gevolg van. Immers toen de
aanval der onzen hopeloos stond te schut
teren, ging Krom een handje helpen. Hij
kreeg t. /erwachts het leder naar zich toe-
gespeelt ving het op en passeerde mei een
formidabelen trap van verren afstand den
onthutsten Belgischen keeper. Vermetten
was als een nijdige fox-terrier en liet Lar-
noe geen seconde los, doch aan zijn aan
geven ontbrak nogal wat. Van de voor
hoede deugde niet veel. Ruffelse onder
vond in'het geheel geen steun van zijn beide
buurlui en kon zoodoende niets uitrichten.
Niettemin maakte hii twee doelpunten. Wat
Verlegh en De Haas in dit elftal moesten
uitvoeren is vooralsnog een raadsel. Zij
brachten hun vleugelspelers ook van streek
en Sigmond heeft waarschijnlijk nog nooit
zoo'n slechten wedstrijd gespeeld. Ook
Groosjphan was niet'meer dan matig.
Het Belgische elftal, dat invallers had
voor Thijs, Bastin, Fierens en Schelstraete
was hierdoor zwaar gehandicapt. In tegen,
stelling met de Hollanders, die in Van der
Meulen en Verwey een paar goede rempla-
canten hadden, konden de reservisten der
Roode Duivels niet in de schaduw staan
van de rest. Dat Coppee weer in de ge
lederen is opgenomen stemt verheugend.
Zijn spel is mogelijk niet meer als vroeger,
maar nog venijnig genoeg om egn voort
durend gevaar op te leveren.
Er waren ongeveer twintig duizend toe-
w!-ivwcrs. Het terrein, dat der Union St.
Gillcise, was vanwege de sneeuw der laat
ste fterfen niet al te best.
Arbiter was de heer Van Praag, die de
volgende ploegen in het veld riep:
De Bic
Racing Club Brussel
Swaertebroeckx Verbeeck
Brussel, 4 Maart
Do eerste aanval is voor België, tr v
Tetzner onderschept het teder. Onder aa i
voering van Larnoe komën de Duivels v
ter terug, doch nu is het Verwey, die
druk weerstaat. Het veld blijkt ui:
moeilijk bespeelbaar en ontelbare glijparü n'
zijn er het gevolg van. Inmiddels is
Krom zich geducht gaan roeren, zoodat
stonde af aan onze Hollanidsche vooriv:
beter gevoed wordt. Veel geeft het r
want het akelig gepruts in het binnen i
voorkomt elke opluchtng en steeds v,
wordt onze verdediging aan het. werk
zet. Als Larnoe eens schitterend doorg
aan Gillis en deze op het punt staal -
schieten, fluit Van Praag voor buitens!
terwijl even later Larnoe hardhandig d
volkomen fair door Tetzner w.ordt op
gezet. België blijft voortdurend aanva te
maar tegen alle verhouding in komt ce
ding in Holland's handen als Krom het b
ven omschreven unieke doelpunt' mai>:<
Wanneer de Racingmar. het kunststuk h
haten wil, gaat zijn schot naast. Een ar:
val van de Zwaluwen gaat verloren als S
mond te egoïstisch is. De Belgen mis
tusschen de bedrijven door een paar kar
om van te watertanden en de rest is v -
Van der Meuten. Dan komt Hans Tetzner
botsing om voor enkele minuten te v
dwijnen, terwijl Sigmond een waarschuv
krijgt voor herhaaldelijk protesteeren te
den arbiter. Dan komt de gelijkmalu
wanneer Larnoe tegen den paal schiet
de terugspringende bal onhoudbaar wc
ingezet, 11. Aldus gaat de pauze in.
