Esn Bord Pap' ffenig's Maïzena Gemeenteraad van Bloemendaaf. Ingezonden Mededeelingen Ingszondssï isdeds®fiïsg©B NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. l Derde Blad - Vrijdag 21 Maart 1S24 Het verzoek tot verdeeling der gemeente in sclioolwijkeu. De toeslag op woninghuren van gemeentepersoneel. Geen motorrijwiel met zijspanwagen ten behoeve der politie. Het beleid van den commis saris van politie. Te veel politiepersoneel.Een medaille voor de Hamit. De lijfarts van Bismarck. d 60 cents oer re eel. INGEZONDEN. CO cents per regel. SPORT EN SPEL. Het Belgische Elftal. SPORTDEMONSTRATIE TEN BATE VAN HET N. O. C. VOETBAL. DAMMEN. Na een geheime sitting van ongeveer 3 iwartier wordt de openbare zitting geopend onder voorzitterschap van den burgemeester. Afwezig de heeren De Roo van Alder- werelt en Blankevoort. De Vereeniging van Fokkers en Liefheb bers van Duitsche Herdershonden verzoekt, om het gemeentelijk terrein aan den Hoogen Duin en Daalschen weg voor oefenterrein te mogen huren. B. en W. stellen voor, afwijzend op het verzoek te beschikken, aangezien honden het dvinterrein meer vernielen dan wandelaars, die men met het oog op de bodemgesteldheid (waardoor spoedig zandverstuivingen ont staan), weert. De heer Otto merkt op, dat door den raad heelemaal niet beslist is, dat er geen wande laars mogen toègelaten worden. De Voorzitter antwoordt, dat dit wel be ist is door een vroegeren raad. De heer Otto zegt, dat we alleen met den raad van het oogenblik te maken hebben. De heer Hogenbirk merkt op, dat door B. en W. is toegezegd, dat de vraag van liet openstellen van het terrein nader onder de oogen zal worden gezien. De Voorzitter zegt, dat hierover dan in de volgende vergadering het prae-advies zal verschijnen. Op het verzoek der Vereeniging wordt af wijzend beschikt. B. en W. stellen voor afwijzend te beschik ken op een verzoek van den AlgemeenenNe- derlandschen Straatmakersbond en aanver wante vakken om weder-invoering van een gemiddelde 45-urige werkweek, daar nog geen 3 maanden geleden de Raad besloot tot een werkweek van ten hoogste 55 uur. De -heeren Schulz en Van Kessel drin gen er op aan, dat deze zaak naar het Georganiseerd Overleg verwezen wordt. Deze laatste doet dit verzoek, afgescheiden van het verzoek van den Straatmakersbond. Wordt dit niet gedaan, dan is dit een vol strekt negeeren van het Georganiseerd Over leg, terwijl de eerste wijst op het zware en ongezonde van den arbeid van een straatma ker. Het voorstel, de kwestie te verwijzen naar het Georganiseerd Overleg, wordt verworpen met 76 stemmen. Het voorstel van B. en W. wordt dan,aan genomen. B. en W. stellen voor afwijzend te beschik ken op een verzoek der Noord-Hollandsche Vereeniging „Het Witte Kruis" om een sub sidie van 175, daar zij meenen, dat als van al- ie gemeenten in Noord-Holland een subsidie van 1 y2 cent per inwoner zou betaald worden, de vereeniging alleen al door Amsterdam's contributie een batig saldo zou hebben te boeken. Aldus besloten. Het verzoeken der heeren Van Dam om inlichtingen in zake de bebouwing van ter reinen langs den Zeeweg wordt in handen van 3. en W. gesteld om'prae-advies. Het Kerkbestuur der St. Antom'usparo- zhie te Aerdenhout verzoekt beschikbaar stelling van gelden voor stichting van een bijzonder schoolgebouw voor gewoon L. O. B. en W. stellen voor, het verzoek in hun handen om prae-advies te stellen. Aldus besloten. Bij het voorstel de rooilijn van den Bloe- mendaalschen weg aan de Oostzijde tusschen den Vijverweg en de zgn. Voorbuurt te her zien en nader vast te stellen, ontstaat eenige discussie over de vraag, of door den spoed, waarmede dit voorstel ingediend is en be handeld moet werden, niet belanghebbenden geschaad zullen worden. Ten slotte wordt het voorstel goedgekeurd. Besloten wordt, een verguld zilveren me daille beschikbaar te stellen voor de H.A.M. I.T. B. en W. stellen voor, ontheffing der Bouwverordening te verleenen aan G.B.F. van Heeckeren v. d. Schoot voor den bouw eener auto-garage aan de Koepellaan aan J. B. Sluiter, voor den bouw van een woon- nu'is met lokaal voor bijeenkomsten aan de Eikenlaanaan G. Berkhemer voor ver bouw van perceel Kortelaan 2 aan. de Bin- nenl. Expl. Mij. van onroerende goederen, om wijziging te brengen in het tracé der Iepenlaan. Verder stellen zij voor afwijzend te be schikken op dergelijke verzoeken van W.E. Robbemond voor den verbouw van een winkelhuis met garage aan den Zandvoor- terweg en van F. Terwey voor den bouw eener garage aan de Lombar Petrilaan. Besloten wordt, de Iepenlaan vanaf Kle verlaan