1
Dfe prooi van den ier.
Van Alles en van Overal.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Derde Blad - Dinsdag 22 April 1924
-
De Fransche en Engelsche meeningsverschillen over de deskundigen
rapporten: deels ontstaan door interpretatie in eigen geest, deels door
verschil in de Fransche en Engelsche teksten. Stresemann verdedigt de
houding der Duitsche regeering. Hongarije evenals Oostenrijk onder
financieele dictatuur.
Onder de Radio-berichten: Poincaré en de Commissie van Herstel
tegenover de deskundigen-rapporten. Mussolini's macht.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
De uitvoering der vleesch-
keuringswet.
Het plan voor Groot-Amsterdam
De Duitsche terugtocht door
Limburg.
Verplaatsing van den Raad
voor de Scheepvaart
Nederlandsch landhuishoud
kundig congres.
FEUILLETON.
is
37.
HOLLAND—DUITSCHLAND. 0—1.
.Tup Holland!
Tweemaal drie kwartier achtereen heb ik
gistermiddag die twee woorden hooren
schreeuwen, hooren brullen, maar Holland
hupte niet,
Ik heb gistermiddag den voetbalwedstrijd
HollandDuitschland in het' Amsterdamsche
Stadion bijgewoond, ik wou dat toch ook eens
gezien hebben. Maar wat is me dat leelijk te
gengevallen.
Nog nooit had ik, als toeschouwer tusschen
toeschouwers zittend, een voetbalwedstrijd
meegemaakt en dat pretje wilde ik nu toch
oek eens hebben. Nietwaar, het is immers al
te dol, als je over zoo iets hooit eens kunt
meepraten, iedereen heeft er den mond vol
van en als je daar dan alleen tusschen staat
met je mond enkel maar vol tanden, dan sla
je een figuur als een vuilen vaatdoek.
Dat pretje wilde ik nu toch ook eens heb-
3en!
Nou, ik heb het gehad! Wel heb ik vier
gulden entree en tachtig centen stedelijke be
lasting moeten betalen, om op een harde
houten bank te mogen zitten, wel kostte het
me een retourtje Haarlem-Amsterdam, plus
een paar dubbeltjes tram en in de rustpoos
een potje bier, maar allé, ik heb van m'n bil
jetje van tien, dat ik er voor had meegeno
men, toch nog wat overgehouden èn ik
neb een internationalen voetbalwedstrijd ge
zien.
Er zullen er duizenden en duizenden zijn,
die beweren, dat ik me dan niet mag bekla
gen, dat ik dan voor een koopje een gebeur
tenis van belang heb bijgewoond, maar on
danks al die duizenden beklaag ik mij toch.
Want wat heb ik nou eigenlijk voor m'n
{oeie geld gehad?
Pleizier?
Ja„ eigenlijk toch wel, maar niet het ple
zier dat ik me had voorgesteld, namelijk om
Hollandsche.jongens in forschen, vredelieven-
den strijd te zien met vreemden, en om hen
zoo mogelijk te zien overwinnen.
Ze konden ook verliezen natuurlijk, daar
had ik ook wel aan gedacht en al zou ik
jammer gevonden hebben, daar had ik me
toch best Overheen kunnen zetten; waar er
twee strijden moet er een het onderspit del
ven. En dat is ten slotte ook geen schande,
als er maar gestreden wordt, als er tenmin
ste maar ernstig geprobeerd wordt om te
winnen. Maar dat deden ze niet.
Eerst kwamen de Duitschers in hun witte
shirts en roode broeken het terrein op en de
R.-K. Muziekkapel „St. Louis" uit Alkmaar
speelde het „Deutschland über Alles". Stoere,
veerkrachtige kerels waren het, die dadelijk
nadat hun volkslied ten einde was, één leven,
één actie waren, vroolijk opziende tegen den
strijd die hen zoo aanstonds wachtte.
Toen kwamen de Hollanders, niet vief en
veerkrachtig, maar in elkaar hangend als
elf half leege oranjekleurige zoutzakken,
voortstrompelend met doorzakkende knieën
en toen ik dat gezien ha'd zei ik al dadelijk
tegen m'n buurman, een van de ergste Hup-
Hollanders: „Nou, als die het van die zwart-
witten moeten winnen, dan begrijp ik er niets
>an."
En hij hupte onmiddellijk luidkeels, drie
maal achter elkaar en keek me aan of hij zeg
gen wilde: -„Waar wil jij nou over meepra
ten."
Nou, eerlijk gezegd, over voetbal meepra
ten kon ik niet, daar had hij toen gelijk in,
maar laat hij dat me niet nog eens zeggen,
want nu weet ik er alles van ik heb im
mers HollandDuitschland meegemaakt! En
daar viel wat te leeren, hoor!
Ik heb gekeken wat ik kijken kon ik had
er 4.80 -f- de rest voor betaald en wilde
er dus uithalen wat er uit-te halen was. En ik
heb veel gezien ook, maar niet veel dat me
plezier deed.
Ik ben geen voetbal-maniak, gelukkig, en
ik vind, dat er van dat soort een ontzaglijke
overproductie is, maar ik ben Nederlander.
En dus heb ik graag, dat Nederlanders, als
die tegen vreemdelingen in het krijt treden,
ook winnen, zóó ben ik nu wel, al laat me die
heele Ieeren-ballen-trapperij ook zoo koud
als.... enfin, zoekt u zelf maar uit wat u
het koudste vindt, 't is altijd nog niet koud
genoeg.
