De Hongertoren.
KUNST EN KENNIS.
KERK EN SCHOOL1.
Naar de missie.
Prof. Magnus.
Eucharistische kruistocht.
RECHTSZAKEN.
De bedriegelijke bankbreuk te
's-Gravenkage.
Dubbele oplichting.
UNDB0ÜW EN VISSCNIRIJ.
Zelfbestuiving en Kruis
bestuiving.
Proeven van den Pomologi-
schen tuin. Een overzicht
der resultaten.
Uitbreiding mond- en
klauuizeer.
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
DE VlIIe OLYMPIADE
Fotowedstrijd Jaarbeurs
GEMENGD NIEUWS,
Niet erg diplomatiek!
Ernstige spoorwegongeluk.
Auto-ongeluk.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Het standbeeld der Koningin
te Paramaribo.
Faillissementen in Nederland.
VERKEER EN POSTERIJEN
De bezuiniging der posterijen.
Postvervoer naar Zwitserland.
ffcn Noorden van Keulen verhief zich voor
vele jaren aan den Rijn-oever een geheimzin
nige toren, die door de bevolking angstig
vermeden werd. Vaak hoorden de voorbijgan
gers een angstig en klagend steunen en smee-
ken, of een gezicht, waarop de doodangst
stond tc lezen, vertoonde zich aan de smalle,
getraliede vensters in de dikke muren en een
vermagerde hand rukte in onmachtige woede
aan de ijzeren traliën, dat vogels, die in den
toren nestelden, vol schrik opvlogen.
Zelfs bij klaarlichten dag keek de Keule-
taar niet zonder angst naar den ouden toren
an menigeen rilde als hij de sage hoorde, die
in den volksmond over den „hongertoren"
leefde,
In den hongertoren was een hol vertrek
wet eva valluik in den vloer waaronder de
golven van den Rijn heenbruisten. Als een
edelman door een misdaad den dood ver
diend had, veroordeelde de rechter hem om
in den hongertoren te woren opgesloten en
de misdadiger was verloren.
Afgezonderd van alle menschen, moest hij
Sender vreeselijke kwellingen den hongerdood
Sterven, tenzij hij pogingen aanwendde em
;cn brood te grijpen, dat aan den zolder hing.
Bereikten zijn bevende handen het brood,
dan was zijn vonnis bezegeld; het valluik
ging open en de ongelukkige stortte door de
gapende opening in de golven van den Rijn.
Voor vele jaren leefde er te Keulen een
aanzienlijke weduwe met haar eenig kind.
Met de grootste spaarzaamheid beheerde zij
haar klein vermogen en toen haar zoon op
groeide was zij in staat hem een goede op
voeding te laten geven. De jonge man toonde
voor al haar moeiten en zorgen een dankbaar
hart en had zich ook spoedig de achting
zijner medeburgers weten te verwerven.
Doch de tijden veranderen en terwijl de
moeder nog in de beste verwachtingen leef
de omtrent de toekomst van haar zoo, stond
deze reeds op het hellend vlak der ondeugd,
dat naar den afgrond voerde.
De hcogeschool werd ook bezocht door
studenten wier gedrag oorzaak was, dat elk
rechtschapen burger zich van hen afkeerde.
De weduwe vermaande haar zoon den om
gang met slechte menschen te vermijden en
Wilhelm beloofde dit. Spoedig echter werd
hij toch medegesleept dooi het slechte voor
beeld hij sloot zich bij de woeste gezellen
aan en was spoedig een der ergsten onder
nen. Verontwaardigd zagen zijn medeburgers,
met diepe smart zag ook zijn moeder, hoe
Wilhelm op den slechten weg voortging.
Ieder fatsoenlijk burger vermeed hem voort
aan en zijn moeder betreurde hem als een
verloren zoon.
Reeds waren zijn geldmiddelen niet meer
Voldoende voor zijn verkwistend leven. Hij
Werd een speler, verloor groote sommen, viel
in de handen van woekeraars en toen groei
den zijn schulden onrustbarend aan. Zij
maakten hem tot een misdadiger.
In zijn wanhoop was hij bij zijn moeder ge
komen en eischte geld van haar, dat zij hem
echter weigerde, om hem de middelen voor
rijn woest leven te onthouden. Hij bad en
ircigde en tenslotte stiet hij zijn moeder ge
welddadig ter zijde, brak een kast open en
beroofde haar van haar laatste geld.
Zij beweende den onverlaat, doch haar
Kcfde deed haar de misdaad geheim houden.
Oja zekeren avond was de woeste bende
op een nieuwen streek uitgegaan. Donkere
wolken joegen langs het zwerk en oen scher
pe wind floot door de nauwe straat, waar
een walmende olielamp knarsend heen en
weer slingerde en spookachtige schaduwen
op de hooge huizen wierp. Voorzichtig ke
ken zij rond en juist had Wilhelm op fluis
terenden toon geroepen. „Vooruit," toen ten
gewapende troep, van frambouwen voor
zien, hen overviel. De wapens blonken in het
schijnsel der flambouwen en de verschrikte
studenten bevonden zich tegenover een
groep vermomde ''estalten met fonkelende
oogeii.
De veemrechter, klonk de angstkreet en
met doodsverachting trachtten zij zich er
doorheen te slaan, want ieder wist wat htm
wachtte als zij gegrepen werden.
Wilhelm had een oogenblik als verlamd
gestaan, toen hij de geheimzinnige gestalten
plotseling had zien opduiken. Bevreesd voor
bun wraak, trachtte ook bij zich er door te
daan.
Het volgende oogenblik stond hij tegen
over een reusachtigen vermomden kerel. De
zwaarden kruisten zich, dat de vonken cr uit
vlogen, doch hij moest ondanks zijn vaardig
heid voor de kracht van zijn tegenstander
onderdoen. Hij wankelde, een strik vloog om
zijn hals en werd aangetrokken met een
verstikten kreet viel hij in de macht zijner
rechters.
