ELCK WAT WILS. NIEUWE HAARLEMSCHE Zaterdag 8 Maart 1924 COURANT. Derde blad LEGER EN VLOOT. Bepalingen voor reserve- personeel. De verplaatsing der marine uit Viissingen. KUNST EN KENNIS. INGEZONDEN. UIT BOEK EN BLAD. J. H. Weissenbruch. TREKJES 337. I daarop een bepaalde conclusie kan worden I gebouwd. Maar ook op andere gronden schijnt het mij gewettigd, de cijfers eens in volgorde te Maatsen: VAN TWEE KANTEN. Men kan 't er mee ééns zijn of niet, maar het is nu toch zoo zachtjes aan wel bewe zen, dat de 8-urige arbeidsdag of juister: de lO-ui.ge leis is, uü de arbeiaers hooge prijs wordt gestelu. 1 Voorheen wilde men het nog wel eens voorstellen, alsof de liefde daaivoor alleen maai bestond in het orein van de vaKver- eenigingsbestuurders eu eenige meer oi min der veruwaasde politici. De stemming in /.witseriand, waar per referendum met g.oote meerderheid voor het behoud daarvan een uitspraak is ge vallen, heefi de bewering als zouden de arbeiders zelf daarvoor maa: matig gevoe len, tot een legende gemaakt. Wie even uou.uenKi ïuo.et dal ook wel als zeer verklaarbaar aanvaarden en door niets wordt de vrees gewettigd, dat onder normale omstandigfteden en met behulp van zooveel hulpmiddelen, acht- uren nien- schelijke arbeid per dag in algemeenen zin onvolaoenoe zou zijn. Wie voorts het groote verschil tusschen arbeid en arbeid in loondienst kan aan voelen zal het niet moeilijk vallen om de groote voordeelen aan de 48-urige werk week verbonden te begrijpen Vandaar can ook, dat de christelijk ge- rinJe organisaties voor het verkrijgen of liet behoud daarvan minstens even hard ijveren als de socialistische organisaties, zoodat met grond mocht worden verwacht, dat althans ten aanzien van dit onderwerp eenstemmigheid over de le voeren actie zou kunnen verkregen worden, wat onge twijfeld van groote beteekenis zou zijn het valt mij echter zeer moeilijk om in te zien, dat men van socialistische zijde en nu wil ik mij tot ons land beperken daarvan wel voldoende doordrongen is en of mer niet met een zeer krijgshaftig ge zicht bezig is feitelijk bescherming te bie den aan alles wat tot afbraak van de 48- urige werkweek geneigd is Zooals de heer Stenhuis er aan gaat staan ik kan het met den besten wil ter wéretd niet anders zien lijkt mij, voor het behoud van onzen a-b'eids 'ag minstens even gevaarlijk zooal niet gevaar lijker- aan ute van auc ..aruenc-oeKen, Maasen en Dresselhyizen te zamen. hij gaat daarbij zells zóóver, cat hij de poging van den heer üresselhuis c.s. om „tijuenjken wettelijk de 5J-urige werk- wtes te vert.rijgen, stelt boven ue regee- nng.verklanng waarbij de 48-urige werk- weeK wettelijk gehandhaafd blijft, maar te vens verwezen worut naar onuerung over leg, waartoe de Arbeidswet in artncel 28 gelegenheid biealt. het gaat er maar om of wc de dingen willen zien zooais ze zijn. Een groot gebaar maken en zeggen: we houden vast aan de 48-.unge werkweek en willen alleen voor geweiu teiug gaan, blijft een gebaar zon der eenig nuttig effect en is ir. wezen even schadelijk voor het behoud .van de 48ruhge «vernweek ais de directe aanvallen daar tegen ondernomen. Poet het op overleg aansturende stand punt van de Regeering is schadelijk voor ié arbeiders, maar de propaganda voor het denkbeeld: we doen niets zonder dwang; waaraan in dezen tijd practisch toch niet kan worden vastgehouden. -r01 hadden de Rotterdamsche metaalbe werkers zich maar weer moeten verzetten toen een werk waaraan 400 personen een vol jaar nadden kunnen werken van hen zen 5634-urige werkweek vroeg? Parmantig ts dat wel, ntaar of we daar de arbeiders 'n dienst mee zouden bewijzen is een andere vraag Want vooreeist zijn met zulke afwijzingen de arbeiders maar weinig geholpen en daarnaast drukt men ongevraagd wapens in de hand van hen, wier strevingen slechts op afbraak gericht zijn. En voor schadelijke werking vanuit inter- aationaal standpunt bezien, behoeven we voorloopig nog niet' te vreezen Willen de arbeiders de 48-urige werk week behouden dan zullen zij het m.i. met Jet Kegeeringsstandpunt verder brengen dan met groote woorden die slechts tot re sultaat kunnen hebben, dat-naast, de reeds {enoemde nadeelen ook de Werkgevers zich «chter dei gelijke extreme verklaringen zul- en verschuilen, om te trachten zonder j «verleg toch hun doel te bereiken. De heer ftenhuis schijnt nu eenmaal te tneenen, dat er alleen maar met grof ge-, «hut iets te bereiken is en de mei—mg ?an anderen heeft, gezien de grove hou ding die hij daar tegenover aanneemt, voor