Brieven uit Frankriik.
BUITENLAND
Rosa de smokkelaarster a
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT,
Tweede Blad - Maandag 7 April 1924
De Labour-regeering en de werkloosheidna het huurwets-voorstel, dat
niet is aangenomen, verhooging van uitkeeringen. Het conflict bij de
Dultsche spoorwegen wordt dreigender. Turkijë voor de Turken.
Onder de Radio-berichten: Eenige stagnatie in de vertaling van de
rapporten der experten-commissies. De Duitsche panden zullen zijn: de
spoorwegen, belastingen en industrie. Gisteren zijn in Italië de ver-
kiezingen gehouden.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
PLUNDERING VAN EEN PORTU
GEESCH SCHIP.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
De salarisvermindering en de
recht-macht.
De salarissen en pensioenen
by het Rijk.
De Nederl. Handel-My.
FEUILLETON.
INTERNATIONALE TENTOONSTEL-
LTNG VAN DECORATIEVE EN INDUS-
TRIEELE MODERNE KUNST IN 1925.
N d rland mag niet ontbreken op de in
terna i rale tentoonstelling van decoratieve
en in„ustrieele moderne kunst in den somer
van 1925 te Parijs te houden. Meer zelfs dan
andere landen heeft Holland op dit gebied
te geven. Men zoekt er niet alleen ernstig
ïaar een kunst van den eigen tijd, men
heeft er reeds veel bereikt in de toepassing
Van den modernen stijl in de bouw- en sier
kunst. De Commissaris-Generaal der Inter
nationale tentoonstelling, de oud-Minister
iFerdinand David en met hem meerdere lei-
Sdende persoonlijkheden in de Fransche kunst
wereld hebben het ons in den laatsten tijd
/meermalen persoonlijk verklaard.
En uit de kringen van Parijsche architec-
jten is reeds menige stem opgegaan om op
deelname van Nederland aan te dringen.
Niet minder in het eigen land zijn velen
ivan die noodzakelijkheid overtuigd. Maar
jde „Nervus rerum," het onmisbare geld om
'iets goeds tot stand te brengen, zou een
'spaak in het wiel kunnen steken.
Wij weten slechts al te goed dat de Re
geering in dezen tijd van bezuiniging geen
belangrijke subsidies kan toestaan en wij
'aioeten dit billijken. Wel echter kan zij
ïaar moreelen steun verlce len door de be
noeming van een Regeenngs-Commissaris,
terwijl de fondsen uit particuliere bronnen
'worden samengebracht. Wij zijn in dezen
optimist en meenen dat een bedrag van
50.000 gulden, vermoedelijk noodig om met
eere vertegenwoordigd te zijn, zich niet al
te moeilijk zal laten vinden.
Moge een opwekking onzerzijds er toe bij
dragen, de pogingen die van verschillende
zijden, o.a. de tentoonstellingsraad in Ne
derland, in het werk worden gesteld, tot
een goed einde te brengen. Onbekend maakt
onbemind. Vertellen wij derhalve het een
«n ander over deze tentoonstelling, die be
looft een grootsche uiting te worden van
Jmoderne toegepaste kunst.
1 Hoeveel er ook gesproken en geschreven
is over de plaats waar deze tentoonstelling
ral worden ondergebracht, dit punt is op
het oogenblik geen vraag meer de beslis
sing is gevallen en als terrein is aangewe
zen het meest schilderachtige plekje van
Parijs, begrensd door de „Esplanade des In-
.vjlides," de „Point Alexandre III" en de
tuinen „du cour de la Reine."
Het „Grand Palais" is er geheel in opge
nomen evenals de Seine-oevers vanaf de
„Concorde" tct de „Pont de l'Alma,-"
Centraal gelegen zal deze tentoonstelling
uiterst gemakkelijk door een ieder bereikt
kunnen worden. Het doel is een volledig
beeld te g.ven van wat de huidige indus
trie weet voort te brengen op het gebied
van decoratieve moderne kunst. Iedere na
bootsing van oude tijden zal er ten strengste
worden geweerd. Maar de eenvoudigste voor-
iwerpen van dagelijksch gebruik zullen er
leen plaats kunnen vinden, mits zij voldoen
aan eischen van schoonheid, op zichzelf een
uiting zijn van modernen kunstzin.
"Derhalve geen tentoonstelling van schoo-
ne kunsten, waarvoor de belangstelling zich
slechts tot een beperkt publiek zou bepa
len, maar een samenwerking in den meest
litgebreiden zin, van kunstenaars, industriee-
:en en handwerkslieden, die in breeden kring
in alle landen weerklank moet vinden.
De tentoonstelling omvat een vijftal af-
deelingen, architectuur, meubelkunst, uiter
lijke schoonheid (mode, bloemen, kleeding,
juweelen enz.) de kunst van het tooneel en
onderwijs. Het is niet het minst de laatste
afdeeling, waarvoor op Holland groote ver
wachtingen worden gebouwd.
Afzonderlijke paviljoens zullen voor de
verschillende landen worden opgetrokken»
terwijl in de galerijen van de „Esplanade de
Invalides" en in het „Grand Palais" ruimte
zal worden afgestaan voor groepen van min
dere beteekenis of individueele inzendingen.
