Euch. CongresVaandels, Vlaggen, Meda'lles, Insignes - VAN OVEN - Den Haag Amsterdamsche kout. Socialisme en Communisme op Java. Rosa de smokkeiaarster. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Zaterdag 8 Maart 1924 - Vierde blad RECHTSZAKEN. Overtreding der Tabakswet. Niet erg mooi. De Gooische inbraken KUNST EN KENNIS. Mengelberg naar Parijs. KERK EN SCHOOL. F E U IL L ETON. (Speciale correspondentie voor de „NieuweHaarlemsche Courant". Nadruk verboden.) Asch-Woensdag 1924. Mag ik me even aan u voorstellen, lief- geen kwaad in. dacht aan geen kwaad. Als tallige en vriendelijke lezeressen, degelijke, jongens van de lagere school holden we ernstige en zakelijke lezers van de „Nieuwe naar het Haarlemmerplein, waar de goed- Haarlemsche Courant," die mij naar ik hoop koope paardendraaimolens stonden, waar je de eer en het genoegen zullen bewijzen een voor een cent een rondedans moest maken beetje naar mijn gekeuvel te luisteren? en nog wel een goed kansje had den sleutel Öe Amsterdamsche Kouter! Voor de oude- 1 te trekken waardoor je nog een keer voor re Haarlemmers zal het misschien een her- niets mee mocht. Het eerste behendigheids- nieuwing der kennismaking zijn, want zoo'n spel.... met vallende onder de loterijwet veertien dagen o neen pardon veertien Als leerling van de H. B. S. op de Marnix- jaren heb ik onder gelijken titel als thans straat gingen we nog altijd op een hol den Haarlemmers mijn indrukken van het letje naar de „groote kermis" op de Wester leven in de Hoofdstad mogen weergeven, markt, die door vier rijen kramen was bezet, Eerst jarenlang in de oude gemoedelijke 'n waar koek en nougat {natuurlijk van Stuvé) paar maal 's weeks verschijnende „Spaame- j en galanteriein en kerrr.is-prullen (maar waar bode," toen het jaar dat hétzelfde eenvou- we toch gelukkig mee waren) werden ver- dlge, doch vroeger veel-gelezen courantje kocht. En toonden mijn goede, neen goeie een heel modern dagblad werd met een let- ouwe Amsterdammers, dat ze nog zoo ge- terkundioe van naam als hoofdredacteur en lukkig waren kind te zijn gebleven, welis- na het plotseling verdwijnen van deze een- waar geen zoete kinderen, dus met alle fout- maal zoo populaire uitgave nog verscheidene ies van de jeugd, maar toch kinderen, wat al heel wat zegt. Want 's avonos liepen ze schouder aan schouder door de rijen kramen, of er heel wat te zien was. En ze draaiden in de mallemolen of aten poffertjes voor drie stuivers of met echte natuurboter, zooals de juffrouw die u bij den arm vast hield u ver verwonderen zod ik onder de huidige „Nieu- zekerde, voor twee duppies. jaren in een der andere Haarlemsche cou ranten. De „Nieuwe Haarlemsche" was er toen ook al, ten minste in de latere jaren van mijn caseurschap, maar de „Nieuwe Haarlemsche" was toen nog niet precies wat ze nu is.... zoodat het mij niets zou ver- Poffertjes eten of wel beignets of wafelen deed men 's avonds bij voorkeur echter op 't Amsielveld. Zeker omdat de grootere ljin- deren daar op de Botermarkt (zooals in den volksmond nog lang het Rembrandtplein werd geheelen) nog zat van de volle Amster- en drukte konden we Haarlemsche"-lezers duizenden oude ge trouwen uit de „Spaarnebode"-periode zou terugvinden. Want toen ik onlangs uw en ik mag nu wel zeggen „ons" blad weer in handen kreeg, stond ik verbaasd over de schitterende wijze waarop de „Nieuwe Haar- lemsche" van vroeger gemetamorphoseerd damsche avondgezelligh was in een der keurigst geredigeerde, aan- genieten trekkelijke en „bij"-zijnde provinciale dag bladen. Ik spreek juist niet van Katholieke dagbladen, omdat de vergelijking anders te beperkt zou zijnMaar ik zou verder doorgaande op een weg geraken waarop mijn lezers mij niet wenschen te volgen; in hun mooi blad willen zij, ook al in deze „eerste" kout iets van het leven in Groot- Mokum lezen In de eerste plaats natuurlijk De half-vasten of voorjaarsmarkt een maal het Lenteklokje in het Amsterdamsche leven is uitgeluid door het geschel van de electrische tram. In plaats van de fantasti sche olie- en gaslampen van 't spul der „saltimbanques", waarvan de meesten beza digde Amsterdamsche, Haarlemsche of Rot- terdamsche burgers waren, kwamen de blau we vonken langs de draden en de reclame- de vele Amsterdammers van origine, die zich lichtbakken op de trams die de Westermarkt in en om de Spaarnestad hebben gevestigd, "{""bij snordem Met de v/estermarkt stond maar ook de ras-echte Haarlemmers, want ~j. v()oriaarsmark[. uw stad ligt toch immers onder den rook van VI0' was misschien met nooaig ge- Amsterdam, je stapt op de Tempelierstraat "i00?': Yanl sUI U ee"S V°°f ,a,' We *een op de tram, eigenlijk precies zoo als je in de mtm'nsche gemeente-tram hadden gehad. Van Hallstraat bij ons in lijn 14 stapt en voor je sigaar op is (als je ten minste habitué bent van de rookafdeeling) sta je op 't Spui, adem je de Kalverstraat eenmaal bereikt het volle Amsterdamsche leven Het ligt dan ook Dan zouden we nu in de hoofdstad een door concurrentiestrijd geperfectioneerd