Van Alles en van Overal, De nood in Hongarije Uit de Pers. Rosa de smokkelaarster. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Zaterdag 15 Maart 1924 Tweede Ih'ad NQORDW1JKERHOUT PASTOOR H A J. M QUANT liiiiiHiiiiiiiiBniiiiiiiiiniiin 1899 - 1924 Wat eenzijdig? GEMENGD NIEUW3. Een „werker" op lijn 5. RECHTSZAKEN. De moordzaak te Etten. De onbewaakte overwegen FE U I L LET O N. 30. CACAO, KOFFIE EN THEE. 't Is druk op de Utrechtsche Jaar beurs, gezellig druk. Op alle vijf de verdie pingen voor het groote vaste Jaarbeursge bouw krioelen de menschen dooreen en in bijna alle monsterkamers zie je menschen handelend, zaken doend. En waar er toevallig géén klanten zijn, als als je er langs komt, staat vaak de eigenaar af de vertegenwoordiger buiten en vraagt je, hoopvol naar je opkijkend: „Heeft mijnheer interesse voor sponzen?" 4of welk ander artikel hij ook vertegenwoor digt.) Wel, interesse mooi Nederlandsch woord, vindt u niet? belang bij sponzen, af bij lampekappen, of bij huishoudschorten n den zin waarin hij het bedoelt heb ik na tuurlek niet; veel aan mij slijten zal hij niet. Maar toch, als man van de krant stel ik be- •ang in zoowat alles, dus ook in sponzen, enz. En ik ging binnen. En als ik nu eens naga, wat ik in de ver- ichdlende monsterkamers, waar ik 'n oogen blikje praatte, heb gehoord, dan geloof ik wel te mogen aannemen, dat er nogal be hoorlijk zaken gedaan wordt. De deel nemers, die ik sprak, zeiden allemaal, dat ze tevreden waren en nou, dat is een zakenman niet zoo heel gauw. D'r is me daar in dat gebouw zoo wat te zien! 't Is kolossaal! De meest uiteen- loopende zaken vindt je er broederlijk bij een en je kan er zoowel een machine om dakpannen te maken als een grosaapjes- op-een-stokje krijgen. Nu stel ik natuurlijk heel veel belang in de wijze, waarop een dakpan ontstaat ie kon eens zoo'n ding op je hoofd krijgen en dan is het altijd prettig, als je weet wat je eigenlijk de eer aandoet en niet minder in een aapje-op-een-stokje omdat ie daarin allicht gelijkenis ziet met een van ie goeie kennissen en in al die andere dingen, die er op de beurs te zien zijn, maar het is een absolute onmogelijkheid, om hier van alles wat te vertellen dan zou 'k minstens een week lang de krant heele- maal voor mij alleen moeten hebben en ik vrees dat er dan na afloop van dien termijn geen enkele abonné meer zou over zijn. Dus dat doe ik niet. Toch wil ik wat over de jaarbeurs schrij ven, dat hoort nu eenmaal zoo in de Jaar beurs-week en als je 't niet doet, dan heet ie achterlijk. Maar wat dan uit te pikken uit den overvloed? Ik besloot eerst maar eens naar het Jaarbeurs-restaurant te gaan en daar van het rijke menu wat uit te pikken, dan zaakte ik aan die bezigheid al vast ge wend. En 't heeft geholpen! 't Was quatertemperdag en m'n keus was dus beperkt, maar.... ook visch kan lek ker zijn, dat kan ik niet helpen. En toen 'k daar dan zoo zat te genieten van m'n vastendag-menu, zag ik in den geest alle monsterkamers langs me heen schuiven, zooals ik 's-middags langs hen heengescho- ven was. Toen de reusachtige inzending van hét Koloniaal Instituut langs me heen- schoof, liet ik die even stoppen en stapte er binnen. Ik stad daar 's-middags aan den wand een groot plakaat zien hangen, dat al dadelijk m'n aandacht had getrokken, maar waar ik toen niet verder aan had gedacht, omdat een kennis, die ik er ontmoette, mij vroeg: „Zeg, jij bent immers in Indië geweest, Dan kan je me zeker wel vertellen wat het verschil Je tusschen rubber en getah pertja." Nou, ik ben nu eenmaal |ournalist en be hoor dus alles te weten en ik wist het dus, al wist ik het ook niet en heb er me fijn tjes uit gered. Maar intusschen had ik m'n heele plakaat vergeten en dat kwam me nu weer in de herinnering. Ik er op af. Tjonge, wat zijn we toch een drinkers hier in Nederland! Neen, denkt u nu maar niet dadelijk aan Schiedam en aan Lucas Bols en Hulst kamp! Daar zijn we over het algemeen ook niet vies van, dat weet ik wel, maar daar dacht ik toch niet aan ik bedoelde meer soeciaal, wat drinken wc hier