Maar kunnen ze nu eenmaal niet winnen,
wat ik jammer vind, maar, ik zei het reeds,
geen schande, dan zie ik toch in elk geval
graag dat ze een goed figuur Slaan tegenover
de tegenpartij.
En dat hébben mijn landgenooten niet
gedaan, daar hoef je heusch geen voetbal-
wellusteling voor te zijn om dat te kunnen
constateeren.
Er zat achter mij een pa met zijn dochter
tje van een jaar of veertien hoe kan
iemand zoo dwaas zijn, omlijn .kind zóó'n op
voeding te geven en dat kleine ding wist
zelfs al tc vertellen, dat de Hollanders niks
waren, vergeleken bij de Duitschers. Die zag
het dus al en zou ik dan.
„Vooruit dan, niet zoo sloom, Holland,"
riep het kleine ding met een piepstemmetje.
„Pa, kijk nou die Koonings eens een mooie
kans laten glippen,"
„Niet zoo sloom, Holland!"
Juist, dat was het ware woord sloom
waren ze. Ze trapten wel tegen den bal,
maar hoe ze hem raakten en waar hij naar
toe vloog, dat kon hen blijkbaar niks schelen
en meestal kwam hij dan ook vlak bij een
Dilitscher terecht en liefst bij een die heele-
maal alleen ergens op het veld stond en niet
door een Oranje-man gehindetd kon worden.
Noen, van de tien mannen in het veld
heeft het niet afgehangen, dat de tegenpartij
maar één doelpunt gemaakt heeft; dat is
hoofdzakelijk te danken aan De Boer, den
man in het doel, die vrijwel de eenige was,
dfê wist wat hij deed. En van de Duitschers
zelf, wier aanvallen telkens doodliepen op
overtreding van de spelregels.
En stel daar tegenover de Duitschers! Dat
waren kerels. Ze znllen natuurlijk ook wel
eéhs fouten gemaakt hebben en ik hoorde
er om me heen herhaaldelijk een uitlachen,
omdat hij, naar ik uit de gesprekken opving,
voortdurend in „buiten-spel-positie" stond
wiat dat is, weet ik niet, maar het schijnt
heel erg te zijn maar zelfs een leek als
ik kom toch wel zien, dat die lui met den
bal speelden. Ook zij trapten er tegen,
evenais de Hollanders, maar zij trapten niei
maar in het wilde, zij wisten, als ze er
tegen, trapten, waar de bal zou terecht ko
men, n.L bij een hunner kameraden, die hem
dan weer verder trapte, of 'm met z'n hoofd
een opstopper gaf, in de richting van een an
daren kameraad zoo goed als nooit kwa
men h«n ballen terecht voor de voeten van
een Ora.nje-man, En als dit al eens een en
kele maal het geval was, dan was een der
zwart-witten er als de kippen bij, om ra hem
te ontfutselen. En de Hollnder liet hem
zich ontfutselen.
Ik wad niets van voetbal, maar heb na
tuurlijk vfel eens hooren zeggen, dat samen
spel tusschen de verschillende spelers een
der voornaamste voorwaarden is om te win
nen. Dat is me gisteren duidelijk geworden;
de Duitsc-hers speelden samen, de Hollan
ders iedar voor zich.
En dat ging zelfs zoover, dat het gebeurde,
dat twee der onzen samen een wedloop hiel
den achfser den bal aan en elkaar de loef
trachtten af te steken. Dan werd er van de
tribunes gebruld; „Geen twee man op één
bal", of zo<5 iets, maar daar stoorde zich na
tuurlijk niiamand aan.
Nu weef: ik heel goed, dat kritiek heel
gemakkelijk is en ik weet nog beter, dat
de mensclsen voor kritiek van een leek de
schouders ophalen, maar ik zeg maar, dat
ik, al ban ik nog zoo'n leek op voetbal-
gebied, fotvh drommels goed kan zien
of er in een stelletje van elf jonge mannen
fut zit of ai et en dat was bij de Hollan
ders beslist niet het geval en bij de Duit
schers wel.
Waar een wil is is een weg. Maar bij de
Hollanders was de wil te slap en daarom
konden ze <3en weg naar het Duitsche doel
niet vinden.
Ik heb vroeger in de buurt van het Sta
dion gewoond en als er dan zoo'n internatio
nale wedstrijd! was, dan hoorde ik het ge
brul en de juichkreten van de opgewonden
menigte. Hoe ze zich over zoo'n troepje man
man, die tegen een bal trappen zoo kunnen
opbinden, hei» ik nooit begrepen, maar enfin,
ze waren opgewonden, de menschen, en juist
om dat enthotaaiasme eens van nabij te zien
en er eens wat over te schrijven natuurlijk
in geestdriftige woorden, want geestdrift
werkt nu eennnaal aanstekelijk ben ik
naar dezen weslstrijd heengegaan.
Maar wat b«-n ik leelijk bekocht! Van
geestdrift heb absoluut niet bemerkt. Ja,
er werd wel gelbruld en geschreeuwd, maar
het was voorldt trend een afkeurend gebrul
en geschreeuw en niet een van enthousiasme,
zoo noemen ze geloof ik die menschen
En daartusschen door de „supporters"
die maar pliclrimatig hun aanmoedigend:
„Hup Holland!" .schreeuwden, al moeten ze
ook zelf al heel gauw hebben ingezien, dat
al hun aanmoediging toch vruchteloos was.