De plaats voor een NederlandsCh paviljoen
bestemd, is uiterst gunstig gelegen in de
„Rue des Nations" aan den oever van de
Seine. Er zal ruimte zijn voor een paviljoen
van 170 M2, waaromheen voldoende grond
beschikbaar is, om een tuin met speciaal Ne
der! n sch karakter aan te leggen. De plaats
ruimte zal geheel gratis worden verstrekt.
Men schat de bouwkosten op een bedrag
van 200.000 francs, gezien de momenteele
prijzen van materialen in arbeidsloonen. Die
schatting is naar onze meening te laag, zal
zelfs ongeveer het dubbele moeten bedragen.
Het is daarom dan ook, dat wij van 50.000
gulden hebben gesproken.
Het bestuur zorgt voor aanleg van gas,
electrisch licht en waterleiding tot aan de te
bouwen paviljoens.
Naast het paviljoen zal, Nederland de be
schikking hebben over een plaatsruimte van
200 M2. in het grand Palais en over 200 M2,
in de galeries des Invalides.
De kosten der inzenders zullen gering zijn,
waar de plaatsruimte gratis is en zich derhal
ve beperken tot de inrichting van hun stand.
Alle geëxposeerde goederen zijn vrij van
douane rechten en alleen van de verkochte
goederen zal een dergelijk recht worden ge
heven. De Ned. koloniën zullen eventueel
op een afzonderlijk terrein worden onderge
bracht.
De bouw der paviljoens zal een beeld kun
nen geven van wat er leeft in de verschillende
landen op het gebied van moderne stijlop
vatting, en derhalve geheel aan den smaak
der deelnemende landen worden overgelaten.
Soberheid echter van architectonische lijnen
zal zich het best aanpassen aan het kader van
deze tentoonstelling, gelijk het in de plannen
tot uiting komt.
Wij zullen er naast particuliere woningen
stadsnuizen, villa's en arbeidersverblijven,
den modernen bouw van raadhuizen, post
kantoren en magazijnen kunnen bewonde
ren. Iedere oorspronkelijke schepping, hoe
klein van omvang ook, zal er welkom zijn,
mits zij voldoet aan een practische bestem
ming. Een artistieke nabootsing heeft al te
vaak de plaats ingenomen van origineele vin
dingen. Het zal de groote verdienste zijn van
deze tentoonstelling, het scheppend karak
ter van de kunst en de rol daarbij door de
mpderne industrie gespeeld, in het volle dag
licht te stellen.
Op deze wereldtentoonstelling zullen even
min als vroeger, de aantrekkelijkheden tot
ontspanning ontbreken, om het groote pu
bliek te lokken. Restaurants zullen aan de
Seine-oevers verrijzen, vermakelijkheden van
verschillenden aard, waaronder een schouw
burg, zullen er veel te genieten geven.
Dat alles is een bekoorlijke omgeving op
terreinen die in lusthoven zullen worden om-
getooverd.
Breed is deze tentoonstelling opgezet en
gelijk de Regeeringscommissie ons verze
kerde, de financieele zijde van het vraagstuk
is bevredigend opgelost door een leening,
waaraan tal van voordeelen zijn verbonden.
De eerste steen is gelegd en gepaard gegaan
met eenige plechtigheid, waar de president
der Republiek de uitnoodiging er toe per
soonlijk had aangenomen.
Het verheugde ons daarbij tegenwoordig
te kunnen zijn, indien vaststaat dat in 1925 de
Vaderlandsche driekleur zal wapperen van
een Nederlandsch paviljoen op deze ten
toonstelling.
ondersteuning krijgen, leden van zijn gezin'
zouden wellicht met flinke verdiensten te
huis komen, maar de huiseigenaar zou naar
zijn geld kunnen fluiten. Het was natuur
lijk te begrijpen, dat voor zulk een bepaling
noch bij de conservatieven noch bij de libe
ralen steun was te vinden. En dat ze werd
voorgesteld kan men dan ook slechts dema
gogie noemen. De regeering wilde bij den ex-
tremistischen vleugel van haar partij in het
gevlei komen.
Vermoedelijk heeft ze er op gerekend, dat
men in het Lagerhuis het voorstel de tweede
lezing wel zou laten passeeren en dat ze dan
bij de artikelsgewijze behandeling door
wijziging van het artikel een compromis zou
kunnen sluiten. Zij had dan voor haar ex
tremistische vrienden haar best gedaan en
was voor de overmacht geweken, zonder in
gevaar te komen.
Maar het is anders geloopen. De conser
vatieven deden het voorstel niet tot de
tweede lezing der huurwetten over gaan.
De heer Asquith verklaarde namens de libe
ralen dat ze tegen de huurwetten zouden
stemmen als de gewraakte bepaling niet
werd ingetrokken. De regeeringsleider in
het Huis, de heer Clynes, deed het aanbod
van een wijziging der bepalling, zoodat de
huurkosten der werkloozen op de schatkist
zouden komen te drukken of althans op de
openbare kas, maar dit was nog maar een
uitweg, die werd aangewezen, de regeering
moest daarover nog eerst beslissen. Haar
eigen voorstel zoo maar eenvoudig terugne
men durfde de regeering niet. Het tot stem
ming laten komen echter al evenmin
haar nederlaag was dan zeker. In deze om
standigheden bracht de liberaal Pringle de
regeering hulp door te blijven redevoeren
tot den tijd voor nieuwe werkzaamheden was
aangebroken in het Engelsche parlement
stelt men daarvoor termijnen vast zoodat
het tot geen stemming kon komen en het
voorstel dus was „talked out" of wat wij
zouden kunnen noemen „doodgepraat." De
heer Clynes liet dat stilzwijgend toe. Hij
had natuurlijk sluiting van het debat kun
nen vragen, en stemming, maar dat durfde
hij niet aan en liever aanvaardde hij dus
dezen vorm van nederlaag. De regeering
zal nu met een nieuwe huurwetswijziging
komen, waarbij aan de plaatselijke besturen
de thuurbetaling voor de werkloozen zoo
noodig zal worden opgedragen.
