Euch. CongresVaandels, Vlaggen, Meda'lles, Insignes - VAN OVEN - Den Haag
Amsterdamsche kout.
Socialisme en Communisme op Java.
Rosa de smokkeiaarster.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Zaterdag 8 Maart 1924 - Vierde blad
RECHTSZAKEN.
Overtreding der Tabakswet.
Niet erg mooi.
De Gooische inbraken
KUNST EN KENNIS.
Mengelberg naar Parijs.
KERK EN SCHOOL.
F E U IL L ETON.
(Speciale correspondentie voor de „NieuweHaarlemsche Courant". Nadruk verboden.)
Asch-Woensdag 1924.
Mag ik me even aan u voorstellen, lief- geen kwaad in. dacht aan geen kwaad. Als
tallige en vriendelijke lezeressen, degelijke, jongens van de lagere school holden we
ernstige en zakelijke lezers van de „Nieuwe naar het Haarlemmerplein, waar de goed-
Haarlemsche Courant," die mij naar ik hoop koope paardendraaimolens stonden, waar je
de eer en het genoegen zullen bewijzen een voor een cent een rondedans moest maken
beetje naar mijn gekeuvel te luisteren? en nog wel een goed kansje had den sleutel
Öe Amsterdamsche Kouter! Voor de oude- 1 te trekken waardoor je nog een keer voor
re Haarlemmers zal het misschien een her- niets mee mocht. Het eerste behendigheids-
nieuwing der kennismaking zijn, want zoo'n spel.... met vallende onder de loterijwet
veertien dagen o neen pardon veertien Als leerling van de H. B. S. op de Marnix-
jaren heb ik onder gelijken titel als thans straat gingen we nog altijd op een hol
den Haarlemmers mijn indrukken van het letje naar de „groote kermis" op de Wester
leven in de Hoofdstad mogen weergeven, markt, die door vier rijen kramen was bezet,
Eerst jarenlang in de oude gemoedelijke 'n waar koek en nougat {natuurlijk van Stuvé)
paar maal 's weeks verschijnende „Spaame- j en galanteriein en kerrr.is-prullen (maar waar
bode," toen het jaar dat hétzelfde eenvou- we toch gelukkig mee waren) werden ver-
dlge, doch vroeger veel-gelezen courantje kocht. En toonden mijn goede, neen goeie
een heel modern dagblad werd met een let- ouwe Amsterdammers, dat ze nog zoo ge-
terkundioe van naam als hoofdredacteur en lukkig waren kind te zijn gebleven, welis-
na het plotseling verdwijnen van deze een- waar geen zoete kinderen, dus met alle fout-
maal zoo populaire uitgave nog verscheidene ies van de jeugd, maar toch kinderen, wat
al heel wat zegt. Want 's avonos liepen ze
schouder aan schouder door de rijen kramen,
of er heel wat te zien was. En ze draaiden in
de mallemolen of aten poffertjes voor drie
stuivers of met echte natuurboter, zooals de
juffrouw die u bij den arm vast hield u ver
verwonderen zod ik onder de huidige „Nieu- zekerde, voor twee duppies.
jaren in een der andere Haarlemsche cou
ranten. De „Nieuwe Haarlemsche" was er
toen ook al, ten minste in de latere jaren
van mijn caseurschap, maar de „Nieuwe
Haarlemsche" was toen nog niet precies wat
ze nu is.... zoodat het mij niets zou ver-
Poffertjes eten of wel beignets of wafelen
deed men 's avonds bij voorkeur echter op
't Amsielveld. Zeker omdat de grootere ljin-
deren daar op de Botermarkt (zooals in den
volksmond nog lang het Rembrandtplein
werd geheelen) nog zat van de volle Amster-
en drukte konden
we Haarlemsche"-lezers duizenden oude ge
trouwen uit de „Spaarnebode"-periode zou
terugvinden. Want toen ik onlangs uw en
ik mag nu wel zeggen „ons" blad weer in
handen kreeg, stond ik verbaasd over de
schitterende wijze waarop de „Nieuwe Haar-
lemsche" van vroeger gemetamorphoseerd damsche avondgezelligh
was in een der keurigst geredigeerde, aan- genieten
trekkelijke en „bij"-zijnde provinciale dag
bladen. Ik spreek juist niet van Katholieke
dagbladen, omdat de vergelijking anders te
beperkt zou zijnMaar ik zou verder
doorgaande op een weg geraken waarop
mijn lezers mij niet wenschen te volgen; in
hun mooi blad willen zij, ook al in deze
„eerste" kout iets van het leven in Groot-
Mokum lezen In de eerste plaats natuurlijk
De half-vasten of voorjaarsmarkt een
maal het Lenteklokje in het Amsterdamsche
leven is uitgeluid door het geschel van de
electrische tram. In plaats van de fantasti
sche olie- en gaslampen van 't spul der
„saltimbanques", waarvan de meesten beza
digde Amsterdamsche, Haarlemsche of Rot-
terdamsche burgers waren, kwamen de blau
we vonken langs de draden en de reclame-
de vele Amsterdammers van origine, die zich lichtbakken op de trams die de Westermarkt
in en om de Spaarnestad hebben gevestigd, "{""bij snordem Met de v/estermarkt stond
maar ook de ras-echte Haarlemmers, want ~j. v()oriaarsmark[.
uw stad ligt toch immers onder den rook van VI0' was misschien met nooaig ge-
Amsterdam, je stapt op de Tempelierstraat "i00?': Yanl sUI U ee"S V°°f ,a,' We *een
op de tram, eigenlijk precies zoo als je in de mtm'nsche gemeente-tram hadden gehad.