„Hup, de Natrès!" Maar de Natris hupte
niet en liet zich den bal voor de voeten
weghalen door de Duitschers.
„Toe, Holland, zet nou eens flink door,
kom Peer!" Maar Hlolland en Peer zetten niet
door cn de bal vloqg den verkeerden kant op
„Da's ook slecht, Denis!" Wat-ie voor
slechts deed weet »k niet, maar van erg veel
waardeering gelttjgde de uitroep in elk
geval niet.
Een der Feyenoard-inannen, ik geloof dat
hij Koonings heet, krijgt een mooie kans,
„schiet", zooals ze dat noemen, maar in-
plaats van in het da-el, vliegt de bal er on
geveer zoo hoog als dc Stadion-toren, over
heen. „Hè, da's vaJsch!" roept luid een
naïef enthousiasteliaj^etje in m'n buurt,
De bal vliegt in ck'. richting van een paar
Hollanders, die er niet eens naar kijken.
„Jullie motten niet .afwachten aanvallen
motten jullie," klonk het achter me en voor
me hoorde ik een aardig meisje zeggen:
„Vooruit nou jongens zeurpieten!"
Twee Hollanders toornen van don eenen
kant, twee Duitschers van den anderen op
den bal toeloopen. 'Dicht bij den bal geko
men blijven de Hollanders stokstijf staan; de
Duitschers loopen er mee weg. „Ze hinne
bang voor 't ding," is het commentaar op
m'n tribune.
De bal rolt naar een der Hollanders toe.
„Jantje, Ja-a-a-a-a-a-a-atje," wordt er uit het
publiek geroepen. Maar Jantje reageert niet
en ziet kalm toe hoe ceö Duitscher hem den
Ik zou nog een menigte, van dergelijke op
merkingen kunnen aanhalen, ik heb al wat ik
zoo o... me heen hoorde opgeschreven, maar
is het niet genoeg om da stemming van het
bal voor de voeten wegh aalt.
publiek weer te geven? Bk geloof natuurlijk
wel, dat die kritiek niet idtijd verdiend ge
weest zal zijn, daar kan ik niet over oordee-
len, maar dat ze niet hedlemaal ongegrond
was, kon ik als leek wel rfen.
En waarom zouden al dk: Hollanders juist
van de Hollandsche spelers mets dan slechts
vertellen, terwijl ik o.a. oveir de tegenspelers
opmerkingen hoorde als diste: „Ik vind 'm
wel mooi, die Duitsche acBrter; dat staaltje
wat ie nou dee, was premidr," of: „Zeg, die
keeper trapt ook goed!" Merkwaardig, hoe
sommige" menschen, die doar anderen hon
derd, duizend maal k i eper hebben hooren
zeggen, toch maar altijd halsstarrig een doel-
verdediger k e eper blijven noemen je
schrijft het immers met twee «e's!
Maar laat ik daar nu maar niet over begin
nen; als ik alle Engelsche woarden die ik op p
z'n Hollandsch hoorde uitspreïcen wilde sig-
naleeren, dan had ik nog wel een uur werk
en dan zou ik nog meer het land inkrijgen
dan ik nu al heb over het figórur dat ik elf
Hollanders heb zien slaan togepover elf
Duitschers.
Was ik er maar niet heen geweest!
ARTHUR TEKVOOREN.
De rapporten der des
kundigen-commissies.
geven wij hebben daar de laatste weken
reeds herhaaldelijk opgewezen, in Frank
rijk en Engeland aanleiding tot zeer ver
schillende opvattingen. Grootendeels zijn deze
te wijten hieraan, dat ieder, en we bedoelen
hier natuurlijk op de eerste plaats Frankrijk
de adviezen lezen wil, zooveel mogelijk in
overeenstemming met eigen inzichten en
eigen politiek. Daarbij komt echter nog,
dat de tekst der rapporten, die in de twee
verschillende talen is opgesteld, ook zelf wel
eens tot verschillen aanleiding geeft.
Uit Parijs wordt gemeld, dat daar de com
mentaren op de juiste beteekepis van be
paalde adviezen der deskunidgen aanhou
den. Men betreurt het, dat het onderhoud
tusschen Poincaré en Theunis zou zijn uit
gesteld, daar het beter zou zijn volkomen
eenstemmigheid in de interpretatie der beide
regeeringen tot stand te brengen alvorens
de Fransch-Belgische bezwaren duidelijk
tegenover het Engelsche standpunt te for
muleeren.
De „Matin" publiceert een officieuse
mededeeling, waarin nader wordt verklaard,
dat Frankrijk de Engelsche interpretatie
niet zal aanvaarden, volgens welke het nut
teloos zou zijn tijd te verliezen met nu reeds
de eventueele politieke sancties in geval van
een toekomstig in gebreke blijven van Duitsch
land vast te stellen. Frankrijk acht daaren
tegen een voorafgaande overeenstemming
op dit punt onvermijdelijk alvorens te spre
ken over het prijsgeven der huidige panden.
Het verschil in uitleg der rapporten schijnt
gedeeltelijk te liggen zooals we boven reeds
zeiden, in het verschil tusschen den Franschen
en Engelschen tekst, o.a. ten opzichte van
de passage, waarin de deskundigen sancties
vaststellen in geval van een toekomstig in
gebreke blijven.