in Nederland t ch enorm veel cacao, koffie en thee. Op dat plakaat stond een merkwaardige t Lbel; van een achttal landen werd er op •ermeld, hoeveel cacao, koffie en thee de ievolking per jaar per hoofd verbruikte in 1913 en in 1921 vóór en na den oorlog dus. Die tabel was me een openbaring. Daar stond op, dat iedere Nederlander -ik dus ook, maar ik geloof er geen sik kepit van in 1921 6.35 K.G. cacao had naar binnen gewerkt. Let wel, niet 6.35 K.G, cacao-drank neen, 6.35 K.G. van het droge product. Hoeveel kopjes zouden daar wel uit be reid kunnen worden? Ik weet het niet en u weet het misschien ook niet, maar wc zullen het er samen wel over eens wezen, dat het er een hceleboel zijn in elk geval drink ik er zooveel niet. En m'n vrouw ook niet, en zuigelingen ook niet, en.... enfin ik wil maar zeggen, dat er dus een massa menschen moeten zijn, die nog veel meer dan 6.35 K.G. per jaar verbruiken. Nu zegt zoo'n cijfer den meeste menschen niet veel. Is dat nu veel of weinig, 6.35 K.G. Drinken ze in andere landen meer of min der? Ik zal het u vertellen. Het is veel, het is buitengewoon veel, nergens op de wereld bestaan zulke onmatige cacao-drinkers. Het dichtst bij ons staan de Duitschers met 1.66 K.G. het verst van ons af de Italianen met 0.8 K.G. De grootste buitenlandsche cacao-drinker wordt dus door den Neder lander met niet minder dan 4.69 K.G. over troffen. Wilt u nog duidelijker gede monstreerd hebben, hoeveel cacao u officieel drinkt? Goed dan. Na den Nederlander drinkt dus de Duit- scher met 1.66 K.G. de meeste cacao, dan volgt de Belg met 1.19 K.G., dan de Ame rikaan met 1.02 K.G., dan de Engelschman met 0.97 K.G., de Franschman met 0.83 K.G. en de Hongaar met 0.73 K.G. Telt u nu maar eens op. Met z'n zessen drinken die per jaar 6.40 K.G. cacao, de Nederlander alleen 6.35 K.G. Zijn we nu sterke drinkers of niet? Jawel, maar dan drinken die anderen zeker meer koffie, wilt u misschien daar tegen aanvoeren. Niets is minder waar. Ook in het verbruik van koffie zijn we, met 5.62 K.G., alle anderen de baas, al is hier het verschil niet zoo groot (Vereenigde Staten 5.48 K.G., België 5.02 K.G., Frankrijk 3.52 K.G.) Maar nu -de thee? Daar worden we opzij geduwd door Engeland, dat hier met 3.96 K.G. nummer één staat. Maar dan volgt toch onmiddellijk daarna Nederland met 1.23 K.G. Nogal een groot verschil dus. En als je nou eens bedenkt, hoeveel kwaad er hier te lande al gebrouwen wordt, door in thee-kransjes vereenigde oude bab belkousen, wat moet dat dan in Engeland, met zijn ruim driemaal grooter thee-verbruik, wel wezen? En wat zullen er onder de Italianen wei-' nig lastertongen zijn, die, volgens de tabel daar in! de Koloniale afdeeling, waaraan 'ik al deze wijsheid heb ontleend, in een heel jaar, per hoofd 0.00 K.G. thee verbruiken! Ik schaamde me wel een beetje, toen ik bij den eersten oogopslag zag, dat wij Ne derlanders, zulke genots-menschen zijn, maar toen ik zag, dat we, ten minste wat betreft den drank der samenzwerende oude tantes, de vlag moesten strijken voor de Engelschen met hun militante suffragettes, toen was ik weer een beetje, met mezelf verzoend. En ik ging weer naar het Jaarbeurs-res taurant terug en bestelde een kleintje kof fie. ARTHUR TERVOOREN. bi} gebrek aan ware», maar bij gebrek aan koopers. Dat het juist gezien is van den Volken- bendsraad, om hier hulp te gaan brengen door te trachten, tot een evenwicht in de financiën des lands en een stabieler munt eenheid te komen, zal niemand betwijfelen. Maar dit werk kan alleen nut afwerpen in de toekomst. Er dient echter in zulken nood oogenblik- kelijk ingegrepen te worden. Dit is echter een taak, die voor het particulier initiatief overblijft: voot de liefdadigheid. En speci aal mogen we hier wel even herinneren aan den arbeid van ons Nederlandsch R.K. I uisvestingscomité, dat hier reeds zooveel >eds gesticht heeft, zooveel goeds heeft 1-innen stichten, doorc'at de giften, zoowel ii geld als in natura toevloeiden van Ka- i oliek Nederland en doordat zoovele ge zinnen zich bereid toonden, een Hongaarsch