Toen hij weer tot bewustzijn kwam was
het volslagen donker om hem heen, een ijzige
koude deed hem rillen en in de diepte
ruischte het water.
Verwonderd hoorde hij dit ruischen; tever
geefs zocht hij zich zijn zonderlingen toe
stand te verklaren. Hij slak zijn hand uit en
voelde een kouden, vochtigen muur.
Toen herinnerde hij zich, het gevecht met
de geheime rechters, hoe hij den strik om
tijn hals gevoeld had, hoe het hem zwart voor
de oogen was geworden en nu bevond'hij
zich in de gevangenis.
Steeds luider klonk hem het geruisch van
het water in dc ooren, steeds harder huilde
de wind en de elementen schenen den ge
vangene toe te loepen:
Mensch, gij zijt verloren! Ge zijt in den
hongertoren!
En werkelijk, hij bevond zich in dat vree-
sclijk verblijf. Doodsangst greep hem aan, hij
waagde het niet van plaats te veranderen uit
vrees van bij du geringste beweging op het
valluik tc geraken en dan....
Zoo lag hij daar. Hij klaagde en bad, hij
beloofde zijn leven tc beteren en het volgen
de oogenblik verwenschte hij zijn goddelooze
makkers en twijfelde aan Gods Barmhartig
heid.
De morgen brak aan. Lieflijk speelden de
serste zonnestralen door hot getraliede /en-
-tcr, alsof zij van hel vroolijke leven daar
buiten as 1 den verhalen en een vogel zette
zich op de .innen van den hongertoren. Nu
klonk zijn morgenlied. De gevederde zanger
zong van geluk cn vrede, van groene vlakten
en gulden vreiheiri en dan kliefden zijn kleine
vleugels de lucht hij vloog heen.
De zonnestralen bleven echter en deden
den gevangene een aan den zolder hangend
brood bespeuren.
Uitlokkend blonk het brood den bongeri-
gen gevangene ir- de oogen. Hij .huilde en
wendde den blik af.
Den geheelen dag jammerde en klaagde hij,
sloeg in onmachtige wanhoop de nagels zijner
handen in den muur, hij riep om redding, om
verlossing, doch zonder gehoor te vinden
verloor de klank zijner stem zich in dc een
zaamheid.
De schaduwen werden langer de ïaciit
brak aan.
A'ühelm weende 't waren heete tranen
van berouw cn met deze sloot hij zijn zondig
lover, af Een diepe slaap deed hem de treu
rige as crkelijkheic" vóór eenige uren vergeten.
V ederom avas bet dag, toen hij ontwaakte.
Nog grooter was dc kwelling, die hij te door
staan had. Elke minuut, die vreeselijk lang
zaan verstreek, bracht hem nader bij zijn
noodlottig einde. Hij kromp ineen onder de
wreedc kwelling van honger en dorst cn
gloeiend heet leek hem de lucht die hij in-
■adevide. Koortsachtige droombeelden beang
stigden den ongelukkige en kreunend wen
telde loii zich over den grond. De dood scheen
hem aan te grijnzen en eensklaps meende hij
dat de grond onder hem'uitweek en hif ver
zonk. Ontzet sprong hij op het was slechts
inbeelding en spoedig wierp hij zich weer op
'den grond en hield de hand voor de oogen
om de vreeselijke visioenen niet te zien.
Zijn kwelling bereikte haar toppunt en ein
delijk rijpte het besluit in hem, het brood
te bemachtigen - er mocht van komen wat
wilde.
Met inspanning zijner laatste krachten
wankelde hij naar de ladder en beklom die
bevend over al zijn leden,
Eindeliik bereikte hij het brood en met
gretigheid wilde hij het wegrukken.
Daar klonlc van den vloer een knarsend ge
luid, Het valluik draaide in zijn verroeste
scharnieren en met een doffen kreet stortte
de ongelukkige in het gorgelend water.
Jaren waren vervlogen. De door ouderdom
en verdriet gebogen moeder van Wilhelm
leefde nog stil en eenzaam. Zij had alle ver
keer met de wereld opgegeven. Gelaten en
onderworpen had zij zich in haar ongeluk ge
schikt en bad voor haar gestorven zoon.
Op zekeren morgen zat zij aan het raam in
sombere gedachten aan haar Wilhelm, ver
zonken. Daar kwam, naar het volksverhaal
luidt, een man van hooge gestalte haar huis
binnen. Kommer en verdriet hadden diepe
rimpels in zijn voorhoofd gegroefd en toen
zijn oog op de oude vrouw viel, beefde hij
en „moeder" fluisterden zijn lippen.
Verrast was de weduwe opgestaan en had
den binnengetredene lang aangestaard; einde
lijk verbleekte zij, wankelde en met den uit
roep:
Wilhelm, viel zij bewusteloos neer.
In de armen van haar zoon kwam zij weer
bij.
Vergeving moeder, snikte de verloren
en teruggevonden zoon en drukte een heeten
kus op het verwelkte voorhoofd zijner moe
der.
Beider tranen vereenigden zich en vaster
dan ooit was de band van liefde tusschen
moeder en zoon aangeknoopt. Moederliefde
en kinderlijke trouw vergoedden deze beide
zwaar beproefde menschen het treurig ver
leden, Boete en berouw wischten de zonden
van dit verleden bij den zoon uit.
Spoedig vernam men hoe Wilhelm den
dood ontkomen was. Toen hij naar beneden
viel en de golven boven zijn hoofd zich slo
ten, toen ontwaakte bij hem dè liefde tot het
het leven op krachtige wijze. Hij voelde, hoe
de stroom hem met ontzettende snelheid mee
sleepte, doch hij kampte met het element.
Met krachtigen arm, door de zucht tot zelf
behoud versterkt, wist hij den snellen 3troom
te overwinnen en kwam aan de oppervlakte.