jem niet de minste waarde. En toch kon iet nog wél eens gebeuren dal als de heer Stenhuis weer eens als voorheen aan de ionfcrentie.tafel met de werkgevers moest plaats nemen en hij dagelijks voor de prak tijk van het leven werd geplaatst, of hij dan liet een klein beetje lager zou zingen. Willen dé socialistisch georganiseerde arbeiders aan holle leuzen de voorkeur ge ven, dan is dat hun zaak, maar de R.K, en Christ, arbeiders doen m.i. verstandig als ze waar mogelijk en noodig de zaak van alle kanten bezien en na rijp oor deel, huü houding vaststellen, opdat zij niet ter wille van een overigens begeerenswaar- dig goed, een niet nog g-ooier goéd n.l. hun bestaansmogelijkheid over boord gooien- En zeker is waakzaamheid geboden nu de reactie in de stramme houding van Stenhuis c s een niet onwelkome bondge noot kan begroeten, die wel is waar van een anderen kant, maar daarom geen ge ringere schade- aan den wettelijken arbcids- 'ag toebrengt als de tegenstanders bij el kaar genomen vermogen le doen. A. J. L. NOG EVEN NAKAARTEN. Op gevaar af, dat het „droge" onderwerp sommige lezers van deze rubriek zal gaan afschrikken, zou ik toch nog gaarne even terugkomen op het artikel van den heer Nuijens, voorkomende in dit blad van Za terdag j.l. De lezer weet dat er eenig meeningsver- schii is gerezen tusschen voornoemden heer en ondergeteekendé, over mijn bewering, dat het gebied van de Raden van Arbeid belangrijk zou kunnen worden uitgebreid, waardoor dus de kosten aan de verzeke ring verbonden, relatief lager zouden wor den. Dit nu geeft de heer Nuijens mij maar niet zoo grif gewonnen, al is het verschil in onze opvatting heel wat minder groot dan men, oppervlakkig gezien, zou meenen. Mede daarom stel ik er prijs op nog even op de zaak in te gaan. Vooraf wil ik echter uitdrukkelijk verkla ren, dat ik er niet aan gedacht heb om den heer Nuijens ook maar iets onedels ia de schoenen te schuiven en kan er dus in mijn uitnoodigicg om nadere cijfers te geven, ook niet* insinueerends hebben geiegen. Hoe „droog" bet onderwerp ook moge zijn, ik bespreek het met eenige voorlief de, omdat ik mèt den heer Nuijens van oordeel ben, dat bet groote publiek nog te weinig met alles wat op onze sociale ver zekering betrekking heeft op de hoogte is en daarom maar ai te gemakkelijk een on gunstig oordeel heeft; terwijl juist d i t ge deelte van onze sociale zórg van zoo groote beteekenis is voor ons geheele Nederland- sche volk. Laat ik nu eerst de punten waarover de heer Nuijens het volkomen met mij ééns is, de revue laten passeeren dan komt des te beter het kleine verschil uit, waarover wij zonder eenige animositeit en enkel om wille der zaak, van gedachten wisselden. De heer Nuijens dan is het met mij eens, dat velen over de administratieve romps lomp van die „dure" Raden van Arbeid klagen, doch zelf voor een groot deel de oorzaak daarvan zijn; alleen aan na vorderingen is in 1922 ruim 2 millioen gul den ontvangen en wie zal verklappen hoe veel dat gekost heeft? Hij is het ook met mij ééns, dat de arbeiders vaak te zwak staan en dat geldt vooral voor het platte laixl om hun rechten, hen door de Jtiv. Wet toegekend, op te eischen, terwijl ik het kan uit de voorafgegane artikeltjes blijken geen bezuiniging zou wenschen ten koste van de verzekerden. Als ik toch wil streven naar een koslen- percentage dat zoo gering mogelijk is, dan is djttniet op de laatste plaats-omdat ik daarin een groot belang voor de verzeke ringsgedachte, dus voor onze geheele soci ale voorzorg zié. Met dat dóe] in hoofdzaak voor óogeh, meende ik dat het gebied van de Raden belangrijk kon worden uitgebreid waardoor dan de kosten ongetwijfeld minder zullen worden. Nu volgt logisch uit mijn bewering dat ik het decentraliseerend karakter van de Raden niet wil aantasten anders had het geen zin om van een uitbreiding ook niet al is dat een belangrijke uitbrei ding te spreken, want daaronder versta ik zeker niet dat men maar in het honderd weg eenige Raden bij elfeaar zou plakken. Ook zou ik niets minder wer.schelijk achten om alles maar bij de Rijksverzeke ringsbank onder te brengen, terwijl de heer Nuijens weer niet beweert, dat er heel geen uitbreiding mogelijk is. Het gaat er dus alleen maar om wat we onder een b e la n g r ij k e uitbreiding van gebied verstaan die zou kunnen plaats vin den, zender dat de belangen van de verze kerden worden geschaad. Door mij kan die grens evenmin met ze kerheid worden aangegeven als door den heer Nuijens, rileen meende ik mij