broertje of zusje zoolang op te nemen. Moge het bovenstaande doen inzien, dat nog heusch niet genoeg gedaan is, dat de toestand in Hongarije dringend eischen blijft de hulp van ieder, die trots alle ma laise, het toch nog heel wat beter heeft dan de verarmde Hongaarsche bevolking. tusschen twee voormannen der sociale actie, die beiden een zeer werkzaam aandeel heb ben gehad in de totstand'ioming van het Hoe onhoudbaar de door de ineenstor ting van oen muntstandaard in Hongarije, tweiks saneering de Volkenbond evenals die van Oostenrijk thans ter hand nemen zal), geschapen toestanden zijn, verhaalde ons dezer dagen een ooggetuige, die juist van daar is teruggekeerd. Vooreerst is daar een ontstellend uitge breide werkloosheid, waarvan zoomin de oorzaken als de gevolgen door de regeering, die altijd een verbijsterend deficit op hare begrooting ziet, ook maar eenigszins vol doende kunnen bestreden worden, zoodat een groot deel de» arbeidersklasse tot vol slagen pauperisme gedoemd is. Een tweede jammerlijk verschijnsel is de geweldige nood aan woningen, waarbij de ergste toestanden, die wij hier in den he- vigsten crisistijd hebben meegemaakt, nog niet in de verte te vergelijken zijn. De nood is zoo hoog, dat gedurende den nacht de goederenwagens op de stations voor de dakloozen worden opengesteld, die er be schutting voor de koude en eenige rust na de ontberingen van den dag komen zoeken. Drie, vier gezinnen bewonen soms te zamen één kamer Om van het moreele kwaad niet te spreken: welk een ramp is zulk een toe stand niet voor de - olksgezondheid, die bovendien belaagd wordt door de koude van een bijzonder vinnigen winter, koude, die niet bestreden worden kan, omdat de brandstoffen niet te betalen zijn en er evenmin voor kleeding geld over is. En dat geldt niet alleen voor de minder gesitueerde klassen, dat geldt ook voor den middenstand, van kantoorbedierden en on derwijzers af tol rechters en hooge staats ambtenaren toe. Zooals werklieden behalve hun eigen vak er nog verschillende andere uitoefenen om zooveel mogelijk bijverdiensten te kunnen maken (en om dan trots dat alles nog het nijpendst gebrek te blijven' lijden, omdat de prijzen met angstwekkende sprongen stijgen olijven), zoo zoekt ook de onderwijzer, de rechter, de ambtenaa, naar emplooi voor den vrijen tijd dien hij heeft of.... maakt. Wat er bij zulke toestanden b.v. van het onderwijs terecht komen moet, waaraan de onderwijzer zich nog slechts voor een deel van zijn arbeidsdag wijden kan, is licht te denken. Wanneer nog de kinderen tenmin ste op school komen, en niet door gebrek aan kousen, schoenen, onder- of boven- kleeren, die niet gekocht kunnen worden, omdat er niet eens geld genoeg is om te kunnen eten, gedwongen worden, thuis te blijven. En wat men op straat dan nog dragen ziet door groot en klein! Niemand is er meer, die zich te schamen hoeft om in dun ne, versleten, gelapte en toch weer ge scheurde kleeren door de hevige kou te gaan. En naast de onhygiënische woningtoestan den en het gebrek aan verwarming an kleeding staat dan verder nog het feit, dat de verdiende loonen en salarissen zoo wei nig gelijken tred houden met de per dag duizenden kronen stijgenden levensmidde- lenprijzen, dat ze voor voeding alleen nog niet voldoende zijn Markten en markthallen blijven leeg, niet Op 18 Maart a.s. zal de ZeerEerw Heer Hendricus Adrianus Joseph Maria Quant zijn 25-jarig priesterfeest vieren Zijn Eerw werd geboren 25 Juni 1873 te Gouda en priester gewijd °P 18 Maart 1399. Als kapelaan was hij o.a. werkzaam te Nieuwkoop, Beverwijk, Alkmaar en te Haarlem van 21 Nov. 1903 tot 16 Maart 1914. Op dien datum werd hij door Z.D.H. den Bisschop als kapelaan van de Parochie St. Victor te Noordwijkerhout benoemd en tevens belast met het oprichten van een nieuwe parochie aldaar. In Mei 1916 werd begonnen met den bouw der nieuwe St Jozef Kerk Op 21 Juli 1916 werd de eerste steen gelegd door den HoogEerw. heer Mgr. Möllmann. De kerk werd in gebruik genomen 17 Dec. 1916 en Zijn Eerw, geïnstalleerd als pas toor. Kerstmis 1916 was