tot Bloemendaalsche weg te noemen Dr. Bakkerlaan. Besloten wordt, aan alle verzoekers ont heffing te verleenen, dus ook aan Robbe mond en Terwey. B. en W. stellen voor, aan J. Meeuwig van 1 Mei 1924—1 Mei 1925 te verhuren een winkelhuis aan den Bloemendaalscheweg 119, voor den prijs van f 190 per kwartaal. De heeren Hogenbirk en Kremer stel len voor, de huizen (van Kok en Meeuwig) niet meer te verhuren, doch de huizen zoo spoedig mogelijk op te ruimen. De heer Van Kessel stelt voor, daar al thans mee te wachten tot de nieuwe begroo- dng. De heer Hogenbirk stelt voor, den huur termijn te verlengen tot 1 November. Wethouder Laan merkt op, dat de ge meente dan de huur van f 1.700 derft. Het voorstel van B. en W. wordt verwor pen met 94 stemmen. Met dezelfde stem- mencijfers wordt besloten, de huizen tot 1 November a.s. te verhuren. B. en W. stellen voor, een perceel grond aan den Aerdenhoutsweg, ter grootte van pl.m. 1090 vierk. M., aan P. G. Smit te ver- koopen voor den prijs van f 3 per vierk. M. Aldus besloten. B. en W. vragen machtiging aan C. J. Rol en H. Koopman te verkoopen een stuk grond aan de Ooster-Tuindorplaan, ter grootte van ongeveer 295 vierk. M. voor den prijs van f 5 per vierk. M. Aldus besloten. De heer Blankevoort komt ter vergadering. B. en W. stellen voor, van S. Mok eenigea srond over te nemen langs den Bloemen- daalschenweg. Aldus besloten. B. en W. bieden ter vaststelling aan wijzi gingen van artt. 9 en 45 der Alg. Politie verordening. Dit betreft het overnemen van den tekst van Ged. Staten, betreffende een verbods bepaling omtrent het gebruiken van sloot water bij het winnen, bereiden en bewaren van voedingsmiddelen en voor het reinigen van vaatwerk en gereedschappen, bestemd om daarbij te worden gebezigd. Verder betreft de wijziging het art. be treffende het strafbaar stellen van het span nen van draden voor radio- of andere toe stellen over den openbaren weg. Aldus besloten. B. en W. stellen voor, artikel 1 der Ver ordening op de heffing eener plaatselijke belasting naar het inkomen aldus te wijzigen: Ten behoeve van deze gemeente zal een plaatselijke belasting worden geheven naar het inkomen tot een maximum van 5 pet. van het belastbaar bedrag en deze bepaling in werking te doen treden 1 Mei 1924. Goedgekeurd. Naar aanleiding van het verzoek van de Oudercommissie voor de openbare lagere school te Overveen, om bij de reorganisatie van het Lager Onderwijs voor iedere school een wijk aan te wijzen, waaruit zij uitsluitend haar leerlingen mag aannemen, stelde B. en W. voor, dit verzoek bij de behandeling der reorganisatie nader in overweging té nemen. Ten aanzien van de aanstelling van een nieuwe leerkracht waarop in het advies der Commissie van Toezicht op het Lager On derwijs wordt aangedrongen en wiens jaar wedde bij het huidig aantal leerlingen der school voor gemeenterekening komen mee nen B. en Wte moeten adviseeren, hiermede in ieder geval te wachten, totdat een beslissing zal zijn genomen omtrent de voorgestelde af schaffing van het zevende leerjaar. Mochten deze plannen doorgaan, dan is het bezwaar der schoolcommissie vanzelf opgeheven en behoeven niet meer dan 2 klassen aan één 'eerkracht te worden toevertrouwd. De heer Otto meent, dat hiermee moet worden gewacht tot de reorganisatie. De heer Van Kessel acht dit niet geheel juist en zou althans den overgangsmaatregel, aangegeven in het adres, willen toepassen op hen, die de scholen gaan bezoeken. Het voorstel van B. en W., de zaak bij B. en W. te laten en haar t. z. t. weer aan de orde te stellen, wordt na eenige bespreking aan genomen. B. en W. bieden ter vaststelling aan een verordening tot aanvulling der verordening regelende de rechten en verplichtingen van en het toezicht op vereenigingen, vennoot schappen of stichtingen, uitsluitend in het belang der volkshuisvesting werkzaam. Aldus besloten. B. en W. bieden ter vaststelling aan een regeling, betreffende de woninghuren van het gemeentepersoneel. Volgens deze rege ling, zullen zij een toeslag ontvangen voor hetgeen de huur meer bedraagt dan 12 pet. van hun gezinsinkomen, echter nooit meer dan tot een bedrag van 20 pet. van hun sa laris. De heer Dc Waal Male'fijt meent, dat van een dergelijk besluit de gevolgen niet zullen zijn te overzien. Het gemeentepersoneel ont vangt een grooten toeslag. Spr. wijst er op, dat door het nieuwe voorste) bijv. de politie agenten zeer achteruit zouden gaan. Beslo ten is, niet aan de loonen te tornen, maar op die manier zou men f 2 k f 3 per week van de menschen afnemen. De heer Schulz zou deze zaak