Sport- en wedstrijden. ROODE DUIVELS-2WALUWEN 3 3. BINNENLAND. Het afwentelingssysteem. BINNENLANDSCH NIEUWs Minister Colijn over den economischen toestand. Het Kamerlid Ter HalL Voor de redders v. St. Sauveur. Ned. Landbouwarbeiders in Frankrijk. Nationale Vereeniging van H andelsondertvijs. VERKEER EN POSTERIJEN. Grensverkeer. De postcheque' en girodienst. Spoorweg AlmeloSalzbergen UIT ONZE WEST. Amerikanen op bezoek. Hevige storm. GEMENGD NIEUWS. Een dure les. Een Nederlandsch stoomschip op een koraalrif. Inkrimping Rijksveldwacht. RECHTSZAKEN. Arbeider tegen arbeider. De aanvaring tusschen de „Rijn' en de „Holtby." LANDBOUW EN ¥ISSGHERh). Paarden voor Duitschland Een inzender in „De R.K. Werkgever" terinnert er aan, dat de Regeering de wij ziging van de Stoomwet afwenteling van de kosten van de industrie in de Eerste Kamer er door heeft gekregen door middel /an een belofte, dat zij op dezen weg niet erder zou gaan. Toch is er nu weer iets dergelijks aan de hand. Tot voor kort was het den ondernemer geoorloofd, na bekomen vergunning, water te onttrekken aan net publiek domein, zon der dat daarvoor vergoeding werd gevor derd. Dit was volkomen logisch, omdat het openbare v/ater en de lucht nu eenmaal za ken zijn, die niet in den handel zijn. In normale omstandigheden heeft het grootste deel van ons land water te veel: op aller lei kunstige wijzen moet dat water, water waartegen onze voorouders met man en macht gevochten hebben, naar zee worden geloosd en als de fabrikant helpt, om van den overvloed iets tot zich te nemen, dan is dit allerminste een motief, om hem nag bovendien een geldelijk offer te vragen. Plotseling wordt in dezen toestand, die jarenlang bestaan heeft, verandering ge bracht. In September 1923 gaat van de af- deeling „Domeinen" van het Departement van Financiën een instructie uit, om voor taan van verguninghouders wél betaling te vragen voor het watergebruik, voor zoover dat uit kanalen plaats heeft. Over deze nieuwigheid is geen overleg gepleegd met de nijverheid en hare organi saties, evenmin is door het Departement het redelijke of noodzakelijke van de reti- butie bepleit: zonder waarschuwing en zon der overleg wordt een niet geringe last op de industrie gelegd. Schr. hoopt, dat ter zake een schriftelijke vraag zal worden gesteld, en raadt de R.K. werkgevers aan, deze retributie niet te be talen, alvorens aan het secretariaat der A. R. K. W. V, en van het R.K. Verbond een advies te hebben ingewonnen. Over dezelfde kwestie schrijft ook de re factie van „De Ned. Nijverheid" in het laatst verschenen nummer: „Bedenkelijk voornemen" is hier hef hoofd. De bedoeling was aanvankelijk een ver goeding te eischen van 1 cent per H.L. wa ter. dat verbruikt wordt of 'A cent, indien dat water weder terugvloeide in de betrok ken rivier of het betrokken kanaal, Intus- schen is een wijziging van dit tarief in voor bereiding, waarbij dit onderscheid zal ver vallen en voor iedere 100 M3 water 50 cent zal worden gevraagd, of 50 voor 10.000 M3., voor iedere 100 M3 die meer ver bruikt wordt dan 10.000 M3 3711, cent, voor iedere 100 M3, die meer verbruikt wordt dan 50.000 M3, 25 cent, voor iedere 100 M3 die meer wordt dan 100.000 M3. 121cent, voor iedere 100 M3 die meer verbruikt wordt dan 260.000 M3 1/i cent, voor iedere 100 M3 die meer verbruikt wordt dan 500.000 M3 5 cent, voor iedere 100 M3. die meer verbruikt wordt dan 1.000.000 M3. 2XÓ cent, voor 2.000.000 M3. of niet meer dan 1200. De schrijver van het artikel ontwikkelt dan verder juridische bezwaren tegen het „voornemen" Zij komen hierop neer, dat het beheer van het openbaar domein, waar toe de staatswateren behooren, wel bij het departement van financiën is, maar dat het departement daarbij geen handelingen mag verrichten, in strijd met de letter of den geest van de wet. De staat, als privaatrech- telijk eigenaar, is aan de wet evenzeer on derworpen als de particuliere burger. Wil hij als eigenaar iets doen, wat de bestaande wetgeving niet toelaat, dan dient hij eerst die wetgeving veranderd te krijgen. In geen geval mag bij Koninklijk Besluit of bij Ministeriëele beschikking als uitvloei sel van het beheer over de domeinen eenige daad worden verricht welke in strijd komt met hetgeen de wet bepaalt. Een beroep op het eigendomsrecht en de daaruit voort vloeiende bevoegdheden, kan de staat niet baten om te handelen tegen de wet in. Uit drukkelijk bepaalt art. 625 Burgerlijk Wet boek: „Eigendom is het recht om van een zaak het vrij genot te hebben en daarover op volstrekte wijze te beschikken, mits men er geen gebruik van make strijdende tegen de wetten of de openbare verordeningen, daargesteld. door zoodanige macht die daartoe volgens de Grondwet, de