m
■P
Rosa de smokkeSaarster.
Van Alles en van Overal.
NmuWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Vrijdag 28 Mkart 1924
Hei eeuwfeest der Nederlandsche Handelmaatschappij
GEMENGD NIEUWS.
Geen ijs meer in de haven.
Het is toch nog geen 1 April?
Inbraak bij Alkmaar.
Lijk gevonden.
Waarschuwing tegen flesschen-
trekkerspractijken.
KUNST EN KENNIS.
Malaria als besmettelijke ziekte.
t
Een familie die de wereld
bereist.
verduistering dqor een
magazijnknecht.
Een ontvluchting.
Ondeugdelijk vleesch in beslag
genomen.
Gasverstikking.
Levenslange heel© ongeschiktheid tot werken <3000.- Overlijden ff 750.-
Verïies van een hands een voet of een oog ff 250.- Verlies van een duim of wijs
vinger ff 125.- Verlies van een andere vinger ff 40.® Breuk van boven- of onder
heen, boven- of onderarm f 50.-
FEUILLETON.
ben. De Noord-Nederlandsche aandeelhou
ders bleken echter bereid de Maatschappij
voort te zetten en besloten den zetel over
te brengen naar Amsterdam, De verhuizing
had plaats in het najaar van 1831,
In het volgende jaar werd het karakter
der Maatschappij ingrijpend gewijzigd, doo*-
dat zij optrad als commissionair van het
Indische Gouvernement, voor hetwelk zij
de Gouvernementsproducten zou vervoeren
en te gelde maken.
Het ongedachte succes der Gouverne-
ments-cultures was oorzaak, dat de inkonv
Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan Maatschappij geven, daar men vreesde, dat sten der N, H. M„ die 10% commissieloon
der Nederlandsche Handel-Maatschappij
zijn door de directie een tweetal werken
uitgegeven, n.l. „Geschiedenis van de Ne
derlandsche Handel-Maatschappij," door
dr. W, M. F. Mansvelt en een geïllustreerd
„Gedenkboek der Nederlandsche Handel-
Maatschappij 18241924."
Het eerste werk, dat uit twee deelen zal
bestaan, is nog niet geheel gereed, van het
tweede werd mij door de directie een
exemplaar toegezonden.
In een bijgevoegde gedrukte circulaire,
kwamen ook deze woorden voor:
„De toezending geschiedt met uitdrukke
lijk verzoek, de verschijning niet aan te
kondigen, of daaruit iets te publiceeren,
vóór Vrijdag 28 Maart a.s.
Wanneer iemand je een vriendelijkheid
bewijst door je, opdat je er in je krant op
het juiste tijdstip over zal kunnen schrijven,
iets reeds eenige dagen vóór dat tijdstip toe
te zenden, maar daarbij verzoekt, er niet
vroeger publiciteit aan te geven, dan doe
je dal natuurlijk ook niet; vandaar dat ik
eerst heden iets over en uit dit fraaie
gedenkboek mededeel
Ik kan mij niet goed voorstellen, dat die
gedrukte circulaire alleen voor mij gemaakt
is; ook mijn collega's van andere bladen
zullen haar wel ontvangen hebben en ik
heb dan ook nog nergens iets over het werl
of uit het werk gepubliceerd gezien.
Nergens behalve in één blad, De Tele
graaf, die Dinsdagmorgen reeds, naast ee
paar andere, eenige der in het Gedenkboeï
voorkomende inllustraties publiceerde.
De Telegraaf is daarmee dus alle andert
bladen vóór geweest de lezers van de
N. H. Crt. zullen het mij echter, naar ik
vertrouw, niet kwalijk nemen, dat ik liever
niet zoo vlug ben, maar op den iuisten tijd
kom.
En nu over het feest zelf. Gisteren heeft
men in ons blad kunnen lezen, op welke
wijze de Ned. Handel Maatschappij dit
denkt te vieren, ik bepaal mij dus nu tot
het gedenkboek, dat begint met een her
denking van Koning Willem I, die, na eerst
een circulatiebank voor Zuid-Nederland en
een amortisatie-syndicaat in het leven ge-
dit het algemeen Nederlandsch karakter der ontving, zóó hoog werden, dat in 1834 die
nieuwe instelling in gevaar zou brengen. commissie verlaagd werd op 5%
Het gevolg hiervan was oppositie van Am- j Sedert werd met wisselend succes ge-
sterdam, die er niet minder op werd, toen Werkt; alle lotgevallen der Mij, hier te ver
uit de statuten bleek, dat niet te Amster- halen zou te veel ruimte ve;gen; ik wil
dam, maar te s-Gravenhage de hoofdzetel alleen nog wijzen op een ingrijpende her
der N. H. M. zou worden gevestigd. Van
samenwerking was dan ook, voor zoover het
Amsterdam betrof, geen sprake.
vorming die in 1882 met het optreden van
B. Heldring als directeur, werd tot stand
gebracht.