naar het Georganiseerd Overleg willen verwijzen. De heer Otto weet niet, of daardoor een betere oplossing zou te verkrijgen zijn. Nu 'olijkt, hoe goed het is, dat de raad in principe besloot tot afschaffing van de toeslagen. Er zijn ambtenaren, die een goed salaris heb ben en toch een toeslag krijgen. Dat systeem is funest. Nu is het wel moeilijk dat systeem in eens af te schaffen, maar toch moet het dien weg uit. Men mag de vrije woningen van hen, die gedwongen worden, in een bepaald huis te wonen, niet vergelijken met hen, die wel een ambtswoning hebben, maar niet aan een be paald huis gebonden zijn. Voor de ee :ste cate gorie moet zijn de toestand van salaris, plus vrije woning. Dan is men van allen toeslag af. Volgens spr. kan veilig besloten worden tot af schaffing van alle toeslagen en de ambte naren, beambten en werklieden de huur te laten betalen, uitgezonderd hen, wien een bepaalde woning wordt aangewezen. De Voorzitter merkt op, dat de menschen dan misschien een goedkooper woning gaan zoeken. Thans is het politie-personeel over de geheele gemeente verdeeld, maar dan zou het wellicht in één gedeelte komen te wonen. Het lijkt spr. erg moeilijk, een billijke rege ling te vinden. De heer Nuyens wil de zaak eerst in het Georganiseerd Overleg doen behandelen. Wethouder Van Nederhasselt herinnert er aar., dat reeds besloten is, geen toeslag meer te verleenen. Daar is eigenlijk niet de hand aan gehouden, zoodat het gemeenteper soneel al dien tijd eigenlijk te veel salaris heeft gehad. Ook zijn de loonen ten voordeele van het personeel herzien, zoodat ook uit dat oog punt het vrije woning-systeem kan verval len. De heer Otto is van oordeel, dat nu be sloten moet worden, de toeslagen geheel af te schaffen. Overgangsbepalingen zoude- vastgesteld moeten worden. Spr. zou ech' r niet meer dan 50 van den toeslag wille, geven volgens een in te stellen overgangsbe paling. De heer Van Kessel wijst er op, dat vol gens het ministerieele besluit de menschen, die in huizen van woningbouwvereenigingen wonen, Vb V, van hun inkomen moeten verwonen. Kan deze maatstaf ook hier nin aangelegd worden voor het gemeente-perso neel Wethouder Van Nederhasselt merkt op, dat we dan nooit van de toeslagen afkomen, want dan zou toeslag verleend moeten wor den aan hen, die niet in een gemeentewoning wonen. Op voorstel van den heer Otto wordt dan besloten, den vollen toeslag te verleenen tot 1 Juli en de Commissie van het Georgani seerd Overleg uit te noodigen, overgangsbe palingen te ontwerpen tot een billijke rege ling met dien verstande, dat na 1 Juli niet meer dan 50 van den toeslag verleend wordt voor het jaar 1924. B. en W. vragen een crediet van 2.000 aan voor de aanschaffing van een motorrij wiel met zijspanwagen ten behoeve der politie. De heer Kremer wijst op den chaos op den Zeeweg door het toenemend autoverkeer. De heer Tenckink, commissaris van politie te Haarlem, heeft spr. medegedeeld, dat daar de motorbrigade zoo goed werkt. Spr. juicht het voorstel van B. en W. zeer toe. Hij meent, dat ook hier, vooral op den Zeeweg een mo torbrigade zeer goed zal werken. De heer Otto vindt het principieel onjuist, buiten de begrooting om met een voorstel te komen, dat de gemeente weer op kosten jaagt Spr. verwacht, dat het in de toekomst een brigade zal worden. Voorts is spr. van oor deel, dat de motorbrigade het verkeer op den Zeeweg niet zal kunnen beheerschen. Spr. vraagt of door de aanschaffing van dit motor rijwiel eenige agenten kunnen afgeschaft worden. Als het daarentegen een uitbreiding b-teekent, vreest spr. er een kostbare geschie- d:nis van. Het motorrijwiel zal 3 agenten vorderen, vol gens spr. Bij de begrooting is besloten, het aantal agenten met 5 te verminderen. Be- teekent het thans ingediende voorstel een uitbreiding der politie, dan zal spr. er tegen stemmen. De heer Schulz wijst er op, dat de toestand van thans op den Zeeweg niet houdbaai is, Er wordt gereden des Zondagsmorgens met een snelheid van over de 100 K.M.Daarte- gen moeten maatregelen^ genomen worden. Ook het politioneel toezicht in de gemeente zal bevorderd worden door de aanschaffing van een motorrijwiel. Daarom is spr. wel voor aanschaffing. Spr. is ook van oordeel, dat de nieuwe dienst geen uitbreiding der po litie mag inhouden. De Voorzitter zegt, in antwoord op een vraag van den heer Blankenstein, dat het in de bedoeling ligt, het aantal der politie té verminderen, maar niet dadelijk. De heer De Waal Malefijt zegt, dat er nog nooit een ongeluk op den Zeeweg ge beurd is. Spr. zou liever auto-vallen willen instellen. De