de eerste plechtige viering van het 40-urengebed. Op 25 Juni 1917 werd de kerk plechtig geconsacreerd door Z.D.H. Mgr Callier. terwijl tevens op dien datum de eerste steenlegging der R.K. Parochiale school en het Zusterhuis plaats vond. Door Z Eerw werd veel gedaan voor de versiering van Gods Huis, getuige het prachtig hoofdaltaar en de twee zeer mooie zij-altaren, en verdere versiering der kerk, vooral bij bijzondere gelegenheden, zooals 40 uren-gebed enz. Voor het katholieke onderwijs en de jeugd werd veel door hem tot stand gebracht, zooals de prachtige St. Jozefschool met Zusterhuis en de in 1923 gebouwde Onderwijzerswoning. Ook werd door hem nog eenige jaren het adviseur schap van verschillende Katholieke ver- eenigingen waargenomen. In het najaar van 1918 werd ZijnEerw. door een ernstige ziekte aangetast, waarvan hij na langen tijd slechts zeer langzaam hprstelde, totdat hij in het afgeloopen jaar, na het verblijf van eenige maanden te Ems, (Duitschland) ge heel genezen terugkeerde, tot groote vreug de van zijn parochianen, die in hem een zorgvollen herder steeds hebben Hij heeft zonder aanzien van rang of stand, gezorgd voor het geestelijk welzijn van zijn paro chianen Het zilveren priesterfeest wordt gevierd 15 en 16 Maart. Zatermiddag zou zijn Eerw. door leden van het feestcomité van den trein gehaald worden en tn de kerk wor den ingehaald onder het zingen van een feestlied. Ongetwijfeld zullen zeer velen gebruik willen maken van dezt gelegenheid om pastoor Quant hun oprechten dank voor zijn vele zorgen en hun beste wenschen v-oor de toekomst te komen betuigen. Op het Zilver Priesterfeest van den Zeer- Eerwaarc'en Heer H. A. J. M. Quant, Pastoor der St. Jozeisparochie. 1 Eerwaarde Herder van St Jozef, Aanvaard op Uwen jubeldag Onze oprechte Zegewenschen Nu Gij Uw zilveren feest herdenken mag. Vijf en twintig levens'aren. Zijn vervloden, sinds dien stond, Dat Ge U als jeugdiff priester Met hart en ziel aan God verbondt. Toen g-aft Ge U als jongen man VrijwilHjJ aan den Heer, Hij zag oo 't offer, dat Gij boodt, Met welgevallen neer. Thans scbenke Hij U op dezen dag, Voor Uw liefde, trouw en vlijt. Een zilveren kroon die schitteren zal, Door rfansch de eeuwigheid. Geen kroon zooals de wereld biedt Door kunstenaars hand gewrocht, Die zooveel ellende met zich voert, Door 't bloed vaak is gekocht. Neen, de kroon, die God U schonk Is door Hem Zelf gemaakt. En wordt zoolang Gij leeft op aard, Door Zijn Engelen bew-akt, Wat moet het in dit plechtige uur Voor U toch troostvol zijn. Als Ge op Uw werkkring nederziet. In 's Heeren dienst, zoo rein. Als slechts één waterdruppeltje Zoo ruimschoots wordt beloond, Wat moeten dan Uw slapen reeds Met lauweren zijn omkroond, Gij, die zóóveel jaren lang, Blijmoedig, onvervaard Gestreden hebt met hart en ziel, Voor Uw medemensch op aard. Wij danken U op deze stond, Voor Uw liefde ons betoond. En hopen dat de goede God, U eenmaal daarvoor loont. Wij smeeken Hem op dezen dag, Op kinderlijken toon, Schenk eens aan Uwen dienaar, Heer! Een gouden priesterkroon. En éénmaal op zijn stervensspond, Na 's levens zorg en strijd. Schenk hem dan, o. Kemelheer, Een zaal'ge eeuwigheid. Namens de Parochianen F. DE VROEGE, St. Bavogesticht, Noordwijkerhout. De A.R. Rotterdammer scurijft Door de Ministers van Financiën en van Arbeid werd een commissie ingesteld die een onderzoek zal hebben in te stellen naar de financiën van enkele groote Rijksdiensten zooals Rijksverzekeringsbank, Pensioen fonds, Rijkspostspaarbank en dergelijke. Ook de vraag of de belegging van de groote geldsommen dezer instellingen door een een- Talen beleggingsdienst zal moeten gesc^ic- d zal a n d: commissie ter beoordeelt g wo.drn gegeven. Eerste krachten uit de kringen van hoofd ambtenaren en directeuren van bovenge noemde Rijksdiensten werden in deze com missie benoemd. Alle mannen ter zekr kundig moet gezien en anderzijds, dcor de beloften, waarvan het de drager is, wel met wat veel luidruchtigheid kan zijn ingehaakt, n— ar waarvan de principieele juistheid door nie mand, G.e