Het commissieloon dat de Mij. van het
Gouvernement ontving en dat in 1873
reeds was verminderd tot 2%, werd tien
jaar later gebracht op 1%%, waartegen
over stond, dat het Gouvernement van zijn
j kant, ook hij de nieuwe overeenkomsten
in 1898. 1904 en 1909 van de N. H. M; als
zijn uitsluitenden commissionair bleef ge
bruik maken. Gedurende den wereldoorlog
werd het contract telkens van jaar tot jaar
gesloten, eerst in 1921 weer voor 5 jaren.
De opbrengst der Gouvernements-veilin-
gen die sinds 1870 van 60 a 70 miljoen per
jaar, in 1898 was teruggeloopen tot 17 mil
joen, werd weer iets beter, door de ver-
meerderde consignatie van tin, maar met
het uitbreken van den oorlog, hebben de
eertijds zoo beroemde Gouvernsmer.ts-pro-
ducten, door den verkoop in Indie van het
tin en het prijsgeven van de koffiecultuur,
-aar beteekenis voor de Nederlandsche
rfarkt bijna geheel verloren. Voor rekening
an den Staat worden nu nog door de N.
L M. aangevoerd en verkocht: rubber, gut-
a percha, kinabast en coca
Tot sombere beschouwingen behoeft deze
rer gewijzigde toestand echter geen aan
leiding te geven. Naarmate het Gouverne
ment ifl Indië zich uit de cultures terug
trok, ja, in veel sterker tempo, hebben de
j particuliere ondernemingen, zich uitgebreid,
j Alleen reeds de jaarlijksche opbrengst van
1 de producten der cultuur-ondernemingen
De aan de N. H. M. toegedachte werk- van de Mij, zelf en die van haar relaties,
kring was zeer veelzijdig. Artikel 65 der oveltreft al sedert jarenhet hoogste cijfer
Acte van Oprichting omschrijft deze als der Gouvernements-veilingen uil den
volgt: „Het doel der Maatschappij is. de be- bloeitijd van het Cultuur- cn ConsignntM-
voraering van den nationalen handel, stel«:el. De tegenwoordige uitvoer van In-
Dr. C. J. K. van Aaisl, president der
Nederlandsche Handel-Maatschappij,
door goeden raad het individu trachtte te
beschutten, maar geen hulp inriepen ter
bestrijding der epidemie redenen waarom de
bevolking zich zonder morren aan het nood
lot onderwierp. Éénzelfde reden gold voor
alle drie groepen men achtte de bezwaren
verbonden aan het bestrijden der epidemie
in een polderland als Noord-Holland on
overkomelijk."
„Een uitgebreide epidemie over nagenoeg
geheel Noord-Holland scheen noodig om de
vraag naar voren- te doen komen of zij door
onze vermeerderde kennis toch niet voor een
algemeene bestrijding vatbaar was. Aan een
Commissie uit den Centxalen Gezondheids
raad komt de verdienste toe na uitgebreid
onderzoek tot deze bestrijding te hebben
aangezet. Op haar advies droeg de minister
in Januari 1920 den inspecteur op de alge
meene bestrijding in Noord-Holland te lei
den als wetenschappelijke steun werd hem
de malaria Comissie voor Noord-Holland
ter beschikking gesteld."
„Deze centrale bestrijding, thans 4 jaar
aan den gang, mag zeker als een nuttige en
zeer leerzame proef gelden. Of zij in hoofd
doel geslaagd is, valt moeilijk te beslissen ter
beoordeeling raadplege men de jaarverslagen
der commissie. In twee opzichten zal zij te
vens door de studie daarmee samengegaan,
zeker nut afwerpen zij heeft zeer veel ge
leerd van de individueele voorbehoeding der
malaria en zij heeft aangetoond, dat in be
paalde omstandigheden een plaatselijke be
strijding der epidemie van groot nuf' kan
zijn. Ten einde dit laatste te bereiken komt
mij art. 34 van het ontwerp (d «^bevoegdheid
van gemeentebesturen plaatselijk verder te
gaan dan de verplichtingen der wet) doel
treffend voor. Over de wenschelijkheid van
art. 2, het geen de aangifte regelt,- kan ik geen
direct ja of neen zeggen. Zooals 'het artikel
daar staat, komt het mij zeer ongewenscht en
onuitvoerbaar voor."
