UTTEM Brieven uit Frankrijk. De prooi van den Gier. GEM. BUITENL. BERICHTEN. J BINNENLAND. feuilleton. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad - Woensdag 16 April 1924 t" De opening der Britsch-Russische onderhandelingen te Londen: twee stel instructies voorde Sowjet-gedelegeerden? De geschiedenis der Bessarabische kwestie. Onder de Radio-berichten: Duitschland en Engeland aanvaarden de «xperten-rapporten in haar geheel. - De AUcum-overeenkomsten met 2 maanden verlengd. - De weiiarbeiders te Southampton gaan voor waardelijk aan het werk. DE WONINGPOLITIEK DER REGEERING. HET NIEUWE MINISTERIE. f Ondank is nu eenmaal het loon van deze wereld. Wie beter dan de thans afgetreden ministers weten daarvan in deze dagen me- de te spreken. Meer dan twee jaren heb ben zij den minister-president trouw ter zijde gestaan, blijk gegeven van een solida riteit, die soms al te zeer aan een slaafsch volgen deed denken en hoe is deze getrouw heid beloond? De onverwachte crisis heeft een einde ge- maakt aan het ministerieele leven van hen I allen, op uitzondering na van twee, Magi- aot en ie Trocquer. Poincaré heeft een be roep gedaan op andere mannen, zelfs op de tegenstanders van zijn financieele her vormingsmaatregelen, op de felste bestrij ders van zijn „decrets lois", om die wetten ten uitvoer te brengen. Is het wonder dat velen verbaasd hebben gestaan over die keuze, temeer waar het niet in de bedoeling ligt van den Minister president een nieuwen koers te volgen. Noch wat zijn buitenlandsche, nog wat zijn binnenlandsche politiek betreft. En toch is de handelwijze van Poincaré zeer wel te verklaren, mits wij rekening houduen met de duistere wegen der politiek, waar veront waardiging over tegenstanders maar al te milder te zijn dan de huidige Omstandig heden hem doen inzien. Is er derhalve niets veranderd in zijn ge zindheid betreffende de buitenlandsche po litiek, de aanwezigheid van enkele personen in zijn nieuw ministerie duidt er op. dat hij niettemin een achterdeurtje beeft openge laten. Zijn bewondering voor den Volken bond moge niet groot zijn, de toelating van Duitschland tot dit internationale vredesin- stituut een weinig erkende noodzakelijkheid, hij heeft in de Jouvenel, een medewerker gezocht die als officieel vertegenwoordiger van Frankrijk bij den Volkenbond, de toe nadering niet tot de onmogelijkheden zal laten bchooren. En de keuze op Loucher gevallen, bewijst evenzeer dat Poincaré indien de omstandig heden bet noodig maken, zich meer geneigd zal kunnen toonen voor internationale samenwerking, politiek en economisch die deze minister steeds heeft voorgestaan. Nog eens, niets is door de wisseling van het Ministerie gewijzigd in de buitenland sche politiek van Frankrijk, maar zonder moeite zijn er lichtpunten te ontdekken, die feller zullen schijnen naarmate de gebeurte nissen dit vereischen in het belang van het land zelf. Wat de binnenlandsche politiek betreft, de verschuiving naar links levert vaak geveinsd is, sympathieën al te spoedig gevaar op dat de belangen der katholieken vergeten ééndags-vliegen zijn, en alles wij- meer nog in het gedrang komen, dan reeds ken moet voor den wil van een krachtigen j het geval is. en oppermachtigen leider. Zulk een leider is De nationale éénheid die Poincaré wenscht ele opzichten Poincaré. Hij zal steeds, te bevorderen, kon wel eens blijken niet van toepassing te zijn, waar het betreft de rech ten van het Katholieke deel der bevolking. Hoog zijn onze verwachtingen op dit punt niet gespannen. Zij waren het reeds niet na een onlangs gehouden kamerrede van den Minister-president over de binnenlandsche politiek. Hij toonde zich al te zeer een bewonde raar van Waldeck-Rousseau, die den weg beeft bereid voor Combes en zijn volgelin gen, hij gaf al te zeer uiting aan den laic- quen geest, die hem bezielt op het gebied van onderwijs en godsdienstvrijheid, om vol komen vertrouwen te stellen in dezen on- geloovigen Minister-president. Zijn welwil lendheid ten opzichte der enkele congre gaties, die voor wettelijke erkenning zijn voorgedragen, draagt al te zeer het kenmerk van een politieke bevrediging der politieke meerderheidspartijen, die hem in zijn Roer- in vele opzichten Poincaré. Hij zal steeds, hoe bekwaam zijn medewerkers ook mogen zijn, zijn eigen stempel blijven drukken op een door hem gevormd ministerie, hoe uit eenloopend de elementen ook zijn, waaruit het is samengesteld. Ditmaal heeft ongetwij feld de gedachte bij hem voorgezeten de tegenstanders te ontwapenen door hen in de Regeering op te nemen. Daarbij zijn steeds gehandhaafd verlangen de nationale éénheid te