bevoegd heid heeft," enz. Nu bepaalt art. 9 van de Rivierwet, dat aan de vergunning (die men van den minis ter van Waterstaat volgens art. 7 moet krij gen, om aan eenig gedeelte van het water van een rivier of stroom een nieuwe stroombaan te geven, welke vergunning al- •een wordt geweigerd of opgezegd indien dit noodig wordt geoordeeld op gronden aan het openbaar rivier of stroombelang antieend) geen andere voorwaarden mogen worden verbonden, dan die strekken tot bescherming van het openbaar rivier of stroombelang. Niemand kan beweren, dat de bedoelde heffing die strekking heeit; ze is eenvoudig een poging om geld in de schatkist te krij gen. En voor de kanalen geldt iets derge lijks; deze vallen onder de wet van 28 Febr. 1891 en het daarop steunend reglement van politie door rivieren, kanalen havens,1 etc.; met de uitvoering van dit reglement is de minister van waterstaat, belast, waarmede de zaak is onttrokken aan het bonvouloir van den minister van Financiën. Bovendien zou nog de zeer interessante vraag kunnen worden opgeworpen of in derdaad de eigendom van deze rivieren en kanalen den eigendom impliceert van al het water dat daardoor stroomt. Op al deze gronden acht „De Nijverheid he: optreden van het dep. van Financiën onrechtmatig. Op het Dinsdag te Amsterdam gehouden :ongres der Ver. Boaz, Federatie der Chr. Werkgeversvereniging en van den Chr. Bóeren- en Tuindersbond, heeft de Minister van Financiën, de heer Colijn het woord ge voerd over „Den economischen toestand van Nederland". Na een overzicht gegeven te hebben van den toestand op economisch gebied, zeide de minister, dat zich na den ommekeer in 1920 /rijwel overal werkloosheid heeft voorge daan. Ook in ons land. Ongetwijfeld wcffdt het werkloosheidsprobleem beïnvloed door den kostprijs der geproduceerde goederen, in verband met de koopkracht der wereld, i.i. met de mogelijkheid van afzet. Is die kostprijs hoog, is hij met name hooger dan die in andere landen, dan zal de afzet en daardoor de produtie en de saamhangende werkgelegenheid er de nadeelige gevolgen van ondervinden. Het is derhalve niet alleen een algemeen volksbelang, maar met name een belang voor de arbeidende klasse zelve, dat de productie hier te lande goedkooper wordt. Behalve door vervolmaking van het be drijf, kan dit alleen verkregen worden door verlaging van het loon in verhouding tot bet geproduceerde, dus ook door voor het zelfde loon meer arbeid te presteeren. Het is hieruit, dat de conflicten tusschen onder nemer en arbeider voortkomen, met al de schadelijke gevolgen voor het productie proces, daaraan verbenden. Men duide het den arbeiders niet euvel, dat zij zoo lang mogelijk vasthouden aan wat zij verwierven, In den grond van de zaak doen middensa^ders en groot-industri- eeler, vaak hetzelfde. Tactvolle leiding ten opzichte der arbeiders kan niet alleen ver zoenend werken, maar °°k terugkeeren tot het juiste inzicht verhaasten. Er is echter nog een gewichtiger zaak het bevolkingsaccres "geeft, bij niet gelijkwaar- digen groei van het kapitaal, een percentage van ongeneeslijke werkloosheid en misschien van pauperisme. Dit is ht benauwendste pro bleem in de Nederlandsche economie, vooral omdat we er weinig aan veranderen kunnen en ons voorhands wel tevreden zullen moeten stellen, om door verschuiving van ons belas tingwezen in de richting van verteringsbelas tingen tot verlaging der directe belastingen te geraken. Maar opgelost kan het probleem alleen worden door vermeerdering van werk gelegenheid en die komt alleen door meerdere productie, terwijl deze weer in hoofdzaak afhankelijk is van den kostprijs van het ge produceerde. Ten slotte wat onze betalingbalans en Indië betreft In 1923 bijv. komt Indië voor meer dan 300 millioen onder het actief onzer belas tingbalans voor. Nederland heeft in de moeilijke iaren, die achter ons liggen, onein dig veel meer kunnen importeeren dan anders het geval zou zijn Ook is Nederïand's aandeel in den invoer weer toegenomen, hoewel dit nog veel ruimer kan worden. Wat de financiën aangaat, in. de dagen van schijnwelvaart zijn maatregelen genomen, die het budget boven de draagkracht van het land hebben bezwaard en wei voor een aan zienlijk deel voor langen tijd. De nadeelige saldi van den buitengewonen dienst der jaren 1918 tot 1923 overschrijden het milliard; alleen vcor woningbouw zit hierin rond ze venhonderd millioen. Alleen de dienst van de staatsschuld vor dert dan ook in de komende jaren een bedrag van 150 millioen per jaar meer dan 1913. Van groote beteekenis voor de beoor deeling van den financieel-economischen toestand is voorts nog dit feit te achten, dat in 1922 en 1923 de verschillende publieke lichamen resp. 1083 en 983 millioen