Het gaat hierbij op vele plaatsen over een
reusachtig aantal gevallen, terwijl het geen
epidemie gelat van tijdelijken aard, maar
men dikwijls met een jaren durende epide
mie te doen heeft. Bij vele artsen zal nu juist
niet de malaria in het brandpunt van hun be
langstelling staan, voor dezen, is al dat op-
teekenen een geestdeodend werk en hun
opgaven zullen daarbij bitter weinig waarde
hebben omdat de diagnose niet gestaafd
wordt door bloedonderzoek.
De haven van Lemmer ts heropend, zoo
wel voor zeil als stoomschepen. Er is hier
geen ijs meer te bespeuren De verwachting
van deskundigen is, dat het ijs met den noor
delijken wind van den afgeloopen nacht en
van heden thans voor goed uit de Zuiderzee
naar de Noordzee is afgedreven.
Men meldt ons uit Alphen a.d. Rijn, dat
aldaar bij den heer v. D. een varken is ge
boren, dat in alle opzichten van zijn soortge-
nooten afwijkt Het beestje heeft 4 ooren en
acht pooten en de „gelukkige" eigenaar is voor
nemens het terwille van de curiositeit te laten
opzetten
In het alleenstaand landhuis bij Alkmaar,
eigendom van den heer mr. C. J. de Lange, is
ingebroken. Alles wat daarvoor in aanmer
king kwam, werd doorgesnuffeld en overhoop
gehaald.
Er kan nog niet vastgesteld worden, of er
iets is gestolen. De politie stelt een uitgebreid
onderzoek in.
Uit het bassin te Maastricht is Woensdag
het lijk opgehaald van zekeren Huveneers
uit Heer, die sedert de Carnavalsdagen ver
mist werd. Op het lijk werd f 195 gevonden.
De commissaris van politie te Hellevoet-
sluis waarschuwt tegen de flesschentrekkers
praktijken van Jan Holm te Hellevoetsluis.
Bedoelde Holm noemt zich nu eens practi
zijn, dan weer uitgever of hypotheekbezorger
en gebruikt om zijn slag te slaan, voor zijn
scheepvaart, scheepsbouw, visscherij en
landbouw, fabryken en t'rafyken; en zulks,
door met inachtneming van haar eigen be
langen, de bestaande en voor Nederland
voordeelige handelsbetrekkingen uit te brei
den, door nieuwe wegen voor den Neder-
andschen handel te openen en door al zulke
dië bedraagt het \ijfvoud van
van 1870.
het cijfer
Deze uit den aard der zaak zeer be
knopte samenvatting van hetgeen in het
omvangrijke Gedenkboek wordt in he-'inm-
I ring gebracht, moge den lezer een denk
ondernemingen, welke het vertier der voor'.- beeld geven van de groote gevolgen, die de
riet tegenwoordige kantoorgebouw op de
Heerengracht, hoek Spiegelstraat te
Amsterdam.
brengselen van de Nederlandsche nijverheid
kunnen vermeerderen, te bevorderen,
j Zich aanpassend aan en zich richtend naar
dc omstandigheden, wist de N. H, M. haar
werkzaamheden allengs uit te breiden en in.
vele deelen der wereld vasten voet te
i krijgen.
Een hevige crisis in Engeland, in 1825,
i had haar terugslag op de zaken der N. H.
M. met het gevolg, dat de aandeelen snel
daalden en de maatschappij er slecht voor
tond; aangevoerde en opgekochte goede
ren moesten in dat jaar met een verlies
van 2 miljoen van de hand gedaan wor
den. In plaats van regelend op te treden
op de Nederlandsche markt, had de N. H.
M. de verwarring daar nog vergroot.
De Koning was' ontstemd cn in 1827
dreef hij een statuten-wijziging cloor, waar
bij o.m. bepaald werd, dat hij in het ver
volg den president en den secretaris zonder
eenige voordracht zou mogen benoemen cn
waarbij het kapitaal tot 24 miilioen werd
teruggebracht. In plaats van jhr. mr. W. J.
v. d. Peil werd nu tot voorzittend direc
teur benoemd Gerrit Schimmelpennmck,
die alle krachten inspande om de N. H. M.
nieuw leven in te blazen.
Zuid-Amerika en West-Indië, waar men
niet anders dan verliezen had geleden,
werden verlaten, terwijl ook de relatie niet
Egypte werd verbroken. Eenige jaren later
werd ook de theehandel op Canton prijs
gegeven.
