Rosa de smokkelaarster. Een onbekende bekende. Nog altijd ijs. BINNENLANDSCH» NIEUWS. Statistiek der dronkenschap te Amsterdam. RECHTSZAKEN. De zoon van den Stationschef. FEUILLETON. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Donderdag 13 Maart 1924 - Tweede blad Een bee'js natnurlijte historie betreffende de Aspedistra. Ernstig ongeluk op het Vulcaan-terrein te Vlaardingen. Een brutale aanslag. De zoon van den directeur. Jeugdige zakkenrollers. Stremming van de Scheepvaart. De vluchten om de wereld. Nog uit den Gildentijd. Inbraak te Utrecht. Een speling der natuur. 'aan, bleek, ook al door de bekende bezui- liging, niet in staat de duinen te behouden. 3e eigenaresse van het hotel heeft nog ge loogd door het maken van een paalfundee- ing het ergste kwaad te voorkomen, maar iet werk was tevergeefs. Toen dan ook het erste deel in zee stortte heeft de N. V. het ïotel op afbraak verkocht en thans is mer Iruft bezig te sloopen. Maar juist nu komt de natuur een woordje neespreken. De zandbank, die voor het eiland ligt en 'oor eenige jaren in plaats van op de gewone vijze te „rollen", doorbrak, deze zandbank ïu is bijna tot het strand genaderd en za! loogstwaarschijnlijk binnen eenige weken lij paal 3 geheel bij het eiland aansluiten. Het strand is de laatste weken reeds eenige ïonderden meters breeder geworden er oedriegen de teekenen niet, dan hebben wi; ,eas deze zomer het prachtige breede stranc van vroeger terug. Ook de duinen vormen ach dan weer van zelf. Aardig is zulk een luinformatie te volgen. Reeds besloot de looper van het hotel het afbreken stop te zetten, omdat de mogelijkheid groot is, dat iet oostelijk gedeelte van het hotel geheel lehouden blijft. Ook de tweede zandbank is aanmerkelijk dichter bijgekomen en „rolt" ils 't ware het eiland tegemoet. Nog steeds is de haven van Lemmer doo. sen dik ijsveld, dat zich tot een uur gaans in zee uitstrekt, van de open zee afgesloten. Bijna alle visschers zijn de laatste dagen uinnendoor naar Stavoren vertrokken, ten rinde van uit die haven de haringvisscherij uit te oefenen. Twee boo e 1 van de HollandFriesland Groningen-lijn zitten, naar de Msb. ver neemt, weer in dik ijs bekneld. Uit de statistiek, opgemaakt van de oro- cessen-verbaal wegens openbare dronken schap te Amsterdam blijkt, dat in 1923 het* aantal processen-verbaal zoowel absoluut als per 10.000 der gemiddelde bevolking, belangrijk lager was dan in 1922, toen ook een afname viel te constateeren vergeleken bij 1921. Het aantal inwoners in de verschillende stadsgedeelten is dat van de volkstelling van 31 December 1920; een later cijfer is niet bekend De latere wijzigingen kunnen echter niet van dien aard zijn, dat het verwaarloo- zen daarvan eenigen invloed van beteekenis heeft op de relatieve cijfers. Evenals de beide voorgaande jaren blijkt ook nu weer, dat het grootste aantal pro cessen-verbaal werd opgemaakt in de oude stadsgedeelten. Voor het gedeelte Oude Kerksplein e.o. waren de aantallen per 10,000 inw. voor de jaren 1923, 1922, 1921, resp. 261.2 283.6 en 320.0 Hierbij moet in aanmerking worden genomen, dat in Nov. 1921 de grenzen der politie-secties werden gewijzigd, waardoor de processen-verbaal, opgemaakt aan de overzijde van het IJ, die tot dien datum bij de gedeelten Centraal Station en Oude Kerksplein en omgeving werden gerekend, nu afzonderlijk worden vermeld, zoodat voor 1921 het cijfer van 320.0 te hoog is. Ook voor het