erop te mogen be n, dat de uitbreiding van den Raad tc riem een voordeelige uit werking Aeeft gehad. We staan dus heusch niet zoo ver van el kaar af en als straks de cijfers van de ver schillende Raden komen zal nader kunnen vergeleken worden welke voor- en nadee len er aan de opheffing van 3 Raden ver bonden waren. Ik zou hier dus een punt kunnen zetten, maar het wil mij voorkomen, dat zij die tot hiertoe onze discussie volgden er ook wel belang in stellen, dat ik althans aangeef, op welken grond ik de bewering plaatste dat er een laat ik het dan voorzichtig zeggeneen min of meer belangrijke uitbreiding kon plaats hebben. Dat deed ik eerstens omdat mij van de 3 opgeheven Raden geen nadeelen bekend zijn en darrnaast, omdat de cijfers welke daarover ter nti'ner beschikking staan mij niat den indruk geven, dat een richtige nale ving van de wet in een bepaalde verhou ding staat tot de grootte van een Raad van Arbeid. Wie onderstaande'opgave beziet, zal moe ten toegeven, dat het verband tusschen het aan'tai verzekerden en het aantal navorde ringen niet in die inate aanwezig is dat Raad van Aantal ver Navorde No. arbeid te: zekerden op ringen ovef 31 Dec. 1922 1922 30 Amsterdam 213.808 17.522 5 Rotterdam 184.626 55.829 26 Den Haag 115.835 11.104 31 Hengelo 61.098 4.461 16 Maastricht 59.529 9.291 36 Groningen 52.952 3.045 9 Winschoten 51.462 10.418 13 Leiden 50.962 9.29;: 15 Haarlem 47.997 7.794 11 Dordrecht 47.951 9.000 14 Amersfoort 47.556 8.000 28 Eindhoven 47.293 4.050 18 Delft 45.468 6.577 32 Utrecht 45.464 3.500 35 Arnhem 45.016 2.717 34 Middelburg 44.015 3.100 10 Tilburg 40.802 8.412 12 Assen 40.514 7.449 29 Nijmegen 38.003 3.193 22 'Zwolle 36.598 4.439 23 Hertogenb. 33.689 3.706 2 Alkmaar 32.635 12.000 25 'utphen 32.411 3.112 20 Leeuwarden 30.930 3.997 21 Venlo 30.833 5.918 27 Deventer 30.774 2.930 8 Apeldoorn ,30.416 7.000 33 Breda 30.264 2.264 4 Sneek 28.770 9.500 1 Heerenveen 28.379 13.00f 24 Roozendaal 28.245 2.741 5 Brielle 26.007 7.892 7 Gouda 25.359 6.000 17 Goes 24.889 .3.400 19 Tie! 23.090 3.185 3 Hoorn 22.688 8.200 De nummers vóór den Raad van Arbeid geplaatst, geven bet volgnummer aan, dat de Raden zouden moeten hebben als wij ze plaatsen in een zoodanige volgorde, dat de Raad die per 1000 verzekerden de meeste navorderingen deed, bovenaan kwam en dan vervolgens. i En dan ziet men bijna ongelooflijke ver- 1 schillen tusschen Raden die vrijwel een ge lijk aantal verzekerden hebben. Zeer sterk sprekend zijn de cijfers van Amsterdam en Rotterdam; ook die van Heerenveen en zendaal, Tiel en Hoorn, alsmede Groningen en Winschoten. Raden dus, die men geneigd als met el kaar overeenstemmende te beschouwen, ge ven de meest krasse afwijkingen te zien. Hoe dat te verklaren? Systeem is er weinig in te ontdekken en de oorzaak is zonder nader onderzoek omtrent het waarom, moeilijk aan te geven, al voel ik veel geneigdheid om althans voor de grootste afwijkingen een gedeelte, op re kening van den betrokken voorzitter te brengen. En het zou alleszins aanbeveling verdie nen. als daaromtrent eens een nader onder zoek kon worden ingesteld. Het is toch zonder meer niet duidelijk te maken, hoe b.v. die geweldige verschillen moeten ver klaard worden. Ook niet al is men geneigd om zoolang mogelijk te geloove'n aan een stipt naleven van de Wét, wat voor een groot deel vin de opvattingen van den voorzitter afhanke lijk is dan 'ontkomt men moeilijk aan de gedachte dat door sommigen terwille van kostenbesparing wat al te veel de hand wordt gelicht; een gedachte die ik ook uit ondervinding omtrent sommige Raden meen te mogen uitspreken, j Dat hierover meer licht schijne dit zal .de heer Nuijens mij wet willen toegeven 1 is van meer belang dan het kleine verschil tusschen ons als er nog van verschil gespro- ken kan wordéS4 ovër een uitbreiding die wij beiden mogelijk achten, doch waartoe I ik vooralsnog eenige meerdere geneigdheid blijk te bezitten dan hij. A. J. L. DE ACTIE IN HET SPOORWEGBEDRIJF. „De voorstellen van de baan", dat is wel het grodite nieuws, dat in ons spoorwegwe reldje druk besproken wórdt. De N.V. heeft de voorstellen riet aanvaard, en daardoor is naar de directie óns mededeelde de heele zaak van de baan wal begrijpelijk is, omdat cje P. C. B. en St. Raphaël, geen meerder heid van het personeel vormen. Een deel juicht erom, terwijl een ander part zich ernstig houdt en vraagt wat zal c~ nu gebeuren Wat er nu gebeuren gaat weten wij niet al is. wat wij daaromtrent bij geruchte ver namen, niet zóó heel erg