Esn
Bord Pap'
ffenig's
Maïzena
Gemeenteraad van Bloemendaaf.
Ingezonden Mededeelingen
Ingszondssï isdeds®fiïsg©B
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. l
Derde Blad - Vrijdag 21 Maart 1S24
Het verzoek tot verdeeling der gemeente in sclioolwijkeu. De toeslag
op woninghuren van gemeentepersoneel. Geen motorrijwiel met
zijspanwagen ten behoeve der politie. Het beleid van den commis
saris van politie. Te veel politiepersoneel.Een medaille voor de Hamit.
De lijfarts van Bismarck.
d 60 cents oer re eel.
INGEZONDEN.
CO cents per regel.
SPORT EN SPEL.
Het Belgische Elftal.
SPORTDEMONSTRATIE TEN BATE
VAN HET N. O. C.
VOETBAL.
DAMMEN.
Na een geheime sitting van ongeveer 3
iwartier wordt de openbare zitting geopend
onder voorzitterschap van den burgemeester.
Afwezig de heeren De Roo van Alder-
werelt en Blankevoort.
De Vereeniging van Fokkers en Liefheb
bers van Duitsche Herdershonden verzoekt,
om het gemeentelijk terrein aan den Hoogen
Duin en Daalschen weg voor oefenterrein te
mogen huren.
B. en W. stellen voor, afwijzend op het
verzoek te beschikken, aangezien honden het
dvinterrein meer vernielen dan wandelaars,
die men met het oog op de bodemgesteldheid
(waardoor spoedig zandverstuivingen ont
staan), weert.
De heer Otto merkt op, dat door den raad
heelemaal niet beslist is, dat er geen wande
laars mogen toègelaten worden.
De Voorzitter antwoordt, dat dit wel
be ist is door een vroegeren raad.
De heer Otto zegt, dat we alleen met den
raad van het oogenblik te maken hebben.
De heer Hogenbirk merkt op, dat door
B. en W. is toegezegd, dat de vraag van liet
openstellen van het terrein nader onder de
oogen zal worden gezien.
De Voorzitter zegt, dat hierover dan in
de volgende vergadering het prae-advies
zal verschijnen.
Op het verzoek der Vereeniging wordt af
wijzend beschikt.
B. en W. stellen voor afwijzend te beschik
ken op een verzoek van den AlgemeenenNe-
derlandschen Straatmakersbond en aanver
wante vakken om weder-invoering van een
gemiddelde 45-urige werkweek, daar nog geen
3 maanden geleden de Raad besloot tot een
werkweek van ten hoogste 55 uur.
De -heeren Schulz en Van Kessel drin
gen er op aan, dat deze zaak naar het
Georganiseerd Overleg verwezen wordt.
Deze laatste doet dit verzoek, afgescheiden
van het verzoek van den Straatmakersbond.
Wordt dit niet gedaan, dan is dit een vol
strekt negeeren van het Georganiseerd Over
leg, terwijl de eerste wijst op het zware en
ongezonde van den arbeid van een straatma
ker.
Het voorstel, de kwestie te verwijzen naar
het Georganiseerd Overleg, wordt verworpen
met 76 stemmen.
Het voorstel van B. en W. wordt dan,aan
genomen.
B. en W. stellen voor afwijzend te beschik
ken op een verzoek der Noord-Hollandsche
Vereeniging „Het Witte Kruis" om een sub
sidie van 175, daar zij meenen, dat als van al-
ie gemeenten in Noord-Holland een subsidie
van 1 y2 cent per inwoner zou betaald worden,
de vereeniging alleen al door Amsterdam's
contributie een batig saldo zou hebben te
boeken.
Aldus besloten.
Het verzoeken der heeren Van Dam om
inlichtingen in zake de bebouwing van ter
reinen langs den Zeeweg wordt in handen van
3. en W. gesteld om'prae-advies.
Het Kerkbestuur der St. Antom'usparo-
zhie te Aerdenhout verzoekt beschikbaar
stelling van gelden voor stichting van een
bijzonder schoolgebouw voor gewoon L. O.
B. en W. stellen voor, het verzoek in hun
handen om prae-advies te stellen.
Aldus besloten.
Bij het voorstel de rooilijn van den Bloe-
mendaalschen weg aan de Oostzijde tusschen
den Vijverweg en de zgn. Voorbuurt te her
zien en nader vast te stellen, ontstaat eenige
discussie over de vraag, of door den spoed,
waarmede dit voorstel ingediend is en be
handeld moet werden, niet belanghebbenden
geschaad zullen worden.
Ten slotte wordt het voorstel goedgekeurd.
Besloten wordt, een verguld zilveren me
daille beschikbaar te stellen voor de H.A.M.
I.T.
B. en W. stellen voor, ontheffing der
Bouwverordening te verleenen aan G.B.F.
van Heeckeren v. d. Schoot voor den bouw
eener auto-garage aan de Koepellaan aan
J. B. Sluiter, voor den bouw van een woon-
nu'is met lokaal voor bijeenkomsten aan de
Eikenlaanaan G. Berkhemer voor ver
bouw van perceel Kortelaan 2 aan. de Bin-
nenl. Expl. Mij. van onroerende goederen,
om wijziging te brengen in het tracé der
Iepenlaan.
Verder stellen zij voor afwijzend te be
schikken op dergelijke verzoeken van W.E.
Robbemond voor den verbouw van een
winkelhuis met garage aan den Zandvoor-
terweg en van F. Terwey voor den bouw
eener garage aan de Lombar Petrilaan.