Maar ook hiertegen komt al van allen
kant verzet en deze netelige quaestie is dus
nog geenszins van de baan.
Inmiddels komt de Britsche regeering weer
met
Parijs, 26 Maart 1924.
Mr. P. v. S.
De Bitschc arbeidersre-
geering en de huurschuld
van werkloozen.
I De 'Brit che regeering heeft het niet ge-
imakkelijk in haar wankele positie van min-
derheidsregeering. Ongetwijfeld. Maar een
enkele maal brengt ze zich zelf toch wel in
moeilijkheden, die vermeden hadden kunnen
worden, als al haar leden voldoende door
drongen waren van de noodzakelijkheid sterk
sterk te staan tegen de verleiding om voor
le partij propaganda te voeren. Als iets
tnders dan als een propagandamiddel kan
nen zeker niet het regeeringsvoorstel be
schouwen om de huurwetten aldus te wijzi
gen, dat werkloozen wegens huurschuld niet
uit hun woningen kunnen worden gezet, ten
zij dan in het geval dat de verhuurder dooi
de niet-betaling der huur in ongunstiger
omstandigheden zou komen te verkeeren,
dan de werklooze bij wel betaling van de
huur. Deze exceptie mogen we echter laten
rusten. De bedoeling was eenvoudig om te
Voorkomen, dat werkloozen, die geen huur
kunnen betalen op straat zouden kunnen
worden gezet.
Dat is of dat althans zijn, zeer zeker goed
bedoeld. Maar de regeering maakte zich
van deze zijde van de quaestie der werk-
loozenondersteuning toch wel wat heel ge
makkelijk af. Want in de practijk zou de
bepaling hierop neerkomen, dat ieder werk
looze eenvoudigweg geen huur meer zou be
hoeven te betalen en dat geen verhuurder
hem daarvoor meer iets zou kunnen maken.
Niet alleen zou men aldus op de huiseige
naren een aanzienlijk deel van de lasten de
werkloozenondersteuning leggen, meer men
zou den weg openen voor tal van misbruik-
ken. De werklooze zou zijn uitkeeringen ter
voorstellen tot verhoo
ging van de werkïoosheids-
uitkeering.
Tom Shaw, de Engelsche minister van Ar
beid, heeft nl. bij het Lagerhuis een wetsont
werp ingediend tot verhooging van de werk-
loosheidsuitkeering. Op het oogenblik ont
vangt een werklooze, wanneer hij ongehuwd
is, 15 shilling per week wanneer hij ge
huwd is, 15 shilling per week, plus 5 shilling
voor zijn vrouw en één shilling voor elk kind.
Het wetsontwerp stelt de uitkeering te ver-
hoogen tot 18 shilling, plus 6 shilling voor de
vrouw en 2 shilling voor elk kind, zoodat b.v.
een werklooze met vrouw en 3 kinderen 30
shilling zou ontvangen in plaats van 23 shil
ling op het oogenblik. Het schijnt niet in het
voornemen te liggen om de grootere uitgaven
die van de verhooging der uitkeering het ge
volg zullen zijn, te dekken door een verhoo
ging van de premies, noch voor den werkge
ver, noch voor den werknemer.
Het wetsontwerp stelt verder voor om den
arbeider direct wanneer hij op zijn veertien
de jaar van de school komt in de werkloos-
heidsuitkeering op te nemen. Op het oogen
blik is slechts tien pCt. van de arbeiders tus-
schen het 14de en 17de jaar, voor het meeren-
deel leerlingen, tegen werkloosheid verze
kerd.
Voorts wordt voorgesteld, de werkloos -
heiduitkeering uit te breiden tot verschillende
categorieën arbeiders, die er tot nog toe bul
ten vielen, niet echter de landarbeiders, ge
deeltelijk omdat de wekelijksche premie te
zwaar voor hen zou zijn, gedeeltelijk omdat
onder hen betrekkelijk weinig werkloos-
heid voorkomt.
Evenals Engeland heeft Duitschland in
den laatsten tijd ernstig te lijden van groote
stakingen. Heel dreigend is thans, wegens de
weigering der rij ksregeering inzake de voor
gestelde loonsverhooging.
Het conflict bij de Duit
sche spoorwegen.
Het rijks kabinet heeft Zaterdagmiddag be
sloten om verschillende reden niet zijn goed
keuring te hechten aan het tusschen den rijks
minister van verkeer en de vakvereenigingen
van spoorwegpersoneel overeengekomen com
promis-voorstel inzake een loonsverhooging
voor de spoorwegarbeiders van 15 In-
tusschen zal de rijksminister van financiën een
nieuw bemiddelingsvoorstel tot de vakver
eenigingen richten, waarin aan de wenschen
der arbeiders zoo ver wordt tegemoetgeko
men als de algemeene toestand toelaat.