bemoedigend! .Maar laten wij ons niet bezorgd maken over din gen, die wij nog niet kennen St. Raphaël behoeft dat te minder te doen, omdat wij ons later niets te verwijten zullen 'tobben, als wat nu komen gaat, nadeeliger oor het personeel zou zijn, dan wat nu te kü'gen ware. St. Raphaël staat thans vrij en frank te genover de nieuwe situatie Wij hebben bii de nu resultaatloos geble ven onderhandelingen uitsluitend gelet op de pcrsoneclbelangen. Een andere houding is van ons ook niet te verwachten, als wij de komende dingen te beoordeelen krijgen. Wij kunen het niet helpen, maar veel be wondering voor den loop dezer actie heb ben wij niet E' hneft gedurende bi'na geheel de actie een verwarring, neen erger, een kletserij ge* ''eerscht van je wélste. Velen van hel per- -oneel, ook van onze leden, raakten de kluts zoowat kwijt, vooral toen zij. op hun manier kennis namen van het voorgestelde artikel R. D. V. en de verklaring Maar wat is nu de plicht, in zulke dagen van een hoofdbestuur, dat zijn taak be grijpt Moet dat voor allerlei scheve rede neringen en bakerpraatjes óp den loop gaan, of moet het juist in zulke critieke dagen, als eer lichtbaken voor zijn leden zijn, en wars van alle smoesjes en verzin sels, voorhouden datgene wat het na ern stig onderzoek en naar volle overtuiging acht in het belang van het personeel Waarvoor staat een hoofdbestuur anders aan de leiding, dan om in moeilijke oogen-- blikken zijn leden den besten weg te wij zen Zoo heefj ons hoofdbestur zijn taak op gevat, Natuurlijk heeft het H.B. er aan gedacht, dat andere bonden, onze houding zouden be- kritiseeren Maar mag dat den coorslag ge ven Bovendien, ons HJ5. heeft te veel ver trouwen in de stevigheid van onzen Bond, om terwile van buiten-bondsche kritiek een beslissing achterwege te laten, welke het in het belang van het personeel acht. Een H.B. heeft in de eerste plaats en voor alles te overwegen de vraag Wat eischt het belang van het personeel, en daarvoor moeten andere," kleinere, belangen wijken! Laat men de mindere belangen de perso- neelbelangen overheerscl en dan wordt de toestand onzuiver, en komt men tol een onjuiste, meestal schadelijke beslissing voor het personeel! Zoo is de gedragslijn van ons H.B. ge weest! Daarop is critiek gekomen, ook uit eigen rijen, en zal er vermoedelijk nog wel meer en fellere komen van buiten onze rijenl Maar die critiek behoeven wij niet te vreezen, omdat wij naar eerlijke overtuiging bet goede voor het personeel hebben ge zocht en gewild! En wij bangen er geen oogenblik voor, dat deze critiek onze organisatie kapot zal slaan. „Et. Raphaël" is geen glazen huisje, neen is een stevig gebouw op hechte grondslagen, dat cie k.acfu van den storm kan Uotseeren! Och ja, de critiek zal ons wel leden kos ten, dat hebben wij allemaal wel voor zien, maar mag ons dat weerhouden een be slissing te nemen, die wij naar volle over tuiging houden in het belang van het per soneel? Wij'zijn er zeker van, dat ieder ernstig man, ook al kan hij niet in alles met de beslissing van het H.B. eens zijn, onze houding zal -waardeeren Wij hopen van harte, dat de nieuwe loon regeling, welke ons zal worden voorgelegd, voor het personeel gunstiger zal zijn, dan wat door de voorstellen te verkrijgen ware. En met name dringen wij er nu reeds bij de Directie op aan, ofschoon door'verwerping der voorstellen alle concessies vervallen zijn, "'ar» tegemoetkoming ten aanzien van de 4e klassers en werkplaatsers te handhaven! Vv ant mocht de directie daartoe niet meer bereid gevonden worden, dan achten wij dat een zeer ernstig verlies, dat allen te verantwoorden zouden kri'gen, welke de ver werping bevorderd hebben! „St. Raphaël" heeft getracht de voordee len voor de 4e klassers en werkplaatsers binnen te halen; als dat niet lukt, dan weet het personeel, waar de schuldigen gezocht moeten worden. („Het Rechte Spoor".] DE ACTIE IN HET BOUWBEDRIJF. Door den R.K. Bouwvakarbeidersbond is j.l. Zaterdag over de voorstellen van de Patroonsbonden beslist en door de vergade ring verworpen. Aan het Hoofdbestuur is opdracht ge geven te trachten opnieuw contact met de Patroonsbonden te verkrijgen, zoodat den weg tot het treffen van een vergelijk nog steeds open blijft. CIJFERS OVER DE VAKBEWEGING. De Vakbeweging, orgaan van bet N. V. V. geeft in het Februarinummer bet leden tal aan op 1 Januari 1924, hetwelk sedert 1 October 1923 met 483 leden is toegeno men en bedraagt thans met inbegrip van adspiranten in totaal 179.929. MAANDBERICHT HERWONNEN