gedeelte Rembrandtsplein e.o blijkt een teruggang in het aantal, vergeleken bij 1922 en 1921, n.l. 300.9 in 1923 tegen 317.3 in 1922 en 384.5 in 1921. Ook dit jaar werd het grootste aantal pro cessen-verbaal op Zondag opgemaakt; daar op vo.lgt de Zaterdag en dan de Maandag. Evenals de beide voorgaande jaren werd bij de mannen het grootste aantal proces sen-verbaal opgemaakt tegen hen, die geen bepaald beroep konden opgeven, terwijl de meeste der geverbaliseerde vrouwen de be- roepsloozen waren. <i ii Dinsdag heeft te Rotterdam terecht ge staan de 29-jarige kleermaker W 1. V., ter zake oplichting. Deze kleermaker had zich uitgegeven voor Duitsch aviateur. zonder werk en zonder pas, terwijl hij kans liep als vreemdeling over de grens te worden gezet. De man vertelde verder, dat hij de zoon was van den stationschef te Dusseldorf, die in den oorlog tot generaal was bevorderc en aan het Russische front was gesneuveld. Hij zelf was met zijn vliegtoestel driemaal neergeschoten en om zijn heldendaden was hij in den adelstand verheven. Zijn drie broers waren gesneuveld, terwijl zijn beide zusters met een ambulance in de lucht wa ren gevlogen. Zijn moeder was door al die rampen krankzinnig geworden Na 'den oorlog was hij in dienst gekomen van de luchtlijn RotterdamHamburg, doch door het winterseizoen was hij zonder werk gekomen. Daar hij zeide bang te zijn over de grens te worden gezet, doordat hij op de zwarte lijst stond en tot de Duilsche oor logsmisdadigers behoorde, en dan door de branschen ter dood zou worden veroor deeld, verzocht hij verschillenden menscben om ondersteuning. Een familie in Overschie had hem door medelijden bewogen, veertien dagen kost- en inwoning gegeven Ook an deren had hij door het doen van allerlei verhalen opgelicht. Het O. M., waargenomen door nr. Hol- steijn, eischte één jaar gevangenisstraf. De verdediger mr. Houwink, verzocht de rechtbank een onderzoek lt doen instellen naar beklaagdes geestvermogens. Uitspraak 18 dezer. zij tegenwoordig insloeg. Terwijl hij Bijou scherpe zweepslagen toediende, reed hij in de richting van België. Bij een kromming van den weg, niet ve» van de beide ge bouwtjes op de grens waar talrijke smok kelaars samenkwamen, onderscheidde hij haar japon en haar hoed, welke met een witten sluier overtrokken was. Zij was het... Marguerite, die hij overal tevergeefs gezocht had. Albert Delost hield zijn paard in en wachtte af. Marguerite zag hém Eerst hield ze Ali, haar rijpaard, in, maar ten slotte was ze door de koppigheid van het dier genoodzaakt recht naar Albert toe te rij den „Wat nu," zeide hij, terwijl hij hare hand in de zijne nam, '„zijt gij hier?".... Dat is bijna een wonder!Hoe komt het dat ik u acht dagen lang niet ontmoet heb?" „Ik heb mijzelve die vraag eveneens rr,eermafen gesteld," antwoordde juffrouw Alban, die bleek werd in plaats van te kleuren. „U zult mij moeten toegeven," zeide De- lost, „dat we elkaar niet gemakkelijk kun nen ontmoeten als u de eene richting in slaat en ik de andere...." „Het is vandaag voor bet eerst." „Maar juffrouw „Ik verzeker het u!" „Ik heb u gisteren en eergisteren fn de omstreken van Muthon gezocht, maar zon der gevolg." Mevrouw Delost ontving hare gasten van het kasteel met hare gewone hartelijkheid, die' reeds spreekwoordelijk was Zoowel hare lichamelijke als geestelijke hoedanig heden waren tegenovergesteld aan die van mevrouw Alban. Deze was klein, gevuld en opgewekt en