Van Hallstraat bij ons in lijn 14 stapt en voor
je sigaar op is (als je ten minste habitué bent
van de rookafdeeling) sta je op 't Spui, adem
je de Kalverstraat eenmaal bereikt het
volle Amsterdamsche leven Het ligt dan ook
Dan zouden we nu in de hoofdstad een door
concurrentiestrijd geperfectioneerd autobus
sen-stelsel hebben, welks ondernemers niet
zouden verzuimen aan de wenschen der
clientèle te voldoen Bij de Amsterdamsche
voor de hand dat in geen stad van Neder- }.r,anuS v\0,c®' nu waj nieuws ingevoerd: po
land zoo met Amsterdam mee wordt geleefd lltlchonderi mogen door den „baas worden
als in Haarlem. De publieke vermakelijkhe
den ten uwent ondervinden daarvan altijd de
nadeelige gevolgen. „Haarlem is een moei
lijke stad," hoor ik mijnheer van Gasteren
nog zeggen, „ze gaan meer uit in Amsterdam
meegenomen
't Moeten zoo zeggen de gemeente-
autoriteiten, dié zoowel ten opzichte van de
tram als van politic en politiehonden de la
kens uitdeden heel fatsoenlijke politie-
~"S8V4 ^UUU liiV. V l Uit 111 Jl Xll OIVI UUII1 - j
dan hier, want als er iets goeds te zien is of j10110011 zlJn' die dus maar niet zoo raak bij-
iets wat toevallig bij hun in den smaak valt,
och dan stappen ze even op de Amsterdam
sche tram en als het dan bij mij op den Jans-
weg gaat, dan hebben ze het al lang gezien."
Ik kan met mijn Haarlemsche lezers dus
ten, maar het alleen doen als hun baas daar
toe het teeken geeft of.... als ze aange
haald worden. Een juffrouw die een onschul
dig „pietje" moet vervoeren (kanarie ol
sijsje), of wel met 'n lief poesje of. klein
&cui mei mijn naarieinscue lezers uus 1
bijna net zoo over Amsterdam praten, als ik „0,n,'',e naar a?y m,oet' m°e' a's ze geen
met Amsterdammers kan doen. 't Zijn. heel voor een rijtuig heeft, den tangen weg
naaste buren, ze weten van heel veel af, veel !!aar 0n P3arndammerduk te voet afleg-
uit 't Amsterdamsche huishouden interesseert f?" Nafuurh.k, die juftrouw is maar een be-
ben bijna evenveel als wat bij hen thuis ge- tale1de gassag'". terwijl de gemeente-Uum
beurt, ze booren er graag wat van - omdat er. de efste aa<? ls™or ê^eeate-
zij er in veel gevallen ook zelf belang er bij fc0" Clle^ gerente-beambten en gemeen-
hebben. tehonden. De passagier die niet spoedig ge
noeg zijn „doove-" kan vinden als hij roo
iende den wagen binnenstapt, heeft kans op
n uitbrander van den conducteur als een re-
Het tijdstip voor deze „kout" is voor ons
beiden gelukkig gekozen. Want-u en ik zijn
nog te jong om behagen te scheppen in me
lancholie, in grauwe verveling, in troosteloo-
ze duisternis. We zoeken het licht en de j -■ -
vreugde, als 't kan een tikje humor, wat we de wa«e"s worden vóór, achter, bronen-in
i cruut van een ouderw,etschen drilsergcant.
Passagiers zijn maar vefe in Amsterdam
ecu ti„ie Humor, wal we „„i„ 1
beiden natuurlijk nooit met gezochte-grap- ,S °P' a s "arlng ,n de ton, zonder dat
jaspelerij (excuus'voor dit tikje germanisme) m jf'1?5,; m<j' "eilighiid rekening
verwarren. En daarom begroeten we met 'T °j 5' 1 j'oe,v?,' in '''n die
vreugde de mooie zonnige zomersch-aan- „.v*" 1 .a®fau.d,f duikelde, 45 men-
doende Maart-dagen, met blauwe lucht en i vare" °P P-aats dat er
helder verschiet. I Z00al? nu slechts 7 Pa"aé'ers waren, dan
7- j a I was de ramp niet te overzien geweest en als
„iet u wel dat Amsterdam het mooist is m de éénmanswagen voor deze lijn al klaar was
den vasten? Buiten op de velden is het nu geweest (hij komt er nog altijd!) dan ware
nog wat kaal en dor, daar moeten we min- waarschijnlijk niemand gered
stens een maandje verder zijn voor we het Maar - ik dwaal weer af. Ik zou 't alleen
Lentelied kunnen jubelen over de lichlzijde van Amsterdam hebben en
Maar kom nu in de oude stad, in de Jor- dus niet over de tram Maar de Westermarkt,
daan waar de zon, de piep-jonge zon, de met z'n schim van voorjaarsmarktvreugde
aardige geveltjes, de schilderachtige hoek- leidde mij af; bracht mij op haar, die de al-
punten zoo jolig in vlam zet, dat het schijnt oude vreugd verstoorde, ik noemde het Am-
o£ de oude huisjes alle meelachen als kleine, stel veld, waar 's Maandags nog altijd zoo
kleuters en een spelletje ma'ken van jolige gezellig wordt. gemar(k)f. En het Rembrandt-
lichteffectjes Op straat wordt t nu weer plein, waar Rembrandt nu door hen, die de
drukker en de orgelman begint weer liefheb- hoofdstad maar altijd willen verbeteren en
berij in zijn werk te krijgen, slingert er zijn 'vermooien en ons daarom het door architec-
nieuwste mopjes op los, die door de jeugd tonisch schoon overweldigend en vriendeli,ke
al worden meegezongen: gezelligheid imponeerende plan-Zuid héb-
„Zou het waar zijn juffrouw Pennewip, bon geschonken, van zijn voetstuk is gehaald
vast en zeker juffrouw Groen.Want de vas- en in de touwen is gehangen Symboliek?
ten is nu eenmaal de tijd voor de jeugd, als n
ze losgelaten zijn uit de huizen waarin ze de
De punten, waarover ik nog 'heden met U
z°n willen „kouten" dansen om mij heen,
lange wintermaanden waren opgesloten en maar in telegramstijl gaat 't niet. Ik sta nog
weer de straat op mogen: het jonge brui- een beetje vreemd tegenover kolommen
schende leven. En dan zie ik weer voor me
de halt-vasten, de laatste en vrijwel onschul
dige uitlooper van de oude Amsterdamsche
kermis. De jeugd mocht genieten, uitrazen.,
ook in den tijd dat voor de oudere Katho-
lengte en breedte der „Nieuwe Haarlemsche"
en dc mij toegedachte plaatsruimte Vindt u
t goed dal ik U de volgende week meer
vertel over Amsterdam in den vastentijd?