LEVENS KRACHT OVER FEBRUARI 1924. Voor rekening van „Herwonnen Levens kracht" werden uitgezonden: Naar het Sanatorium „Berg en Bosch" te Apeldoorn: 11 Febr. een kind van een lid uit Alkmaar; 27 Febr. een lid uit Jut- phaas.. Deze ontleenden hunne rechten als aan gesloten bij den R.K. Transportarbeiders- bond en bij den R.K. Bouwvakarbeiders bond. Deze laatste was reeds in- „Berg en Bosch" in verpleging voor rekening van den Raad van Arbeid van Utrecht. Op 29 Februari waren in totaal voor re kening van „Herwonnen Levenskracht" 54 patiënten in verpleging. J. Th. v. d. LAAN. Secretaris. In de bepalingen voor het reserve-personeel van de landmacht zijn verschillende wijzigin gen gebracht, waaraan wij het volgende ont- leenen Het reserve-personeel beneden den rang van officier, bedoeld in artikel 1 onder 2 van de Wet voor het reserve-personeel der land macht is verplicht, voor zooveel de min. van Oorlog zulks noodig oordeelt, om het andere jaar éénmaal voor ten hoogste zes weken in werkelijken dienst te komen. De duur van dezen termijn wordt, met inachtneming van den langsten duur door den korps-comman dant of door den chef, die als zoodanig is te beschouwen, bepaald en niet langer gesteld dan in het belang van de geoefendheid noodig wordt geacht. Ain hen die blijken hebben ge geven volkomen geschikt te zijn voor de ver vulling der verplichtingen, aan hun rang ver bonden, kan vrijstelling van opkomst in wer kelijken dienst worden verleend. Aan het reserve-personeel beneden den rang van officier .kan, ter opleiding voor den naast hoogeren rang, ieder jaar vergund wor den boven en behalve den tijd, gedurende welken het verplicht is voor den werkelijken dienst op te komen a. bij het leger vrijwillig onder de wapenen te kornen of te blijven voor den tijd van ten hoogste drie maanden b. deel te nemen aan voor dat personeel niet verplichte militaire oefeningen, hetgeen, met uitzondering c.q. van de noodig geachte rei zen, geheel voor eigen rekening geschiedt. Reserve-personeel dat ten gevolge van op roeping tot opkomst in werkelijken dienst of om andere redenen in dienst reist, wordt voor rijksrekening vervoerd. Ontslag uit den dienst kan o.m. worden verleend a. bij het eindigen van den termijn der door hem aangegane verbintenis b. ter zake van ongeschiktheid voor de ver dere waarneming van den militairen dienst, ten gevolge van verwondii g of verminking, ziels- of lichaamsgebreken c. op grond van de bepalingen, vermeld in de dooi hem bij de reserve voor de landmacht gesloten verbintenis. d. ter zake van wangedrag, onzedelijkheid of verregaande nalatigheid in de vervulling der dienstplichten f. bij veroordeeling tot gevangenisstraf of militarie detentie, indien verwijdering uit den dienst daarvan het gevolg is. De verplaatsing van dén onderzeedienst van Vlistingen naar Helder zal deze week een feit worden. Morgen vertrekken de Z. 4 en Z. 3 en Donderdag het moederschip „Corne- lis Drebbel" en de O. 5 en O. 6. Kerk D. Huurdeman: Uit Tijdschriften Öoekbespreking: A. 3. Schaars pr.: Be schaving door Martialis Vreesewijk O.F.M. R.K. ZIEKENVERPLEGING, orgaan uit gegeven vanwege den Nederlandschen R.K Bond van R.K. R.K. Ziekenverpleegsters. 15e jaarg. nr. 5 Inhoud; Administratie Or gaan Afdeelingsnieuws Den Kaag Aan de Limburgsche afdeeling Aan het volk van Nederland -Uita ons Insulinde Pa- nanoia Croprologie etc. Londen Ons Vaandel Vacante plaatsen. NIEUWE UITGAVEN. ZANTEKOORN. nagelaten voltoo:d onvoltooide rapelingen var, GUIDO GEZEL- LE's dichtveld, bijeengebracht door Caesar C ezelle. Uitg. B. Mensing, Prinsenstraat, Den Haag. Op keurige wijze vinden we hier uitgege ven, alles van den groeten Vlaar schen dich ter, wat tot heden n:et in druk verscheen. Voor degenen die den heelen Guido Gezelle wenschen te bezitten, is ,,7antekoorn," een boek dat zij niet ongekochl mogen laten. Het Geestelijk Element in de Reconstructie. Rede, uitgespro ken door Dr. Cassianus Hent- zen O. F. M., in de lustrumver gadering der R.-K. Vereeniging van Werkgevers in de Metaal- Nijverheid, van 17 Jan. 1924. Uitgave van C. N. TeuSings Koninklijke Drukkerijen, 's Her- togecb<*ch. Wat is, Wat deed. Wat doet de Hanze? Een staalkaart vin kleineen groote wetenswaar digheden, belangrijk voor alle Katholieke Middenstanders. Uitgave van „De Hanze" in het Bisdom Haarlem (Centraal Hanzebureau: Heerengracht 388 Amsterdam). Als het groote voordeel van „De Hanze" moet worden beschouwd de godsdienstig- zedelijke, de maatschappelijke en de eco- npnsische bescherming, welke zij den Ka tholieken Middenstander verleent. Zweedsch Leer- en Leesboek, voor school- en zelfonderricht, door S. Prins Jz., hoofd eener school, te Amsterdam. Uitgave van G. J. Jong, Am sterdam. Deze nieuwe methode ontleent zijn groote bruikbaarheid, in 't bijzonder ook voor zelfoefening, aan het volgende; le. Ze geeft een zeer duidelijke beschrij ving van de uitspraak. 