Door deze afwijzende houding van het
rijkskabinet is de toestand ten aanzien van de
spoorwegstaking op eenmaal buitengewoon
ernstig geworden.
Dat de stakingsbeweging tot dusver geen
grooteren omvang heeft aangenomen, was
geen gevolg van de omstandigheid, dat de
spoorwegmannen, die nog niet staakten, me
hun loonen tevreden waren, maar dit was
veeleer toe te schrijven aan den invloed der
vakvereenigingen, die haar leden voor over
ijlde besluiten waarschuwden en eerst alle
mogelijkheden om door onderhandelingen
tot een resultaat te komen wilde uitputten,!
voordat zij zichh bij het optreden der radicale
groepen aansloten.
Dit besluit der rij ksregeering zal nieuw
ontstemming onder het spoorwegpersor.ee
veroorzaken en het zal den vakvereenigings-
leiders zeer moeilijk vallen hun volgelingen
in toom te houden.
Alle vakvereenigingen hadden tegen gis
teren buitengewone vergaderingen te Berlijn
belegd, welke van beslissenden invloed kun
nen zijn voor-de verdere ontwikkeling van
het conflict.
De spoorwegstaking neemt vooral scherper
vormen aan. Mot dusver zijn ruim 3000 ar
beiders ontslagen wegens weigering om ge
durende den voorgeschreven diensttijd te ar
beiden. Anderen zijn in sympathiestaking ge
gaan. Ca. 700 man technische noodhulp zijn
in dienst gesteld. Vrachtgoederen worden
niet meer voor het vervoer aangenomen.
De strijd om Bessarabie.
Volgens een B.T.A.-bericht uit Boecharest
hebben de vertegenwoordigers van alle par
tijen in de Kamer het verlangen te kennen
gegeven, dat Roemenië de betrekkingen met
Sovjet-Rusland zal hervatten, maar alléén
onder de uitdrukkelijke voorwaarde van eer
biediging der huidige grens van Bessarabie,
daar geen enkele Roemeniër erin zou kunnen
berusten, dat de Roemeensche rechtenop
Bessarabië worden betwist.
De „Frankf. Ztg." deelt enkele bizonder-
heden mede uit de laatste zitting der te Wee-
nen gehouden Russisch-Roemeensche co-
ferentie n omtrent de redenen, die tot 1 t
afbreken der onderhandelingen hebben g
leid.
De Roemeensche gedelegeerde had Rus-
lands eisch inzake een volksstemming trach
ten voor te stellen als een bewijs, dat Rusland
afzag van zijn recht op Bessarabië en de Rus
sische vertegenwoordiger kwam daartegen
ten stelligste op. Rusland beschouwde Bes
sarabië nog steeds als een deel van zijn ge
bied aan dezen rechtstoestand was door de
Roemeensche bezetting niets veranderd.
Naar aanleiding van een beroep van Roe
menië op besluiten van den Bessarabischen
Nat. Raad verklaarde de Russische gedele
geerde, dat deze besluiten waren genomen
onder de bedreiging der Roemeensche bajo
netten. En wat de bewering betrof, als zou
de Nat. Raad hebben verzocht om Roemeen
sche troepen Bessarabië te laten binnenruk
ken, daarop kon worden geantwoord, dat
de Roemenen met artillerievuur waren ont
vangen. Ook de vergelijking met andere Rus
sische staten hield geen steek. Rusland had
staten, die zich van het oude Rusland wilden
afscheiden, steeds bij verdrag erkend, Bes
sarabië evenwel was gewapenderhand ver
overd. Zes jaar lang heeft Roemenië verme
den in onderhandeling te treden en nu het
eindelijk een delegatie naar Weenen heeft
gezonden, maakt het de conferentie onmoge
lijk door het stellen der voorwaarde, dat de
erkenning van de rechtmatigheid der annexa
tie aan de ondahandelingen moet voorafgaan.
Slechts door de gezamenlijke voorbereiding
eener volksstemming kon Roemenië zich be
vrijden-van d* beschuldiging, dat het Bes
sarabië even gewelddadig en tegen den zin
der bevolking in zijn macht houdt als de
grootendeels door Oekrajiners bewoonde
Boekowina.
Rusland legt ten slotte op Roemenië de
verantwoordelijkheid voor het mislukken der
conferentie.
De Roemeensche gedelegeerde verklaarde
daarop nogmaals, dat zijn land bereid was
ten allen tijde de onderhandelingen te her
vatten, mits de sovjetregeering haar stand
punt verliet.
De als voorzitter optredende Russische
volkscommissaris Krestinsky deelde daarop
mede, dat hij de conferentie met deze ver
klaring als afgebroken beschouwde.
Een nieuwe verdeeling
der Turksche nationale
minderheden over het
Turksche grondgebied.