In de tweede helft zijn dc Holland
/beter op dreef, zonder bovenmate uit
blinken. Van der Meuten is bij een g:
door Coppée genoemen hoekschop de re
dende engel. Een -tam schot van Jo-
stopt hij eveneens en een kogel van V,
Halme ondergaat hetzelfde lot. Wanneer
Haas keurig doorgeeft naar Ruffelse, scd-
de Spartaan onhoudbaar, 12. Dan v
België een strafschop ten deel, dis d":
Coppeéwordt naast geschoten. Uit i
voorzet van Verlegh maakt Ruffelse v\'
mer drie. Het publiek, dat zich totnog
muisstil had gehouden voor zoover -
dan in België mogelijk is! begint zich
duchtig te roeren en de aanmoedi^te-
hebben succes, want na een geweldig of!-:
sief verdwijnt het leder via een achtersce'
in de netten. De Belgen, met een mogelr
zege in zicht, spannen zich geweldig in er
een kwartier vin» ti'-'schte' arm?, r'
inmiddels met Gillis gewisseld heeft ong
loofelijk hard langs de Hollandsche wac
ten. De laatste oo'ienblikken van den mi
dag zijn voor de Hollanders, maar De B
is op zijn post en zoo keeren de onzen na:
het Noorden terug met één kostbaar pun'
een resultaat dat ruim verdiend mag we
den genoemd.
H. R
Coppeé
(Union)
Sigmond
(D. F. C.)
(Daring)
Pelsmaeker
(Beerschot A. C.)
Gilles
(Standard)
Van Halme
(Union)
De Haas
(Be Quick)
Krom,
(R. C. H.
Tetzner,
(Be-Quick)
C. S. Brugeois)
Jooris
(Racing C, B.)
Kuf felsë
(Spar ta)
Huls man
(Goahaed)
Verwey,
(H. F. C.)
Van der Meuten
(H. F.C.)
Musch
(Union)
Larnoe
(Beerschot)
Verlegh
(N. A. C.)
Vermeulen,
(H. B. S.)
Houet
(Tilleur)
Groosjohan
(V. O. C.)
Voor den politierechter mr. Wiarda te
Amsterdam heeft zich dezer dagen een steen
zetter te verantwoorden gehad wegens mis
handeling van een medearbeider, wien hij
in den namiddag van 15 Januari 1.1. bij den
spoorwegovergang aan de Linnaeusstraat een
schop tegen het zitvlak toebracht.
Mr. W„ tot beklaagde Hebt u dat ge
daan
Bekl. Ja.
Mr. W. Waarom Bekl. Wij zijn al
sinds drie maanden in conflict met Dalmeyer,
omdat èij ons contract niet naleeft. En toen
is de getuige, trots hij nog twee jaar werk had
bij iemand anders in het gemeentezand bij
Dalmeyer gaan werken om ons dwars te zitten.
Mr. W. Dat moet hij toch zelf weten en
geeft u geen recht om den man dwars te
zitten.
Bekl. Ik loop al twee jaar zonder werk.
Mr. W. Hadt u hem bij den spoorweg
overgang opgewacht
Bekl. Ja, hij kwam er iederen avond
voorbij.
De mishandelde Ik ben als transport
arbeider aan den overkant van het IJ werk
zaam bij een nieuwe transportmaatschappij,
die alles wat voor een bouwwerk noodig is
langs mechanischen weg transporteert. Het
transporteeren van steenen is ook onder dat
transportbedrijf begrepen, maar hierdoor zijn
wij in conflict met de steenzetters gekomen.
Mr. W. Is het waar, wat beklaagde zegt,
dat u werk hadt bij een ander
De mishandelde Ik was werkzaam bij een
aannemer van gemeente-zand.
Mr. W. Hadt u daar nog werk
De mish. Ja, maar niet alle dagen. Mijn
gemiddelde loon was 35 per week. Toen
kon ik mij bij een nieuwen baas verbeteren
en, met minder zwaar werk, 45 per week
verdienen. Ik zou wel gek geweest zijn als
ik dat niet had aangenomen. Ik ben toch in
die omstandigheden niet verplicht om aan de
steenzetters te vragen of hun dat gelegen
komt Nadat wij echter een halven dag met
het transport van de steenen bezig waren
geweest, kwamen de steenzetters tusschen-
beide. We mochten van hen de steenen niet
lossen, werden van het werk gehaald en naar
het werk gebracht en kregen een politiepost
voor de deur.
Mr. W.En heeft de schop u pijn gedaan
De mish. Ik heb hem wel even gevoeld,
maar niet lang.
Mr. W. 't Was dus een onbeduidende
schop
De mish. Ja.
