De prooi van den t ier. NT*UWE HAARLEMSCHE COURANT. Vierde Blad. Zaterdag 19 April 1924 Het martelaarschap van Mgr. Cieplak. RECHTSZAKEN. KUNST EN KENNIS. Eiectrocutie van muggenlarven. Kunstnijverheidstentoonstelling te Utrecht. UIT BOEK EN BLAD. Ceremonieel der Intronisatie voor scholen. '.rspreiden van opruiende geschriften. Een boete i>ant f 28,495.50. FEUILLETON. TE HOOGE WAARDEERLNG. In het Hoog Ambacht van 10 April vond ik de volgende publicatie „In het „Volk" van 8 April hebben wij de opruiende redevoeringen gelezen, welke door de heeren Rengeünk en Stenhuis, resp. voor zitter van de „Eendracht" en het N.V.V., te gen de christelijke organisaties zijn gehou den ep de meeting te Enschedé op Maandag 7 dezer. Wij volstaan er mede, door tegen een der gelijke handelwijze krachtig te protesteeren en zuilen Rengelink en Stenhuis op dezen weg niet volgen om de verdeeldheid en ver warring onder de arbeiders tijdens het con flict niet nog grooter te maken. Wij vinden het beter eerst na beëindiging van het conflict daarop in het openbaar te reageeren." Als het Hoofdbestuur van den R.K. Tex- tielarbeidersbond om verklaarbare redenen in dit stadium van den strijd van twistge schrijf liever afziet dan zou er ook voor mij en anderen reden zijn om er maar niets van te zeggen. Maar nu zelfs de „R.K. Werkgever" zich gaat beroepen op hetgeen de Heer Stenhuis ten beste meent te moeten geven, nu is dat toch dunkt me wel wat veel gevraagd. De spreek en schrijfwijze van den Heer Stenhuis is voldoende bekend en wat men ook overigens van den man wil zeggen of den ken in het midden latend, toch blfjft het feit, dat hij in den kring van R.K. en Christelijke organisaties weinig ernstig genomen wordt. Hij is onuitputtelijk in overschatting van den kracht en de invloed van de Moderne Vakbeweging en zijn strategie bestaat hierin, dat hij bij het bestrijden van de werkgevers de zaken altijd zoo weet voor te stellen, dat de winst eener actie zoo niet uitsluitend dan toch voor het overgroote gedeelte te wijten is aan den onverwoestbaren kracht van het N.V.V. en wat er tegenvalt op rekening moet worden gesteld van die lamme, ruggegraat- looze, kerkelijke vakbeweging. Nu is de"werkelijke kracht van de Moderne organisaties lang niet altijd met die groote woorden in overeenstemming. Moesten niet op de vergadering, waarop door de moderne bouwvakarbeiders over de aanneming van de arbeidersvoorwaarden 1924 moest worden beslist, de leiders zich jchter de kerkelijke arbeiders verschuilen om tan te toonen dat elk verzet nutteloos was En dat is geen zeldzaamheid, doch de ge bruikelijke truc om een aanbod te aanvaar den. Zij kunnen trouwens weinig anders. Doen zij het zóó niet, dan doet het sentiment van de uiterste linkervleugel zich gelden en Zoolang zij niet hebben geleerd daartegen rug- gegraat te toonen, zoolang rest hen niets dan zich achter de „kerkelijke" organisaties te verschuilen. Onder dat licht moet men de uitingen van den Heer Stenhuis bezien en dat kan de „R.K. Werkgever" evengoed bekend zijn als mij. Maar dan lijkt het toch een gansch verkeerde methode van dat orgaan als het desondanks toch volle bewijskracht toekent aan de opge schroefde uitingen van die zijde en het wordt nog bedenkelijker als dit orgaan aan den Heer Stenhuis en de moderne organisatie een vrij wel alles beheerschende plaats toekent zooals uit het hiervoigend citaat toch moet worden gelezen „Kijk, wanneer men zulke uitlatingen leest van den Voorzitter der grootste en invloed rijkste vakcentrale in ons land en dan tevens bedenkt, dat in vele. gevallen juist deze vak centrale de houding der andere vakcentralen kan doen bepalen het is nu eenmaal niet anders dan wordt men toch muurvast over tuigd, dat al dat geroep om enquête slechts geschiedt om politieke redenen en niet uit bereidheid, om eigen standpunt desnoods prijs te geven, wanneer de economische fac toren volgens het oordeel van derden zij mogen bemiddelaars, arbiters of enquêteurs heeten) daartoe dwingen." Zonder de invloed van de vakcentrale te W len ontkennen meen ik er toch op te moe —a wijzen, dat de beslissing omtrent staking e.d. niet bij de vakcentrale in aar bij den vak bond berust. Doch dat is slechts bijzaak. Maar dat dit orgaan als 't ware in doffe be rusting elke uiting van Stenhuis beschouwt als te zijn in laatste instantie als uiting van de gezamenlijke arbeiders en dan verzucht het is nu eenmaal niet anders, gaat toch wel wat al te ver want de R. K. Werkgever ver gist zich evenzeer als Stenhuis zich vergist. Zonder