De Turksche regeering werkt een groot
plan uit inzake de verdeeling der bevolking
over het grondgebied, met het doel de taak
der autoriteiten te verlichten en binnen-
landsche onlusten te vermijden. Arabieren,
Georgiërs e. a. niet-Turksche elementen
Zullen slechts in bepaalde vilajets mogen
wonen en in geen enkele stad meer dan 10
der bevolking uitmaken. De immigratie zal
worden gecontroleerd en het maximum
aantal immigranten wettelijk worden vast
gesteld. Volgens het ontwerp' zullen ongeveer
200.000 inwoners van woonplaats moeten
veranderen. Voor de Armeniërs zullen speci
ale voorschriften gelden.
De correspondent van de „Manchester
Guardian" te Konstantinopel meldt, dat
de minister van binnenlandsche zaken der
regeering van Angora een wetsontwerp heeft
opgesteld om te voorkomen, dat elementen,
die een vreemde taal spreken, ooit overheer-
schend worden in eenig gebied Er is reeds
een verboden zóne voor Armeniërs, maar
bovendien zullen in eenig gebied (met uit
zondering van Konstantinopel) niet Turk
sche elementen niet meer dan 10% mogen
vormen van de Turksche bevolking. Waar dit
wel het geval is kan het overschot naar el
ders worden overgebracht.
Grieken mogen alleen in Konstantinopel
wonen. Alleen de Koerden mogen afzonder
lijke gemeenten vormen. Er zullen speciale
voorzorgsmaatregelen worden genomen om
te beletten dat Arabieren of Georgiërs zich
vestigen in de oostelijke of zuidelijke grens-
vilajets. De nomaden-stammen zullen wor
den geconcentreerd en moeten op een bepaal
de plaats verblijf houden.
De quaestie van Jubaland.
Ramsay MacDonald heeft dezer dagen in
het Lagerhuis de verklaring afgelegd, dat hij
de hoop koesterde dat hij, vóór hij wederom
in het Lagerhuis het woord zou voeren over
buitenlandsche zaken, in staat zou zijn te ver
klaren dat de moeilijkheden, die tusschen
Engeland en Italië inzake Jubaland bestaan,
uit den weg zouden zijn geruimd. De „Man
chester Guardian" verneemt thans, dat Ram
say MacDonald te dezer zake een definitieve
beslissing heeft genomen. Men weet, dat
vorige Britsche regeeringen zich op het sta ad-
punt stelden, dat in Jubaland geen grens
wijzigingen ten gunste van Italië konden
worden toegestaan dan als onderdeel van
een transactie, waarbij Italië van zijn kant
zou toestemmen in een aannemelijke regeling
van de quaestie der Dodecanesen, die Italië,
in strijd met de beloften, aan Griekenland
gedaan om ze terug te geven, bezet houdt.
Ramsay MacDonald zou thans bereid zijn
met Italië een regeling te treffen ten aanzien
van Jubaland, onafhankelijk van de quaestie
der Dodecanesen, doch op voorwaarde dat
Italië ten aanzien van deze eilanden binnen
een vastgestelden tijd zelf een regeling treft.
ITALIAANSCHE OORLOGSCHEPEN
IN DE ZWARTE ZEE.
Men herinnert zich het, weer tegenge
sproken, bericht van een dreigend optreden
«an Italiaansche oorlogschepen in de Zwarte
Zee tegen Roemeensche koopvaardijschepen
wegens moeilijkheden tusschen beide landen.
Een bericht van den correspondent van de
„Temps" te Konstantinopel werpt eenig
licht op den vermoedelijken oorsprong van
dit gerucht. Hij schreef nl., dat twee Itali
aansche oorlogschepen, een torpedoboot
en een kononneerboot te Konstantinopel
waren aangekomen en machtiging hadden
gekregen zich in de Turksche wateren op te
houden De schepen waren, naar de correspon
dent nog meldde, belast met een studie
kruistocht op den Donau, dien zij zouden
opvaren tot aan de uiterste grens der bevaar
baarheid. Men meende, dat de vaartuigen
met het oog op hun geringen diepgang, tot
Beieren zouden kunnen komen.
De verschijning er van voor Konstanza
heeft waarschijnlijk aanleiding gegeven tot
het Roemeensche alarmbericht.
DE AGITATIE DER NATIONALIS
TISCHE VEREENIGINGEN IN HET
BEZETTE GEBIED.
Een telegram uit Mainz meldt volgens een
B. T. A.-bericht, dat tengevolge van de
ontdekking van zeer belangrijke documen
ts betreffende de actie der geheime nati -
nalistische vereenigingen in het bezette ge
bied, Donderdag en Vrijdag 240 huiszoekin
gen hebben plaats gehad in Ruhr- en Rijn
land door de Fransche Surêté 61 arrestaties
waren daarvan het gevolg, terwijl talrijke
belangrijke documenten in beslag werden
genomen.
DE a.s. DUITSCHE VERKIEZINGEN.
In een D.-völkische verkiezingsvergade
ring te Frankfort, waar de bekende anti
semiet Wulle het oord voerde, ontstond
Vrijdag avond een hevige vechtpartij tusschen
de Völkische en de communisten, waarbij een
der laatsten met een bom naar de tegenpartij
wierp. Zij ontplofte te midden van een
troep vechtenden, waardoor elf personen
werden gewond, waarvan drie zwaar. De
Schupo deed de zaal ontruimen en arres
teerde vele personen.
DE OVEREENKOMST MET DE
MICUM.
