De Hongertoren. KUNST EN KENNIS. KERK EN SCHOOL1. Naar de missie. Prof. Magnus. Eucharistische kruistocht. RECHTSZAKEN. De bedriegelijke bankbreuk te 's-Gravenkage. Dubbele oplichting. UNDB0ÜW EN VISSCNIRIJ. Zelfbestuiving en Kruis bestuiving. Proeven van den Pomologi- schen tuin. Een overzicht der resultaten. Uitbreiding mond- en klauuizeer. SPORT EN WEDSTRIJDEN. DE VlIIe OLYMPIADE Fotowedstrijd Jaarbeurs GEMENGD NIEUWS, Niet erg diplomatiek! Ernstige spoorwegongeluk. Auto-ongeluk. BINNENLANDSCH NIEUWS. Het standbeeld der Koningin te Paramaribo. Faillissementen in Nederland. VERKEER EN POSTERIJEN De bezuiniging der posterijen. Postvervoer naar Zwitserland. ffcn Noorden van Keulen verhief zich voor vele jaren aan den Rijn-oever een geheimzin nige toren, die door de bevolking angstig vermeden werd. Vaak hoorden de voorbijgan gers een angstig en klagend steunen en smee- ken, of een gezicht, waarop de doodangst stond tc lezen, vertoonde zich aan de smalle, getraliede vensters in de dikke muren en een vermagerde hand rukte in onmachtige woede aan de ijzeren traliën, dat vogels, die in den toren nestelden, vol schrik opvlogen. Zelfs bij klaarlichten dag keek de Keule- taar niet zonder angst naar den ouden toren an menigeen rilde als hij de sage hoorde, die in den volksmond over den „hongertoren" leefde, In den hongertoren was een hol vertrek wet eva valluik in den vloer waaronder de golven van den Rijn heenbruisten. Als een edelman door een misdaad den dood ver diend had, veroordeelde de rechter hem om in den hongertoren te woren opgesloten en de misdadiger was verloren. Afgezonderd van alle menschen, moest hij Sender vreeselijke kwellingen den hongerdood Sterven, tenzij hij pogingen aanwendde em ;cn brood te grijpen, dat aan den zolder hing. Bereikten zijn bevende handen het brood, dan was zijn vonnis bezegeld; het valluik ging open en de ongelukkige stortte door de gapende opening in de golven van den Rijn. Voor vele jaren leefde er te Keulen een aanzienlijke weduwe met haar eenig kind. Met de grootste spaarzaamheid beheerde zij haar klein vermogen en toen haar zoon op groeide was zij in staat hem een goede op voeding te laten geven. De jonge man toonde voor al haar moeiten en zorgen een dankbaar hart en had zich ook spoedig de achting zijner medeburgers weten te verwerven. Doch de tijden veranderen en terwijl de moeder nog in de beste verwachtingen leef de omtrent de toekomst van haar zoo, stond deze reeds op het hellend vlak der ondeugd, dat naar den afgrond voerde. De hcogeschool werd ook bezocht door studenten wier gedrag oorzaak was, dat elk rechtschapen burger zich van hen afkeerde. De weduwe vermaande haar zoon den om gang met slechte menschen te vermijden en Wilhelm beloofde dit. Spoedig echter werd hij toch medegesleept dooi het slechte voor beeld hij sloot zich bij de woeste gezellen aan en was spoedig een der ergsten onder nen. Verontwaardigd zagen zijn medeburgers, met diepe smart zag ook zijn moeder, hoe Wilhelm op den slechten weg voortging. Ieder fatsoenlijk burger vermeed hem voort aan en zijn moeder betreurde hem als een verloren zoon. Reeds waren zijn geldmiddelen niet meer Voldoende voor zijn verkwistend leven. Hij Werd een speler, verloor groote sommen, viel in de handen van woekeraars en toen groei den zijn schulden onrustbarend aan. Zij maakten hem tot een misdadiger. In zijn wanhoop was hij bij zijn moeder ge komen en eischte geld van haar, dat zij hem echter weigerde, om hem de middelen voor rijn woest leven te onthouden. Hij bad en ircigde en tenslotte stiet hij zijn moeder ge welddadig ter zijde, brak een kast open en beroofde haar van haar laatste geld. Zij beweende den onverlaat, doch haar Kcfde deed haar de misdaad geheim houden. Oja zekeren avond was de woeste bende op een nieuwen streek uitgegaan. Donkere wolken joegen langs het zwerk en oen scher pe wind floot door de nauwe straat, waar een walmende olielamp knarsend heen en weer slingerde en spookachtige schaduwen op de hooge huizen wierp. Voorzichtig ke ken zij rond en juist had Wilhelm op fluis terenden toon geroepen. „Vooruit," toen ten gewapende troep, van frambouwen voor zien, hen overviel. De wapens blonken in het schijnsel der flambouwen en de verschrikte studenten bevonden zich tegenover een groep vermomde ''estalten met fonkelende oogeii. De veemrechter, klonk de angstkreet en met doodsverachting trachtten zij zich er doorheen te slaan, want ieder wist wat htm wachtte als zij gegrepen werden. Wilhelm had een oogenblik als verlamd gestaan, toen hij de geheimzinnige gestalten plotseling had zien opduiken. Bevreesd voor bun wraak, trachtte ook bij zich er door te daan. Het volgende oogenblik stond hij tegen over een reusachtigen vermomden kerel. De zwaarden kruisten zich, dat de vonken cr uit vlogen, doch hij moest ondanks zijn vaardig heid voor de kracht van zijn tegenstander onderdoen. Hij wankelde, een strik