autobus sen-stelsel hebben, welks ondernemers niet zouden verzuimen aan de wenschen der clientèle te voldoen Bij de Amsterdamsche voor de hand dat in geen stad van Neder- }.r,anuS v\0,c®' nu waj nieuws ingevoerd: po land zoo met Amsterdam mee wordt geleefd lltlchonderi mogen door den „baas worden als in Haarlem. De publieke vermakelijkhe den ten uwent ondervinden daarvan altijd de nadeelige gevolgen. „Haarlem is een moei lijke stad," hoor ik mijnheer van Gasteren nog zeggen, „ze gaan meer uit in Amsterdam meegenomen 't Moeten zoo zeggen de gemeente- autoriteiten, dié zoowel ten opzichte van de tram als van politic en politiehonden de la kens uitdeden heel fatsoenlijke politie- ~"S8V4 ^UUU liiV. V l Uit 111 Jl Xll OIVI UUII1 - j dan hier, want als er iets goeds te zien is of j10110011 zlJn' die dus maar niet zoo raak bij- iets wat toevallig bij hun in den smaak valt, och dan stappen ze even op de Amsterdam sche tram en als het dan bij mij op den Jans- weg gaat, dan hebben ze het al lang gezien." Ik kan met mijn Haarlemsche lezers dus ten, maar het alleen doen als hun baas daar toe het teeken geeft of.... als ze aange haald worden. Een juffrouw die een onschul dig „pietje" moet vervoeren (kanarie ol sijsje), of wel met 'n lief poesje of. klein &cui mei mijn naarieinscue lezers uus 1 bijna net zoo over Amsterdam praten, als ik „0,n,'',e naar a?y m,oet' m°e' a's ze geen met Amsterdammers kan doen. 't Zijn. heel voor een rijtuig heeft, den tangen weg naaste buren, ze weten van heel veel af, veel !!aar 0n P3arndammerduk te voet afleg- uit 't Amsterdamsche huishouden interesseert f?" Nafuurh.k, die juftrouw is maar een be- ben bijna evenveel als wat bij hen thuis ge- tale1de gassag'". terwijl de gemeente-Uum beurt, ze booren er graag wat van - omdat er. de efste aa<? ls™or ê^eeate- zij er in veel gevallen ook zelf belang er bij fc0" Clle^ gerente-beambten en gemeen- hebben. tehonden. De passagier die niet spoedig ge noeg zijn „doove-" kan vinden als hij roo iende den wagen binnenstapt, heeft kans op n uitbrander van den conducteur als een re- Het tijdstip voor deze „kout" is voor ons beiden gelukkig gekozen. Want-u en ik zijn nog te jong om behagen te scheppen in me lancholie, in grauwe verveling, in troosteloo- ze duisternis. We zoeken het licht en de j -■ - vreugde, als 't kan een tikje humor, wat we de wa«e"s worden vóór, achter, bronen-in i cruut van een ouderw,etschen drilsergcant. Passagiers zijn maar vefe in Amsterdam ecu ti„ie Humor, wal we „„i„ 1 beiden natuurlijk nooit met gezochte-grap- ,S °P' a s "arlng ,n de ton, zonder dat jaspelerij (excuus'voor dit tikje germanisme) m jf'1?5,; m<j' "eilighiid rekening verwarren. En daarom begroeten we met 'T °j 5' 1 j'oe,v?,' in '''n die vreugde de mooie zonnige zomersch-aan- „.v*" 1 .a®fau.d,f duikelde, 45 men- doende Maart-dagen, met blauwe lucht en i vare" °P P-aats dat er helder verschiet. I Z00al? nu slechts 7 Pa"aé'ers waren, dan 7- j a I was de ramp niet te overzien geweest en als „iet u wel dat Amsterdam het mooist is m de éénmanswagen voor deze lijn al klaar was den vasten? Buiten op de velden is het nu geweest (hij komt er nog altijd!) dan ware nog wat kaal en dor, daar moeten we min- waarschijnlijk niemand gered stens een maandje verder zijn voor we het Maar - ik dwaal weer af. Ik zou 't alleen Lentelied kunnen jubelen over de lichlzijde van Amsterdam hebben en Maar kom nu in de oude stad, in de Jor- dus niet over de tram Maar de Westermarkt, daan waar de zon, de piep-jonge zon, de met z'n schim van voorjaarsmarktvreugde aardige geveltjes, de schilderachtige hoek- leidde mij af; bracht mij op haar, die de al- punten zoo jolig in vlam zet, dat het schijnt oude vreugd verstoorde, ik noemde het Am- o£ de oude huisjes alle meelachen als kleine, stel veld, waar 's Maandags nog altijd zoo kleuters en een spelletje ma'ken van jolige gezellig wordt. gemar(k)f. En het Rembrandt- lichteffectjes Op straat wordt t nu weer plein, waar Rembrandt nu door hen, die de drukker en de orgelman begint weer liefheb- hoofdstad maar altijd willen verbeteren en berij in zijn werk te krijgen, slingert er zijn 'vermooien en ons daarom het door architec- nieuwste mopjes op los, die door de jeugd tonisch schoon overweldigend en vriendeli,ke al worden meegezongen: gezelligheid imponeerende plan-Zuid héb- „Zou het waar zijn juffrouw Pennewip, bon geschonken, van zijn voetstuk is gehaald vast en zeker juffrouw Groen.Want de vas- en in de touwen is gehangen Symboliek? ten is nu eenmaal de tijd voor de jeugd, als n ze losgelaten zijn uit de huizen waarin ze de De punten, waarover ik nog 'heden met U z°n willen „kouten" dansen om mij heen, lange wintermaanden waren opgesloten en maar in telegramstijl gaat 't niet. Ik sta nog weer de straat op mogen: het jonge brui- een beetje vreemd tegenover kolommen schende leven. En dan zie ik weer voor me de halt-vasten, de laatste en vrijwel onschul dige uitlooper van de oude Amsterdamsche kermis. De jeugd mocht genieten, uitrazen., ook in