heer Nüijens zal met pleizier voor dit voorstel stemmen, maar zou liever een klei nen auto willen aanschaffen. De Voorzitter meent, dat dit nog nader onder de oogen kan worden gezien. De heer Luden wijst er op, dat er schan delijk gereden wordt in deze gemeente. Het eenigste daartegen is een motorbrigade. On danks de kosten wil spr. hiertoe toch over gaan. Alles hangt echter af van de instructie van de menschen. Er moet niet plagend op getreden worden, zooals in sommige gemeen ten. Met tact en bezadigdheid zal de politie moeten optreden. Voorts gelooft spr., dat niet eiken dag gereden hoeft te worden, maar zeker des Zondags. De heer Van Kessel is ook niet enthou siast over dit voorstel. Was de motorbrigade niet in Haarlem en Heemstede gekomen, zij zou ook hier niet voorgesteld zijn. Meerdere malen is hier het woeste rijden ter sprake ge bracht, maar het resultaat was nihil. Auto- vallen werden geplaatst, maar geen men schen er bij gezet. En nu komt men met dit voorstel, welks argumentatie niet opgaat. Spr. vraagt zich af, hoe de agenten een ver dachte met den motor willen overbrengen. Dat zal niet gemakkelijk gaan. Dit voorstel zou alleen acceptabel zijn, als agenten ont slagen werden. Het houden van wedstrijden op den Zeeweg moet worden verboden.Wor- den ze toch gehouden, dan doen twee agen ten meer dan agenten in een motor. Spr. wijst er op, dat in tijd van 2 jaar 8 agenten minder hier gekomen zijn. Maar op de finan ciën is dit niet merkbaar geweest. Spr. wijst er op, dat men dagelijks op het politiebureau vindt den Commissaris, een hoofdagent-administrateur, (spr. zou er een jongmaatje neerzetten), een hoofdagent-re chercheur, die misschien eens in de veertien dagen een zaakje heeft, een hoofdagent en een agent. Spr. gelooft, dat hierin wel bezui nigd kan worden. Spr. besluit met te zeggen, dat hij door het advies van B. en W. nog meer tegen stander is geworden. De heer Hogenbirk staat ook niet en thousiast tegenover dit voorstel, maar wil er zich wel bij neerleggen, als eenige agenten ontslagen worden. De motorbrigade zal nog veel geld gaan kosten, vreest spr. Spr. ver langt echter vandaag de toezegging, dat het aantal agenten met bijv. 4 zal verminderd worden, wil spr. er voor kunnen stemmen. De heer Otto zegt, geen vertrouwen te hebben in de politie, dat het motorrijwiel goed gebruikt zal worden. Dat ligt aan den commissaris. Die had reeds lang een goede organisatie moeten inrichten. Men moest hier niet behoeven te zeggen, dat de sur veillance in deze gemeente niet goed is. In Nederland is het gemiddelde 1 agent op de 1000 inwoners. Dan zouden we er 10 a 12 noodig hebben. Wil men er 1 op de 500, dan moet men hebben 20 a 24 agenten. En we hebben er 33, terwijl we er nu nog de motorbrigade bij zouden krijgen. Die zou goed kunnen werken in handen van een goed organisator. Spr. zegt, dat van den burgemeester als hoofd der politie lijdelijk verzet uitgaat. Volgens de begrooting zouden 5 agenten ontslagen moeten worden. En nu hoort men: het kan niet dadelijk. Zoolang spr. het ver trouwen mist, dat deze brigade in handen van een goed organisator komt, is hij tegen dit voorstel, als hem geen afschaffing van agenten toegezegd wordt. De Voorzitter zegt, dat na rijpe over weging besloten is, het voorstel tot aanschaf fing van een motorrijwiel te doen. Dan zal er zeker een eind komen aan de wedstrijden op den Zeeweg. Ook het verkeer in de ge meente zal die aanschaffing ten goede ko men. Laten we eerst beginnen met de aanschaf fing hiervan, dan kunnen wc over afschaf fing van politiepersoneel praten. Dr, Bornwater verlangt ook positieve toezegging, dat bezuinigd zal worden, an- s onthoudt hij zijn stem aan dit voorstel. Wethouder Laan merkt op, dat het dwaas heid is, te spreken van op iedere 1000 in woners één agent te houden. Het spijt spr., dat de Zeeweg er gekomen is, maar nu hij er is, moet hij ook bewaakt worden. Wil de raad 6 agenten ontslaan, dan moet hij de verantwoording dragen. De surveillance zal dan minder worden. De heer Van Kessel vraagt, of in het onderhoud tusschen de financieele com missie en den commissaris dezen laatste ook gevraagd is, of hij agenten kan missen, als een motorrijwiel aangeschaft wordt. De Voorzitter antwoordt, dat de finan cieele commissie eenstemmig voor aanschaf fing is. Spr. verdedigt verder de aanschaffit g van het motorrijwiel. De heer Van Kessel vraagt antwoord op zijn vraag» De Voorzitter antwoordt, dat de leden der fin. commissie bij dat onderhoud waren. De heer Van Kessel zegt, dat een kleine aandrang op het politie-personeel