Besloten wordt, de Iepenlaan vanaf Kle
verlaan tot Bloemendaalsche weg te noemen
Dr. Bakkerlaan.
Besloten wordt, aan alle verzoekers ont
heffing te verleenen, dus ook aan Robbe
mond en Terwey.
B. en W. stellen voor, aan J. Meeuwig
van 1 Mei 1924—1 Mei 1925 te verhuren een
winkelhuis aan den Bloemendaalscheweg 119,
voor den prijs van f 190 per kwartaal.
De heeren Hogenbirk en Kremer stel
len voor, de huizen (van Kok en Meeuwig)
niet meer te verhuren, doch de huizen zoo
spoedig mogelijk op te ruimen.
De heer Van Kessel stelt voor, daar al
thans mee te wachten tot de nieuwe begroo-
dng.
De heer Hogenbirk stelt voor, den huur
termijn te verlengen tot 1 November.
Wethouder Laan merkt op, dat de ge
meente dan de huur van f 1.700 derft.
Het voorstel van B. en W. wordt verwor
pen met 94 stemmen. Met dezelfde stem-
mencijfers wordt besloten, de huizen tot 1
November a.s. te verhuren.
B. en W. stellen voor, een perceel grond
aan den Aerdenhoutsweg, ter grootte van
pl.m. 1090 vierk. M., aan P. G. Smit te ver-
koopen voor den prijs van f 3 per vierk. M.
Aldus besloten.
B. en W. vragen machtiging aan C. J.
Rol en H. Koopman te verkoopen een stuk
grond aan de Ooster-Tuindorplaan, ter
grootte van ongeveer 295 vierk. M. voor den
prijs van f 5 per vierk. M.
Aldus besloten.
De heer Blankevoort komt ter vergadering.
B. en W. stellen voor, van S. Mok eenigea
srond over te nemen langs den Bloemen-
daalschenweg.
Aldus besloten.
B. en W. bieden ter vaststelling aan wijzi
gingen van artt. 9 en 45 der Alg. Politie
verordening.
Dit betreft het overnemen van den tekst
van Ged. Staten, betreffende een verbods
bepaling omtrent het gebruiken van sloot
water bij het winnen, bereiden en bewaren
van voedingsmiddelen en voor het reinigen
van vaatwerk en gereedschappen, bestemd
om daarbij te worden gebezigd.
Verder betreft de wijziging het art. be
treffende het strafbaar stellen van het span
nen van draden voor radio- of andere toe
stellen over den openbaren weg.
Aldus besloten.
B. en W. stellen voor, artikel 1 der Ver
ordening op de heffing eener plaatselijke
belasting naar het inkomen aldus te wijzigen:
Ten behoeve van deze gemeente zal een
plaatselijke belasting worden geheven naar
het inkomen tot een maximum van 5 pet.
van het belastbaar bedrag en deze bepaling
in werking te doen treden 1 Mei 1924.
Goedgekeurd.
Naar aanleiding van het verzoek van de
Oudercommissie voor de openbare lagere
school te Overveen, om bij de reorganisatie
van het Lager Onderwijs voor iedere school
een wijk aan te wijzen, waaruit zij uitsluitend
haar leerlingen mag aannemen, stelde B. en
W. voor, dit verzoek bij de behandeling der
reorganisatie nader in overweging té nemen.
Ten aanzien van de aanstelling van een
nieuwe leerkracht waarop in het advies der
Commissie van Toezicht op het Lager On
derwijs wordt aangedrongen en wiens jaar
wedde bij het huidig aantal leerlingen der
school voor gemeenterekening komen mee
nen B. en Wte moeten adviseeren, hiermede
in ieder geval te wachten, totdat een beslissing
zal zijn genomen omtrent de voorgestelde af
schaffing van het zevende leerjaar. Mochten
deze plannen doorgaan, dan is het bezwaar
der schoolcommissie vanzelf opgeheven en
behoeven niet meer dan 2 klassen aan één
'eerkracht te worden toevertrouwd.
De heer Otto meent, dat hiermee moet
worden gewacht tot de reorganisatie.
De heer Van Kessel acht dit niet geheel
juist en zou althans den overgangsmaatregel,
aangegeven in het adres, willen toepassen op
hen, die de scholen gaan bezoeken.
Het voorstel van B. en W., de zaak bij B.
en W. te laten en haar t. z. t. weer aan de orde
te stellen, wordt na eenige bespreking aan
genomen.
B. en W. bieden ter vaststelling aan een
verordening tot aanvulling der verordening
regelende de rechten en verplichtingen van
en het toezicht op vereenigingen, vennoot
schappen of stichtingen, uitsluitend in het
belang der volkshuisvesting werkzaam.
Aldus besloten.
B. en W. bieden ter vaststelling aan een
regeling, betreffende de woninghuren van
het gemeentepersoneel. Volgens deze rege
ling, zullen zij een toeslag ontvangen voor
hetgeen de huur meer bedraagt dan 12 pet.
van hun gezinsinkomen, echter nooit meer
dan tot een bedrag van 20 pet. van hun sa
laris.
De heer Dc Waal Male'fijt meent, dat van
een dergelijk besluit de gevolgen niet zullen
zijn te overzien. Het gemeentepersoneel ont
vangt een grooten toeslag. Spr. wijst er op,
dat door het nieuwe voorste) bijv. de politie
agenten zeer achteruit zouden gaan. Beslo
ten is, niet aan de loonen te tornen, maar op
die manier zou men f 2 k f 3 per week van de
menschen afnemen.