den tijd dat voor de oudere Katho- lengte en breedte der „Nieuwe Haarlemsche" en dc mij toegedachte plaatsruimte Vindt u t goed dal ik U de volgende week meer vertel over Amsterdam in den vastentijd? U vindt t goed? Prachtig Afgesproken en lieken publieke vermaken van 'welken aatd aang "naam de kennismaking fe hpbben her- ook, streng verboden waren. Men zag ernieuwd. H. HENNING Jz. Door Ir. L J. M. Feber koloniale specialiteit der Tweede Ka mar. (Vervolg en slot) In de verklaringen, waarmede ut op volgende Congressen van de Sarikat Islam rijn geopend, weerspiegelt zich de aanwas van den sociaal-democratischen invloed. Wij hebben geen reden, de Indische sociaal democraten, een enkelen heethoofd daar gelaten, ervan te verdenken, dat zij op een gewelddadige omverwerping van de be staande orde aansturen Voor hun doel heb ben zij daarvoor te veel historischen zin, te zuivere waardeering van wat mogelijk is en wat niet. Maar wanneer een verklaring, als waar mee het Sarikat-Islam-Congres in 1916 werd geopend dat men samen met hef gou vernement en tot, steun van het gouverne- men.' rich wil opwerken tot de hoogte van een a e en wil strive naar zelfbestuur het oi ,end taar worai aangescherpt tot het dreigement, dat he' einddoel der beweging de politieke actie tegen overheersching en het aanbinden van den strijd tegen het zondig kapitalisme is, en weer een jaar later de Regeering wordt gewraakt als bescherm ster van hef kapitalisme dan wordt het duidelijk, dat men de massa prikkelde tot j een verzet, haar ontkerende tot een agitatie, die men niet blijvend zou verrrogen te be- heerschen Met „verklaringen" als deze, die tot het volksgemoed veel meer zeggen dan ze uitspreken, voert men de massa regel recht ten strijde 'egen iedere overheid, die zich van haar taak en verantwoordelijkheid bewust is. Het moet daarom een geluk voer Indië, in het bizonder voor den inlander zelf heeten, dat de Indische regeéring van thans zich van die taak bewust blijkt te zijn, nadat dat bewustzijn bij haar voorgangster op soms ontstellende wijze scheen verflauwd. Intusschen is het voor ons zeker, dat de gezondmaking der inlandsche beweging niet zoozeer te verwachten valt van het oefenen van tucht van bovenaf als wel van het zui veren van den geest, die haar levend moet maken door eigen kracht. In dit verband is het teekenend voor de tegenwoordige phase der inlandsche beweging, dat het innerlijke conf'ict tusschen socialisme, en Islam als tusschen materialisme en spiritualisme nog niet tot het inlandsch brein is doorge drongen. Men rekene dit gebrek aan door zicht den inlander, door stoffelijken nood gekweld en door misleiding bovendien uit de rechte denkorde geslagen, niet te zwaar aan. Ook hooger ontwikkelden dan hij leven in de misvatting, dat godsdienst en socialisme tot één levensvorm vereenjgbagr zijn. Met nier geringe voldoening moet trouwens worden erkend, dat, waar het socialisme zijn wijsgeerigen ondergrond en inhoud verraadt, waar het zich gelden laat ;n al de barheid van zijn orthodoxie en openlijk zich tegen den godsdienst richt, de inlander zich als regel in Islamitische rechtzinnigheid af wendt. Het communisme, voorafgegaan op zijn Aziatischen veroveringstocht door den roep van niet alleen tegen een of andere productiewijze maar tegen God en gebod. dus ook tegen Allah, Profeet en Koran te velde te trekken, heeft daarmee den inlander van zich afgertooten. Het is hier niet de plaats om den strijd tusschen den Islam en het com munisme, die binnen de Sarikat Islam is uitgevochten, in al zijn verwikkel", gen te volgen. Bovendien was die kamp voor een deel niet veel meer dan de strijd om het oer- 'soonlijk bestaan van de ieiders onderling, Maar zoovee! is wel gebleken, dat wannéér die ieiders ooit hebben weergegeven, wat in het volk omgaat, dit het geval was. toen zij in de Sarikat Islam den Islam veilig stelden i tegenover het atheïstisch communisme, j En derhalve komt het vooral op verhelde-, i ring van inzicht aan, om dé inlandsche be- weging vrij te maken van den invloed van hef socialisme, om haar eindelijk veilig te stellen 'voor het materialisme, dat haar. krachtens haar oostersche natuur, van huis uit zoo ge heel en al vreemd is. De vraag naar de diepte er; den omvang i van den socialistischen invloed is begrijpe- lijkerwijze niet voor zuivere beantwoording vatbaar. Hierbij zij in ieder geval in het oog gehouden, dat het inlandsch bewustzijn wèl ontwakende is, maar nog verre van ont waakt Hoeveel of hoe weinig socialisme thans in de inlandsche volksziel leeft, valt niet met zekerheid te zeggen maar stellig is het den inlander hoogstens een gevoels- toestand, een stemming van tegenzin tegen pijnlijke economische ongelijkheden, en. geen j doordacht inzicht, geen levensopvatting. Het socialisme heeft, na de liberale ethiek-.