te beweren, dat ik kan weten wat de leiding van onzen R. K. Textielarbeiders- bond in het onderwerpeüjke conflict zal of wil doen, durf ik toch wel te zeggen, dat zij straks als de onderhandelingen aan het eind zijn wel die beslissing zal nemen welke zij in het waarachtig belang van de arbeiders de meest juiste acht. Din bestaan er twee mogelijkheden. Dat die, beslissing vrijwel overeenkomt met die van „de Eendracht" zoo heet de moderne organisatie of dat zij daarvan beteekenecd. afwijkt. In het eerste geval ide strijd beëin digd en ook in het tweede geval i -hetjeinde er. (Want Stenhuis kan wel schrijven in H'et Volk van 15 April" j.l.) „Bovendien de fabrikanten zullen het wel inzien, het is niet moge- dijk tot een opheffing van het conflict te komen, zonder over eenstemming met „de Eendracht." maar daarom is het nog niet zoo en zooveel meen ik nog wel van conflicten af te weten, dat ik de zaak gerust durf omkeeren en durf beweren, dat het niet mogelijk is hét con flict te bestendigen zoodra een der organisa ties den strijd wil beëindigen, tenzij de fabri kanten moedwillig het tegenovergestelde zou den willen bevorderen. Zóó en niet anders staat de zaak en daarom ontgaat het mij welk nut de R. K. Werkgever kan zien in het toekennen van zooveel waar de aan de redeneeringen van Stenhuis. A. J. L HET GROOTE CONGRES. De communistische partij heeft te Rotter dam een congres gehouden en zooals in die kringen gebruikelijk is, zijn er heel wat har de noten ge kraaitt. Het verslag lezend ontkomt men niet aan den indruk, dat de verwording hand over hand toeneemt. Overal kunnen de debatten wel eens tot ontoelaatbare uitdrukkingen voeren, maar hier werden onder de grootste vloeken de meest ernstige beschuldigingen naar elkanders hoofd geslingerd, zoodat men zich afvraagt hoe er nog menschen gevonden worden die van zoo'n gezelschap eenig heil kunnen verwachten. Dit congres is een bespotting van alles wat op organisatie gelijkt en het zou moeilijk vallen om nu eens een benaderend juiste be naming te zoeken voor de vertooning daar dagen achtereen ten aanschouwe van ieder een gegeven. Men zou geneigd zijn om zich met de kennelijke onzin daar verkocht een weinig vroolijk te maken, maar onwillekeurig denkt men aan zooveel arme men schen die zich toch nog door dergelijke perso nen wat wijs laten maken en hun leven laten vergiftigen en dan verdwijnt weer elke lust tot vroolijkheid. Het doet pijnlijk aan, als we bedenken hoe dergelijke personen die van kankeren en eerzucht in elkaar hangen toch nog in staat zijn om hun dwaze ideeën bij anderen geheel of gedeeltelijk ingang te doen vinden. Niet in dien zin, dat er groot gevaar zou bestaan, dat de arbeiders zoo maar naar de communisten of syndicaüsten zullen overloopen-daarvoor is de geheele beweging een te dolle instelling maar door het ver breiden van hun mentaliteit onder het volk. We kunnen minachtend neerzien op het „handjevol" menschen, dat, elkander onder ling fèl bestokend, de versplintering vande arbeidersbeweging tot de uiterste te conse quenties doorvoerend, toch de frase van het eenheidsfront der arbeiders als ideaal propa geert, maar daarmede is het gevaar niet be zworen. Men behoeft ook niet handen-wringend van angst de ontwikkeling der dingen gade te siaau om toen te i-.i t.>_uuerc uat e. wus vanuit deze geestelijk gedegenereerde orde, een niet te onderschatten gevaar dreigt voor onze arbeiders wanneer niet gezorgd wordt dat zij door een betere en juistere kijk op de dingen, immuun worden voor de propaganda van menschen, wien niets te dol is. Want practisch dit is wel zeer duidelijk gebleken komt er van een eenheidsfront onder de arbeiders nooit iets terecht, maar mét of zónder cellenbouw in andere organi saties zullen zij trachten hun dwaze denkbeel den te verbreiden in fabriek en werkplaats, overa!| waar zij maar een gewillig oor of of eert verbitterd hart zullen vinden. Het is niet voor 't eerst dat ik tegen het gevaar wat daaruit voortspruit, waarschuw; deze rubriek is ook niet de eenige plaats waar ik dat deed en nog steeds ben ik van oordeel dat te veel aandacht wordt geschonken aan t kleine getal, de tot heden weinigen invloed waarover het communisme beschikt, doch te weinig aan-het feit dat we met een geestes richting te doen hebben waarvan de dragers niets ontzien. Een geestesrichting gevaarlijker naarmate men haar minder kent, gevaarlijker naarmate de toestanden slechter worden. Wie niet door Christelijk denken en voe len, gedrongen wordt om alles in het werk te stellen om