De heer Schulz zou deze zaak naar het
Georganiseerd Overleg willen verwijzen.
De heer Otto weet niet, of daardoor een
betere oplossing zou te verkrijgen zijn. Nu
'olijkt, hoe goed het is, dat de raad in principe
besloot tot afschaffing van de toeslagen. Er
zijn ambtenaren, die een goed salaris heb
ben en toch een toeslag krijgen. Dat systeem
is funest. Nu is het wel moeilijk dat systeem
in eens af te schaffen, maar toch moet het dien
weg uit.
Men mag de vrije woningen van hen, die
gedwongen worden, in een bepaald huis te
wonen, niet vergelijken met hen, die wel een
ambtswoning hebben, maar niet aan een be
paald huis gebonden zijn. Voor de ee :ste cate
gorie moet zijn de toestand van salaris, plus
vrije woning. Dan is men van allen toeslag af.
Volgens spr. kan veilig besloten worden tot af
schaffing van alle toeslagen en de ambte
naren, beambten en werklieden de huur te
laten betalen, uitgezonderd hen, wien een
bepaalde woning wordt aangewezen.
De Voorzitter merkt op, dat de menschen
dan misschien een goedkooper woning gaan
zoeken. Thans is het politie-personeel over
de geheele gemeente verdeeld, maar dan zou
het wellicht in één gedeelte komen te wonen.
Het lijkt spr. erg moeilijk, een billijke rege
ling te vinden.
De heer Nuyens wil de zaak eerst in het
Georganiseerd Overleg doen behandelen.
Wethouder Van Nederhasselt herinnert
er aar., dat reeds besloten is, geen toeslag
meer te verleenen. Daar is eigenlijk niet de
hand aan gehouden, zoodat het gemeenteper
soneel al dien tijd eigenlijk te veel salaris heeft
gehad. Ook zijn de loonen ten voordeele van
het personeel herzien, zoodat ook uit dat oog
punt het vrije woning-systeem kan verval
len.
De heer Otto is van oordeel, dat nu be
sloten moet worden, de toeslagen geheel af
te schaffen. Overgangsbepalingen zoude-
vastgesteld moeten worden. Spr. zou ech' r
niet meer dan 50 van den toeslag wille,
geven volgens een in te stellen overgangsbe
paling.
De heer Van Kessel wijst er op, dat vol
gens het ministerieele besluit de menschen,
die in huizen van woningbouwvereenigingen
wonen, Vb V, van hun inkomen moeten
verwonen. Kan deze maatstaf ook hier nin
aangelegd worden voor het gemeente-perso
neel
Wethouder Van Nederhasselt merkt op,
dat we dan nooit van de toeslagen afkomen,
want dan zou toeslag verleend moeten wor
den aan hen, die niet in een gemeentewoning
wonen.
Op voorstel van den heer Otto wordt dan
besloten, den vollen toeslag te verleenen tot
1 Juli en de Commissie van het Georgani
seerd Overleg uit te noodigen, overgangsbe
palingen te ontwerpen tot een billijke rege
ling met dien verstande, dat na 1 Juli niet
meer dan 50 van den toeslag verleend
wordt voor het jaar 1924.
B. en W. vragen een crediet van 2.000
aan voor de aanschaffing van een motorrij
wiel met zijspanwagen ten behoeve der politie.
De heer Kremer wijst op den chaos op
den Zeeweg door het toenemend autoverkeer.
De heer Tenckink, commissaris van politie
te Haarlem, heeft spr. medegedeeld, dat daar
de motorbrigade zoo goed werkt. Spr. juicht
het voorstel van B. en W. zeer toe. Hij meent,
dat ook hier, vooral op den Zeeweg een mo
torbrigade zeer goed zal werken.
De heer Otto vindt het principieel onjuist,
buiten de begrooting om met een voorstel
te komen, dat de gemeente weer op kosten
jaagt
Spr. verwacht, dat het in de toekomst een
brigade zal worden. Voorts is spr. van oor
deel, dat de motorbrigade het verkeer op den
Zeeweg niet zal kunnen beheerschen. Spr.
vraagt of door de aanschaffing van dit motor
rijwiel eenige agenten kunnen afgeschaft
worden. Als het daarentegen een uitbreiding
b-teekent, vreest spr. er een kostbare geschie-
d:nis van.
Het motorrijwiel zal 3 agenten vorderen, vol
gens spr. Bij de begrooting is besloten, het
aantal agenten met 5 te verminderen. Be-
teekent het thans ingediende voorstel een
uitbreiding der politie, dan zal spr. er tegen
stemmen.
De heer Schulz wijst er op, dat de toestand
van thans op den Zeeweg niet houdbaai is,
Er wordt gereden des Zondagsmorgens met
een snelheid van over de 100 K.M.Daarte-
gen moeten maatregelen^ genomen worden.
Ook het politioneel toezicht in de gemeente
zal bevorderd worden door de aanschaffing
van een motorrijwiel. Daarom is spr. wel
voor aanschaffing. Spr. is ook van oordeel,
dat de nieuwe dienst geen uitbreiding der po
litie mag inhouden.
De Voorzitter zegt, in antwoord op een
vraag van den heer Blankenstein, dat het in
de bedoeling ligt, het aantal der politie té
verminderen, maar niet dadelijk.
De heer De Waal Malefijt zegt, dat er
nog nooit een ongeluk op den Zeeweg ge
beurd is. Spr. zou liever auto-vallen willen
instellen.
De heer Nüijens zal met pleizier voor dit
voorstel stemmen, maar zou liever een klei
nen auto willen aanschaffen.