De Duitsche draadlooze dienst meldt, dat
de Duitsche ambassadeur te Parijs Vrijdag
met poincaré een langdurig onderhoud heeft
gehad in opdracht van de rijksregeering
heeft ook hij de quaestie van den tusschen-
toestand voor den tijd na afloop van leMicum-
verdragen (15 April) en tot de definitieve
algemeene oplossing van het herstel-pro
bleem. Volgens een bericht uit Parijs ver
klaarde daarbij Poincaré dat de Fransche
regeering onvoorwaardelijk op hernieuwing
van de verdragen moet staan.
AARDSCHOKKEN IN DERBYSHIRE.
Vrijdagavond hebben in Engeland ernstige
aardschokken plaats gehad in het graafschap
Derbyshire. Er zijn geen personen gedood,
doch er is lichte schade aan eigendommen
aangericht. De mijnstad South Normanton
leek op een gebombardeerde stad schoor-
steenen werden weggeslingerd, enkele vielen
door de daken heen, terwijl talrijke ruiter
werden vernield.
De bevolking liep in paniek de straat op
sommigen dachten dat er een schrikkelijke
mijnontploffing was geschied.
DE PESTEPIDEMIE IN BRITSCH-
INDIE.
De directeur van den openbaren gezond
heidsdienst te Lahore deelt mede dat de
pestepidemie heviger is dan zij ooit sedert
1918 is geweest. Naar wordt geschat zijn er
in Maart om en nabij 25.000 menschen be
zweken. Verwacht wordt dat de epidemie
nog zes weken zal duren.
De regeering keurde een crediet van
50.000 rupees voor medische hulp goed.
VERDOOPING VAN CHRISTIANIA-
Volgens de bladen is men in Noorwegen
voornemens den naam Christiania met ingang
van 1 Jan. 1925 te veranderen in Osle.
DE VERBROKKELING DER PARTIJEN
IN DUITSCHLAND.
Na de verbrokkeling van D.-nationalen
en D.-Volkspartij, thans ook broederstrijd
in het centrum. Het centrum zal in Beieren
uitkomen met afzonderlijke candidaten en
niet samengaan met de zustervereeniging der
Beiersche volkspartij.
ZWARE OVERSTROOMINGEN IN
HONGARIJE.
Naar uit Boven-Hongarije wordt gemeld
hebben groote overstroomingen aldaar ont
zaglijke schade aangericht! In Tokaj woedt
een geweldige orkaan, die de wateren van d»
Theiss de stad doet binnenvloeien, Verschil
lende huizen zijn ingestort. Ook Bodrogsan
werd door de wassende stroom van de Bodrog
haast met den grond gelijk gemaakt. Veel vee
is omgekomen.
EEN
VUURWERKFABRIEK IN
LUCHT GEVLOGEN.
DB
Een telegram uit Bari aan het „Giornali
d'Italia" meldt dat er aldaar een fabriek van
vuurwerk in de lucht is gevlogen. Er zijn drie
dooden en talrijke gewonden.
FRANSCHE VLOOTAANBOUW,
De Fransche Senaatscommissie voor i
nanciën heeft na een uiteenzetting van dei
minister het wetsontwerp aangenomen inzake
het op stapel zetten van tien vlooteenheden.
DE BRAND OP HET PELGRIMSSCHIP
Het stoomschip „Trangestan", dat met
duizenden pelgrims aan boord in de Roode
Zee in brand geraakte, bleek niet te redden.
Uit Port Soedan wordt gemeld, dat het schip
door een Britsche duikboot in den grcni is
geboord teneinde het gevaar, dat het w.ak
voor de scheepvaart opleverde, te voorkomen.
Het Portugeesche stoomschip „Zeixal*
is bij Kankong aan de Sikian-rivier doof
roovers aangevallen en geplunderd. De kapi
tein werd gewond en drie bewakers werd er
gedood.
HANDEL IN GOUD- EN ZILVERGELD
De Parijsche politie heeft twee zakenlieden
aangehouden, die verdacht worden zich schul
dig te hebben gemaakt aan handel in goud- en
zilvergeld. Een hunner was reeds vroeger
voor een dergelijk delict veroordeeld. Er v.e d
in koffers, die zij bij zich hadden, 89 K.G.
aan stukken van 5, 2, 1 en een halven frank
gevonden tot een totale waarde van 18.000
francs. Zij waren van plan een en ander te
laten smelten.
In het ..Weekblad van het Recht" van 4
April 1.1. is een ingezonden stuk opgenomen
van mr. I. A. Höfelt, kantonrechter, naar aan
leiding van het onlangs te Amsterdam door
de regcering ingediende wetsontwerp tot
vermindering der salarissen, o.m. ook van de
leden der rechterlijke macht.
De schrijver betoogt dat deze ambtenaren
vóór den grooten oorlog steeds voor hon-
gerloonen gewerkt hebben, en noemt als
voorbeeld het salaris van J 2000 per jaar dat
hij verdiende, na pl.m. tien jaren ambtenaar
van het O. M. geweest te zijn.
Evenals tal van hem bekende rechterlijke
ambtenaren heelt hij, dank zij den frischen
fröhlichen Krieg, zijn vermogen zoo goed als
verloren en hi) is nu geheel aangewezen op
het netto-salaris.