de sociaal-economische positie van de arbeiders zoo sterk mogelijk te maken zou het kunnen doen uit zelfbehoud, want alleen dan, wanneer er betere verhou dingen komen zal men voldoende waar borg hebben dat het communisme het in Ne derland niet verder zal brengen dan tot vloe ken en schelden. Wie hun werken en wroeten in het verleden niet heeft gadegeslagen zal goed doen de door het congres aangenomen resolutie nog eens aandachtig na te lezen en men zal zich kunnen overtuigen dat we hier met geen ver schijnsel te doen hebben, waarvoor we zon der meer minachtend onze schouders kun nen ophalen „le. dat de partijgenooten, die nog buiten de vakbeweging staan en uit den aard van hun beroep daartoe kunnen behooren, zich onverwijld bij hun organisatie aansluiten, waarbij het aanbeveling verdient deze aan sluiting in overleg met de vakbewegingsorga nen der partij te bewerkstelligen. 2e. dat alle in de vakbeweging georgani seerde partijgenooten aan de versterking der revolutionnaire strijdvaardigheid hunner .organisatie hebben mede te werken. :3e. door te gaan met de vorming van kom- munistische frakties in de vakbeweging, speciaal in het N.V.V. teneinde daar met behoud van de noodzakelijke taktische en zakelijke scherpe kritiek op de halfheden der leiders van Rechts en Links elke Links- sociaaldemokratische oppositie tegen de Rechtsche leiders te ondersteunen. 4e. de arbeiders in de vakkonden ervan te overtuigen, dat het kapitalisme alleen met de methode van den revolutionnairen klassen strijd kan worden bestreden. 5. op grond van de revolutionnaire werke lijkheid, zooals zij in deze resolutiejsinschre ven is een zoo krachtig mogelijke propaganda voor de eenheid van aktie in den strijd te voeren. De beteekenis der eenheidsfronttak- tiek in de vakbeweging bestaat niet alleen daarin de organisatorische eenheid tot stand te brengen, maar voor alles daarin de arbei dersmassa's te veroveren en te winnen. De voor de versterking van de stuwkracht van het proletariaat noodzakelijke en gewenschte organisatorische eenheid der vakbeweging kan eerst plaats vinden wanneer de vak centrales in het bijzonder door het werken der kommunisfen gerevolutioneerd worden. 6. Omdat het N. A. S. in Holland een vak centrale is niet revolutionnair karakter, welke bereids aan de revolutionnaire ontwikkeling der vakbeweging werkzaam is, dat daarom de strijdbaarheid van het N.A.S. door de C.P.H. krachtiger moet worden ondersteund. 7. dat de komumnisten tot taak hebben er naar te streven, dat ook het N.A.S. de noodzakelijkheid der fraktievorming in het N.V.V. erkent en doorvoert, niet met het vooropgezette doel te' verbrokkelen, maar om daar gemeenschappelijk met kornmu- nisten en oppositioneele arbeiders een in vloed der revolutionnaire oppositie te verster ken. De partijgenooten in het N.A.S. moeten het daarheen trachten te leiden, dat deze werkzaamheden in overleg met de C.P.H. geschieden. 8. dat de kommunisten moeten pogen met: de oppositioneele arbeiders in-de reformis tische vakbeweging in kontakt te komen teneinde van de reformistische leiders te eischen, dat, ter verdediging van de onmid dellijke belangen der arbeidersklasse, de verschillende vakcentralen, gemeenschap pelijk optreden. Teneinde dit doel te be reiken en om druk uit te oefenen op de ré- formistische leiders moeten de kommunisten in alle fabrieken en werkplaatsen met de ar beiders fabriekskomité's vormen. 9. dat bij het verrichten van boven-be- doelden arbeid, de kommunisten als een ge sloten eenheid moeten optreden en eventu- eele verschillen slechts binnen het raam der partij en niet in het openbaar oplossen." Nieuws bevat deze resolutie niet, maar als men de 8ste stelüng nog eens aandachtig leest moet men toch wel kunnen begrijpen wat het zeggen wil als men dag in dag uit niets hoort dan gekanker tegen alles en nog wat enook vaak tegen werkelijke mis standen. Er kunnen heel wat middelen gebruikt worden om het kwald te keeren, doch het beste middel zal steeds zijn dat middel 't welk tengevolge heeft dat werkelijke misstanden verdwijnen en de kracht van de vakorgani satie wordt vergroot om waar noodig naar eigen overtuiging te handelen. Dit lijkt mij de grondslag. Als de arbei ders gezien hebben, hoe zij door de kracht van hun vakorganisatie niet alleen de revo lutionnaire experimenten kunnen weerstaan, maar ook practisch de bestaande misstanden kunnen wegnemen, eerst dan is m.i. de bodem bereid om hen mee'r sociaal-economische en Godsdienstig-zedelijke kennis bij te brengen. Laten we nu niet probeeren het andersom te doen want ik kan niet gelooven, dat we dan ons doel zullen bereiken. Het is een zeer goedkoope theorie, dat we de menschen meer ontwikkeling moeten bij brengen maar eerst ontwikkeling en dan vertrouwen wekken is rn-i. een verkeerde en daarom onmogelijke volgorde. A. J. L. EEN VRAAG OP DEN MAN AF. 