De grootste moeilijkheid was nu doorstaan
en als geoefend zwemmer verwijderde hij zich
meer en meer van de plaats der verschrik
king, tot de golf hem aan den oever bracht,
avaar hij langzamerhand van zijn uitputting
bijkwam.
Toen had bij den weg naar Holland inge
slagen en daar in een handelszaak een be
trekking bekomen. Door voorbeeldig gedrag
wist hij na verloop van tijd de gunst en het
vertrouwen van zijn patroon te winnen en
spoedig werd hij deelgenoot in de zaak. liet
geluk lachtte hem toe en nadat hij een aan
zienlijk vermogen had bijeengespaard, keerde
hij naar zijn vaderland terug. Hier trachtte bij
door offervaardige liefde bet verdriet dat bij
zijn moeder had aangedaan te vergoeden en
door werken van boetvaardigheid en naas
tenliefde de schuld die op zijn geweten druk-
te te verlichten.
Dat was de geschiedenis van den man, die
aan den dood in den hongertoren ontkomen
ZEEMANSBIJNAMEN.
Bekend is de bijnaam „Bestevaer," waar-
ouder onze groote zeeheld Michel Adrzn, de
Ruijter tijdens zijn leven algemeen bekend
Het woord „Bestevaer", aldus S. Kolff in
„Onze Vloot" werd oudtijds vaak gebruikt
voor grootvader, en als een term van res
pect. In het Oosten, waar zooveel deferentie
voor den ouderdom werd betoond, plachten
de inlandsche vorsten van den O, I. Archipel
den gouverneur-generaal met den grootva-
derstitel te vereeren, ook al was zijn leeftijd
daarmee geenszins in overeenstemming. De
hooge waardigheid, welke hij bekleedde,
bracht volgens Oostersche opvatting mede
dat hij de kwaliteiten bezat, aan den ouder
dom vaak eigen: wijsheid, bezadigdheid, er
varing, overleg, enz. Echter werd het woord
ook wel gebruikt om er een oud mannetje
mee aan te duiden; Valentijn vermeldt in
zijne Levens der gouverneurs generaal dat
Joan Maatsuycker, die bijna 25 jaren achter
een de landvoogdij uitoefende, in het laatst
van zijn leven een „recht oud bestevaertje
was. Bij een forsclie figuur als de Ruyter
behoefde het woord in dien zin gewis niet
opgevat te worden. Zijn levensbeschrijver,
G. Brandt, vermeldt dat hij met zijn schip
„De Zeven Provinciën" Tromp te hulp kwam,
toen die in het zeegevecht bij Schoonevelt
tusschen twee Engelsche schepen beklemd
raakte, en verder:
„Hem ziende naderen riep Tromp zeer
verheugd: „Mannen, daar is Bestevaer (zoo
werd in dien tijd dc Ruyter onder het boots
volk genoemd) die komt ons helpen. Ik zal
hem ook niet verlaten, zoolang als ik adem
kan scheppen."
In later tijd herdacht de tooneelschrijvcr,
M. Sprce, het woord door den titel van zijn
gelegenheidsstuk „Bestevaer Michel." Even
als bestevaer voor grootvader gold beste
moer voor grootmoeder.
Er werd destijds druk „getrompt en tfe-
ruyterd": de namen van beide zeehelden
werden in één adem genoemd. Doch anders
dan met den familienaam van der. beroem
den Vlissinger Michael was het met dien van
Tromp gelegen. Die illustre naam uit de ge
schiedenis van het Nederlandse zeewezen
was feitelijk een bijnaam, door cen tner
voorzaten als geslachtsnaam aangenomen.
Oorspronkelijk heette deze uitDelft afkom
stige familie Van der Well 't Was een deftig
geslacht, waarvan enkele leden ""Ving
Staten van Holland hadden en dat m zijn
blazoen een veld van keel (rood) voerde, be
laden mét drie Sint Andries kruisen in gouö.
Dc vader van Maarten Harpertsz Tromp «eet-
tc Herpert Lambertsz van der Well ot van
der Wel, cn was kapitein op een schip van
oorlog. Hij was de eerste, die den naam
Tromp aannam, waarin hij door zijne drie
zusters, na den dood der ouders werd na
gevolgd. Omtrent de reden van die naams-
verwisseling schreef dc genealoog Mr. ei
nier van Heemskerk:
„In de aanteekeningen van die familie heD
ik gevonden dat de vader van den Admiraal
Maarten Harpertsz Tromp, zijnde geweest
Harpcrts Lamberts van der Well, groote lust
had tot zeedienst, en zijne ouders hem dat
willende beletten, hij de vlugt nam en zich
in den zeedienst begaf als jongmatroos, ol
zooals anderen zeggen als koksmaat onder
den naam van Tromp, om niet bekend e
zijn. Doch anderen zeggen dat hij, op zijn
schip zijnde en niets te doen hebbende, luj
altoos zich amuseerde met op een trompje
te spelen, waardoor hij den bijnaam van
Tromp zou hebben verkregen.
Een soortgelijk geval als bij den vader van
Maarten Harpertsz Tromp deed zich voor bi]
den admiraal Joost van Trappen. Ook bij
dezen werd de bijnaam Banckers of Banckert
tot familienaam. Het woord „bancken" werd
door Bredero gebruikt in den zin van smul
len of goede sier maken; elders in den zin
van ergens verblijven, b.v.: „hij zal daar niet
lang banken." Doch in cene andere bcteeke-
nis verstond men onder banken het visschen
op een onderzee bank, en hieraan moest in
't geval van de v. Trappen's allicht gedacht
worden, aangezien zoovele Ncderlandsche
vlootvoogden uit den visscherstand afkomstig
waren. In zijne „Geschiedenis van het Ned.
Zeewezen" schreef Mr. de Jonge over dit ge
slacht.'
„Er zijn elf Banckers in 's Lands zeedienst
geweest, waarvan één met de waardigheid
van Luit. Admiraal, één van Vice-Admiraal
en zeven van kapitein bekleed zijn geweest.