moet uit geoefend worden, dat dit een andere betrek king zoekt. Dan kan men vertrouwen hebben in deze zaak. Nu heeft men dit niet. Het voorstel van B. en W., in stemn -g gebracht, wordt dan verworpen met 8 teger 6 stemmen. Voor- de heeren Luden, Kremer, Schulz Nuijens, Van Nederhasselt en Laan, tegen dc heeren De Waal Malefijt, Hogenbirk, Bornwater, Otto, Blankevoort, Verdegaal, Prinsenberg en Van Kessel. De verdere punten worden aangehouden tot de volgende vergadering, welke extra ge houden zal worden a.s. Donderdag. In een correspondentie uit Berlijn aan de „N. R. Ct," worden bijonderbeden mee gedeeld over den lijfarts van Bismarck. Wat deze correspondentie nog interessan ter maakt is wat erin over Bismarck zelf wordt meegedeeld. Wij ontleenen er het volgende aan: Dr. Ernst Schwenninger, wiens overlijden de „N. R. Ct." heeft gemeld, was de lijfarts van Bismarck en daardoor viel ook een straal van historischen roem op zijn hoofd, want hij heeft zeventien iaar lang den stichter van hét rijk geneeskundig behan deld en hem in een zeer kritieke gezond heids-periode, toen de groote man licha melijk ondermijnd scheen, nieuwe werk kracht gegeven en in den volsten zin des woords weer op de been geholpen Uit den tijd, toen hij Pruisisch gezant te St. Peters burg was, leed Bismarck aan een chroni sche ader-ontsteking in het rechter been, een nawee van een paardenmiddel, hem toegediend door een Russisch geneesheer, in wiens handen hij na een onbeteekenend ongeval op jacht was geraakt. Bismarck zelf vertelde dat hij een klein kwetsuur had op- geloopen, 't welk de Rus met een vreese- lijk scherpen pleister had behandeld. Welk goedje het was, wist hij niet, maar 't heele been was blauw geworden en zoo vreese- lijk gezwollen, dat van amputatie al ernstig sprake' was. Daarvan had hij echter niet willen weten en gezegd dat hij dan maar liever dood ging. Duitsche geneeshecren te St. Petersburg hadden hem daarop met moeite weer opgelapt, doch het been was altijd ziek gebleven en van tijd tot tijd kwam er weer ontsteking in. Bismarck was midden in de zestig, toen hij onder Schweninger's behandeling kwam. Hij was zeer zwaarlijvig geworden, leefde zoo ongezond mogelijk, at en dronk veel, nam geen beweging en zag er ziekelijk uit met zijn gele gelaatstint. Zijn zenuwachtig heid was angstwekkend, hij werkte nog slechts bij nacht en moest zijn redevoerin gen in den Rijksdag, waar zijn tegenstan ders als Windhorst en Eugen Richter hem stelselmatig met „speldeprikken" kwel den, zittend uitspreken. Kortom de reus verkeerde lichamelijk in diep verval en dat maakte zijn vrienden en familieleden wan hopig. Alle bekende gencesheeren te Berlijn werden op hem afgestuurd; hij liet aanvan kelijk brommend een paar aan zijn lijf ko men, maar volgde hun voorschriften niet op, want „daar had hij geen tijd voor." Den volgenden wees hij dc deur: hij wou met die vervloekte pleisterhelden niets meer uitstaande hebben.! Zoo werd hij al zieker en zijn werkkracht steeds minder, vooral toen hij nog chronische aangezichts- pijn er bij kreeg, dc z.g. tic douloureux, die hem het spreken bijna onmogelijk maakte en hem noopte zijn baard te laten staan, die hij anders gewoon was zorgvuldig té scheren. Hij begon er dientengevolge uit te zien als een grijze zeegod en ergerde zich daarover, hoewel hij anders niet ijdel was. Toen kwam op een goeden dag onver wachts redding. Bismarck's tweede zoon Wilhelm, in de wandeling' Bill genoemd, leek uiterlijk veel op zijn vader, letterlijk „bis auf's Haar," zooals het in het Duitsch heet, want ondanks zijn jeugd was hij even kaal als de oude heer. Van jongsaf erg dik en tuk op lekker eten, als alle Bis marck's behalve de oude mevrouw Johan na, leed hij als jongmensch al aan jicht in een mate, die anders pas op ouderen leef tijd na langdurig rijkelijk gebruik van zwa- ren wijn en vette gerechten bij jichtige na turen pleegt op te treden. Bill had alle mogelijke bad- en andere kuren gevolgd om er af te komen, maar 't had niet ge holpen. De kwaal werd al pijnlijker, tot hij, vrijwel wanhopig, bij een jong genees heer te München aanklopte, die den naam had wonderdadige genezingen te kunnen verrichten. Hij was de 31 jarige dr. Ernst Schweninger. Hij stuurde den jongen Bis marck om tc beginnen naar een Hongaar- sche badplaats en onderwierp hem toen aan een vermageringskuur, die hem van het overtollige vet en ook van zijn jicht afhielp en hem zijn levensvreugde hergaf. Vol verbazing zag de familie het won der aan en de oude Bismarck liet zich schoorvoetend bepraten, het ook esns met dezen