Om deze mededeeling in de „Matin" te
begrijpen moet men de beide teksten der
rapporten met elkaar vergelijken. Wij zien
dan, dat de Fransche deskundigen slechts
dit zeggen „En pareil cas il est aux gou-
vernements créanciers qu'il appartiendra de
determiner la nature des mesures,' enz.,
terwijl in het Engelsch de woorden nauw
keuriger zijn „In case of such failure it is
plainly for the creditor gouvernements then
to determine the nature of sanctions"
Het woord „then" heeft in den Franschen
tekst geen enkel equivalent, ofschoon het
hier duidelijk beteekent alors en suite,
après.
In ieder geval ook hierop hebben we de
laatste weken nog herhaaldelijk den nadruk
gelegd,
de tegenstelling in de
Britsche en Fransche
politiek.
is nog geenszins verdwenen. Zij is integen
deel juist weer duidelijk aan het licht gekon-
men door de onomwonden aanvaarding van
het plan der deskundigen door de Britsche
regeering die hierbij op den steun en in
stemming van heel de natie kan rekenen, zoo
verklaarde de oud-premier Baldwin en de
aanvaarding onder voorbehoud door den
Franschen premier. Want al moge de
redevoering van den heer Poincaré een
een verkiezingsrede, die natuurlijk ten doel
had om de kiezers van het succes van zijn po
litiek te overtuigen geen officieele verkla
ring zijn van het Fransche standpunt, die
eerst zal worden gegeven als de zaak door de
Commissie van Herstel formeel onder aan
dacht der regeering is gebracht, de uitlatin
gen van den heer Poincaré geven dan toch
al een aanwijzing voor het standpunt, dat
de Fransche regeering zal innemen.
De heer Poincaré heeft zijn eigen inter
pretatie van het rapport der deskundigen,
die doet vreezen, dat hij over de verklaring
der deskundigen, dat het plan in zijn geheel
moet worden aanvaard en anders geen zin
heeft, wat al te luchtig heenleest. Hij schijnt
zich een uitvoering van het plan in gedeelten
voor te stellen en het herstel van Duitsch
land fiscale en economische eenheid eerst
geleidelijk tc willen doen geschieden, niet
tegenstaande de zeer duidelijke uitspraak
van de deskundigen, dat het herstel van dez
eenheid voorwaarde is voor de uitvoering van
het plan.
En voor het welslagen van het plan, dat
niet alleen door Duitschland, maar ook door
Engeland in zijn geheel wordt aanvaard, kan
deze opvatting van den heer Poincaré nood
lottig zijn. Als hij er aan blijft vasthouden.
In Frankrijk ziet men dat ook zeer wel in
en zoo is het hier voor velen een teleurstelling
geweest, dat de Duitsche regeering, die in dit
geval waarlijk eens handig diplomatiek is ge
weest, niet dadelijk met hare interpretatie
van het rapport voor den dag is gekomen,
niet dadelijk hare reserves bij de uitvoering
heeft te kennen gegeven, maar zich, evenals
de Britsche regeering, met een beginselver
klaring vergenoegde. Men had het odium
van het moeilijkheden maken zoo gaarne op
Duitschland doen rusten en uit de mededee-
lingen over de aanvankelijke oneenigheden
in de Commissie van Herstel naar aanleiding
van het Duitsche antwoord blijkt wel zoo
zeer sommigen hier door de korte Duitsche
verklaring van bereidwilligheid tot mede
werking aan het plan zijn teleurgesteld. Maar
dit meeningsverschil in de Commissie van
herstel al werd men het dan later ook over
een compromisbesluit eens bewijst nog
weer eens, dat de oude tegenstelling nog in
volle kracht leeft en dat ook na het rapport der
deskundigen de groote quaestie nog moeten
worden uitgevochten.
Zooals wij Zaterdag nog zeiden, heeft
<*yer een politiek eenheidsfront der geallieer
den kwamen te staan, hetgeen het geval zou
zijn wanneer wij het woord „onaannemelijk"
uitspraken.
Hongarije's herstel.
De Hongaarsche Nationale Vergadering
heeft de wetsvoorstellen, die moeten dienen
om den financieelen toestand te verbeteren
en te stabiliseeren, definitief aangenomen
en zoo zal dus het „saneeringsplan," dat in
overleg met den Volkenbond is ontwerper,
tot uitvoering kunnen komen. Ook Hongarije
komt daarbij, evenals Oostenrijk, voor
vele jaren onder een financieele dictatuur.
De regeering is nu gemachtigd zonder na
dere raadpleging van de Nationale Vergade
ring alle maatregelen te treffen, die voor
de uitvoering van het Volkenbondsplan noo-
dig zijn. Allereerst zal de regeering dan
moeten zorgen de staatsinkomsten tegen
1926 met 140 millioen kronen (goud) te
doen vermeerderen. Tegelijkertijd zullen dan
de uitgaven moeten worden verminderd,
Tegenover deze verplichtingen van belas-
tingverhooging en bezuiniging in het staats
beheer wordt dan een Hongarije een buiten-
landsche leening van 250 millioen verleend,
welke zal worden gewaarborgd door de in
komsten uit de douane, de suikerbelasting
en de tabak en zoutmonopolies er zoo noo-
dig, naar het oordeel van den commissaris-
generaal van den Volkenbond, ook nog door
andere inkomsten.