z»,n gezona ve.sianu en zeoe..,.:- heidsgevoel wil raadplegen, kan wore en ontkend. De socialisatie berust op het socia lisme, dat, als van oucls bekend, om tie in trinsieke hoedanigheden van het stelsel zc.f, een onoverwinne.ijken alneer verwekt en anderzijds bij zijn aanhangers, zooals nu toch wel historisch vaststaat, slechts ijdele ver wachtingen en onverwezen.ijkbare toei.omsl- croomen kweekea kan, omdat zij net n t het gezond verstand en het zedelijkheids gevoel zoo nauw niet nemen. Wanneer het economisch leven tot meer normaler verhoudingen zal zijn teruggekeerd, dan zal blijken, dat het beorij-sraoenste-scl nog levensvatbaarheid heeit, maar dat de j uug induatuiuaatuciu uccii, waai unt en genietend een groote reputatie van des- soci?:isatie ten doo£e is opgeschreven. kundigheid. Toch valt één ding ons op. En wel dit dat voor deze commissie uitsluitend leden in de ar benaars kringen werden gez~ehr, te. wijl het particuliere bedrijf volkomen o t genegeerd. Geldbelegging is toch steeds een zaak, die twee zijden heeft en van belang is, zoowel voor de beleggende partij als voor haar, die gaarne een deel der te beleggen gelden zou ontvangen. Was het dan niet wenschelijk geweest, d3t ook een andere vertegenwoordihger van het hypotheekbankwezen, van het grootbank- bedrijf enz. in deze commissie waren opge nomen Alle zaken dienen toch van twee zijden te worden bezien, wil men niet aanleiding geven tot de hierboven staande vraag? Wie het laatst lacht, lacht het best." Wij lezen in de „j'.aaDu^mOr6i.n „Vju.ere uau K een id.^-,.n^ van David V» aankoop up me >va0c ue eoa„act-ar, en vv.e^v.e mei z.,n zan-oea. t-J oruppei van z.,n n.us, „««.u sin.ere ua.s.e- wun, nog rou.er aan roou. i»ij s.apie de trein om oi-t-.e van uèm was, en n.eci op me omcon staan. „baoneis ua.-.e had, dat was 'n mirakel In oe uireentseae Straat s.oj-cn we op oe bru^, £ii toen kOiuI r tv.j vwO» SOCIALISATIE EN BTDRIJFSR ADEN. groo.e. gr-iue met 'n sjoicur in een pannie Arn. Borrct S. J. schrijft in de „Studicn": l"e' u.r i&oroP' „In de „Socialistische Gids" van Dec. »e uaar s selt d'e t>cl.,ewiek. 1923 in 'n bijdrage, getiteld: „Het Roomscb- vrüüWiPs-ri,0"a 'n v' a„£a' UlH 0 Katholieke Bedrijfsradenstelsel", wijst Dr. fltl bom en Uê Ir. Th. van der Waerden met 'lichten spot ado "jf "et, Slet' en kwalijk verholen leedvermaak er op. ..fouwou**, se* ik o.-aaard. „„et maane dat er van de in het Paaschmanifest van nje.' 1919 grootseh opgezette actie der R. K. Vak- gromt-ie, „maar foei dan me,, bewerfir<*, practisch zoo <*oed afs riels is *e maar0.,n ^en? overgebleven. We kunnen dit niet ontkennen. „i-en wat? vraag ut. al meenen we. dat er no1* heel wat meer is „Len laafaajene, ten slaaf vanne de ka- blijven hangen, dan v. d Waerden durft ver- P'iauSie moeden «"ooit wat fan gemerkt, seg ik. „Ik ben Maar'nu treft hij het erg ongelukkig, dat .lr»J m?n cnas k üenst ae" kaan 'k juist in dezelfde aflevering van genoemd n Par"^)e biijarte, ol k gaan^ttengeie tijdschrift een polemiek staat opgenomen „ue wil maan toch met amsmoese dat je tevreje ben met je le.fe vaa 'n slaais.gi- ie, maar ik geif m lik op stuk, en 'k wraaf m me nanae, en 'k seg, „ik heb 't bést naat Socialisatierapport ven 1920, dat e«n poging me sin bevat, waarmede de S. D. A. P. aan de so ciale en economische moeilijkheden wil te- 1 gemoet komen. In de vorige aflevering had prof. mr. W. A. Bonter een kort woord van protest geplaatst tegen het plan tot oprich ting van een Gemeentelijk Melkbedrijf te Amsterdam, omdat daarin, geheel in afwij king van hetgeen het Socialisatierapport vanzelfsprekend had genoemd, aan het per soneel van het bedrijf een plaats in den Raad van Beheer en Toezicht wordt toe- Laar sloeg-ie van achterover. „Maar foei j.j dan de fuile onrechtfaar-dig- he,d n.elV" vraagt-.e. „Dat frouwspersoon sat dik in de dia mante, waarom sij, en jouw frouw mei?" „Maan frouw het liever 'n ilenelle 4)loesie an", seg ik. „Ja begraapt het niet," houdt ie fol, „waarom moete de raake raak s.,n en de arreme arm? Omdat we niet fereenigd ten slraade