wonderdokter te probceren Van heeler harte ging het niet, want hij was overtuigd, dat zijn lichaam tegen krasse medische proefnemingen niet meer bestand was. De eerste ontmoeting van Bismarck met Schweninger moet vermakelijk zijn geweest. Schweninger was afkomstig uit de Opper Palts, waar de bevolking den naam heeft nog bitser ie zijn dan de Neder-Beieren. Ik hoorde 'eens een vriend van den huize Bismarck vertellen hoe het was toegegaan. „Schweninger betastte en beklopte bij t onderzoek den kanselier danig en vroeg hem het hemd van het lijf over zijn kwa len. Het gezicht van Jupiter werd steeds dreigender en zijn antwoorden ongeduldi ger, tot hij ten slotte losbarstte: „Hou nu maar op met uw nuttelooze vragen, elke veearts weet zonder zooveel praatjes gau wer waar hij zich aan tc houden heeft," waarop de ander 't heerlijk grof bescheid gaf: „Of ik nuttelooze vragen stel kan U. D. niet beoordeelen. Als ik veearts was, zou ik heelemaal niets vragen, want een zieke koe zou ten hoogste toch maar „boeh!" antwoorden." „Verduiveld," zei Bismarck later tol zijn zoon Bill, „de dokter is 'n buitengewoon onhebbelijke kerel." Niettemin van Schwe ninger dc eerste, die Bismarck imponeerde en wiens aanwijzingen de oude heer stipt opvolgde. De uitkomsten waren trouwens schitterend; er trad een ware verjonging in. Het overtollige vet verdween, de veerkracht herstelde zich, de kanselier kon weer gaan paardrijden en wandelen, zijn zenuwen sterkten aan, zijn gelaatskleur werd weer gezond en hij kon opnieuw strijdlustig in den Rijksdag van zich afbijten. Als loon voor dat wonder vroeg Schweninger een professoraat aan den universiteit te Ber- I lijn, waar hij meende tc moeten blijven om er controle op Bismarck te houden. Bo vendien verlustigde hij zich bij voorbaat in de ergernis, die zijn benoem.ng tot hoog leeraar te München zou wekken. Daar had hij wat op zijn kerfstok, dat zijn benoeming zoozeer bemoeilijkte, dat de Pruisische mi nister van onderwijs en de medische facul teit te Berlijn er zich aanvankelijk sterk verzetten. De oude Bismarck stoorde cr zich niet aan, hoe aangrijpend de Pruisi sche minister van onderwijs hem de zaak ook voordroeg. De,oude keizer, die ten slotte ook in de zaak werd gemengd, zat er wel wat ver legen mee, maar de gezondheid van zijn eersten raadsman gaf den doorslag en als dc faculteit zich met de benoeming kon veree nigen zou hij die niet verhinderen En de faculteit schikte zich nu maar in het on vermijdelijke. Onder Schweningers toezicht moest Bismarck nu tot zijn dood op streng dieet en geregeld leven. Zijn maaltijden werden angstvallig gedoseerd, het menu nauwkeu rig vastgesteld, het gebruik van bier, wijn en tabak gerantsoeneerd. Sigaren waren ta boe, alleen de lange pijp werd toegestaan en geregelde lichaamsbeweging voorge schreven. Eiken ochtend moest de kanse lier zich laten wegen en zoodra zijn ge wicht toenam, kwam Schweninger met nieuwe voorschriften. Later, toen Bismarck voorgoed naar Friedrichsruh verhuisde, werd de jonge dr. Chrysander door Schwe ninger met de controle belast. Tengevolge van zijn geslaagde behande ling van Bismarck kreeg Schweninger niet slechts te Berlijn, doch in heel Duitschland een groote practijk. Hij was „sterk in de mode". Als hoogleeraar beteekendc hi; niet veel, evenmin als leider van een groot zie kenhuis, maar als practisch arts had hij groot succes. Van den statigen man met zi;n wilden zwarten haardos en zijn vollén haard, borstelige wenkbrauwen en schitte rende oogen ging een sterke stroom van wils en levenskracht uit. In den omgang met zijn patiënten liet hij zich dikwijls heel dras tisch uit, vooral als hij opkwam legen een weelderige levenswijze. Toen hij later zijn Berlijnsche matten voorgoed oprolde en naar Heidelberg trok, stichtte hij daar een prachtig boven de slotruinc gelegen sanatorium. Nadien keer de hij naar München terug, waar een van zijn beste vrienden, de schilder FraDZ Len- bach woonde. Deze was 'door hem bij Bis marck geintroduceerd en daaraan hebben wij de prachtige gescbiiderdc portretten van Bismarck te danken. Uit eigen beweging zou Bismarck zich stellig niet hebben laten af beelden, want de schilderkunst liet hem vrij koud. Voor den kunstenaar Lenbach voelde hij niets, maar als gast was de schilder hem welkom en hij had er geen bezwaar tegen dat Lenbach zoo onder het gesprek door portretstudies maakte. an poseeren wilde de oude niet hooren Maar juist doordat Lenbach hem ongedwongen in de meest verschillende stemmingen kon opnemen, heeft hij de machtige figuur met teeken- stift en penseel zoo