Men weet niet waarover men zich het meest
bij de beschouwing dezer geslachtslijst moet
verwonderen, of dat het kleine Vlissingen
behalven den eenigen de Ruyter zulke hel-
denrijen als de Banckers cn Evertsens heeft
opgeleverd, dan wel dat de namen van zoo
vele mannen, tot beide geslachten behooren-
de, zoo lang in de vergetelheid ziin bedolven
geweest."
De Van Nessen beslaan eveneens een be
langrijke plaats in de historie van ons zee
wezen.
De meeste leden van dit geslacht, dat uit
Rotterdam afkomstig was, dienden op sche
pen' van de aldaar zetelende Admiraliteit
van de Maze. Jacob Jansz. van Nes of van
Es, die het bevel over het schip „Dc Spaar
pot" voerde, was de eerste in 's lands dienst
die met den bijnaam van Boer Jaep genoemd
werd. Zijn zoon, Jan Jacobsz., heette Oude
Boer Jaep ter onderscheiding van zijn broe
der, die eveneens Jan werd genoemd, met
den toenaam van Jonge Boer Jaep. Tot
hunne nakomelingen behoorden Jan Jansz,
van Nes, die in 1673 tot vice-admiraal werd
benoemd, en zeven jaren later te Rotterdam
overleed; zoomede de luit, admiraal Aert
Jansse van Nes, Gedurende den \ierdaag-
schen Zeeslag nam deze het opperbevel over
van de Ruyter, toen van diens schip de
groote steng was afgeschoten; te samen met
de Ruyter en Tromp kwam aan hem de eer
der overwinning toe. Ook aan die van den
tocht naar Chatham kwam hem een belang
rijk aandeel toe. Doch in deze generatie was
die bijnaam van Boer Jaep reeds verdwe
nen; de familienaam van Nes handhaafde
zich.
Er waren trouwens wel scheepsbevelheb
bers, die zonderlinger namen droegen dan
Boer Jaep, of Boerejaep, gelijk de konstabel
heette, die eene sclaadeloosstelling ontving
terzake dat hem in een gevecht tegen de
Duinkerkers de kin was weggeschoten. Een
Zeeuwsche kapitein, die zich tegen denzelf
den vijand onderscheidde, heette b.v.
Gloeiendenoven, en deed dien naam eer aan.
Hij maakte het de tegenpartij inderdaad zoo
heet als een gloeiende oven. Een andere
kapitein heette Vloo, en grimmig als n vloo
beet hij om zich heen. Zijn vlooien-exploi-
ten tegen de Duinkerkers werden door den
geschiedschrijver met onderscheiding ge
noemd. De kapitein Waterdrinker voerde het
bevel over een brander; in 1653 werd hij
beloond voor zijn gedrag in den zeeslag bij
Ter Heide. Met zulk een naam zou men ge
heel-onthouder kunnen zijn, maar die hoeda
nigheid was voor 't minst twijfelachtig in een
tijd, waarin aan boord der schepen zoo druk
oorlam werd geblazen. De familie Regldoor-
zee heette aldus naar de afbeelding, in den
gevel van het door hen bewoonde huis, van
een zeilend schip met het onderschrift Kegt
door Zee. 't Was waarschijnlijk dat een zee
varend lid van het geslacht de gedachte aan
zijn vroeger beroep door dien gevelsteen
had willen bewaren.
Een zonderlinge bijnaam werd toebedeeld
aan een Amsterdamschen vondeling, die ad
miraal heette zonder het te zijn. N.l. aan
Willem Jansz. Admiraal, van wien Valentijn
in zijne Bandasche Zaaken verhaalt dat hij
in zijn jeugd „voor slegt" naar Indië was ge
varen, Derhalve in eene zeer ondergeschik
te betrekking; die hij intusschen van liever
lede voor eene betere verwisselde, totdat bij
den rang van schipper had bereikt. Toen
zei hij den zeedienst vaarwel en zocht een
betrekking aan wal, in dienst der O. Ind.
Compagnie. Daarmee had bij zooveel geluk,
dat hij na een zeker aantal dienstjaren deh
rang van raad van Indië verkreeg en be
noemd werd tot gouverneur van Banda. Hij
had toen reeds den bijnaam van „Ik zeg ik
zeg", omdat bij geen mond open deed zon
der zijne woorden met die woorden in te
leiden. Valentijn noemde dezen bestuurder
een „koddige haan", en voorzeker had hij
streken op zijn kompas, waarvan alleen hij
het plezier, en zijne ondergeschikten het on-
genoeg hadden. Alsof hij de herinneringen
aan zijn vroeger zeemansleven wilde opfris-
schen placht hij gaarne te varen en te zei
len, en alsdan de notabelen van Banda voor
een speelreisje naar een naburig eiland uit
te noodigen. Van zulk een „springtochtje
verhaalt Valentijn:
„Daags te voren had hij den werfbaas be
last de schuit, die hij gebruiken wilde, en
al de banken wel te teeren, doch dit zei hij
zijne genoodigde Raden, die mede wel uit
gedost waren, niet. Hij wandelde met hen
dan na 't hoofd, daar de schuit lag, waarin
toen nog geen quartiermeester om te stuu-
ren, noch matroozen oin tc roejen waren.
Hij maakte niet veel uiterlijke beleeftheden
om na hen te wagten Z>f ze te doen roepen,
maar hij sprong er ten eerste in, ging, hoe
nat ook de banken nog van de teer waren,
aan 't roer zitten en zei tot hen: „Ik zeg,
ik zeg, daar een Landvoogt aan 't roer gaat
zitten", daar mag de Opperkoopman, Fiscaal
en de andere Raadspersonen yderHvel een
riem in de hand nemen en roejen". Zij za
gen wel op hun neus, geen gedagten hebben
de van daar gekomen te zijn om te roejen,
en nog veel meer morden zij tegen die tee-
rige banken, maar of zij er dit of dat tegen
inbragten, zij moesten met die fraaje klee
deren op die banken gaan zitten, en nog
braaf roejen toe; doch hen*heugdc dit plai-
siertje zoo (terwijl hij om hun bedorve klee-
ren en bebladerde handen in zijn vuist lach
te) dat zij geen lust meer hadden om met
em op een speelreisje te gaan.