't Is Paaschtijd en ge onderzoekt dus Uw geweten. Gij vraagt U af, wat gij verkeerds gedaan en wat goeds gij gelaten hebt. Wat gij verkeerds hebt uitgevoerd, moet gij zelf maar uitmaken. Ik wilde alleen maar even U helpen om na te gaan, of gij niet iets heel goeds gelaten hebt. 't Is nog niet te laat trouwens om die nala tigheid te herstellen. Ik stel U een -vraag op der. man af. Hebt gijNeen, eerst wat anders Gij zijt Roomsch georganiseerd. Gij behoort tot de honderdduizend leden onzer vak- en standsorganisatie, die niet de lamlendigheid van Jan Salie, maar de kloek heid van Jan Cbrdaat hebben. Gij behoort niet tot de wegblijvers, maar bij de blijvers. Gij zijt een van hen, die tot de Rootnsche arbeidersbeweging behooren, in haar en met haar willen werken. Gij zijt een van hen, die in den tijd van heden, hun plicht willen doen, die offers brengen in den strijd om recht, die offers brengen uit soüjlariieit, offers uit Roomsche naastenliefde. Gij hebt meegeholpen aan de schitterende steunactie voor 'de Twentsche textielarbei ders, waarvoor Pater van Ginneken S.J. in „De Nieuwe Eeuw" de Roomsche Vakbe weging een pluim op den hoed steekt. Gij maar nu de vraag op den man af „Hebt gij al een lot gekocht voor de loterij van „Herwonnen Levenskracht" Ik dacht van niet. Gij hebt geen gekocht of Uw buurman niet. Want van de 100.000 leden hebben er pas een 30.000 een lot gekocht. En weet ge, wat dat beteekent Als er Iaat ons zeggen 7000 loten over blijven, is dat 7000 gulden schade. Schade voor „Herwonnen Levenskracht". Schade voor Uw kinderen, voor de kinde ren van Uw eigen gezin of dat Van Uw buur man, Uw vriend, Uw stad- of dorpsgenoot. Schade van levens. Met 7000 gulden kunnen we 15 a 20 kinde ren redden. Die kinderen zijn er. We zouden hun namen hier kunnen af drukken, de namen van een kleine twintig kinderen, die redding van hun leven ver wachten van U. Neen, stuur ons niet weg. ,,'t Is Paschen en de zon zit uit De blauwe lucht hangt vol gefluit Licht groen zijn zal de hagen...." Laat niet vergeefs ons vragen. Zorg, dat het Roomsche werkerskind In Uwe liefde redding vindt. SERRARENS. loofde, dat mijn laatste uur eiken dag kon' komen. Ik ontving de geregelde gevangenis rantsoenen. Zij bestaan uit een pond zwart brood per dag, drie malen per dag een hoe veel heid warm water, wat dunne soep voor middagmaal en een kom pap voor avondmaal. Het grootste deel van mijn gevangenschap was ik alleen en opgesloten. Een half uur p:r dag mocht ik op de binnenplaats der ge vangenis wandelen. Drie weken geleden werd ik naar de Lubi- anka-gevangenis teruggebracht. Daar zat ik weer alleen en mocht geen brieven of bladen ontvangen. Ik dacht, dat mijn einde gekomen was. Verleden Woensdag kwamen er twee ge wapende soldaten in mijn cel en geboden mij, hen te volgen. Tot mijn verwondering ver lieten wij het gebouw en stapten in een ge sloten auto. Wij kwamen op het spoorwegsta tion, waar mijn bewakers mij in een derde klas-coupé deden plaats nemen. Ik wist niet waar wij waren en dacht, dat wij naar een provincialen gevangenis gingen. Mijn bewa kers deelden hun rantsoen van zwart brood met mij. In den morgen stopte de trein en deed men mij uitstappen. Ik stond op mijn bewakers te waebten, ^oen een beambte op mij toetrad en vroeg, welke bagage ik in Let land invoerde. Toen begreep ik, dat ik vrij was. Een soldaat keerde terug en bracht mij een stuk papier, waarop mijn verbanning uit Rusland vermeld stond. Op het stuk stond het Letlandsche visum. Ik had geld noch voedsel, maar een jonge Letlander, die van mijn toestand hoorde, bracht mij voedsel en ook een spoorkaartje naar Riga. De aarts bisschop is anders uit Riga vertrokken dan hij kwam Zijn armen gevuld met bloemen, zijn oogen vol tranen en omringd door honderden kat holieken, vertrok hij van Warschau naar Ro me, waar hij aan Z. H. den Paus zijn weder varen zal vertellen. Jaarvergadering. Een napraatje over „Na de opleiding en nog wat." Pinks'ter- retraite in het Genakel te Tilburg. Bij ons in Rotterdam. De eenzame vrouw. Een- vacantiereis door Italië Goeden Nacht. Om onzen zieken voor te iezen. Boekbespreking. Ons Retraitefonds. Ons Vaandel. Gedachten van Anderen. Pas verschenen. Vacante olaatsen. MAANDSCHRIFT VOOR LITURGIE. 