Van een wereld-bestormend lichaam
schrompelde de N. H. M. in weinige jaren
tijds samen tot een Indische Maatschappij
en zelfs als zoodanig kon zij zich nog maar
ternauwernood staande houden. En toen
tot overmaat van ramp in 1830 de Belgi
sche opstand uitbrak, scheen zij haar re
den van bestaan geheel verloren te heb-
oprichting van de Nederlandsche Handel
Maatschappij gehad heeft voor den handel
op Nederlandsch-Indië, maar niet minder
voor den bloei onzer koloniën en daardoor
eveneens voor dien van Nederland zelr.
ARTHUR TERVOOREN.
De Amsterdamsche malaricloog dr. P. C.
Korteweg bespreekt in het Nederl. rijd
schrift voor Geneeskunde het malariavraag-
st.uk in verband met het ontwerp houdende
voorzieningen tegen besmettelijke ziekten.
In de memorie van toelichting bij dit wets
ontwerp is verplichte aangifte van malaria
in het vooruitzicht gesteld omdat „eerst toen
de malaria-endemie (in Noord-Holland) hef
tig was opgetreden, zij goed wereldkundig
werd het is niet gewaagd om te veronder
stellen, dat, had plicht van aangifte bestaan,
het kwaad eerder onderkend en met veel
minder kosten bestreden had kunnen worden.
Korteweg wijst er op, dat de inspectie pp
de hoogte had behooren e zijn en wel dege
lijk op de hoogte gesteld is. En in 1901 en
in 1909 v/as de inspectie op de hoogte en toen
en later hebben de gezondheidscommissies
de aandacht op het malariavraagstuk ge
vestigd en de inspectie had zich op de hoogte
moeten houden.
„Er moeten redenen zijn," aldus Korte
weg waaróm het staatstoezicht, wetende
dat hier en daar malariahaarden bestonden, de
zaak blauwblauw lietredenen waarom de
roepen te hebben, zijn bemoeiingen ook tot
den handel uitstrekte.
Engelsche, Fransche en Duitsche agenten
knoopten voor hun naties handelsbetrek
kingen aan met de jonge republieken in
Zuid- en Midden-Amerika en de Koning
zag met leedwezen, dat de Nederlanders
daaraan geen deel namen. Daarbij kwam,
dat, nu sedert 1815 het handelsmonopolie
op Ned. Indië van de Oost-Indische Com
pagnie; was afgeschaft en de handel dus ook
voor particulieren open stond, de Neder
landsche importeurs niet opgewassen bleken
i«gen de Engelsche. Het langdurig mono
polie der O. I. C. had verlammend gewerkt
op den ondernemingsgeest hier te lande.
Daarin moest verandering komen en de
Koning meende dat te kunnen bereiken,
door de oprichting van een instelling, die als
nationaal informatie-bureau voor binnen- en
buitenland, den vaderlandschen handel en
de nijverheid tot elkaar zou brengen en ook
voor landbouw, scheepvaart en visscherij
een intermediair zou zijn, waar vraag en
aanbod elkaar zouden ontmoeten
Het resultaat was, de oprichting van de
Nederlandsche Handel Maatschappij op den
29sten Maart 1824, met een kapitaal van 12
24 miljoen gulden.
Een werkelijk patriottische stemming
maakte zich van het publiek meester en
reeds dén eersten dag dat de inschrijving op
de aandeelen was opengesteld, werd voor
69.565,250 geteekend. De Koning zelf
schreef voor vier miljoen gulden in.
Als gevolg van deze ruime overschrijving
van het maximum van 24 miljoen, werd het
kapitaal der nieuwe maatschappij nader
3Hoewel^Amsterdarn''voor de helft van het I Hel eerste kantoorgebouw der Ned. Handel-Maatschappij te 's-Gravenhage. Het bevond
bedrag had ingeteekend, wilde men toch de i zich in het Noordeinde, het tweede huis naast het Kon. Paleis, op de albeeldmg nog
hoofdstad geen overwegende positie in de jaist te zien.
,1
W >a<v.
HET NIEL ^.rUiiUIS AAK HET HOFDIJKPLEIN TE HAARLEM
is thans al bijna geheel gereed en kan binnenkort geopend worden. Het bevat een-cn-
twintig cellen met in 't midden van de hall een driehoekige bank, die met planten ver
sierd, aan het goed verzorgde intérieur een gezelligen aanblik geven zal.