Per s.s. „Patria" van de Rotterdamsche
Lloyd vertrokken 1.1. Dinsdag van Marseille
naar Nederlandsch Oost-Indië de Hoogeerw.
pater W. Panis, benoemd Apostolisc prefect
van Celebes, en de paters J. Kraanen en W.
Kamerbeek. Beide laatstgenoemde missio
narissen keeren, na een jaar vacantie in het
vaderland, wederom terug naar het Aposto
lisch Vicariaat van de Mohikken en Nederl.
Nieuw-Guinea.
Met dezelfde boot vertrokken ook wederom
vijf zusters van het Gezelschap J.M.J. naar
de missie van Mgr. Panis.
Naar wij vernemen, heeft prof. Magnus te
Utrecht bedankt voor het hem aangeboden
professoraat te Groningen, ter opvolging van
wijlen prof. Hamburger.
Op 25 en 26 April wordt aan de R. K. on
derwijzers in het Retraitehuis te Seppe ge
legenheid geboden zich op de hoogte te stel
len van de E. K.-Methode in het Onderwijs.
Op het programma komt o.m. voor de be
spreking van de beginselen van den Kruis
tocht onder dogmatisch en paedagogisch op
zicht. De besprekingen zullen geleid worden
door het secretariaat van den E. K., terwijl de
conferenties gehouden worden door den zeer
eerw. pater J. L. Jansen C. s.s.R. te Wittem-
Donderdag heeft voor de rechtbank in
Den Haag terecht gestaan J. v. d. M., 41 jaar,
directeur van een coöperatieve vereeniging,
te Den Haag, thans gedetineerd ter zake van
bedriegelijke bankbreuk en valschheid in
geschrifte.
Hij zou in het tijdsverloop van 20 Febr. tot
16 April 1923 als bestuurder van de Coöpera
tieve Vereeniging Landbouw-Maatschappij,
Groot-Nederland, gevestigd te 's-Graven-
hage, welke maatschappij op 5 April 1923
failliet is verklaard, ter verkorting van de
rechten der schuldeischers Ie diverse baten,
in totaal pl. m. f 3000, niet verantwoord heb
ben aan den curator in het faillissement
2e aaan den boedel onttrokken hebben ver
schillende meubelen, eenige schrijfmachines
en nog andere goederen en voorts twee per-
ceelen heidegrond, liggende onder de gemeen
te Beilen (Dr.)
Wat de valschheid in geschrifte betreft,
zou bekl. op 24 Febr. 1923 valschelijk opge
maakt hebben een schuldbekentenis van
f 18.000, welk geld door hem als voorschot
aan de maatschappij verstrekt zou zijn, on
der voorwaarde, dat de bekl. de meubelen
e.d. benevens de gronden te Beilen in eigen
dom zou krijgen. In de tweede plaats zou hij
op 25 Febr. valschelijk hebben opgemaakt
een geschrift, waarbij mevr. Smit en de heer
Smit te Scheveningen verklaren van de maat
schappij te hebben ontvangen, f 20.000 ter
voldoening van den op de obligatie no. 82
serie 193 gevallen hoofdprijs. Ten. slotte zou
hij nog een vervalscht stuk hebben opgemaakt
waarbij zekere Bokkelkamp verklaart, van de
maatschappij te hebben ontvangen f475.10
voor geleverde goederen. Bekl. zou deze feiten
gepleegd hebben met het oogmerk de ver
schillende geschriften als echt en onvervalscht
te gebruiken, terwijl uit dat gebruik nadeel
kon ontstaan.
De President vroeg den bekl. allereerst, of
hij zich ook wel J Ruitjes van. der M. noemde,
Bekl. gaf toe, dat hij dien naam vroeger
wel eens gebruikt had.
Vervolgens ging de president met den bekl.
de oprichting van de Landbouw Maatschap
pij Groot-Nederland na. Hiervoor was bekl.
met een derden persoon naar een notaris te
Voorschoten gegaan. Bekl. zeide, dat hij de
Maatschappij oprichtte als gemachtigde van
een ander en erkende daarna desgevraagd, dat
hij dit voor den notaris verzwegen had.
Het O. M., waargenomen door mr. Enger,
vroeg hierna acte, dat de bekl. erkende, zich
schuldig gemaakt te hebben aan valschheid
in een authentieke acte.
Op een vraag aan den bekl. of hij zelf bui
tendien ook nog van het geld moest leven,
deelde hij mede, dat hij zelf wel geld had. Dit
had hij verdiend met handel, dien hij dreef
te zamen met een mijnheer J. R. v. d. Meu-
len in de jaren 1918 en 1919.
Bekl. deelde vervolgens mede, dat hij in
Jan. 1923, toen de eerste trekking voor de
premieleening zou plaats hebben, f18.000
in de kas heeft gestort.
PresidentHoe kwam U aan dat geld
Bekl. Ik had eenige jaren geleden f 19.500
geleend aan een zekeren Brandts, een Duit-
scher. Deze was overleden en twee dames
hadden bekl. persoonlijk het geld terugge
bracht.
President. Kreeg u er dan geen rente bij
over die jaren Of hebt u daar niet om ge
vraagd
Bekl. Neen, ik was veel te blij, dat ik mijn
geld terug had. Een acte werd opgemaakt,
waarbij bekl, voor de f18.000 in eigendom
kreeg de roerende en onroerende goederen
der maatschappij.
Bij de trekking, die plaats gehad heeft en
die door den bekl. zelf werd verricht, kwam
een prijs van f 20.000 uit de bus.