bevorderen, ten koste zelfs van personen, die hem hebben bijgestaan in de moeilijke uren van zijn ministerieel bestaan. Verdiepen wij ons echter niet in wat acter ons ligt, zien wij veeleer in de toe komst. Wat zal dit nieuwe Ministerie Frankrijk brengen, wat is er van te verwachten voor den Europeeschen vrede voor de innerlijke bloei van het land zelf. Zetten wij voorop, dat de levensduur van dit kabinet, waarin ongetwijfeld mannen van bezetting en bij zijn financieele wetsontwer beteekenis hebben plaats genomen, mannen pen hebben gesteund. Een welwillendheid van grootere begaafdheid dan hun voorgan gers, uiterst onbestemd is. De verkiezingen zijn in het zicht en den llen Mei zal het volk uitspraak hebben te doen over een nieuwe Volksvertegenwoordiging. Zal dit kabinet de verkiezingen overle ven? Niet gaarne zouden wij het durven beweren, al geeft de huidige samenstelling meer reden dan de vorige, daarin te ver trouwen. De verschuiving naar links zal het aanblijven van Poincaré ten goede komen. Immers, indien de verwachtingen niet be driegen, zullen ook de verkiezingen, zooal niet een belangrijke overwinning der linker zijde, toch zeker een merkbare verschuiving naar die zijde met zich brengen. Niemand beter dan de tegenwoordige Minister-presi dent weet zulks. En indien hij derhalve zijn ministerie in die richting heeft geleid, heeft hij daarbij zeker aan dien eventueelen uitslag gedacht. Zijn regeeringsverklaring, waarin hij niet alleen een opsomming heeft gegeven van hetgeen hij verwezenlijken wil, maar voor alles een beroep bevat op de samenwerking van alle Republikeinscbe en Nationaal ge zinde partijen, is hiervan het beste bewijs. Niet in zijn politieken gedragslim. maar in zijn taktiek in zekeren zin is wijziging ge bracht door de keuze van nieuwe mannen in zijn verjongd kabinet. Niets zal veranderen in ziin meening dat de Roerbezetting van Frankrijk d% beste waarborg blijft, de betaling te verzekeren door Duitschland, Even vast als te voren is hij besloten, zoo niet goedschiks, dan kwaadschiks dat Rijk tot afdoening der schulden te dwingen. De rapporten der des kundigen binnen enkele dagen wereldkun dig, zullen wellicht, indien zij aan de ver wachtingen beantwoorden, hem noodzaken trouwens die bij woorden is gebleven, waar de parlementaire behandeling van die erken ning tot nu toe is uitgebleven en niets vermoeden doet, dat zij nog zal plaats vinden voor het spoedige uiteengaan van de Kamer. Het vertrouwen, dat de katholieken op dit punt, en zeker niet op menig ander, dat zulks evenzeer verdient, recht zal weder varen, is niet grooter geworden nu de link- sche elementen in het kabinet een belang rijke plaats zijn gaan innemen. Zeker het „Bloc National" heeft in dezen zelf eveneens groote schuld, maar dit neemt niet weg, dat men van Poincaré beter had mogen verwachten, na telkens, helaas steeds slapper herhaalde beloften. Wij wenschen niets liever dan ons in dezen te vergissen, hopen dal zoowel voor de buitenlandsche als binnenlandsche poli tiek van Frankrijk het nieuwe kabinet een zegen zal zijn. Vooralsnog meenen wij echter eenigszins sceptisch te moeten staan tegenover de eventueele resultaten. En in deze roeening gevoelen wij ons niet alleen, al beeft de overgroole meerderheid haar stem aan dit kabinet en aan Poincaré gegeven. Velen denken er over als wij en zeggen bet den dichter na van dit bekende versje: ,,c' etait pas la peine, assurément, de changer de Gouvernement." Nieuwe bezems vegen wel schoon, maar niet steeds in den zin gelijk men, en de Fransche Katholieken in de eerste plaats het zouden wenschen, Afwachten en uit de oogen zten, blijft in- lusschen de boodschap. Parijs, 2 April 1924. Mr. P. v. S. De Micutn-overeenkom- sten met de Duitsche in- dustrieelen. In het Ruhrgebied liepen gisteren af en op het laatste oogenblik schijnt men nu toch tot een or o >ng te zijn gekomen m de quaestie van de ver aeuwing dezer overeenkomsten. Voor- loopig worden zij voor twee maanden ver lengd en men schijnt een regeling te hebben gevonden, die de industrieelen in staat zal stellen de noodige credieten te verkrijgen welke voor de uitvoering noodig zijn. Men loopt daarbij vooruit op de beslissing over het plan der deskundigen. Wordt dit aan vaard, dan zouden het eerste jaar de door Euitxhland te verrichten leveringen in na- tura wordenjgefinancieerd 1.1 n aan Duitsch land te verstrekken leening van 800 millioen mark. En het schijnt nu, dat de industrieelen in het Ruhrgebied met de Micum zijn over- eengekotnen, dat uit deze leening ook de na den huidigen datum door hen gedane leverin gen zullen worden betaald. Op