m ■P Rosa de smokkeSaarster. Van Alles en van Overal. NmuWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad - Vrijdag 28 Mkart 1924 Hei eeuwfeest der Nederlandsche Handelmaatschappij GEMENGD NIEUWS. Geen ijs meer in de haven. Het is toch nog geen 1 April? Inbraak bij Alkmaar. Lijk gevonden. Waarschuwing tegen flesschen- trekkerspractijken. KUNST EN KENNIS. Malaria als besmettelijke ziekte. t Een familie die de wereld bereist. verduistering dqor een magazijnknecht. Een ontvluchting. Ondeugdelijk vleesch in beslag genomen. Gasverstikking. Levenslange heel© ongeschiktheid tot werken <3000.- Overlijden ff 750.- Verïies van een hands een voet of een oog ff 250.- Verlies van een duim of wijs vinger ff 125.- Verlies van een andere vinger ff 40.® Breuk van boven- of onder heen, boven- of onderarm f 50.- FEUILLETON. ben. De Noord-Nederlandsche aandeelhou ders bleken echter bereid de Maatschappij voort te zetten en besloten den zetel over te brengen naar Amsterdam, De verhuizing had plaats in het najaar van 1831, In het volgende jaar werd het karakter der Maatschappij ingrijpend gewijzigd, doo*- dat zij optrad als commissionair van het Indische Gouvernement, voor hetwelk zij de Gouvernementsproducten zou vervoeren en te gelde maken. Het ongedachte succes der Gouverne- ments-cultures was oorzaak, dat de inkonv Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan Maatschappij geven, daar men vreesde, dat sten der N, H. M„ die 10% commissieloon der Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn door de directie een tweetal werken uitgegeven, n.l. „Geschiedenis van de Ne derlandsche Handel-Maatschappij," door dr. W, M. F. Mansvelt en een geïllustreerd „Gedenkboek der Nederlandsche Handel- Maatschappij 18241924." Het eerste werk, dat uit twee deelen zal bestaan, is nog niet geheel gereed, van het tweede werd mij door de directie een exemplaar toegezonden. In een bijgevoegde gedrukte circulaire, kwamen ook deze woorden voor: „De toezending geschiedt met uitdrukke lijk verzoek, de verschijning niet aan te kondigen, of daaruit iets te publiceeren, vóór Vrijdag 28 Maart a.s. Wanneer iemand je een vriendelijkheid bewijst door je, opdat je er in je krant op het juiste tijdstip over zal kunnen schrijven, iets reeds eenige dagen vóór dat tijdstip toe te zenden, maar daarbij verzoekt, er niet vroeger publiciteit aan te geven, dan doe je dal natuurlijk ook niet; vandaar dat ik eerst heden iets over en uit dit fraaie gedenkboek mededeel Ik kan mij niet goed voorstellen, dat die gedrukte circulaire alleen voor mij gemaakt is; ook mijn collega's van andere bladen zullen haar wel ontvangen hebben en ik heb dan ook nog nergens iets over het werl of uit het werk gepubliceerd gezien. Nergens behalve in één blad, De Tele graaf, die Dinsdagmorgen reeds, naast ee paar andere, eenige der in het Gedenkboeï voorkomende inllustraties publiceerde. De Telegraaf is daarmee dus alle andert bladen vóór geweest de lezers van de N. H. Crt. zullen het mij echter, naar ik vertrouw, niet kwalijk nemen, dat ik liever niet zoo vlug ben, maar op den iuisten tijd kom. En nu over het feest zelf. Gisteren heeft men in ons blad kunnen lezen, op welke wijze de Ned. Handel Maatschappij dit denkt te vieren, ik bepaal mij dus nu tot het gedenkboek, dat begint met een her denking van Koning Willem I, die, na eerst een circulatiebank voor Zuid-Nederland en een amortisatie-syndicaat in het leven ge- dit het algemeen Nederlandsch karakter der ontving, zóó hoog werden, dat in 1834 die nieuwe instelling in gevaar zou brengen. commissie verlaagd werd op 5% Het gevolg hiervan was oppositie van Am- j Sedert werd met wisselend succes ge- sterdam, die er niet minder op werd, toen Werkt; alle lotgevallen der Mij, hier te ver uit de statuten bleek, dat niet te Amster- halen zou te veel ruimte ve;gen; ik wil dam, maar te s-Gravenhage de hoofdzetel alleen nog wijzen op een ingrijpende her der N. H. M. zou worden gevestigd. Van samenwerking was dan ook, voor zoover het Amsterdam betrof, geen sprake. vorming die in 1882 met het optreden van B. Heldring als directeur, werd tot stand gebracht. Het commissieloon dat de Mij. van het Gouvernement ontving en dat in 1873 reeds was verminderd tot 2%, werd tien jaar later gebracht op 1%%, waartegen over stond, dat het Gouvernement van zijn j kant, ook hij de nieuwe overeenkomsten in 1898. 