vloog om zijn hals en werd aangetrokken met een verstikten kreet viel hij in de macht zijner rechters. Toen hij weer tot bewustzijn kwam was het volslagen donker om hem heen, een ijzige koude deed hem rillen en in de diepte ruischte het water. Verwonderd hoorde hij dit ruischen; tever geefs zocht hij zich zijn zonderlingen toe stand te verklaren. Hij slak zijn hand uit en voelde een kouden, vochtigen muur. Toen herinnerde hij zich, het gevecht met de geheime rechters, hoe hij den strik om tijn hals gevoeld had, hoe het hem zwart voor de oogen was geworden en nu bevond'hij zich in de gevangenis. Steeds luider klonk hem het geruisch van het water in dc ooren, steeds harder huilde de wind en de elementen schenen den ge vangene toe te loepen: Mensch, gij zijt verloren! Ge zijt in den hongertoren! En werkelijk, hij bevond zich in dat vree- sclijk verblijf. Doodsangst greep hem aan, hij waagde het niet van plaats te veranderen uit vrees van bij du geringste beweging op het valluik tc geraken en dan.... Zoo lag hij daar. Hij klaagde en bad, hij beloofde zijn leven tc beteren en het volgen de oogenblik verwenschte hij zijn goddelooze makkers en twijfelde aan Gods Barmhartig heid. De morgen brak aan. Lieflijk speelden de serste zonnestralen door hot getraliede /en- -tcr, alsof zij van hel vroolijke leven daar buiten as 1 den verhalen en een vogel zette zich op de .innen van den hongertoren. Nu klonk zijn morgenlied. De gevederde zanger zong van geluk cn vrede, van groene vlakten en gulden vreiheiri en dan kliefden zijn kleine vleugels de lucht hij vloog heen. De zonnestralen bleven echter en deden den gevangene een aan den zolder hangend brood bespeuren. Uitlokkend blonk het brood den bongeri- gen gevangene ir- de oogen. Hij .huilde en wendde den blik af. Den geheelen dag jammerde en klaagde hij, sloeg in onmachtige wanhoop de nagels zijner handen in den muur, hij riep om redding, om verlossing, doch zonder gehoor te vinden verloor de klank zijner stem zich in dc een zaamheid. De schaduwen werden langer de ïaciit brak aan. A'ühelm weende 't waren heete tranen van berouw cn met deze sloot hij zijn zondig lover, af Een diepe slaap deed hem de treu rige as crkelijkheic" vóór eenige uren vergeten. V ederom avas bet dag, toen hij ontwaakte. Nog grooter was dc kwelling, die hij te door staan had. Elke minuut, die vreeselijk lang zaan verstreek, bracht hem nader bij zijn noodlottig einde. Hij kromp ineen onder de wreedc kwelling van honger en dorst cn gloeiend heet leek hem de lucht die hij in- ■adevide. Koortsachtige droombeelden beang stigden den ongelukkige en kreunend wen telde loii zich over den grond. De dood scheen hem aan te grijnzen en eensklaps meende hij dat de grond onder hem'uitweek en hif ver zonk. Ontzet sprong hij op het was slechts inbeelding en spoedig wierp hij zich weer op 'den grond en hield de hand voor de oogen om de vreeselijke visioenen niet te zien. Zijn kwelling bereikte haar toppunt en ein delijk rijpte het besluit in hem, het brood te bemachtigen - er mocht van komen wat wilde. Met inspanning zijner laatste krachten wankelde hij naar de ladder en beklom die bevend over al zijn leden, Eindeliik bereikte hij het brood en met gretigheid wilde hij het wegrukken. Daar klonlc van den vloer een knarsend ge luid, Het valluik draaide in zijn verroeste scharnieren en met een doffen kreet stortte de ongelukkige in het gorgelend water. Jaren waren vervlogen. De door ouderdom en verdriet gebogen moeder van Wilhelm leefde nog stil en eenzaam. Zij had alle ver keer met de wereld opgegeven. Gelaten en onderworpen had zij zich in haar ongeluk ge schikt en bad voor haar gestorven zoon. Op zekeren morgen zat zij aan het raam in sombere gedachten aan haar Wilhelm, ver zonken. Daar kwam, naar het volksverhaal luidt, een man van hooge gestalte haar huis binnen. Kommer en verdriet hadden diepe rimpels in zijn voorhoofd gegroefd en toen zijn oog op de oude vrouw viel, beefde hij en „moeder" fluisterden zijn lippen. Verrast was de weduwe opgestaan en had den binnengetredene lang aangestaard; einde lijk verbleekte zij, wankelde en met den uit roep: Wilhelm, viel zij bewusteloos neer. In de armen van haar zoon kwam zij weer bij. Vergeving moeder, snikte de verloren en teruggevonden zoon en drukte een heeten kus op het verwelkte voorhoofd zijner moe der. Beider tranen vereenigden zich en vaster dan ooit was de band van liefde tusschen moeder en zoon aangeknoopt. Moederliefde en kinderlijke trouw vergoedden deze beide zwaar beproefde menschen het treurig ver leden, Boete en berouw wischten de zonden van dit verleden bij den zoon uit. Spoedig vernam men hoe Wilhelm den dood ontkomen was. Toen hij naar beneden viel en de golven boven zijn hoofd zich slo ten, toen ontwaakte bij hem dè liefde tot het het leven op krachtige wijze. Hij voelde, hoe de stroom hem met ontzettende snelheid mee sleepte, doch hij kampte met