U vindt t goed? Prachtig Afgesproken en
lieken publieke vermaken van 'welken aatd aang "naam de kennismaking fe hpbben her-
ook, streng verboden waren. Men zag ernieuwd. H. HENNING Jz.
Door Ir. L J. M. Feber koloniale specialiteit der Tweede Ka mar.
(Vervolg en slot)
In de verklaringen, waarmede ut op
volgende Congressen van de Sarikat Islam
rijn geopend, weerspiegelt zich de aanwas
van den sociaal-democratischen invloed.
Wij hebben geen reden, de Indische sociaal
democraten, een enkelen heethoofd daar
gelaten, ervan te verdenken, dat zij op een
gewelddadige omverwerping van de be
staande orde aansturen Voor hun doel heb
ben zij daarvoor te veel historischen zin,
te zuivere waardeering van wat mogelijk is
en wat niet.
Maar wanneer een verklaring, als waar
mee het Sarikat-Islam-Congres in 1916 werd
geopend dat men samen met hef gou
vernement en tot, steun van het gouverne-
men.' rich wil opwerken tot de hoogte van
een a e en wil strive naar zelfbestuur
het oi ,end taar worai aangescherpt tot het
dreigement, dat he' einddoel der beweging
de politieke actie tegen overheersching en
het aanbinden van den strijd tegen het
zondig kapitalisme is, en weer een jaar later
de Regeering wordt gewraakt als bescherm
ster van hef kapitalisme dan wordt het
duidelijk, dat men de massa prikkelde tot
j een verzet, haar ontkerende tot een agitatie,
die men niet blijvend zou verrrogen te be-
heerschen Met „verklaringen" als deze,
die tot het volksgemoed veel meer zeggen
dan ze uitspreken, voert men de massa regel
recht ten strijde 'egen iedere overheid, die
zich van haar taak en verantwoordelijkheid
bewust is. Het moet daarom een geluk voer
Indië, in het bizonder voor den inlander zelf
heeten, dat de Indische regeéring van thans
zich van die taak bewust blijkt te zijn, nadat
dat bewustzijn bij haar voorgangster op soms
ontstellende wijze scheen verflauwd.
Intusschen is het voor ons zeker, dat de
gezondmaking der inlandsche beweging niet
zoozeer te verwachten valt van het oefenen
van tucht van bovenaf als wel van het zui
veren van den geest, die haar levend moet
maken door eigen kracht. In dit verband is
het teekenend voor de tegenwoordige phase
der inlandsche beweging, dat het innerlijke
conf'ict tusschen socialisme, en Islam
als tusschen materialisme en spiritualisme
nog niet tot het inlandsch brein is doorge
drongen. Men rekene dit gebrek aan door
zicht den inlander, door stoffelijken nood
gekweld en door misleiding bovendien uit de
rechte denkorde geslagen, niet te zwaar aan.
Ook hooger ontwikkelden dan hij leven in de
misvatting, dat godsdienst en socialisme
tot één levensvorm vereenjgbagr zijn.
Met nier geringe voldoening moet trouwens
worden erkend, dat, waar het socialisme
zijn wijsgeerigen ondergrond en inhoud
verraadt, waar het zich gelden laat ;n al de
barheid van zijn orthodoxie en openlijk zich
tegen den godsdienst richt, de inlander zich
als regel in Islamitische rechtzinnigheid af
wendt. Het communisme, voorafgegaan op
zijn Aziatischen veroveringstocht door den
roep van niet alleen tegen een of andere
productiewijze maar tegen God en gebod.
dus ook tegen Allah, Profeet en Koran te
velde te trekken, heeft daarmee den inlander
van zich afgertooten. Het is hier niet de plaats
om den strijd tusschen den Islam en het com
munisme, die binnen de Sarikat Islam is
uitgevochten, in al zijn verwikkel", gen te
volgen. Bovendien was die kamp voor een
deel niet veel meer dan de strijd om het oer-
'soonlijk bestaan van de ieiders onderling,
Maar zoovee! is wel gebleken, dat wannéér
die ieiders ooit hebben weergegeven, wat
in het volk omgaat, dit het geval was. toen zij
in de Sarikat Islam den Islam veilig stelden
i tegenover het atheïstisch communisme,
j En derhalve komt het vooral op verhelde-,
i ring van inzicht aan, om dé inlandsche be-
weging vrij te maken van den invloed van hef
socialisme, om haar eindelijk veilig te stellen
'voor het materialisme, dat haar. krachtens
haar oostersche natuur, van huis uit zoo ge
heel en al vreemd is.
De vraag naar de diepte er; den omvang
i van den socialistischen invloed is begrijpe-
lijkerwijze niet voor zuivere beantwoording
vatbaar. Hierbij zij in ieder geval in het oog
gehouden, dat het inlandsch bewustzijn
wèl ontwakende is, maar nog verre van ont
waakt Hoeveel of hoe weinig socialisme
thans in de inlandsche volksziel leeft, valt
niet met zekerheid te zeggen maar stellig
is het den inlander hoogstens een gevoels-
toestand, een stemming van tegenzin tegen
pijnlijke economische ongelijkheden, en. geen
j doordacht inzicht, geen levensopvatting. Het
socialisme heeft, na de liberale ethiek-.- den
1 inlander geschokt in zijn aloud cultuu-1 zit,
maar hem met volledig daarvan beroofd
nóg niet. Maar het behoeft op deze plaat
waarachtige niet te worden betoogd, dat de
voortdurende inwerking van het soci.'';sme
met zijn leer van klassenhaat ën klassenstrijd
op het inlandsch gemoed, tên slotte za! uit-
lobpen op een ondermijning eindelijk op de
verwoesting dei inlandséhe religiositeit. Het
voorbeeld van het moderne westen spreekt
in dit opzicht zoo ondubbelzinnig mogelijk
In deze verhouding beschouwd, open
baart de tweeënheid van missie en katho
lieke koloniale staatkunde haar volle betee-
kenis, behalve haar hooge -oepine ook haar
geweldige opgave.