dit vooruit zicht zouden de industrieelen dan wel crediet kunnen krijgen. Officieel is het bericht om trent een oplossing in dezen geest niet en hier over, zoowel als over de bijzonderheden van de thans blijkbaar getroffen regeling zullen dus nog nadere mededeelingen moeten wor den gedaan. De hoofdzaak is echter, dat voorloopig ern stige moeilijkheden in het Ruhrgebied wor den voorkomen en men er op den ouden voet zal kunnen doorgaan. Dit is althans moedge vend. Inmiddels is de Britsche belangstelling wel het meest gevestigd op de Maandag te Londen geopende Britsch-Russische on derhandelingen, aangevangen met uitvoerige redevoeringen van den Britschen premier, Mac Donald, en den leider der Russische delegatie, Rakowski. De heer Mac Donald zette uiteen, welke de taak was die de onderhandelaars zullen hebben te verrichten de liquidatie van het verleden en den opbouw van nieuwe betrek kingen voor de toekomst. De Britsche regee ring had met haar onvoorwaardelijke erken ning van de Russische regeering een belang rijken stap gedaan. Zij zal daarop niet te rugkomen, maar wil van die erkenning ook een practisch resultaat geven. Daarom moet men voor de geschilpunten van het verleden een oplossing vinden, de rechten en ver plichtingen van beide landen regelen en voorzieningen treffen voor verdere vreed zame en voordeelige betrekkingen. Van belang in de rede van den Britschen premier was vooral, dat hij er op wees, hoe het herstel van de economische betrekkingen, het verleenen van crediet en de ontwikkeling van het handelsverkeer minder een regee- ringszaak is, dan wel van de particulieren zal moeten komen en dat het er dus op aan zal komen een regeling te treffen, die door het Britsche vo}k als eerlijk en oprecht zou kun nen worden aanvaard. En in dit verband is dan zeker van beteekenis, dat aan den voor avond van de opening der Britsch-Russische conferentie een aantal van de voornaamste Londensche bankiers, zooals wij hebben be richt, een brief hebben gericht aaii MacDo- nald, waarin zij de voorwaarden aangeven, volgens welke h. i. het herstel van het Rus sisch crediet in Engeland mogelijk zou zijn De bankiers verlangen de erkenning der pu blieke en particuliere schulden, het terug geven der particuliere eigendommen, de staking van alle propaganda tegen andere landen. Maar eveneens verschillende bin nenlandsche hervormingen in Rusland, be trekking hebbend op de waarborging van een goede rechtspraak en van het herstel der rechtszekerheid, van de veiligheid van het particulier bezit en van de vrijheid van ver keer tusschen Britsche en Russische paati culieren en particuliere instellingen. Deze laatste eisch gaat zeker lijnrecht in tegen de Sovjetpolitiek, die immers het verkeer met het buitenland in handen en onder contróle van den staat wil houden. De heer Mac Donald heeft al deze netelige bijzonderheden maar eerst laten rusten. En alleen in het algemeen gewezen op de nood zakelijkheid om in oprechtheid en goed ver trouwen te trachten met elkander tot een op lossing van de moeilijkheden te komen. Rakowski beantwoordde de rede van den Britschen premier met een getuigenis van niet minder goeden wil om de conferentie te doen slagen. Ook hij roerde slechts zeer in het algemeen de punten van onderhandeling aan en eindigde met de verklaring, dat z.i. de sociale structuur van beide landen geen be letsel behoefde te zijn voor de politieke en economische samenwerking. Waarop het nu echter zal aankomen is op de oprechtheid van de Russische onderhande laars en van de achter hen staande en hen leidende heer en te Moskou. En de heer Mac Donald zinspeélde er even op in zijn rede dan moet het bij de opening van on derhandelingen zeker al een zeer ongunstigen indruk maken, dat in de Sovjetpers men zich te buiten gaat aan felle aanvallen op de Britsche regeering en de nieuwe ministers der Britsche arbeiderspartij „die zich heb ben gehaast de verouderde serviliteit van hun voorgangers na te volgen", en „verheerlijkt zijn als ze bij den koning op bezoek mogen komen en met bourgeois en kapitalisten mogen omgaan". Dit is wel een prachtige inleiding voor het sluiten van een overeenkomst met die bourgeois en kapitalisten. En legt getui genis af van de oprechtheid en eerlijkheid, waarroede de Russische heeren de ondierhan delingen zullen gaan voeren met den heer MacDonald, „opportunist een loopjongen van de bourgeois", en zijn niet minder fel ge hoonde collega's. Een „pc4itieke opmerker" wijst er in de „Daily Telegraph" op, dat wanneer sovjet vertegenwoordigers of delegaties naar het buit inland gaan, zij dit doen in dubbele hoe danigheid, waar zij