het element. Met krachtigen arm, door de zucht tot zelf behoud versterkt, wist hij den snellen 3troom te overwinnen en kwam aan de oppervlakte. De grootste moeilijkheid was nu doorstaan en als geoefend zwemmer verwijderde hij zich meer en meer van de plaats der verschrik king, tot de golf hem aan den oever bracht, avaar hij langzamerhand van zijn uitputting bijkwam. Toen had bij den weg naar Holland inge slagen en daar in een handelszaak een be trekking bekomen. Door voorbeeldig gedrag wist hij na verloop van tijd de gunst en het vertrouwen van zijn patroon te winnen en spoedig werd hij deelgenoot in de zaak. liet geluk lachtte hem toe en nadat hij een aan zienlijk vermogen had bijeengespaard, keerde hij naar zijn vaderland terug. Hier trachtte bij door offervaardige liefde bet verdriet dat bij zijn moeder had aangedaan te vergoeden en door werken van boetvaardigheid en naas tenliefde de schuld die op zijn geweten druk- te te verlichten. Dat was de geschiedenis van den man, die aan den dood in den hongertoren ontkomen ZEEMANSBIJNAMEN. Bekend is de bijnaam „Bestevaer," waar- ouder onze groote zeeheld Michel Adrzn, de Ruijter tijdens zijn leven algemeen bekend Het woord „Bestevaer", aldus S. Kolff in „Onze Vloot" werd oudtijds vaak gebruikt voor grootvader, en als een term van res pect. In het Oosten, waar zooveel deferentie voor den ouderdom werd betoond, plachten de inlandsche vorsten van den O, I. Archipel den gouverneur-generaal met den grootva- derstitel te vereeren, ook al was zijn leeftijd daarmee geenszins in overeenstemming. De hooge waardigheid, welke hij bekleedde, bracht volgens Oostersche opvatting mede dat hij de kwaliteiten bezat, aan den ouder dom vaak eigen: wijsheid, bezadigdheid, er varing, overleg, enz. Echter werd het woord ook wel gebruikt om er een oud mannetje mee aan te duiden; Valentijn vermeldt in zijne Levens der gouverneurs generaal dat Joan Maatsuycker, die bijna 25 jaren achter een de landvoogdij uitoefende, in het laatst van zijn leven een „recht oud bestevaertje was. Bij een forsclie figuur als de Ruyter behoefde het woord in dien zin gewis niet opgevat te worden. Zijn levensbeschrijver, G. Brandt, vermeldt dat hij met zijn schip „De Zeven Provinciën" Tromp te hulp kwam, toen die in het zeegevecht bij Schoonevelt tusschen twee Engelsche schepen beklemd raakte, en verder: „Hem ziende naderen riep Tromp zeer verheugd: „Mannen, daar is Bestevaer (zoo werd in dien tijd dc Ruyter onder het boots volk genoemd) die komt ons helpen. Ik zal hem ook niet verlaten, zoolang als ik adem kan scheppen." In later tijd herdacht de tooneelschrijvcr, M. Sprce, het woord door den titel van zijn gelegenheidsstuk „Bestevaer Michel." Even als bestevaer voor grootvader gold beste moer voor grootmoeder. Er werd destijds druk „getrompt en tfe- ruyterd": de namen van beide zeehelden werden in één adem genoemd. Doch anders dan met den familienaam van der. beroem den Vlissinger Michael was het met dien van Tromp gelegen. Die illustre naam uit de ge schiedenis van het Nederlandse zeewezen was feitelijk een bijnaam, door cen tner voorzaten als geslachtsnaam aangenomen. Oorspronkelijk heette deze uitDelft afkom stige familie Van der Well 't Was een deftig geslacht, waarvan enkele leden ""Ving Staten van Holland hadden en dat m zijn blazoen een veld van keel (rood) voerde, be laden mét drie Sint Andries kruisen in gouö. Dc vader van Maarten Harpertsz Tromp «eet- tc Herpert Lambertsz van der Well ot van der Wel, cn was kapitein op een schip van oorlog. Hij was de eerste, die den naam Tromp aannam, waarin hij door zijne drie zusters, na den dood der ouders werd na gevolgd. Omtrent de reden van die naams- verwisseling schreef dc genealoog Mr. ei nier van Heemskerk: „In de aanteekeningen van die familie heD ik gevonden dat de vader van den Admiraal Maarten Harpertsz Tromp, zijnde geweest Harpcrts Lamberts van der Well, groote lust had tot zeedienst, en zijne ouders hem dat willende beletten, hij de vlugt nam en zich in den zeedienst begaf als jongmatroos, ol zooals anderen zeggen als koksmaat onder den naam van Tromp, om niet bekend e zijn. Doch anderen zeggen dat hij, op zijn schip zijnde en niets te doen hebbende, luj altoos zich amuseerde met op een trompje te spelen, waardoor hij den bijnaam van Tromp zou hebben verkregen. Een soortgelijk geval als bij den vader van Maarten Harpertsz Tromp deed zich voor bi] den admiraal Joost van Trappen. Ook bij dezen werd de bijnaam Banckers of Banckert tot familienaam. Het woord „bancken" werd door Bredero gebruikt in den zin van smul len of goede sier maken; elders in den zin van ergens verblijven, b.v.: „hij zal daar niet lang banken." Doch in cene andere bcteeke- nis verstond men onder banken het visschen op een onderzee bank, en hieraan moest in 't geval van de v. Trappen's allicht gedacht worden, aangezien zoovele Ncderlandsche vlootvoogden uit den visscherstand