Den inlander bevrijden van ,de verleiding
van het 'socialisme.dat eischt niet alleen
het verhelöeien en verdiepen van inzicht
en godsdienstigen zin, maar bijna evenzeer
het scheppen van daarvoor gunstige voor
waarden, het ordenen van staat en maat
schappij volgens de eischen van de christelijke
ethiek. Liet socialisme ondervindt juist in
dezen tijd van geestelijken nood met den
dag benauwender, dat men met enkel stof
felijke ordening, of eigenlijk met niet meer
dan he' openen van sehoone perspectieven
daarop, den mensch niet kan bevredigen
sterker dan ooit klinkt in zijn eigfcn gelede
ren de noodkreet om gec telijke en rnoreele
vastheid Zoo staat het in het bangst getij
der menschheid tegenover de zijnen met
leege handen. Maar evenmin valt het hcht,
den gemiddelden mensch tot een hoogen
staat van geestelijke beschaving te verheffen
tegen den weerstand van ongunstige stof
felijke condities in. Marx moge dan geen
gelijk gehad hebben met zijn ondoordacht
heid, dat het zijn het bewustzijn bepaalt, vvè!
is het waar, dat hef zijn het bewustzijn mach
tig in bepaalde richting dringen kan schoon
niet dwingen. Dwingen en dringen, daar-
tusschen lig' hier de scheiding van waarheid
en- waan.
Missie en koloniale staatkunde samen heb
ben tót taak den inlander van twee zijden aan
te grijpen ter verheffing, op de beide fron
ten van zijn besta, n in zijn stoffelijk zij" n
;n zijn geestelijk bewustzijn Door een staat
kundige en sociale ordening, welke zich rich'
naar de eischen van christelijke naasten
liefde en rechtvaardigheid, zal niet aan het
socialisme zijn aangrijpingspunt bij uit
nemendheid, de ontevredenheid, ontschie
ten maar zal over den inlander als sociaal
wezen en als individu die stemming vaardig
kunnen worden, welke voor de verheldering
en verdieping van het geestelijk leven gun
stig disponeert Brengt onze staatkunde in
Indië h3ar sociologie in praktijk, dan zal
dit strekken tot verzoening van klassenhaat,
thans niet zonder reden opgelaaid Aan de
tegenstelling, die thans de Indische samen
leving dreigt te verscheuren, en die niets
'anders is dan de resultante van klassen- en
rassenhaat, zal althans een der componenten
worden ontnomen totdat ook de rassen
tegenstelling in het christendom zal worden
verzacht door het besef, dat de menschen van
alle rassen kinderen Gods zijn
Maat eenmaal zoover, zal de inlander ver
langen den boom te kennen, die hem de
vruchten eener bevredigende sociale en
staatkundige orde voortbrengt. Zoo natuur
lijk als dit is, zoo zeker steekt in een katho
lieke koloniale staatkunde een machtige
propagandistische kracht van missionnee-
rende uitwerking.
De aanval, die met anders beoogt dan het
elkaar bijvallen van blank en bruin in het
kennen en beleven der waarheid, moet van
twee kanten tegelijk worden ingezet in
het zijn èn in het bewustzijn. Op het laatste
front voert de missie haar bizondere actie,
die her dadelijkst aanstuurt op het hcoge
doel. De verheldering van het inlandsch
bewustzijn komt ouder andere neer op het
doordepken van de tegenstellingen, welke
het leven vertoont het erkennen, dat
sommige met meer dan schijn zijn en in een
hoogere eenheid zijn te verzoenen, het er
kennen ook van de onverzoenlijkheid van
innerlijke tegenspraken. Waar het christen
dom het levensinzicht van den mlande-
beeft verruimd en ver-diept, daar zal het
door-denken aanvangen, dat de lijn van het
ocialisme vermag te volgen tot aan zijn on-
verroepelijke tegenspraak met het christen
dom toe. Waarna de overwinning van de be
koring van het socialisme mogelijk wordt.
Maar als gezegd aan de vruchten kent men
den boom. En vooral de eenvoudige mensch
komt aan de kennis van den boom met
gemakkelijk toe. zonder de vruchten te proe
ven. De inlander is een eenvoudige en zal
dat nog lang blijven Wil de missie groot
nuttig effect hebben, dan za! den inlander
met eer; orde van staat en maatschappij op
christelijken grondslag de proef moeten wor
den geleverd op de kvenssom, die de missie
hem voorrekent. Blijft die proef achter
wege, dan is er .alle kwade kans, dat de in
lander het socialisme met zijn in het wilde
opbiedende beloften van stoffelijk welvaren
liever naloopt, dan dat hij het christendom
met zijn straffe eischen van onthechting en
zelfbeperking volgt. Maar stellen wij onze
koloniale staatkunde in het teeken der mis-
mise, verheffen wij haar tot een prakt;;k der
katholieke ethiek, dan zal de inlander in de
ontvouwing van zijn rijken aanleg stijgen tot
een cultuur, in wier licht hij het socialisme-
éénmaal begrijpen zal als een groote ver
zoeking van her verleden, die overwonnen
moest worden
Intusschen moet, afgescheiden van al on;,
verzet tegen de grondslagen, de doelstelling
en de methoden van het socialisme en vooral
van liet communisme, om der wille van de
eerlijkheid en de objectiviteit worden erkend,
dat hef op zijn wijze heeft meegeholpen de
grootbedrijven te dwingen in de richting van
sociale hervormingen van verbetering der
arbeidsverhoudingen.