De Voorzitter meent, dat dit nog nader
onder de oogen kan worden gezien.
De heer Luden wijst er op, dat er schan
delijk gereden wordt in deze gemeente. Het
eenigste daartegen is een motorbrigade. On
danks de kosten wil spr. hiertoe toch over
gaan. Alles hangt echter af van de instructie
van de menschen. Er moet niet plagend op
getreden worden, zooals in sommige gemeen
ten. Met tact en bezadigdheid zal de politie
moeten optreden. Voorts gelooft spr., dat
niet eiken dag gereden hoeft te worden, maar
zeker des Zondags.
De heer Van Kessel is ook niet enthou
siast over dit voorstel. Was de motorbrigade
niet in Haarlem en Heemstede gekomen, zij
zou ook hier niet voorgesteld zijn. Meerdere
malen is hier het woeste rijden ter sprake ge
bracht, maar het resultaat was nihil. Auto-
vallen werden geplaatst, maar geen men
schen er bij gezet. En nu komt men met dit
voorstel, welks argumentatie niet opgaat.
Spr. vraagt zich af, hoe de agenten een ver
dachte met den motor willen overbrengen.
Dat zal niet gemakkelijk gaan. Dit voorstel
zou alleen acceptabel zijn, als agenten ont
slagen werden. Het houden van wedstrijden
op den Zeeweg moet worden verboden.Wor-
den ze toch gehouden, dan doen twee agen
ten meer dan agenten in een motor. Spr.
wijst er op, dat in tijd van 2 jaar 8 agenten
minder hier gekomen zijn. Maar op de finan
ciën is dit niet merkbaar geweest.
Spr. wijst er op, dat men dagelijks op het
politiebureau vindt den Commissaris, een
hoofdagent-administrateur, (spr. zou er een
jongmaatje neerzetten), een hoofdagent-re
chercheur, die misschien eens in de veertien
dagen een zaakje heeft, een hoofdagent en
een agent. Spr. gelooft, dat hierin wel bezui
nigd kan worden.
Spr. besluit met te zeggen, dat hij door
het advies van B. en W. nog meer tegen
stander is geworden.
De heer Hogenbirk staat ook niet en
thousiast tegenover dit voorstel, maar wil
er zich wel bij neerleggen, als eenige agenten
ontslagen worden. De motorbrigade zal nog
veel geld gaan kosten, vreest spr. Spr. ver
langt echter vandaag de toezegging, dat het
aantal agenten met bijv. 4 zal verminderd
worden, wil spr. er voor kunnen stemmen.
De heer Otto zegt, geen vertrouwen te
hebben in de politie, dat het motorrijwiel
goed gebruikt zal worden. Dat ligt aan den
commissaris. Die had reeds lang een goede
organisatie moeten inrichten. Men moest
hier niet behoeven te zeggen, dat de sur
veillance in deze gemeente niet goed is.
In Nederland is het gemiddelde 1 agent op
de 1000 inwoners. Dan zouden we er 10 a 12
noodig hebben. Wil men er 1 op de 500,
dan moet men hebben 20 a 24 agenten. En
we hebben er 33, terwijl we er nu nog de
motorbrigade bij zouden krijgen. Die zou
goed kunnen werken in handen van een goed
organisator.
Spr. zegt, dat van den burgemeester als
hoofd der politie lijdelijk verzet uitgaat.
Volgens de begrooting zouden 5 agenten
ontslagen moeten worden. En nu hoort men:
het kan niet dadelijk. Zoolang spr. het ver
trouwen mist, dat deze brigade in handen
van een goed organisator komt, is hij tegen
dit voorstel, als hem geen afschaffing van
agenten toegezegd wordt.
De Voorzitter zegt, dat na rijpe over
weging besloten is, het voorstel tot aanschaf
fing van een motorrijwiel te doen. Dan zal
er zeker een eind komen aan de wedstrijden
op den Zeeweg. Ook het verkeer in de ge
meente zal die aanschaffing ten goede ko
men.
Laten we eerst beginnen met de aanschaf
fing hiervan, dan kunnen wc over afschaf
fing van politiepersoneel praten.
Dr, Bornwater verlangt ook positieve
toezegging, dat bezuinigd zal worden, an-
s onthoudt hij zijn stem aan dit voorstel.
Wethouder Laan merkt op, dat het dwaas
heid is, te spreken van op iedere 1000 in
woners één agent te houden.
Het spijt spr., dat de Zeeweg er gekomen
is, maar nu hij er is, moet hij ook bewaakt
worden. Wil de raad 6 agenten ontslaan, dan
moet hij de verantwoording dragen. De
surveillance zal dan minder worden.
De heer Van Kessel vraagt, of in het
onderhoud tusschen de financieele com
missie en den commissaris dezen laatste ook
gevraagd is, of hij agenten kan missen, als
een motorrijwiel aangeschaft wordt.
De Voorzitter antwoordt, dat de finan
cieele commissie eenstemmig voor aanschaf
fing is. Spr. verdedigt verder de aanschaffit g
van het motorrijwiel.
De heer Van Kessel vraagt antwoord op
zijn vraag»
De Voorzitter antwoordt, dat de leden
der fin. commissie bij dat onderhoud waren.
De heer Van Kessel zegt, dat een kleine
aandrang op het politie-personeel moet uit
geoefend worden, dat dit een andere betrek
king zoekt. Dan kan men vertrouwen hebben
in deze zaak. Nu heeft men dit niet.
Het voorstel van B. en W., in stemn -g
gebracht, wordt dan verworpen met 8 teger
6 stemmen.