afkomstig waren. In zijne „Geschiedenis van het Ned. Zeewezen" schreef Mr. de Jonge over dit ge slacht.' „Er zijn elf Banckers in 's Lands zeedienst geweest, waarvan één met de waardigheid van Luit. Admiraal, één van Vice-Admiraal en zeven van kapitein bekleed zijn geweest. Men weet niet waarover men zich het meest bij de beschouwing dezer geslachtslijst moet verwonderen, of dat het kleine Vlissingen behalven den eenigen de Ruyter zulke hel- denrijen als de Banckers cn Evertsens heeft opgeleverd, dan wel dat de namen van zoo vele mannen, tot beide geslachten behooren- de, zoo lang in de vergetelheid ziin bedolven geweest." De Van Nessen beslaan eveneens een be langrijke plaats in de historie van ons zee wezen. De meeste leden van dit geslacht, dat uit Rotterdam afkomstig was, dienden op sche pen' van de aldaar zetelende Admiraliteit van de Maze. Jacob Jansz. van Nes of van Es, die het bevel over het schip „Dc Spaar pot" voerde, was de eerste in 's lands dienst die met den bijnaam van Boer Jaep genoemd werd. Zijn zoon, Jan Jacobsz., heette Oude Boer Jaep ter onderscheiding van zijn broe der, die eveneens Jan werd genoemd, met den toenaam van Jonge Boer Jaep. Tot hunne nakomelingen behoorden Jan Jansz, van Nes, die in 1673 tot vice-admiraal werd benoemd, en zeven jaren later te Rotterdam overleed; zoomede de luit, admiraal Aert Jansse van Nes, Gedurende den \ierdaag- schen Zeeslag nam deze het opperbevel over van de Ruyter, toen van diens schip de groote steng was afgeschoten; te samen met de Ruyter en Tromp kwam aan hem de eer der overwinning toe. Ook aan die van den tocht naar Chatham kwam hem een belang rijk aandeel toe. Doch in deze generatie was die bijnaam van Boer Jaep reeds verdwe nen; de familienaam van Nes handhaafde zich. Er waren trouwens wel scheepsbevelheb bers, die zonderlinger namen droegen dan Boer Jaep, of Boerejaep, gelijk de konstabel heette, die eene sclaadeloosstelling ontving terzake dat hem in een gevecht tegen de Duinkerkers de kin was weggeschoten. Een Zeeuwsche kapitein, die zich tegen denzelf den vijand onderscheidde, heette b.v. Gloeiendenoven, en deed dien naam eer aan. Hij maakte het de tegenpartij inderdaad zoo heet als een gloeiende oven. Een andere kapitein heette Vloo, en grimmig als n vloo beet hij om zich heen. Zijn vlooien-exploi- ten tegen de Duinkerkers werden door den geschiedschrijver met onderscheiding ge noemd. De kapitein Waterdrinker voerde het bevel over een brander; in 1653 werd hij beloond voor zijn gedrag in den zeeslag bij Ter Heide. Met zulk een naam zou men ge heel-onthouder kunnen zijn, maar die hoeda nigheid was voor 't minst twijfelachtig in een tijd, waarin aan boord der schepen zoo druk oorlam werd geblazen. De familie Regldoor- zee heette aldus naar de afbeelding, in den gevel van het door hen bewoonde huis, van een zeilend schip met het onderschrift Kegt door Zee. 't Was waarschijnlijk dat een zee varend lid van het geslacht de gedachte aan zijn vroeger beroep door dien gevelsteen had willen bewaren. Een zonderlinge bijnaam werd toebedeeld aan een Amsterdamschen vondeling, die ad miraal heette zonder het te zijn. N.l. aan Willem Jansz. Admiraal, van wien Valentijn in zijne Bandasche Zaaken verhaalt dat hij in zijn jeugd „voor slegt" naar Indië was ge varen, Derhalve in eene zeer ondergeschik te betrekking; die hij intusschen van liever lede voor eene betere verwisselde, totdat bij den rang van schipper had bereikt. Toen zei hij den zeedienst vaarwel en zocht een betrekking aan wal, in dienst der O. Ind. Compagnie. Daarmee had bij zooveel geluk, dat hij na een zeker aantal dienstjaren deh rang van raad van Indië verkreeg en be noemd werd tot gouverneur van Banda. Hij had toen reeds den bijnaam van „Ik zeg ik zeg", omdat bij geen mond open deed zon der zijne woorden met die woorden in te leiden. Valentijn noemde dezen bestuurder een „koddige haan", en voorzeker had hij streken op zijn kompas, waarvan alleen hij het plezier, en zijne ondergeschikten het on- genoeg hadden. Alsof hij de herinneringen aan zijn vroeger zeemansleven wilde opfris- schen placht hij gaarne te varen en te zei len, en alsdan de notabelen van Banda voor een speelreisje naar een naburig eiland uit te noodigen. Van zulk een „springtochtje verhaalt Valentijn: „Daags te voren had hij den werfbaas be last de schuit, die hij gebruiken wilde, en al de banken wel te teeren, doch dit zei hij zijne genoodigde Raden, die mede wel uit gedost waren, niet. Hij wandelde met hen dan na 't hoofd, daar de schuit lag, waarin toen nog geen quartiermeester om te stuu- ren, noch matroozen oin tc roejen waren. Hij maakte niet veel uiterlijke beleeftheden om na hen te wagten Z>f ze te doen roepen, maar hij sprong er ten eerste in, ging, hoe nat ook de banken nog van de teer waren, aan 't roer zitten en zei tot hen: „Ik zeg, ik zeg, daar een Landvoogt aan 't roer gaat zitten", daar mag de