Wij zullen de iaatsten zijn om een theo
retische verdediging van de extremistische
drijverijen te plegen wanneer de tegen
woordige Indische regeering, na de onver
antwoordelijke slapheid van haar voorgang
ster, zich tegen zulke aanrandingen van staat
en samenleving onverzettelijk schrap stelt,
dan vindt zij ons onverdeeld aan hare zijde.
Maar dat doet het feit niet te niet. dat menig
Indisch groot-bedrijver het dreigend extre
misme noodig bad om, ethisch genomen,
tot inkeer te komen, om de bakens te ver
zetten in een oriënteering op de sociale
rechtvaardigheid, En zoo groot was bij veler,
de oud-liberalistische en ook koopmanschap
pelijke halsstarrigheid, dat zij zich lieten
afdwingen wat zij tot meer eer voor zich
zelf en tot grooter commercieel voordeel
beter hadden gedaan vrijwillig te geven.
Koe dit zij, aan de ingetreden verbetering
der arbeidsverhoudingen tusschen den Euro
pe,ischen ondernemer en een inlandschen
arbeider is de socialistisch-communistische
actie der laatste jaren, bij alles wat daar.ir
te misprijzen valt, stellig niet vreemd.
Maar ook al zouden wij dit stoffelijk ge
win waardeeren ver boven zijn waarde, dan
nóg val' het weg bij het verlies aan cultuur
bezit, aan zin voor hei hoogere. dat door het
socialisme in de inlandsche psyche ver
woestend is aangericht. En om op Marx'
befaamde formule terug te komen zoo
zeker aH het bewustzijn her stoffelijke zijn
bepaalt, en niet omgekeerd, zoo zeker is
hef christendom, en niet hei socialisme, in
staat, om ook op Java den beiden maatscnap-
pelij ken partijen te geven wat hun toekomt en
hen in een duurzaam sociaal verdrag te ver
binden.
Voor de Bossche Rechtbank stond Don
derdag terecht R. v. D„ sigarenfabrikant te
Boxmeer, beklaagd van overtreding der
Tabakswet.
Getuige G. van Drunen, commies te Box
meer, had bij bekla gde visitatie verricht en
bevonden, dat er 125 gebruikte zegels aan-
\vn ig waren.
Beklaagde ontkende dat de zegels ge
bruikt waren in den z.n der Tabakswet.
Wel waren ze reeds om sigaren geplakt ge
weest, doch waren er afgedaan, om cat bij
het persen een aantal sigaren waren stukge
gaan, een gewoon verschijnsel, dat vaak
voorkomt. De president verzocht aan den I
commies-getuige om toelichting hoe het in
zulke gevallen in de praktijk toegaat. Ge
tuige verklaarde, dat aan den Rijksontvan
ger bericht behoorde te worden gezonden.
In 't bijzijn der commiezen worden dan de
zegels van de onbruikbare sigaren verwij
derd en vernietigd door de ccommiezen.
Vroeger mochten de fabrikanten ook zegels
(z.g. ringen of bandjes) van elkaar leenen
De president vond het voor de commie
zen moeilijk na te gaan in elke van al de
voorkomende gevallen al dan niet van over
treding der wet sprake kan zijn.
Den heer Chr. Houtman, siga-enfabrikant
te 's Hertogenbosch, als deskundige ge
hoord, werd door den president de vra: g
gesteld, wat hij onder gebruikte zegels ver
staat
Getuige Chr. Houtman lichtte de wijze
van belasting door middel van het bande-
roilesysteem uitvoerig toe. In de praktijk
kan het bandje van een siga r die nog niet
in den winkel gebracht w< -d, beschouwd
worden als niet te zijn gebruikt en dus
bruikbaar voor de andere sigaar. Wanneer
de sigaren in de kistjes worden genakt, dan
steekt de bovenste laag boven het kistje
uit. Bij den druk van het inpersen springen
de bandjes vaak los. Getuige acht zulke ze
gels als niet te zijn gebruikt.
Getuige k decharge Moilmans, sigaren-
sorteerder te Boxreer, beschouwt eveneens
de zegels eerst dan gebruikt, wanneer de
sigaren waaromheen ze bevestigd waren,
reeds verzonden zijn geweest.
Getuige Berr.ard van Heek, 18 jaar, siga-
renplakker, in dienst van beklargde, ver
klaart dat de aanwezige zegels de band'es
waren, welke getuige zelf van de onbruik
bare sigaren had afgenomen.
De Ri ks-advoca~t Mr. G. van Zinnicq-
Bergmann te Vught, acht de aanhangige
strafzaak zoowel voor de administratie als
voor de sigarenfabrikanten, van groot be
lang. De Tabakswet is onsympathiek, maar
belasting moet worden opgebracht, voor den
fiscus om het even v/elke. Deze strafza k
is eigenlijk een „proefkonijn". Ze raakt be
klaagde niet, want de bond van Nederland-
sche Sigarenfabrikanten vergoedt de schade.
De zaal; nu loopt alleen over de vraag of de
zegels in kwestie al dan niet „gebruikte"
zegels zijn. Is het aan beklaagde ten laste
gelegde feit niet strafbaar, dan volgt daar-
alleen uit, dat de wet veranderd moet wor
den, anders is de controle onmogelijk. In
art. 7 der tabakswet staat, dat de accijns
wordt volda n door de sigaren stuksgewijze
van zegel te voorzien of dcor op een kistje
gevuld met sigaren, een zegal a~n te bren-
een. Ts zulks geschied, dan is aan den zin
der wét voldaan en is dus een zegel „rfe-
bruikt", en dus niet meer opnieuw bruik
baar. Verstaat men den zin der wet niet al
dus, dan wordt artikel 45 maar nonsens.
(Art. 45 zegt, dat verkoopers van sigaren
geen gebrnuikte zegels in voorraad mogen
hebben). Spr. hecht geen waarde aan de
verklaringen van éetuiger-deskundigen. Wij
als rechtsgeleerden aldus spr. moeten
de wet uitleggen, niet de fabrikanteh. Door
hun oordeel te volgen in deze, wordt de
wet geforceerd en moet de Minister de wet
doen herzien.