De thans aangenomen wetten betroffen
de machtiging aan de regeering tot het
nemen van de noodige maatregelen, de vast
stelling van de begrooting in gouden kronen
en eindelijk de oprichting van een circulatie
bank met een kapitaal van 30 millioen, dat
zooveel mogelijk in Hongarije zelf zal wor
den geplaatst.
De aanvaarding van deze wétten en van
het Volkenbondsplan, ondanks het heftige
verzet er tegen geuit, is zeker een succes
voor minister Bethlen.
in den laatsten tijd wei een groot aantal leden
heeft gewonnen, maar toch vormen de chris
telijke, de meerderheids-socialistische en de
Hirsch-Dunckersche organisaties tezamen
nog een groote meerderh*»zoodat d»
„Union" op zijn hoogst partieele stakingen
zou kunnen bewerken. De bovengenoemde
drie andere groepen zijn op het oogenblik
sterk tegen staking.
UIT HET ENGELSCHE
BOUWBEDRIJF.
De besturen van de vakvereenigingen, o,i
de Nationale Federatie van Bouwvakarbei
ders vormen, hebben vergaderd over het aan
bod der werkgevers om de loonen met een
halve penny per uur te verhoogen. De vak
vereenigingen hadden een verhogging van
twee pence gevraagd. Te Londen ontvangen
geschoolde arbeiders. 1 shilling 8% pence
per uur, in zgn. „Grade A" steden 1 shilling 8
pence en in andere steden een penny of drie
en een halve pence minder. Een deel van het
loon is gebaseerd op een grondslag die ver
band houdt met de kosten van het levens
onderhoud.
Besloten werd het aanbod te onderw-oen
aan een referendum van de leden van 11 vak
bonden. Een meerderheid tegen aa„v aar
ding zal worden beschouwd als een besluit
ten gunste van staking. Er zal veertien dagen
van te voren worden aangekondigd, dat het
werk zal worden neergelegd. Het aantal ar
beiders in het bouwbedrijf bedraagt 630.000.
de houding van de Duit
sche regeering,
welke wij hierboven van een handige diplo
matiek noemden, bij de Deutsch-Völkischen
vooral, aanleiding tot critiek gegeven.
In antwoord op deze scherpe critiek, door
Helfferich op de houding der Duitsche re
geering geoefend naar aanleiding van de aan
vaarding der deskundigen-rapporten, schrijft
Stresemann in het orgaan der D. V. P., „Die
Zeit", een artikel „Politische Ostern", waar
aan wij het volgende ontleenen
Men mag aannemen dat de onderhandelin
gen omtrent de leening, welke aan Duitsch
land zal worden toegestaan, reeds zijn be
gonnen. De Engelsche regeering heeft niet
verheeld, dat zij een spoedige aanvaarding
der rapporten in hun geheel wenscht. Het
schijnt wel alsof zij het stormachtige tempo
aangeeft, waarin de dingen- vooruit sflellen.
Daarmede wordt Duits'chland zeer spoe
dig voor groote beslissingen gesteld. Het
betreft hier ongetwijfeld een stuk Duitsche
toekomst. Nu de Rijksregeering heeft ver
klaard, dat zij de rapporten als zakelijk en
grondslag voor een spoedige oplossing der
herstelkwestie aanvaardt, moet zij, daar zij
de conclusies der deskundigen erkent, door
het aanbieden der Duitsche spoorwegen al
conclusies der deskundigen erkent, door het
aanbieden der Duitsche spoorwegen als grond
slag voor de leening, door de oprichting eener
valutabank, door het verpanden van belas
tingen en douane-rechten, door de belasting
der industrie, de algemeene panden verschaf
fen, die waarborgen moeten geven voor de
Duitsche prestaties.
Men mag dit standpunt aanvallen, maar
men moet niet voorbijzien, dat thans kost
bare speciale panden voor het nakomen der
Duitsche betalingsverplichtingen zijn geno
men.
In werkelijkheid is de kern van de zaak
deze Willen wij de ontrechting en knecht-
chap aan Rijn en Rhur blijven dulden, wil-
sen wij toezien hoe Poincaré zijn dreigemen
ten verwezenlijkt en het kostbaarste Duit
sche bezit in regiemijnen wordt veranderd,
of zullen wij een poging doen, om door het
geheele economische leven van den staat als
waarborg te stellen, de bezette gebieden te
bevrijden Wij strijden daarmede voor een
bevrijding van de economische kluisters, wel
ke het bezette en het onbezette gebied druk
ken wij strijden voor het herstel van recht
en vrijheid wij strijden voor de bestuurs-
vrijheid in de bezette gebieden vooral echter
ook voor een andere houding der wereld
jegens Duitschland, welke wij voor een kalme
ontwikkeling in de toekomst dringend noodig
hebben.
De Duitsche Rijksregeering heeft besloten
de grondslagen der deskundige rapporten
te aanvaarden. Zij heeft dat gedaan in het
volle bewustzijn van de verantwoordelijkheid
welke zij daarmee op zich heeft genomen
Zij is er evenwel, evenals haar critici, van
overtuigd, dat slechts met de grootste in
spanning onzer krachten datgene kan worden
gepresteerd, wat van ons wordt verlangd
Zij weet echter ook, wat het voor ons aan
crediet zoo arme, economisch zoo ernstig
bedreigde Rusland beteekent, wanneer ons
voorloopig in de jaren van het moratorium
een kalme ontwikkeling wordt gewaarborgd,
ons, die den vrede in het geheel nog niet
hebben gekend, voor wie de vrede tot dusver
slechts een oorlog met andere middelen was.