gulden van de geldmarkt hebben gevraagd, tegen resp. 138 en 36 millioen aan emissies voor particuliere doeleinden. De minister kwam tenslotte tot de con clusie, dat de achteruitgang van het nationaal vermogen in vergelijking met de toeneming der bevolking en met de vermindering van de waarde van het geld, geschat kan worden op ongeveer twintig procent. Het groote bezwaar is nu, dat men dit nog niet in alle kringen inziet. Men kan toch de jaren van den oorlog in drie deelen verdeelen 1. de opleving men is arm, doch waant zich rijk 2. er komt een somber vermoeden van den toestand, doch men aarzelt nog de waar heid te aanvaarden 3. de aanvaarding van den toestand en het pogen om het leven daarmede in overeen stemming te brengen. Het stemt dankbaar, dat steeds meerderen bij het derde stadium zijn aangeland. Wordt dit door de meerderheid aanvaard, dan is psychologisch het gevaar voorbij en gaat men het leven daarop inrichten. Evenwel, zoo ergens, dan werkt hier de wet der traagheid. Maar juist daarom moeten zij, die de lei ders van het volk zijn, met tact te werk gaan. Van die traagheid moeten zij begrip hebben zij moeten gevoel hebben voor de pijnlijk heid van het proces, dat zich in de breede kringen, des volks moet afspelen voor 't tot de werkelijkheid is doorgedrongen en daar uit de noodzakelijke consequenties het brengen van offers getrokken zijn. We hebben erger dingen doorstaan, dan we nu moeten doormaken. Maar voorwaarde van slagen is, naar den mensch gesproken, om de waarheid te zien en te zeggen. De plicht om zoo te handelen, rust niet het minst op hen,.die belijdenis doen van het voorzienig bestel van Hem, die ook het lot van landen en volken heeft bepaald. De toestand niet te willen zien, zooals hij is, is niet minder dan verzet tegen wat God ook over ons land heeft beschikt. En voor den Christen moeten inzicht en handeling één zijn. Het kamerlid de heer H. J Ter Hall komt Maandagavond 10 dezer te Rijswijk terug uit Menton, waar hij om gezondheidsredenen vertoefde. Het verblijf aldaar is zijn "gezondheidstoe stand zeer ten goede gekomen, maar van al te drukke werkzaamheden zal hij zich voor- loopig nog moeten onthouden. De Ned. Reisvereenigir.g heeft dezer dagen haar stoffelijke blijken van dankbaarheid ver zonden aan hen, die zich, in sommige geval len met levensgevaar, hebben ingespannen bij het reddings- en bergingswerk te Saint-Sau- veur. Aan ieder der redders van den heer Kuy- pers schonk zij een bedrag van 1000 den heeren Philip, Sous-Préfet te Argelès (Hau- tes Pyrenées), Raoul Naudin, Zeeofficier, Abbé Gauthier, Vergez, Garde Rëpublicain, en Bajet, Koopman, schilderijen van onze schilders Akkeringa, Van%Bloem, Koster, W. Maris, Jbzn., en W. Roelofs Jr., voorts aan de heeren Brubalia en Gaben ieder 100, en aan den heer Tha 25De Reisvereeni- ging stelde ook nog plm. 150 ter beschik king voor de armen te Luz. In samenwerking met de Ned. Reisvereeni- ging, die daartoe aangezocht, een belangrijke bijdrage gaf, heeft de stichting „Kunstgroep Bilthoven", afwijkend van haar oorspronke lijk plan, de plaquette met oorkonde niet al leen gezonden aan de beide redders van den heer Kuypers, de heeren Hourcadet en Bla- vet, doch ook aan vijf andere personen, die zich bij de autoramp op bijzondere wijze hebben verdienstelijk gemaakt. De plaquette, in brons uitgevoerd, toont in het midden een F. in cartouche, gedekt door een Jacobijnenmuts. Dit geheel rust op een basement, waarvoor een bloemenhulde, en wordt aan weerszijden geflankeerd door drievoeten met reukoffers, het is aan drie zijden omgeven door het randschrift Aux Sauveurs de Saint-Sauveur, la Hollande Reconnaissante". Het geheel is van onder af gesloten door een drieledige profileering met vertikaal gekartelde afsneden. Op het ge profileerde basement staat het meesterteeken van den ontwerper, C. J. v. d. Heef. Rapport van het R.-K. Vakbtireau. Doordat van verschillende zijden aan het bestuur van het R.K. Vakbureau advies werd gevraagd, in verband ook met van overheids wege op de arbeiders uitgeocfenden drang tot het aanvaarden van landbouw-werk in Noord-Frankrijk, besloot genoemd bestuur in zijn vergadering van 19 November 1923 een commissie te benoemen met het doel te doen nagaan onder welke omstandig heden de Hollandsche arbeiders daar leven en werken, speciaal bezien uit godsdienstig- zedelijk oogpunt. Als leden der commissie werden benoemd de Zeereerw. Heer pastoor J. G. van Schaik, geestelijk adviseur van het R. K. Vakbureau, de heer P. J. S. Serra- rens, secretaris van het Internationaal Chris telijk Vakverbond en de heer A. C. de Bruijn, secretaris van het Vakbureau. Aan het eind van dit rapport komt de commissie, na ernstige overweging, tot de