Opperkoopman, Fiscaal en de andere Raadspersonen yderHvel een riem in de hand nemen en roejen". Zij za gen wel op hun neus, geen gedagten hebben de van daar gekomen te zijn om te roejen, en nog veel meer morden zij tegen die tee- rige banken, maar of zij er dit of dat tegen inbragten, zij moesten met die fraaje klee deren op die banken gaan zitten, en nog braaf roejen toe; doch hen*heugdc dit plai- siertje zoo (terwijl hij om hun bedorve klee- ren en bebladerde handen in zijn vuist lach te) dat zij geen lust meer hadden om met em op een speelreisje te gaan. Per s.s. „Patria" van de Rotterdamsche Lloyd vertrokken 1.1. Dinsdag van Marseille naar Nederlandsch Oost-Indië de Hoogeerw. pater W. Panis, benoemd Apostolisc prefect van Celebes, en de paters J. Kraanen en W. Kamerbeek. Beide laatstgenoemde missio narissen keeren, na een jaar vacantie in het vaderland, wederom terug naar het Aposto lisch Vicariaat van de Mohikken en Nederl. Nieuw-Guinea. Met dezelfde boot vertrokken ook wederom vijf zusters van het Gezelschap J.M.J. naar de missie van Mgr. Panis. Naar wij vernemen, heeft prof. Magnus te Utrecht bedankt voor het hem aangeboden professoraat te Groningen, ter opvolging van wijlen prof. Hamburger. Op 25 en 26 April wordt aan de R. K. on derwijzers in het Retraitehuis te Seppe ge legenheid geboden zich op de hoogte te stel len van de E. K.-Methode in het Onderwijs. Op het programma komt o.m. voor de be spreking van de beginselen van den Kruis tocht onder dogmatisch en paedagogisch op zicht. De besprekingen zullen geleid worden door het secretariaat van den E. K., terwijl de conferenties gehouden worden door den zeer eerw. pater J. L. Jansen C. s.s.R. te Wittem- Donderdag heeft voor de rechtbank in Den Haag terecht gestaan J. v. d. M., 41 jaar, directeur van een coöperatieve vereeniging, te Den Haag, thans gedetineerd ter zake van bedriegelijke bankbreuk en valschheid in geschrifte. Hij zou in het tijdsverloop van 20 Febr. tot 16 April 1923 als bestuurder van de Coöpera tieve Vereeniging Landbouw-Maatschappij, Groot-Nederland, gevestigd te 's-Graven- hage, welke maatschappij op 5 April 1923 failliet is verklaard, ter verkorting van de rechten der schuldeischers Ie diverse baten, in totaal pl. m. f 3000, niet verantwoord heb ben aan den curator in het faillissement 2e aaan den boedel onttrokken hebben ver schillende meubelen, eenige schrijfmachines en nog andere goederen en voorts twee per- ceelen heidegrond, liggende onder de gemeen te Beilen (Dr.) Wat de valschheid in geschrifte betreft, zou bekl. op 24 Febr. 1923 valschelijk opge maakt hebben een schuldbekentenis van f 18.000, welk geld door hem als voorschot aan de maatschappij verstrekt zou zijn, on der voorwaarde, dat de bekl. de meubelen e.d. benevens de gronden te Beilen in eigen dom zou krijgen. In de tweede plaats zou hij op 25 Febr. valschelijk hebben opgemaakt een geschrift, waarbij mevr. Smit en de heer Smit te Scheveningen verklaren van de maat schappij te hebben ontvangen, f 20.000 ter voldoening van den op de obligatie no. 82 serie 193 gevallen hoofdprijs. Ten. slotte zou hij nog een vervalscht stuk hebben opgemaakt waarbij zekere Bokkelkamp verklaart, van de maatschappij te hebben ontvangen f475.10 voor geleverde goederen. Bekl. zou deze feiten gepleegd hebben met het oogmerk de ver schillende geschriften als echt en onvervalscht te gebruiken, terwijl uit dat gebruik nadeel kon ontstaan. De President vroeg den bekl. allereerst, of hij zich ook wel J Ruitjes van. der M. noemde, Bekl. gaf toe, dat hij dien naam vroeger wel eens gebruikt had. Vervolgens ging de president met den bekl. de oprichting van de Landbouw Maatschap pij Groot-Nederland na. Hiervoor was bekl. met een derden persoon naar een notaris te Voorschoten gegaan. Bekl. zeide, dat hij de Maatschappij oprichtte als gemachtigde van een ander en erkende daarna desgevraagd, dat hij dit voor den notaris verzwegen had. Het O. M., waargenomen door mr. Enger, vroeg hierna acte, dat de bekl. erkende, zich schuldig gemaakt te hebben aan valschheid in een authentieke acte. Op een vraag aan den bekl. of hij zelf bui tendien ook nog van het geld moest leven, deelde hij mede, dat hij zelf wel geld had. Dit had hij verdiend met handel, dien hij dreef te zamen met een mijnheer J. R. v. d. Meu- len in de jaren 1918 en 1919. Bekl. deelde vervolgens mede, dat hij in Jan. 1923, toen de eerste trekking voor de premieleening zou plaats hebben, f18.000 in de kas heeft gestort. PresidentHoe kwam U aan dat geld Bekl. Ik had eenige jaren geleden f 19.500 geleend aan een zekeren Brandts, een Duit- scher. Deze was overleden en twee dames hadden bekl. persoonlijk het geld terugge bracht. President. Kreeg u er dan geen rente bij over die jaren Of hebt u daar niet om ge vraagd Bekl. Neen, ik was veel te blij, dat ik mijn geld terug had. Een acte werd opgemaakt, waarbij bekl, voor de f18.000 in eigendom