qnje
Rosa de smokkelaarster
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad - Maandag 31 Maart 1924
ALS HIJ SPREKEN KON.
Jonge dame (in verrukking.) Och, hoog
geachte professor, wat zou deze oude eik
niet kunnen vertellen als hij spreken kon.
Professor „Als hij spreken kon, zou hij
zeggen Neem me niet kwalijk, juffrouw, ik
ben een lindeboom."
INGEWIKKELD.
A. „Wat scheelt je vrouw toch eigenlijk?'
B „Wat haar scheelt Eerst is ze booi
geworden op ons dienstmeisje en toen op mij.
lomdat ik niet boos was op het dienstmeisje j
en nu is ze boos, omdat ik boos op haar
ben, omdat ze boos was, wijl ik niet boos was,
toen zij boos was op ons dienstmeisje 1"
LITTERAIR SNELHEIDSRECORD.
Toen nam dé roover snel een glas wijn,
zijn hoed, afscheid van zijn makkers, geen
nota van zijn achtervolgers, een revolver uit
zijn zak en tenslotte zich het leven.
HIJ WIST HET.
Meester „Als iemand op het punt is
iets verkeerds te doen en edn inwendige stem
zegt hem dan dat te laten hoe noemt men
dat
Fritsje „Buikspreken, meester
vallen en dit immoreel noemt, komen zelfs in
zoo regeeringsgezinde bladen als de „Echo
de Paris" en „Éclair" voorzichtige uitingen
van kritiek voor. Het eerste blad zegt, dat er
overwegingen zijn, die een gewoon mensch
niet begrijpt, en Buré vindt, dat er ten minste
gezorgd had moeten worden, dat de nieuwe
ministers het eens waren betreffende de hou
ding tegenover Duitschland aan te nemen. De
conclussie is echter, dat een zoo knappe lei
der ais Poincaré de uiteenloopende overtui
gingen wel in de juiste richting leiden zal.
Links is men zeer boos over de toenadering
tot de linkerzijde, die z.g. uit de nieuwe sa
menstelling blijken zou. Ten eerste acht men
het gemeen, dat Poincaré mannen als Sar-
raut, Strauss en Laffont, die wegens hun mee
doen aan zijn politiek uit hun partij gezet zijn,
nu zoo maar laat vallen. Nog erger oordeelt
men het opofferen van Maunoury aan de
aanvallen der „Action Fran?aise" maar de
grootste woede komt nog daaruit* voort, dat
men voorziet, dat Poincaré door zijn nieuwe
oriënteering de linkerzijde zal trachten in te
palmen voor de verkiezingen. De „Echo de
Paris" schrijft, dat het wel goed ids dat de
decrets lois en de belastingverhocging thans
toegepast zullen worden door degenen, die
se als ondemocratisch verworpen, omdat
daaruit blijkt, dat de oppositie daartegen niet
geheel overtuigd was en dat wekt juist de
woede der linkschen, daar ze de waarheid
ervan inzien en vreezen, dat het hun kansen
bij de verkiezingen bederft.
Het stem-stelsel in de
Fransche Kamer,
heeft voor een groot gedeelte, naar men uit
de berichten weet, bijgedragen tot Poincaré's
nederlaag van de vorige week.
Elke deputé heeft n.l. een doosje met
visitekaartjes, waarvan de helft is gedrukt
op wit en de andere heift op blauw karton
Wanneer er gestemd moet worden, stopt hij
in een van de urnen, die de boden rond
brengen een wit naamkaartje als hij vóór en
een blauw naamkaartje als hij tegen het be
treffende voorstel is. De visitekaartjes wor
den door de secretarissen geteld. Het merk
waardige nu is dat er aldus doorloopend door
afwezigen kan worden gestemd, omdat
het Kamerlid niet zelf zijn kaartje in de urn
behoeft te doen. Elke partij heeft voor dit
werkje een of meer trouw opkomende leden
aangewezen, die automatisch stemmen zoo
als de partij dit wenscht. Daartoe hebben
zij doosjes met visitekaartjes van alle leden
der partij voor zich staan. Wil een lid anders
stemmen dan moet hij dat speciaal komen
zeggen of zelf zijn briefje in de urn doen.