conclusie, dat zij, op grond van haar infor maties en waarnemingen, niet zonder meer do emigratie naar Frankrijk kan aanbevelen. Den arbeiders wordt dringend aangeraden niet naar Frankrijk te gaan dit advies geldt op de eerste plaats voor de Katholieke arbeiders dan in geregeld overleg met hun vakorganisaties. De commissie is van oordeel, dat de Neder landsche autoriteiten groote verantwoording op zich laden, wanneer, zonder meer, op de arbeiders druk wordt uitgeoefend om naar Frankrijk te emigreeren. Wanneer de Nederlandsche overheden of overheidsinstellingen de emigratie direct of indirect bevorderen, moeten zij er voor zorgen dat den arbeider in het emigratie-land loonend werk en behoorlijke slaapgelegenheid verzekerd is dat, zoo noodig, hulp kan ge boden worden door het benoemen van eeni ge (onbezoldigde) vice-consuls dat een con tract tot stand komt, waardoor de rechts toestand en arbeidsvoorwaarden worden geregeld dat door samenwerking met de daarvoor geëigende organisaties, maatrege len worden genomen, waardoor de gods dienstige belangen der emigranten behoorlijk behartigd worden. Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Nationale Vereeniging van Handels onderwijs, gaf Zaterdagavond de heer Ch. E. H. Boissevain, voorzitter der jubileerende vereeniging een feestmaaltijd in het Paviljoen Vondelpark te Amsterdam voor belangstellenden in het handelsonderwijs uit de handelswereld en onderwijswereld. Vele autoriteiten, o.w. burgemeester de Vlugt, waren aanzwezig. Bij den aanvang van den maaltijd stelde de heer Boissevain voor een telegram van hulde te zenden aan de Koni'ngin, daarin den wensch uitsprekend dat Zij nog verder getuige moge zijn van den bloei en de verdere ontwikkeling van het handelsonderwijs. Dit voorstel werd luide begroet, waarna de voorzitter, een huldedronk instelde op de Koningin. De heer O. de Groot hield een rede, waarin hij hulde bracht aan den heer Boissevain als voorzitter der vereeniging en den wensch uitsprak dat deze nog jaren zijn krachten zal wijden aan het handels-onderwijs. De burgemeester, de heer de Vlugt, zeide, niettegenstaande de moeilijke iareni, niet bevreesd te zijn voor de toekomst van het handelsonderwijs. Er is wel eens gesproken, zei spr. van een animositeit tusschen Am sterdam en Rotterdam uit welke laatste stad de heer C. A. P. van Stolk als curator van de Handelshoogeschool aanwezig was. Maar dan was er ongetwijfeld sprake van nobele animositeit, want als eerlijke part ners mogen de beide steden elkaar ont moeten. De heer Tjeenk Willink wees op, de nood zakelijkheid van een internationaal congres op het gebied van handelsonderwijs. Ver schillende andere sprekers voerden nog het woord, onder wie de heer Tetrode, directeur van de Ned. Bank, de heer Ketelaar en de heer Du Mosch. De gastheer stelde tenslotte een dronk in op den groei en welvaart van Groot-Neder land. A.s. Woensdag zal het grensverkeer Venlo- Kaldenkirchen per spoorweg worden hervat. Er zullen voorioopig in elke richting twee' treinen per dag Joopen, welke een directe verbinding met Keulen tot stand brengen. De vertrektijden van Venlo zijn 11 u. 30 min. v.m. en 4 u. 43 min.; aankomst te Keulen 2 u. 14 min. en 7 u. 19 min. nam. De aan komsttijden te Venlo zijn: 10 u. 59 min. v.m. en 11 u. 7 min. nam.; vertrektijden van Keu len 7 7. 33 min. v.m. en 12 u. 40 min. nam. De besprekingen over heropening van het grensverkeer langs andere overgangsstations zullen binnenkort worden gehouden. Waar schijnlijk zal met 1 April het internationale verkeer via Duitschland beperkt worden her vat. Het bestuur van den postcheque- en giro dienst zal dezer dagen aan onderscheidene directeuren een opgaaf doen toekomen van rekeninghouders, die zijn uitgenoodigd, hun debet-saldo aan te zuiveren door storting op eigen postrekening. Het „Osnabrücker Tageblatt" van 1 Maar meldt, dat de spoorweg SalzbergenNeder landsche grens 1 Mei e.k. zal overgaan aan de Duitsche Rijksspoorwegen. Curagao wordt door Amerikaanse!:; toe risten druk bezocht. Zoo bracht een bezoek van 300 Amerikanen met het s.s. Reliance op Maandag 21 Januari heel wat bedrijvig heid in Willemstad. Aan het slot van zijn ver slag schrijft de Amigoe di Cura gao „Wat velen zeker niet lullen gelooven, doch waarvoor wij kunnen instaan is dat de Amerikanen over ons eiland in de wolken waren. Uver de keurige inrichting van onzen Gezondheidsdienst en het quarantaine- ge bouw van Caracasbaai, over de karakteris tieke mengeling van tropischen en oud-Hol- landschen huizenbouw in de stad, de netheid en zindelijkheid in onze straten, het schilder achtige landschap in onze prachtige haven dwars door de stad heen, nergens haveloos gekleede bedelaars die, gelijk elders, hen