- den 1 inlander geschokt in zijn aloud cultuu-1 zit, maar hem met volledig daarvan beroofd nóg niet. Maar het behoeft op deze plaat waarachtige niet te worden betoogd, dat de voortdurende inwerking van het soci.'';sme met zijn leer van klassenhaat ën klassenstrijd op het inlandsch gemoed, tên slotte za! uit- lobpen op een ondermijning eindelijk op de verwoesting dei inlandséhe religiositeit. Het voorbeeld van het moderne westen spreekt in dit opzicht zoo ondubbelzinnig mogelijk In deze verhouding beschouwd, open baart de tweeënheid van missie en katho lieke koloniale staatkunde haar volle betee- kenis, behalve haar hooge -oepine ook haar geweldige opgave. Den inlander bevrijden van ,de verleiding van het 'socialisme.dat eischt niet alleen het verhelöeien en verdiepen van inzicht en godsdienstigen zin, maar bijna evenzeer het scheppen van daarvoor gunstige voor waarden, het ordenen van staat en maat schappij volgens de eischen van de christelijke ethiek. Liet socialisme ondervindt juist in dezen tijd van geestelijken nood met den dag benauwender, dat men met enkel stof felijke ordening, of eigenlijk met niet meer dan he' openen van sehoone perspectieven daarop, den mensch niet kan bevredigen sterker dan ooit klinkt in zijn eigfcn gelede ren de noodkreet om gec telijke en rnoreele vastheid Zoo staat het in het bangst getij der menschheid tegenover de zijnen met leege handen. Maar evenmin valt het hcht, den gemiddelden mensch tot een hoogen staat van geestelijke beschaving te verheffen tegen den weerstand van ongunstige stof felijke condities in. Marx moge dan geen gelijk gehad hebben met zijn ondoordacht heid, dat het zijn het bewustzijn bepaalt, vvè! is het waar, dat hef zijn het bewustzijn mach tig in bepaalde richting dringen kan schoon niet dwingen. Dwingen en dringen, daar- tusschen lig' hier de scheiding van waarheid en- waan. Missie en koloniale staatkunde samen heb ben tót taak den inlander van twee zijden aan te grijpen ter verheffing, op de beide fron ten van zijn besta, n in zijn stoffelijk zij" n ;n zijn geestelijk bewustzijn Door een staat kundige en sociale ordening, welke zich rich' naar de eischen van christelijke naasten liefde en rechtvaardigheid, zal niet aan het socialisme zijn aangrijpingspunt bij uit nemendheid, de ontevredenheid, ontschie ten maar zal over den inlander als sociaal wezen en als individu die stemming vaardig kunnen worden, welke voor de verheldering en verdieping van het geestelijk leven gun stig disponeert Brengt onze staatkunde in Indië h3ar sociologie in praktijk, dan zal dit strekken tot verzoening van klassenhaat, thans niet zonder reden opgelaaid Aan de tegenstelling, die thans de Indische samen leving dreigt te verscheuren, en die niets 'anders is dan de resultante van klassen- en rassenhaat, zal althans een der componenten worden ontnomen totdat ook de rassen tegenstelling in het christendom zal worden verzacht door het besef, dat de menschen van alle rassen kinderen Gods zijn Maat eenmaal zoover, zal de inlander ver langen den boom te kennen, die hem de vruchten eener bevredigende sociale en staatkundige orde voortbrengt. Zoo natuur lijk als dit is, zoo zeker steekt in een katho lieke koloniale staatkunde een machtige propagandistische kracht van missionnee- rende uitwerking. De aanval, die met anders beoogt dan het elkaar bijvallen van blank en bruin in het kennen en beleven der waarheid, moet van twee kanten tegelijk worden ingezet in het zijn èn in het bewustzijn. Op het laatste front voert de missie haar bizondere actie, die her dadelijkst aanstuurt op het hcoge doel. De verheldering van het inlandsch bewustzijn komt ouder andere neer op het doordepken van de tegenstellingen, welke het leven vertoont het erkennen, dat sommige met meer dan schijn zijn en in een hoogere eenheid zijn te verzoenen, het er kennen ook van de onverzoenlijkheid van innerlijke tegenspraken. Waar het christen dom het levensinzicht van den mlande- beeft verruimd en ver-diept, daar zal het door-denken aanvangen, dat de lijn van het ocialisme vermag te volgen tot aan zijn on- verroepelijke tegenspraak met het christen dom toe. Waarna de overwinning van de be koring van het socialisme mogelijk wordt. Maar als gezegd aan de vruchten kent men den boom. En vooral de eenvoudige mensch komt aan de kennis van den boom met gemakkelijk toe. zonder de vruchten te proe ven. De inlander is een eenvoudige en zal dat nog lang blijven Wil de missie groot nuttig effect hebben, dan za! den inlander met eer; orde van staat en maatschappij op christelijken grondslag de proef moeten wor den geleverd op de kvenssom, die de missie hem voorrekent. Blijft die proef achter wege, dan is er .alle kwade kans, dat de in lander het socialisme met zijn in het wilde opbiedende beloften van stoffelijk welvaren liever naloopt, dan dat hij het christendom met zijn straffe eischen van onthechting en zelfbeperking volgt. Maar stellen wij onze koloniale staatkunde in het teeken der mis- mise, verheffen wij haar tot een prakt;;k der katholieke ethiek, dan zal de inlander in de ontvouwing van zijn rijken aanleg stijgen tot een cultuur, in wier licht hij het socialisme- éénmaal begrijpen zal als een groote ver zoeking