Op deze wijze hebben de z.g. „boltiers" de
stemming feitelijk in handen. Herhaalde
lijk is met dit stelsel geknoeid en in een der
zittingen, welke de vorige maand aan het
ontwerp der double décime was gewijd, ont
stond hierover zelfs een ernstig debat in de
Kamer.
Bij de nederlaag, die de regeering de vorige
week is toegebracht, is het bezwaar van dit
stem-stelsel weer eens duidelijk aan den dag
getreden. De „Echo de Paris" wijst er op
dat de stemming door bemiddeling van wel
willende boden want als in het Palais
Bourbon de heeren gedeputeerden afwezig
zijn (zoo merkt het blad schamper op), stem
men de boden voor hen treft evenmin
den minister-president, die het debat niet
bijwoonde, als pijn politiek. Het was een
stemming bij verrassing, maar evenzeer een
verraderlijke, getruqueerde, gefraudeerde en
vyvalschte stemming, niet'door de brave
boden, waarnemende „boitiers" en te fat
soenlijke mensch«n om te worden verdacht
maar door eenige manoeuvres der uiterste
linkerzijde, deskundigen in het wegmoffelen
van stembriefjes. Er waren slechts 130
leden ter zitting aanwezig, maar bij het na
pluizen der stemming bleken er 271 tegen en
264 vóór den minister van financiën te heb
ben gestemdDe trouwens zonderling
samengestelde meerderheid bestond dus zelfs
niet. Er zijn rectificaties ingewonnen, die
toonen dat de minister de overwinning
heeft behaald. Reeds hebben vijftien leden
verklaard ten onrechte bij de tegenstemmers
te zijn ingedeeld. Hun briefjes w^ren.
gestolen. En het sterkste is dat de heer
Henry Paté, lid der Kamercommissie voor
financiën (rapporteur voor defensiezaken)
tegen de regeering op die wijze heeft ge
stemd.
EEN WINDHOOS.
Een windhoos heeft de Staten Kansas
Oklahoma en Texas geteisterd. Er zouden
drie personen zijn omgekomen en 60 ge
wond, doch de telegrafische en telefonische
gemeenschap is verbroken.
HUERTA IN VEILIGHEID.
Een door zijn vertegenwoordiger te Hou
ston (Texas) ter stede ontvangen bericht
meldt, dat Huerta veilig en wel te Frontera
(in het Zuiden van Mexico) vertoeft.
vigheid van den slag te verminderen en
bracht hem langs een omweg aan het ver
stand, dat hij zijn zuster moest vergeten,
daar deze vast besloten was, niet te huwen.
Ze wijst jou af evenzeer als ieder ander,
beste vriend," zeide hij tot besluit „Mar
guerite heeft baar vrijbeid boven alles lief...
Ik moet bekennen, dat ik het belachelijk
vinden vroeg of laat zal het haar nog
wel eens berouwen, dat ze haar hart geweld
heeft aangedaan, om haar éigen meesteres
le blijven; maar....noch jij, noch ik ben in
staat iets aan haar eigenaardig karakter te
veranderen.... Vergeet haar.... Albert...
tracht haar ten minste te vergeten
„Dus.... zij weigert.... maar wil ze de
vriendschap niet aanhouden?...,"
„Natuurlijkze zal je altijd blijven
hoogachtend, zooals ze altijd reeds gedaan
heeft.... Alleen je begrijpt, dat het onmo
gelijk is h'air te.
„O!" riep Albert uit.... zij wil mij niet
meer op het kasteel ontvangen!"
Onwillekeurig bracht hij zijn 'hand naar het
hart.
„Een eigenaardig besluit," zeide Delost,
met bitteren klank in zijn stem,mij te
achten en gelijktijdig mij te verbieden in
haar nabijheid te komen.Ik dacht, dat ze
meer vertrouwen in mij stelde."
„Ik bid je, beste Albert,je moogt je
niet gekrenkt gevoelen.... Marguerite is
van meening dat het zoowel voor de een als
voor de ander beter is, elkaar niet meer te
kig, dat ik u nog ontmoetHeeft u er
eenige bezwaar tegen als ik met u meega?"