had voor iedereen een vrien delijk woord. Laure, die in den tuin een groote kooi zag staan vol met allerlei vo gels, wilde deze van nabij bekijken en liep er heen. Albert trad juist binnen toen het jonge meisje hel vertrek verlaten had. Hij drukte mevrouw Alban en Marguerite de hand en was zeer verwonderd dat de laatste er zoo bleek uitzag. Toen hij naa- hate gezondheid vroeg, antwoordde mevrouw Alban voor haar: „Mijn dochter ondervindt vandaag de gevolgen van haar onvoorzichtigheid van gisteren." „O, dat beteekent niets," zeide Margue rite, „ik voel mij al veel beter dan van morgen." Opgewonden stond ze op en begaf zich O aar het openstaande venster, gevolgd door Albert. De beide vrouwen begonnen inmid dels een druk gesprek te voeren, zonder op de jonge lieden te letten, tenminste me vrouw Delost niet, want Antoinette Alban zag meermalen tersluiks in hun richting, terwijl ze in haar hart een vage vrees ge voelde. Voorovergebogen over de balustra de bewonderden zij den prachtigen tuin, die het woonhuis van den openbaren weg scheidde. ,,lk heb u vanmorgen niet ontmoet," zei de 'Albert plotseling „Ik gevoelde mij niet wel." „Zal ik u morgen zien?" „Misschien. Door hare kortheid geprikkeld waagde Albert het om verder te gaan. Langen tijd beschouwde hij juffrouw Alban, die steeds maar naar de kooi staarde, waar Laure omheen fladderde. „Marguerite,".... sprak hij eensklaps zacht met een stem vol teedere liefde Ze stond op... hunne oogen ontmoetten elkaar.... ze zagen elkiar aan met een innigen blik vol onuitgesproken liefde.... plotseling liep het meisje heen en g:ng naast haar moeder zitten. Twintig minuten later, toen ze afscheid genomen hadden, dacht mevrouw Alban stil bij zich zelve: „Zij bemint hem werke lijk." Ze zeide echter niets. Haar dochter kende nu het geheim, dat te altijd gebracht had vcor haar verborgen te houden.... Tegen den avond betrad Rosa de smok kelaarster de boerderij van vader Lurieux. „Ik zoek werk," zeide ze, terwijl ze de groote keuken binnentrad, waar meesters en knechten, allen aan een lange tafel ge zeten, hun groentesoep alen, „ik kom eens hooren of u nog een maaister kunt ge bruiken." Allen wendden zich om, verwonderd de smokkelaarster hier te zien. „Kom morgenochtend maar om vier tnjr op den akker bij het Belgische bosch," zei de de landbouwer zonder op te zien, „daar zal werk voor je zijn." „Ik zal zorgen dat ik er bijtijds ben. Goeden avond mijnheer en juffrouw Lurieux goeden avond allemaal!" „Goeden avond"klonk het terug. Ze ging heen. Op het midden van het erf bleef ze stilstaan, beschouwde het groote gebouw dat men het kasteel noemde en sprak met dreigende stem: „Nu zal ik je wel krijgen, juffrouw Margueritewee u." In plaats van naar haar huis, waar Rosa met haar twee kleine zusjes woonde, terug te keeren, richtte zij hare schreden naar het woud Bij den akker waar ze den vol genden morgen zou moeten werken, be merkte ze Fernand Alban, die haastig na bijkwam toen hij haar had herkend. „,Ben jij hef, Rosa?" „Ja wel, mijnheer Alban." .Welnu,-en wat beeft vader Lurieux ge zegd?" „Hij heeft mij aangenomen.en dat heb ik ongetwijfeld aan u te danken." „Het heeft mij anders moeite genoeg ge kost." „Dat wil ik gaarne gelooven-" „Ik kon het moeilijk van hem gedaan krijgen.... ik bij blijde dat ik geslaagd ben." „Ik weet niet hoe ik u genoeg kan be danken, mijnheer Alban!" Daarna vervolgde ze haar weg. Fernand volgde haar met de oogen