van her verleden, die overwonnen moest worden Intusschen moet, afgescheiden van al on;, verzet tegen de grondslagen, de doelstelling en de methoden van het socialisme en vooral van liet communisme, om der wille van de eerlijkheid en de objectiviteit worden erkend, dat hef op zijn wijze heeft meegeholpen de grootbedrijven te dwingen in de richting van sociale hervormingen van verbetering der arbeidsverhoudingen. Wij zullen de iaatsten zijn om een theo retische verdediging van de extremistische drijverijen te plegen wanneer de tegen woordige Indische regeering, na de onver antwoordelijke slapheid van haar voorgang ster, zich tegen zulke aanrandingen van staat en samenleving onverzettelijk schrap stelt, dan vindt zij ons onverdeeld aan hare zijde. Maar dat doet het feit niet te niet. dat menig Indisch groot-bedrijver het dreigend extre misme noodig bad om, ethisch genomen, tot inkeer te komen, om de bakens te ver zetten in een oriënteering op de sociale rechtvaardigheid, En zoo groot was bij veler, de oud-liberalistische en ook koopmanschap pelijke halsstarrigheid, dat zij zich lieten afdwingen wat zij tot meer eer voor zich zelf en tot grooter commercieel voordeel beter hadden gedaan vrijwillig te geven. Koe dit zij, aan de ingetreden verbetering der arbeidsverhoudingen tusschen den Euro pe,ischen ondernemer en een inlandschen arbeider is de socialistisch-communistische actie der laatste jaren, bij alles wat daar.ir te misprijzen valt, stellig niet vreemd. Maar ook al zouden wij dit stoffelijk ge win waardeeren ver boven zijn waarde, dan nóg val' het weg bij het verlies aan cultuur bezit, aan zin voor hei hoogere. dat door het socialisme in de inlandsche psyche ver woestend is aangericht. En om op Marx' befaamde formule terug te komen zoo zeker aH het bewustzijn her stoffelijke zijn bepaalt, en niet omgekeerd, zoo zeker is hef christendom, en niet hei socialisme, in staat, om ook op Java den beiden maatscnap- pelij ken partijen te geven wat hun toekomt en hen in een duurzaam sociaal verdrag te ver binden. Voor de Bossche Rechtbank stond Don derdag terecht R. v. D„ sigarenfabrikant te Boxmeer, beklaagd van overtreding der Tabakswet. Getuige G. van Drunen, commies te Box meer, had bij bekla gde visitatie verricht en bevonden, dat er 125 gebruikte zegels aan- \vn ig waren. Beklaagde ontkende dat de zegels ge bruikt waren in den z.n der Tabakswet. Wel waren ze reeds om sigaren geplakt ge weest, doch waren er afgedaan, om cat bij het persen een aantal sigaren waren stukge gaan, een gewoon verschijnsel, dat vaak voorkomt. De president verzocht aan den I commies-getuige om toelichting hoe het in zulke gevallen in de praktijk toegaat. Ge tuige verklaarde, dat aan den Rijksontvan ger bericht behoorde te worden gezonden. In 't bijzijn der commiezen worden dan de zegels van de onbruikbare sigaren verwij derd en vernietigd door de ccommiezen. Vroeger mochten de fabrikanten ook zegels (z.g. ringen of bandjes) van elkaar leenen De president vond het voor de commie zen moeilijk na te gaan in elke van al de voorkomende gevallen al dan niet van over treding der wet sprake kan zijn. Den heer Chr. Houtman, siga-enfabrikant te 's Hertogenbosch, als deskundige ge hoord, werd door den president de vra: g gesteld, wat hij onder gebruikte zegels ver staat Getuige Chr. Houtman lichtte de wijze van belasting door middel van het bande- roilesysteem uitvoerig toe. In de praktijk kan het bandje van een siga r die nog niet in den winkel gebracht w< -d, beschouwd worden als niet te zijn gebruikt en dus bruikbaar voor de andere sigaar. Wanneer de sigaren in de kistjes worden genakt, dan steekt de bovenste laag boven het kistje uit. Bij den druk van het inpersen springen de bandjes vaak los. Getuige acht zulke ze gels als niet te zijn gebruikt. Getuige k decharge Moilmans, sigaren- sorteerder te Boxreer, beschouwt eveneens de zegels eerst dan gebruikt, wanneer de sigaren waaromheen ze bevestigd waren, reeds verzonden zijn geweest. Getuige Berr.ard van Heek, 18 jaar, siga- renplakker, in dienst van beklargde, ver klaart dat de aanwezige zegels de band'es waren, welke getuige zelf van de onbruik bare sigaren had afgenomen. De Ri ks-advoca~t Mr. G. van Zinnicq- Bergmann te Vught, acht de aanhangige strafzaak zoowel voor de administratie als voor de sigarenfabrikanten, van groot be lang. De Tabakswet is onsympathiek, maar belasting moet worden opgebracht, voor den fiscus om het even v/elke. Deze strafza k is eigenlijk een „proefkonijn". Ze raakt be klaagde niet, want de bond van Nederland- sche Sigarenfabrikanten vergoedt de schade. De zaal; nu loopt alleen over de vraag of de zegels in kwestie al dan niet „gebruikte" zegels zijn. Is het aan beklaagde ten laste gelegde feit niet strafbaar, dan volgt daar- alleen uit, dat de wet veranderd moet wor den, anders is de controle onmogelijk. In art. 7 der tabakswet staat, dat de accijns wordt volda n door de sigaren stuksgewijze van zegel te voorzien of dcor op een kistje gevuld met sigaren, een