Eenige dagen later, op een Zondag, was
een dame bij bekl. op kantoor gekomen, op
wier obligatie de prijs was gevallen. Bekl.
heeft toen getracht de dame te bewegen om
genoegen te nemen met een gedeeltelijke
betaling van het geld. Dit lukte echterjniet.
Bekl. heeft toen de heele som uitbetaald,
waarna de dame een kwitantie heeft onder
teekend.
Desgevraagd, zeide bekl, nog, dat bij de
trekking geen notaris aanwezig was. Er waren
echter drie getuigen bij geweest.
President Dat waren stroomenschen, die
precies deden wat u wilde
Bekl. Daar was absoluut geen reden voor.
Voorgelezen werd een verklaring van den
bekl. voor den Rechter-Commissaris, waarbij
hij een volledige bekentenis omtrent de ver
schillende feiten van valschheid in geschrifte
had afgelegd.
Bekl. bestreed, dat hij die verklaring zoo
zou hebben afgelegd.
De curator in het faillissement van „Groot-
Nederland" inr. Raaymakers, deelde mede,
dat het actief der Maatschappij, wat betreft
de couranten, f 77 bedroeg. Het passief daar
entegen beliep f 35.000. De Maatschappij, die
heette te werken ten bate der bestrijding van
werkloosheid en ter bevordering van de
ontginning der gronden, bezat een stukje
heidegrond onder Beilen, dat bij verkoop
f 275 opbracht.
Het O. M., waargenomen door mr. En-
gers, eischte ten slotte een gevangenisstraf van
vijf jaren, met aftrek der preventieve hechte
nis.
De verdediger mr. Bekker, drong aan op
vrijspraak.
Uitspraak over 14 dagen.
Den 13en December van het vorige jaar
kwam bij den caféhouder V. te Roosendaal
als kostganger zekere A, de W., timmerman
uit Zierikzee, zeggende dat hij werk zocht.
V. droeg hem toen op eenige herstellingen
in de herberg te verrichten, waarna beklaagde
zeide, dan eerst den prijs van het hout te
moeten weten. Hij ging toen op 18 Dec.
naar den houthandelaar L. te Eyschen (Bel
gië), die echter niet de benoodigde houtsoort
had. Hij maakte daarna een verzonnen hout
lijstje en kwam toen op de gedachte daarmede
geld van V. los te krijgen. Toen hij dan ook
terugkwam, vertelde hij dat hij het hout had
besteld. De vrouw van V. gaf hem echter niet
het geld, maar droeg aan den knecht, getuige
C. v. G. op om met den wagen het hout te
halen en meteen de ongeveer 700 francs te be
talen. Getuige deed dat, maar onderweg
kwam bekl. de W., di^ vooruit naar Esschen
was gegaan hem tegemoet en vroeg hem, het
geld te geven, dan zou hij om tijd uit te
winnen vast betalen. Get. gaf hem geheel te
goeder trouw het geld, maar aan de grens
was noch 't hout, noch de W. te vinden.
De laatste liet ook niets meer van zich hoo-
ren. Tevens werd de W. nog ten laste gelegd
dat hij op 16 Dec. van get. J. J. L. f 10 had
geleend onder voorwendsel, dat hij zijn por
tefeuille verloren had. Ook deze f 10 had hij
niet meer teruggegeven.
De ambtenaar van het O. M. te Breda
eischte tegen de W. 4 maanden gevangenis
straf.
In het vorig jaar zijn in den Pomologaschen
tuin te Tic-I belangrijke bestuivingsproeven
genomen. Uit het jaarverslag over 1923, is
het volgende geresumeerd
Aardbeien. Van de in 1919 door krui
sing van Madame Moutot met Deutsch
Evern verkregen plantjes, werden in 1923
een aantal uitloopers op eenige bedden ge
plaatst waardoor de vergelijking gemakke
lijker wordt.
Evenals in 1922, werd aan de moederplan
ten een aantal door fijnmazig gaas van insec-
tenbezoek uitgesloten tot na den bloei, toen
het hulsel werd weggenomen. Er bleek zich,
tijdens de afsluiting, menige vrucht gevormd
te hebben, echter vrij wat minder dan aan
de niet behandelde planten. Ook waren
de meeste vruchten van de ingehulde planten
klein en veelal misvormd, gedeeltelijk min
of meer versteend met deels onontwikkelde
pitten. Niettemin werden de pitten van al
deze vruchten na droging onder glas ge
zaaid, doch met hetzelfde resultaat als in 't
vorige jaar geen enkele pit ontkiemde. Het
plan is, dezelfde proef nog eens te herhalen.
Appels, Ofschoon 10 variëteiten in proef
werden genomen, gaven er maar drie resul
taten, welke we hier laten volgen.
Ananasreinette. Bij zelfbestuiving ont
wikkelden zich 76 bloemen, waaruit 4 vruch
ten kwamen bij kruisbestuiving 62 bloemen,
3 vruchten.
De na zelfbestuiving verkregen vruchten
waren zeer klein en leverden samen 2 pitten
die na kruisbestuiving waren grooter en
gaven meer pitten, waarvan bij den oogst
echter het aantal niet kon worden vast
gesteld, daar een der vruchten wormstekig
bleek.
Cox-Pomona. Bij zelfbestuiving 52 bloe
men, 0 vruchten bij kruisbestuiving 56
bloemen 2 vruchten.
De 2 vruchten bevatten samen 10 pitten,
waarvan 3 loos.
Lanes Prince. Bij zelfbestuiving 58 bloe
men, 0 vruchtenbij kruisbestuiving 43
bloemen, 2 vruchten.
Van beide vruchten kon het aantal pitten
niet vastgesteld worden, daar de een aange
tast was door de larve der appelzaagwesp en
de andere door de rups der Carpocapsa
(„wormstekigheid").