1904 en 1909 van de N. H. M; als zijn uitsluitenden commissionair bleef ge bruik maken. Gedurende den wereldoorlog werd het contract telkens van jaar tot jaar gesloten, eerst in 1921 weer voor 5 jaren. De opbrengst der Gouvernements-veilin- gen die sinds 1870 van 60 a 70 miljoen per jaar, in 1898 was teruggeloopen tot 17 mil joen, werd weer iets beter, door de ver- meerderde consignatie van tin, maar met het uitbreken van den oorlog, hebben de eertijds zoo beroemde Gouvernsmer.ts-pro- ducten, door den verkoop in Indie van het tin en het prijsgeven van de koffiecultuur, -aar beteekenis voor de Nederlandsche rfarkt bijna geheel verloren. Voor rekening an den Staat worden nu nog door de N. L M. aangevoerd en verkocht: rubber, gut- a percha, kinabast en coca Tot sombere beschouwingen behoeft deze rer gewijzigde toestand echter geen aan leiding te geven. Naarmate het Gouverne ment ifl Indië zich uit de cultures terug trok, ja, in veel sterker tempo, hebben de j particuliere ondernemingen, zich uitgebreid, j Alleen reeds de jaarlijksche opbrengst van 1 de producten der cultuur-ondernemingen De aan de N. H. M. toegedachte werk- van de Mij, zelf en die van haar relaties, kring was zeer veelzijdig. Artikel 65 der oveltreft al sedert jarenhet hoogste cijfer Acte van Oprichting omschrijft deze als der Gouvernements-veilingen uil den volgt: „Het doel der Maatschappij is. de be- bloeitijd van het Cultuur- cn ConsignntM- voraering van den nationalen handel, stel«:el. De tegenwoordige uitvoer van In- Dr. C. J. K. van Aaisl, president der Nederlandsche Handel-Maatschappij, door goeden raad het individu trachtte te beschutten, maar geen hulp inriepen ter bestrijding der epidemie redenen waarom de bevolking zich zonder morren aan het nood lot onderwierp. Éénzelfde reden gold voor alle drie groepen men achtte de bezwaren verbonden aan het bestrijden der epidemie in een polderland als Noord-Holland on overkomelijk." „Een uitgebreide epidemie over nagenoeg geheel Noord-Holland scheen noodig om de vraag naar voren- te doen komen of zij door onze vermeerderde kennis toch niet voor een algemeene bestrijding vatbaar was. Aan een Commissie uit den Centxalen Gezondheids raad komt de verdienste toe na uitgebreid onderzoek tot deze bestrijding te hebben aangezet. Op haar advies droeg de minister in Januari 1920 den inspecteur op de alge meene bestrijding in Noord-Holland te lei den als wetenschappelijke steun werd hem de malaria Comissie voor Noord-Holland ter beschikking gesteld." „Deze centrale bestrijding, thans 4 jaar aan den gang, mag zeker als een nuttige en zeer leerzame proef gelden. Of zij in hoofd doel geslaagd is, valt moeilijk te beslissen ter beoordeeling raadplege men de jaarverslagen der commissie. In twee opzichten zal zij te vens door de studie daarmee samengegaan, zeker nut afwerpen zij heeft zeer veel ge leerd van de individueele voorbehoeding der malaria en zij heeft aangetoond, dat in be paalde omstandigheden een plaatselijke be strijding der epidemie van groot nuf' kan zijn. Ten einde dit laatste te bereiken komt mij art. 34 van het ontwerp (d «^bevoegdheid van gemeentebesturen plaatselijk verder te gaan dan de verplichtingen der wet) doel treffend voor. Over de wenschelijkheid van art. 2, het geen de aangifte regelt,- kan