Men zoekt overal middelen om de Ta
bakswet te ontduiken, er komen nog tal
van zak-n in behandeling waarbi' den fis
cus werd tekort gedaan. Cp grond van art.
45 laatste lid, alzoo wegens het in voorraad
hebben van gebruikte zegels, eischt de
Ri'ksadvccaat 100.— boete.
Het O.M. sluit zich arn bij het oordeel
van den Rijks-advocaat en eischt bij niet
betaling der boele 20 dagen hechtenis.
De verdediger van bekl., Mr. Hengst te
's Hertogenbosch, vindt de zaak niet zoo
eenvoudig als door den Rijks-advocaat
wordt voorgesteld, al gaat het dan alleen
maT om de vraag Wat zijn gebr -ikte ze
gels? De uitleg hie*- is geen juridisch be-
i'rip. doch een feitelijk begrïn. De sigaa- be
hoeft "as gezegeld te zi n als ze de fabriek
uitgaat, tot zoolang is de sigaar niet belas
tingplichtig geweest. Uit art. 8 van de Mi-
nisterieele beschikking is duidelük op te
makendat de wetgever niet gebruikte of
verkeerd aangeb-arhte zegels beschouwt als
ongebruikte zegels'. Alleen als een aan
merkelijk aantal zegels aanwezig zijn, zal
kunnen gedacht worden aan ontduiking der
wet.
Volgens bepahng van art. 45 der Tabaks
wet mag een fabrikant geen gebruikte ze
gels in voorra-d hebben; welnu, als men dan
consequent doorredeneert op het oordeel
van den Rrks-advocaat dan mag een fabri
kant ook g'én sigaren met de bandies er om
in voorraad houden. Op grond ven art. 8
'alzoo dat de sigaren waarvan de bedoelde
bandies verwijderd waren niet verzondmi
ziin geweest) nleitle Mr. Hengst vrrspraak.
In zïn repliek zegt de Rijks-advocaat,
dat. wanneer een vetsari kel soeoel is, het
verkeerd wordt uitgelegd. Als Mr. Hengst
uit artikel 8 een a-gument wil putten, dan
zouden de groot-fabrikanten als ze het zoe
ken willen, bij massa's kunnen smokkelen.
De b"na-fide fabri'-anten hebben nergens
zoo het land aan als aan die smok'-elaars,
die de industrie zoo benadeeHn. 7ii ju:chen
het toe als door een wetsbenaling die oneer
lijke concurrentie wordt ingedrukt. Als het
nonsens-argument orgaat dat door den ver
dediger werd geb-uikt, dan zijn alle winke
liers strafbaar. Te steunen op zoo'n argu
ment zou een beleed'ging zijn voor E-rste
en Tweede Kamer-leden en voor den Minis
ter, die er door worden uitgemaakt voor
stroelgck!
Mr. Hengst repliceert.
De uitspraak werd daarna bepaald op 20
Maart a.s.
Donderdag -stond voor de Vierde Kamer
der Rechtbank te Amsterdam terecht een
bloemist die begin December 1.1. het spaar
bankboekje van zijn ouders gebruikte om
geid machtig te worden.
Pres.: Uw ouders hadden een spaarduitie
van 1500 en u wilde ze er wel van af hel
pen, nietwaar?
Bekl.- Ja.
Pres.: En u zette maar valsche handtee-
kenin'gen?
Bekl.: Ja.
Pres.: Hoe vindt u dat?
Bekl Niet erg mooi!
Pres.: Dat is nogal een zachte uitdrukking
voor wab u godaan hebt!
Als getuige werd een postbeambte ge-
hoord.
Het O. M. eischte tegen bekl. negen
maanden gevangenisstraf.
Uitspraak over 14 dagen.
Het Gerechtshof te Amsterdam veroor
deelde Donderdag den 42-jarigen recidivist
M. van der Schalie wegens opzettelijke heling
van zilveren voorwerpen, afkomstig van
een inbraak in de villa „Fokje," te Crailoo,
onder Elaricum, tot een gevangenisstraf van
vier jaren.
De advocaat-geraal had op 21 Febr. 14.
egen bekl. v re waring van straf geëischt, in
verband met het feit, dat een der helden van
de Gooische inbraken v. d. Schalie aangewe
zen had als de vaste heler van gestolen goeu,
:n deze dit gedeeltelijk erkend had.
De Rechtbank had den bekl. op 20 Nov.
'4. veroordeeld tot drie jaren gevangen/s-
•traf, terwijl Hendrika Frank, de 30-jarige
chtgenoote van den beruchten A. Dijk-
,'ag uit de Koutdorpzaak, op 27 Nov. 14.
veroordeeld werd tot een jaar gevangenis
straf. Het Gerechtshof veroord e 1de thans
d ze bekl. eveneens tot e n jaar gevangenis
straf.
Zooals reeds gemeld, gaat Mengelberg met
het Concertgebouworkest en Toonkvnstkoor
ter gelegenheid van de aan de Achtste
Olympiade verbonden internationale muziek-
feesten naar Parijs.
Door de g oote medewerking, speciaal :.it
Fransche kunstkringen, van de Fransche
regeering en de Nederlandsche legatie-'e
Parijs, is men er in gaslaagd de financieclc
bezwaren grootenaeels uit den weg te rui
men. Dr. P. C onheim, die uit Parijs is terug
gekeerd, deelde aan de Tel. mee, dat nog de
groote mocilijheid van een geschikte accn-
modatie voor de ruim 500 leden van het
gezelschap bestaat. Intusschen heeft m
groot bank-concern, dat de beschikking
heeft over verschillende Parijsche hotels,
zijn medewerking toeg-zegd, zoodat tegen
het einde dezer week een gunstige be ri
sing kan worden tegemoet gezien.