meesterlijk kunnen weergeven. Prins Eulenhurg houdt zich in zijn ge denkschriften herhaaldelijk met het uiter lijk van Bismarck bezig. Hij vond het hoofd te groot, de handen en' voeten te plomp. Hij schetst hem ergens als een soort nijl paard dat zich onbeholpen op dc groote sofa in de woonkamer van Friedrichsruh wentelde. Dit is echter een volslagen on juiste en boosaardige voorstelling In ver houding tot het groote lichaam was Bis marck's hoofd klein en de opmerkelijk ronde schedel zeldzaam evenredig gewelfd: „van een prachtige symmetrie als Ce koe pel van St. Pieter" verklaarde Lenbach. Het grijsblauwe oog was groot en helder, maar Bismarck was gewoon de oogen zeer wijd op te slaan als iets hem sterk interes seerde of als hij iemand vlak in het gezicht zag. Dan kreeg de blik iets starends. De handen waren ongewoon fijn en slank, de voeten sierlijk en voor de hoogc gestalte heel klein. Allemaal teekenen van een goed ras, terwijl de brave Eulenberg, zooals ik hem mij herinner, een heel hoog nummer voor schoenen en handschoenen moet neb- ben gehad en wiens' gezicht allerminst de aesthetische ziel, die in hem woonde, weer spiegelde. Een trouwer vriend en nauwgezetter ge neesheer dan Schweninger had Bismarck onmogelijk kunnen' vinden, en al pruttelde hij ook vaak tegen den „afschuwelijken dwarskijker", hij was toch zeer dankbaar voor diens goede zorgen. Schweninger nam ook geen blad voor den mond als Bis marck eens uit den band wilde springen, waartoe hij vooral bij de viering van zijn SOsten jaardag geneigd was. Ik zie den be weeglijken man nog duidelijk voor me, zoo als hij in die drukke dagen den grijzen ju bilaris onvermoeid bewaakte. Slaap, spijs, drank, de ontvangst van deputaties, tafelgesprek en officieele feest- j rede, alles werd nauwgezet afgemeten. Toen Bismarck zijn zwanengang, de aan- grijoende toespraak tot de academische jeugd, hield, 'stond Schweninger naast hem met het horloge in de hand en een grooten mantel over den arm, om den redenaar er m te wikkelen zoodra hij teekenen van ver- j moeidheid mocht geven. Dank zij de zorgen van zijn lijfarts doorstond de tachtigjarige de inspanning van de feestdagen zonder er eenig nadeel van ie ondervinden, ofschoon hij pas kort te voren van een longontsteking was hersteld. Toen de val van Bismarck werd voor bereid, strooiden booze tongen rond, dat Schweninger een morfinist van hem had ge maakt, zoodat zijn zenuwen nu heelemaal op waren. Schweninger antwoordde daarop duidelijk met de hem eigen duidelijkheid. Dat Bismarck's vulcanische aard ondanks groote zelfbeheersching bij gelegenheid zijn zenuwen niet in bedwang kon houden is juist en bleek o.a in het laatste onderhoud, dat hij voor zijn val met den keizer had. Daarbij gooide hij een aktentasch zoo hard op de tafel, waaraan de keizer zat dat deze onwillekeurig de hand aan zijn sabel sloeg. „Ik dacht dat de oude me den inktpot naar het hoofd wou gooien vertelde Wilhelm II later, Toen Bismarck's einde naderde, kreeg Schweninger van den keizer bevel, hem op de hoogte te houden, maar deze maakte daar geen haast mee. In Bismarck's huis vreesde men n.l., dat Z. M. plotseling zou komen opdagen voor een afscheid in groo ten stijl. Daarom stelde Schweninger zijn rapporten zoo op dat niemand aan een plotseling einde dacht. Bekend is, dat dc keizer pas na Bismarck's dood op Fried richsruh aankwam. Na Bismarck's dood verbleekte de ster van Schweninger. Enkele jaren geleden hoorde men dat hij bij een val het bekken had gebroken en voor zijn verdere leven invalide was geworden. Nu is hij, 74 jaar oud, heengegaan. is altijd een ge zond voedsel voor de kinderen en de meeste zijn er erg op gesteld. Geeft hen dan bij voorkeur pap van de zuivere, voedzame en toch licht verteerbare Let op de slmtzegels als kenmerk van echtheid. Voor den inhoud van deze rubriek stelt dc Redactie zicb niet aansprakelijk. DE HULPVERLEENING AAN DUITSCHLAND. (Tiende mededeeling van het R. K. Huisvestings-Comité). In het tijdvak van 10 Febr. tot 15 Maart werd voor de Duitsche actie ontvangen 7327.50, waarvan bestemd is 4857.85 voor de noodlijdende bevolking, 104.65 voor kloosters, 1515 voor priesters en priester studenten. 