ik geen direct ja of neen zeggen. Zooals 'het artikel daar staat, komt het mij zeer ongewenscht en onuitvoerbaar voor." Het gaat hierbij op vele plaatsen over een reusachtig aantal gevallen, terwijl het geen epidemie gelat van tijdelijken aard, maar men dikwijls met een jaren durende epide mie te doen heeft. Bij vele artsen zal nu juist niet de malaria in het brandpunt van hun be langstelling staan, voor dezen, is al dat op- teekenen een geestdeodend werk en hun opgaven zullen daarbij bitter weinig waarde hebben omdat de diagnose niet gestaafd wordt door bloedonderzoek. De haven van Lemmer ts heropend, zoo wel voor zeil als stoomschepen. Er is hier geen ijs meer te bespeuren De verwachting van deskundigen is, dat het ijs met den noor delijken wind van den afgeloopen nacht en van heden thans voor goed uit de Zuiderzee naar de Noordzee is afgedreven. Men meldt ons uit Alphen a.d. Rijn, dat aldaar bij den heer v. D. een varken is ge boren, dat in alle opzichten van zijn soortge- nooten afwijkt Het beestje heeft 4 ooren en acht pooten en de „gelukkige" eigenaar is voor nemens het terwille van de curiositeit te laten opzetten In het alleenstaand landhuis bij Alkmaar, eigendom van den heer mr. C. J. de Lange, is ingebroken. Alles wat daarvoor in aanmer king kwam, werd doorgesnuffeld en overhoop gehaald. Er kan nog niet vastgesteld worden, of er iets is gestolen. De politie stelt een uitgebreid onderzoek in. Uit het bassin te Maastricht is Woensdag het lijk opgehaald van zekeren Huveneers uit Heer, die sedert de Carnavalsdagen ver mist werd. Op het lijk werd f 195 gevonden. De commissaris van politie te Hellevoet- sluis waarschuwt tegen de flesschentrekkers praktijken van Jan Holm te Hellevoetsluis. Bedoelde Holm noemt zich nu eens practi zijn, dan weer uitgever of hypotheekbezorger en gebruikt om zijn slag te slaan, voor zijn scheepvaart, scheepsbouw, visscherij en landbouw, fabryken en t'rafyken; en zulks, door met inachtneming van haar eigen be langen, de bestaande en voor Nederland voordeelige handelsbetrekkingen uit te brei den, door nieuwe wegen voor den Neder- andschen handel te openen en door al zulke dië bedraagt het \ijfvoud van van 1870. het cijfer Deze uit den aard der zaak zeer be knopte samenvatting van hetgeen in het omvangrijke Gedenkboek wordt in he-'inm- I ring gebracht, moge den lezer een denk ondernemingen, welke het vertier der voor'.- beeld geven van de groote gevolgen, die de riet tegenwoordige kantoorgebouw op de Heerengracht, hoek Spiegelstraat te Amsterdam. brengselen van de Nederlandsche nijverheid kunnen vermeerderen, te bevorderen, j Zich aanpassend aan en zich richtend naar dc omstandigheden, wist de N. H, M. haar werkzaamheden allengs uit te breiden en in. vele deelen der wereld vasten voet te i krijgen. Een hevige crisis in Engeland, in 1825, i had haar terugslag op de zaken der N. H. M. met het gevolg, dat de aandeelen snel daalden en de maatschappij er slecht voor tond; aangevoerde en opgekochte goede ren moesten in dat jaar met een verlies van 2 miljoen van de hand gedaan wor den. In plaats van regelend op te treden op de Nederlandsche markt, had de N. H. M. de verwarring daar nog vergroot. De Koning was' ontstemd cn in 1827 dreef hij een statuten-wijziging cloor, waar bij o.m. bepaald werd, dat hij in het ver volg den president en den secretaris zonder eenige voordracht zou mogen benoemen cn waarbij het kapitaal tot 24 miilioen werd teruggebracht. In plaats van jhr. mr. W. J. v. d. Peil werd nu tot voorzittend direc teur benoemd Gerrit Schimmelpennmck, die alle krachten inspande om de N. H. M. nieuw leven in te blazen. Zuid-Amerika en West-Indië, waar men niet anders dan verliezen had geleden, werden verlaten, terwijl ook de relatie niet Egypte werd verbroken. Eenige jaren later werd ook de theehandel op Canton