zegal a~n te bren- een. Ts zulks geschied, dan is aan den zin der wét voldaan en is dus een zegel „rfe- bruikt", en dus niet meer opnieuw bruik baar. Verstaat men den zin der wet niet al dus, dan wordt artikel 45 maar nonsens. (Art. 45 zegt, dat verkoopers van sigaren geen gebrnuikte zegels in voorraad mogen hebben). Spr. hecht geen waarde aan de verklaringen van éetuiger-deskundigen. Wij als rechtsgeleerden aldus spr. moeten de wet uitleggen, niet de fabrikanteh. Door hun oordeel te volgen in deze, wordt de wet geforceerd en moet de Minister de wet doen herzien. Men zoekt overal middelen om de Ta bakswet te ontduiken, er komen nog tal van zak-n in behandeling waarbi' den fis cus werd tekort gedaan. Cp grond van art. 45 laatste lid, alzoo wegens het in voorraad hebben van gebruikte zegels, eischt de Ri'ksadvccaat 100.— boete. Het O.M. sluit zich arn bij het oordeel van den Rijks-advocaat en eischt bij niet betaling der boele 20 dagen hechtenis. De verdediger van bekl., Mr. Hengst te 's Hertogenbosch, vindt de zaak niet zoo eenvoudig als door den Rijks-advocaat wordt voorgesteld, al gaat het dan alleen maT om de vraag Wat zijn gebr -ikte ze gels? De uitleg hie*- is geen juridisch be- i'rip. doch een feitelijk begrïn. De sigaa- be hoeft "as gezegeld te zi n als ze de fabriek uitgaat, tot zoolang is de sigaar niet belas tingplichtig geweest. Uit art. 8 van de Mi- nisterieele beschikking is duidelük op te makendat de wetgever niet gebruikte of verkeerd aangeb-arhte zegels beschouwt als ongebruikte zegels'. Alleen als een aan merkelijk aantal zegels aanwezig zijn, zal kunnen gedacht worden aan ontduiking der wet. Volgens bepahng van art. 45 der Tabaks wet mag een fabrikant geen gebruikte ze gels in voorra-d hebben; welnu, als men dan consequent doorredeneert op het oordeel van den Rrks-advocaat dan mag een fabri kant ook g'én sigaren met de bandies er om in voorraad houden. Op grond ven art. 8 'alzoo dat de sigaren waarvan de bedoelde bandies verwijderd waren niet verzondmi ziin geweest) nleitle Mr. Hengst vrrspraak. In zïn repliek zegt de Rijks-advocaat, dat. wanneer een vetsari kel soeoel is, het verkeerd wordt uitgelegd. Als Mr. Hengst uit artikel 8 een a-gument wil putten, dan zouden de groot-fabrikanten als ze het zoe ken willen, bij massa's kunnen smokkelen. De b"na-fide fabri'-anten hebben nergens zoo het land aan als aan die smok'-elaars, die de industrie zoo benadeeHn. 7ii ju:chen het toe als door een wetsbenaling die oneer lijke concurrentie wordt ingedrukt. Als het nonsens-argument orgaat dat door den ver dediger werd geb-uikt, dan zijn alle winke liers strafbaar. Te steunen op zoo'n argu ment zou een beleed'ging zijn voor E-rste en Tweede Kamer-leden en voor den Minis ter, die er door worden uitgemaakt voor stroelgck! Mr. Hengst repliceert. De uitspraak werd daarna bepaald op 20 Maart a.s. Donderdag -stond voor de Vierde Kamer der Rechtbank te Amsterdam terecht een bloemist die begin December 1.1. het spaar bankboekje van zijn ouders gebruikte om geid machtig te worden. Pres.: Uw ouders hadden een spaarduitie van 1500 en u wilde ze er wel van af hel pen, nietwaar? Bekl.- Ja. Pres.: En u zette maar valsche handtee- kenin'gen? Bekl.: Ja. Pres.: Hoe vindt u dat? Bekl Niet erg mooi! Pres.: Dat is nogal een zachte uitdrukking voor wab u godaan hebt! Als getuige werd een postbeambte ge- hoord. Het O. M. eischte tegen bekl. negen maanden gevangenisstraf. Uitspraak over 14 dagen. Het Gerechtshof te Amsterdam veroor deelde Donderdag den 42-jarigen recidivist M. van der Schalie wegens opzettelijke heling van zilveren voorwerpen, afkomstig van een inbraak in de villa „Fokje," te Crailoo, onder Elaricum, tot een gevangenisstraf van vier jaren. De advocaat-geraal had op 21 Febr. 14. egen bekl. v re waring van straf geëischt, in verband met het feit, dat een der helden van de Gooische inbraken v. d. Schalie aangewe zen had als de vaste heler van gestolen goeu, :n deze dit gedeeltelijk erkend had. De Rechtbank had den bekl. op 20 Nov. '4. veroordeeld tot drie jaren gevangen/s- •traf, terwijl Hendrika Frank, de 30-jarige chtgenoote van den beruchten A. Dijk- ,'ag uit de Koutdorpzaak, op 27 Nov. 14. veroordeeld werd tot een jaar gevangenis straf. Het Gerechtshof veroord e 1de thans d ze bekl. eveneens tot e n jaar gevangenis straf. Zooals reeds gemeld, gaat Mengelberg met het Concertgebouworkest en Toonkvnstkoor ter gelegenheid van de aan de Achtste Olympiade verbonden internationale muziek- feesten naar Parijs. Door de g oote medewerking, speciaal :.it Fransche kunstkringen, van de Fransche regeering en de Nederlandsche legatie-'e Parijs, is men er in gaslaagd de financieclc bezwaren grootenaeels uit den weg te rui men. Dr. P. C onheim, die uit Parijs is terug gekeerd, deelde aan de Tel. mee, dat nog de groote mocilijheid van een geschikte accn- modatie voor de ruim 500 leden van het gezelschap bestaat. Intusschen heeft m groot bank-concern, dat de beschikking heeft over verschillende Parijsche hotels, zijn