terzelfder tijd de sovjet- regeering en de communistische Internatio nale vertegenwoordigen. Dit sluit in zich het bestaan van een dubbel stel instructies, niet steeds gelijk van strekking. Dit gebeurde in het geval van Kamenef, die in 1920 met Kras- sin naar Engeland kwam om deel -te nemen aan de onderhandelingen over de handels overeenkomst, maar ook order had van de THrde Internationale om dezq te versterken A s gevolg hiervan zag de toenmalige regeering zichfgenoodzaakt Kamenef te vragen het land te verlaten. Volgens den medewerker van de D. T. heeft ook de sovjet-delegatie voor de thans de Londen gehóuden conferentie twee stel in structies. Het eerste is van de sovjetregeering en draagt een officieel karakter. Het tweede is van de Derde Internationale en heeft be trekking op de volgende punten 1. Er aan te denken dat een afzonderlijk verdrag met Groot-Brittannië niet in het be lang is van de communistische beweging het mag niet gesloten worden tenzij het zeer voordeelig is voor de sovjetregeering. 2. In gedachten te houden dat het hoofd doel is de banden te versterken, die Moskou reeds verbinden met de communistische or ganisaties in Groot-Brittannië. 3. Derhalve alles te doen om de conferen tie te rekken en den aldus gewonnen tijd te bezigen in den zin van het voorgaande, maar binnen de perken, voorgeschreven door over wegingen van persoonlijke veiligheid en po litieke doelmatigheid. 4. In gedachten te houden, dat de Britsche politie niet te vertrouwen is en dat de gede legeerden, terwijl zij officieel om bescherming vragen, tegen contra-revolutionnairen, een wacht van communisten moeten organiseeren. Terwijl we nadere berichten en resultaten van deze onderhandelingen afwachten, is het misschien nuttig, onzen lezers, tot beter begrip, een kort exposé te geven van de Bessarabische quaestie tusschen Rusland en Roe menië. De sovjet-regeering bevindt zich nu in een voor haar zeer ongewone positie zij ver tegenwoordigt thans, zij het slechts in een quaestie, de meening van het geheele Rus sische volk en alle partijen van af de ultra monarchisten tot de sociaal-democraten heb ben zich achter haar leus „Bessarabië mag niet aan den onstilbaren landhonger van Roemenië opgeofferd worden" ver- eenigd. Bassarabië werd in 1812 na een oorlog met Turkije bij Rusland gevoegd. Na den Krimoorlog werd het gebied van Rusland afgescheiden, maar in 1878 opnieuw met Rusland vereenigd, waaraan het thans door Roemenië is ontrukt. Toen na den bolsjewistischen staatsgreep de verbrokkeling van Rusland was begonnen en de verschillende volkeren eigen autonome regeeringen vormden, werd ook een Molda- vische regeering in Bessarabië gesticht. Op de eerste bijeenkomst van den autonomen Bessarabischen raad werd met algemeene stemmen een motie aangenomen, dat Rus land één moet blijven en dat Bessarabië trouw aan de rijkseenheid zou blijven. Het eenige doel van den raad was het gebied te organiseeren om samen met andere gewes ten de bolsjewiki te verjagen. De Fransche consul-generaal heeft daarbij namens zijne regeering een verklaring voorgelezen, dn noch Frankrijk, noch zijn bondgenooten van plan waren de eenheid van Rusland te be strijden of voor de verbrokkeling er van te ijveren. Intusschen kreeg Roemenië toestemming Bessarabië te bezetten om het land tegen de bolsjewiki te verdedigen. Bij de bezet ting verklaarden de Roemeensche autori teiten, dat hun verblijf slechts van korten duur zou zijn. Maar weldra bleek het, dat deze beloften slechts bedrog waren. De militaire autoriteiten begonnen pressie op den Raad van Bessarabië te oefenen om een vereeniging van het land met Roemenië af te dwingen. De Raad weigerde toe te geven. De Roemeensche generaals lieten verschil lende leden van den Raad zonder vorm van proces arresteeren, waarbij eenige menschen op. schandelijke wijze werden afgemaakt. De geïntimiteerde Raad stemde nu er in toe Bessarabië tot een zelfstandige republiek te verklaren, maar verder weigerde hij te gaan. De represailles bleven niet uit. Arres taties van leden van den Raad hadden dage lijks plaats, waarbij opnieuw eenigen hunner „toevallig" werden doodgeschoten. Verschil lende leden vluchten óver de grens. Toen de Raad zoodoende in plaats van 38 slechts 13 leden telde, werd hij opnieuw „bijeengè- roepen" om het voorstel van de vereeniging van Bessarabië met Roemenië te behandelen. De Raad werd in het gebouw opgesloten, dat door een regiment soldaten met mitrail leurs werd omringd. In de zittingzaal wer den ook gewapende soldaten geplaatst, zoo dat de Raad duidelijk zag, wat hem wachtte, indien hij zich zou verstouten het voorstel te