en ging niet heen, voordat ze in de schaduw van het donkere bosch verdwenen was. Rosa liep langs vele kronkelpaden, die voor iemand, die het woud ni ;t kende, on ontwarbaar zouden zijn Ze bereikte de rotsen waar ze voor het laatst van haar dierbaren man afscheid had genomen en hem daarna nooit weergezien had. Met hare buitengewone lenigheid had ze spoedig den hoogsten top bereikt. Ze hield stil om op adem te komen en daalde ^f in de klove waar den ongelukkigen smokkelaar begraven dag. Langen tijd bleef ze onbeweeglijk bij de rustplaats van den doode staan. Ze sprak tot hem alsof hij haar kon hoo ren..,. ze noemde hem met lieve namen, hem, die den hongerdood gestorven was. Na dezen keer daalde Rosa nooit meer in de klove af, maar bijna iederen avond ging ze Daar dezen berg om een groet te brengen aan den man, dien ze zoo had liefgehad Somtijds was er nog een ander die dezen pelgrimstocht ondernam; dat was vader Jo seph, de oude smokkelaar en de eenige vriend dien het ongelukkige meisie nog had. VIERDE HOOFDSTUK. Acht dagen maaide Rosa reeds op den akker van vader Lurieux. Hel was ook reeds acht dagen geleden, dat Albert Delost Marguerite gezien had. lederen morgen doorkruiste hij tevergeefs de omsheken van Mathon en tevergeefs volgde hij den weg waar ze elkander voor het eerst ontmoet hadden.... de paardrijd- ster verscheen niet. Hij had eenmaal het kasteel bezocht. Fer nand was zijn vriend geworden, en me vrouw Alban ontving hem met dezelfde koele beleefdheid, waaraan hij langzamer hand gewend raakte Toen hij echter en kele 'malen naar Marguerite gevraagd had en deze niet te voorschijn was gekomen, was hij bedroefd heengegaan, terwijl bij een verklaring trachtte te vinden voor de vreemde houding van het meisje. Hij wist zoo goed als zeker dat ze naar haar ka mer ging als ze hem zag aankomen en daar bleef tot hij vertrokken was. Op een Dinsdag verliet de jonge indus trieel zijn woning met het voornemen eens een anderen weg dan gewoonlijk in te slaan. Hij wist dat juffrouw Alban haar vroegere tochten hervat had en ondanks alles wilde hij de richting ontdekken, die Wie kent ze niet, de bladplanten met haar welige bladeren, die zoo giaag voor onze kamer decoratie worden gebruikt, zoowel in den salon, waar zij in een of -m- deren hoek de ruimte vullen moeten, als in huis- of eetkamer, waar zij op dressoir of bloementafeltje prijken Ook voor étalage- versiering worden zij wel aangewend, en in Duitschland zelfs zoo veelvuldig, dat men ze vier vliezige schutbladeren, waaraan zich onmiddellijk de dikvleezige bloemkroon, „Perigon" genaamd, aansluit, die in acht punten uitloopt. De kleur is vuilgeel met violette stipjes. Beki,kt men de bloem van binnen, dan ziet men daarin een segments- gewijs verdeelde, violette schijf, de stam per, die als een deksel het binnenste der bloem afsluit. Eerst bij overlangsche door vliegjes of kevertjes, die de bloemen mis schien als rustplaats gebruiken, door smalle spleetjes van den stamper in het binnenste van de bloem weten te komen om er den honing te puren. Bij het naar buiten krui pen brengen zij dan bet aan hun lichaampjes klevende stuifmeel uit den bloemkelk op den stamper. Toch komt daardoor geen bevruchting tot stand, want daarvoor is het stuifmeel noodig van een vreemde plant. En een bezwaar voor bestuiving met vreemd stuifmeel is, dat in de nabijheid der Aspe distra gewoonlijk niet zoo'n vreemde plant voorkomt; behalve door