„Integendeel.... Ik zal u de fabriek tol in
de kleinste bijzonderheden laten zien."
Albert steeg af, voerde het paard aan
teugel mede, en in druk gesprek gewikkeld
betraden zij de binnenplaats van het huis.
Een kwartier later liepen ze door de
ruime werkplaatsen. Toen ze alles gezien
hadden, vroeg de jonge man; „U gaat zeker
nog even mee naar huis, u moet mijn heer
lijken witten wijn eens proeven, waar ik u
laatst over gesproken heb."
„Neen, dank je wel, het is tijd dat ik
heenga.... het wordt reeds donker. Op het
kasteel zullen ze reeds ongerust worden
over mijn lang uitblijven."
„Ik zal u even met een rijtuig thuis la
ten brengen."
„Neen, dat is niet noodig.... dank. je."
Nu ontging de eigenaardige houding van
den grijsaard den jongen man niet meer.
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
„Ge moogt niet heengaan, voor ge een
glas wijn gedronken hebt," drong Albert
aan.
„Neen.... als ik weer eens kom....
Tracht mij niet te weerhouden.... Tot
.weerziens!"
„En als ik u eens ergens over zou wil-
en spreken, zoudt ge dan nog weigeren om
jinnen te komen?"
„Mij spreken?.... Dat verandert de zaak
dan ben ik geheel ter uwer beschikking....
Wat hebt ge mij dan te zeggen?"
„Ernstige dingen, mijnheer.... zeer ern
stige dingen."
„Ga mij dan voor. Ik zal u volgen. Ge
maakt mij nieuwsgierig."
Albert liet het zich geen tweemaal zeg
gen. Hij liep de vestibule door. ging een
trap op, opende een deur en de beid*
mannen traden binnen. Het was een ruin
vertrek, met groote, eikenhouten boeken
kasten en een lessenaar waarboven ziet
een wapenrek bevond. De jonge man leid
de zijn bezoeker naar een lagen zetel, nam
volgens gewoonte zelf naast de lessenaar
plaats en belde. Spoedig hadden beiden
een glas bruisenden wijn voor zich staan
van een prachtige goudgelen kleur en ge
durende een minuut of vijf liep het ge
sprek over verschillende wijnsoorten.
Daarna zwegen beiden geruimen tijd.
Albert wendde zijn gelaat af en streek met
steeds toenemende opwinding zijn hand
door de haren.
Mijnheer Alban zat onbeweeglijk, alleen
zijn vingers beefden.
Die stilte duurde buitengewoon lang en
eindelijk begon de jonge man met een
gemaakten glimlach; „Heeft u geen enkel
vermoeden waarover ik u in vertrouwen
spreken wil?"
„Ik wist niet dat u mij in vertrouwen iets
mede te deelen kon hebben," antwoordde
Etienne os denzelfden toon,
Er zijn oogen, blauwer dan de
blauwe hemel, ontmoetten overal de hare,
het was hem of ze hem nu eens stralend en
trotsch aanzag, dan weer droevig en smee-
kend, welke aandoeningen hij in hare oogen
gelezen had tijdens hun laatste onderhoud.
Zoete droomen en donkere schrikbeelden
wisselden elkander af.
Den dag na zijn onderhoud met Fernand,
sloeg hij de richting van. het kasteel in. Hal
verwege keerde hij op zijn schreden terug...
Hij miste den moed om het antwoord van
zijn vriend te vernemen vreesde dat daar
na alles.alles uit zou zijn.... dat er
voor he*z geen hoop meer over zou blijven.
Eerst drie dagen later verscheen Albert op
het kasteel. Nadat hij naar de gezondheid
van mevrouw Alban geïnformeerd had, vroeg
hij Fernand te spreken.
Men zeide hem, dat hij juist naar de boer
derij vertrokken was, zoodat hij hem bij va
der Lurieux aantrof.
Samen ^gingen ze den tuin in en liepen
langzaam door de breede lanen. Na geruimen
tijd stelde Albert de vraag, die hem al zoo
lang op de lippen brandde.
Fernand trachtte zooveel mogelijk de he-