prijs gegeven. Van een wereld-bestormend lichaam schrompelde de N. H. M. in weinige jaren tijds samen tot een Indische Maatschappij en zelfs als zoodanig kon zij zich nog maar ternauwernood staande houden. En toen tot overmaat van ramp in 1830 de Belgi sche opstand uitbrak, scheen zij haar re den van bestaan geheel verloren te heb- oprichting van de Nederlandsche Handel Maatschappij gehad heeft voor den handel op Nederlandsch-Indië, maar niet minder voor den bloei onzer koloniën en daardoor eveneens voor dien van Nederland zelr. ARTHUR TERVOOREN. De Amsterdamsche malaricloog dr. P. C. Korteweg bespreekt in het Nederl. rijd schrift voor Geneeskunde het malariavraag- st.uk in verband met het ontwerp houdende voorzieningen tegen besmettelijke ziekten. In de memorie van toelichting bij dit wets ontwerp is verplichte aangifte van malaria in het vooruitzicht gesteld omdat „eerst toen de malaria-endemie (in Noord-Holland) hef tig was opgetreden, zij goed wereldkundig werd het is niet gewaagd om te veronder stellen, dat, had plicht van aangifte bestaan, het kwaad eerder onderkend en met veel minder kosten bestreden had kunnen worden. Korteweg wijst er op, dat de inspectie pp de hoogte had behooren e zijn en wel dege lijk op de hoogte gesteld is. En in 1901 en in 1909 v/as de inspectie op de hoogte en toen en later hebben de gezondheidscommissies de aandacht op het malariavraagstuk ge vestigd en de inspectie had zich op de hoogte moeten houden. „Er moeten redenen zijn," aldus Korte weg waaróm het staatstoezicht, wetende dat hier en daar malariahaarden bestonden, de zaak blauwblauw lietredenen waarom de roepen te hebben, zijn bemoeiingen ook tot den handel uitstrekte. Engelsche, Fransche en Duitsche agenten knoopten voor hun naties handelsbetrek kingen aan met de jonge republieken in Zuid- en Midden-Amerika en de Koning zag met leedwezen, dat de Nederlanders daaraan geen deel namen. Daarbij kwam, dat, nu sedert 1815 het handelsmonopolie op Ned. Indië van de Oost-Indische Com pagnie; was afgeschaft en de handel dus ook voor particulieren open stond, de Neder landsche importeurs niet opgewassen bleken i«gen de Engelsche. Het langdurig mono polie der O. I. C. had verlammend gewerkt op den ondernemingsgeest hier te lande. Daarin moest verandering komen en de Koning meende dat te kunnen bereiken, door de oprichting van een instelling, die als nationaal informatie-bureau voor binnen- en buitenland, den vaderlandschen handel en de nijverheid tot elkaar zou brengen en ook voor landbouw, scheepvaart en visscherij een intermediair zou zijn, waar vraag en aanbod elkaar zouden ontmoeten Het resultaat was, de oprichting van de Nederlandsche Handel Maatschappij op den 29sten Maart 1824, met een kapitaal van 12 24 miljoen gulden. Een werkelijk patriottische stemming maakte zich van het publiek meester en reeds dén eersten dag dat de inschrijving op de aandeelen was opengesteld, werd voor 69.565,250 geteekend. De Koning zelf schreef voor vier miljoen gulden in. Als gevolg van deze ruime overschrijving van het maximum van 24 miljoen, werd het kapitaal der nieuwe maatschappij nader 3Hoewel^Amsterdarn''voor de helft van het I Hel eerste kantoorgebouw der Ned. Handel-Maatschappij te 's-Gravenhage. Het bevond bedrag had ingeteekend, wilde men toch de i zich in het Noordeinde, het tweede huis naast het Kon. Paleis, op de albeeldmg nog hoofdstad geen overwegende positie in de jaist te zien. ,1 W >a<v. HET NIEL ^.rUiiUIS AAK HET HOFDIJKPLEIN TE HAARLEM is thans al bijna geheel gereed en kan binnenkort geopend worden. Het bevat een-cn- twintig cellen met in 't midden van de hall een driehoekige bank, die met planten ver sierd, aan het goed verzorgde intérieur een gezelligen aanblik geven zal. „En toch voel ik er veel voor dat de inspec teur aangifte kan eischen. Hij zal moeten