In dat geval zal Willem Mengelberg tus
schen '8 en 25 Mei een zestei uitvoeringen
in het Théatre des Champs Elysces geven.
Driemaal wo-dt de Mattheus-pass:on gege
ven (de laatste maal waarschijnlijk als
volksconcert), daarnaast het Requiem v.
Gabriel Fau-ê en, oo voorstel van onz i
gezant, jhr. Loudon, enk-1» v>n cm bes -
vadrrla.n^sche composities. Van h"t aan.
vankeli'ke voornemen ook een Mable--
uitvoering te gjven, heeft men, met het o->g
op de gering» voorbereiding en de weinig';
vertrouwdheid van het F-anscbe pa-bliek
met Mahler's werk. afgezien
ONDERWIJSFONDS VOOR DE BIN
NENVAART.
EEN BELANGRIJKE REORGANISATIE
Deze week werd te Amsterdam onder
voorzitterschap van dc heer G. de Jon-,
de Jaarvergadering gehouden van het On
derwijsfonds. Alle schoolbesturen, behai -e
Rotterdam, waren vertegenwoordigd.
Na behandeling en goedkeuring der Jaai-
verslagen, werden langdurige discussies ge
voerd over een voorstel tot Statutenwijziging
Deze wijziging werd tenslotte goedgekeurd.
De-nieuwe St tuten, die vooraf reeds dc
goedkeuring hadden van den Ministc -. an
O., K. en W., bepalen, dat het Onderwijs
fonds voortaan den naam zal dragen van
„Onderwijsfonds voor de Binnenvaart" cn
bestuurd zal worden door een Directeur,
bijgestaan door twee Commissarissen, te be
noemen door den Minister van Onderwijs.
Als directeur werd door de vergadering de
heer G. de Jong ter benoeming voorgedra
gen en voor de Commissarissen de heerer
H. Broers te Amsterdam en J. van 't Hof ti
Dordrecht.
Verder bepalen de nieuwe Statuten, dat
alle bedrijfsorganisaties in de Binnenvaart,
die belang hebben bij het onderwijs aan schip
pers en schipperskinderen, medezeggen
schap in de leiding van het onderwijs, te geven
op de scholen van het Onderwijsfonds, kun
nen krijgen.
De vergadering besloot verder tot de in
stelling van een commissie, die een onderzoek
zal instellen naar de vraag of in de binnen
vaart iets valt te bereiken met corresponden
tie-onderwijs. Deze kwestie zal tevens op de
eerstvolgende bijeenkomst van directeuien
en leeraren der Binnenvaartscholen ter ge
legenheid van den dit jaar te houden Vacan-
tie-cursus worden besproken.
Besloten werd voorts tot instelling van eer
Centraal-Inkoopbureau voor alle scholen.
Bij de regeering zal er oo worden aange
drongen, dat alle onder; op de Binnen-
vaartscholen, zoowel het ^.;ger- als het Nij
verheidsonderwijs voor schippers en schip
perskinderen, wanneer de regeering er toe
overgaat het Lager Onderwijs voor schip
perskinderen te verklaren tot Bijzonder On
derwijs, onder één Inspectie zal worden ge-
plaatst.
2.
Op een schoonen October-morgen, toen
alles op hel kasteel nog sliep, besteeg Mar
guerite haar paard Ah, dat een jongen voor
haar gezadeld had en galoppeerde in de
richting van het woud.
lederen dag g.ng ze zoo uit rijden Ze
sioeg nu eens deze dan weer een anderen
weg in, en terwijl ze het paard zoo nu en
dan en zweepslag gaf, reed ze dwars door
struiken en kuilen, zodat de boeren, die ze
op den weg ontmoette elkaar aanstieten en
fluisterden ,.De juffrouw van het kasteel is
beslist niet goed wijs.'
Somtijds ook reed ze langzaam, in diep na
denken verzonken, langs den zoom van het
■woud. Meermalen gebeurde het dat ze op
den tijd van het ontbijt nog niet terugge
keerd was, men ging dan zonder haar aan
tafel en als ze dan tijdens het maal binnen
trad nam '-e, zonder dat iemand notitie van
haar nam, haar plaats in tusschen Fernand
en Laure, die ongestoord hun gesprek voort-
zetlen
Ze sloeg den nauwen weg in tusschen het
woud en de bebouwde akkers en zette Ali,
die aan de grillen van haar lieftalligen mees
teres gewend was, aan tot een flinken draf. t
De wind gierde door de takken dikke op-
eengepakke wolkenmassa's snelden over de
verlaten velden. Toen ze eenmaal buiten
de bewoonde wereld gekomen was, begon
ze langzaam te rijden.
PlotseLng werd het struikgewas uiteen
gerukt en wankelde een vrouw naar Mar-
querite toe Hare verwrongen gelaatstrekken
ken waren bleek als die van een doode en
op hare gescheurde kleederen, waren don
kere bloedvlekken zichtbaar.
Bevend hief ze haar gevouwen handen
tot Marguerite op: „Juffrouw, u heeft een
moeder, u heeft broeders.... de mijnen zul
len van honger sterven als men mij gevan
gen neemt-... De douaniers zijn daar
aan de andere zijde van het woud.... O,
neem mij mede, achter u op het paard, ze
kunnen ons niet zien en ik kan bijna niet
meer staan
„Rosa," riep Marguerite uit, en met een
minachtenden glimlacht voegde zij er aan
toe: „Jou achter op mijn paard laten mede
rijden Je bent krankzinnig
,,0, red mij. ik zal u dankbaar zijn tot
mijn dood. Als ik slechts binnen vijf m nuten
aan gene zijne van de grens ben, dan heb
ik niets meer te vreezenDe smokkelaar
ster woelde met har. v'ngers in de manen
van Marguerite's paard.
„Je moet het maar zelf met de douaniers
uitvechten," riep het meisje toornig uit....
smokkelaars zijn dievenlaat mij er
door 1"
„Heb medelijden met mij."