kreeg de roerende en onroerende goederen der maatschappij. Bij de trekking, die plaats gehad heeft en die door den bekl. zelf werd verricht, kwam een prijs van f 20.000 uit de bus. Eenige dagen later, op een Zondag, was een dame bij bekl. op kantoor gekomen, op wier obligatie de prijs was gevallen. Bekl. heeft toen getracht de dame te bewegen om genoegen te nemen met een gedeeltelijke betaling van het geld. Dit lukte echterjniet. Bekl. heeft toen de heele som uitbetaald, waarna de dame een kwitantie heeft onder teekend. Desgevraagd, zeide bekl, nog, dat bij de trekking geen notaris aanwezig was. Er waren echter drie getuigen bij geweest. President Dat waren stroomenschen, die precies deden wat u wilde Bekl. Daar was absoluut geen reden voor. Voorgelezen werd een verklaring van den bekl. voor den Rechter-Commissaris, waarbij hij een volledige bekentenis omtrent de ver schillende feiten van valschheid in geschrifte had afgelegd. Bekl. bestreed, dat hij die verklaring zoo zou hebben afgelegd. De curator in het faillissement van „Groot- Nederland" inr. Raaymakers, deelde mede, dat het actief der Maatschappij, wat betreft de couranten, f 77 bedroeg. Het passief daar entegen beliep f 35.000. De Maatschappij, die heette te werken ten bate der bestrijding van werkloosheid en ter bevordering van de ontginning der gronden, bezat een stukje heidegrond onder Beilen, dat bij verkoop f 275 opbracht. Het O. M., waargenomen door mr. En- gers, eischte ten slotte een gevangenisstraf van vijf jaren, met aftrek der preventieve hechte nis. De verdediger mr. Bekker, drong aan op vrijspraak. Uitspraak over 14 dagen. Den 13en December van het vorige jaar kwam bij den caféhouder V. te Roosendaal als kostganger zekere A, de W., timmerman uit Zierikzee, zeggende dat hij werk zocht. V. droeg hem toen op eenige herstellingen in de herberg te verrichten, waarna beklaagde zeide, dan eerst den prijs van het hout te moeten weten. Hij ging toen op 18 Dec. naar den houthandelaar L. te Eyschen (Bel gië), die echter niet de benoodigde houtsoort had. Hij maakte daarna een verzonnen hout lijstje en kwam toen op de gedachte daarmede geld van V. los te krijgen. Toen hij dan ook terugkwam, vertelde hij dat hij het hout had besteld. De vrouw van V. gaf hem echter niet het geld, maar droeg aan den knecht, getuige C. v. G. op om met den wagen het hout te halen en meteen de ongeveer 700 francs te be talen. Getuige deed dat, maar onderweg kwam bekl. de W., di^ vooruit naar Esschen was gegaan hem tegemoet en vroeg hem, het geld te geven, dan zou hij om tijd uit te winnen vast betalen. Get. gaf hem geheel te goeder trouw het geld, maar aan de grens was noch 't hout, noch de W. te vinden. De laatste liet ook niets meer van zich hoo- ren. Tevens werd de W. nog ten laste gelegd dat hij op 16 Dec. van get. J. J. L. f 10 had geleend onder voorwendsel, dat hij zijn por tefeuille verloren had. Ook deze f 10 had hij niet meer teruggegeven. De ambtenaar van het O. M. te Breda eischte tegen de W. 4 maanden gevangenis straf. In het vorig jaar zijn in den Pomologaschen tuin te Tic-I belangrijke bestuivingsproeven genomen. Uit het jaarverslag over 1923, is het volgende geresumeerd Aardbeien. Van de in 1919 door krui sing van Madame Moutot met Deutsch Evern verkregen plantjes, werden in 1923 een aantal uitloopers op eenige bedden ge plaatst waardoor de vergelijking gemakke lijker wordt. Evenals in 1922, werd aan de moederplan ten een aantal door fijnmazig gaas van insec- tenbezoek uitgesloten tot na den bloei, toen het hulsel werd weggenomen. Er bleek zich, tijdens de afsluiting, menige vrucht gevormd te hebben, echter vrij wat minder dan aan de niet behandelde planten. Ook waren de meeste vruchten van de ingehulde planten klein en veelal misvormd, gedeeltelijk min of meer versteend met deels onontwikkelde pitten. Niettemin werden de pitten van al deze vruchten na droging onder glas ge zaaid, doch met hetzelfde resultaat als in 't vorige jaar geen enkele pit ontkiemde. Het plan is, dezelfde proef nog eens te herhalen. Appels, Ofschoon 10 variëteiten in proef werden genomen, gaven er maar drie resul taten, welke we hier laten volgen. Ananasreinette. Bij zelfbestuiving ont wikkelden zich 76 bloemen, waaruit 4 vruch ten kwamen bij kruisbestuiving 62 bloemen, 3 vruchten. De na zelfbestuiving verkregen vruchten waren zeer klein en leverden samen 2 pitten die na kruisbestuiving waren grooter en gaven meer pitten, waarvan bij den oogst echter het aantal niet kon worden vast gesteld, daar een der vruchten wormstekig bleek. Cox-Pomona. Bij zelfbestuiving 52 bloe men, 0 vruchten bij kruisbestuiving 56 bloemen 2 vruchten. De 2 vruchten bevatten samen 10 pitten, waarvan 3 loos. Lanes Prince. Bij zelfbestuiving 58 bloe men, 0 vruchtenbij kruisbestuiving 43 bloemen, 2 vruchten. Van beide vruchten kon het aantal pitten niet vastgesteld worden, daar de een aange tast was door