zorgen op de hoogte te zijn van den staat der epidemie en vooral als weder de malaria is terug getreden tot lichte endemische haarden, zal hij tijdig de aanwakkering moeten te we ten komen. Misschien volgens de memorie van toelichting ZEKERkanjdan de'dreigen- de epidemie gestuit worden. Hierover ten slotte nog een kort woord Bij de vele onop geloste malariavraagstukken is dit er een van groot e practische beteekenis op welke wijze begint een epidemie Wanneer ik mij tot Noord-Holland beperk dan is het bekend dat van 1875 tot 1880 over een groot deel der provin ieen sterke epidemie heerschte on geveer 1897 begon een nieuwe- epidemie en uit de enquête van Schoo in 1901 weten v/ij, dat deze zich weder over geheel de provincie uitstrekte tusschen 1915 en 1918 begon de laatste pandfemie, waarvan wij met eenig ver trouwen hopen thans het einde te naderen. Hoe ontwiKkelden zich nu de pandemiën van 3:897 en 1915 uit de gunstige tijdperken van 18851897 en 1906 1915, toen bijna nergens malaria van beteekenis voorkwam Is ditRgeschied door centrifugale ontwikke ling v n één of enkele endemische haarden uit? Of kwam door gemeentschappeüjke nog niet bekende of in haar kracht te schat ten omstandigheden, overal tegelijk de aan wakkering Heeft de uitbreiding op de eerste wijze plaats, dan mag men hoop koeste ren de epidemie bij haar oorsprong tegen ts houden door zeer krachtig optreden bij j het centrum van ontwikkeling. Is daarente gen de laatste wijze de juiste, dan zal de strijd veel moeilijker zijn en dan zie ik niet in, waaruit de minister de overtuiging put, dat bij tijdig waarschuwen kostbare maatregelen vermeden hadden kunnen worden (zouden kunnen worden.) „Het is een dankbare taak voor het staats toezicht hierin klaarheid te brengen. Het moet daarbij kunnen steunen op de hulp der artsen en op de juiste wijze deze zoeken te verkrijgen. Een onveranderd art 2 (verplichte aangifte) zal naar ik vrees zijn prullemand vullen, maar zijn schatkamer van kennis le dig laten." correspondentie, briefpapier met een moo bedrukt hoofd, waar o.m.'op staat, „J. Molm, advocaten en practizijnskantoor," J. Holm, bedrijfsleider der commanditaire vennoot schap „Voornsche Drukkerij en Uitgevers maatschappij." „Hypotheekkantoor," Agen tuur en correspondentie bureau enz. Uit de klachten, die de laatste dagen zijn inge komen, aldus meldt de voornoemde commis saris, blijkt, dat hij reeds verscheidene per sonen heeft gedupeerd. De heer Weston, uit de Oranjerivier, kolo nie (Zuid-Afrika) maakt per auto een reis om de wereld, vergezeld door zijn vrouw en drie kind ren De familie Weston vertoefde Woens dagmorgen gedurende korten tijd te Arnhem met haar zeer ruime reisauto. Van daar is de familie via Doorn naar Hilversum vertrokken voor een bezoek aan het Kruger-huis. Lang blijft de heer Weston niet in ons land. Na een bezoek aan Amsterdam en Marken hoopt hij nog gelegenheid te hebben om de tulpenvelden in bloei te zien. Daarna vertrekt hij naar Zuid-Afrika tot regeling van zijn za ken (hij is farmer.) Een groot deel van Europa heeft de heer Weston in het jaar, dat hij rei zende is reeds bezocht, ook Turkije en de Balkanstaten. Voordat hij in Nederland kwam vertoefde hij te Berlijn. Na zijn oponthoud in Zuid-Afrika wordt de reis, welke in het geheel negen jaar zal duren, voortgezet. In de eerste plaats wordt China bezocht, dan Japan en ten slotte Amerika (Hbld.) De politie te Zwolle heeft huiszoeking ge daan bij een magazijnknecht bij een firma in kramerijen aldaar. De politie vond te zij nen huize een klein magazijn van artikelen die door de firma ook geleverd werden. Hij dreef sedert drie jaar een eigen grossierderij en gaf kwitanties af alsof de goederen direct door de firma geleverd waren Bij één van zijn klanten heeft de politie een stapeltje k /itanties gevonden door den