2e. De taalregels zijn kort en bondig en door practiscbe voorbeelden toegelicht 3e. Telkens wordt zoo'n stukje spraak kunst gevolgd door toepassingen, bestaande uit Zweedsche zinnen, aan vertrouwbare bronnen ontleend. 4e. De 2e afd. bevat daarom de nauw keurige HoltanHsche vertaling. Dit geeft de volgende voordeelen: a. In plaats van" woordenreeksen buiten alle verband, leert men de woorden door de zinnen. b. Afd. 1 en 2 zijn eikaars sleutel; zoo dra men de oefeningen uit de le afd. ge makkelijk leest en vertaalt, kan men, om gekeerd die uit afd. 2 mondeling en schrif telijk in het Zweedsch vertalen. 5e. Bij de keuze der zinnen is ook de aandacht geschonken aan de terminologie van eenvoudige handelscorrespondentie. 6e. De derde 'afd. bestaat uit geannoteerde lectuur van de grootst mogelijke verschei denheid, waaronder veel, overgenomen uit de beste Zweedsche dagbladen, ook op handelsgebied. 7e. Het aanhangsel bevat een overzicht can oude en nieuwe spelling, verkortingen, lijst van eenige klank- en zinverwante woord en. SOBRIËTAS 18e Jaargang nr. 2. Inhoud; In memoriam Pater Magister A. Rijken O.P. Pater Alphons Rijken O.P. f Alph. Ariëns Eenige Herinneringen, P. Marius Lómers, O.F.M. Pater Rijken en het Sobriëlasbureau, L. Simonis, Dir. Uit zijn Levensgeschiedenis. Prof. Geurts over Pater Rijken. Afscheidsgroet van- Mr. Aalberse. Herdenking door Mr Ba ron van Wijnbergen. MAANDSCHRIFT VOOR LITURGIE. Jan.Febr. 1924. Inhoud: J. A. S. van Schaik, oude vrijer in nieuwe vaten L. H. Wanna, pr. Liturgische Vereeniging in het Bisdom Haarlem A. Versondert, Eer ste Algemeene Liturgische dag in 't Bis dom Roermond Mededeelingen Over boeken. HET SCHILD. Apologetisch maand blad. 5c Jaarg. Maart 1924. Inhoud: W. iï. H. de Haan, R.K. Pr.: Wat „Het Geloof" be duidt Jos, P. H. Hamers: Geloof en Ver stand (I) Dr, Fr. Clemens Strijbosch O. C. R-; Kerkgeschiedenis P.A.K.: Een al gemeen Protestantsch Concilie A. J. Schaars, pr Dierenbescherming (slot.) G.: Antwoord op eenige vragen van een Pro testant betreffende den Bijbel De B.: Rome en het Protestantisme Dr. D. Sloet: „Petrus de „Rots" van Christus' DOET GE OOK MEDE? In zijn jaarverslag over 1923 kon de Natio nale Directeur van het Pauselijk Liefdewerk van den H. Petrus, Rector Th. M. P. Bek kers, dankbaar constateeren dat het aantal Beurzen tot opleiding van een Inlar.dsche Geestelijkheid 2500) gestegen was tot 82, ter wijl het aantal Weldoenersbij dragen (250 per jaar) toen bedroeg 117. Sinds Januari jJ. wordt in 500 kloosters speciaal voor de uitbreiding van het Liefde werk gebeden en thans zijn er in twee maan den tijds 3 Beurzen en 21 Weldoenersbij- dragen bijgekomen, in totaal dus 85 B. (waarvan 14 uit diocees Utrecht) en 138 W (waarvan 44 uit diocees Utrecht). Wij geven hieronder de namen der plaat sen in het Aartsdiocees waar een of meer B. of W. gesticht zijn. Amersfoort (1 B., 2 W.), Arnhem (2 B., 7 W.), Bussum (3 W.), Deventer (1 B.), Didam (1 B.) Driebergen (1 B.), Enschedé, H. Jacobus (1 W.) Franeker (1. B.), Gaanderen (1 W.), Haaksbergen (1 W.), Harmeien (1 B.), Hengelo (O.) (2 W.), Herwen en Aerth (1 W.j, Hilversum, St. Vitus (3 W.), Leeuwarden, H. Bonifacius (5 W.) Lichtenvoorde (1 W.), Lobith (1 W.), Maarssen (1 B.), Oldenzaal (3 W.) Pannerden (1 W.), Sneek (1 B. in voor bereiding), Soest (1 W.), Utrecht, H. Domi- nicus (1 W.), H. Jozef (2 W.), O.L.Vr. Hemelvaart (2 W.), H. Wilh'brord (2 W.). H. Martinus (1 W.), Zeist (1 B. in voorberei ding), Zieuwent (2 B.), Zwolle St. Michael (1 W.), Utrechtsche Clerus (1 B.), Utrechtsch Missie-Comité (2 W.). Groote en kleine parochies beijveren zich een eigen priesterstudent te bezitten. En met een weinig goeden wil is dit ideaal zoo gemak kelijk te bereiken. Hebt ge 500 personen ai e per week één cent kunnen en willen af zonderen? Dan zijt ge klaar en wordt Wel doener van het Pauselijk Liefdewerk van den H. Apostel Petrus. Vlugschriften, inschrijvingsbiljetten, zela- tricenboekjes en busjes worden gaarne en gratis op aanvrage U toegezonden door de: Diocesanen Directeur van het Liefdewerk- in het Aartsdiocees. ANT. DE WIT, Kapelaan. Walburgsplein 