bevruchting en zaadvorming toch, kan deze kamerplant zich ook vegitief vermenigvuldigen, door nieu we loten uit den wortelstok te drijven. Op deze laatste wijze van voortplanting i de aspedistra bij ons dan ook aangewe- i zen daar wel met den naam „slagers-palmen" bestempelt. De Aspedistra is de meest pretentie-looze Plant: trots gebrek aan licht, trots kamer lucht en -temperatuur zet zij voortdurend onopgemerkt weder blad na blad, en niet ®lleen dat: zij bloeit, jaar in jaar uit. leder kent haar, doch vraagt men naar haren naam, dan weet men dien nauwelijks; "jaar als men dan nog beweren durft, dat rij bloeit, dan stijgt wel de verbazing ten *op. „De mijne heeft nog nooit gebloeid, hoor," of „die bloeit toch niet, dat is toch ril een maar een bladplant" enz., dat zijn de gewone antwoorden. Onze kamerplant vertoont, bij nader be schouwen, een- opvallende gelijkenis met het Mei-klokje, b.v. den wortelstok, de in de jeugd ingerolde bladeren (fig. 1), de vorm der bloemen, enz. En inderdaad is onze Aspedistra na verwant aan onzen Voorjaarsbode, het Mei-klokje Terwijl dit laatste in onze natuur in he' "old "oo-korrt, kent men bij ons de Aspedistra slechts als kunstmatig gekweekte pot-plajnl. tiaar va- r>nd is 'apan, waar zij. ij klokje, wild op schaduwrijke plaatsen groeit. Eind Februari, begin Maart, kan men hij ons bij de oudere planten de bloemen aantreffen. Zooals de wel gebruikelijke naam „WortelbloeuT aanduidt, draagt onze Aspedistra de bloemen direct, bijna zonder steel, aan den wortelstok De kleur der bloemen is heel weinig opvallend, terwijl zij dikwijls nog met zand bedekt zijn De bloem is heel eigenaardig van bouw en daardoor is ook, zooals v/ij verkliren zullen, hare' bevruchting niet zoo gemakkelijk Aan het korte steeltje zitten dicht bijeen snede wordt men in het aldus gevormde ko kertje de korte stift gewaar, die den stamper draagt en acht aan de wanden van den perigon bevestigde helmknopjes, die het stuifmeel bevatten. Hoe komt nu de bevruchting tot stand bij dezen eigenaardigen bouw der bloem, die zelfbestuiving of windbestuiving onmo gelijk maakt? Men neemt aan, dat heel kleine insecten, En zoo is ook in haar vaderland, doordat op deze wijze heele boschjes van zuike bloedverwante planten onstaan, bevruchting van een vreemden stampei met vreemd stuifmeel heel moeilijk maar vindt ze soms plaats, dan ontwikkelt zich uit de bloem een bes, ter grootte van een kers, die door vogels verspreid wordt en zoo op een nieu we plaats een nieuwe plant voortbrengen kau. Men schrijft ons d.d. 11 dezer uit Vlaar dingen Zaterdagmiddag waren eenige per sonen bezig met hef verwerken van erts op den wal van het Vulcaanterrein alhier. Plot seling kwam zonder dat een der werklieden dit bemerkte van de ertshoop een groot stuk steen rollen dat tegen een aldaar geplaatste stelling terecht kwam, waarvan een plank losraakte Met kracht sloeg deze f lank te en den rug van den aldaar werkzaam zijncen G. Smit. De man kwam hierdoor te vallen en sloeg met het hoofd o.d de aldaar liggende rails. In bewusteloozen toestand werJ hij door kameraden opgenomen en naar het Ziekenhuis vervoerd Aan den rug, schou ders en hoofd was Smit overdekt met won den. Zijn toestand is zorgwekkend. Een weduwe te Amsterdam, wonende Spuistraat 226, is Dinsdagmiddag het slacht offer geworden van een buitengewoon bru talen a n iag. Twee mannen belden om half twee aau naar woning en vroegen ol zij van het