verwerpen. De geteroriseerde vergadering nam het voorstel natuurlijk aan, maar on danks de gevelde bajonetten en de mitrail leuses hebben nog eenige leden tegen het voorstel gestemd. Zoo heeft de „volkswil" zich geuit. De Roemenen besturen sindsdien Bessarabië als een veroverd gewest en gedragen er zich als veroveraars. Toen in het Roemeensche par lement het voorstel werd ingediend om in Bessarabië constitutioneele toestanden in te voeren, verklaarde de Roemeensche regee ring letterlijk het volgende „Wij doen het niet. België past toch im mers in den Kongo ook geen stelsel van politieke vrijheid toe 1" De stemming van het volk is in Bessara bië fel anti-Roemeensch. Zelfs de klassen, die bij een hereeniging met Rusland verlies zouden lijden, spreken zich onomwonden voor deze hereeniging uit. Het is daarom begrijpelijk, dat Roemenië onder deze om standigheden niets van een plebisciet wil af weten. En bij de te Weenen begonnen, maar on middellijk mislukte besprekingen tusschen Rusland en Roemenië, heeft Roemenië den Russischen eisch van een plebisciet dan ook afgewezen. lijke uitspraak van zijn opinies. Een bende gewapende fascisten zocht hem in zijn huis op en vroegen een verklaring van hem. Hij bood aan die te geven op hun bureau. Hij'ging daarheen en werd door twaalf „Zwarte Hem den" ontvangen, die hem grof beleedigden en hem op zijn hoofd en in zijn gezicht sloe gen tot bloedens toe daarna werd hij uit 't bureau gejaagd, waar aan den uitgang een an- GEVAAR VOOR EEN UITSLUITING IN DE DUITSCHE TEXTIELINDUS TRIE. In den bond van Saksisch-Thuringsche weverijen bestaan nog steeds moeilijkheden in verband met de invoering der 58-urige werkweek. Hier en daar zijn reeds uitslui tingen voorgekomen. Men hoopt evenwel een algemeene uitsluiting, welke 25.000 arbei ders zou omvatten, te vermijden. STRIJD TEGEN HET SOCIALISME IN ENGELAND. Er is in Engeland een oproep verschenen voor geldelijke bijdragen tot het voeren van een campagne over het geheele land tegen het socialisme hij gaat uit van den „Central Council of Economie Leagues." Er wordt in vermeld, dat de voornaamste organisaties die tegen het socialisme gekant zijn, besloten hebben zich aaneen te sluiten en dat er ten minste 100.000 pond noodig is. Men wil het doel bereiken door debatvergaderingen, ver spreiding van geschriften, het vertoonen van speciale films. Onder de onderteekenaars van den oproep bevinden zich o. a. Sir Al lan M. Smith, voorzitter van de vereeniging van werkgevers in het metaalbedrijf en de heer Evan Williams, de voorzitter van den bond van mijneigenaars. DE UITSLUITING IN DEN ENGEL- SCHEN SCHEEPSBOUW. De stakers, die verantwoordelijk zijn voor de algemeene uitsluiting in den scheeps bouw, welke Zaterdag is begonnen, hebben besloten zich te houden aan de beslissing van het door de regeering in te stellen hof van onderzoek. Gisteren zou een deputatie dit besluit ter kennis van den premier bren gen. DE DOOD VAN PHILIPPE DAUDET. Het gerechtelijke onderzoek naar de oor zaken van den dood van Philippe Daudet is geëindigd. De rechter van instructie heeft zelfmoord geconcludeerd, bij gebrek aan eenig bewijs van moord. Leon Daudet, de vader van Philippe, zal een nieuw onderzoek aanvragen, hetwelk deze droevige aangelegenheid zal doen voort duren. EEN PARACHUUT IN EEN STATION. Maandagochtend sprong te Parijs een ionge vrouw van 22 jaren in een parachuut uit een vliegtuig toen dit zich boven de Esplanades des Invalides bevond. De parachuut opende zich op normale wijze en daalde statig neer. Op het laatste oogenblik echter werd de pa rachuut door den wind voortgedreven en kwam de stoutmoedige viiegster op de rails voor 't station der Invalides terecht, waar zij aanstonds uit haar benarde positie werd be vrijd. Toen de „charmante opératrice" zooals de bladen haar noemen in de stationswacht kamer was gehuldigd, gefotografeerd en ge filmd, werd zij verzocht zich naar het politie bureau te begeven, daar het verboden is lager dan op 2000 meter hoogte boven Pa rijs te vliegen. DE VLOOTAANBOUW IN DE V. S. Het ontwerp, machtigend tot den bouw van acht kruisers van 10.000 ton, is door de vlootcommissie van het Representantenhuis goedgekeurd. Ook de bouw van zes kanen- neerbooten. voor de Chineesche wateren van 700.000 dollar eik werd goedgekeurd. De kruisers zuilen elk 11.100.000 dollar kosten. Vier slagschepen zullen worden veranderd tot petroleumstokers en worden voorzien van beschermingmiddelen tegen vliegtuigen en duikbooten. Een ander wetsontwerp voor ziet in de inrichting van een luchtvlootbasis te Sandpoint in Californië. EEN REDDING. Volgens een bericht uit