Als onze wetgevende macht nu meent, zoo
gaat mr. Höfelt voort, dat van die salaris
sen nog wel tien percent ai kan, voordat
men bij een rechterlijk ambtenaar, die een
gezin heeft te onderhouden, aan de grens
van een behoorlijk-bestaansmogelijkheid is
gekomen, zal ik mij daarbij natuurlijk heb
ben neer te leggen.
Ik verbaas mij tegenwoordig over niets
meer; zelfs de hooggeplaatsten hebben zoo
zeer eik begrip van menschelijkheid, fatsoen
en goede trouw verloren, dat men zich niet
verwonderen moet, als ook de wetgevende
macht de goede trouw schendt en art. 1374
B. W. aan bare politieke laars lapt.
Of echter een dergelijke handelwijze met
de daaruit weer noodwendig voortspruitende
vermeerdering van geldzorgen bevorderlijk
zal zijn aan een rustige uitoefening van het
rechterlijk ambt, meen ik te mogen betwij
felen.
In de Memorie van Antwoord op hoofd
stuk I der staatsbegrooting deelt de regee
ring aan de Eerste Kamer o.m. mede. dat een
vorm van verlaging, als door eenige leden in
het Voorloopig Verslag blijkbaar was bedoeld
n.l. een voorloopige korting met verreke
ning achteraf niet in haar voornemen ligt.
Devoorloopige voorziening voor 1924 is
voor dat jaar definitief.
De ontwerpen van tot wijziging der pen
sioenwetten zijn in een vergevorderd stadium
van voorbereiding. Verschillende punten met
name ook de cumulatie van pensioenen met
andere inkomsten, zullen daarbij in beschou
wing worden genomen.
Zaterdagmiddag heeft de officieele ope
ning plaats gehad van het nieuwe gebouw
der Nederlandsche Handelmaatschappij,
agentschap s-Gravenhage, dat verrezen is
op den hoek van den Kneuterdijk en den
Langen Vijverberg.
„Ik ben gekomen," begon Bar vier, „om u
de geschiedenis te verhalen
Mevrouw Delost stond weder op, maakte
strekt geen belang in.... sta mij toe dat ik
27. mij verwijder."
„Ik zou reeds lang geleden naar u toe zijn Bijna driftig plaatste Albert zich voor
gekomen," antwoordde Barvier, „als ik uw haar.
brief tijdig genoeg ontvangen had.... Ik „Als ge aan mijn verzoek geen gehoor
bevond mTj in Egypte.. Ik vond hem eerst geeft, zal ik vanavond de fabriek voorgoed
bij mijn terugkomst, zes dagen geleden. verlaten!....
„Ik ben blij dat ik eens met u kan spre- „Albert!Me dunkt dat je in tegen
een." woordigheid van een a' -r wel een beetje
„ja, het betrelt hier een zaak, die beter eerbiediger mocht zijn!.... Goed, ik blijf,...
mondeling afgehandeld kan worden." maar ik zeg je vooruit dat ik bij mijn mee-
„Ik dank u!" ning zal volharden."
Op dit oogenblik opende mevrouw De- „U zult mijnheer, den broer van de mis-
lost de deur van den salon. dadigster, toch niet van partijdigheid be-
„Moeder, ik bid u, blijf toch,' riep Al- schuldigen?
bert, „ge zijt hier niet te veel.... integen- „Neen, natuurlijk niet.... ofschoon ik het
deel'" vreemd vind, dat mijnheer tegen zijn eigen
„Maar jongen, als ge over zaken moet zuster pleit!"
spreken, dan is het beter...." „Ik pleit tegen niemand, mevrouw,"
„We hebben geen zaken, te bespreken en weerlegde Henri Barvier haar, „ik ben een
u zoudt mij een groot plezier doen als ge man van in de zestig jaar, met een ernstig
'nier wilt blijven.... Dit is mijnheer Henri en koel karakterIk zeg slechts de
3avier...." waarheid.... De toestand, waarin Alban
„Mijnheer-. Henri Barvier," herhaalde me- zich op het oogenblik bevindt, doet mij
vróuw Delost, terwijl ze zich,dien naam pijn...."
trachtte te herinneren. Mevrouw Delost zweeg. Ze was onder den
„Mijnheer is de broer van mevrouw An- indruk van de krachtige woorden en het
toinettc Albanernstige gelaat van dezen vreemdeling.
zoo." zeide mevrouw Delost met een Allen namen plaats en met korte krach-
spott'enden glimlach om haar lippen- i tige woorden herhaalde Barvier de gchecle
geschiedenis, zooals Albert deze reeds ver
nomen had uit den mond van Etienne Al
ban. Hij vertelde hoe zijn zuster haar tante
vergiftigd had, om het handelshuis Alban
voor een faillissement te bewaren hoe
Etienne Alban van deze misdaad beschuldigd
werd en hoe zij onbewogen had aangezien,
dat men hem veroordeelde en hoe ze nooit
de ware toedracht aan hare kinderen had
medegedeeld.
Toen Barvier eindelijk zweeg, riep Albert
uit;
„Welnu moeder, u ziet nu dat haar vader
onschuldig is.... hier hebt ge nu het be
wijs van zijn onschuldLaat mij met
Marguerite Alban trouwen!"
