De prooi van den t ier.
NT*UWE HAARLEMSCHE COURANT.
Vierde Blad. Zaterdag 19 April 1924
Het martelaarschap van Mgr.
Cieplak.
RECHTSZAKEN.
KUNST EN KENNIS.
Eiectrocutie van muggenlarven.
Kunstnijverheidstentoonstelling
te Utrecht.
UIT BOEK EN BLAD.
Ceremonieel der Intronisatie
voor scholen.
'.rspreiden van opruiende
geschriften.
Een boete i>ant f 28,495.50.
FEUILLETON.
TE HOOGE WAARDEERLNG.
In het Hoog Ambacht van 10 April vond
ik de volgende publicatie
„In het „Volk" van 8 April hebben wij de
opruiende redevoeringen gelezen, welke door
de heeren Rengeünk en Stenhuis, resp. voor
zitter van de „Eendracht" en het N.V.V., te
gen de christelijke organisaties zijn gehou
den ep de meeting te Enschedé op Maandag
7 dezer.
Wij volstaan er mede, door tegen een der
gelijke handelwijze krachtig te protesteeren
en zuilen Rengelink en Stenhuis op dezen
weg niet volgen om de verdeeldheid en ver
warring onder de arbeiders tijdens het con
flict niet nog grooter te maken.
Wij vinden het beter eerst na beëindiging
van het conflict daarop in het openbaar te
reageeren."
Als het Hoofdbestuur van den R.K. Tex-
tielarbeidersbond om verklaarbare redenen
in dit stadium van den strijd van twistge
schrijf liever afziet dan zou er ook voor mij
en anderen reden zijn om er maar niets van
te zeggen.
Maar nu zelfs de „R.K. Werkgever" zich
gaat beroepen op hetgeen de Heer Stenhuis
ten beste meent te moeten geven, nu is dat
toch dunkt me wel wat veel gevraagd.
De spreek en schrijfwijze van den Heer
Stenhuis is voldoende bekend en wat men
ook overigens van den man wil zeggen of den
ken in het midden latend, toch blfjft het feit,
dat hij in den kring van R.K. en Christelijke
organisaties weinig ernstig genomen wordt.
Hij is onuitputtelijk in overschatting van
den kracht en de invloed van de Moderne
Vakbeweging en zijn strategie bestaat hierin,
dat hij bij het bestrijden van de werkgevers
de zaken altijd zoo weet voor te stellen, dat
de winst eener actie zoo niet uitsluitend dan
toch voor het overgroote gedeelte te wijten
is aan den onverwoestbaren kracht van het
N.V.V. en wat er tegenvalt op rekening moet
worden gesteld van die lamme, ruggegraat-
looze, kerkelijke vakbeweging.
Nu is de"werkelijke kracht van de Moderne
organisaties lang niet altijd met die groote
woorden in overeenstemming.
Moesten niet op de vergadering, waarop
door de moderne bouwvakarbeiders over de
aanneming van de arbeidersvoorwaarden
1924 moest worden beslist, de leiders zich
jchter de kerkelijke arbeiders verschuilen om
tan te toonen dat elk verzet nutteloos was
En dat is geen zeldzaamheid, doch de ge
bruikelijke truc om een aanbod te aanvaar
den. Zij kunnen trouwens weinig anders.
Doen zij het zóó niet, dan doet het sentiment
van de uiterste linkervleugel zich gelden en
Zoolang zij niet hebben geleerd daartegen rug-
gegraat te toonen, zoolang rest hen niets dan
zich achter de „kerkelijke" organisaties te
verschuilen.
Onder dat licht moet men de uitingen van
den Heer Stenhuis bezien en dat kan de „R.K.
Werkgever" evengoed bekend zijn als mij.
Maar dan lijkt het toch een gansch verkeerde
methode van dat orgaan als het desondanks
toch volle bewijskracht toekent aan de opge
schroefde uitingen van die zijde en het wordt
nog bedenkelijker als dit orgaan aan den Heer
Stenhuis en de moderne organisatie een vrij
wel alles beheerschende plaats toekent zooals
uit het hiervoigend citaat toch moet worden
gelezen
„Kijk, wanneer men zulke uitlatingen leest
van den Voorzitter der grootste en invloed
rijkste vakcentrale in ons land en dan tevens
bedenkt, dat in vele. gevallen juist deze vak
centrale de houding der andere vakcentralen
kan doen bepalen het is nu eenmaal niet
anders dan wordt men toch muurvast over
tuigd, dat al dat geroep om enquête slechts
geschiedt om politieke redenen en niet uit
bereidheid, om eigen standpunt desnoods
prijs te geven, wanneer de economische fac
toren volgens het oordeel van derden zij
mogen bemiddelaars, arbiters of enquêteurs
heeten) daartoe dwingen."
Zonder de invloed van de vakcentrale te
W len ontkennen meen ik er toch op te moe
—a wijzen, dat de beslissing omtrent staking
e.d. niet bij de vakcentrale in aar bij den vak
bond berust. Doch dat is slechts bijzaak.
Maar dat dit orgaan als 't ware in doffe be
rusting elke uiting van Stenhuis beschouwt
als te zijn in laatste instantie als uiting van
de gezamenlijke arbeiders en dan verzucht
het is nu eenmaal niet anders, gaat toch wel
wat al te ver want de R. K. Werkgever ver
gist zich evenzeer als Stenhuis zich vergist.