de larve der appelzaagwesp en de andere door de rups der Carpocapsa („wormstekigheid"). Kersen. Evenals in 1922 werden ook nu van de meikersen van de volgers telkens vier takken gedurende den bloei door het aan brengen van een fijnmazig omhulsel voor het bezoek van insecten ontoegankelijk gemaakt om na te gaan of vruchtzetting zonder dat bezoek mogelijk is. Was toen het aantal vruchten aan de volgertakken, waarvan er nog een voor de vruchtzetting stierf, thans 31, leverden de 4 volgertakken slechts 4 vruchten. Opgemerkt dient te worden dart de volgerstruiken alle dit jaar belangrijk minder vruchten droegen dan de meikersen. Het plan bestaat de proef nog eens te nemen. Pruimen. In tegenstelling met het voor gaande jaar, kon nu de proef, door bijzon dere omstandigheden, alleen maar op de Abrikoospruim genomen worden. Vier tak ken, die tijdens den bloei ingesloten waren om insectenbezoek te voorkomen, gaven nu direct na den bloei, naar 't scheen, een groot aantal vruchten, v/elke echter meerendeels na zeer korten tijd den groei staakten en af vielen. Slechts 6 bleven tot den tijd van rijp heid zitten en ontwikkelden zich normaal. Zooals het verslag van '22 vermeldt, ont wikkelde zich toen op vier ingesloten takken van deze variëteit geen enkele vrucht. Ook deze proef zal herhaald worden. Roode bessen. Ook dit jaar werd alleen maar de Hollandsche geelsteel aan de proef onderworpen en werden thans eveneens 4 takken van verschillende struiken gedurende den bloei ingesloten. We vermelden hieronder het resultaat en plaatsen, ter vergelijking daarnaast de cijfers van vruchten aan niet- ingehulde takken van dezelfde struiken. Ingesloten gaven 4 takken 142 trossen met 288 bessen, 1 tros gaf gemiddeld ruim 2 bessen. Niet ingesloten gaven 4 takken, 142 trossen met 755 bessen, 1 tros gaf ge middeld ruim 5 bessen. Ten einde nauwkeurig eventueel gewichts- verschil, dus ook verschil in grootte der bes sen te kunnen vaststellen, werden alle trossen van hun vruchten ontdaan en deze daarna gewogen. De 188 bessen der eerste groep wogen 147.3 gram, de 755 bessen der tweede groep 418.1 gram, waaruit volgt, dat 100 bessen van ingesloten takken, ruim 51 en 100 bessen van niet ingesloten takken 55 gram wogen. Van elk der ingesloten takken werden willekeurig 10 bessen van haar pitten ont daan, om het aantal hiervan te kunnen vast stellen, wat eveneens gebeurde met viermaal 10 bessen van niet-ingesloten takken. De 40 bessen der eerste groep bevatten 173 pitten, die der tweede 249, zoodat het gemiddelde aantal pitten per bes van de in gesloten takken ruim 4, van dë niet-inge sloten takken ruim 6 bedroeg. Zwarte bessen. Op dezelfde wijze als boven beschreven, werden hier Boskoops giant en Hollandsche zwarte behandeld, echter zon der het gewicht te bepalen. De uitslag was als volgt Boskoops giant 3 takken met 38 trossen gaven 51 bessen, gemiddeld dus nog geen twee vruchten per tros. Opgemerkt zij, dat verschiltende trossen geen enkele bes gaven, het gemiddelde aantal pitten bedroeg bijna 10, waarvan een vrij groot aantal loos. De bessen van niet-ingesloten takken be vatten gemiddeld ruim 18 pitten, ongeveer alle vol. Hollandsche zwarte 4 takken met 69 trossen gaven ruim 120 bessen, gemiddeld dus geen twee vruchten per tros. Ook hier droegen verschillende trossen heelemaal geen vrucht. Het gemiddelde aantal pitten bedroeg van de ingesloten takken per vrucht ruim 13, van de niet-ingesloten takken ruim 14. Kruisbessen. Evenals in 1922 werden weer Crown Bob en Engelsche wittein proef genomen. Men verkreeg deze uitkomsten Crown Bob. 1 tak ingesloten gaf 21 bessen 1 tak ingesloten gaf 8 bessen 1 tak inge sloten gaf 18 bessen 1 tak ingesloten gaf 12 bessen. Van de 21 bessen der eerste groep waren 9 klein en 13 eenigszins afwijkend van vorm, wat het vorige jaar ook werd opgemerkt. Van deze 13 waren er 4 hol en geheel of bijna geheel zonder pitten. Onder de 8 bessen der tweede groep was er geen van normalen vorm, eenige waren klein en geheel zonder pitten en holde andere 5 bevatten maar weinig pitten. De volgende groep van 18 bessen bevatte 7 kleine vruchten, terwijl 9 een abnormalen vorm hadden. Onder deze 9 waren 4 hol en zonder pitten, terwijl de andere maar een gering aantal pitten hadden. De restende groep van 12 bessen bezat 8 kleine vruchten, 9 van de 12 waren misvormd en hiervan weer 5 hol en zonder pitten. Engelsche witte. 