magazijn knecht onder voorkennis van de firma afgegeven Hij had zijn wekelijksche afnemers. Hoe groot het bedrag is. dat hij op déze manier verduisterde, is niet na te gaan. De man is ter beschikking van de justit gesteld. De Gulden Vrijheid Dagen tang hadden ze het voorbereid. Geheimzinnige conferen ties waren gehouden in het bekende vijvertje van den Hortus Botanicus in Groot Mokum Half verscholen achter de struiken hadden zij hun plannen gesmeed, zoo verborgen, dat niet de wachter aan hun gezichten zou zie dat er iets bijzonders gaande was Telkens als er „gevoederd" werd kwamen ze voor den dag tnet onschuldig-uitgestreken gezichten maar nauw was de rust terugge keerd, of ze gingen weer aan het bespre ke' van de plannen tot in details Alleen eeft zeemeeuw wist er van Eigen lijk was die 't, welke de zwanen van den Hor tus opgestookt had. Hij was zoo vrij als een vogeltje in de lucht kwam alleen maar lun chen eiken dag in Hortus Met de anderen zat hij dan op het dak te wachten tot de oppasser met manden vol vischjes aankwam. Zoo leerde hij de zwanen kennen en zooals eenmaal de slang weerden van verleiding siste in het oor eener onschul dige, zoo werden den witten blanken zwanen visioenen voorgespiegeld van een nieuw en groot geluk de Gulden Vrijheid- Samen zouden ze de beénën nemen „dub- belblank" en „de scheeve" welke laatste zoo genoemd wordt in den Hortus omdat zijn snavel niet in het midden van zijn kop staat. Dat werd een sensatie in den Hortus. „Vrienden," zei de scheeve, „wij gaan Ons is niet langer de gevangenschap. Wij verbreken de boeien die ons gekluisterd hou den. Naar het Zuiden gaan we, waar de rijken der aarde genot zoeken en de overwerkten ontspanning. Een vleugelgeklepper, een watergeplas en plotseling stoven twee blanke zwanen op over het hek. over alle hindernissen, regelrecht naar de Nieuwe Heerengracht. Daar was de eerste étappe. Vol verbazing bleven de voorbijgangers staan. „Prettig h- 1" zei de Scheeve. „O, zoo prettig 1" meende dubbelblank die het maar half geloofde „Daar-komt de op passer al aan in een bootje." „Kaak-is een zwaantjesjager in een roei boot 1" riepen de straatjongens. De menschenmenigte op de grachtkanteu groeide aan. Snel gingefi de beide zwanen, via den Am- stel, de Nieuwe Keizersgracht in. „Dat loopt dood 1" meende dubbelblank 1 „Dat er hier cok geen paaltjes van dsn Wielerbond staan." „Ga maar mee terug „Waar .wou je naar toe?" „Naar den Blauwburgwal. Daar is een cafétje „Het Zwaantje", misschien weten ze daar raad." De oppasser wist van geen opgeven. De jacht duurde voort. Steeds meer menschen volgden in spanning het gebeurde, mee rennend als bij een roe;- wedstrijd wat het ook was. De zwanen begonnen vermoeid te raken. „Jij ook met je warme Zuiden", begon Dubbelblank. „Denk aan de knoop in je hals, snauwde de ander. Met nieuwe kracht vlogen ze verder. He laas 1 Eensklaps dook de oppasser op van achter een motorboot. „Verloren", zuchtte Dubbelblank. „Weg blauwe meren," jammerde de Scheeve. En zoo werden ze ingepikt. Doodmoe, ter neer geslagen, ellendig 1 Tot ze plotseling een bekende stem hoor den „Wat doen jullie in de dievenwagen Het was de zeemeeuw. (Tel.) Zondagmorgen werd door den rijks veldwachter te Hem bij Enkhuizen en den keurmeester J. Scholten in een schuur van den wethouder T. G. te Hem aangetroffen een hoeveelheid vleesch van ongeveer 2 geslachte schapen en een gedeelte van een nuchter kalf. Het vleesch werd door genoem de heeren in beslag genomen. Later bleek dat het vleesch afkomstig was van nood- slachtingen en dat de dieren aan de keuring waren onttrokken. Uit een sloot werden nog beenen van drie nuchtere kalveren opgevischt. De keurings-veearts keurde het vleesch af als ondeugedelijk en schadelijk voor de gezondheid. Als verdachten in deze zaak zijn gehoord een slager en bovengenoemde