boven1 ui de lichtpunten mochten op- nem:n. De Gemeente-Electnciteitswerken had hen ca rtoe order gegeven, zoo zeiden Zij. De mets kwaads vermoedende dame ver gezelde hef tweetal in het huis In een achter vertrek aangekomen haalde plotseling een der mannen een breekijzer voor den dag en bracht de vrouw daarmede een paar slagen op he» hoofd toe. Vervolgens doorzochten zij in de voorka mer eerige trommels, in de verpachting,1 daarin geld aan te treffen, hetgeen echter niet het geval was. De dame maakte mtusschentijd een raam open aan de achterzijde van het huis en schreeuwde om hulp. Buren zagen de voordeur open staan en verleenden de vrouw de eerste hulp. Zij had een gapende hoofdwonde en eenige lichte verwondingen. Direct levensgevaar is er niet. De heer Heeroma, commissaris van het bureau St. Pietershal, stelde ter plaatse een onderzoek in. Tot heden toe is echter nog geen spoor van de daders gevonden De Msb. vertelt Bij een zekeren C. J. v. A. die in de Pieter de Raadstraat te Rotterdam woont, vervoegde zich dezer dagen een persoon, welke infor meerde of v. A. misschien zonder betrekking was. Dit was niet het geval doch hij zou s;oe- dig buiten betrekking komen en had wel oor voor den bezoeker, die vertelde, dat de zoon was van den directeur van de N. V. Industrie, gevestigd in de Doedesstraat„ v. A. zou daar een betrekking kunnen krijgen als contro leur en voorloopig f 28, later wanneer alles goed ging, f 32 verdienen. Daar hij dan echter het toezicht lad over de in-en uit aa :degce deren, welke meerendeels erg oreekbaai waren, zou hij een borgstelling van f 100.— moeten storten opdat men eventueel schade, door zijn schuld veroorzaakt, op hem zou kunnen verhalen. Men sprak af dat de Le;oe- ker nog eens terug zou komen. In den tusschentijd ging v. A. eens in de Doedesstraat kijken, doch daar bleek op 7 het opgegeven nummer geen N. V. Industrie gevestifgd te zijn. Toen de zoon van direc teur terug kwam antwoordde hij dat dit ooi het geval was. De maatschappij had daai slechts een kantoortje, en was eigenlijk ge vestigd te Vlaardingen, aan de Visscherij- haven. Men kwam nu tot een beslissing en de di- recteurszoon zou Maandag terugkomen mei een contract en een arbeidsreglement en dan zou v. A. de f 100 betalen. Deze vertrouwde de zaak echter niet en toog naar Vlaardingen. Daar bleek de Visscherijhaven niet te be staan en toen begreep v. A. dat men bezig was, hem er tusschen te nemen. Hij nam de politie in den arm en tegen vijf uur bevond zich een rechercheur in zijn woning, die den directeurszc o i arresteerde., toen het heer schap aanbelde. Het bleek de 22-jarige ex peditie-knecht I. v. d. H. te zijn, een goedt bekende van de politie, zoopas na tien maan den zitten uit de gevangenis ontslagen. MATA-HARL Dezer dagen zijn te Parijs verscheidene voorwerpen in veiling gebracht, die behoord hebben aan Mata Hari, de al te befaamde danseres, die in een der oorlogsjaren, als spionne voor de Duitschers, te Parijs ge guillotineerd werd, wier leven en dood tot o veel legenden aanleiding hebben gegeve Mata Hari, die vóór den oorlog te Pari)- gewoond had, kwam in 1915 weer voor het eerst in Frankrijk terug. Ofschoon zij als verdacht gesignaleerd werd en haar gangen werden nagegaan, kon zij eenige maanden later Frankrijk verlaten, zonder dat men haar iets in den weg kon leggen. In 1916 kwam zij weer in Frankrijk terug. De Engelsche contra-spionnagedienst had haar komst