Zonder te beweren, dat ik kan weten wat
de leiding van onzen R. K. Textielarbeiders-
bond in het onderwerpeüjke conflict zal of
wil doen, durf ik toch wel te zeggen, dat zij
straks als de onderhandelingen aan het eind
zijn wel die beslissing zal nemen welke zij in
het waarachtig belang van de arbeiders de
meest juiste acht.
Din bestaan er twee mogelijkheden. Dat
die, beslissing vrijwel overeenkomt met die
van „de Eendracht" zoo heet de moderne
organisatie of dat zij daarvan beteekenecd.
afwijkt. In het eerste geval ide strijd beëin
digd en ook in het tweede geval i -hetjeinde
er.
(Want Stenhuis kan wel schrijven in
H'et Volk van 15 April" j.l.)
„Bovendien de fabrikanten zullen
het wel inzien, het is niet moge-
dijk tot een opheffing van het
conflict te komen, zonder over
eenstemming met „de Eendracht."
maar daarom is het nog niet zoo en zooveel
meen ik nog wel van conflicten af te weten,
dat ik de zaak gerust durf omkeeren en durf
beweren, dat het niet mogelijk is hét con
flict te bestendigen zoodra een der organisa
ties den strijd wil beëindigen, tenzij de fabri
kanten moedwillig het tegenovergestelde zou
den willen bevorderen.
Zóó en niet anders staat de zaak en daarom
ontgaat het mij welk nut de R. K. Werkgever
kan zien in het toekennen van zooveel waar
de aan de redeneeringen van Stenhuis.
A. J. L
HET GROOTE CONGRES.
De communistische partij heeft te Rotter
dam een congres gehouden en zooals in die
kringen gebruikelijk is, zijn er heel wat har
de noten ge kraaitt.
Het verslag lezend ontkomt men niet aan
den indruk, dat de verwording hand over
hand toeneemt. Overal kunnen de debatten
wel eens tot ontoelaatbare uitdrukkingen
voeren, maar hier werden onder de grootste
vloeken de meest ernstige beschuldigingen
naar elkanders hoofd geslingerd, zoodat men
zich afvraagt hoe er nog menschen gevonden
worden die van zoo'n gezelschap eenig heil
kunnen verwachten.
Dit congres is een bespotting van alles
wat op organisatie gelijkt en het zou moeilijk
vallen om nu eens een benaderend juiste be
naming te zoeken voor de vertooning daar
dagen achtereen ten aanschouwe van ieder
een gegeven.
Men zou geneigd zijn om zich met de
kennelijke onzin daar verkocht een weinig
vroolijk te maken, maar onwillekeurig
denkt men aan zooveel arme men
schen die zich toch nog door dergelijke perso
nen wat wijs laten maken en hun leven laten
vergiftigen en dan verdwijnt weer elke lust
tot vroolijkheid.
Het doet pijnlijk aan, als we bedenken hoe
dergelijke personen die van kankeren en
eerzucht in elkaar hangen toch nog in staat
zijn om hun dwaze ideeën bij anderen geheel
of gedeeltelijk ingang te doen vinden.
Niet in dien zin, dat er groot gevaar zou
bestaan, dat de arbeiders zoo maar
naar de communisten of syndicaüsten zullen
overloopen-daarvoor is de geheele beweging
een te dolle instelling maar door het ver
breiden van hun mentaliteit onder het volk.
We kunnen minachtend neerzien op het
„handjevol" menschen, dat, elkander onder
ling fèl bestokend, de versplintering vande
arbeidersbeweging tot de uiterste te conse
quenties doorvoerend, toch de frase van het
eenheidsfront der arbeiders als ideaal propa
geert, maar daarmede is het gevaar niet be
zworen.
Men behoeft ook niet handen-wringend
van angst de ontwikkeling der dingen gade
te siaau om toen te i-.i t.>_uuerc uat e. wus
vanuit deze geestelijk gedegenereerde orde,
een niet te onderschatten gevaar dreigt voor
onze arbeiders wanneer niet gezorgd wordt
dat zij door een betere en juistere kijk op de
dingen, immuun worden voor de propaganda
van menschen, wien niets te dol is.
Want practisch dit is wel zeer duidelijk
gebleken komt er van een eenheidsfront
onder de arbeiders nooit iets terecht, maar
mét of zónder cellenbouw in andere organi
saties zullen zij trachten hun dwaze denkbeel
den te verbreiden in fabriek en werkplaats,
overa!| waar zij maar een gewillig oor of of eert
verbitterd hart zullen vinden.
Het is niet voor 't eerst dat ik tegen het
gevaar wat daaruit voortspruit, waarschuw;
deze rubriek is ook niet de eenige plaats waar
ik dat deed en nog steeds ben ik van oordeel
dat te veel aandacht wordt geschonken aan
t kleine getal, de tot heden weinigen invloed
waarover het communisme beschikt, doch
te weinig aan-het feit dat we met een geestes
richting te doen hebben waarvan de dragers
niets ontzien.
Een geestesrichting gevaarlijker naarmate
men haar minder kent, gevaarlijker naarmate
de toestanden slechter worden.
Wie niet door Christelijk denken en voe
len, gedrongen wordt om alles in het werk
te stellen om de sociaal-economische
positie van de arbeiders zoo sterk mogelijk te
maken zou het kunnen doen uit zelfbehoud,
want alleen dan, wanneer er betere verhou
dingen komen zal men voldoende waar
borg hebben dat het communisme het in Ne
derland niet verder zal brengen dan tot vloe
ken en schelden.