9e jaarg. no. 34. Inhoud K., De Goede Week. Jozef Teulings. Pr Passiezondag. Kruishymne. A Körner, Kap. Eer meesterstuk v. d. H. Ambrosius. A. Wit- lox. Pr., Wie helpt er mee? Jozef Teu lings, Pr., Apostelfeesten. Altaar en bloe men. K„ Het „Libera nos." KATHOLIEK NEDERLAND, orgaan van de K. S. A. in Nederland jaarg. 16 no 3. Inhoud Deze oogen staren U strak aan! Het Duitsche Carirasverband. Graag op baantjes. Werk voor de plaatselijke Co- mité's der K.S.A. Uitgaven. Por tretten. Gevolgen van gemengde Huwe lijken. Onze lectuurbemiddeling. Maand kroniek. Mededeelingen van het Centraal Bureau. De K. S. A. Premie- aandeelen. Voor het Pauselijk Reddings werk in Rusland. De correspondent te Riga van den „Daily- Mail" schrijft in dit blad naar aanleiding der aankomst van Mgr. Cieplak aldaar Een bejaard man met een langen baard en wit haar, gehuld in gescheurde priester- kleeren, klopte Vrijdagmorgen aan de deur der pastorie der Roomsch-Kathoüeke kerk te Riga. De bisschop, Mgr. Transsuns opende de deur en wachtte, tot de bezoeker het woord genomen had. Deze schudde het hoofd en zeide „Zelfs mijn leerling herkent mij niet." „Aartsbisschop Cieplak 1" zei toen opeens de Letlandsche bisschop en de twee prelaten omhelsden elkander. Na zijn toilet gemaakt te hebben, droeg de prelaat, gekleed in zijn ambtsgewaad een H. Mis van dankzegging op en later nog een Hoogmis waarbij ai de Roomsch-Kathoüeke geestelijken van Riga vertegenwoordigd waren. Na afloop daarvan maakten zij hun op wachting en toonden de aartsbisschop, on danks zijn mager en vergeeld gezicht, ge volg van ondervoeding, en zijn afgemat li chaam, gekromd onder de vermoeienis der i;eis die hij van Moskou af, zittend op de 'harde houten bank van een derde klas-coupé volbracht had, dat -zijn geest nog ongebro ken W3s, trots de brute behandeling in de ge vangenis. Toen men hem vroeg, of hij veel honger geleden had in de gevangenis, antwoordde de aartsbisschop„Neen, ik ben gewend aan vasten, maar ik moet toegeven, dat de pakjes levensmiddelen, die ik zoo nu en dan van leden mijner kerk ontving, mij welkom waren. Soms mocht ik nieuws ontvangen en sovjet-nieuwsbladen koopen voor het geld, dat ik wel in mijn brieven vond. De aarts bisschop wist niet eens, waar zijn geesteüjken gevangen zitten- Hij had hen sinds het proces in April 1923 niet weergezien, en wist niet, of zij dood of levend waren. Herhaaldelijk hadden gevangenisbewaar ders hem gevraagd, of hij een bekentenis wil de teekenen, gelijk aan die, door patriarch Tichon geteekend was. Daarin werd gezegd, dat hij zich schuldig had gemaakt aan contra- revolutionnaire actie en trouw gezworen aan de atheïstisch-communistische regeering van Rusland. De Bisschop bleef weigeren, of- schoon hij wist, dat zijn handteekening zijn vrijlating beteekende. „Ik heb, aldus vertelde de prelaat, zestien maanden gevangen gezeten. Na met mijn me- de-geesteüjken ter dood te zijn veroordeeld in April van 't vorig jaar werd ik met hen naar ■de Lubianka-gevangenis verwezen. Ik wacht- ti daar mijn terdoodbrehging af. Ieder van ons was afzonderlijk opgesloten. Weken bracht ik daar in vasten en bidden door. Op zekeren dag werd ik uit mijn cel naar een an dere gevangenis overgebracht, waar ik in een kieine kamer werd opgesloten met 26 an dere gevangenen. Daar kreeg ik verlof onl bladen te ontvangen en zoo nu en dan een brief. Op zekeren dag zag een der|bewakers mij met een anderen gevangene, 'n professor pr i;n. Den volgenden dag werd de profes- uit zijn cel gehaald en ik zag hem. niet mee. terug. Daarna waren andere gevangenen bin om tegen mij te spreken en ik was even eens'bang om tegen hen te spreken, wijl ik vreesde, dat zij ook zouden verdwijnen, en wist toen niet, dat mijn doodvonnis in ge- va igenisstraf was veranderd. Ik dacht stelüg, dat ik ter dood gebracht zou worden en ge- Dr. José F. Montellano te Buenos-Ayres, heeft de electrocutie toegepast om larven en nymphae van anopheles en andere ziekten overbrengende muggen te vernietigen. Hier toe kunnen zoowel wisselstroomen als con stante stroomen dienen. In het bacteriolo gisch instituut zijn, ten overstaan van den ingenieur van de Angüo-Argentine Electric Company, proeven genomen, die den indruk maken, dat een deugdelijk middel tot bestrij ding van de malaria was gevonden. De na tionale gezondheidsdienst zal de gelden trachten te vinden voor ruime toepassing in de moerassige streken in het midden en het Noorden dec republiek. In onze slooten, merkt het „N. T. v. G." op, zal het wel moeilijk gaan. Bovendien kunnen eenden, visschen en visschers mede worden getroffen. In tegenwoordigheid van een groot aanta belangstellenden had Donderdag te Utrecht de officieele opening plaats van den door den Utrechtschen Kunstkring georganiseerden kunstnijverheidstentoonstelüng. HET MESDAG-MUSEUM IN DEN HAAG. Tot directeur van het rijksmuseum Mesdag, is met ingang van 1 Mei 1924 benoemd de heer W. J. Steenhoff, eervol 1 ontslagen onder-directeur van het Rijksmuseum van schilderijen te Amsterdam. Bij de Paters der H-H. Harten te Ginneken is verschenen „Ceremonieel der Intronisatie van het H- Hart van Jezus in scholen Colle ges, Pensionaten, enz. 