Kersen. Evenals in 1922 werden ook nu
van de meikersen van de volgers telkens vier
takken gedurende den bloei door het aan
brengen van een fijnmazig omhulsel voor
het bezoek van insecten ontoegankelijk
gemaakt om na te gaan of vruchtzetting
zonder dat bezoek mogelijk is. Was toen het
aantal vruchten aan de volgertakken, waarvan
er nog een voor de vruchtzetting stierf,
thans 31, leverden de 4 volgertakken slechts
4 vruchten. Opgemerkt dient te worden dart
de volgerstruiken alle dit jaar belangrijk
minder vruchten droegen dan de meikersen.
Het plan bestaat de proef nog eens te
nemen.
Pruimen. In tegenstelling met het voor
gaande jaar, kon nu de proef, door bijzon
dere omstandigheden, alleen maar op de
Abrikoospruim genomen worden. Vier tak
ken, die tijdens den bloei ingesloten waren
om insectenbezoek te voorkomen, gaven nu
direct na den bloei, naar 't scheen, een groot
aantal vruchten, v/elke echter meerendeels
na zeer korten tijd den groei staakten en af
vielen. Slechts 6 bleven tot den tijd van rijp
heid zitten en ontwikkelden zich normaal.
Zooals het verslag van '22 vermeldt, ont
wikkelde zich toen op vier ingesloten takken
van deze variëteit geen enkele vrucht.
Ook deze proef zal herhaald worden.
Roode bessen. Ook dit jaar werd alleen
maar de Hollandsche geelsteel aan de proef
onderworpen en werden thans eveneens 4
takken van verschillende struiken gedurende
den bloei ingesloten. We vermelden hieronder
het resultaat en plaatsen, ter vergelijking
daarnaast de cijfers van vruchten aan niet-
ingehulde takken van dezelfde struiken.
Ingesloten gaven 4 takken 142 trossen
met 288 bessen, 1 tros gaf gemiddeld ruim
2 bessen. Niet ingesloten gaven 4 takken,
142 trossen met 755 bessen, 1 tros gaf ge
middeld ruim 5 bessen.
Ten einde nauwkeurig eventueel gewichts-
verschil, dus ook verschil in grootte der bes
sen te kunnen vaststellen, werden alle trossen
van hun vruchten ontdaan en deze daarna
gewogen. De 188 bessen der eerste groep
wogen 147.3 gram, de 755 bessen der tweede
groep 418.1 gram, waaruit volgt, dat 100
bessen van ingesloten takken, ruim 51 en 100
bessen van niet ingesloten takken 55 gram
wogen.
Van elk der ingesloten takken werden
willekeurig 10 bessen van haar pitten ont
daan, om het aantal hiervan te kunnen vast
stellen, wat eveneens gebeurde met viermaal
10 bessen van niet-ingesloten takken.
De 40 bessen der eerste groep bevatten
173 pitten, die der tweede 249, zoodat het
gemiddelde aantal pitten per bes van de in
gesloten takken ruim 4, van dë niet-inge
sloten takken ruim 6 bedroeg.
Zwarte bessen. Op dezelfde wijze als boven
beschreven, werden hier Boskoops giant en
Hollandsche zwarte behandeld, echter zon
der het gewicht te bepalen. De uitslag was
als volgt Boskoops giant 3 takken met 38
trossen gaven 51 bessen, gemiddeld dus nog
geen twee vruchten per tros. Opgemerkt zij,
dat verschiltende trossen geen enkele bes
gaven, het gemiddelde aantal pitten bedroeg
bijna 10, waarvan een vrij groot aantal loos.
De bessen van niet-ingesloten takken be
vatten gemiddeld ruim 18 pitten, ongeveer
alle vol.
Hollandsche zwarte 4 takken met 69
trossen gaven ruim 120 bessen, gemiddeld
dus geen twee vruchten per tros. Ook hier
droegen verschillende trossen heelemaal geen
vrucht. Het gemiddelde aantal pitten bedroeg
van de ingesloten takken per vrucht ruim 13,
van de niet-ingesloten takken ruim 14.
Kruisbessen. Evenals in 1922 werden weer
Crown Bob en Engelsche wittein proef
genomen. Men verkreeg deze uitkomsten
Crown Bob. 1 tak ingesloten gaf 21 bessen
1 tak ingesloten gaf 8 bessen 1 tak inge
sloten gaf 18 bessen 1 tak ingesloten gaf 12
bessen.
Van de 21 bessen der eerste groep waren 9
klein en 13 eenigszins afwijkend van vorm,
wat het vorige jaar ook werd opgemerkt. Van
deze 13 waren er 4 hol en geheel of bijna
geheel zonder pitten.
Onder de 8 bessen der tweede groep was
er geen van normalen vorm, eenige waren
klein en geheel zonder pitten en holde
andere 5 bevatten maar weinig pitten.
De volgende groep van 18 bessen bevatte
7 kleine vruchten, terwijl 9 een abnormalen
vorm hadden. Onder deze 9 waren 4 hol en
zonder pitten, terwijl de andere maar een
gering aantal pitten hadden.
De restende groep van 12 bessen bezat 8
kleine vruchten, 9 van de 12 waren misvormd
en hiervan weer 5 hol en zonder pitten.
Engelsche witte. 1 tak ingesloten gaf 2
bessen 1 tak ingesloten gaf 15 bessen 1
tak ingesloten gaf 15 bessen; 1 tak inge
sloten gaf 10 bessen.
De vruchtzetting was over 't geheel minder
goed dan bij Crown Bob.
Uit Twcllo wordt gemeld:
Het aantal gevallen van mond- en klauw
zeer wordt in do gemeente Voorst steeds
grooter. Een tiental stallen zijn thans reeds
besmet.
Fotowedstrijd Jaarbeurs.