medewerking toeg-zegd, zoodat tegen het einde dezer week een gunstige be ri sing kan worden tegemoet gezien. In dat geval zal Willem Mengelberg tus schen '8 en 25 Mei een zestei uitvoeringen in het Théatre des Champs Elysces geven. Driemaal wo-dt de Mattheus-pass:on gege ven (de laatste maal waarschijnlijk als volksconcert), daarnaast het Requiem v. Gabriel Fau-ê en, oo voorstel van onz i gezant, jhr. Loudon, enk-1» v>n cm bes - vadrrla.n^sche composities. Van h"t aan. vankeli'ke voornemen ook een Mable-- uitvoering te gjven, heeft men, met het o->g op de gering» voorbereiding en de weinig'; vertrouwdheid van het F-anscbe pa-bliek met Mahler's werk. afgezien ONDERWIJSFONDS VOOR DE BIN NENVAART. EEN BELANGRIJKE REORGANISATIE Deze week werd te Amsterdam onder voorzitterschap van dc heer G. de Jon-, de Jaarvergadering gehouden van het On derwijsfonds. Alle schoolbesturen, behai -e Rotterdam, waren vertegenwoordigd. Na behandeling en goedkeuring der Jaai- verslagen, werden langdurige discussies ge voerd over een voorstel tot Statutenwijziging Deze wijziging werd tenslotte goedgekeurd. De-nieuwe St tuten, die vooraf reeds dc goedkeuring hadden van den Ministc -. an O., K. en W., bepalen, dat het Onderwijs fonds voortaan den naam zal dragen van „Onderwijsfonds voor de Binnenvaart" cn bestuurd zal worden door een Directeur, bijgestaan door twee Commissarissen, te be noemen door den Minister van Onderwijs. Als directeur werd door de vergadering de heer G. de Jong ter benoeming voorgedra gen en voor de Commissarissen de heerer H. Broers te Amsterdam en J. van 't Hof ti Dordrecht. Verder bepalen de nieuwe Statuten, dat alle bedrijfsorganisaties in de Binnenvaart, die belang hebben bij het onderwijs aan schip pers en schipperskinderen, medezeggen schap in de leiding van het onderwijs, te geven op de scholen van het Onderwijsfonds, kun nen krijgen. De vergadering besloot verder tot de in stelling van een commissie, die een onderzoek zal instellen naar de vraag of in de binnen vaart iets valt te bereiken met corresponden tie-onderwijs. Deze kwestie zal tevens op de eerstvolgende bijeenkomst van directeuien en leeraren der Binnenvaartscholen ter ge legenheid van den dit jaar te houden Vacan- tie-cursus worden besproken. Besloten werd voorts tot instelling van eer Centraal-Inkoopbureau voor alle scholen. Bij de regeering zal er oo worden aange drongen, dat alle onder; op de Binnen- vaartscholen, zoowel het ^.;ger- als het Nij verheidsonderwijs voor schippers en schip perskinderen, wanneer de regeering er toe overgaat het Lager Onderwijs voor schip perskinderen te verklaren tot Bijzonder On derwijs, onder één Inspectie zal worden ge- plaatst. 2. Op een schoonen October-morgen, toen alles op hel kasteel nog sliep, besteeg Mar guerite haar paard Ah, dat een jongen voor haar gezadeld had en galoppeerde in de richting van het woud. lederen dag g.ng ze zoo uit rijden Ze sioeg nu eens deze dan weer een anderen weg in, en terwijl ze het paard zoo nu en dan en zweepslag gaf, reed ze dwars door struiken en kuilen, zodat de boeren, die ze op den weg ontmoette elkaar aanstieten en fluisterden ,.De juffrouw van het kasteel is beslist niet goed wijs.' Somtijds ook reed ze langzaam, in diep na denken verzonken, langs den zoom van het ■woud. Meermalen gebeurde het dat ze op den tijd van het ontbijt nog niet terugge keerd was, men ging dan zonder haar aan tafel en als ze dan tijdens het maal binnen trad nam '-e, zonder dat iemand notitie van haar nam, haar plaats in tusschen Fernand en Laure, die ongestoord hun gesprek voort- zetlen Ze sloeg den nauwen weg in tusschen het woud en de bebouwde akkers en zette Ali, die aan de grillen van haar lieftalligen mees teres gewend was, aan tot een flinken draf. t De wind gierde door de takken dikke op- eengepakke wolkenmassa's snelden over de verlaten velden. Toen ze eenmaal buiten de bewoonde wereld gekomen was, begon ze langzaam te rijden. PlotseLng werd het struikgewas uiteen gerukt en wankelde een vrouw naar Mar- querite toe Hare verwrongen gelaatstrekken ken waren bleek als die van een doode en op hare gescheurde kleederen, waren don kere bloedvlekken zichtbaar. Bevend hief ze haar gevouwen handen tot Marguerite op: „Juffrouw, u heeft een moeder, u heeft broeders.... de mijnen zul len van honger sterven als men mij gevan gen neemt-... De douaniers zijn daar aan de andere zijde van het woud.... O, neem mij mede, achter u op het paard, ze kunnen ons niet zien en ik kan bijna niet meer staan „Rosa," riep Marguerite uit, en met een minachtenden glimlacht voegde zij er aan toe: „Jou achter op mijn paard laten mede rijden Je bent krankzinnig ,,0, red mij. ik zal u dankbaar zijn tot mijn dood. Als ik slechts binnen vijf m nuten aan gene zijne van de grens ben, dan heb ik niets meer te vreezenDe smokkelaar ster woelde met har. v'ngers in de manen van Marguerite's paard. „Je moet het maar zelf met de douaniers uitvechten," riep het meisje toornig uit.... smokkelaars zijn dievenlaat mij er door 