Voor- de heeren Luden, Kremer, Schulz
Nuijens, Van Nederhasselt en Laan, tegen
dc heeren De Waal Malefijt, Hogenbirk,
Bornwater, Otto, Blankevoort, Verdegaal,
Prinsenberg en Van Kessel.
De verdere punten worden aangehouden
tot de volgende vergadering, welke extra ge
houden zal worden a.s. Donderdag.
In een correspondentie uit Berlijn aan
de „N. R. Ct," worden bijonderbeden mee
gedeeld over den lijfarts van Bismarck.
Wat deze correspondentie nog interessan
ter maakt is wat erin over Bismarck zelf
wordt meegedeeld.
Wij ontleenen er het volgende aan:
Dr. Ernst Schwenninger, wiens overlijden
de „N. R. Ct." heeft gemeld, was de lijfarts
van Bismarck en daardoor viel ook een
straal van historischen roem op zijn hoofd,
want hij heeft zeventien iaar lang den
stichter van hét rijk geneeskundig behan
deld en hem in een zeer kritieke gezond
heids-periode, toen de groote man licha
melijk ondermijnd scheen, nieuwe werk
kracht gegeven en in den volsten zin des
woords weer op de been geholpen Uit den
tijd, toen hij Pruisisch gezant te St. Peters
burg was, leed Bismarck aan een chroni
sche ader-ontsteking in het rechter been,
een nawee van een paardenmiddel, hem
toegediend door een Russisch geneesheer,
in wiens handen hij na een onbeteekenend
ongeval op jacht was geraakt. Bismarck zelf
vertelde dat hij een klein kwetsuur had op-
geloopen, 't welk de Rus met een vreese-
lijk scherpen pleister had behandeld. Welk
goedje het was, wist hij niet, maar 't heele
been was blauw geworden en zoo vreese-
lijk gezwollen, dat van amputatie al ernstig
sprake' was. Daarvan had hij echter niet
willen weten en gezegd dat hij dan maar
liever dood ging. Duitsche geneeshecren te
St. Petersburg hadden hem daarop met
moeite weer opgelapt, doch het been was
altijd ziek gebleven en van tijd tot tijd
kwam er weer ontsteking in.
Bismarck was midden in de zestig, toen
hij onder Schweninger's behandeling kwam.
Hij was zeer zwaarlijvig geworden, leefde
zoo ongezond mogelijk, at en dronk veel,
nam geen beweging en zag er ziekelijk uit
met zijn gele gelaatstint. Zijn zenuwachtig
heid was angstwekkend, hij werkte nog
slechts bij nacht en moest zijn redevoerin
gen in den Rijksdag, waar zijn tegenstan
ders als Windhorst en Eugen Richter hem
stelselmatig met „speldeprikken" kwel
den, zittend uitspreken. Kortom de reus
verkeerde lichamelijk in diep verval en dat
maakte zijn vrienden en familieleden wan
hopig. Alle bekende gencesheeren te Berlijn
werden op hem afgestuurd; hij liet aanvan
kelijk brommend een paar aan zijn lijf ko
men, maar volgde hun voorschriften niet
op, want „daar had hij geen tijd voor."
Den volgenden wees hij dc deur: hij wou
met die vervloekte pleisterhelden niets
meer uitstaande hebben.! Zoo werd hij al
zieker en zijn werkkracht steeds minder,
vooral toen hij nog chronische aangezichts-
pijn er bij kreeg, dc z.g. tic douloureux,
die hem het spreken bijna onmogelijk
maakte en hem noopte zijn baard te laten
staan, die hij anders gewoon was zorgvuldig
té scheren. Hij begon er dientengevolge
uit te zien als een grijze zeegod en ergerde
zich daarover, hoewel hij anders niet ijdel
was.
Toen kwam op een goeden dag onver
wachts redding. Bismarck's tweede zoon
Wilhelm, in de wandeling' Bill genoemd,
leek uiterlijk veel op zijn vader, letterlijk
„bis auf's Haar," zooals het in het Duitsch
heet, want ondanks zijn jeugd was hij
even kaal als de oude heer. Van jongsaf
erg dik en tuk op lekker eten, als alle Bis
marck's behalve de oude mevrouw Johan
na, leed hij als jongmensch al aan jicht in
een mate, die anders pas op ouderen leef
tijd na langdurig rijkelijk gebruik van zwa-
ren wijn en vette gerechten bij jichtige na
turen pleegt op te treden. Bill had alle
mogelijke bad- en andere kuren gevolgd
om er af te komen, maar 't had niet ge
holpen. De kwaal werd al pijnlijker, tot
hij, vrijwel wanhopig, bij een jong genees
heer te München aanklopte, die den naam
had wonderdadige genezingen te kunnen
verrichten. Hij was de 31 jarige dr. Ernst
Schweninger. Hij stuurde den jongen Bis
marck om tc beginnen naar een Hongaar-
sche badplaats en onderwierp hem toen
aan een vermageringskuur, die hem van
het overtollige vet en ook van zijn jicht
afhielp en hem zijn levensvreugde hergaf.
Vol verbazing zag de familie het won
der aan en de oude Bismarck liet zich
schoorvoetend bepraten, het ook esns met
dezen wonderdokter te probceren Van
heeler harte ging het niet, want hij was
overtuigd, dat zijn lichaam tegen krasse
medische proefnemingen niet meer bestand
was.
De eerste ontmoeting van Bismarck met
Schweninger moet vermakelijk zijn geweest.