Woensdag 19 Maart heeft de Jury vooï
den wedstrijd van sportfoto's, welke ge
ëxposeerd waren op den propaganda-stand,
van het N.O.C. op de Jaarbeurs te Utrecht,)
de navolgende prijzen toegekend. Amateurst
le en 2e prijs J. A. Veraart te Bergen op
Zoom. Beroepsfotografen le prijs Zeil
wedstrijd van H. A. van Oudgaarden (Rot
terdam) 2e prijs Kaagwee k 1923 van Pa
norama (Leiden) 3e prijs Korfbal wedstrijd
van J. Bockstart (Den Haag) 4e prijs Finish
Duindigt van denzelfde 5e prijs Horden
loop van de Ver. Fotobureaux (A'dam)6«
prijs Rugbywedstrijd van J. Bockstart. We
gens ziekte van den heer Adriaan Boer er
verhindering van Jhr. Jan Feith bestond d«
jury uit de H.H. Ed. Gerdes, G. Jochmanr
en J. F. Walsmit. De collectie foto's wat
bijzonder mooi.
De „Gazet van Antwerpen" vertelt
„Verleden Dinsdag moest een jonge diplo
maat, die naar de Belgische Kamer was ge
komen om de regeeringsverklaring te hooren,
op een gegeven oogenblik aan een kleine
natuurlijke behoefte voldoen. Nog niet be
kend zijnde met de geheime vertrekken dec
Kamer, vroeg hij inlichtingen aan een deur
waarder die hem bereidwillig het hokje aan
wees. Eilaas onze man vergiste zich van deur
en missen is menschelijk. Hij kwam terecht
in een hokje waar tegen den muur een houtec
bakje was aangebracht. „Tiens," dacht dt
jonge diplomaat, „is dat zóó in de Belgisch*
Kamer? Enfin, dat 's weer iets nieuws, dat
ik weet" en.... na enkele oogenblikjes was
aan de kleine behoefte voldaan. Toen onzej
man nu de deur opende om weg te gaan, zag,
hij opeens tot zijn onbeschrijfelijke ontzetting'
horresco referens dat het bakje, gevuld
met de „intiemste geheimen" der diplomatie,
naar beneden daalde
't Was geen W. C.'t was het ophaalbakjd
waarmee de correspondenten der buitenland-
sche pers hunne brieven in de Kamer op en
neer halen.
's Anderendaags was het bakje afgebroken!
en de opening toegestoptimmers eer?
diplomaat zoomin als vroeger de Fransch
Koningen, mag of kan niet missen."
Toen de D-trein HamburgRoosendaal
Vrijdagvoormiddag 11 uur te Nijmegen evea
stopte, verlieten de heer en mevrouw Niel
sen uit Kopenhagen hun wagen. Nauwelijks
bevonden zij zich op het perron, of de trein
zette zich weer in beweging. Bij het haastig
weer instappen viel mevr. N. tusschen tree
plank en perron. Haar linkerarm werd afge-'
reden. Zij is in het WilhelminaziekenhuiS'
opgenomen.
Omstreeks vier uur heeft te Jutphaas
(Utrecht) Vrijdagmiddag een auto-ongeluk
plaats gehad, dat betrekkelijk goed. is afge-
loop en.
Op den weg naast het Merwedekanaal
trachtte de bestuurder van een auto zijn
wagen te draaien. De manoeuvre van den
chauffeur, die eerst kort geleden met lee-
ren besturen van een auto begonnen was.
mislukte, hetgeen tot gevolg had dat de.
auto, een klein model wagen van den
Wi «peter hoogen walkani het Merwede-
kanaal inreed. De auto verdween .bijna da
delijk geheel onder water. De chauffeur
werd door een schiper gered.
Pogingen worden in het werk gesteld otf
den wagen op het droge te brengen.
H. M. de Koningin ontving Vrijdagmiddag
ten 4 u. 15 min. in audiëntie een deputatie,
bestaande uit de heeren dr. Benjamins, oud
inspecteur van onderwijs in Suriname en
oud-lid van den Raad van Bestuur van die
kolonie, professor Flu, hoogleeraar in de tro
pische hygiëne te Leiden Coutinho, oud-
landspractizijn in Suriname en P. J. Jager,
vertegenwoordiger in Nederland van het
Surinaamsche Huldigingscomité 1923.
Deze deputatie kwam Hare Majesteit
aanbieden een bronzen reprodhetie van het
standbeeld van H. M., dat ter gelegenheid
van haar Regeeringsjubileum te Paramaribo
vóór het gouvernementshuis is opgericht en
welk standbeeld is vervaardigd door den
beeldhouwer Vam Loon te 's-Gravenhage. I
Dr. Benjamins bood dit geschenk aan met
een toespraak, op welke de Koningin met
enkele woorden van dank antwoordde.
Tevens werden aan Hare Majesteit over
handigd een aantal fraaie foto's en bijbehoo»
rende oorkonde.
Volgens mededeeling van het Handels
informatiebureau van Van der Graaf Co.'»
Bureau voor den Handel zijn over de afge-
loopen week, eindigende 21 Maart in Ne
derland uitgesproken 92 faillissementen te
gen 85 faillissementen in dezelfde week
van het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met 21 Maart 1924
1025 faillissementen tegenover 947 over het
zelfde tijdperk van het vorige jaar.
Zooals bekend is, zullen enkele inspecties
van de posterijen en telegrafie worden opge
heven.
Nader wordt gemeld, dat het in de bedoe
ling ligt om met de inspectie Middelburg ook
die te Dordercht op te heffen en in plaats de
zer beide te stellen de inspectie Breda. Dezs
nieuwe inspectie zal dan de rayons van Dor
drecht en Middelburg bevatten, zoodat
practisch beide laatste worden samengevoegd
met als nieuwen zetel Breda.
Op de ontworpen luchtlijn Rotterdam—a
BrusselStraatsburgBasel zal, volgens het
.„Berliner Tageblatt" de proef genome»
worden, de geheele post zoover het brie
ven of briefkaarten betreft tusschen Zwit
serland en Nederland per vliegtuig te ver
voeren. -!