trekken," segt-ie. „Omdat we n.et gekend Hij noemt dit voorstel syrdica'is- al.emaal bolsjew,eke saan, en opstaan in tisch, wat zooveel is als een socialistische felle woede" banvloek. F. M. Wibaut, die de eigenlijke aangevallene was. dient van antwoord en „Dat doen 'k anders iedere mor'ge as die ferwenschle wekker afloopt fal ik m in s n zegt o. a., dat hij aangaande het vraagstuk rede, maar hij wadst met een lanje, dunne der vertegenwoordiging van het personeel in ving.r naar me, en fraagt: „waar wérk j.j de Rac'en van Beheer en Toezicht tot andere foor??" gedachten is gekomen, dan in het Sociali- „Ik krab 's achter me oor, en seg: „Foor satierapporf liggen uitgedrukt en verwacht, me loon, sou 'k deake." dat het nieuwe voorstel geen verkeerde „Jawel, dat sou je dènke. Maar se geife i« syndicalistische gevolgen hebben zal. Prof. net. genoeg o.a niet te sterrnfe. Se bctale je Bonger doet zijn wederwoord aanstonds niet wat je waard ben." volgen en houdt vol, dat het niet aangaat, „Nee", grinnikte ik „Asse se de dat deëe, in een zco gewichtig onderdeel, van het ging 'k fzljiet!" eenmaal vastgestelde af te wijken. In de Maar hij tiert maar door, en schreeuwt: Januari-aflevering 1924 doen beiden het nog „Fampiere, bloedsuigers, uitbuiters, benne t eens dunnetjes over, waarbij elk zijn'stand- Watte me moete hebben, is de refoolusie. punt ongerept handhaaft. j Wij werkers Het ziet er derhalve met de socialisatie „Werkers?" fraag ik, wèrkers, wat foor niet veel rooskleuriger uit dan met het be- werk doe je dan?" drijfsradenstelsel en als Van der Waerc'en „Tk," scgt-ie en hij denkt eefe na, „ik lachen wil, dan moet het toch zijn met een werk foor de bestwil van me medemenscbe." lach ah van een 'boer, die kiespijn heeft, j „Oóóh!" seg ik, werk jij ook foor maar Wat het bedrijfsradenstelsel schipbreuk bestwil?" .heeft doen lijden, dat zijn kwesties van per- soonlijken aard, van opportuniteit, van meer of minder voortvarendheid in het tempo waarmede men de n:euwe plannen zou ver wezenlijken, terwijl de economische malaise de tegenstellingen nog scherper deed uit komen en directe aanleiding werd tot de definitieve t-reuk: wat d- soc?»,!?at!» heeft v aal doen stranden, dat zijn kwesfies' inherent beene.... aan het stelsel zelf, die hals over kop met plannen van opbouw moesten aankomen, waar zij tot dan toe slechts slooperswerk verrichtten, teleurstellingen bij hen, die in hun toekomstverwachtingen zich heel wat anders- hadden voorgesteld, terwijl de eco- nomische malaise geen oorzaak werd van „Seeker, broeder", antwoordt-ie. „Dus maan personlik", wil je goed doen? vraag ik weer. Soofeel as maar in me vermoge is zegt-is. „Nou, meester", seg ik, as dat soo is, geif maan dan 's een sigaar fan je Maar hij was an se halte en nam d< irisluk'-in*. maar shchts handi* verd a-.n gewend om de bestaande inwendige voos heid te verhelen. Het rfronddenkbee'd van het bedrijfs radenstelsel, dat de bedrijven in het maat schappelijke leven moeten worden inge.ij.d als zelfstandige organen, die, door de har monische samenwerking hunner onderdeden, in de zedelijk geoorloofde behartiging van het welbegrepen eigenbelang, aan het ge- heele gemeenschapsleven ten >'0ede.7U''!en komen, terwijl het overheidsgezag tegen mo gelijke machtsmisbruiken waken moet, blijft altijd waar. Het gronddenkbeeld der socia lisatie, dat de particuliere eigendom der productiemiddelen moet worden opgeheven en de exploitatie der gesocialiseerde be drijven, met voorbijzien van eiken prikkel van eigenbelahg, rechtstreeks op het voor zien in de behoelten der gemeenschap moe ten worden gericht om zoodoende langs een proces van geleidelijkheid te komen tot de socialistische maatschappij, waarin het over heidsgezag alles te bedisselen heeft zal heb ben, blijft a'tijd valsch. Het bedrijlsradenstclsel berust op het soli- oarisme, dat door den nieuwen klank, d:en het' nog vcor velen heelt, wel hier en daar met eenig wantrouwen kan worden tege- EALS IN KOOGER BEROEP. Naar vernomen wordt, is beid. A. Bals, be schuldigd van moord op den landbouwer