50 voor Nederlanders en 800 voor Kinderheime. (Voor de Hongaarsche afdeeling werd nog ontvangen 1653.35)4, voor de Oostenrijk- sche f 225). Er werden 105 nieuwe kinderplaatsen be schikbaar gesteld, waardoor het totaal steeg tot 5291. In Februari kwamen 530 Duitsche kinde ren in ons land en keerden er 435 naar Duitschland terug. Verzonden werden 7000 K.G. aardappelen en 2000 K.G. rogge naar Rheijdt en 10000 K.G. aardappelen uit Zundert naar Duisburg en Ruhrort, alles voor Nederlanders; en 10000 K.G. aardappelen uit Zundert naar Frankfort. Voorts een zending kleeding en luiermandartikelen voor dc Nederlanders in Duitschland; 5490 K.G. kleeding en levens middelen naar Uedem, 2920 K.G graan naar Aken, 1 wagon liefdegaven naar de cen trale te Düsseldorf, 12800 K.G. vel, erwten, boonen en rijst naar Steele, 8600 K.G. idem naar Neuss en 8600 K.G. idem naar Stolberg bij Aken. Van deze laatste drie zendingen was 20 pCt. bestemd voor de Nederlanders. Uit Nijmegen werden zeer mooie zendin gen levensmiddelen en klceding verzonden naar Kleef en Keilen, zoowel voor de Neder landers als Duitschers. Uit verschillende plaatsen werden in het Centraal Bureau zendingen goederen ont vangen waaronder van de R. K. Vrouwen bonden te Tiel, Naaldwijk, Uithoorn, Cas- iricum, Rijswijk en Hulst, alsmede o.a. een bijzonder mooie zending uit Gouda. Dc lente is aangevangen. En met vreugde zien wij den tijd naderen dat wij ons weder vrijer in de schoone na tuur zullen kunnen bewegen. Alom verdwijnen de dingen, die ons aan den kouden, grilligen winter herinneren, Dc zware, warme winterklceding, die ons zulke goede diénsten bewees in het gure, kille weder, verdwijnt nu ook. En evenals aan de bloemen, de planten en de vogels, ziet men aan de darresklee- ding, dat de heerlijke lente h" ar intrede heeit gedaan, De sierlijke voorjaarsmantels in prettige tinten, de japonnen en blouses in vrooiijke, nieuwe kleuren Dat alles op het gebied van damesklec- ding kan men bewonderen in de nieuwste modellen en in de nieuwste kleuren hij LAFAYETTE, Groote Houtstraat 102a, hoek Nieuwstraat. Deze firma heeft thans, meer dan ooit re kening houdend met den algemeenen toe stand, zoowel voor de courante confectie als voor dc betere genres, hare prijzen uiterst scherp gecalculeerd. Een bezoek aan deze firma, die aan haar confectie altijd een apart karakter weet te verleenen, is dan ook overwaard. De Belgische mid-half Ficrens, die Zondag j.l. in een competitiewedstrijd een blessuur opliep, zal Zondag niet uitkomen. h'ij wordt vervangen door Hanse, die reeds eerder deze plaats heeft bezet. Pelsmaeker en Sckelstraete, die in de competitie-wedstrijden blessures opliepen, zullen door den dokter onderzocht worden, doch men vermoedt niet dat zij vervangen zullen moeten worden. We schreven in ons sportblad van Maan dag jj. „de medewerking is algemeen." Dit blijkt thans wel uit de samenstelling van de beide elftallen, die elkaar Zaterdagmid dag op het H. F. C.-terrein zullen ontmoeten. Eenerzfjds staat het op Visser na volledige Stormvogels, aan dc andere zijde bevindt rich een combinatie van R. C. H.H. F. C. (Ie elftalspelers,) aangevuld met Parson van 3iocmendaai en Meenhorst uit Scheten. Een schitterende voetbal-demonstratie staat ons alzoo te wachten, welke niet zal na laten een talrijk publiek naar de Spanjaards- laa:; te lokken. Hulde vooral aan Stormvogels, die ter stond bereid werd gevonden iets voor het goede doel te doen Wij Haarlemmers zul len dat zeker op prijs weten te stellen. ATHLETIEK. Kei Chronologisch overzicht luidt 2.30 Series 60 Meter hardloopen. discuswerpen. 2.40 3000 Meter hardloopen, 3.4 x 80 M. Estafette speerwerpen, hoogspringen 3.20 beslissing 60 Meter. De nummers rijn met medewerking van eenige Amsterdamsche athleten goed bezet. Vooral „Haarlem" en Concordia zullen bij de ze demonstratie haar beste beentje voorzet- t ,i. De volgende takken van sport zullen mor genmiddag worden gedemonstreerd. Voetbal: Wedstrijden tusschen een H. F. C. R. C. H.-combinatie, versus Stormvogels. Athlctiek Zie hiervoven. Korfbal: HaarlemAdvendo. Honkbal: Dc H. C. Haarlem brengt 2 sterke ploegen in het veld. Voor de Competitie van den NederL R. K. Dambond, District Haarlem en Omstre ken, werd Woensdagavond een wedstrijd gespeeld tusschen „Gezellig S. menzijn", Hii- iegom en Lisse, en „St. Joseph I" uit Haar lem. Er werd gespeeld in het clubgebouw van laatstgenoemde vereeniging aan de Ko- ningsteinstraat. De bezoekers waren volledig, terwijl de thuisclub eenige invallers telde. De gedetail leerde uitslag is als voüjtf: „St, Joseph I". „Gez. Samenzijn". 1. H. RumpH. v. d. Geest 2. J. v. MusschenJ. J. v. d. Loo 3. J. KessensJ. v. d. Loo 02 4. H. SpronkF. H. Schouten 02 5. J. BalmA. G. de Jen 02 6. Th. ToornendA. H. v. d. Geest 02 7. H. KenterJ. v. d. Poel 8. C. MeierP. v. d. Mey 02 9. J. v. ZiltC. Verdegaal 20 10. J. BiesboomJ. Huygsloot 2C Voorloopige uitslag 41

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 9