Wie hun werken en wroeten in het verleden
niet heeft gadegeslagen zal goed doen de
door het congres aangenomen resolutie nog
eens aandachtig na te lezen en men zal zich
kunnen overtuigen dat we hier met geen ver
schijnsel te doen hebben, waarvoor we zon
der meer minachtend onze schouders kun
nen ophalen
„le. dat de partijgenooten, die nog buiten
de vakbeweging staan en uit den aard van
hun beroep daartoe kunnen behooren, zich
onverwijld bij hun organisatie aansluiten,
waarbij het aanbeveling verdient deze aan
sluiting in overleg met de vakbewegingsorga
nen der partij te bewerkstelligen.
2e. dat alle in de vakbeweging georgani
seerde partijgenooten aan de versterking
der revolutionnaire strijdvaardigheid hunner
.organisatie hebben mede te werken.
:3e. door te gaan met de vorming van kom-
munistische frakties in de vakbeweging,
speciaal in het N.V.V. teneinde daar met
behoud van de noodzakelijke taktische en
zakelijke scherpe kritiek op de halfheden
der leiders van Rechts en Links elke Links-
sociaaldemokratische oppositie tegen de
Rechtsche leiders te ondersteunen.
4e. de arbeiders in de vakkonden ervan
te overtuigen, dat het kapitalisme alleen met
de methode van den revolutionnairen klassen
strijd kan worden bestreden.
5. op grond van de revolutionnaire werke
lijkheid, zooals zij in deze resolutiejsinschre
ven is een zoo krachtig mogelijke propaganda
voor de eenheid van aktie in den strijd te
voeren. De beteekenis der eenheidsfronttak-
tiek in de vakbeweging bestaat niet alleen
daarin de organisatorische eenheid tot stand
te brengen, maar voor alles daarin de arbei
dersmassa's te veroveren en te winnen. De
voor de versterking van de stuwkracht van
het proletariaat noodzakelijke en gewenschte
organisatorische eenheid der vakbeweging
kan eerst plaats vinden wanneer de vak
centrales in het bijzonder door het werken
der kommunisfen gerevolutioneerd worden.
6. Omdat het N. A. S. in Holland een vak
centrale is niet revolutionnair karakter, welke
bereids aan de revolutionnaire ontwikkeling
der vakbeweging werkzaam is, dat daarom
de strijdbaarheid van het N.A.S. door de
C.P.H. krachtiger moet worden ondersteund.
7. dat de komumnisten tot taak hebben
er naar te streven, dat ook het N.A.S. de
noodzakelijkheid der fraktievorming in het
N.V.V. erkent en doorvoert, niet met het
vooropgezette doel te' verbrokkelen, maar
om daar gemeenschappelijk met kornmu-
nisten en oppositioneele arbeiders een in
vloed der revolutionnaire oppositie te verster
ken. De partijgenooten in het N.A.S. moeten
het daarheen trachten te leiden, dat deze
werkzaamheden in overleg met de C.P.H.
geschieden.
8. dat de kommunisten moeten pogen met:
de oppositioneele arbeiders in-de reformis
tische vakbeweging in kontakt te komen
teneinde van de reformistische leiders te
eischen, dat, ter verdediging van de onmid
dellijke belangen der arbeidersklasse, de
verschillende vakcentralen, gemeenschap
pelijk optreden. Teneinde dit doel te be
reiken en om druk uit te oefenen op de ré-
formistische leiders moeten de kommunisten
in alle fabrieken en werkplaatsen met de ar
beiders fabriekskomité's vormen.
9. dat bij het verrichten van boven-be-
doelden arbeid, de kommunisten als een ge
sloten eenheid moeten optreden en eventu-
eele verschillen slechts binnen het raam der
partij en niet in het openbaar oplossen."
Nieuws bevat deze resolutie niet, maar als
men de 8ste stelüng nog eens aandachtig
leest moet men toch wel kunnen begrijpen
wat het zeggen wil als men dag in dag uit
niets hoort dan gekanker tegen alles en nog
wat enook vaak tegen werkelijke mis
standen.
Er kunnen heel wat middelen gebruikt
worden om het kwald te keeren, doch het
beste middel zal steeds zijn dat middel 't welk
tengevolge heeft dat werkelijke misstanden
verdwijnen en de kracht van de vakorgani
satie wordt vergroot om waar noodig naar
eigen overtuiging te handelen.
Dit lijkt mij de grondslag. Als de arbei
ders gezien hebben, hoe zij door de kracht
van hun vakorganisatie niet alleen de revo
lutionnaire experimenten kunnen weerstaan,
maar ook practisch de bestaande misstanden
kunnen wegnemen, eerst dan is m.i. de bodem
bereid om hen mee'r sociaal-economische en
Godsdienstig-zedelijke kennis bij te brengen.
Laten we nu niet probeeren het andersom
te doen want ik kan niet gelooven, dat we
dan ons doel zullen bereiken.
Het is een zeer goedkoope theorie, dat we
de menschen meer ontwikkeling moeten bij
brengen maar eerst ontwikkeling en dan
vertrouwen wekken is rn-i. een verkeerde en
daarom onmogelijke volgorde.
A. J. L.
EEN VRAAG OP DEN MAN AF.
't Is Paaschtijd en ge onderzoekt dus Uw
geweten.
Gij vraagt U af, wat gij verkeerds gedaan
en wat goeds gij gelaten hebt.