„En toch voel ik er veel voor dat de inspec
teur aangifte kan eischen. Hij zal moeten
zorgen op de hoogte te zijn van den staat der
epidemie en vooral als weder de malaria is
terug getreden tot lichte endemische haarden,
zal hij tijdig de aanwakkering moeten te we
ten komen. Misschien volgens de memorie
van toelichting ZEKERkanjdan de'dreigen-
de epidemie gestuit worden. Hierover ten
slotte nog een kort woord Bij de vele onop
geloste malariavraagstukken is dit er een van
groot e practische beteekenis op welke wijze
begint een epidemie Wanneer ik mij tot
Noord-Holland beperk dan is het bekend dat
van 1875 tot 1880 over een groot deel der
provin ieen sterke epidemie heerschte on
geveer 1897 begon een nieuwe- epidemie en
uit de enquête van Schoo in 1901 weten v/ij,
dat deze zich weder over geheel de provincie
uitstrekte tusschen 1915 en 1918 begon de
laatste pandfemie, waarvan wij met eenig ver
trouwen hopen thans het einde te naderen.
Hoe ontwiKkelden zich nu de pandemiën
van 3:897 en 1915 uit de gunstige tijdperken
van 18851897 en 1906 1915, toen bijna
nergens malaria van beteekenis voorkwam
Is ditRgeschied door centrifugale ontwikke
ling v n één of enkele endemische haarden
uit? Of kwam door gemeentschappeüjke
nog niet bekende of in haar kracht te schat
ten omstandigheden, overal tegelijk de aan
wakkering Heeft de uitbreiding op de
eerste wijze plaats, dan mag men hoop koeste
ren de epidemie bij haar oorsprong tegen
ts houden door zeer krachtig optreden bij
j het centrum van ontwikkeling. Is daarente
gen de laatste wijze de juiste, dan zal de strijd
veel moeilijker zijn en dan zie ik niet in,
waaruit de minister de overtuiging put, dat
bij tijdig waarschuwen kostbare maatregelen
vermeden hadden kunnen worden (zouden
kunnen worden.)
„Het is een dankbare taak voor het staats
toezicht hierin klaarheid te brengen. Het
moet daarbij kunnen steunen op de hulp der
artsen en op de juiste wijze deze zoeken te
verkrijgen. Een onveranderd art 2 (verplichte
aangifte) zal naar ik vrees zijn prullemand
vullen, maar zijn schatkamer van kennis le
dig laten."
correspondentie, briefpapier met een moo
bedrukt hoofd, waar o.m.'op staat, „J. Molm,
advocaten en practizijnskantoor," J. Holm,
bedrijfsleider der commanditaire vennoot
schap „Voornsche Drukkerij en Uitgevers
maatschappij." „Hypotheekkantoor," Agen
tuur en correspondentie bureau enz. Uit
de klachten, die de laatste dagen zijn inge
komen, aldus meldt de voornoemde commis
saris, blijkt, dat hij reeds verscheidene per
sonen heeft gedupeerd.
De heer Weston, uit de Oranjerivier, kolo
nie (Zuid-Afrika) maakt per auto een reis om
de wereld, vergezeld door zijn vrouw en drie
kind ren De familie Weston vertoefde Woens
dagmorgen gedurende korten tijd te Arnhem
met haar zeer ruime reisauto. Van daar is de
familie via Doorn naar Hilversum vertrokken
voor een bezoek aan het Kruger-huis. Lang
blijft de heer Weston niet in ons land.
Na een bezoek aan Amsterdam en Marken
hoopt hij nog gelegenheid te hebben om de
tulpenvelden in bloei te zien. Daarna vertrekt
hij naar Zuid-Afrika tot regeling van zijn za
ken (hij is farmer.) Een groot deel van Europa
heeft de heer Weston in het jaar, dat hij rei
zende is reeds bezocht, ook Turkije en de
Balkanstaten. Voordat hij in Nederland kwam
vertoefde hij te Berlijn. Na zijn oponthoud
in Zuid-Afrika wordt de reis, welke in het
geheel negen jaar zal duren, voortgezet. In de
eerste plaats wordt China bezocht, dan Japan
en ten slotte Amerika
(Hbld.)
De politie te Zwolle heeft huiszoeking ge
daan bij een magazijnknecht bij een firma
in kramerijen aldaar. De politie vond te zij
nen huize een klein magazijn van artikelen
die door de firma ook geleverd werden. Hij
dreef sedert drie jaar een eigen grossierderij
en gaf kwitanties af alsof de goederen direct
door de firma geleverd waren Bij één van
zijn klanten heeft de politie een stapeltje
k /itanties gevonden door den magazijn knecht
onder voorkennis van de firma afgegeven
Hij had zijn wekelijksche afnemers. Hoe
groot het bedrag is. dat hij op déze manier
verduisterde, is niet na te gaan.
De man is ter beschikking van de justit
gesteld.