wethouder. Dinsdagavond om half 8 werd het 2-jarig dochtertje van een bewoner van den Catha- rijnesingel te Utrecht naar bed gebracht. Toen de moeder een uurtje daarna nog eens op de slaapkamer kwam, kwam haar een doordrin gende gaslucht tegemoet. Het bleek, dat de kraan van een gaskachel op de eene of andere manier was opengegaan. Onmiddellijk wer den pogingen gedaan, om de levensgeesten van het kind op te wekken, welke helaas moesten falen. Vermoedelijk zijn door het woelen van het kind in bed de dekens in aanraking gekomen met de gaskraan, die daardoor is opengedraaid. („U.D.") Onze Gratis Ongelukken-Verzekering keert uit bij 19. Onder den indruk van het ontzettende verhaal hadden ze den tuin verlaten en wa ren ze op een plaats gekomen, waar de rivier het smalst was en bruisend voort- stroomde tusschen lage heesters cn struik gewas. „Het is vreeselijk," mompelde Fernand na een lange stilte, „nu ben ik niet verwonderd meer over de droefheid en de eigenaardige houding van dat arme meisje.... nu begrijp ik ook, waarom zij den naam Alban zoo haatl" „Ja," zeide Marguerite, „zij draagt mij een doodelijken haat toe; ik ben volgens haar de oorzaak van den vreeselijken dood van Franpois PiretAls ik haar geholpen hdd om tijdig over de grenzen te komen, zou ze den ongelukkige bevrijd hebben! „Ja, dat is zoo!" „Fernand, als jij te paard door 't bosch zou rijden en je zou een smokkelaar ont moeten die jé vroeg, hem achter op het paard mede te nemen, om aan de achter volging der douaniers te ontkomen: wat zou jij dan gedaan hebben?" „Ik weet hel niet.... dat hangt van de omstandigheden af...." „Een smokkelaar is een misdadiger! „Maar iedereen weet, dat Rosa smokkel de om in het onderhoud van haar broertjes en zusjes te voorzienNiemand nam het haar kwalijk. Ik hen er zelfs zéker van, dat meerderen haar geholpen hebben als ze om bijstand smeekte. Vader Lurieux heeft mij zelf gezegd dat hij haar eens in het hooi verstopt heeft." „Van dat alles had ik nooit iets ge hoord.... Ik ben een weinig te hardvoch tig opgetreden, in zooverre heb ik schuld.... Als ik alles vooruit had kunnen weten, zou ik anders gehandeld hebben.... Ik ben zwaar genoeg gestraft: dé gedachte aan dit drama, waar niemand iets van af weet, ver volgt mij overal.... evenals de haat var. Rosa.... en ik herhaal hetze zoekt mijn dood.... Op zekeren nacht.... toen de warmte mij al te zeer benauwde, wandel de ik in den tuin.... Zij had zich daar verscholen om mij te bespieden.... loen ik op den rand van den put ging zitten, trachtte ze mij te doen neerstorten. Op een anderen keer, toen mijn paard AH mij in de rivier de Chiers had geworpen, kwam Rosa op mijn hulpgeroep toegesneld. Eerst stak ze mij den tak toe, maar toen ze bemerkte dat ik het was, ik, de gehate vrouw, toen trok ze terug en bleef van verre onbarmhartig toezien dat ik zou ver drinken!' „Vreeselijk!.... Zou zc tot zulk een mis daad in staat zijn?...." „Ze heeft gezworen Francois Piret te zul len wreken.... Haar wraak zal mij tref fen!" „De tijd zal haar wel milder stemmen." „Ze is reeds van gedachten veranderd. Ze heeft mij zelf verzekerd dat zij mij niet meer naar het leven staat.... maar vroeg of laat zou ze mij op andere wijze tref fen. Fernand luisterde niet eens meer Alles werd nu opgehelderd. „ïk begrijp het thans, stamelde hij als vernietigd, „ja..