A. Naalden, tegen zijn vonnis in hooger beroep regaar, zoo dit deze zaak opnieuw vcor het Ec sscl.e Hef in hcoger beiozp zal worden be handeld EEN UITSPRAAK VAN DE HAAGSCHE RECHTBANK. De Rechtbank te 's Hage heeft ontslagen van rechtsvervolging de spoorwegwachters J. de K. en P. J. R.. uit Delft, die door den Kantonrechter aldaar waren veroordeeld tot een geldboete van 30 wegens het niet tijdig sluiten van de beweegbare afsluiting van een overweg, met welke bediening zij belast waren. De Rechtbank overwoog dat overtreding van voorschriften van den Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten niet zijn overtre dingen van krachtens den ..algemeenen maat regel van bestuur" gestelde voorschriften en dat eerst genoemde voorschriften ook elders r.iet zijn strafbaar gesteld. Zij, die een uur geleden haar misdaad oog beweende, had er nu spijt van dat haar «anslag misluka was. Ze dacht er niet .neer aan zich schuil te houden en bleef staan om het jonge meisje voorbij te zien rijden Marguerite zat eenigszins gebogen in het tadel. Ze zag er zeer vermoeid en lijdend uit. Toen ze het boerenmeisje naderde, .rwam deze achter den boom vandaan, waarachter ze zich schuil had g-houden. Rosa liep eenige stappen den weg op en bleef recht tegenover de paardrijdster stil staan. Marguerite was op haar hoede, tengevolge van de gebeurtenis van dezen nacnt en zet te Ali aan om verder te gaan. Haar oogen ontmoetten die van Rosa.... ze huiverde. Een oogenblik bleef de vroegere smokke- iaarster onbeweeglijk staan.... vervolgens snelde ze haastig heen Marguerite Alfcan zag haar na.... Hare ontroe ing nam voortdurend toePiot teling begon ze over al haar leden te be- »en.... Ze had in de katoenen japon van Rosa een breede scheur bemerkt. Ze wist nu wie het geweest was die haar had willen dooden.... Ze herinnerde zich» nu alles. Op een ander punt van dit woud, dichter bij de Belgische grens, had deze smokkelaarster op een Octobermorgen j evenals heden voor haar gestaan. Toen bloedde zij echter en was ze buiten adem. Ze herinnerde zich nu dat dit miesje haar gesmeekt had om haar aan de vervolging der douaniers te onttrekken. Zij had toen haa paard doen steigeren en het boeren meisje omvergeworpen. Ze was doorgered ~n zonder dat de verwenschingen van de smokkelaarster haar ooren meer bereikten. Ongetwijfeld was dat de vrouw die haar had willen laten verdrinken en die dezen nacht haar in de put had willen werpen.... Hoe moest ze haar onschadelijk maken? Haar aanklagen bij de justitie. Maar dan zou ze opschudding verwek ken, De schande, welke aan haar naam kleefde, zou dan misschien door het een of andere onvoorziene toeval aan het licht komen. O, hoe zou ze dan over de tong gaan bij de menschen die op schandaal belust wa ren. De houding van Rosa bewees voldoende dat haar haat nog levendig was.... Elke ke gelegenheid zou Rosa aang ijpen om haar in den dood te storten. Het speet Ilarguetite dat ze eenige maanden geleden zoo minachtend was opgetreden. Als het nog eens voorkwam zou ze zeker anders itiehandeld hebben,.., 1 Toen een boer, dien zij ontmoette, de pet voor haar afnam, knikte ze dezen voor iet eerst van haar leven minzaam toe, ter wijl een hoogroode kleur over naar wan gen toog. Ze boog het hoofd. Ze trachtte de ^droe vige gedachten aan haar gebroken liefde te verdrijven hetgeen haar gelukte. Ze dacht nu nog, slechts aan Rosa: on danks alles wilde ze het boerenmeisje een verklaring van haar handelwijze ontlokken. Omstreeks negen uur keerde Marguerite bedroefd naar het kasteel terug. Ze bad Albert Delost niet ontmoet. lederen dag bijna bracht ze door met lezen in haaf ka mer. Ze ontweek haar moeder zooveel het in haar vermogen lag. De verstandhouding tusschen de beide vrouwen bleef dezelfde als vóór de onthulling van het vrecselijke geheim. Tegen den avond, toen de zon onderging, zette ze haar hoed op en riep Laure. Ze gingen samen een wandeling maken langs de akkeis. Aan den horizon verschenen! zware wol ken, die steeds meer aangroeiden en den hemel een dreigend aanzien gaven. Iedereen was bang