De Gulden Vrijheid Dagen tang hadden
ze het voorbereid. Geheimzinnige conferen
ties waren gehouden in het bekende vijvertje
van den Hortus Botanicus in Groot Mokum
Half verscholen achter de struiken hadden
zij hun plannen gesmeed, zoo verborgen, dat
niet de wachter aan hun gezichten zou zie
dat er iets bijzonders gaande was
Telkens als er „gevoederd" werd kwamen
ze voor den dag tnet onschuldig-uitgestreken
gezichten maar nauw was de rust terugge
keerd, of ze gingen weer aan het bespre ke'
van de plannen tot in details
Alleen eeft zeemeeuw wist er van Eigen
lijk was die 't, welke de zwanen van den Hor
tus opgestookt had. Hij was zoo vrij als een
vogeltje in de lucht kwam alleen maar lun
chen eiken dag in Hortus
Met de anderen zat hij dan op het dak te
wachten tot de oppasser met manden vol
vischjes aankwam. Zoo leerde hij de zwanen
kennen en zooals eenmaal de slang weerden
van verleiding siste in het oor eener onschul
dige, zoo werden den witten blanken zwanen
visioenen voorgespiegeld van een nieuw en
groot geluk de Gulden Vrijheid-
Samen zouden ze de beénën nemen „dub-
belblank" en „de scheeve" welke laatste zoo
genoemd wordt in den Hortus omdat zijn
snavel niet in het midden van zijn kop staat.
Dat werd een sensatie in den Hortus.
„Vrienden," zei de scheeve, „wij gaan
Ons is niet langer de gevangenschap. Wij
verbreken de boeien die ons gekluisterd hou
den. Naar het Zuiden gaan we, waar de rijken
der aarde genot zoeken en de overwerkten
ontspanning.
Een vleugelgeklepper, een watergeplas en
plotseling stoven twee blanke zwanen op over
het hek. over alle hindernissen, regelrecht
naar de Nieuwe Heerengracht.
Daar was de eerste étappe. Vol verbazing
bleven de voorbijgangers staan.
„Prettig h- 1" zei de Scheeve.
„O, zoo prettig 1" meende dubbelblank die
het maar half geloofde „Daar-komt de op
passer al aan in een bootje."
„Kaak-is een zwaantjesjager in een roei
boot 1" riepen de straatjongens.
De menschenmenigte op de grachtkanteu
groeide aan.
Snel gingefi de beide zwanen, via den Am-
stel, de Nieuwe Keizersgracht in.
„Dat loopt dood 1" meende dubbelblank 1
„Dat er hier cok geen paaltjes van dsn
Wielerbond staan."
„Ga maar mee terug
„Waar .wou je naar toe?"
„Naar den Blauwburgwal. Daar is een
cafétje „Het Zwaantje", misschien weten ze
daar raad."
De oppasser wist van geen opgeven. De
jacht duurde voort.
Steeds meer menschen volgden in spanning
het gebeurde, mee rennend als bij een roe;-
wedstrijd wat het ook was.
De zwanen begonnen vermoeid te raken.
„Jij ook met je warme Zuiden", begon
Dubbelblank.
„Denk aan de knoop in je hals, snauwde
de ander.
Met nieuwe kracht vlogen ze verder. He
laas 1 Eensklaps dook de oppasser op van
achter een motorboot.
„Verloren", zuchtte Dubbelblank.
„Weg blauwe meren," jammerde de
Scheeve.
En zoo werden ze ingepikt. Doodmoe, ter
neer geslagen, ellendig 1
Tot ze plotseling een bekende stem hoor
den
„Wat doen jullie in de dievenwagen
Het was de zeemeeuw. (Tel.)
Zondagmorgen werd door den rijks
veldwachter te Hem bij Enkhuizen en den
keurmeester J. Scholten in een schuur van
den wethouder T. G. te Hem aangetroffen
een hoeveelheid vleesch van ongeveer 2
geslachte schapen en een gedeelte van een
nuchter kalf. Het vleesch werd door genoem
de heeren in beslag genomen. Later bleek
dat het vleesch afkomstig was van nood-
slachtingen en dat de dieren aan de keuring
waren onttrokken.
Uit een sloot werden nog beenen van
drie nuchtere kalveren opgevischt.
De keurings-veearts keurde het vleesch
af als ondeugedelijk en schadelijk voor de
gezondheid.
Als verdachten in deze zaak zijn gehoord
een slager en bovengenoemde wethouder.