Schweninger was afkomstig uit de Opper
Palts, waar de bevolking den naam heeft
nog bitser ie zijn dan de Neder-Beieren.
Ik hoorde 'eens een vriend van den huize
Bismarck vertellen hoe het was toegegaan.
„Schweninger betastte en beklopte bij t
onderzoek den kanselier danig en vroeg
hem het hemd van het lijf over zijn kwa
len. Het gezicht van Jupiter werd steeds
dreigender en zijn antwoorden ongeduldi
ger, tot hij ten slotte losbarstte: „Hou nu
maar op met uw nuttelooze vragen, elke
veearts weet zonder zooveel praatjes gau
wer waar hij zich aan tc houden heeft,"
waarop de ander 't heerlijk grof bescheid
gaf: „Of ik nuttelooze vragen stel kan U. D.
niet beoordeelen. Als ik veearts was, zou ik
heelemaal niets vragen, want een zieke
koe zou ten hoogste toch maar „boeh!"
antwoorden."
„Verduiveld," zei Bismarck later tol zijn
zoon Bill, „de dokter is 'n buitengewoon
onhebbelijke kerel." Niettemin van Schwe
ninger dc eerste, die Bismarck imponeerde
en wiens aanwijzingen de oude heer stipt
opvolgde. De uitkomsten waren trouwens
schitterend; er trad een ware verjonging in.
Het overtollige vet verdween, de veerkracht
herstelde zich, de kanselier kon weer gaan
paardrijden en wandelen, zijn zenuwen
sterkten aan, zijn gelaatskleur werd weer
gezond en hij kon opnieuw strijdlustig in
den Rijksdag van zich afbijten. Als loon
voor dat wonder vroeg Schweninger een
professoraat aan den universiteit te Ber- I
lijn, waar hij meende tc moeten blijven om
er controle op Bismarck te houden. Bo
vendien verlustigde hij zich bij voorbaat in
de ergernis, die zijn benoem.ng tot hoog
leeraar te München zou wekken. Daar had
hij wat op zijn kerfstok, dat zijn benoeming
zoozeer bemoeilijkte, dat de Pruisische mi
nister van onderwijs en de medische facul
teit te Berlijn er zich aanvankelijk sterk
verzetten. De oude Bismarck stoorde cr
zich niet aan, hoe aangrijpend de Pruisi
sche minister van onderwijs hem de zaak
ook voordroeg.
De,oude keizer, die ten slotte ook in de
zaak werd gemengd, zat er wel wat ver
legen mee, maar de gezondheid van zijn
eersten raadsman gaf den doorslag en als dc
faculteit zich met de benoeming kon veree
nigen zou hij die niet verhinderen En de
faculteit schikte zich nu maar in het on
vermijdelijke.
Onder Schweningers toezicht moest
Bismarck nu tot zijn dood op streng dieet
en geregeld leven. Zijn maaltijden werden
angstvallig gedoseerd, het menu nauwkeu
rig vastgesteld, het gebruik van bier, wijn
en tabak gerantsoeneerd. Sigaren waren ta
boe, alleen de lange pijp werd toegestaan
en geregelde lichaamsbeweging voorge
schreven. Eiken ochtend moest de kanse
lier zich laten wegen en zoodra zijn ge
wicht toenam, kwam Schweninger met
nieuwe voorschriften. Later, toen Bismarck
voorgoed naar Friedrichsruh verhuisde,
werd de jonge dr. Chrysander door Schwe
ninger met de controle belast.
Tengevolge van zijn geslaagde behande
ling van Bismarck kreeg Schweninger niet
slechts te Berlijn, doch in heel Duitschland
een groote practijk. Hij was „sterk in de
mode". Als hoogleeraar beteekendc hi; niet
veel, evenmin als leider van een groot zie
kenhuis, maar als practisch arts had hij
groot succes. Van den statigen man met zi;n
wilden zwarten haardos en zijn vollén
haard, borstelige wenkbrauwen en schitte
rende oogen ging een sterke stroom van wils
en levenskracht uit. In den omgang met zijn
patiënten liet hij zich dikwijls heel dras
tisch uit, vooral als hij opkwam legen een
weelderige levenswijze.
Toen hij later zijn Berlijnsche matten
voorgoed oprolde en naar Heidelberg trok,
stichtte hij daar een prachtig boven de
slotruinc gelegen sanatorium. Nadien keer
de hij naar München terug, waar een van
zijn beste vrienden, de schilder FraDZ Len-
bach woonde. Deze was 'door hem bij Bis
marck geintroduceerd en daaraan hebben
wij de prachtige gescbiiderdc portretten van
Bismarck te danken. Uit eigen beweging zou
Bismarck zich stellig niet hebben laten af
beelden, want de schilderkunst liet hem
vrij koud.
Voor den kunstenaar Lenbach voelde hij
niets, maar als gast was de schilder hem
welkom en hij had er geen bezwaar tegen
dat Lenbach zoo onder het gesprek door
portretstudies maakte. an poseeren wilde
de oude niet hooren Maar juist doordat
Lenbach hem ongedwongen in de meest
verschillende stemmingen kon opnemen,
heeft hij de machtige figuur met teeken-
stift en penseel zoo meesterlijk kunnen
weergeven.
Prins Eulenhurg houdt zich in zijn ge
denkschriften herhaaldelijk met het uiter
lijk van Bismarck bezig. Hij vond het hoofd
te groot, de handen en' voeten te plomp.