Wat gij verkeerds hebt uitgevoerd, moet
gij zelf maar uitmaken.
Ik wilde alleen maar even U helpen om na
te gaan, of gij niet iets heel goeds gelaten hebt.
't Is nog niet te laat trouwens om die nala
tigheid te herstellen. Ik stel U een -vraag op
der. man af.
Hebt gijNeen, eerst wat anders
Gij zijt Roomsch georganiseerd.
Gij behoort tot de honderdduizend leden
onzer vak- en standsorganisatie, die niet de
lamlendigheid van Jan Salie, maar de kloek
heid van Jan Cbrdaat hebben.
Gij behoort niet tot de wegblijvers, maar
bij de blijvers.
Gij zijt een van hen, die tot de Rootnsche
arbeidersbeweging behooren, in haar en met
haar willen werken.
Gij zijt een van hen, die in den tijd van
heden, hun plicht willen doen, die offers
brengen in den strijd om recht, die offers
brengen uit soüjlariieit, offers uit Roomsche
naastenliefde.
Gij hebt meegeholpen aan de schitterende
steunactie voor 'de Twentsche textielarbei
ders, waarvoor Pater van Ginneken S.J. in
„De Nieuwe Eeuw" de Roomsche Vakbe
weging een pluim op den hoed steekt.
Gij maar nu de vraag op den man af
„Hebt gij al een lot gekocht voor de loterij
van „Herwonnen Levenskracht"
Ik dacht van niet. Gij hebt geen gekocht of
Uw buurman niet. Want van de 100.000 leden
hebben er pas een 30.000 een lot gekocht.
En weet ge, wat dat beteekent
Als er Iaat ons zeggen 7000 loten over
blijven, is dat 7000 gulden schade.
Schade voor „Herwonnen Levenskracht".
Schade voor Uw kinderen, voor de kinde
ren van Uw eigen gezin of dat Van Uw buur
man, Uw vriend, Uw stad- of dorpsgenoot.
Schade van levens.
Met 7000 gulden kunnen we 15 a 20 kinde
ren redden.
Die kinderen zijn er.
We zouden hun namen hier kunnen af
drukken, de namen van een kleine twintig
kinderen, die redding van hun leven ver
wachten van U.
Neen, stuur ons niet weg.
,,'t Is Paschen en de zon zit uit
De blauwe lucht hangt vol gefluit
Licht groen zijn zal de hagen...."
Laat niet vergeefs ons vragen.
Zorg, dat het Roomsche werkerskind
In Uwe liefde redding vindt.
SERRARENS.
loofde, dat mijn laatste uur eiken dag kon'
komen. Ik ontving de geregelde gevangenis
rantsoenen. Zij bestaan uit een pond zwart
brood per dag, drie malen per dag een hoe
veel heid warm water, wat dunne soep voor
middagmaal en een kom pap voor avondmaal.
Het grootste deel van mijn gevangenschap
was ik alleen en opgesloten. Een half uur p:r
dag mocht ik op de binnenplaats der ge
vangenis wandelen.
Drie weken geleden werd ik naar de Lubi-
anka-gevangenis teruggebracht. Daar zat ik
weer alleen en mocht geen brieven of bladen
ontvangen. Ik dacht, dat mijn einde gekomen
was. Verleden Woensdag kwamen er twee ge
wapende soldaten in mijn cel en geboden mij,
hen te volgen. Tot mijn verwondering ver
lieten wij het gebouw en stapten in een ge
sloten auto. Wij kwamen op het spoorwegsta
tion, waar mijn bewakers mij in een derde
klas-coupé deden plaats nemen. Ik wist niet
waar wij waren en dacht, dat wij naar een
provincialen gevangenis gingen. Mijn bewa
kers deelden hun rantsoen van zwart brood
met mij. In den morgen stopte de trein en
deed men mij uitstappen. Ik stond op mijn
bewakers te waebten, ^oen een beambte op
mij toetrad en vroeg, welke bagage ik in Let
land invoerde. Toen begreep ik, dat ik vrij
was. Een soldaat keerde terug en bracht mij
een stuk papier, waarop mijn verbanning uit
Rusland vermeld stond. Op het stuk stond
het Letlandsche visum. Ik had geld noch
voedsel, maar een jonge Letlander, die van
mijn toestand hoorde, bracht mij voedsel en
ook een spoorkaartje naar Riga. De aarts
bisschop is anders uit Riga vertrokken dan
hij kwam
Zijn armen gevuld met bloemen, zijn oogen
vol tranen en omringd door honderden kat
holieken, vertrok hij van Warschau naar Ro
me, waar hij aan Z. H. den Paus zijn weder
varen zal vertellen.
Jaarvergadering. Een napraatje over „Na
de opleiding en nog wat." Pinks'ter-
retraite in het Genakel te Tilburg. Bij
ons in Rotterdam. De eenzame vrouw.
Een- vacantiereis door Italië Goeden
Nacht. Om onzen zieken voor te iezen.
Boekbespreking. Ons Retraitefonds.
Ons Vaandel. Gedachten van Anderen.
Pas verschenen. Vacante olaatsen.
MAANDSCHRIFT VOOR LITURGIE.
9e jaarg. no. 34. Inhoud K., De Goede
Week. Jozef Teulings. Pr Passiezondag.
Kruishymne. A Körner, Kap. Eer
meesterstuk v. d. H. Ambrosius. A. Wit-
lox. Pr., Wie helpt er mee? Jozef Teu
lings, Pr., Apostelfeesten. Altaar en bloe
men. K„ Het „Libera nos."