1" „Heb medelijden met mij." Tot antwoord deed de paardrijdster het paard hevig „teigeven, zoodat Rosa, onder het slaken van een doordringenden kreet achterover in het gras stortte. Dc doua niers vonden haar daar bewusteloos liggen. Van hun veldbedden maakten ze een soort van draagbaar en brachten haar als ge vangene naar Mathon, het meest nabij gelegen douancstat on Onderweg keerde Rosa tot het bewustzijn terug en dacht over den toestand na. Ze maakte zichzetve wijs, dat men haar niet lan' zou vasthouden, "aar dc pakken met smokkelwaren reeds "óór de verschi n'ng van de douaniers in veilig heid waren gebracht en men dus niets zou kunen vinden, wa-.rirt men haar schuld zou kunnen bewijzen. Door de vermoeienissen van dezen nacht, waarin ze tevergeefs ge tracht had haar woonplaats te bereiken en door de verwondingen aan haar schouder en voeten, die waren opengereten door pun tige steenen en doornen, kwam een hevige koorts opzetten Aan haar schouder leed ze vreeselijke pi'nen, haar slapen bonsden en opnieuw verloor ze het bewustzijn Vóór ze te Mathon was aangekomen. leed ze aan hevige ijlkoortsen, die haar eerst vijf da<'en later verli»ten Toen eerst kon ze antwoor den op de vragen, die men tot haar richtte. Men hield haar nog vier dagen vast en na verloop van dien tijd liet men haar vrii. in plaats van haar op te sluiten in het huis van bewaring te Sédan. Zoo haastig hare zwakke krachten het toelieten snelde ze naar huis, waar haar moeder haar wachtte roet groo- ten angst. Drie iaren te voren was haar vader ge- storven en liet zeven kinderen achter, waar- I van Rosa, die toen zeventien jaar telde, de oudste was Drie maanden daarna was de komst van een achtsten telg oorzaak van een langdurige ziekte van de weduwe Genevieve, een z ekte die haar op den rand j van het graf bracht Er werd honger en koude geleden :n het kleine hutje te midden dc berden, op gelijken afstand van Mathon en het kasteel gelegen De twee ion'-ens, dié in dienst waren bij boeren uit den omtrek, verdienden juist genoeg om in hun eigen onderhoud te voorzien en Rosa, die uit wer ken ging. kon niet genoeg verdienen om voedsel te koopen voor haar moeder en de vi:t andere kleuters. Rosa maakte kennis met een iongen, Franqois Piret, een verlaten wees, die door een ouden smokkelaar opgenomen was Zij, in den bloei van haar jeurtd, het schoonste meisje uit heel de omgeving, be minde hem met een vurige liefdé. Na een korte verkeerin-i huwden zij. Rosa was zeer gelukkig met Francois, te midden der tik- wijl« zeer gevaarlijke avonturen van hun srpokk laars-looobaan Stoutmoedig vuurde zij hem aan tot ondernemin-ien, die hii al leen niet aangedurfd zou hebben. Hunne verdiensten waren weliswaar niet evenredig aan de gevaren, waaraan zij blootstonden, maar zij leefden h<.el eenvoudig en de raoe- dei noch de kinderen hadden meer te lijden door honger en koude.... Toen ze in het ravijn afdaalde, zag Rosa. dal haar moeder in de deur sto-nd, terwijl de havelooze kleuters en Herta, de trouwe hend, haar tegemoet snelden. „Hebben ze je dus toch vrijgelaten," vroeg haar moeder, nadat ze naar binnen waren gegaan." Natuurlijk Ik had geen sigaren en tabak bij mij." „Ze zijn Kier ook alles komen doorzoe ken," zeide de moeder. „En ze hebben natuurlijk niets gevonden," riep Rosa lachende uit. „En hoe gaat het met je schouder „O, hunne geweren waren slechts met zout of hagel geladen!.... Ik heb mij een tijdje rustig moeten houden Wat is er met Franqois gebeurd Zonder op haar vraag te antwoorden, streek Geneviène met haar schort langs de oogen. Er trad een marskramer binnen. „Ben jij het. vader Joseph? „Ja zeker, Rosa Maar m'n kindje, wat zie je er slecht uit.... ben je ziek? Wat mij betreft, ik heb acht dagen lang het bed moeten houden, wegens vreeselijke spierpijnen, vermoedelijk van oververmoeid heid t> „Zijt ge dan niet daar beneden geweest?" Neen," antwoordde vader Joseph, hi. wierp zi,n mars in een hoek en ging zi.ten terwijl hij een pijpje uit zijn zak haalde. „Het heeft mij genoeg gehinderdZou Francois door een ander gegrepen zijn?" „Dat geloof ik niet.... niemand kent onze schuilplaats. Rosa keerde zicb tot haar moeder met de woorden: „Waar is Francois?" „Ik weet het waarlijk niet Ik heb hen- niet meer gezien, sedert jij verdwenen waart." Plotseling sprong Rosa op. „Hij is dus niet teruggekeerd," riep ze uii „Neen „En ge zijt niet naar de kloof geweest, va der Joseph?" „Ik heb je reeds gezegd, dat ik een week lang te bed heb gelegen!" Doodsbleek liep Rosa het vertrek op en neer, dat langzamerhand duister werd, daaj de zon reeds onderging „Het is vreeselijk. vreeeelijk.her haalde ze telkens, terwijl ze met de handen door heur haren woelde en hare vlammende biikken nu eens op haar moeder richtte, dan weer op den oude, die rustig doorging met rooken „Is het dan niet ontzettend?" „Ja;" antwoordden beiden tegelijk. „Eenigen tijd dacbt ik dat hij was «'evangen genmren,zeide Genev.ève na een kort stil zwijgen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 13