overal naliepen en lastig maakten, enz. enz. Over dat alles konden zij geen woorden ge noeg vinden om hun bewondering uit te drukken," De „Amigoe-di Cur", meldt d.d. 26 Jan. Eerst gistermorgen kwam de Stuyvesant binnen, dus twee dagen te laat. Deze vertra ging was het gevolg van een ontzettenden storm, dien het schip in de Golf van Biscaye opliep, waarbij zelfs een reddingsboot van het sioependek werd weggeslagen. Twee der booten werden zwaar bescha digd. Verschillende passagiers bekwamen ernstige verwondingen. Van een dame werd het been openge scheurd. Drie der Isla-werklui werden^door den geweldigen golfslag, die over het lage dek heensloeg, meegesleurd en tusschen het ijzerwerk van de donkey ingedrukt, terwijl al hun kleeren in flarden van hun lichaam waren gescheurd. Zelfs de oudste matrozen herinneren zich niet ooit zoo'n storm te hebben meegemaakt. De vrachtboot „Médea" is Donderdag morgen hier binnèngeloopen en hiermede is aan de groote ongerustheid omtrent déze boot een einde gekomen. Als men weet, dat deze boot tegelijk met de Stuyvesant uit Am sterdam vertrok en eveneens den hevigen storm in de Golf van Biscaye heeft meege maakt, dan was er alle reden voor deze onge rustheid. Daar deze boot geen draadloos toestel aan boord heeft, kon zij van haar a-.s. komst eerst toen zij Dinsdag in La Guavra aankwam, bericht zenden. Eenige dagen geleden is Manchester in op schudding gebracht door den bekenden En- gelschen tooneelspeler Fred Barnes. Deze had, op egn goeden middag, in de club de meening geopperd, dat de menschen over het algemeen bijzonder weinig opmerkings-ver- mogen bezitten. Dit werd door een zijner vrienden bestreden. Het kwam tot een wed denschap en Barnes bood aan, in een drukke straat te Manchester Market Street een bankbiljet van 100 pond sterling te ver stoppen. Hij wedde, dat niemand in staat zou zijn hét biljet te vinden. „Accoörd" zeide zijn vriend „maar dan op voorwaarde, dat de vinder het geld mag behouden. Deze bepaling werd door Barnes aanvaard. De weddenschap werd aan het publiek be kend gemaakt. Er ontstond enorme belang stelling voor. Den geheelen dag en tot ver na middernacht was Market Street zwart van de menschen. Tegen den ochtend werd het zoeken voortgezet. Nu en dan was het ver keer gestremd. Er was politie-assistentie noodig om de orde te handhaven. Om elf uur verscheen Barnes zelf ter plaatse, blijkbaar overtuigd, dat niemand het biljet zou vinden. Op den hoek van Newmarket Place en Market Street lag een hoop zand met eenige steenen er boven op. Hier daacht de tooneelspeler zijn biljet van 100 pond terug te vinden. Juist op dat oogenblik kwam een arbeider aanloopen. Triomfantelijk hield hij het 100-pond-bil- jet in de hand. In den vroegen ochtend had hij het daar, tusschen de steenen en het zand gevonden. Barnes vergeleek de nummers. Zij klopten. En de 65-jarige arbeider, die nog vertelde, dat hij reeds sinds geruimen tijd werkloos is, ging zijns weegs, ten zeerste verheugd over dit buitenkansje, Het laat zich aanzien, dat Barnes afge zien van het verlies van zijn 100-pond-biljet en een belangrijke som gelds ter betaling van de verloren weddenschap ook nog de schade, welke door dé zoekende menigte aan winkels en andere gebouwen is toegebracht, zal hebben te vergoeden De politie is reeds in deze zaak gemengd. ELF DAGEN TEN PROOI AAN WIND EN GOLVEN. Het s.s. Holland heeft in 't laatst van 't vo rig jaar 11 dagen vastgezeten op het koraal rif van Moma-Eiland ten Z. van Mozam bique (Afrika). Eindelijk is het gelukt opeen vindingrijke wijze dit schip van de Holland- Oost-Afrika-lijn, vlot te krijgen, waarna het betrekkelijk weinig gehavend, op eigen krach ten naar Beira stoomde, om daar gekalefaterd te worden. De tweede officier en marconist dezer boot, de heer R. Faubel, vertelt in de Tel. de vol gende bijzonderheden omtrent de stranding welke in den nacht van 24 op 25 December j.l. plaats had. De „Holland" liep bij zwaar stormweer in dien donkeren nacht op het koraalrif van het genoemde eiland, dat tien Engelsche mijl uit de kust ligt. Men trachtte door ach teruit te stoomen het schip los te werken doch er was geen beweging in te krijgen het zat zoo vast als een muur. Ofschoon de „Holland" bij hoog water strandde, bleek den volgenden dag het water niét minder van 12 Eng. voet gevallen te zijn en op Kerstmorgen 10 uur lag het geheel droog, zoodat dé officieren en manschappen een wandeling rond de boot maakten. Door middel van draadlooze tele grafie kreeg men contact met 't Portugeesche stoomschip „Luabp" en omstreeks elf uur lag deze boot reeds ongeveer 180 meter van de „Holland" verwijderd, om hulp te bieden. Intusschen was wederom een storm opgesto ken en gingen weer