't wefk ook bestemd is om gebruikt te worden bij de maandelijk- sche of jaarlijksche vernieuwing der Toewij ding aan het H. Hart. De H. Apost. Peni- tencerie heeft aan dit ceremonieel dezelfde aflaten verleend als aan het ceremonieel voor de huisgezinnen gehecht zijn. Inhoud van „ROEPING" Maandschrift voor Schoonheid. No, 7, 15 April 1924. ,H. Moller, Gera^ Brom en de jongere katholieke dichtkunst. Alb. Kuyle, Droo- men van het nieuwe tij. Jozef van Aalst, Liturgie en jongeren. Ir. Alph. Siebers, Het kerkgebouw. Baksteen. Neo-gothiek, Dante, Goddeüke komedie. De Hel, zang 23, 24 (vertaald door Chr. Kops, O.F.M.) M. Molenaar, M. S. C„ Sint Geertruid, 14. Anton van Duinkerken. Het lied van Bra bant (verzen). Jan Engelman, Kenterin gen in de schilderkunst (met 1 afbeelding). H. Moller, „Roeping" van Joan Colette (met 1 houtsnee). H. Moller, Beeldhouw werk van W. A. van der Winkel (met 3 af beeldingen). Alb. Kuyle, Van het heilig Huisgezin. Jan Engelman, Lente (ver zen). Merkwaardigheden, 1, Karei van den Oever, Rumor in Casa. Bericht over 't Juiienummer. R. K. ZIEKENVERPLEGING, orgaan uitgegeven vanwege den Nederl. R. K. Bond van Ziekenverpleegsters 15e ig. no. 7. In houd 30 Maart 1844—30 Maart 1924. Zoo gij wistCoprologie V3n den Zuige ling. Verpleegstersopleiding in Zweden. Emmabloem. Opmerkelijke cijfers. Ingezonden. Gedachten van Anderen. Voorstellen voor de Alg. Vergadering. Vacante plaatsen. No. 8 Administratie Orgaan. Admi nistratie Hoofdbestuur.— Kort verslag der Op den dag vóór de troepenrevue op de heide bij Soesterberg ter gelegenheid van het regeeringsjubileum van H. M. de Ko ningin in September j.l. verspreidden t<= Amersfoort eenige jonge mannen cci manifest onder de soldaten, waar "z deze werden opgewekt niet aan de troepenrevue mede te doen, maar dadelijk naar huis l< gaan. „Weest geen slaaf, maar mensch eindig de het manifest. „Weigert den dienst, door onmiddellijk naar huis te gaan De verspreiders, bijna 2lle leden van d< Int. Anti-militairistische Vereeniging. wer den vervolgd en door den Utrechtschen politierechter veroordeeld tot 1 maand en 6 weken gevangenisstraf, terwijl één werd vrijgesproken. Tegen het vonnis van deze laatste tce- kende het O M. appél aan. Ook twee 'der veroordeelden gingen in hooger beroep en eergister had dit 3-ial zich voor het Ge rechtshof te Amsterdam te verantwoorden. De vrijgesprokene, een suikerbewerker uit Amersfoort, hield vol het geschrift niet verspreid te hebben. Hij had een pakje met manifesten op straat van iemand ont vangen. Hij was op de fiets en had hel pakje meegenomen, zonder zelfs te weten, wat de inhoud van het manifest was. President: „Toen u de papieren aannam, had u toch de bedoeling, ze aan deze of gene uit te reiken, nietwaar?' Bekl.: „Nee. heelemaai niet". President: „Toen later een rechercheur u zeide, af te stappen, bent u hard wegge reden?' Bekl.: „Neen. ik reed gewoon doe. Voor het eerste het beste individu stap je toch niet af." De tweede beklaagde, een typograaf uil Amersfoort, die door den Utrechtschen po litierechter tot 1 maand gevangenisstral veroordeeld was,, verklaarde in hooger beroep te zijn gegaan, omdat hij dc straf onrechtvaardig vond. President: „U wist toch wel, dat u iels deed. wat de wet verhoedt en dat moet toch gestraft worden. Of zou u liever geen straf willen hebben? Bekl.: „Ja, liefst wel. Ook deze beklaagde zeide de geschrif ten op straat te hebben ontvangen» De procureur-generaal, mr. Baron Ha- rinxma tboe Slooten eischte voor de eerste beklaagde vernietiging van het vonnis m eerste instantie en veroordeelmg tot I maand gevangenisstraf, en voor de tweede beklaagde bevestiging van het vonnis van den politierechter. De eerste bekl. hield zelf een pleidooi tn voor den tweeden bekl. pleitte mr. Geer- lings uit Utrecht cn voorwaardelijke ver- °°Daarna= stond afzonderlijk terecht dc