Dinsdagavond om half 8 werd het 2-jarig
dochtertje van een bewoner van den Catha-
rijnesingel te Utrecht naar bed gebracht. Toen
de moeder een uurtje daarna nog eens op de
slaapkamer kwam, kwam haar een doordrin
gende gaslucht tegemoet. Het bleek, dat de
kraan van een gaskachel op de eene of andere
manier was opengegaan. Onmiddellijk wer
den pogingen gedaan, om de levensgeesten
van het kind op te wekken, welke helaas
moesten falen. Vermoedelijk zijn door het
woelen van het kind in bed de dekens in
aanraking gekomen met de gaskraan, die
daardoor is opengedraaid. („U.D.")
Onze Gratis Ongelukken-Verzekering keert uit bij
19.
Onder den indruk van het ontzettende
verhaal hadden ze den tuin verlaten en wa
ren ze op een plaats gekomen, waar de
rivier het smalst was en bruisend voort-
stroomde tusschen lage heesters cn struik
gewas.
„Het is vreeselijk," mompelde Fernand na
een lange stilte, „nu ben ik niet verwonderd
meer over de droefheid en de eigenaardige
houding van dat arme meisje.... nu begrijp
ik ook, waarom zij den naam Alban zoo
haatl"
„Ja," zeide Marguerite, „zij draagt mij
een doodelijken haat toe; ik ben volgens
haar de oorzaak van den vreeselijken dood
van Franpois PiretAls ik haar geholpen
hdd om tijdig over de grenzen te komen,
zou ze den ongelukkige bevrijd hebben!
„Ja, dat is zoo!"
„Fernand, als jij te paard door 't bosch
zou rijden en je zou een smokkelaar ont
moeten die jé vroeg, hem achter op het
paard mede te nemen, om aan de achter
volging der douaniers te ontkomen: wat
zou jij dan gedaan hebben?"
„Ik weet hel niet.... dat hangt van de
omstandigheden af...."
„Een smokkelaar is een misdadiger!
„Maar iedereen weet, dat Rosa smokkel
de om in het onderhoud van haar broertjes
en zusjes te voorzienNiemand nam het
haar kwalijk. Ik hen er zelfs zéker van,
dat meerderen haar geholpen hebben als ze
om bijstand smeekte. Vader Lurieux heeft
mij zelf gezegd dat hij haar eens in het
hooi verstopt heeft."
„Van dat alles had ik nooit iets ge
hoord.... Ik ben een weinig te hardvoch
tig opgetreden, in zooverre heb ik schuld....
Als ik alles vooruit had kunnen weten,
zou ik anders gehandeld hebben.... Ik ben
zwaar genoeg gestraft: dé gedachte aan dit
drama, waar niemand iets van af weet, ver
volgt mij overal.... evenals de haat var.
Rosa.... en ik herhaal hetze zoekt
mijn dood.... Op zekeren nacht.... toen
de warmte mij al te zeer benauwde, wandel
de ik in den tuin.... Zij had zich daar
verscholen om mij te bespieden.... loen ik
op den rand van den put ging zitten,
trachtte ze mij te doen neerstorten. Op
een anderen keer, toen mijn paard AH mij
in de rivier de Chiers had geworpen, kwam
Rosa op mijn hulpgeroep toegesneld. Eerst
stak ze mij den tak toe, maar toen ze
bemerkte dat ik het was, ik, de gehate
vrouw, toen trok ze terug en bleef van
verre onbarmhartig toezien dat ik zou ver
drinken!'
„Vreeselijk!.... Zou zc tot zulk een mis
daad in staat zijn?...."
„Ze heeft gezworen Francois Piret te zul
len wreken.... Haar wraak zal mij tref
fen!"
„De tijd zal haar wel milder stemmen."
„Ze is reeds van gedachten veranderd.
Ze heeft mij zelf verzekerd dat zij mij niet
meer naar het leven staat.... maar vroeg
of laat zou ze mij op andere wijze tref
fen.
Fernand luisterde niet eens meer
Alles werd nu opgehelderd.
„ïk begrijp het thans, stamelde hij als
vernietigd, „ja..-, nu begrijp ik alles....
O.... ik mag haar niet meer weerzien....
O! Rosa.... Arme Rosa!
Beiden zwegen... Als vernietigd liet de
jonge man zich aan den kant van den weg
op het gras neervallen en niet ver van hem
vandaan nam Marguerite plaats'.
Op twintig passen van hen vandaan doem
de in de duisternis een schaduw op, ver
scholen achter het dichte struikgewas....
Door de duisternis was het onmogelijk dat
de béide jongeliden haar konden zien.,..
Het was Rosa!
Toen de oogst binnen was, was Rosa als
dienstbode bij vader Lurieux in betrekking
gebleven.