1, Arnhem DE NOOD DER DUITSCHE GEESTELIJKEN. Binnenkort, voor Paschen nog, zal het getal der Duitsche priesters worden ver meerderd. Tientallen van seminaristen heb* ben hun studies geëindigd en zullen tot Priester worden gewijd. Na de priesterwij ding verwachten ze hunne benoeming tor kapelaan. Met deze benoeming komt de zorg voor het dagelij ksch brood. Zeer vele misschien de meeste dezer nieuwgewijder komen uit kringen, waar ,de aigemeen- heerschenden nood in huis een vaste plaats gekregen heeft. Voor datgene, wat voor een behoorlijke installatie onontbeerlijk is, een simpele zit- en slaapkamer, zijn ze dus aan gewezen op anderen. We doen daarom nog eens een beroep op de vrijgevigheid van Neerlands Katholieken, cm de nieuwgewij- den een geschenk te bereiden op hun Pries terfeest. In de afgeloopen maand kwam binnen 2500 Gulden. Hierbij zijn inbegrepen de volgende giften van de Boerenleenbank. Schaesberg 177.44 door middel van „De Maasbode" van Pastoor Beukering (St. Antonius Abt) 540.60 van de ,-Limb. Koerier" 100.van de Ink. Ver. „Noord- Nederland" Groningen 100.van R.K. Zangkoor Gorcurn 25.van den R.K Land en Tuinbouwbond Roermond 200. Zoodat thans een totaal bedrag is bereikt var 58391.95. Verdere giften worden dankbaar aange nomen door het Comité Mgr. Dr. POELS. hoofdaalm. v. d. arb. Heerlen. J. NICOLAYE, pastoor Molenberg Heerlen. Fr. POELS, rector St. Josefziekenhuis, Heerlen. JOS. GILLISSEN secr. penningmeester, rector Gezellenhuis, Heerlen. W. GOLDSCHMITZ Den 19den Juni a.s. zai het honderd jaar geleden zijn dat J. H. Weissenbruch te Den Haag werd geboren, bij welke gelegenheid naar de redactie van het „Maandblad voor Beeldende Kunst" verneemt Pulchri Stu dio een eeretentoonstelling van 's meesters werken zal inrichten met bijdragen uit ver zamelingen in Den Haag. Ook te Amsterdam bestaan er plannen voor den Weissenbruch- tentoonstelling, te houden in het Stedelijk Museum. Verjaar-visite. Juffrouw Hennevekl keek bedenkelijk naai Je dik-grijze lucht iden ze de etensboe) had jpgeruimd. Juffrouw Henneveld was 'n kwiek, jong vrouwtje met *n brave lobbes van 'n man en 'n drie-jarigé rakken van 'n iongen, luisterend naar de naam opie Dit Jopie keek óp z'n beurt met beden kelijke blik naar de bedenkelijke blik van zijn moeder, die te filosofeeren stond over het vraagstuk of ze de dreigende regen of sneeuwbui zou afwachten, öf dat ze die bui zou kunnen voor zijn. Want de deur uit moest ze. Als je schoonzuster jarig is. die tevens peettante is over je jongendan moet je d'r uit, al zou t slik regerten. Zoo'n ge beurtenis kan je als longste aangetrouwde zuster met voorbijgaan dat zoüen ze ie in geen vijf )aar vergeven. „We eaan dan maar gauw" besloot juffrouw Henneveld. en op die mededeéling maakte Jopie zes uitgelalenheids-buite; lingen, want hij kende dat bedenkelijke lucht-kijk-gezicht van z'n moeder al te goed, en nu viel hem buitengewoon mee, dat er toch „uitrukken werd geblazen." 't Was wel zonde, als 'f ging regenen, maar jopie moest toch maar z'n witte trui, z'n lichtblauwe broekje en z'n zalmkleurig teddy-beer-jasje aan Op 'n verjaring kom je netjes en anders koiii je' d'r beter niet. En wat zou ze zelf aantrekken D'r beige mantel maaren dan d'r hoed mer die pleureuse.Die ouwe van Verleden jaar kon ze toch slecht opzetten, al dreigde 't weer Je werd op zoo'n verjaardag altijd van kop fór pooten begluurd door de heele visite- chaar: Je kon bij die pleureuse wel moeilijk 'n perreplu ophouwen als 't ging regenen. Maat dat zou ze 'r dan maar op wagen. Kon ze meteen es fijn vertellen, dat ze die dure hoed van d'r eigen uitgespaarde centen had bij eikaar gescharreld dar gaf nog es 'n beetje extra voldoening In 'n goed kwartiertje waren juffrouw Henneveld enzoon gekleed en gereed, en trokken heen taar 'n heel andere windstreek van de stad, om peettante te gaan geluk- wenschen met de blijde dag van haar zoo- veelste geboorte-herdenking. 't Viel nik- mee buiten Ei stond 'n vieze, scherpe wind, die van elke straathoek zoo venijnig mogelijk op je los gierde De pleureuse liet benauwde klettertje hooren en werd geducht op de proef gesteld, alsmede !e hoed, die meermalen ernstige poginge anwendde om van plaat te ver anderen, tengevolge waarvan hel kapaei k van jufiiouw Henneveld het zwaar te ver antwoorden kreegen spoedig veel losser zat dan na een drukke werkdag m'et veel gehol en gedraaf. Jopie lachte luid om de lollige windvlagen en de wapperende haarsliertjes langs tnoe- der's gelaat, die in bedrijvigheid niet voor de pleureuse wilden onderdoen. 