KATHOLIEK NEDERLAND, orgaan
van de K. S. A. in Nederland jaarg. 16 no
3. Inhoud Deze oogen staren U strak aan!
Het Duitsche Carirasverband. Graag op
baantjes. Werk voor de plaatselijke Co-
mité's der K.S.A. Uitgaven. Por
tretten. Gevolgen van gemengde Huwe
lijken. Onze lectuurbemiddeling.
Maand kroniek. Mededeelingen van het
Centraal Bureau. De K. S. A. Premie-
aandeelen. Voor het Pauselijk Reddings
werk in Rusland.
De correspondent te Riga van den „Daily-
Mail" schrijft in dit blad naar aanleiding
der aankomst van Mgr. Cieplak aldaar
Een bejaard man met een langen baard en
wit haar, gehuld in gescheurde priester-
kleeren, klopte Vrijdagmorgen aan de deur
der pastorie der Roomsch-Kathoüeke kerk
te Riga. De bisschop, Mgr. Transsuns opende
de deur en wachtte, tot de bezoeker het woord
genomen had. Deze schudde het hoofd en
zeide „Zelfs mijn leerling herkent mij niet."
„Aartsbisschop Cieplak 1" zei toen opeens
de Letlandsche bisschop en de twee prelaten
omhelsden elkander. Na zijn toilet gemaakt te
hebben, droeg de prelaat, gekleed in zijn
ambtsgewaad een H. Mis van dankzegging
op en later nog een Hoogmis waarbij ai de
Roomsch-Kathoüeke geestelijken van Riga
vertegenwoordigd waren.
Na afloop daarvan maakten zij hun op
wachting en toonden de aartsbisschop, on
danks zijn mager en vergeeld gezicht, ge
volg van ondervoeding, en zijn afgemat li
chaam, gekromd onder de vermoeienis der
i;eis die hij van Moskou af, zittend op de
'harde houten bank van een derde klas-coupé
volbracht had, dat -zijn geest nog ongebro
ken W3s, trots de brute behandeling in de ge
vangenis.
Toen men hem vroeg, of hij veel honger
geleden had in de gevangenis, antwoordde
de aartsbisschop„Neen, ik ben gewend
aan vasten, maar ik moet toegeven, dat de
pakjes levensmiddelen, die ik zoo nu en dan
van leden mijner kerk ontving, mij welkom
waren. Soms mocht ik nieuws ontvangen en
sovjet-nieuwsbladen koopen voor het geld,
dat ik wel in mijn brieven vond. De aarts
bisschop wist niet eens, waar zijn geesteüjken
gevangen zitten- Hij had hen sinds het proces
in April 1923 niet weergezien, en wist niet,
of zij dood of levend waren.
Herhaaldelijk hadden gevangenisbewaar
ders hem gevraagd, of hij een bekentenis wil
de teekenen, gelijk aan die, door patriarch
Tichon geteekend was. Daarin werd gezegd,
dat hij zich schuldig had gemaakt aan contra-
revolutionnaire actie en trouw gezworen aan
de atheïstisch-communistische regeering
van Rusland. De Bisschop bleef weigeren, of-
schoon hij wist, dat zijn handteekening zijn
vrijlating beteekende.
„Ik heb, aldus vertelde de prelaat, zestien
maanden gevangen gezeten. Na met mijn me-
de-geesteüjken ter dood te zijn veroordeeld in
April van 't vorig jaar werd ik met hen naar
■de Lubianka-gevangenis verwezen. Ik wacht-
ti daar mijn terdoodbrehging af. Ieder van
ons was afzonderlijk opgesloten. Weken
bracht ik daar in vasten en bidden door. Op
zekeren dag werd ik uit mijn cel naar een an
dere gevangenis overgebracht, waar ik in een
kieine kamer werd opgesloten met 26 an
dere gevangenen. Daar kreeg ik verlof onl
bladen te ontvangen en zoo nu en dan een
brief. Op zekeren dag zag een der|bewakers
mij met een anderen gevangene, 'n professor
pr i;n. Den volgenden dag werd de profes-
uit zijn cel gehaald en ik zag hem. niet
mee. terug. Daarna waren andere gevangenen
bin om tegen mij te spreken en ik was even
eens'bang om tegen hen te spreken, wijl ik
vreesde, dat zij ook zouden verdwijnen, en
wist toen niet, dat mijn doodvonnis in ge-
va igenisstraf was veranderd. Ik dacht stelüg,
dat ik ter dood gebracht zou worden en ge-
Dr. José F. Montellano te Buenos-Ayres,
heeft de electrocutie toegepast om larven en
nymphae van anopheles en andere ziekten
overbrengende muggen te vernietigen. Hier
toe kunnen zoowel wisselstroomen als con
stante stroomen dienen. In het bacteriolo
gisch instituut zijn, ten overstaan van den
ingenieur van de Angüo-Argentine Electric
Company, proeven genomen, die den indruk
maken, dat een deugdelijk middel tot bestrij
ding van de malaria was gevonden. De na
tionale gezondheidsdienst zal de gelden
trachten te vinden voor ruime toepassing in de
moerassige streken in het midden en het
Noorden dec republiek. In onze slooten,
merkt het „N. T. v. G." op, zal het wel
moeilijk gaan. Bovendien kunnen eenden,
visschen en visschers mede worden getroffen.