Hij schetst hem ergens als een soort nijl
paard dat zich onbeholpen op dc groote
sofa in de woonkamer van Friedrichsruh
wentelde. Dit is echter een volslagen on
juiste en boosaardige voorstelling In ver
houding tot het groote lichaam was Bis
marck's hoofd klein en de opmerkelijk
ronde schedel zeldzaam evenredig gewelfd:
„van een prachtige symmetrie als Ce koe
pel van St. Pieter" verklaarde Lenbach.
Het grijsblauwe oog was groot en helder,
maar Bismarck was gewoon de oogen zeer
wijd op te slaan als iets hem sterk interes
seerde of als hij iemand vlak in het gezicht
zag. Dan kreeg de blik iets starends. De
handen waren ongewoon fijn en slank, de
voeten sierlijk en voor de hoogc gestalte
heel klein. Allemaal teekenen van een goed
ras, terwijl de brave Eulenberg, zooals ik
hem mij herinner, een heel hoog nummer
voor schoenen en handschoenen moet neb-
ben gehad en wiens' gezicht allerminst de
aesthetische ziel, die in hem woonde, weer
spiegelde.
Een trouwer vriend en nauwgezetter ge
neesheer dan Schweninger had Bismarck
onmogelijk kunnen' vinden, en al pruttelde
hij ook vaak tegen den „afschuwelijken
dwarskijker", hij was toch zeer dankbaar
voor diens goede zorgen. Schweninger nam
ook geen blad voor den mond als Bis
marck eens uit den band wilde springen,
waartoe hij vooral bij de viering van zijn
SOsten jaardag geneigd was. Ik zie den be
weeglijken man nog duidelijk voor me, zoo
als hij in die drukke dagen den grijzen ju
bilaris onvermoeid bewaakte.
Slaap, spijs, drank, de ontvangst van
deputaties, tafelgesprek en officieele feest-
j rede, alles werd nauwgezet afgemeten.
Toen Bismarck zijn zwanengang, de aan-
grijoende toespraak tot de academische
jeugd, hield, 'stond Schweninger naast hem
met het horloge in de hand en een grooten
mantel over den arm, om den redenaar er
m te wikkelen zoodra hij teekenen van ver-
j moeidheid mocht geven. Dank zij de zorgen
van zijn lijfarts doorstond de tachtigjarige
de inspanning van de feestdagen zonder er
eenig nadeel van ie ondervinden, ofschoon
hij pas kort te voren van een longontsteking
was hersteld.
Toen de val van Bismarck werd voor
bereid, strooiden booze tongen rond, dat
Schweninger een morfinist van hem had ge
maakt, zoodat zijn zenuwen nu heelemaal
op waren. Schweninger antwoordde daarop
duidelijk met de hem eigen duidelijkheid.
Dat Bismarck's vulcanische aard ondanks
groote zelfbeheersching bij gelegenheid zijn
zenuwen niet in bedwang kon houden is
juist en bleek o.a in het laatste onderhoud,
dat hij voor zijn val met den keizer had.
Daarbij gooide hij een aktentasch zoo hard
op de tafel, waaraan de keizer zat dat deze
onwillekeurig de hand aan zijn sabel sloeg.
„Ik dacht dat de oude me den inktpot naar
het hoofd wou gooien vertelde Wilhelm
II later,
Toen Bismarck's einde naderde, kreeg
Schweninger van den keizer bevel, hem op
de hoogte te houden, maar deze maakte
daar geen haast mee. In Bismarck's huis
vreesde men n.l., dat Z. M. plotseling zou
komen opdagen voor een afscheid in groo
ten stijl. Daarom stelde Schweninger zijn
rapporten zoo op dat niemand aan een
plotseling einde dacht. Bekend is, dat dc
keizer pas na Bismarck's dood op Fried
richsruh aankwam.
Na Bismarck's dood verbleekte de ster
van Schweninger. Enkele jaren geleden
hoorde men dat hij bij een val het bekken
had gebroken en voor zijn verdere leven
invalide was geworden. Nu is hij, 74 jaar
oud, heengegaan.
is altijd een ge
zond voedsel voor
de kinderen en de
meeste zijn er erg
op gesteld.
Geeft hen dan
bij voorkeur pap
van de zuivere,
voedzame en toch
licht verteerbare
Let op de slmtzegels
als kenmerk van
echtheid.
Voor den inhoud van deze rubriek stelt
dc Redactie zicb niet aansprakelijk.
DE HULPVERLEENING AAN
DUITSCHLAND.
(Tiende mededeeling van het
R. K. Huisvestings-Comité).
In het tijdvak van 10 Febr. tot 15 Maart
werd voor de Duitsche actie ontvangen
7327.50, waarvan bestemd is 4857.85
voor de noodlijdende bevolking, 104.65 voor
kloosters, 1515 voor priesters en priester
studenten. 50 voor Nederlanders en 800
voor Kinderheime.
(Voor de Hongaarsche afdeeling werd nog
ontvangen 1653.35)4, voor de Oostenrijk-
sche f 225).
Er werden 105 nieuwe kinderplaatsen be
schikbaar gesteld, waardoor het totaal
steeg tot 5291.
In Februari kwamen 530 Duitsche kinde
ren in ons land en keerden er 435 naar
Duitschland terug.