Dr. Helfferich e.a., die op de voorstellen
der deskundigen critiek oefenen, moeten
zich toch ook afvragen, hoe wij uit de tegen
woordige toestanden komen, waarbij wij
van een groot aantal onzer Duitsche mede
burgers zijn afgescheurd, en wat er wel zou
gebeuren, indien wij in de toekomst tegen-
BOLSJEWIEKSCHE PROPAGANDA IN
CANADA.
De douaneautoriteiten te Ottawa hebben bij
een onderzoek van kisten met boeken, ge
adresseerd aan de Russische handelsdelegatie,
die korten tijd geleden naar Ottawa kwam,
ter bevordering van de handelsbetrekkingen
tusschen Canada en Rusland, een groote hoe
veelheid bolsjewieksche propagandalectuur
ontdekt. Een gedeelte daarvan bevat aan
vallen op en Christeiijken godsdienst en
hemelt het communisme op.
De leider der delegatie is door de autori
teiten uitgenoodigd een verklaring tegeven.
DE PEST IN HET WOLGA-GEBIED.
De gezondheidscomissie der sovjet heeft
250.000 goudroebel toegestaan en de mobili
satie van alle Russische artsen gelast ter be
strijding van de pest, welke geheel Kaukasië
bedreigt en in het Wolgagebied zich sterk
uitbreidt.
HET ITALIAANSCHE MINISTERIE
GEWIJZIGD.
V. D- meldt dat er in verband met den
uitslag der verkiezingen een reconstructie
van het Italiaansche kabinet heeft plaats
gehad. Mussolini krijgt behalve het premier
schap, het ministerie van buitenlandsche
zaken. In de plaats van den afgetreden mi
nister van oorlog, Diaz, komt de stadhouder
van Fiume generaal Caballero. Het ministerie
van economische zaken wordt afgeschaft.
De verkoop van de „Humanité", het orgaan
der Fransche communistische partij, is in
geheel Italië verboden.
VAN EEN „THEE" EN VAKVEREENI-
GINGSBEGINSELEN.
Te Ayr (Schotland) heeft zich ter gele
genheid van de jaarvergadering van het
Schotsche Vakvereenigingscongres, een ver
makelijk incident voorgedaan. Het gemeente
bestuur had de congressisten tot een „thee
uitgenoodigd, doch wat lekte uit? Dat de
ververschiqgen bij de thee waren toebereid-
door een bakker, die ongeorganiseerden in
zijn dienst had. Dies besloten de congerssisten
wel naar de ontvangst te gaan doch te be
danken voor de aangeboden „thee".
NIEUWE EISCHEN DER DUITSCHE
MIJNWERKERS.
Nu de Micumcontracten verlengd zijn op
een basis, waarbij de mijnen voor hun her
stel-leveringen vergoeding zullen krijgen,
zijn de mijnwerkers een nieuwe loonbewe-
ging begonnen.
De betreffende eisch tot loonsverhoogmg
van 30 zal thans op 23 April door een
scheidsgerecht worden behandeld, en indien
hij wordt afgewezen, zal een beroep worden
gedaan op den rijksminister van arbeid.
De „Union der Hand- und Kopfarbeiter",
een uiterst linksche organisatie der mijnwer
kers in het Ruhrgebied, heeft intusschen
nieuwe looneischen voor alle Duitsche mijn
werkers gesteld, die nog vee! verder gaan dan
die der mijnwerkers in het Ruhrgebied. In
den vorm van een ultimatum wordt geëischt
de zevenurige werkdag, 30% loonsverhoo-
ging boven de werkelijke vredesloonen, en
14 dagen vacantie. In een resolutie, die aan
de mijnwerkers van Frankrijk, Engeland,
Italië, België en Tsjecho-Slowakije is gezon
den, worden deze verzocht de algemeene
staking te ondersteunen. Indien de loon
eischen niet worden vervuld, zal de alge
meene staking in geheel Duitschland worden
afgekondigd.
Hierbij valt op te merken, dat de „Union
Het verwerken van afgekeurd vleesch
De Directie van de Vereeniging van Ned.
Gemeenten heeft ter kennis van haar leden
gebracht, dat het voorschrift betreffende
de onbruikbaarmaking van vleesch door
behandeling in een destructor reeds geruimen
tijd haar aandacht heeft. Zij herinnert er aan,
dat voor ten hoogste vijf jaar na het inwerking
treden van het K.B. van 5 Juni 1920 ont
heffing kan worden verleend en dat wanneer
deze termijn verstreken is, dus alle gemeen
ten in de noodzakelijkheid zullen verkeeren
om ten behoeve van de bedoelde onbruik-
making de beschikking te hebben over een
destructor.
Ten einde de uitgaven voor de aanschaf
fing van een destructor te besparen en ook
om een meer economische verwerking van
afgekeurd vleesch mogelijk te maken, hebben
reeds enkele gemeentebesturen de mogelijk
heid overwogen om het onbruikbaar te ma
ken vleesch te doen verwerken door een
fabriek van vleesch- en beendermeel.