-, nu begrijp ik alles.... O.... ik mag haar niet meer weerzien.... O! Rosa.... Arme Rosa! Beiden zwegen... Als vernietigd liet de jonge man zich aan den kant van den weg op het gras neervallen en niet ver van hem vandaan nam Marguerite plaats'. Op twintig passen van hen vandaan doem de in de duisternis een schaduw op, ver scholen achter het dichte struikgewas.... Door de duisternis was het onmogelijk dat de béide jongeliden haar konden zien.,.. Het was Rosa! Toen de oogst binnen was, was Rosa als dienstbode bij vader Lurieux in betrekking gebleven. Morgen was het Maandag, dan zou ze haar dagelijksche taak weer hervatten. Ge durende den namiddag had ze voortdurend zitten peizen over het laatste bezoek van Fernand. Daarna had ze het avondmaal ge reed gemaakt en had de kleintjes naar bed geholpen. Ten slotte, was ze naar buiten gesneld, om een kleins wandeling langs de rivier té maken, in de hoop ^oodoende weer tot rust te komen. De beide jongelieden aan den kant van den weg waren er van overtuigd dat ze op dit late uur alleen waren.... Het was overal doodstil. Zelfs het water kabbelde niet.... Op de oppervlakte der rivier was bij het zachte maanlicht geen rimpel te zien.... Het was een heerlijke avond. Toen Rosa gehoord' had dat er iemand naderde, was ze stil. blijven staan.... Of schoon Marguerite en Fernand vrij zacht met elkaar spraken, had ze toch haar naam verstaan. Met de behendigheid, die ze tij dens haar smokkelaarsleven had aangeleerd, was het haar gelukt geruischloos naderbij te komen De wind stak op. De bladeren der hoornen ruischteti. Hars zachte voetstappen gingen in het ge ritsel der boomen verloren. Ze kon de beide jonge menschen in de duisternis nauwelijks onderscheiden, of schoon ze thans slechts enkele stappen van haar verwijderd waren.. Langen tijd stond ze tevergeefs te luis teren... Beiden bewaarden het stilzwijgen.... elk had aan zijn eigen droevigen gedachtengang genoeg Eensklaps voelde Rosa een beving door bare leden gaan, toen ze Marguerite hoorde vragen „Dus je bemint haar, Fernand „Dat heb ik je toch al gezegd," antwoord de hij kortaf. Plotseling maakte hij een gebaar alsof hij al die gedachten van zich af wilde schud den. Hij zag Marguerite recht in het gelaat en vroeg: „Maar jij!.... Heb jij mijnheer Delost niet lief „Ik Heb ik mijnheer Delost lief?. Wie zegt dat?...." „Hij heeft mij bekend dat hij je bemint,... Heb jij hem ook lief „Neen 1" „Marguerite, wees openhartig...." „Dat ben ik, Fernand „Neen dat :s niet waar.... Albert heeft mij alles gezegd.... Het is of je hem met je grillen wilt plagen...." „Ik heb mijn redenen om zoo tegenover hem te- handelen „Het vreeselijk geheim, dat Rosa je ont huld heeft, heeft zulk een indruk op je ge maakt, dat je denkt dat nu elk geluk voor jou verboden is." Marguerite antwoordde niet „Hij bemint jou.... jij bemint hem.... Hij biedt je zijn liefde en zijn naam aan.... en je weig.-rt!" „Ik kan niet anders..." „Waarom niet?.... Hij heeft de dood van Francois Piret je alle hoop op vreugde ont nomen? „Ik wist nog niets van die vreeselijke ge schiedenis, toen mijnheer Delost mij vroeg zijn vrouw te worden „Dan begrijp ik je handelwijze heelemaal niet meer „Moeder is ziek.dus mag ik niet aan een huwelijk of verloving denken...." „Als je dat tegen Albert gezegd had, zou hij betere dagen afgewacht hebben.... en zou hij niet zoo wanhopig zijn...." „Is hij wanhopig," vroeg Marguerite ver schrikt „Zie jc wel.... je hebt hem lief!.... Waarom zeu je het nog langer ontkennen? ....Moeder kan ons niet meer met haar raad en daad bijstaan.... Laten wij ons hart voor elkaar uitstorten, zus.... Laten wij ons verdriet samen dragen 3 ot nog i toe hebben wij geleefd of we vreemden voor elkaar waren; onze denkwijzen zijn niet hetzelfde ..onze karakters nog minder. Toch zullen we elkaar begrijpen.... Moe der zal niet meer herstellen, dat zal ons dan bijeen brengen „Ja...." zeide Marguerite droomerig. Een gevoel van geluk doorstroomde haar, nu ze iemand had voor wlen ze haar hart kon uitstorten.... Ze had er zoo'n behoef te aan „Welnu zeide' bemand, „verklaar mij dan je gedrag tegenover mijnheer Delost Nog stends aarzelde he* meisje echter om haar broer de redenen van haar hart kon uitstorten.,,. Ze had cr zoo'n behoeft*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5