Archangel heeft de ijsbreker „Artic Ocean" zes Russische pels jagers gered van een ijsberg, waarop zij reeds sedert eenige weken ronddreven. Rauwe visch was gedurende dien tijd hun eenig voedsel geweest. DE QUAESTIE VAN TACNA EN ARICA Naar radiografisch wordt gemeld, zal pre sident Coolidge vermoedelijk op verzoek der regeering van Peru de functie van scheids rechter op zich nemen in het geschil tusschen Peru en Chili inzake de provincies Tacna en Arica. Van de stukken wordt op het oogenblik door ambtenaren van het dept. van buitenl. zaken kennis genomen. EEN NIEUW PERZISCH KABINET GE VORMD. Er is in Perzië een nieuw kabinet samenge steld uit leden van het oude. SindarSepah wordt premier en Zuka UI Mulk minister van buitenlandsche zaken. FASCISTISCHE MANIEREN. De „Barbarity of Fascism" is niet ten on rechte de titel van een artikel in „The New Statesman" waarin van het volgend optreden van fascisten tegen een politiek tegenstander van Mussolini wordt verteld. In de Maart-aflevering van genoemd tijd schrift shreef prof. Guglielmo Salvadori,ver bonden aan de universiteit te Florence, over het „Fascisme en de a.s. verki3Zingen"Jwaarin Mussolini zeer zeker door hem werd aange vallen, maar 'twas een faire critiek. Het kern punt van het betoog, van Salvadori was de eisch, dat de wet zou worden geëerbiedigd. „The New Statesman" werd gewaarschuwd, dat, wanneer het den naam van den schrijver onder het artikel zou plaatsen, deze gevaar liep door de agenten van Mussolini vermoord te zullen worden. Maar prof JS lv.-dori eischte de publicatie van zijn naam cn zoo gebeurde het. iNu verneemt het blad van Engelsche ver wanten van den professor, dat deze op de meest brutale manier is gestraft voor die eer dere bende hem met leerovertrokken stokken sloeg. Zijn zoon, die buiten op zijn vader wachtte, kwam hem te hulp, maar werd op den grond geworpen en ook geslagen. Toen de professor en zijn zoon weggin gen, werden zij door hun aanvallers achter volgd en nogmaals volgde er 'n aanval waarbij zij met stokken op het hoofd werden gesla gen. De politie keek toe zonder tusschenbeide te komen. Door een voorbijgaan den officier die hun twee soldaten als geleide meegaf, werden zij eindelijk in veiligheid gebracht. Sindsdien is den professor medegedeeld, dat verdere molestatie achterwege zal blij ven, mits hij met geen woord meer de dadei der fascisten becritiseerd. Bij de behandeling der begrooting van Ar beid in de Tweede Kamer, heeft de minister een aantal mededeelingen gedaan over de woning-politiek der Regeering die een be moedigend beeld geven van den toestand, speciaal wat den woningbouw betreft. In de wijze, waarop in den woningnood is voorzien, maakt ons land een zeer goed fi guur. De minister bewees dit met cijfers Dezer dagen, aldus Z.Exc., nam ik toe vallig kennis van een Engelsch boekje, ge schreven door mr. Henry Telridge,- den secreatris van den Engelschen Woningraad en getiteld „The National Housing Ma nual". De schrijver deelt mede, dat in de jaren 1920, 1921, 1922 en 1923 in Enge land gebouwd is het enorme aantal van 200.000 woningen, en in enthusiasme roept hij uit, dat dit is „a most considerable" prestatie op het gebied van woningbouw zooals nog nooit in de wereldgeschiedenis in eenig land is gepresteerd. Ik heb eens nagerekend de verhouding tusschen de bevolking van Engeland, Schotland en Wales en die van Nederland, en het bleek mij, dat die tot elkaar staan- als 6 tot 1. Wanneer wij dus naar verhou ding van onze bevolking ook hadden ge werkt op die most considerable wijze, dan hadden wij in die jaren moeten producee- ren ruim 33.000 wopingen. In die jaren zijn echter geproduceerd ruim 150.000 wonin gen, dat is dus 5 maal zooveel (naar vet houding) als in Engeland is gepresteerd. Men moet zich afvragen, of bij een wijze van financieering, zooals de Regeering zich die denkt, in de komende jaren een behoor lijke woningproductie kan worden verwacht, ging de minister voort. Nu waren er op 1 Januari 1924 in aan bouw, maar nog niet gereed, 27.000 wo ningen, bovendien was toegezegd voor premiebouw voor 20.000 woningen en voor woningwetbouw voor 7000 woningen, bij elkaar 54.000 woningen. Van de beschik baar gestelde 6 millioen voor de 2de hy potheek kunnen gebouwd worden 10.000 woningen, van de andere 6 millioen voor nieuwe woningvoorschotten 2000 woningen. Ik kom dus in totaal voor in aanbouw zijn de woningen en woningen waarvoor steun is toegezegd of met de beschikbare bedra gen steun toegezegd kan worden, tot 65.000. Bovendien heb ik op 1 April een onderzoek laten instellen naar particulieren bouw zonder steun, waarop ik van 850 