In tegenwoordigheid van een groot aanta
belangstellenden had Donderdag te Utrecht
de officieele opening plaats van den door den
Utrechtschen Kunstkring georganiseerden
kunstnijverheidstentoonstelüng.
HET MESDAG-MUSEUM IN DEN HAAG.
Tot directeur van het rijksmuseum Mesdag,
is met ingang van 1 Mei 1924 benoemd de
heer W. J. Steenhoff, eervol 1 ontslagen
onder-directeur van het Rijksmuseum van
schilderijen te Amsterdam.
Bij de Paters der H-H. Harten te Ginneken
is verschenen „Ceremonieel der Intronisatie
van het H- Hart van Jezus in scholen Colle
ges, Pensionaten, enz. 't wefk ook bestemd
is om gebruikt te worden bij de maandelijk-
sche of jaarlijksche vernieuwing der Toewij
ding aan het H. Hart. De H. Apost. Peni-
tencerie heeft aan dit ceremonieel dezelfde
aflaten verleend als aan het ceremonieel voor
de huisgezinnen gehecht zijn.
Inhoud van „ROEPING" Maandschrift
voor Schoonheid. No, 7, 15 April 1924.
,H. Moller, Gera^ Brom en de jongere
katholieke dichtkunst. Alb. Kuyle, Droo-
men van het nieuwe tij. Jozef van Aalst,
Liturgie en jongeren. Ir. Alph. Siebers,
Het kerkgebouw. Baksteen. Neo-gothiek,
Dante, Goddeüke komedie. De Hel, zang
23, 24 (vertaald door Chr. Kops, O.F.M.)
M. Molenaar, M. S. C„ Sint Geertruid, 14.
Anton van Duinkerken. Het lied van Bra
bant (verzen). Jan Engelman, Kenterin
gen in de schilderkunst (met 1 afbeelding).
H. Moller, „Roeping" van Joan Colette
(met 1 houtsnee). H. Moller, Beeldhouw
werk van W. A. van der Winkel (met 3 af
beeldingen). Alb. Kuyle, Van het heilig
Huisgezin. Jan Engelman, Lente (ver
zen). Merkwaardigheden, 1, Karei van
den Oever, Rumor in Casa. Bericht over 't
Juiienummer.
R. K. ZIEKENVERPLEGING, orgaan
uitgegeven vanwege den Nederl. R. K. Bond
van Ziekenverpleegsters 15e ig. no. 7. In
houd 30 Maart 1844—30 Maart 1924.
Zoo gij wistCoprologie V3n den Zuige
ling. Verpleegstersopleiding in Zweden.
Emmabloem. Opmerkelijke cijfers.
Ingezonden. Gedachten van Anderen.
Voorstellen voor de Alg. Vergadering.
Vacante plaatsen.
No. 8 Administratie Orgaan. Admi
nistratie Hoofdbestuur.— Kort verslag der
Op den dag vóór de troepenrevue op de
heide bij Soesterberg ter gelegenheid van
het regeeringsjubileum van H. M. de Ko
ningin in September j.l. verspreidden t<=
Amersfoort eenige jonge mannen cci
manifest onder de soldaten, waar "z deze
werden opgewekt niet aan de troepenrevue
mede te doen, maar dadelijk naar huis l<
gaan.
„Weest geen slaaf, maar mensch eindig
de het manifest. „Weigert den dienst,
door onmiddellijk naar huis te gaan
De verspreiders, bijna 2lle leden van d<
Int. Anti-militairistische Vereeniging. wer
den vervolgd en door den Utrechtschen
politierechter veroordeeld tot 1 maand
en 6 weken gevangenisstraf, terwijl één
werd vrijgesproken.
Tegen het vonnis van deze laatste tce-
kende het O M. appél aan. Ook twee 'der
veroordeelden gingen in hooger beroep en
eergister had dit 3-ial zich voor het Ge
rechtshof te Amsterdam te verantwoorden.
De vrijgesprokene, een suikerbewerker
uit Amersfoort, hield vol het geschrift
niet verspreid te hebben. Hij had een pakje
met manifesten op straat van iemand ont
vangen. Hij was op de fiets en had hel
pakje meegenomen, zonder zelfs te weten,
wat de inhoud van het manifest was.
President: „Toen u de papieren aannam,
had u toch de bedoeling, ze aan deze of
gene uit te reiken, nietwaar?'
Bekl.: „Nee. heelemaai niet".
President: „Toen later een rechercheur u
zeide, af te stappen, bent u hard wegge
reden?'
Bekl.: „Neen. ik reed gewoon doe.
Voor het eerste het beste individu stap je
toch niet af."
De tweede beklaagde, een typograaf uil
Amersfoort, die door den Utrechtschen po
litierechter tot 1 maand gevangenisstral
veroordeeld was,, verklaarde in hooger
beroep te zijn gegaan, omdat hij dc
straf onrechtvaardig vond.
President: „U wist toch wel, dat u iels
deed. wat de wet verhoedt en dat moet
toch gestraft worden. Of zou u liever geen
straf willen hebben?
Bekl.: „Ja, liefst wel.
Ook deze beklaagde zeide de geschrif
ten op straat te hebben ontvangen»
De procureur-generaal, mr. Baron Ha-
rinxma tboe Slooten eischte voor de eerste
beklaagde vernietiging van het vonnis m
eerste instantie en veroordeelmg tot I
maand gevangenisstraf, en voor de tweede
beklaagde bevestiging van het vonnis van
den politierechter.