derde bekl. een kantoorbediende uil Amersfoort, wien door den Utrechtschen politierechter 6 weken gevangenisstraf was opgelegd. Ook hij ontkende cis geschriften ver spreid te hebben. Hij had ze wel bij zich. ontvangen van iemand op straat, maar uitgereikt had hij ze met. Tegen hem luidde de cisch vernietiging van het von nis in eerste instantie en veroordeelmg tot 1 maand hechtenis. De verdediger, mr. Geerhr.gs, pleitte een voorwaardelijke veroordeeling. In Sept. 1922 werd te Amsterdam een chauffeur aangehouden die in zijn auto een groote hoeveelheid spiritus ongedekt ver- De Zesde Kamer der Rechtbank aldaar heeft dezen chauffeur en de eigenaars v^n den automobiel onlangs te dier zake ont slagen van rechtsvervolging. Het Gerechtshof deed Donderdag uit spraak in deze zaak en veroordeelde den chauffeur wegens ongedekt vervoer tan ge distilleerd tot betaling van een boete van f 28495,50, subs, tot een maand hechtenis. De rijks-advocaat, mr. Asser, had in tweede instantie tegen ieder der bekl. ëischt van een boete van f 28495,50. De advocaat-generaal, mr. baron Harinxma thoe Slooten, had een vervangende hechtenis van zes maanden gerequireerd- De eigenaars van den auto werden van rechtsvervolging ontslagen, hoofdzakelijk omdat dit ongede t vervoer niet in direct verband stond met hun bedrijf. EEN VREESELIJKE ONTMOETING, Savage begreep dadelijk den toestand. Er was niemand op de boerderij dan de doof stomme jongen, hij was feitelijk alleen met de Vogue en den gorilla- Het reusachtige beest achter de tralies keek met vprs-ifte belangstelling naar hen, maar zijn boosaardigheid kwam uit in het demonische geluid dat hij deed hooren. Kom wat dichter bij, herhaalde de Vogue, op zoo'n afstand kan men hem niet goed zien. En hij greep tevens den detec tive steviger vast. Laat mij los, riep Savage, en in een oogenblik waren zij aan het vechten en be gon er een vreeselijke strijd. Zij kampten beiden om hun leven, want de Vogue had den man van de wet in Savage herkend. Savage was sterk, maar niet zoo sterk als deze sciwlro Als men er buiten bad ge staan. zou men heel weinig gedrulsch heb ben gehoord, alleen het stampen van voe ten en het lulde grommen van den gorilla, iie met één groote hand een staak van het hekwerk vasthield, terwijl de andere lange arm tot op den grond neerhing en hij aan dachtig naar de vechtenden keek. Iemand die buiten luisterde zou alleen deze gelui den hebben gehoord, die een volle minuut aanhielden. Toen volgde een korte stilte en daarop weerklonk een gil die de duiven, welke op het dak zaten, var, schrik deed opvliegen. De Vogue bad langzaam stap voor stap Savage naar de kooi toe geduwd en toen met J een laatste inspanning van krachten bad hij hem tegen de tralies geworpen en bield hij hem daar. Het was een vreeselijk oogenblik. Savage stond daar naar adem hijgend et hij voelde de harige hand van den gorilla over zijn nek strijken. En toen opeens sprong hij op zijde en was vrij. De gorilla had de hand van de Vogue gegrepen. De groote, welgevormde witte hand .was vastgegrepen bij den pols en de aap trok die door dc tralies in de koci; dan volgde de arm. De Vogue die den detective had moeten loslaten, uitte geen enkelen kreet en zei geen woord, hij keek alleen verwon derd en verschrikt naar het beest. De go rilla bekeek de hand en den arm van alle kanten en trok toen eens zachtjes aan den j arm als om den man over te' halen om bij hem in de kooi te komen. De Vogue deed nog een poging om zijn hand terug te trek ken, maar dit scheen onmogelijk. De aap liet een luid gebrul hooren, zette zijn groo- ten voet onder tegen de tralies en trok uit alle machttot de arm van de Vogue krakend uit den schouder was gerukt, en de misdadiger armloos voor de tralies neer viel. Wie heeft geholpen om Goldberg te vermoorden? vroeg Savage, .die nu op zijn knieën lag bij den stervendeli man. De man keek op. Een uitdrukking van doodeüjken haat verscheen op zijn gelaat en luide zeide bij: Kiriak. Het was zijn laatste woord. Een oogenblik later was de Vogue niet meer. De groote lichtblauwe oogen gingen dicht en een rilling voer hem door de leden. Dat was alles. De duiven, die van den gil wa ren geschrikken keerden terug en koester den zich in den zonneschijn. Savage kwam de schuur uit en wisc'nte zich het zweet van het voorhoofd. In den moestuin zag hij den doofstommen jongen aan het werk, als of er niets gebeurd was. Het loeien van een koe klonk uit de weide en het. zachte windje ruischte nog door de bladeren der boomen. Zijn geheele leven lang had