De Directie deelt thans mede, dat plannen
om voor het geheele land een regeling te
treffen, zoodanig, dat vrijwel alle gemeenten
in de gelegenheid worden gesteld om haar
afgekeurd vleesch in een fabriek als boven
bedoeld te laten verwerken, in een verge
vorderd stadium van voorbereiding verkeeren.
Volgens deze plannen zal het land ver
deeld worden in zeven districten, in elk
waarvan een fabriek zal worden opgericht
om het afgekeurde vleesch iijt dat district te
verwerken. Door het sluiten van een con
tract met de vennootschap, die deze fabriek
exploiteert, zouden de gemeenten niet alleen
worden ontheven van de verplichting om
zelf een destructor ter beschikking te hebben,
doch zij zouden zelfs voor het verwerkt#
vleesch nog een vergoeding ontvangen.
Naar de N. R. Crt. verneemt, is in de Don
derdag gehouden vergadering van de com
missie van bijstand in het beheer der publieke
werken het plan over groot Amsterdam in
hoofdzaak vastgesteld. Het zal dus nu aan
B. en W. worden aangeboden en eerlang den
raad bereiken.
Het plan wordt erop berekend als voorna
melijk een plan van groote verkeerswegen.
De verkaveling van de gronden zal eerst later
geschieden. Niettemin is nu reeds in het plan
opgenomen een park, tweemaal zoo groot als
het Vondelpark, in het westen der stad. Vooi
het dorp Sloten zal een afzonderlijk uitbrei
dingsplan worden vastgesteld, waarbij reke
ning zal worden gehouden met het landelijk
karakter van het dorp.
Gemeld wordt, dat binnen afzienbaren tijd
door het Belgisch departement van buiten
landsche zaken en de Belgische generale staf
een nota zal worden gepubliceerd over de
historische waarheid van den Duitschen te
rugtocht door Nederlandsch Limburg.
(MsbJ
Het Hbld. verneemt, dat de Minister vat>
Waterstaat het voornemen koestert om, als
bezuinigingsmaatregel, den te Amsterdam
gevestigden Raad voor de Scheepvaart naar
den Haag over te brengen.
Het 76ste Nederlandsch Landhuishoudkus-
dig Congres zal dit jaai op 22, 23 en 24 Sep
tember te Maastricht worden gehouden.
.ia.
Br
Drie dagen na den tragischen dood van
de Vogue vond Violet bij het ontbijt een
brief naast haar bordje. Zij had nooit
Arthurs schrift gezien, maar toch begreep
zij, dat de brief van hem kwam. Er stond
in: K
Waarde juffrouw Prynne, ik ben juist
bij den inspecteur Savage geweest, dien u
onlangs hebt ontmoet. Het cryptogram is
nagespeurd. Alle bijzonderheden kan ik u
niat mededeelen, maar men onderstelt, dat
het nu in het bezit is van W, W. Moschel-
les, den millionair in Park Lane. De politie
schijnt-te weten, dat Moschelles' eigenlijken
naam Kiriak is. Zij denkt, dat hij onder dien
naam een misdaad heeft begaan en( is nu
bezig om daaromtrent alles te onderzoeken.
Natuurlijk moet u omtrent dit alles de
itrikste geheimhouding in acht nemen, ik
nag hel u alleen maar vertellen, omdat de
inspecteur mij opdroeg u te vragen of u
Afrika den naam Kiriak ooit hebt hooren
noemen door uw vader of een van diens
kennissen, in verband met de diamantvel
den. Ik hoop van avond even te komen, dan
spreken wij daarover nader.
Met beleefde groeten,
Uw toegdnegen
Arthar Primrose."
Kiriak, mompelde Violet, neen, dien
naam heb ik nooit gehoord.
Terwijl-zij door Chancery Laan? liep, ver
geleek zij haar eigen ongelukkige n toestand
met dien van den millionair Mosi-helles, die
'naar van het cryptogram wilde berooven
^ij g'ng eiken morgen te voet naar Chancery
Lane om de kosten van de tram te bespa
ren, gebruikte als middagmaal nidts anders
dan een glas melk en een paar sneden
brood met appeWltoop, nam n ooit een
middagmaal en dan was zij nog liltijd vol
zorg over de toekomst, terwijl haat vervol
gers in weelde leefden, champagne /tronken
cn in automobielen reden. Als zij echter
alles geweten had, zou zij er van overtuigd
zijn geweest, dat zij rijker was, dan zij,
want zij was jong en gezond en hs«d een
zuiver geweten, dingen die men niet terug
krijgt, als men ze eenmaal heeft vartoren.
Dien morgen was juffrouw Harken' nog
lastiger dan gewoonlijk, doch Violet ver
droeg haar humeur geduldig; de brief in
haar zak was al< omniet, dat haar on
kwetsbaar maak' koede eigenschap
der liefde is, d i mensch verheft
boven kleinigb<- 'art met vrertgde
vervult en hem ".3ar hooger dlee-
ren. Liefde maakt anedaagsche mensdüen
Zij stond geruimen tijd met den brief in
de hand en met samengeknepen lippen
voor zich uit te staren.
Kiriak, mompelde zij, Anton Kiriak,
Zou hij dat kunnen zijn?
Op haar gelaat lag nu een uitdrukking
van haat en wraakzucht.