Morgen was het Maandag, dan zou ze
haar dagelijksche taak weer hervatten. Ge
durende den namiddag had ze voortdurend
zitten peizen over het laatste bezoek van
Fernand. Daarna had ze het avondmaal ge
reed gemaakt en had de kleintjes naar bed
geholpen. Ten slotte, was ze naar buiten
gesneld, om een kleins wandeling langs de
rivier té maken, in de hoop ^oodoende weer
tot rust te komen.
De beide jongelieden aan den kant van
den weg waren er van overtuigd dat ze op
dit late uur alleen waren....
Het was overal doodstil.
Zelfs het water kabbelde niet.... Op de
oppervlakte der rivier was bij het zachte
maanlicht geen rimpel te zien....
Het was een heerlijke avond.
Toen Rosa gehoord' had dat er iemand
naderde, was ze stil. blijven staan.... Of
schoon Marguerite en Fernand vrij zacht
met elkaar spraken, had ze toch haar naam
verstaan. Met de behendigheid, die ze tij
dens haar smokkelaarsleven had aangeleerd,
was het haar gelukt geruischloos naderbij
te komen
De wind stak op.
De bladeren der hoornen ruischteti.
Hars zachte voetstappen gingen in het ge
ritsel der boomen verloren.
Ze kon de beide jonge menschen in de
duisternis nauwelijks onderscheiden, of
schoon ze thans slechts enkele stappen van
haar verwijderd waren..
Langen tijd stond ze tevergeefs te luis
teren...
Beiden bewaarden het stilzwijgen.... elk
had aan zijn eigen droevigen gedachtengang
genoeg
Eensklaps voelde Rosa een beving door
bare leden gaan, toen ze Marguerite hoorde
vragen „Dus je bemint haar, Fernand
„Dat heb ik je toch al gezegd," antwoord
de hij kortaf.
Plotseling maakte hij een gebaar alsof hij
al die gedachten van zich af wilde schud
den. Hij zag Marguerite recht in het gelaat
en vroeg: „Maar jij!.... Heb jij mijnheer
Delost niet lief
„Ik Heb ik mijnheer Delost lief?.
Wie zegt dat?...."
„Hij heeft mij bekend dat hij je bemint,...
Heb jij hem ook lief
„Neen 1"
„Marguerite, wees openhartig...."
„Dat ben ik, Fernand
„Neen dat :s niet waar.... Albert
heeft mij alles gezegd.... Het is of je hem
met je grillen wilt plagen...."
„Ik heb mijn redenen om zoo tegenover
hem te- handelen
„Het vreeselijk geheim, dat Rosa je ont
huld heeft, heeft zulk een indruk op je ge
maakt, dat je denkt dat nu elk geluk voor
jou verboden is."
Marguerite antwoordde niet
„Hij bemint jou.... jij bemint hem....
Hij biedt je zijn liefde en zijn naam aan....
en je weig.-rt!"
„Ik kan niet anders..."
„Waarom niet?.... Hij heeft de dood van
Francois Piret je alle hoop op vreugde ont
nomen?
„Ik wist nog niets van die vreeselijke ge
schiedenis, toen mijnheer Delost mij vroeg
zijn vrouw te worden
„Dan begrijp ik je handelwijze heelemaal
niet meer
„Moeder is ziek.dus mag ik niet aan
een huwelijk of verloving denken...."
„Als je dat tegen Albert gezegd had, zou
hij betere dagen afgewacht hebben.... en
zou hij niet zoo wanhopig zijn...."
„Is hij wanhopig," vroeg Marguerite ver
schrikt
„Zie jc wel.... je hebt hem lief!....
Waarom zeu je het nog langer ontkennen?
....Moeder kan ons niet meer met haar
raad en daad bijstaan.... Laten wij ons
hart voor elkaar uitstorten, zus.... Laten
wij ons verdriet samen dragen 3 ot nog
i toe hebben wij geleefd of we vreemden
voor elkaar waren; onze denkwijzen zijn niet
hetzelfde ..onze karakters nog minder.
Toch zullen we elkaar begrijpen.... Moe
der zal niet meer herstellen, dat zal ons
dan bijeen brengen
„Ja...." zeide Marguerite droomerig.
Een gevoel van geluk doorstroomde haar,
nu ze iemand had voor wlen ze haar hart
kon uitstorten.... Ze had er zoo'n behoef
te aan
„Welnu zeide' bemand, „verklaar mij
dan je gedrag tegenover mijnheer Delost
Nog stends aarzelde he* meisje echter om
haar broer de redenen van haar hart kon
uitstorten.,,. Ze had cr zoo'n behoeft*