gesignaleerd. Twee maanden lang werd zij gecontroleerd, wederom zonder resultaat. Twee maanden ongeveer na haar tweede aankomst, vernam de Fransche contra- spionnagedienst, dat Mata Hari een vrijgelei de vroeg om zich naar Vittel te begeven. Men was juist bezig, in de omstreken dier stad een groot kamp voor de Fransche bombarde- ments-vliegtuigen te bouwen. Het was dus nu het geschikte moment om na te gaan, of Mata Hari voor een vijandelijke mogend heid spionneerde en het vrijgeleide werd geschonken. De spionne merkte echter spoedig, met welk een zorg zij opnieuw bewaakt werd, zoodat de speurders, die haar op de hielen zaten, bot vingen. Er stonden dus slechts twee wegen open of de danseres vrij laten, of haar als onge- wenschte vreemdelinge uitwijzen. Alvorens tot dezen laatsten maatregel over te gaan, wilde de generale staf van het Fran sche leger nog een laatste poging wagen om haar te „snappen". De chef van den dienst der contra-spionna- ge liet de danseres op zijn bureau ontbieden en deelde haar vrij moe digweg mede, dat, wijl zij verdacht werd, door alle geallieerde veiligheidsdiensten, een bevel was gegeven haar naar Nederland terug te zenden. Mata Hari weerstond op bewonderens waardige wijze dezen plotselingen aanval en, op haar beurt het offensief nemend, ver klaarde zij, dat zij niet alleen niet in dienst van Duitschland stond, maar Frankrijk wilde dienen. Zij deed het voorstel om zich naar het Duitsche hoofdkwartier te begeven en ver klaarde, dat zij er zeker van was, dank zij haar talrijke relaties van vóór den oorlog, tct den kroonprins te kunnen doordringen. Eenige dagen later werd Mata Hari naar Nederland gedirigeerd. Men liet haar over Spanje reizen. Het was de eenige manier voor den Franschen veiligheidsdienst om te weten te komen, of Mata Hari al dan niet een spionne in Duitschen dienst was, omdat men er in geslaagd was, code-telegrammen van Madrid naar Duitschland te ontcijferen en zij, als zij voor Duitschland werkte, ook van dien codedienst gebruik zou moeten maken. Mata Hari scheepte zich te Vigo in, zonder dat men tijdens haar kortstondig verblijf in Spanje haar iets verdachts ten laste had kun nen leggen. In het Nauw van Calais werd het schip, aan boord waarvan zij reisde, echter aange houden door een Engelsche kruiser en werd Mata Hari naar Spanje teruggedirigeerd Zonder geld op zak, begaf zij zich naar von Kalle, den Duitschen militairen attaché te Madrid, vertelde hem haar wedervaren en vertrouwde hem de inlichtingen toe, die zij bij haar doorreis door Frankrijk verkregen had. Deze waren aeels van politieken aard, deels hadden zij betrekking op de troepen bewegingen aan het front. Von Kalle seinde dadelijk draadloos naar het groot-hoofdkwartier, dat de agent H 23, van het centrum Antwerpen instructies vroeg. Het Duitsche groot-hoofdkwartier gaf aan den militairen attaché bevel, Mata Hari naar Frankrijk te laten terug keeren, waar zij bij een groote voorschotbank te Parijs een chèque van 5000 francs zou kunnen innen om in haar eersten nood te voorzien. Eenige dagen later kwam Mata Hari inder daad de chèque innen. Het telegram van v. Kalle was echter dooi den Franschen veiligheidsdienst ontcijferd ec Mata Hari werd in haar hotel gearresteerd. Zij loochende ooit in eenigerlei betrekking met den Duitschen spionnagedienst in Spanje gestaan te hebben, doch toen men haar den inhoud van het telegram van v. Kalle meedeelde, viel zij door de