hooge golven over het ko raalrif. De kapitein van de „Luabo" liet met een reddingsboot een lijn overbrengen doch toen deze aan den tros bevestigd was en de „Luabo" het gestrande schip uit zijn netelige positie trachtte te sleepen, .werd de tros, die langs de scherpe kanten van het rif schuurde, doormidden gesneden. Denzelfden namiddag kwam ook de „Heemskerk" ter plaatse, welke eyeneens po gingen aanwendde om de „Holland" vlot te krijgen, evenwel met hetzelfde negatieve resultaat tegen de scherpe kanten van het rif was geen tros bestand. Op draadloos verzoek, kwam van Beira, 400 Eng. mijl van de plaats, een sleepboot, waarna de „Luabo" en de „Heemskerk" ver trokken. Deze sleepboot d§ „Inkomati", gelukte het bij hoog water een tros aan de ge strande boot te bevestigen. De machines van de „Holland" liet men op volle stoom wer ken en zoo probeerde men met vereende krachten de redding tot stand te brengen. Helaas, er was geen beweging in het schip te krijgen, en wanneer men den tros niet door gehakt had, had de „Inkomati" eenzelfde lot met de „Holland" gedeeld. De „Holland" zat thans geheel zonder trossen. Na eenigen tijd kwam ook een loodsboot op de plaats des onheils. Deze achtte den toe stand van de „Holland" zoo gevaarlijk, dat ze adviseerde de lading overboord te werpen en een stoomketel te laten leegloopen. Aldus geschiedde. Men hield nog slechts voldoende brandstof, om den eenen ketel te stoken, en het draadlooze toestel te laten werken. Hetiweder bleef slecht en de branding was zoo hevig, dat de sleepboot schuil moest zoe ken in de luwte van het kleine eiland, onge veer twee mijl verder op. Tengevolge van den sterken stroom en dê hevige winden was de „Holland" na elf dagen ongeveer anderhalf mijl verder op het rif ge stuwd. Daardoor kwam men op de gedachte het stoomschip over het rif heen te sleepen. Den 4den en 5dën Januari was geconstateerd, dat de boot in gunstiger positie was geraakt, om losgewerkt te worden. De groote kwestie bleef echter hoe den tros te bevestigen. Nood maakt den mensch echter vindingrijk zoo ook hier. Men kwam op het denkbeeld een 40a 50-tal leege vaten onder ling te bevestigen en die te gebruiken om den tros vrij te houden van de scherpe rifkanten. Aldus geschiedde. De vaten liet men tusschen de sleepboot en de „Holland" in zee en toen ze voldoende vast lagen, haalde men den tros er overheen. Dat bracht uitkomst. Den 6den Januari, 's middags 3 uur, liet men de mari nes van de „Holland" weer op volle kracht werken en trokken de sleepboot en de loods boot het gestrande schip van het koraalrif van Moma Eiland in open zee. Gedurende elf etmalen was de bemanning van de „Holland", o.w. vele Nederlanders, in het getouw geweest. Elkeen roemde haar kranige houding. Naar het Vad. verneemt, wordten maat regelen getroffen tot inkrimping van de niéuwe jachtwet de veiligheid op het plat teland voldoende verzekerd is. Deze jaarlijks terugkeerende ontmoeting, is na een meer feilen dan fraaien strijd ge ëindigd in een draw, hetgeen als een juist resultaat kan worden beschouwd. Welis waar speelden de Belgen voornamelijk op Holland's helft, speciaal vóór de rust, maar hun vporhoede spel was geen haar beter dan het onze. Het was een echte wedstrijd van verdedigingen. Bij beide ploegen was het backstei dan ook uitstekend in vorm, zoodat de doel verdedigers het betrekkelijk gemakkelijk hadden. De zes doelpunten kwamen dan ook niet van mooi opgezette aanvallen, maar meestal door toevallige om standigheden. Van aer Aieulen maakte n betrouwbaren indruk. Dat weinige, dat hij te doen kreeg, deed hij met buitengewone kalmte. Van de backs was Verwey de beste al deed Hans Telzner weinig voor hem onder. Toch le vert Tetzner's .onbesuisdheid dikwijls ge vaarlijke momenten op. in den miadenmoot was het spel van Hulsman min of meer een désillusie en waarschijnlijk zou Van Linge hier beter 'hebben voldaan. Krom daaren tegen speelde schitterend. Wèl riep Tetzner hem herhaaldelijk uit de voorhoede terug, maar juist dat naar voren gaan van Kro.u heeft voor de tegenpartij iets buitengewoon gevaarlijks en het eerste doelpunt was er dan ook een gevolg van. Immers toen de aanval der onzen hopeloos stond te schut teren, ging Krom een handje helpen. Hij kreeg t. /erwachts het leder naar zich toe- gespeelt ving het op en passeerde mei een formidabelen trap van verren afstand den onthutsten Belgischen keeper. Vermetten was als een nijdige fox-terrier en liet Lar- noe geen seconde los, doch aan zijn aan geven ontbrak nogal wat. Van de voor hoede deugde niet veel. Ruffelse onder vond in'het geheel geen steun van zijn beide buurlui en kon zoodoende niets uitrichten. Niettemin maakte hii twee doelpunten. Wat Verlegh en De Haas in