Zij stak den brief weer in de enveloppe
en legde dien op den grond op dezelfde
plaats, waar hij lag vóór zij hem opraapte,
verliet dan het atelier en trok zich in haar
eigen kmer terug, waar zij voor haar lesse-
naar plaats nam en in gedachten verdiept
bleef zitten,
Intusschen was Violet naar de A. B. c..-
tearoom in het Strand gegaan, waar zij da
gelijks kwam. Het was er druk, zooals a.tija
op dat uur, maar zij vond er toch een
plaatsje. Toen zij gereed was, stak zij de
hand in den zak om haar beurs te zoeken
en bemerkte tot haar ontzetting, dat de
brief weg was. Zij zocht op den vloer, in
de hoop, dat hij daar zou zijn gevallen,
maar er was geen spoor van te zien. Dan
stond zij haastig óp, betaalde haar verte
ring en ging heen.
Angstig zoekend liep zil precies den
heid. Zij nam den brief uit de enveloppe, I Ik ben graag bezig, zei Violet, verwon-
las hem nog eens over en begreep, dat haar i derd over de toeschietelijkheid van juffrouw
zorgeloosheid ernstige gevolgen had kunnen Harker. Het was net of zij jonger en opge-
hebben. Die brief was een belangrijk docu- wekter was geworden.
Juffrouw Harker ging bij Violet zitten en
praatte vriendelijk met haar; zij wilde haar
uithooren over haar verleden, maar het
meisje was op haar hoede. Zij vertelde al
leen, dat haar vader uit Zuid-Afrika was ge
komen, dat zij met hem naar Engeland was
gereisd, dat hij plotseling na aankomst was
gestorven, maar zij zweeg over zichzelf en
haar eigen zaken.
PJToen de meisjes terugkwamen, Het juf-
voorzichtig vah hem om zoo'n belangrijken freuw Harker de leiding van bet kantoor
brief te schrijven, onderteekend met zijn over aan juffrouw Johnstone. Kort daarop
ment.. Dc naam van Moschelles werd voluit
genoemd en er werd ronduit van hem ge
zegd, dat hij een moordenaar was. Als zij
dien brief eens in het Strand verloren bad.
Het was niet in te denken. Iemand had hem
kunnen oprapen en lezen. Hoe weinig zij
ook van wereldsche zaken afwist, toch be
greep zij wel, dat dit verliezen ernstige ge
volgen had kunnen hebben, vooral voor
Arthur Primrose. Het was verregaand on- I
tot dichters, door hen te verheffen boven
het alledaagsche.
Toen Violet van haar schijfmachine op
stond om haar sober maal te gaan gebrui
ken, viel de brief van Arthur Primrose uit
haar zak, zonder dat zij bet bemerkte.
De jonge dames van juffrouw Harker
waren precies op tijd, zij bleven geen mi
nuut^ langer dan zij moesten. Als dus de
klok één uur sloeg, legden zij allen aan
stonds het werk neer om zich te gaan
kleeden.
Een paar minuten, nadat het laatste jonge
meisje was verdwenen, kwam juffrouw
j Harker in de kamer om iets te halen. Zij
I vond den brief van Violet op den grond Hg-
gen en las hem door,
1 Toen zij den naam Kiriak las werd zij
plotseling bleek en een uitdrukking van haat
kwam op haar gzicht.
Niets baart meer verwondering dan toe
vallige omstandigheden. Men denkt aan
iemand en komt hem op den hoek van de
volgende straat legen. Men schrijft een
brief aan een kennis,, dien men in lang niet
heeft gezien en op datzelfde oogenblik
zendt die persoon een brief aan u.
Men laat een brief vallen, zooals Violet
Prynne den brief van Arthur Primrose op
raakt vindt hem en als die dan op zedelijk kreet van verrukking toen haar oog viel op Je bent erg ijverig, zeidc zij, dc meeste Ja.
I gebied niet bijzonder hoog staat, leest hem, het voorwerp dat daar rustig lag en geen 1 meisjes gaan prec.cs op t.jd weg en beginnen Kan ik hem even spreken over zaken?
eventfls juffrouw Harker deed, j spcor droeg van onbescheiden nieuwsgierig- j pas weer met klokslag.
naam en dat aan een jong meisje. Maar hij
schreef aan zijn een en al, aan het meisje,
dat hij liefhad en daarom sprak hij openlijk
én zonder terughouding zijn gemoed uit,
zonder er aan te denken, dat brieven ver
loren kunnen gaan,
Zij stak den brief weer in baar zak. De
andere meisjes waren nog niet terug en zou-
'den pas na eenige minuten komen. idet .aible Arch,
zette zich echter reeds S3.n den \rbcid met tn. het midden v«in i cirK Unne, voor een
het manuscript, waaraan zij 's morgens huis waar veel geraniums voor de ramen
stonden, bleef zij staan en haalde de bel
ztfte juffrouw Harker zich in een hansom
en reed weg naar Park Lane,
HOOFDSTUK XXÏI
SONIA PEROOSKI.
Het rijtuig hield stil in Park Lane en juf
frouw Harker sloeg den weg in naar den
zelfden weg, dien zij gekomen was en keek bezig was geweest, stond
zich. de oogen haast uit, Zij holde de som- Nauwelijk was zij begonnen of luffrouw over.
here trap van het kantoor op en door de Harker verscheen met een glimlach op nel De deur ging bijna terstond daarnaopen,
m de type-zaal en uitte een gelaat in het atelier.
ukking toen haar oog viel op Je bent erg ijverig, zeidc zij, de meeste
Kan ik hem ev<
I Hier is mijn kaartje.