Mevrouw Delost liet hare hdnden slap op
de knieën rusten: „Neen," zeide ze, „neen,,
het is onmogelijk.... ze zal nooit in onze
familie komen...;
„Ge hoort het," zeide de jonge man,, ter
wijl hij zich tot den bezoeker wendde,
„reeds sedert twee maanden ontmoet ik
dezen tegenstandMijn moeder kan er
zich maar niet in denken dat de rechters
ook wel eens kunnen dwalen."
„Mevrouw," zeide Barvier, „ik moet uw
zoon gelijk gevenik begrijp niets van uw
tegenstand."
„Mijnheer, wat mij betreft zou ik geen
oogenblik aarzelen voor dit huwelijk mijn
toestemming te geven.... maar de wereld,
is er ook nog!.... We leven er midden in
en dienen er rekening mede te houden!"
„Maar niemand komt ooit iets te weten,"
riep Albert uit, „dit geheim zal nooit aan1
iemand bekend worden.
„Je kunt zeggen wat je wilt.... eerst als
de vader van Marguerite gestorven is, zal
ik mijn toestemming geven.eerder niet!'
„Waarom dan wel?"
„Omdat na zijn dood alles uit de wereld
zaj zijn,de schande ook...."
„Mevrouw, ik bid u," mengde Barvier^ zich
in het gesprek, „laat ons kalm blijven.
Maar als het dit onderwerp betrof was
mevrouw Delost niet in staat haar kalmte te
bewaren.
1; „Mijnheer," voer ze voort, „ik zal me
nooit laten overtuigenMaar mijn zoon
denkt dat hij wijzer is.... laat hij handelen
zooals het hem goeddunkt!
Opgewonden verliet ze het vertrek.
De beide mannen bleven een oogenblik
verbluft staan. Daarna zeide de heer Bar
vier; „Uw moeder schijnt eenigszins opge
wonden."
„Ja, twee maanden rteleden is ze zoo ge
worden," antwoordde Albert, terwijl hij
zich ontmoedigd in een zetel liet neerzin
ken.
„Dat wil zeggen: zoolang^ zij weet dat ge
Margnerite Afban bemint,vroeg Barvier
weder ernstig,
„Ja, mijn moeder heelt van die ideëen
waar ze niet af te brengen is.... Wat zoudt
ge in mijn plaats doen?"
„Is uw liefde tot juffrouw Alban ernstig
gemeend?"
„Marguerite is juist genezen van een
ziekte, die ze opgeloopen heeft bij een val
van het paard. Geruimen tijd zweefde ze
tusschen leven en dood. In die darten geleek
ik een lichaam zonder ziel; het kwam mij
voor dat ik haar niet zóu overleven als ze
zou stervendaarmee is alles gezegd!"
„Het is hardmaar er staat u nog
een weg open. Ge kunt dit land verlaten en
elders gaan wonen."
„Daar heb ik ook reeds aan gedacht
maar dat is gemakkelijker gezegd dan ge
daan."
„Ja, dat begrijo ikuw geheele toe
komst hangt er van af...."
Ze zwegen.... Ieder liet zijn eigen ge
dachten gaan.
Na geruimen tijd stond Albert op en
reikte hij Henri Barvier de hand.
„Ik moet u hartelijk bedankener zijn
weinige menschen zooals gij, mijnheer, er
zijn weinige menschen die zouden handelen
als gii,.die zoo'n verre reis zouuden on
dernemen om een ongelukkige in eere te
herstellen."
„O, dat beteekent niets.... als het mij
zeiven betrof zou ik ook gewild hebben
dat men deed zooals ik gedaan heb.... Ik
hoop dat ik u van dienst ben geweest.
„Ik ben u er dankbaar voor.... Maar
laat ik u even uw kamer wijzenOver
een half uur gaan we aan tafelU zult
wel trek hebben, denk ikHoe laat
hebt ge gisteren Parijs verlaten?"
„Om acht uur 's avonds."
„Welnu, dan kunt ge nu uitrusten."
„Vanavond moet ik weer in den trein zit
ten."
„Wat! Blijft u niet eenige dagen bij ons?"
„Ik kan onmogelijk! Morgen komt er eet
oude vriend bij mij logeeren.Het is ie
mand, dien ik in langen tijd niet gezien
heb."
„Dan durf ik er niet langer op aandrin
gen ik zal u naar uw kamer brengen."
TWEE EN TWINNTIGSTE HOOFDSTUK.
Om den rotsweg, die naar Florenville
leidt, te bereiken, moest men het kasteel
passeeren. Mijnheer Barvier en Albert ver
lieten juist de fabriek. Ze waren in druk ge
sprek gewikkeld over de familie Alban. De
jonge man had zijn bezoeker juist op d*
hoogte gesteld van den gezondheidstoe
stand van mevrouw Antoinette. Hij had hem
verteld, dat de dokter zich afvroeg, of z<
nog wel veertien dagen te leven had.
Eensklaps verscheen hun het groote witte
huis tusschen het geboomte.
„Wat is dat voor een huis. dat daar zot
eenzaam en verlaten ligt?"
„Daar woont uw zuster," antwoordde Al-
bert. „ik zou er wel eens heen willen gaan
om naar d entoestand van Marguerite te in-
formeeren; gaat u mee?"
„Neen, het weerzien van Antoinette zo\
mij te pijnlijk zijnik blijf liever buitez
wachten.
„O neen, dan wacht ik wel tot morgen."
„Het zou mij spijten als ge uw dagelijksch