De eerste bekl. hield zelf een pleidooi tn
voor den tweeden bekl. pleitte mr. Geer-
lings uit Utrecht cn voorwaardelijke ver-
°°Daarna= stond afzonderlijk terecht dc
derde bekl. een kantoorbediende uil
Amersfoort, wien door den Utrechtschen
politierechter 6 weken gevangenisstraf
was opgelegd.
Ook hij ontkende cis geschriften ver
spreid te hebben. Hij had ze wel bij zich.
ontvangen van iemand op straat, maar
uitgereikt had hij ze met. Tegen hem
luidde de cisch vernietiging van het von
nis in eerste instantie en veroordeelmg tot
1 maand hechtenis.
De verdediger, mr. Geerhr.gs, pleitte een
voorwaardelijke veroordeeling.
In Sept. 1922 werd te Amsterdam een
chauffeur aangehouden die in zijn auto een
groote hoeveelheid spiritus ongedekt ver-
De Zesde Kamer der Rechtbank aldaar
heeft dezen chauffeur en de eigenaars v^n
den automobiel onlangs te dier zake ont
slagen van rechtsvervolging.
Het Gerechtshof deed Donderdag uit
spraak in deze zaak en veroordeelde den
chauffeur wegens ongedekt vervoer tan ge
distilleerd tot betaling van een boete van
f 28495,50, subs, tot een maand hechtenis.
De rijks-advocaat, mr. Asser, had in tweede
instantie tegen ieder der bekl.
ëischt van een boete van f 28495,50. De
advocaat-generaal, mr. baron Harinxma thoe
Slooten, had een vervangende hechtenis van
zes maanden gerequireerd- De eigenaars
van den auto werden van rechtsvervolging
ontslagen, hoofdzakelijk omdat dit ongede t
vervoer niet in direct verband stond met hun
bedrijf.
EEN VREESELIJKE ONTMOETING,
Savage begreep dadelijk den toestand. Er
was niemand op de boerderij dan de doof
stomme jongen, hij was feitelijk alleen met
de Vogue en den gorilla-
Het reusachtige beest achter de tralies
keek met vprs-ifte belangstelling naar hen,
maar zijn boosaardigheid kwam uit in het
demonische geluid dat hij deed hooren.
Kom wat dichter bij, herhaalde de
Vogue, op zoo'n afstand kan men hem niet
goed zien. En hij greep tevens den detec
tive steviger vast.
Laat mij los, riep Savage, en in een
oogenblik waren zij aan het vechten en be
gon er een vreeselijke strijd. Zij kampten
beiden om hun leven, want de Vogue had
den man van de wet in Savage herkend.
Savage was sterk, maar niet zoo sterk als
deze sciwlro Als men er buiten bad ge
staan. zou men heel weinig gedrulsch heb
ben gehoord, alleen het stampen van voe
ten en het lulde grommen van den gorilla,
iie met één groote hand een staak van het
hekwerk vasthield, terwijl de andere lange
arm tot op den grond neerhing en hij aan
dachtig naar de vechtenden keek. Iemand
die buiten luisterde zou alleen deze gelui
den hebben gehoord, die een volle minuut
aanhielden. Toen volgde een korte stilte en
daarop weerklonk een gil die de duiven,
welke op het dak zaten, var, schrik deed
opvliegen.
De Vogue bad langzaam stap voor stap
Savage naar de kooi toe geduwd en toen
met J een laatste inspanning van krachten
bad hij hem tegen de tralies geworpen en
bield hij hem daar. Het was een vreeselijk
oogenblik. Savage stond daar naar adem
hijgend et hij voelde de harige hand van
den gorilla over zijn nek strijken.
En toen opeens sprong hij op zijde en
was vrij. De gorilla had de hand van de
Vogue gegrepen.
De groote, welgevormde witte hand .was
vastgegrepen bij den pols en de aap trok
die door dc tralies in de koci; dan volgde
de arm. De Vogue die den detective had
moeten loslaten, uitte geen enkelen kreet en
zei geen woord, hij keek alleen verwon
derd en verschrikt naar het beest. De go
rilla bekeek de hand en den arm van alle
kanten en trok toen eens zachtjes aan den j
arm als om den man over te' halen om bij
hem in de kooi te komen. De Vogue deed
nog een poging om zijn hand terug te trek
ken, maar dit scheen onmogelijk. De aap
liet een luid gebrul hooren, zette zijn groo-
ten voet onder tegen de tralies en trok
uit alle machttot de arm van de Vogue
krakend uit den schouder was gerukt, en
de misdadiger armloos voor de tralies neer
viel.
Wie heeft geholpen om Goldberg te
vermoorden? vroeg Savage, .die nu op zijn
knieën lag bij den stervendeli man. De man
keek op. Een uitdrukking van doodeüjken
haat verscheen op zijn gelaat en luide zeide
bij: Kiriak. Het was zijn laatste woord. Een
oogenblik later was de Vogue niet meer.
De groote lichtblauwe oogen gingen dicht en
een rilling voer hem door de leden. Dat
was alles. De duiven, die van den gil wa
ren geschrikken keerden terug en koester
den zich in den zonneschijn. Savage kwam
de schuur uit en wisc'nte zich het zweet
van het voorhoofd. In den moestuin zag hij
den doofstommen jongen aan het werk, als
of er niets gebeurd was. Het loeien van
een koe klonk uit de weide en het. zachte
windje ruischte nog door de bladeren der
boomen. Zijn geheele leven lang had de
detective niet zoo iets vreeselijks beleefd
als de tragedie, die juist had plaats gehad.