Tot antwoord deed de paardrijdster het
paard hevig „teigeven, zoodat Rosa, onder
het slaken van een doordringenden kreet
achterover in het gras stortte. Dc doua
niers vonden haar daar bewusteloos liggen.
Van hun veldbedden maakten ze een soort
van draagbaar en brachten haar als ge
vangene naar Mathon, het meest nabij
gelegen douancstat on Onderweg keerde
Rosa tot het bewustzijn terug en dacht over
den toestand na. Ze maakte zichzetve wijs,
dat men haar niet lan' zou vasthouden, "aar
dc pakken met smokkelwaren reeds "óór
de verschi n'ng van de douaniers in veilig
heid waren gebracht en men dus niets zou
kunen vinden, wa-.rirt men haar schuld zou
kunnen bewijzen. Door de vermoeienissen
van dezen nacht, waarin ze tevergeefs ge
tracht had haar woonplaats te bereiken en
door de verwondingen aan haar schouder
en voeten, die waren opengereten door pun
tige steenen en doornen, kwam een hevige
koorts opzetten Aan haar schouder leed ze
vreeselijke pi'nen, haar slapen bonsden en
opnieuw verloor ze het bewustzijn Vóór ze
te Mathon was aangekomen. leed ze aan
hevige ijlkoortsen, die haar eerst vijf da<'en
later verli»ten Toen eerst kon ze antwoor
den op de vragen, die men tot haar richtte.
Men hield haar nog vier dagen vast en na
verloop van dien tijd liet men haar vrii. in
plaats van haar op te sluiten in het huis van
bewaring te Sédan. Zoo haastig hare zwakke
krachten het toelieten snelde ze naar huis,
waar haar moeder haar wachtte roet groo-
ten angst.
Drie iaren te voren was haar vader ge-
storven en liet zeven kinderen achter, waar- I
van Rosa, die toen zeventien jaar telde, de
oudste was Drie maanden daarna was de
komst van een achtsten telg oorzaak van
een langdurige ziekte van de weduwe
Genevieve, een z ekte die haar op den rand j
van het graf bracht Er werd honger en
koude geleden :n het kleine hutje te midden
dc berden, op gelijken afstand van Mathon
en het kasteel gelegen De twee ion'-ens, dié
in dienst waren bij boeren uit den omtrek,
verdienden juist genoeg om in hun eigen
onderhoud te voorzien en Rosa, die uit wer
ken ging. kon niet genoeg verdienen om
voedsel te koopen voor haar moeder en de
vi:t andere kleuters.
Rosa maakte kennis met een iongen,
Franqois Piret, een verlaten wees, die door
een ouden smokkelaar opgenomen was
Zij, in den bloei van haar jeurtd, het
schoonste meisje uit heel de omgeving, be
minde hem met een vurige liefdé. Na een
korte verkeerin-i huwden zij. Rosa was zeer
gelukkig met Francois, te midden der tik-
wijl« zeer gevaarlijke avonturen van hun
srpokk laars-looobaan Stoutmoedig vuurde
zij hem aan tot ondernemin-ien, die hii al
leen niet aangedurfd zou hebben. Hunne
verdiensten waren weliswaar niet evenredig
aan de gevaren, waaraan zij blootstonden,
maar zij leefden h<.el eenvoudig en de raoe-
dei noch de kinderen hadden meer te lijden
door honger en koude....
Toen ze in het ravijn afdaalde, zag Rosa.
dal haar moeder in de deur sto-nd, terwijl
de havelooze kleuters en Herta, de trouwe
hend, haar tegemoet snelden.
„Hebben ze je dus toch vrijgelaten,"
vroeg haar moeder, nadat ze naar binnen
waren gegaan."
Natuurlijk Ik had geen sigaren en tabak
bij mij."
„Ze zijn Kier ook alles komen doorzoe
ken," zeide de moeder.
„En ze hebben natuurlijk niets gevonden,"
riep Rosa lachende uit.
„En hoe gaat het met je schouder
„O, hunne geweren waren slechts met
zout of hagel geladen!.... Ik heb mij een
tijdje rustig moeten houden Wat is er
met Franqois gebeurd
Zonder op haar vraag te antwoorden,
streek Geneviène met haar schort langs de
oogen. Er trad een marskramer binnen.
„Ben jij het. vader Joseph?
„Ja zeker, Rosa Maar m'n kindje,
wat zie je er slecht uit.... ben je ziek?
Wat mij betreft, ik heb acht dagen lang
het bed moeten houden, wegens vreeselijke
spierpijnen, vermoedelijk van oververmoeid
heid t>
„Zijt ge dan niet daar beneden geweest?"
Neen," antwoordde vader Joseph, hi.
wierp zi,n mars in een hoek en ging zi.ten
terwijl hij een pijpje uit zijn zak haalde.
„Het heeft mij genoeg gehinderdZou
Francois door een ander gegrepen zijn?"
„Dat geloof ik niet.... niemand kent onze
schuilplaats.
Rosa keerde zicb tot haar moeder met de
woorden: „Waar is Francois?"
„Ik weet het waarlijk niet Ik heb hen-
niet meer gezien, sedert jij verdwenen
waart."
Plotseling sprong Rosa op.
„Hij is dus niet teruggekeerd," riep ze uii
„Neen
„En ge zijt niet naar de kloof geweest, va
der Joseph?"
„Ik heb je reeds gezegd, dat ik een week
lang te bed heb gelegen!"
Doodsbleek liep Rosa het vertrek op en
neer, dat langzamerhand duister werd, daaj
de zon reeds onderging
„Het is vreeselijk. vreeeelijk.her
haalde ze telkens, terwijl ze met de handen
door heur haren woelde en hare vlammende
biikken nu eens op haar moeder richtte, dan
weer op den oude, die rustig doorging met
rooken
„Is het dan niet ontzettend?"
„Ja;" antwoordden beiden tegelijk.
„Eenigen tijd dacbt ik dat hij was «'evangen
genmren,zeide Genev.ève na een kort stil
zwijgen.
(Wordt vervolgd).