't Begon te sneeuwen. 't Begon vies te snéeuwen. 't Was niet de gewone sneeuw, die je van je kleèren kunt schudden 't was waterige sneeuw.... eigenlijk meer 'n melange van sneeuw en regen. En de wind ging met de kil-natte vlokken krijgertje doeti. Én heel hard ook. Juffrouw Henneveld hanteerde zoo be hendig mogelijk haar parapluie, doch haar loffelijke pogingen werden helaas met 'n bitter beetje succes bekroond De wind scheen er plezier in te hebben het regenscherm op allerlei manieren tegen te werken en toen moeder en zoon langs de singel gingen nam het ding 'n geweldige zwaai, deed daarna als 'n vlieger, die niet opgelaten wil worden en vóórdat de draagster gelegenheid kreeg haar parapluie in een veiliger positie te brengen sloeg deze pm en rukte vier balei nen los; Jopie overgierde het gegil van de wind, ioo'n pret als ie had. Z'n moeder kon wel huilen en gaf hem 'n geducht standje. Haar ongezellige toestand vertien-dub- belde echter, toen terwijl ze bezig was haar parapluie een eerste hulp bij ongelukken te verleenen haar hoed, het windgeteister moede, en vrij gelaten door het steeds losser gewoelde kapsel, een goed heenkomen zocht. En met sierlijke boog in 't water van de singel neerstreek. Daar lag de pleureuse, waarvoor ze twaalf bloedig opgespaarde guldens had neergeteld en waarmee ze met verklaarbare ijdelheid op de verjaar-visite had willen pronken. Hulpeloos stond ze aan de waterkant en zag 'f kostbare hoedje naar 't midden wie gelen. Juffrouw Henneveld's kapsel was nu gansch overgeleverd aan de grimmige sneeuw jacht en verloor al heel gauw 'n drietal haar spelden, die blijkbaar moeite gingen doen, om het hoedje bij te staan, want ze flipten bijna gelijktijdig het water in, spoedig ge volgd door de schildpad-nekspeld, die toch al aan 't koperen slu ithaakje hing te bengelen. Mei beide handen moest 't arme vrouwtje heur haren bijeen houden en stond angstig naar hulp uit re zien. Die spoedig opdaagde in de gestalte van 'n wielrijdende politie-agent, die vanaf de overzijde de ramp had zien gebeuren. De man stond 'n oogenblik in beraad, zette toen z'n fiets tegen 'n hek en sprong op 'n boot met steenkolen, die aan de wal lag Hij greep 'n vaarboom, die.... te kort was. Er kwam meer hulp. 'n Vrachtschipper had z'n roeibootje losge maakt en stevende op het reeds verdrinkende hoedje af. 'n Minuut of tien na 't ongeval had juf frouw Henneveld haar hoofddeksel terug. De hoed zelf was tamelijk in vorm ge- gebleven, maar de pleureuse geleek veel op de staart van 'n verdronken Keeshondie. 'n Dame, die in de deur van 't dichtstbij zijnde huis het reddingswerk had aangezien, deed het vriendelijke aanbod de hoed bij haar kachel te hangen en»de eigenaarster in de gelegenheid te stellen zich wat op te knap pen, doelend op juffrouw Henneveld's ha ren, die er uitzagen alsof zij 'n hospartij van 'n woelige nacht-bruiloft hadden meege maakt. Juffrouw Henneveld accepteerde het aan bod met veel voorloopige dank en gaf het „stralende" hoedje maar vast over. Maar meteen bemerkte ze met 'n be- nauwd-piepende ademhaal, dat Jopie ver dwenen was. Ze liet 't hoedje in de handen van de vrien delijke dame en holde weg. Met 'n zucht van moedergeluk constateer de ze, dat Jopie er in de verte aankwam, op de voetjes gevolgd door twee oude juffrou wen, die, naderbij gekomen, vroegen, of dat jongetje bij haar hoorde. „Ja zeker, jazeker" hijgde ze „God dank. dat ik 'm hebWaar was jij ge bleven, kwajongen ..Ach. eut" meewarigde een der juf frouwen „nou krijgt dat kind nog 'n standje ook...." En toen, op 'n toon van „wijze ouder- doms-meerderheid," liet ze er op volgen „U moet beter op de u toevertrouwde, kin deren letten, co an die waterkant.... da's geen manierwat zegt u nou, buur vrouw „Zeker" knikte beamend de andert ,,'t Is tegenwoordig niks gedaan met de kinderjuffiesgeen snippie gevoel van verantwoordelijkheid. Ze liepen door. Juffrouw Henneveld wou nog nijdig zeggen, dat ze de moeder was en géén „kin derjuffie," maar haar woede was het juist, die geen woorden kon uitbrengen. Ze trok Jopie kroppend mee en hoorde nog juist de vrouwtjes zeggen „Je kan an 't heele meisrie zien, dat 't *n floddertje is.... zag u die haren, buur vrouw? 'f Leek wel of ze zóó uit 'r bed kwam." „Nou En ik zeg maar r die slordig is op d'r eigen, die is 't ook op de kinderen, die an d'r worden toevertrouwd. Niet eens 'n knap hoedje op 'r hoofdZoo loopt geen net meissie G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 9