Zijn tegenwoordigheid van geest en zelfbc-
heersching was echter zoo groot, dat hij nu
al het probleem in zijn geest uitwerkte, dat
er mee in verband stond.
Hij wist, zoozeer was hij gewend om tn
het gemoed van een mensch te lezen, dat
die blik van doodeüjken haat, die in de
oogen van den stervenden man was geko
men niet op hem doelde, maar op den per
soon, die hem geholpen had om Goldberg
uit den weg te ruimen. Het was bijna ze
iler, dat die persoon Moschelles was. Maar
waarom had de Vogue dan in zijn laatste
oogenbükken den naam Kiriak genoemd?
Hij verliet bet buis langs denzelfdcn weg,
als hij er in was gekomen en zonder te
letten op den jongen, die in den tuin aan
het werk was, ging hij den weg op, steeg
in zijn auto en reed naar Groot VI eston om
hulp te halen en van het ongeval kennis
tc geven aan de politic.
Terwijl hij rejd, dacljt hij verder over
het próbleem na.
Laat ik mij nu eens indenken, dal ik
de Vogue ben, en mij geheel in zijn pladts
Ik haat een man, Moschelles geheeten.
Hij heeft mij geholpen om een moord te
begaan Ik ben stervende en in mijn laatste
oojfenbiikken heb ik nog één kans om hem
aan de galg te helpen doqr zijn naam te
noemen. Er toch zeg ik, in plaats van Mo
schelles, Kiriak. Waarom doe ik dat, alleen
omdat ik weet, dat Moschelles vroeger dien
naam droeg en toen een misdaad heeft be
gaan. De Vogue was een koel, berekenend
en knap man. Hij heeft met Moschelles
Goldberg vermoord op zoo'n manier dat de
misdaad bem nooit bewezen kan worden.
Dit weet hij en omdat hij dus overtuigd is,
dat Moschelles nooit gestraft kan worden
voor iets, dat bij onder dezen naam heeft
gedaan, maar wel voor een misdaad begaan
onder den naam Kiriak, geeft bij dezen
laatsten naam. Zoo begrijp ik de zaak. Ik
kan natuurlijk ongelijk hebben en hoe kan ik
mij nu daarvan vergewissen. Op deze wijze.
Als Moschelles een misdaad heeft begaan
onder den naam Kiriak, en als de Vogue
dat Wist, die hem haatte, zal hij hem on
getwijfeld geld hebben afgeperst. AL ik dat
nu kon bewijzen, dan wist ik stellig, dat
Moschelles en Kiriak een en dezelfde per
soon zijn en dat hij voor de wet schuldig
is. Wij moeten dit dan bewijzen en hem
straffen voor die vroegere misdaad, omdat
wij het voor deze niet kunnen en dat zal
nog wel een lastige zaak zijn.
De politia-agent te Groot Weston was
thuis en weldra reed Savage met hem sa
men naar Chickling Hall.
Hij plaatste de auto voor het heli en
ging, gevolgd door den agent, de schuur
binnen.
- Hij is dood, zei Savage. Wij kunnen
niets doen dan den coroner kznnis geven.
Morgen moet de gerechtelijke schouwing
plaats hebben en ik zal moeten getuigen.
Laat mij het uur en de plaats weten op
New Scotland Yard.
Wat nu die andere zaak betreft, wij
moeten de gr#cht laten afdrqggen en den
tuin afgraven om bet li;k van Goldberg te
vinden. Dat moet je zoo geheim en stil mo
gelijk doen, want wij willen den naam Gold
berg nog niet publiek in de zaak hebben.
Geef er kennis van aan den commissaris,
zet een dozijn mannen zoo gauw mogelijk
aan het werk en laat ons het resultaat op
den Yard weten.
Savage verliet de schuur en keerde weer
naar den grooten weg terug. Hij wilde juist
in den auto stappen, toen een heer van
middelbaren leeftijd naar hem toe kwam en
het hek wilde ingaan, toen Savage hem i"
den weg trad.
Wat had u gewild? vroeg de detectiv*
Ik had den heer de Vogue willen spre
ken, zei de ander, is hij niet thuis?
Excuseer mij, maar waarover had u
hem willen spreken?
Over zaken, en
U moet mij niet kwalijk nemen, d
ik er mij mee bemoei, maar tr is iets vree
selijks gebeurd en dus denk ik, dat u der.
heer de VoguC liever niet zult willen zien
In korte woorden vertelde Savage hem wat
er gebeurd was.
Vreeselijk, zei de ander, ik ben de
hoofdonderwijzer van Groot Weston en ik
kwam mijnheer de Vogue spreken over eei.
lezing,, die hij zou hebben gehouden. Dit
is toch vreeselijk.
Hoe lang heeft mijnbeer de Vogue al
op Chicküng Hall gewoond?
Zes maanden ongeveer.
Is het huis mijn eigendon
Ja, hij heeft het gekocht.
Van wien?
Van een heer, die hier veel eigen
dommen heeft, Squire Boughton. Neen,
toch niet, dc Squire had het eerst verkocht
aan een heer uit Zuid-Afrika, die er een
acclimatie-tuin wou inrichten voor wilde en
andere dieren; hij had er een zebra en
andere dieren, ook den aap en de Vogue
kocht ze met hel goed, want hij interes
seerde zich erg voor zoölogie.