de detective niet zoo iets vreeselijks beleefd als de tragedie, die juist had plaats gehad. Zijn tegenwoordigheid van geest en zelfbc- heersching was echter zoo groot, dat hij nu al het probleem in zijn geest uitwerkte, dat er mee in verband stond. Hij wist, zoozeer was hij gewend om tn het gemoed van een mensch te lezen, dat die blik van doodeüjken haat, die in de oogen van den stervenden man was geko men niet op hem doelde, maar op den per soon, die hem geholpen had om Goldberg uit den weg te ruimen. Het was bijna ze iler, dat die persoon Moschelles was. Maar waarom had de Vogue dan in zijn laatste oogenbükken den naam Kiriak genoemd? Hij verliet bet buis langs denzelfdcn weg, als hij er in was gekomen en zonder te letten op den jongen, die in den tuin aan het werk was, ging hij den weg op, steeg in zijn auto en reed naar Groot VI eston om hulp te halen en van het ongeval kennis tc geven aan de politic. Terwijl hij rejd, dacljt hij verder over het próbleem na. Laat ik mij nu eens indenken, dal ik de Vogue ben, en mij geheel in zijn pladts Ik haat een man, Moschelles geheeten. Hij heeft mij geholpen om een moord te begaan Ik ben stervende en in mijn laatste oojfenbiikken heb ik nog één kans om hem aan de galg te helpen doqr zijn naam te noemen. Er toch zeg ik, in plaats van Mo schelles, Kiriak. Waarom doe ik dat, alleen omdat ik weet, dat Moschelles vroeger dien naam droeg en toen een misdaad heeft be gaan. De Vogue was een koel, berekenend en knap man. Hij heeft met Moschelles Goldberg vermoord op zoo'n manier dat de misdaad bem nooit bewezen kan worden. Dit weet hij en omdat hij dus overtuigd is, dat Moschelles nooit gestraft kan worden voor iets, dat bij onder dezen naam heeft gedaan, maar wel voor een misdaad begaan onder den naam Kiriak, geeft bij dezen laatsten naam. Zoo begrijp ik de zaak. Ik kan natuurlijk ongelijk hebben en hoe kan ik mij nu daarvan vergewissen. Op deze wijze. Als Moschelles een misdaad heeft begaan onder den naam Kiriak, en als de Vogue dat Wist, die hem haatte, zal hij hem on getwijfeld geld hebben afgeperst. AL ik dat nu kon bewijzen, dan wist ik stellig, dat Moschelles en Kiriak een en dezelfde per soon zijn en dat hij voor de wet schuldig is. Wij moeten dit dan bewijzen en hem straffen voor die vroegere misdaad, omdat wij het voor deze niet kunnen en dat zal nog wel een lastige zaak zijn. De politia-agent te Groot Weston was thuis en weldra reed Savage met hem sa men naar Chickling Hall. Hij plaatste de auto voor het heli en ging, gevolgd door den agent, de schuur binnen. - Hij is dood, zei Savage. Wij kunnen niets doen dan den coroner kznnis geven. Morgen moet de gerechtelijke schouwing plaats hebben en ik zal moeten getuigen. Laat mij het uur en de plaats weten op New Scotland Yard. Wat nu die andere zaak betreft, wij moeten de gr#cht laten afdrqggen en den tuin afgraven om bet li;k van Goldberg te vinden. Dat moet je zoo geheim en stil mo gelijk doen, want wij willen den naam Gold berg nog niet publiek in de zaak hebben. Geef er kennis van aan den commissaris, zet een dozijn mannen zoo gauw mogelijk aan het werk en laat ons het resultaat op den Yard weten. Savage verliet de schuur en keerde weer naar den grooten weg terug. Hij wilde juist in den auto stappen, toen een heer van middelbaren leeftijd naar hem toe kwam en het hek wilde ingaan, toen Savage hem i" den weg trad. Wat had u gewild? vroeg de detectiv* Ik had den heer de Vogue willen spre ken, zei de ander, is hij niet thuis? Excuseer mij, maar waarover had u hem willen spreken? Over zaken, en U moet mij niet kwalijk nemen, d ik er mij mee bemoei, maar tr is iets vree selijks gebeurd en dus denk ik, dat u der. heer de VoguC liever niet zult willen zien In korte woorden vertelde Savage hem wat er gebeurd was. Vreeselijk, zei de ander, ik ben de hoofdonderwijzer van Groot Weston en ik kwam mijnheer de Vogue spreken over eei. lezing,, die hij zou hebben gehouden. Dit is toch vreeselijk. Hoe lang heeft mijnbeer de Vogue al op Chicküng Hall gewoond? Zes maanden ongeveer. Is het huis mijn eigendon Ja, hij heeft het gekocht. Van wien? Van een heer, die hier veel eigen dommen heeft, Squire Boughton. Neen, toch niet, dc Squire had het eerst verkocht aan een heer uit Zuid-Afrika, die er een acclimatie-tuin wou inrichten voor wilde en andere dieren; hij had er een zebra en andere dieren, ook den aap en de Vogue kocht ze met hel goed, want hij interes seerde zich erg voor zoölogie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1924 | | pagina 13