dit elftal moesten uitvoeren is vooralsnog een raadsel. Zij brachten hun vleugelspelers ook van streek en Sigmond heeft waarschijnlijk nog nooit zoo'n slechten wedstrijd gespeeld. Ook Groosjphan was niet'meer dan matig. Het Belgische elftal, dat invallers had voor Thijs, Bastin, Fierens en Schelstraete was hierdoor zwaar gehandicapt. In tegen, stelling met de Hollanders, die in Van der Meulen en Verwey een paar goede rempla- canten hadden, konden de reservisten der Roode Duivels niet in de schaduw staan van de rest. Dat Coppee weer in de ge lederen is opgenomen stemt verheugend. Zijn spel is mogelijk niet meer als vroeger, maar nog venijnig genoeg om egn voort durend gevaar op te leveren. Er waren ongeveer twintig duizend toe- w!-ivwcrs. Het terrein, dat der Union St. Gillcise, was vanwege de sneeuw der laat ste fterfen niet al te best. Arbiter was de heer Van Praag, die de volgende ploegen in het veld riep: De Bic Racing Club Brussel Swaertebroeckx Verbeeck Brussel, 4 Maart Do eerste aanval is voor België, tr v Tetzner onderschept het teder. Onder aa i voering van Larnoe komën de Duivels v ter terug, doch nu is het Verwey, die druk weerstaat. Het veld blijkt ui: moeilijk bespeelbaar en ontelbare glijparü n' zijn er het gevolg van. Inmiddels is Krom zich geducht gaan roeren, zoodat stonde af aan onze Hollanidsche vooriv: beter gevoed wordt. Veel geeft het r want het akelig gepruts in het binnen i voorkomt elke opluchtng en steeds v, wordt onze verdediging aan het. werk zet. Als Larnoe eens schitterend doorg aan Gillis en deze op het punt staal - schieten, fluit Van Praag voor buitens! terwijl even later Larnoe hardhandig d volkomen fair door Tetzner w.ordt op gezet. België blijft voortdurend aanva te maar tegen alle verhouding in komt ce ding in Holland's handen als Krom het b ven omschreven unieke doelpunt' mai>:< Wanneer de Racingmar. het kunststuk h haten wil, gaat zijn schot naast. Een ar: val van de Zwaluwen gaat verloren als S mond te egoïstisch is. De Belgen mis tusschen de bedrijven door een paar kar om van te watertanden en de rest is v - Van der Meuten. Dan komt Hans Tetzner botsing om voor enkele minuten te v dwijnen, terwijl Sigmond een waarschuv krijgt voor herhaaldelijk protesteeren te den arbiter. Dan komt de gelijkmalu wanneer Larnoe tegen den paal schiet de terugspringende bal onhoudbaar wc ingezet, 11. Aldus gaat de pauze in. In de tweede helft zijn dc Holland /beter op dreef, zonder bovenmate uit blinken. Van der Meuten is bij een g: door Coppée genoemen hoekschop de re dende engel. Een -tam schot van Jo- stopt hij eveneens en een kogel van V, Halme ondergaat hetzelfde lot. Wanneer Haas keurig doorgeeft naar Ruffelse, scd- de Spartaan onhoudbaar, 12. Dan v België een strafschop ten deel, dis d": Coppeéwordt naast geschoten. Uit i voorzet van Verlegh maakt Ruffelse v\' mer drie. Het publiek, dat zich totnog muisstil had gehouden voor zoover - dan in België mogelijk is! begint zich duchtig te roeren en de aanmoedi^te- hebben succes, want na een geweldig of!-: sief verdwijnt het leder via een achtersce' in de netten. De Belgen, met een mogelr zege in zicht, spannen zich geweldig in er een kwartier vin» ti'-'schte' arm?, r' inmiddels met Gillis gewisseld heeft ong loofelijk hard langs de Hollandsche wac ten. De laatste oo'ienblikken van den mi dag zijn voor de Hollanders, maar De B is op zijn post en zoo keeren de onzen na: het Noorden terug met één kostbaar pun' een resultaat dat ruim verdiend mag we den genoemd. H. R Coppeé (Union) Sigmond (D. F. C.) (Daring) Pelsmaeker (Beerschot A. C.) Gilles (Standard) Van Halme (Union) De Haas (Be Quick) Krom, (R. C. H. Tetzner, (Be-Quick) C. S. Brugeois) Jooris (Racing C, B.) Kuf felsë (Spar ta) Huls man (Goahaed) Verwey, (H. F. C.) Van der Meuten (H. F.C.) Musch (Union) Larnoe (Beerschot) Verlegh (N. A. C.) Vermeulen, (H. B. S.) Houet (Tilleur) Groosjohan (V. O. C.) Voor den politierechter mr. Wiarda te Amsterdam heeft zich dezer dagen een steen zetter te verantwoorden gehad wegens mis handeling van een medearbeider, wien hij in den namiddag van 15 Januari 1.1. bij den spoorwegovergang aan de Linnaeusstraat een schop tegen het zitvlak toebracht. Mr. W„ tot beklaagde Hebt u dat ge daan Bekl. Ja. Mr. W. Waarom Bekl. Wij zijn al sinds drie maanden in conflict met Dalmeyer, omdat èij ons contract niet naleeft. En toen is de getuige, trots hij nog twee jaar werk had bij iemand anders in het gemeentezand bij Dalmeyer gaan werken om ons dwars te zitten. Mr. W. Dat moet hij toch zelf weten en geeft u geen recht om den man dwars te zitten. Bekl. Ik loop al twee jaar zonder werk. Mr. W. Hadt u hem bij den spoorweg overgang opgewacht Bekl. Ja, hij kwam er iederen