1 tak ingesloten gaf 2 bessen 1 tak ingesloten gaf 15 bessen 1 tak ingesloten gaf 15 bessen; 1 tak inge sloten gaf 10 bessen. De vruchtzetting was over 't geheel minder goed dan bij Crown Bob. Uit Twcllo wordt gemeld: Het aantal gevallen van mond- en klauw zeer wordt in do gemeente Voorst steeds grooter. Een tiental stallen zijn thans reeds besmet. Fotowedstrijd Jaarbeurs. Woensdag 19 Maart heeft de Jury vooï den wedstrijd van sportfoto's, welke ge ëxposeerd waren op den propaganda-stand, van het N.O.C. op de Jaarbeurs te Utrecht,) de navolgende prijzen toegekend. Amateurst le en 2e prijs J. A. Veraart te Bergen op Zoom. Beroepsfotografen le prijs Zeil wedstrijd van H. A. van Oudgaarden (Rot terdam) 2e prijs Kaagwee k 1923 van Pa norama (Leiden) 3e prijs Korfbal wedstrijd van J. Bockstart (Den Haag) 4e prijs Finish Duindigt van denzelfde 5e prijs Horden loop van de Ver. Fotobureaux (A'dam)6« prijs Rugbywedstrijd van J. Bockstart. We gens ziekte van den heer Adriaan Boer er verhindering van Jhr. Jan Feith bestond d« jury uit de H.H. Ed. Gerdes, G. Jochmanr en J. F. Walsmit. De collectie foto's wat bijzonder mooi. De „Gazet van Antwerpen" vertelt „Verleden Dinsdag moest een jonge diplo maat, die naar de Belgische Kamer was ge komen om de regeeringsverklaring te hooren, op een gegeven oogenblik aan een kleine natuurlijke behoefte voldoen. Nog niet be kend zijnde met de geheime vertrekken dec Kamer, vroeg hij inlichtingen aan een deur waarder die hem bereidwillig het hokje aan wees. Eilaas onze man vergiste zich van deur en missen is menschelijk. Hij kwam terecht in een hokje waar tegen den muur een houtec bakje was aangebracht. „Tiens," dacht dt jonge diplomaat, „is dat zóó in de Belgisch* Kamer? Enfin, dat 's weer iets nieuws, dat ik weet" en.... na enkele oogenblikjes was aan de kleine behoefte voldaan. Toen onzej man nu de deur opende om weg te gaan, zag, hij opeens tot zijn onbeschrijfelijke ontzetting' horresco referens dat het bakje, gevuld met de „intiemste geheimen" der diplomatie, naar beneden daalde 't Was geen W. C.'t was het ophaalbakjd waarmee de correspondenten der buitenland- sche pers hunne brieven in de Kamer op en neer halen. 's Anderendaags was het bakje afgebroken! en de opening toegestoptimmers eer? diplomaat zoomin als vroeger de Fransch Koningen, mag of kan niet missen." Toen de D-trein HamburgRoosendaal Vrijdagvoormiddag 11 uur te Nijmegen evea stopte, verlieten de heer en mevrouw Niel sen uit Kopenhagen hun wagen. Nauwelijks bevonden zij zich op het perron, of de trein zette zich weer in beweging. Bij het haastig weer instappen viel mevr. N. tusschen tree plank en perron. Haar linkerarm werd afge-' reden. Zij is in het WilhelminaziekenhuiS' opgenomen. Omstreeks vier uur heeft te Jutphaas (Utrecht) Vrijdagmiddag een auto-ongeluk plaats gehad, dat betrekkelijk goed. is afge- loop en. Op den weg naast het Merwedekanaal trachtte de bestuurder van een auto zijn wagen te draaien. De manoeuvre van den chauffeur, die eerst kort geleden met lee- ren besturen van een auto begonnen was. mislukte, hetgeen tot gevolg had dat de. auto, een klein model wagen van den Wi «peter hoogen walkani het Merwede- kanaal inreed. De auto verdween .bijna da delijk geheel onder water. De chauffeur werd door een schiper gered. Pogingen worden in het werk gesteld otf den wagen op het droge te brengen. H. M. de Koningin ontving Vrijdagmiddag ten 4 u. 15 min. in audiëntie een deputatie, bestaande uit de heeren dr. Benjamins, oud inspecteur van onderwijs in Suriname en oud-lid van den Raad van Bestuur van die kolonie, professor Flu, hoogleeraar in de tro pische hygiëne te Leiden Coutinho, oud- landspractizijn in Suriname en P. J. Jager, vertegenwoordiger in Nederland van het Surinaamsche Huldigingscomité 1923. Deze deputatie kwam Hare Majesteit aanbieden een bronzen reprodhetie van het standbeeld van H. M., dat ter gelegenheid van haar Regeeringsjubileum te Paramaribo vóór het gouvernementshuis is opgericht en welk standbeeld is vervaardigd door den beeldhouwer Vam Loon te 's-Gravenhage. I Dr. Benjamins bood dit geschenk aan met een toespraak, op welke de Koningin met enkele woorden van dank antwoordde. Tevens werden aan Hare Majesteit over handigd een aantal fraaie foto's en bijbehoo» rende oorkonde. Volgens mededeeling van het Handels informatiebureau van Van der Graaf Co.'» Bureau voor den Handel zijn over de afge- loopen week, eindigende 21 Maart in Ne derland uitgesproken 92 faillissementen te gen 85 faillissementen in dezelfde week van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en met 21 Maart 1924 1025 faillissementen tegenover 947 over het zelfde tijdperk van het vorige jaar. Zooals bekend is, zullen enkele inspecties van de posterijen en telegrafie worden opge heven. Nader wordt gemeld, dat het in de bedoe ling ligt om met de inspectie Middelburg ook die te Dordercht op te heffen en in plaats de zer beide te stellen de inspectie Breda. Dezs nieuwe inspectie zal dan de rayons van Dor drecht en Middelburg bevatten, zoodat practisch beide laatste worden samengevoegd met als nieuwen zetel Breda. Op de ontworpen luchtlijn Rotterdam—a BrusselStraatsburgBasel zal, volgens het .„Berliner Tageblatt" de proef genome» worden, de geheele post zoover het brie ven of briefkaarten betreft tusschen Zwit serland en Nederland per vliegtuig te ver voeren. -!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 7