mand. Langdurig ondervraagd door den regee- ringscommissaris van den Parijschen krijgs- raaa, weigerde zij aanvankelijk eenigerlei bekentenis te doen. Op zekeren dag echter vroeg zij den offi cier te mogen spieken, die haar eens op het bureau van den Generalen Staf had onder vraagd. „Kunt ge mij uw eerewoord als soldaat geven," vroeg ze, ,!dat, als ik mededeelingen doe aangaande de Duitsche agenten, waarmee ik te Parijs in betrekking sta, ik er levend af zal komen Men weigerde echter, haar eenigerlei con cessie te doen, doch meende het recht zijn loop te moeten laten. Toen men haar dit antwoord meedeelde, zeide zij ,,'t Is goed ik zal niet meer spre ken." Men heeft omtrent haar dood vele onjuiste dingen geschreven. Mata Hari was met hart en ziel aan Duitschland gehecht. Zij diende Duitschland ten nadeele van Frankrijk met al de kracht van haar groot verstand en van haar nog grooteren haat tegen de Franschen. De Nijmeegscne politie heett aangehouder twee 13-jarige jongens, die reeds weken ach ter elkaar Zaterdags in drukke winkel huismoeders van haar po rtem- n ïaies beroofd lebben. De boefjes zijn ingerekend. De ijsinliclitingsdienst rapporteeit d.u Dinsdag De Scheepvaart wordt niet belemmerd: Nw. Statenzijl Dollard en Aa, Zoutkamp Lauwerszee, Stavoren Gracht. De zeilvaart ondervindt hinder: Url Zuid- en Noordkust, Deventer Overijsselsche kanaal. Zeilvaart gesloten, stoomvaart nog mo gelijk: Zoutkamp Reitdiep, Lemmer Rien. Vaart ook voor groote stoombooten ge stremd Lemmer Zuiderzee. De zeilvaart ondervindt hinder, ijstoe f-id veranderlijk, wordt overheerscht doo getij le- of windrichting: Stavoren Zuiderzee. De tocht der Portugeezen uitgesteld. Uit Lissabon wordt aan het V. D.-bureai gemeld, dat de Portugeesche aviateurs Za- :adura en Cabral, besloten hebben de vlucht im de wereld, welke zij zich voorgestelc hadden, na den tocht LissabonRio d( Taneiro te ondernemen, uit te stellen tot het volgende jaar en dus af te wachten of dc wereldvlucht der Amerikanen slaagt. Cabral zou medegedeeld hebben, dat dit uitstel hoofdzakelijk geschiedt, omdat zi; het benoodigde kapitaal missen. Zaterdag j.l. herdacht te Scherpenissr het daar bestaande Cloveniersgilde der dag, dat het vóór 350 jaar bij ordonnantif van 7 Maart 1574 door Maria van Nassau, dochter van Willem den Eerste en Anna van Egmond, werd opgericht. Nog heden ten dage viert het Gilde in de Pinksterweek feest ter herinnering aan de oprichting van de eigenaardige broederschap harer leden. Dinsdagmorgen is ingebroken in hf groote kleedermagazijn „De Dom" aan de Mariaplaats te Utrecht. De dieven hebber eenig geld medegenomen. Vervolgens hebber zij een bezoek gebracht aan het IJzer- tnagazijn van de firma Daris in de Zadel straat, dat aan het kleedermagazijn grenst. Uit dezen winkel werd eveneens eenig geld gestolen. Vermoedelijk zijn de inbrekers door het bovenhuis van het ijzermagazijn binnengeslopen. De politie stelt een onderzoek in. Men schrijtt aan de „Msb." riet is var ilgfmiene bekendheid, dat op het eilanc Schiermonnikoog een gedeelte der duiner, verdwenen is. Het majestueuse strandhotel, werd zelf: voor een goed deel een prooi der zee. D< Rijkswaterstaat, ofschoon het telken jan eenige honderden guldens besteedt, om doo middel van takkebossen den afslag tegen tt Een zeer fraaie foto van de werkzaamheden ter vernieuwing van de Zandersbrug aan den Kouüenhorn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5