gemeenten, dus niet van alle, antwoord heb gekregen, waaruit blijkt, dat op dien datum 9000 woningen in aanbouw waren zonder eenigen steun. Dat vind ik het meest verblijdende van alle cijfers, die ik heb gegeven. Ik kom dus tot een totaal van woningen, die in aanbouw zijn of waarvoor steun is toegezqgd of toegezegd kan worden, van 75.000 woningen. Nu hebben wij in de laatste jaren een buiten gewone woningproductie gehad, n.L van 40.000 per jaar. Op deze wijze doorwer kende, zouden wij in 1924 en 1925 met de beschikbare bedragen een gelijke productie kunnen hebben. Het zal dus de Kamer duidelijk zijn, waarom ik gemeend heb met de aangevraagde bedragen te kunnen volstaan. Het is voor mij niet de vraag, zooveel mogelijk geld uit te geven, maar om zooveel mogelijk woningen te krijgen met een minimum van uitgaven. Tegenover de bewering van den hee. Schaper, dat de woningnood nog zoo buiten gewoon groot is, verklaarde de minister, dat er een buitengewoon groote woningnood is geweest, en dat wij veel hebben gebouwd, veel meer dan voor den gewonen aanwas der be volking noodig was. Terwijl er maximaal berekend 30.000 wo ningen noodig zijn per jaar, werden er 40.000 a 45.000 per jaar gezet. Ieder jaar is dus, zeide de minister, het tekort verminderd. Mr. Aalberse legde er daarbij nog eens den nadruk op, dat hij den bouw door particu lieren wil aanmoedigen, en uit e ijfers blijkt, dat dit gezonde streven geenszins zonder resultaat blijft. Te Amsterdam bijv. waren op 1 April in aanbouw 8063 woningen, waarvan niet min der van 5929 voor rekening van particulirren. En op een vraag van den heer Schaper, of dat arbeiderswoningen zijn, gaf de mini»- t;r ten antwoord, dat dit voor de helft het geval was en dat in 850 gemeenten tezamen d x>r particulieren arbeiderswoningen worden gebouwd zonder steun. Het was zóó. begon Levenstcin, ja, laat mij nu eens eerst vertellen, Goldberg, dan kun jij later zeggen wat je wilt Wel, er kwam hier een heer, die Prynne heette en dien wij nooit gezien hebben en hij ee ons van morgen allerlei voorstellen over za ken. Hij zat op dien stoel, waar u nu zit Hij praatte wat druk en opeens viel hij dood op den grond. Goldberg en 'H hem ophelpen, de jongen kwam o g binnen om ons te helpen, wij he en dokter komen, doch hij bleek dood j Het lijk is toen naar het lijkenhuis gebracht, maar 't was wel een wonder, dat een kleine portefeuille, die op tafel voor hem lag na ziin dood was verdwenen. ,lui Hm' zei Savage, er waren toch heel Wat menschen binnen geweest en waarom zoudt u nu elkander beschuldigen van het ^Savage'beïreerhet natuurlijk best. Een d-5 twee had het gestolen en in hadden de twee van hun dom HOOFDSTUK XII. LEVENSTEIN GOLDBERG. Deze zaak is veel ernstiger dan u denkt, zei de inspecteur. De heer Prynne kwam hier, legde zijn portefeuille op tafel en viel dood neer. Ik kom nu hier en vind u twis tend over wie het gestolen kan hebben. Ik wil wel erkennen, dat ik zonder waarschu wing ben binnengekomen. Ik wil niet hard zijn. Als u nu het ding teruggeeft, wie van u beiden bet dan heeft, dan zal ik verder geen ge/olg aan de zaak geven. Als u dat niet doet, dan arresteer ik u beiden en laat bet kantoor doorzoeken. De compagnons keken elkander aan. Zij waren er nu leelijk ingeloopen en de hou ding van Savage toonde duidelijk genoeg Savage nam die in de hand en onderzocht die. Die was van Prynne, daar was geen twijfel aan, want zijn initialen stonden er op, R. P., maar er zat niets in. Een oogen blik was hij erg verwonderd; hij had deze twee hooren twisten over het stelen er van, en toch hadden zij het beiden gestolen, an ders konden zij het niet in de brandkast gesloten hebben, die alleen open kon met hun beider sleutels. Op eens begreep hij den heelen toestand Deze beide mannen hadden getwist over iets dat een groote waarde bezat, natuurlijk het cryptogram, en de zaak zou wel als volgt in zijn werk zijn gegaan. Richard Prynne was dien morgen op het kantoor geweest. Waarom? Wel, omdat het i cryptogram betrekking had op een schat uit wat hij doen zou, als zij niet aan zijn Afrika, bestond die waarschijnlijk uit dia bevel toegaven, Levenstein sprak bet eerst Het boekje is hier op het kantoor. Wij waren niet van plan het te stelen, en wij hadden willen O ja, zeide Savage, geef het nu maar. Levenstein ging naar de brandkast in den hoek van de kamer, haalde een sleutel uit zijn zak en draaide het slot om.... Nu, Goldberg.... zei bij. Het was een brandkast met een dubbel slot om de compagnons te beletten elkander te bestelen. Goldberg haalde een sleutel uit en razerni hadden de twee uum-te oesteien. n heele zaak ve-raden