voor regen. Er werd hard doorgewerkt om den oogst vóór de bui binnen te krijgen. De beide zusters begaven zich naar den akker waar de maaiers met vader Lurieux werkten. Laure klom od een grooten boerenwagen die juist hoog opgeladen -vas en reed zin gend mede. Marguerite liep tusschen de maaiers heen en weer, terwijl ze nu eens tegen den één en dan weer tegen een ander enkele vrien delijke woorden richtte. Allen stonden over hare ongewone har telijkheid verstomd. Eindelijk was ze bij Rosa gekomen, die zwijgend doorwerkte. Toen deze haar zag aankomen wendde ze zich af. „Welnu," zcide Marguerite, „wil het werk nogal vlotten vandaag?" Rosa veinsde haar niet te hooren. Marguerite verwijderde zich weer. Ze ging op een molensteen aan het einde van den akker zitten en bleef naar de arbei ders kijken. Toen dezen tegen het vallen van den nacht naar huis gingen, volgde ze hen van verre en begaf zich naar het kasteel. Kort na het avondmaal kwam Rosa thuis. De atmosfeer bleef drukkend, bliksem stralen doorkliefden het luchtruim. Terwijl ze bergafwaarts ging nam het onweer in hevigheid toe. Het was donker. Zware wol ken ontlaadden zich boven de bergen.... Bij het blauwe blikseml.cht meende Rosa een gestalte te zien.... Ze voelde zich be klemd. Een bijgcloovige vrees maakte zich van haar meester.... Wie kon dat zijn die daar op dit uur en dit vreeselijke weer zich in het ravijn bevond?.... Weder fietste het blauwe licht. Een ont zettende slag volgde bijna onmiddellijk. Voor den tweeden keer had Rosa iemand .gezien die naderbij kwamhet was een manin zijn hand droeg hij een valies hij liep als iemand die den weg niet kende. Telkens stond hij stil, aarzelend welke richting hij in zou slaan Terstond ging Rosa naar hem toe. „Zijt ge verdwaald, mijnheer?" „Tk geloof het wel." „Waar moet u heen?" „Naar het kasteel." Rosa begon in dien man belang te stellen Die naam alleen was al voldoende om haar haat te doen oplaaien. „U is er niet ver meer vanaf.misschien nog een kleine tien minuten...." „Is er ergens een herberg in de buurt waar ik even kan schuilen?" „Neen, mijnheer.... Maat als u wilt kunt kunt u met mij wel even medegaan.... Het onweer wordt steeds heviger,.... u zoudt dóórnat zijn als u op de plaats van bestem ming zoudt aangekomen zijn." Nauwelijks had het meisje deze woorden gesproken of een stortregen, vergezeld van zware donderslagen, ontlastte zich boven velden en bergen. „Best! Ik neem uw aanbod graag aan," zeide de reiziger na een korte aarzeling, „tenminste als bet u niet te lastig is...." Als het mij te lastig zou zi,n, can had ik Het meisje sloeg haar schort over het hoofd om zich een weinig tegen den regen te beveiligen en beiden daalden haastig ic het ravijn af. Toen de vreemdeling het hutie binnengetreden was brandde reeds een een voudige lamp op de tafel. Rosa bood hen een stoel aan. I ij ging zitten en liet- zijn blik dcor het vertrek dwalen, dat er droevig en leeg uitzag. In een klein alkoof stond een bed echter gele gordijnen. In een hoek bevond zich een soort kist gevuld met stroo, waarop tv - kinderen sliepen. De twee zusjes, waarv. i de oudste zes en de jongste vier jaar w:.:,, waren naar bed gegaan, nadat ze hun schotel melk opgedronken hadden, darr ze wel wis ten dat Rosa hen bestrafte en hun soms zelfs klappen gaf, als zij bij haar terugkomst hen nog spelende vond. Het jonge meisje beschouwde den man in middels zeer aandachtig. Hij was vrij groot, donker gekleed en droeg een slappen vilten hoed. Lij %ad een langen, sneeuwv.itten baard, die zijn gelaatstrekken gedeeltelijk verborg, zijn oogopslag was zwaarmoedig en teeder. Zijn hoed. dien hij had afgezet en op de knieën gelegd, bedekte een schedel zoo glad als ivoor. Talrijke diepe rimpels door ploegden zijn voorhoofd, dat door zijn kaal hoofdigheid zeer hoog scheen. Onder zijn uitstekende jukbeenderen wa- het u niet aangeboden,"^antwoordde het ren zijn wangen diep ingevallen. Het ge-, meisje. „Wilt u mij volgen?" i.heele gelaat, dat desondanks toeboog schoon i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5