Verzonden werden 7000 K.G. aardappelen
en 2000 K.G. rogge naar Rheijdt en 10000
K.G. aardappelen uit Zundert naar Duisburg
en Ruhrort, alles voor Nederlanders; en
10000 K.G. aardappelen uit Zundert naar
Frankfort. Voorts een zending kleeding en
luiermandartikelen voor dc Nederlanders in
Duitschland; 5490 K.G. kleeding en levens
middelen naar Uedem, 2920 K.G graan naar
Aken, 1 wagon liefdegaven naar de cen
trale te Düsseldorf, 12800 K.G. vel, erwten,
boonen en rijst naar Steele, 8600 K.G. idem
naar Neuss en 8600 K.G. idem naar Stolberg
bij Aken. Van deze laatste drie zendingen
was 20 pCt. bestemd voor de Nederlanders.
Uit Nijmegen werden zeer mooie zendin
gen levensmiddelen en klceding verzonden
naar Kleef en Keilen, zoowel voor de Neder
landers als Duitschers.
Uit verschillende plaatsen werden in het
Centraal Bureau zendingen goederen ont
vangen waaronder van de R. K. Vrouwen
bonden te Tiel, Naaldwijk, Uithoorn, Cas-
iricum, Rijswijk en Hulst, alsmede o.a. een
bijzonder mooie zending uit Gouda.
Dc lente is aangevangen.
En met vreugde zien wij den tijd naderen
dat wij ons weder vrijer in de schoone na
tuur zullen kunnen bewegen.
Alom verdwijnen de dingen, die ons aan
den kouden, grilligen winter herinneren,
Dc zware, warme winterklceding, die ons
zulke goede diénsten bewees in het gure,
kille weder, verdwijnt nu ook.
En evenals aan de bloemen, de planten
en de vogels, ziet men aan de darresklee-
ding, dat de heerlijke lente h" ar intrede
heeit gedaan,
De sierlijke voorjaarsmantels in prettige
tinten, de japonnen en blouses in vrooiijke,
nieuwe kleuren
Dat alles op het gebied van damesklec-
ding kan men bewonderen in de nieuwste
modellen en in de nieuwste kleuren hij
LAFAYETTE, Groote Houtstraat 102a, hoek
Nieuwstraat.
Deze firma heeft thans, meer dan ooit re
kening houdend met den algemeenen toe
stand, zoowel voor de courante confectie
als voor dc betere genres, hare prijzen
uiterst scherp gecalculeerd.
Een bezoek aan deze firma, die aan haar
confectie altijd een apart karakter weet te
verleenen, is dan ook overwaard.
De Belgische mid-half Ficrens, die Zondag
j.l. in een competitiewedstrijd een blessuur
opliep, zal Zondag niet uitkomen.
h'ij wordt vervangen door Hanse, die reeds
eerder deze plaats heeft bezet.
Pelsmaeker en Sckelstraete, die in de
competitie-wedstrijden blessures opliepen,
zullen door den dokter onderzocht worden,
doch men vermoedt niet dat zij vervangen
zullen moeten worden.
We schreven in ons sportblad van Maan
dag jj. „de medewerking is algemeen."
Dit blijkt thans wel uit de samenstelling
van de beide elftallen, die elkaar Zaterdagmid
dag op het H. F. C.-terrein zullen ontmoeten.
Eenerzfjds staat het op Visser na volledige
Stormvogels, aan dc andere zijde bevindt
rich een combinatie van R. C. H.H. F. C.
(Ie elftalspelers,) aangevuld met Parson van
3iocmendaai en Meenhorst uit Scheten.
Een schitterende voetbal-demonstratie
staat ons alzoo te wachten, welke niet zal na
laten een talrijk publiek naar de Spanjaards-
laa:; te lokken.
Hulde vooral aan Stormvogels, die ter
stond bereid werd gevonden iets voor het
goede doel te doen Wij Haarlemmers zul
len dat zeker op prijs weten te stellen.
ATHLETIEK.
Kei Chronologisch overzicht luidt
2.30 Series 60 Meter hardloopen.
discuswerpen.
2.40 3000 Meter hardloopen,
3.4 x 80 M. Estafette
speerwerpen,
hoogspringen
3.20 beslissing 60 Meter.
De nummers rijn met medewerking van
eenige Amsterdamsche athleten goed bezet.
Vooral „Haarlem" en Concordia zullen bij de
ze demonstratie haar beste beentje voorzet-
t ,i.
De volgende takken van sport zullen mor
genmiddag worden gedemonstreerd.
Voetbal: Wedstrijden tusschen een H. F. C.
R. C. H.-combinatie, versus Stormvogels.
Athlctiek Zie hiervoven.
Korfbal: HaarlemAdvendo.
Honkbal: Dc H. C. Haarlem brengt 2
sterke ploegen in het veld.
Voor de Competitie van den NederL R.
K. Dambond, District Haarlem en Omstre
ken, werd Woensdagavond een wedstrijd
gespeeld tusschen „Gezellig S. menzijn", Hii-
iegom en Lisse, en „St. Joseph I" uit Haar
lem. Er werd gespeeld in het clubgebouw
van laatstgenoemde vereeniging aan de Ko-
ningsteinstraat.
De bezoekers waren volledig, terwijl de
thuisclub eenige invallers telde. De gedetail
leerde uitslag is als voüjtf:
„St, Joseph I". „Gez. Samenzijn".
1. H. RumpH. v. d. Geest
2. J. v. MusschenJ. J. v. d. Loo
3. J. KessensJ. v. d. Loo 02
4. H. SpronkF. H. Schouten 02
5. J. BalmA. G. de Jen 02
6. Th. ToornendA. H. v. d. Geest 02
7. H. KenterJ. v. d. Poel
8. C. MeierP. v. d. Mey 02
9. J. v. ZiltC. Verdegaal 20
10. J. BiesboomJ. Huygsloot 2C
Voorloopige uitslag 41