avond voorbij. De mishandelde Ik ben als transport arbeider aan den overkant van het IJ werk zaam bij een nieuwe transportmaatschappij, die alles wat voor een bouwwerk noodig is langs mechanischen weg transporteert. Het transporteeren van steenen is ook onder dat transportbedrijf begrepen, maar hierdoor zijn wij in conflict met de steenzetters gekomen. Mr. W. Is het waar, wat beklaagde zegt, dat u werk hadt bij een ander De mishandelde Ik was werkzaam bij een aannemer van gemeente-zand. Mr. W. Hadt u daar nog werk De mish. Ja, maar niet alle dagen. Mijn gemiddelde loon was 35 per week. Toen kon ik mij bij een nieuwen baas verbeteren en, met minder zwaar werk, 45 per week verdienen. Ik zou wel gek geweest zijn als ik dat niet had aangenomen. Ik ben toch in die omstandigheden niet verplicht om aan de steenzetters te vragen of hun dat gelegen komt Nadat wij echter een halven dag met het transport van de steenen bezig waren geweest, kwamen de steenzetters tusschen- beide. We mochten van hen de steenen niet lossen, werden van het werk gehaald en naar het werk gebracht en kregen een politiepost voor de deur. Mr. W.En heeft de schop u pijn gedaan De mish. Ik heb hem wel even gevoeld, maar niet lang. Mr. W. 't Was dus een onbeduidende schop De mish. Ja. Bekl. Is 't niet gebeurd, dat de getuige, toen hij door politieagenten vergezeld werd, ons getart heeft door te zeggen „Kom nou maar op" De mish. Neen. Wel moet zoo iets drie weken geleden gebeurd zijn met een steen zetter, op wien de steenzetters zeer gebeten zijn. Mr. W. Gesteld, dat 't gebeurd is, dan gaf dit den bekl. nog geen recht om den getuige een schop te geven. Bekl. Neen. Mr. W„ tot den mishandelde Wordt u nog steeds onder politie - geleide naar huis ge bracht De mish. Ja. Mr. W. Hebt u daarna nog last gehad De mish. Neen, dat kan ik niet zeggen. Wel moet ik ze steeds in de gaten houden, want als ze met een man of twaalf komen opdagen, dan krijg je toch. Mr. W. tot bekl. 't Is toch een treurige toestand, dat iemand onder politiegeleide naar en van het werk thuis gebracht moet worden, eenvoudig omdat hij werken v.: Bekl.Als wij zelf al twaalf maand zonder werk zijn Mr. W. Dat geeft toch geen pas om mand te mishandelen. En wie weet wat gebeuren zou, wanneer er geen politiegelei bij was. Hadt u dien dag wat gedronken Bekl. Jawel, mijn zwager was uit lm over* Een agent van politie De beklaagde h zieh ai even te voren uitgelaten, dat hij d1" getuige bij het passeeren der boomen ee: schop zou geven. Het O. M., mr. Massink, zeide in z requisitoir, dat de bekl. de zaak zach- voorstelt dan zij zich heeft toegedragen. U eigen waarneming is het spr. bekend hoe bij dergelijke gelegenheid toegaat, t Is men waardig te zien, hoe dan van alie kanten t* menschen, ook te fiets, komen aanrennc teneinde door lawaai en bedreigingen 3v. invloed uit te oefenen. Gelukkig is de poli er gewoonlijk bij om de menschen tegen opgewonden menigte zooveel mogelijk - beschermen, al komen er ook, gelijk hie gevallen voor, dat mishandeling plaats hee Die mishandelingen kunnen echter m feduld worden, 't Gaat niet aan, dat ee leine minderheid door dwang de meerde heid naar haar hand tracht te zetten. D moet iri de straf, aan bekl. op te leggen, ook aan diens kornuiten duidelijk gemaakt woe den. Eisch drie maanden gevangenisstraf. Mr. W„ tot bekl. Wat hebt u nog te zeg- 26H» Bekl. Ik vind 't toch wel verschrikkelijk om drie maanden uit mijn huishouden te worden verwijderd. Mr. W. Vindt u 't dan met verschrikke lijk, dat iemand gehinderd wordt om de arbeid, dien hij zich uitgekozen heeftte ver richten Bekl. Ja, hét is tpch feitelijk onze arbeu Mr. W.U hebt al geruimen tijd ondev- ,tand Bekl. Ja- Mr. W. Van wien Bekl. Van de crisis-commissie. Mr. W. Wat krijgt u dan Bekl. 17.50 per week. Mr. W. Kunt u niets anders aanpakken Bekl.Er is geen zier werk. Mr. W. Ik zal heden over acht dager- uitspraak doen. Dc Raad voor de Scheepvaart te Amster dam heeft Maandag uitspraak gedaan r zake de aanvaring tusschen het Nederland sche s.s. „Rijn" en het Engelsche s.s. „Holt by". De Raad is van oordeel, dat uit de over eenstemmende verklaringen van de beide bi; deze aanvaring betrokken partijen blijk dat de „Rijn" geheel vrij uit gaat. Met dez conclusie meent de Raad te kunnen volstaar De oorzaak van het niet naar het roer luist ren van- het Engelsche schip is uit het gehor. den onderzoek niet gebleken zij kan op h oordeel betreffende de vraag, of de „Rij ten deze schuld treft, niet van invloed zij Dezer dagen zal op een twintigtal plaat sen in Noord-Brabant een bezoek gebrat worden door een. Duitsche firma om e- groot aantal paarden oo te koopen van tot jaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 8