Bekl. Is 't niet gebeurd, dat de getuige,
toen hij door politieagenten vergezeld werd,
ons getart heeft door te zeggen „Kom nou
maar op"
De mish. Neen. Wel moet zoo iets drie
weken geleden gebeurd zijn met een steen
zetter, op wien de steenzetters zeer gebeten
zijn.
Mr. W. Gesteld, dat 't gebeurd is, dan
gaf dit den bekl. nog geen recht om den
getuige een schop te geven.
Bekl. Neen.
Mr. W„ tot den mishandelde Wordt u
nog steeds onder politie - geleide naar huis ge
bracht
De mish. Ja.
Mr. W. Hebt u daarna nog last gehad
De mish. Neen, dat kan ik niet zeggen.
Wel moet ik ze steeds in de gaten houden,
want als ze met een man of twaalf komen
opdagen, dan krijg je toch.
Mr. W. tot bekl. 't Is toch een treurige
toestand, dat iemand onder politiegeleide
naar en van het werk thuis gebracht moet
worden, eenvoudig omdat hij werken v.:
Bekl.Als wij zelf al twaalf maand
zonder werk zijn
Mr. W. Dat geeft toch geen pas om
mand te mishandelen. En wie weet wat
gebeuren zou, wanneer er geen politiegelei
bij was. Hadt u dien dag wat gedronken
Bekl. Jawel, mijn zwager was uit lm
over*
Een agent van politie De beklaagde h
zieh ai even te voren uitgelaten, dat hij d1"
getuige bij het passeeren der boomen ee:
schop zou geven.
Het O. M., mr. Massink, zeide in z
requisitoir, dat de bekl. de zaak zach-
voorstelt dan zij zich heeft toegedragen. U
eigen waarneming is het spr. bekend hoe
bij dergelijke gelegenheid toegaat, t Is men
waardig te zien, hoe dan van alie kanten t*
menschen, ook te fiets, komen aanrennc
teneinde door lawaai en bedreigingen 3v.
invloed uit te oefenen. Gelukkig is de poli
er gewoonlijk bij om de menschen tegen
opgewonden menigte zooveel mogelijk -
beschermen, al komen er ook, gelijk hie
gevallen voor, dat mishandeling plaats hee
Die mishandelingen kunnen echter m
feduld worden, 't Gaat niet aan, dat ee
leine minderheid door dwang de meerde
heid naar haar hand tracht te zetten. D
moet iri de straf, aan bekl. op te leggen, ook
aan diens kornuiten duidelijk gemaakt woe
den. Eisch drie maanden gevangenisstraf.
Mr. W„ tot bekl. Wat hebt u nog te zeg-
26H»
Bekl. Ik vind 't toch wel verschrikkelijk
om drie maanden uit mijn huishouden te
worden verwijderd.
Mr. W. Vindt u 't dan met verschrikke
lijk, dat iemand gehinderd wordt om de
arbeid, dien hij zich uitgekozen heeftte ver
richten
Bekl. Ja, hét is tpch feitelijk onze arbeu
Mr. W.U hebt al geruimen tijd ondev-
,tand
Bekl. Ja-
Mr. W. Van wien
Bekl. Van de crisis-commissie.
Mr. W. Wat krijgt u dan
Bekl. 17.50 per week.
Mr. W. Kunt u niets anders aanpakken
Bekl.Er is geen zier werk.
Mr. W. Ik zal heden over acht dager-
uitspraak doen.
Dc Raad voor de Scheepvaart te Amster
dam heeft Maandag uitspraak gedaan r
zake de aanvaring tusschen het Nederland
sche s.s. „Rijn" en het Engelsche s.s. „Holt
by".
De Raad is van oordeel, dat uit de over
eenstemmende verklaringen van de beide bi;
deze aanvaring betrokken partijen blijk
dat de „Rijn" geheel vrij uit gaat. Met dez
conclusie meent de Raad te kunnen volstaar
De oorzaak van het niet naar het roer luist
ren van- het Engelsche schip is uit het gehor.
den onderzoek niet gebleken zij kan op h
oordeel betreffende de vraag, of de „Rij
ten deze schuld treft, niet van invloed zij
Dezer dagen zal op een twintigtal plaat
sen in Noord-Brabant een bezoek gebrat
worden door een. Duitsche firma om e-
groot aantal paarden oo te koopen van
tot jaar.