Men kon nu j zijn zak, stak dien in het slot en opende zoo X wel aan hun gezichten ziendat zij dit éi brandkast. Daar lag de portefeuille op inzagen en er spijt van hadden. jeen plank. manten. Deze heeren waren diamanten handelaars op groote schaal en het was heel waarschijnlijk, dat Prynne, die als expert niets van diamanten afwist, bij deze mannen was gekomen, om hun hulp in te roepen bij het zoeken naar den schat. Toen had hij heel waarschijnlijk het cryptogram laten zien, bet gedeeltelijk verklaarden in zijn druk gesprek opgewonden geraakt, was hij dood neergevallen. Voordat hij den toe val kreeg, had hij stellig het cryptogram weer in de portefeuille gestoken en die op de talel gelegd. In de verwarring, die op den dood van Prynne volgde, verloor de eene compagnon het hoofd, maar de andere niet. Degene, die bij zijn zinnen bleef, had het cryptogram uit de portefeuille gestolen. Toen 't lijk was weggebracht en de compagnon, die het hoofd kwijt was gehaakt, weer bij zijn zin nen was. dacht hij op eens aan de porte feuille. Haastig werd deze toen door hen beiden in de brandkast gesloten. Later op den dag, toen zij ze voor den dag haalden om ze nog eens te bekijken, merkte de be drogen compagnon, hoe de andere hem be handeld bad en vandaar de ruzie. Levenstein had in zijn kwaadheid de heele zaak ver raden, zooals het gewoonlijk onder schelmen gaat. De kwestie bleef nu onopgelost voor Savage, wie van de twee het cryptogram had. Wie was nu de grootste schelm en dus de dief? Het was een van die moeilijke raadsels, die een detective dikwijls dadelijk moet oplossen, als hij tenminste succes wil heb ben. Savage besliste terstond bij zichzelf, dat het Goldberg was en hij maakte dat op uit diens houding; ook had de man zijn uiterlijk sterk tegen. Levenstein gaf hem ook den indruk van verongelijkt te zijn. Toen deze zijn compagnon aanviel, sprak hij met groote 'overtuiging en als hij toen acteerde, dan kon hij 't goed. Neen, dacht Savage, Levenstein kan een schurk zijn, maar hij heeft het crypto gram niet. Goldberg is mijn man. Wel, hoeren, zei Savage opstaande om heen te gaan, ik zal het maar beschouwen alsof de portefeuille hier door den heer Prynne was achtergelaten en voor dc vei ligheid door u beiden in de brandkast was geborgen, Ik neem er nu bezit van en ze zal aan de familie van den heer Prynne worden overgemaakt. Mag ik u beiden goe den middag wenschen. Met deze woorden verliet hij het kantoor. Goldberg, zei Levenstein, die man be valt mij niet, hij ging mij te gauw weg en hij zei zoo weinig. Nu, ik vind, dat hij meer dan genoeg zei, antwoordde Goldberg, zijn voorhoofd met de hand afvegend. Dat hij iets weet, is jouw schuld en wij zijn er nog goed afge komen. Mijn schuld zeg, je Ja, dat houd ik vol. En zoo begonnen zij de ruzie opnieuw. HOOFDSTUK XIII. MOSCHELLES. Savage nam een rijtuig naar den Yard. De chef van de Afdeeling voor crimineel onder zoek was op zijn bureau en Savage vroeg om een onderhoud met hem. De chef, een'man, jong in jaren, maar ouü in ondervinding en verstand, die het air had van een cavallerie-officier, zat aan zijn les senaar te schrijven. Er lag een stapel cor respondentie voor hem. Naast hem was een telefoon en hij had veel van een uitgever. Weinig dacht men bij zijn aanblik aan mis daad. Waarom arresteerde u de beide man nen niet? vroeg hij, toen Savage zijn verbaal gedaan had. Daar had ik goede redenen voor, ant woordde Savage. En welke dan? Ik denk dat zij twisten over het cryp togram. Jawel. Het was van morgen gestolen. Als ik deze twee mannen nu bad gearresteerd en gefouilleerd, dan denk ik toch niet, dat ik het cryptogram zou hebben gevonden. Gold berg, want dien houd ik voor den dief, had tijd genoeg gehad om het te verstoppen. Hij zal wel niet zoo dwaas zijn om er mee in zijn zak te loopen en hij heeft het of thuis of ergens anders verstopt, 't Komt er niet op aan waar. Ik behoef het niet te vinden. Wou je het niet vinden? Neen, ik wacht tot Goldberg het ge bruikt, tot hij op den schat afgaat, dan zet bij zoodoende een val voor zich zelf, waar hij in loopt. Goldberg weet niet, dat ik be kend ben met het bestaan van het crypto gram en hij zal zeker dadelijk aan den gang gaan. Ik wou met uw verlof achter Goldberg aan gaan om eens te zien, wat hij doet. Ik denk, dat de zaak loopt over een groote partij diamanten en heel waar schijnlijk zullen er nog meer personen bij de zaak worden betrokken dfcor Goldberg. Zou u het nu ook niet jammer gevonden hebben, als ik de twee sinjeurs had gearresteerd voor het stelen van een onnoozele porte-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 5